Nadere toegang nr. 75

O U D R E C H T E L I J K A R C H I E F S C H I E D A M
I N V E N T A R I S N U M M E R 3 3 3
G I F T B O E K
NADERE TOEGANG 75
A K T E N V A N T R A N S P O R T V A N O N R O E R E N D E Z A K E N E T C.
0 1 - 0 3 - 1 6 0 5 t / m 2 7 - 0 8 - 1 6 1 0
4 1 5 D U B B E L E F O L I O ‘S
B E W E R K I N G D O O R
A N T H O N I U S V A N D E R T U I J N
T E R H O O N
1

NADERE TOEGANG 75
Nr. 1 folio 1 d.d. 01-03-1605.
Arijen Cornelisz. Daenen schipper wonende alhier is schuldig aan Bastiaen Volckertsz.
scheepstimmerman wonende Edam, de somme van f 996, spruitende uit de koop van een nieuw
smalkarveelschip zo die van stapel gelopen is. Hij belooft te betalen met ¼ part contant ende rest op
ieder jaar een ¼ part. Hij verzekert dit op het voorn. schip onder verband van waterrecht. Ter
meerdere zekerheid heeft Anthonis Cornelisz. burger alhier, zich borg geconstitueerd.
Nr. 2 folio 1v. d.d. 03-03-1605.
Maritgen Jansdr. Gout geassisteerd met Cornelis Florisz. Lants haar zoon en gekozen voogd, heeft
gecedeerd t.b.v. Cornelis Cornelisz. Bom de somme van £ 6 gr. vlaams, haar comparante
competerende en een rentebrief, inhoudende in het geheel £ 24 vlaams, losbaar de penning 16,
sprekende op Jan Ruttensz. metselaar wonende alhier en verleden voor schepenen alhier op 05-05-
1586, haar aanbestorven door Huijch Jansz. en Neeltgen Jacobsdr. echtgenoten.
Nr. 3 folio 2 d.d. 07-03-1605.
Willem Nieupoort de jonge notaris is op verzoek van de weesmeesters alhier (welke op provisie
aanvaard hebben de 3 vaderloze weeskinderen van Gijsbert Jansz. van Arnhem en Jannitgen
Cornelisdr.), gesteld tot curator over de desolate boedel door dezelfde personen nagelaten, om
gelden te bekomen tot onderhoud en alimentatie van de voorsz. weeskinderen.
Nr. 4 folio 2 d.d. 09-03-1605.
Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck burger alhier heeft verkocht aan het Oude Manhuis, een losrente van f 35
vlaams per jaar, losbaar de penning 14 met een hoofdsom van f 500 carolus. Hij verzekert dit op zijn
huis, erf en brouwerij waarin hij tegenwoordig woont, mitsgaders op het nieuw getimmerde daarop
gemaakt en nog te maken en waarvoor de materialen gereed liggen.. Belast met een losrente van f
43-15-00 per jaar, te lossen de penning 16, toekomende Pieter Pietersz. van der Burch. Alles staande
en gelegen in het West-Nieuweland, belend ten O: de plaats en schuur van Arent Bruijnsz. van der
Dussen en ten W: de plaats en schuur van Cornelis Alewijnsz. en Alewijn Heijndricxz.
Nr. 5 folio 2v. d.d. 06-03-1605.
Geertgen Arentsdr. weduwe Arijen Arijensz. Speldernieuwe haring geassisteerd door Willem Arijensz.
Speldernieuwe haring haar zwager en gekozen voogd, is schuldig aan Jan Willemsz. van Haerlem de
somme van f 45 carolus, spruitende van afgerekende penningen. Zij belooft te betalen op vermaning
van Jan Willemsz. van Haerlem en verbindt hieraan haar persoon en goederen.
Nr. 6 folio 3 d.d. 11-03-1605.
Coen Jansz. schipper burger alhier is schuldig aan de gemene reders in de buis van Gerrit Jansz.
Jampone, genaamd St. Paulus, de somme van f 3.495 carolus, spruitende uit de koop van de voorn.
buis met toebehoren. Hij belooft te betalen met ⅓ part contant, ⅓ part St. Maarten en ⅓ part 1 jaar
daarna en verzekert dit op het voorn. schip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid
hebben Jan Cornelisz. Cruijsert en Willem Jacobsz. Brasser zich borgen geconstitueerd.
Nr. 7 folio 3v. d.d. 19-03-1605.
Jan Sijmonsz. Boeling is schuldig aan Wouter Jacobsz. Scherp een losrente van f 50 per jaar, te
lossen de penning 16. Hij verzekert dit op zijn huis, erf, schuur en haringplaats in de Gooistraat,
belend ten Z: Huijbrecht Heijndricxz. van der Meulen en ten N: Rochus Gerritsz.
Nr. 8 folio 3v. d.d. 19-03-1605.
Neeltgen Arentsdr. weduwe Pieter Gerritsz. geassisteerd met Jan Jacobsz. haar gekozen voogd heeft
verkocht aan Jan Joesten kuiper een huis en erf op het Einde, belend ten O: de weduwe van Claes
Pieter Jonasz. en ten W: Aem Cornelisz. stierman. Koopsom f 1.000 carolus, te betalen met f 36 per
jaar. Belast met 15 st. en nog f 2-17-00 per jaar, gesproten uit het maken van de stenen kade en te
ontvangen door de stad. Waarborgen: Pieter Gerritsz. en Gerrit Heijndricxz. Penningborgen:
Heijndrick Jansz. van Delft en Abraham Willemsz.
Kanttekening d.d. 25-07-1638: De principale kustingbrief is vertoond, zijnde doorsneden en afgelost.
Nr. 9 folio 4 d.d. 13-04-1605.
Kanttekening: Dit behoord te staan op folio 7 verso.
Geertgen Pouwelsdr. weduwe Rochus Joppen lijndraaier, in leven burger alhier, is schuldig aan Frans
Maes Heijndricxz. de somme van f 45 carolus, spruitende uit de koop van hennip en netten. Zij belooft
te betalen uit een kustingbrief, verleden door Willem Gerritsz. lijndraaier t.b.v. haar overleden man
voor schepenen alhier op 13-01-1596 en welke door deze brief is getransfigeerd. De 2 voorn.
transporten zijn door haar overleden man gedaan t.b.v. Frans Maes voor schepenen alhier, de eerste
op 16-09-1602 en de tweede op 13-11-1604, welke ook door deze brief is getransfigeerd.
Nr. 10 folio 4v. d.d. 26-03-1605.
Maritgen Gouts weduwe Floris Cornelisz. Lants geassisteerd met Cornelis Lants haar zoon en
gekozen voogd, heeft verkocht aan Pieter Jansz. lijndraaier wonende Bodegraven, een huis en erf
genaamd den Cickert, mitsgaders nog 7 voeten erf, strekkende langs de noordzijde muur en breed 6
2

NADERE TOEGANG 75
voeten, te weten dwars van de noordmuur af, staande en gelegen in het Groenweegje, strekkende de
voorsz. huizing en erf achter van de gevel tot de poort of uitgang aan de Noordvest toe. Dit voor de
opdracht en voldoening en welke de koper zal betalen aan dokter Franchois Persijn, een schuldbrief
inhoudende nog als restant de somme van f 648 carolus, te betalen de eerste vijf jaren alle
Martinidagen f 36 carolus en de rest met f 24 per jaar. De schuldbrief is verleden door Maritgen
Jansdr. voor schepenen alhier op 13-06-1603. Het huis en erf is vrij en niet belast. De koper zal in de
noordmuur mogen stellen een kruiskozijn opgaande op het erf van dokter Franchois Persijn. De koper
zal een oven mogen stellen aan de noordzijde van het huis, uitstekende op het erf van Franchois
Persijn. Dezelve Persijn zal het licht staande achter in de gevel van het voorsz. huis responderende
op de loods van Persijn, mogen betimmeren.
Kanttekening: De reductie van de 40° penning is genomen op f 330, contant geld.
Nr. 11 folio 5 d.d. 26-03-1605.
Claes Allertsz. stadsroeper met procuratie van Trijntgen Dircxdr. de Grande heeft verkocht aan Jan
Jacobsz. de Recht, de helft van een tuin en aflaat daarop staande, gelegen aan het Pesthuis, belend
ten O: een tuin toekomende Henrick Aertsz. Winter en ten W: het Pesthuis. Koopsom f 42, contant
geld. Belast met de helft van f 6-11-04 per jaar, te lossen de penning 16 en te ontvangen door de stad.
Nr. 12 folio 5v. d.d. 28-03-1605.
Ghijsbrecht Sandersz. als principaal, mitsgaders Claes Claesz. en Cornelis Claesz. als borgen, zijn
schuldig aan Pieter Jochumsz. Cabelgaren scheepstimmerman de somme van f 116 vlaams,
spruitende uit de koop van een nieuwe kromstevenschuit. Zij beloven te betalen op 2 termijnen en
verbinden hieraan de voorn. schuit onder verband van waterrecht.
Nr. 13 folio 6 d.d. 29-03-1605.
Thonis Heijndricxz. schipper wonende alhier is schuldig aan Pieter Claesz. schipper de somme van f
336 carolus, ter zake van de koop van de helft van een kromstevenschuit. Hij belooft te betalen met
100 daalders contant, op 29-03-1606 nog 100 gulden en de rest van f 87 op 39-03-1607. Hij verzekert
dit op de voorn. helft van de schuit onder verband van waterrecht. Ter meerder zekerheid hebben Jan
Bastiaensz. werkmeester en Goossen Sijmonsz. olieslager zich borgen geconstitueerd, elk voor de
helft. Waarborg: Claes Claesz.
Nr. 14 folio 6v. d.d. 30-03-1605.
Lambrecht Cornelisz. scheepstimmerman burger alhier is schuldig aan Pieter Pietersz. van der Burch
oud burgemeester een rente van f 18-15-00 per jaar, te lossen de penning 16 met een hoofdsom van f
300. Hij verzekert dit op zijn 3 huizen, erven en lijnbanen op de Verbrande Erven in de Molenstraat,
strekkende voor van de Molenstraat tot ’s-herenstraat bij de Raamsloot, alles belend ten O: Grietgen
Thijssendr. met huis en erf en ten W: de lijnbaan van Ormtgen Cornelisdr., strekkende voor van ’sherenstraat
tot achter aan de Raamsloot.
Nr. 15 folio 7 d.d. 08-04-1605.
Heijman Corstiaensz. burger alhier heeft gecedeerd t.b.v. Joris Cornelisz. £ 28 gr. vlaams als hem
toekomt van Gerrit Meesz. Visch wonende Rotterdam ter zake van de koop van 4 netten scheeps die
hij comparant gehad heeft in de buis genaamd de Roemeer, waar Gerrit Ariensz. de Munnick stierman
op is. Te betalen staande op 2 Kerstdagen.
Nr. 16 folio 7v. d.d. 09-04-1605.
Claes Heijndricxz. zeilmaker en Gilbert Albertsz. burgers alhier hebben zich waarborgen
geconstitueerd voor Pieter Pietersz. Devoir mede burger alhier, voor het smalkarveelschip genaamd
den Jonas, welke Pieter Pietersz. verkocht heeft aan Ocker Ariensz. schipper te Rotterdam.
Nr. 17 folio 7v. d.d. 18-04-1605.
Arijen Ariensz. schipper van Rotterdam als principaal mitsgaders Arien Jansz. metselaar wonende
alhier als borg, zijn schuldig aan Pieter Jochumsz. Cabelgaren wonende alhier, de somme van f 384
vlaams, spruitende uit de koop van een nieuwe kromstevenschuit zo die van stapel gelopen is. Zij
beloven te betalen met f 150 contant en de rest op 2 jaren en verbinden hieraan de voorn. schuit
onder verband van waterrecht.
Nr. 18 folio 8 d.d. 18-04-1605.
Jacob Lambrechtsz. burger alhier is schuldig aan de weesvaders van het Weeshuis alhier t.b.v. de
weesarmen, de somme van f 6.815-08-08 vlaams, in betalen van hetgeen Jacob Lambrechtsz. als
generaal van de loterij bij slot van zijn rekening op 16-04-1605 nog schuldig was, als door hem meer
ontvangen dan uitgegeven. Hij draagt op aan de weesmeesters een schuldbrief sprekende op Pieter
Ardes tafelhouder van lening alhier, inhoudende f 1.800, welke Pieter Ardes op rente heeft voor de tijd
van 7 jaar, rentende met f 126, de schuldbrief verleden voor schepenen alhier op 21-03-1600,
mitsgaders het contract daarop gevolgd in dato 24-09-1604, mits dat de armen in voldoening van het
tekort van de intrest voor de tijd van 5 jaren zullen ontvangen de huur van het huis van Pieter Ardes
waarin hij woont in de Korte Kerkstraat, hetwelk hij comparant hierna is verbindende. Hetgeen zij nog
3

NADERE TOEGANG 75
aan intrest tekort komen, zal hij jaarlijks voldoen. Hij comparant belooft in mindering de weesarmen af
te houden van de hoofdsom van f 1.400 met de intrest van dien, competerende Gerrit Dircxz. van der
Wolff, volgens obligatie hem daarvan geleverd, welke hij aan de weesvaders zal leveren. De
resterende £ 3.615-08-08 zal hij betalen met f 600 mei 1605, f 600 in augustus 1605 en f 600
Bamisdag 1605. Voorts Bamis 1606 £ 907-14-04 en Bamis 1607 £ 907-14-04 met de intrest van de
laatste 2 termijnen tegen de penning 14 ter volle betaling. Hij verbindt hieraan de huizing waarin hij
woont met de 2 kleine huisjes daar bezijden aan, staande in de Holsteeg, belend ten Z: de huizing van
Dirck Vuijtenbrouck en ten N: de gang van de huizing van Gerard Muijs secretaris. Item nog de huizing
in de Korte Kerkstraat waarin Pieter Ardes tafelhouder woont met de banen en erven van dien, belend
ten O: Sijbrant Lourisz. en ten W: Jan Jorisz. glasmaker, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter
in de Lombardsteeg. Mitsgaders nog een bouwhuis toebehorende hem comparant in het convent van
Leliëndaal aan de Achterweg, mede de grond en erf van de bouwerij hierna genoemd. En generalijk
zijn persoon en andere goederen. Compareerde mede Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck brouwer alhier
welke zich borg stelt voor Jacob Lambrechtsz. onder verband van zijn huis en brouwerij in het West-
Nieuwland, belend ten W: de haringplaats van Cornelis Alewijnsz. cum suis en ten O: Arent Bruijnsz.
van der Dussen.
Nr. 19 folio 8v. d.d. niet gedateerd en doorgehaald.
Abraham Damman koopman te Rotterdam is schuldig aan Guiliaume Provoost wonende Amsterdam
de somme van £ 1.600 vlaams met de intrest tegen acht ten honderd, ter zake van penningen die de
voorsz. Provoost voor hem comparant als borg voor diverse partijen afgesproken en deels betaald
heeft en nog als borg voor diverse partijen betalen zal, zowel in Holland als in Zeeland, naar uitwijzen
het boek van Provoost. Hij verbindt hieraan tot ontlasting en verzekering voor Provoost, de penningen
welke geprocedeerd zijn en nog te procederen van suiker die door dezelve Provoost voor hem
comparant heeft verkocht en nog zal verkopen. Mede de penningen geprocedeerd en nog te
procederen van suiker door Andries Jansz. in Zeeland verkocht en nog te verkopen. Ter meerdere
zekerheid verbindt hij zijn persoon en goederen, mitsgaders de suiker binnen Rotterdam gelegen.
Hiermede is gecasseerd de schepenkennis door hem comparant op 05-10-1604 voor schepenen
alhier t.b.v. de voorn. Provoost verleden, inhoudende £ 1.500 vlaams.
Nr. 20 folio 9 d.d. 27-02-1610.
Abraham Daemen vertoonde een absolute kwitantie verleden voor notaris te Amsterdam op 13-02-
1610, waarbij bleek dat Guilliaume Provoost bekende ten volle voldaan en betaald te zijn van hetgeen
hij comparant schuldig was.
Nr. 21 folio 9v. d.d. 26-04-1605.
Jan Sijmonsz. Boeling voor zichzelf en Lenert Jansz. gehuwd met Maertgen Danielsdr., erfgenamen
van Ceuntgen Sijmons, verklaren dat Pieter Cornelisz. bootgezel gehuwd met de dochter van Emme
Lourisdr. tegenwoordig bewonende een huisje door Emme Lourisdr. verkocht aan Ceuntgen
Sijmonsdr., staande in het Land van Beloften, belend ten O: Frans Joppen met huis en erf en ten W:
de weduwe van Jan Broer, blijkende bij het giftboek in dato 02-02-1577. Het huisje is zeer vervallen
zodat het hoogst noodzakelijk gerepareerd dient te worden. Aangezien Arijen Willemsz. lijndraaier
burger alhier ten faveure van Pieter Cornelisz. voorn., zijnde zijn meesterknecht, content is om het
voorsz. huisje te repareren, geven de comparanten over dat Arien Willemsz. voorn. dit zal mogen
verhalen aan hetzelve huisje en aan de grond van dien, welverstaande dat wanneer Arien Willemsz.
daarvan voldaan en betaald zal zijn, dat alsdan de voorsz. comparanten het huisje wederom vrij aan
hun mogen nemen.
Nr. 22 folio 10 d.d. 26-04-1605.
Jan Michielsz. en Cornelis Michielsz. burgers alhier zijn schuldig elk voor de helft, aan Pool Dammisz.
burger te Rotterdam, de somme van f 710 carolus, spruitende ter zake van de koop van een
karveelschip groot 21 lasten. Zij beloven te betalen op termijnen van f 150 per jaar en verbinden
hieraan het voorn. schip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid voor de ene helft
hebben Pieter Jansz. Sertoolen en Cornelis Jansz. kleermaker, beiden wonende alhier, zich borgen
geconstitueerd voor Jan Michielsz. en tot zekerheid voor de wederhelft heeft de voorn. Pieter Jansz.
Tertoolen voor Cornelis Michielsz. zich borg gesteld. Compareerden mede Pieter Pietersz. van der
Voor en Henrick Jansz. welke zich contraborgen stellen voor de helft van Pieter Jansz. Tertoolen voor
wat aangaat de somme van f 710 van Cornelis Michielsz. boven genoemd.
Nr. 23 folio 10. d.d. 26-04-1605.
Jan Michielsz. en Cornelis Michielsz. burgers alhier beloven de goederen als zij op de weeskamer
alhier hebben, niet te zullen verkopen of bezwaren voordat Pieter Jansz. Tertolen ontlast en bevrijd is
van de borgtocht voor hun gesteld.
Nr. 24 folio 11 d.d. 27-04-1605.
4

NADERE TOEGANG 75
Wijnant Jacobsz. van Dijck stadsbode alhier is schuldig aan Jacob Arijensz. de Grande en Trijntgen
Dircxdr. zijn huisvrouw de somme van f 12, waarop Trijntgen Dircxdr. ontvangen en ingehouden heeft
f 2 aan schoorsteengeld. Hij belooft f 1 te betalen over een half jaar en de rest op 3 halve jaren.
Nr. 25 folio 11 d.d. 30-04-1605.
Thijs Pietersz. wonende Vlaardingen voor zichzelf en Cornelis Cornelisz. Cuijp voor zichzelf en
vervangende Cornelis Pietersz., beiden wonende alhier, erfgenamen van Cornelis Pietersz. hebben
gezamenlijk verkocht aan Ariaantgen Claesdr. weduwe Jacob Gijsbrechtsz. geassisteerd met Jacob
Ghijsbrechtsz. haar zoon en gekozen voogd, ⅔ parten van een huizing en erf op de Dam op de hoek
van de Pieterssteeg, waarvan de koopster het resterende ⅓ part door overlijden van Cornelis Pietersz.
is aanbestorven. Belend ten O: Huijbrecht Cornelisz. kuiper en ten W: de Pieterssteeg, strekkende
voor van de Dam tot achter aan de huizing van Pieter Pietersz. van der Burch. Koopsom f 102 vlaams,
te betalen met f 9 contant, St. Maarten 1605 f 9, te ontvangen door Thijs Pietersz. welke hiermede
uitgekocht is. De resterende f 84 te betalen op f 12 per jaar. Belast met 30 st. per jaar, te ontvangen
door degene die daartoe gerechtigd is.
Nr. 26 folio 12 d.d. 30-04-1605.
Maritgen Claesdr. weduwe Arent Jansz. heeft verkocht aan Jop Maertensz. bootgezel wonende alhier
een huis en erf, mitsgaders een schuur in de Kreupelstraat, belend ten Z: Claes Govertsz. met huis en
erf en ten N: het huis en erf van zaliger Cornelis Cornelisz. den Dorst, strekkende van de
Kreupelstraat tot achter aan het erf van Jan Bontgen stierman. Koopsom f 700 carolus, te betalen met
f 92 contant en de rest op f 24 per jaar. Belast met 10 st. per jaar, te ontvangen door degene die
daartoe gerechtigd is. De oude waarbrief in dato 03-12-1565. Waarborg: Claes Arentsz. en Jan
Arentsz. gebroeders, zonen van de verkoopster. Penningborgen: Claes Maertensz. bootgezel en Jan
Harmensz. metselaar.
Nr. 27 folio 12. d.d. 30-04-1605.
Joris Jansz. kuiper heeft verkocht aan Cornelis Pietersz. kuiper een huis en erf in de Vlaardingsteeg,
belend ten O: Willem Gerritsz. lakenkoper en ten W: de verkoper zelf, beiden met huis en erf,
strekkende voor van de Vlaardingsteeg tot achter aan het afgeraaide erfje toekomende de verkoper,
mitsgaders nog een vrije gang en uitpad aan de oostzijde van het verkochte huis en erf,
responderende tot achter op de haven. Koopsom f 1.000 carolus, te betalen met f 100 contant en de
rest op termijnen van f 72. Belast met 3 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd
is. De koper heeft tot zijn last genomen de opstal van de stenen kade, bedragende in hoofdsom f 82
carolus, te ontvangen door de stad, losbaar de penning 16.
Nr. 28 folio 13 d.d. 02-05-1605.
Heijndrick Jansz. vleeshouwer heeft verkocht aan Thonis Cornelisz. als executeur testamentair van
Cornelis Anthonisz. zijn overleden vader t.b.v. de kindskinderen van dezelve Cornelis Anthonisz.,
achtervolgende het testament, een losrente van f 9 per jaar, te lossen de penning 14 met een
hoofdsom van f 126 carolus. Hij verzekert dit op zijn huis en erf waarin hij woont, staande in de
Vlaardingsesteeg, belend ten O: Griete Pijps en ten W: ’s-herenstraat, strekkende voor van de
Vlaardingsesteeg tot achter op de haven.
Nr. 29 folio 13v. d.d. 02-05-1605.
Maertijntgen Maertensdr. huisvrouw van Cornelis Jacobsz. heeft zich borg geconstitueerd voor
Huijbrecht Cornelisz., Pleuntgen Cornelisdr. en Ariaentgen Cornelisdr., haar zoon en dochters, om
met deze cautie te lichten binnen Dordrecht de penningen als dezelve kinderen aanbestorven zijn
door Schoon Thoontgen hun oud meuije, in leven wonende binnen Dordrecht. De penningen zijn
gekomen van de nagelaten goederen. Zij belooft de penningen te restitueren indien later iemand komt
die beter gerechtigd is.
Nr. 30 folio 14 d.d. 03-05-1605.
Pieter Pietersz. bootgezel wonende alhier is schuldig aan Geertgen Evertsdr. als gehuwd hebbende
Arent Dircxz. mede bootgezel, de somme van f 335-07-00 ter zake van de koop van ⅓ part van een
tuin of boomgaard met een huisje daarop staande, gelegen bezijden de Doelen alhier. Haar
opgekomen door overlijden van Louris Arents anders genoemd Lou Lickebier. Hij belooft te betalen op
termijnen van f 24 per jaar en verzekert dit op het voorsz. gekochte, mitsgaders op twee ⅓ parten van
de voorsz. tuin, hem comparant als voren aanbestorven. Mede op een nieuwe huizing door hem
daarop getimmerd.
Nr. 31 folio14v. d.d. 14-05-1605.
Jan Heijndricxz. anders genaamd Gouwe Jan heeft verkocht aan Cornelis Pietersz. anders genaamd
Oom Kees wonende tegenwoordig in ’s-Gravenhage, een huis en erf mitsgaders zekere tuin achter
het huis gelegen, belend ten W: Jan Crijnsz. stierman en ten O: Cornelis Aelbrechtsz.
scheepstimmerman. Koopsom f 1.300 carolus, te betalen met f 400 contant en de rest op f 225 per
jaar. Belast de tuin met een rente van f 4-03-08 per jaar, mitsgaders nog een rente van f 3-12-08 per
5

NADERE TOEGANG 75
jaar, spruitende uit het maken van de stenen kade. Nog een rente van f 9 per jaar, losbaar de penning
16 welke de verkoper tot zijn last is houdende. De muur staande aan de oostzijde van het voorsz.
huis, behoord de koper vrij eigen toe niettegenstaande het huisje of schuur dat Cornelis Aelbrechtsz.
voorn. tegen de muur getimmerd heeft. De zuidmuur staande tegen het kookhuisje van het voorsz.
huis, zal de koper aanvaarden met de vrijdom en servituut als Jan Heijndricxz. hetzelve gepossideerd
heeft. Waarborgen: Gerrit Andrijes en Maerten Jorisz. Coij. Penningborgen: Arijen Cornelisz. Danen
en Jan Lourisz. van Wijck.
Nr. 32 folio 15 d.d. 10-05-1605.
Pieter Ardes tafelhouder alhier is schuldig aan Jan Hopkints sergeant van de compagnie van Sr.
Henrij Caerdever, de somme van f 750 carolus, spruitende van geleende penningen. Hij belooft terug
te betalen op 10-05-1606 met de intrest van tien ten honderd in het jaar en verbindt hieraan zijn
persoon en goederen.
Nr. 33 folio 15v. d.d. 14-05-1605.
Cornelis Maertensz. schoenmaker burger alhier heeft verkocht aan Gillis Pietersz. Lis burger alhier
een huis en erf op de Gooistraat, belend ten N: Adriaen Cornelisz. Danen en Louris Jansz. smid en
ten Z: Jannitgen Rochusdr., strekkende voor van de Gooistraat tot achter aan de gemene
scheidingsmuur toekomende Soetgen Dingemans en de koper, elk voor de helft. Het huis staat aan de
noordzijde op een vrije muur en aan de zuidzijde op een gemene muur met de voorsz. Jannitgen
Rochusdr. Koopsom f 1.800 carolus, te betalen met f 200 contant, meidag 1606 f 100 en de rest op f
60 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg: de oude waarbrief van 20-05-1589. Penningborgen: Pieter
Jansz. Lis en Trijntgen Jorisdr. weduwe Claes Maertensz., elk voor de helft.
Nr. 34 folio 16v. d.d. 14-05-1605.
Pieter Corstiaensz. oud burgemeester van Vlaardingen heeft verkocht aan Pieter Jansz. bootgezel
een huis en erf in de Westmolenstraat, belend ten O: het huis en erf van Jacob Cornelisz. Coon en ten
W: Maertgen Flooris weduwe Michiel Heijndricxz. Koopsom f 650 carolus, te betalen met f 100 contant
welke de koper zal behouden op intrest tegen zeven ten honderd in het jaar, voorts op termijnen van f
28 per jaar. Vrij en niet belast volgens de 2 oude waarbrieven. Penningborgen: Jan Pietersz.
zeevarende man wonende op het Einde en Gerrit Allertsz. Sas schoenmaker.
Nr. 35 folio 17 d.d. 14-05-1605.
Lenert Arentsz. heeft verkocht aan meester Guilame de Manacker een huis en erf op het Groeneveld
in de Boterstraat, belend ten O: de weduwe van Cornelis Thomasz. wielmaker en ten W: de koper zelf.
Koopsom f 50 carolus, te betalen 2 jaar kustingen die op het huis resteren te betalen, zijnde f 12 per
jaar, mitsgaders nog een rente van f 8 per jaar, toekomende het Weeshuis alhier, gementioneerd in de
brieven van decretie, te lossen de penning 16 met 1 jaar verlopen rente van dien.
Nr. 36 folio 17v. d.d. 14-05-1605.
Claes Jansz. van der Wout schout op Delfshaven heeft verkocht aan Cornelis Arijensz. Kievit een huis
en erf op het Marktveld genaamd Dordrecht, belend ten Z: de brouwerij van de Witte Lelie en ten N:
Carel Lambrechtsz., strekkende voor van het Marktveld tot achter aan de straat beneffens de Schie.
Koopsom f 3.000 carolus, te betalen met f 600 contant en de rest op f 180 per jaar. De koper zal in
mindering van de contante penningen betalen de hoofdsom van f 450, competerende de Doelen
alhier, mitsgaders nog de hoofdsom van f 72, toekomende Jacob Evertsz. en de hoofdsom van f 48,
toekomende Willem Jan Aertsz. De koper zal de huizing aanvaarden met alle servituten als de
verkoper het gepossideerd heeft. Waarborgen: Jan (Pietersz.) zeevarende man en Claes Heijndricxz.
zeilmaker. Penningborgen: Willem Nieupoort de oude en Heijndrick Jansz. Pansser, elk voor de helft.
Nr. 37 d.d. 18 d.d. 16-05-1605.
Jan Heijndricxz. de Gouwe burger alhier heeft verkocht aan Dirck Eewitsz. mede burger alhier een
huis en erfje daarachter gelegen op de Haven in het West-Nieuweland, belend ten N: de huizing van
Aelbrecht Rochusz. scheepstimmerman en ten Z: de huizing van Cornelis Veen, strekkende voor van
de straat tot achter op de stadsvest. Koopsom f 800 vlaams, te betalen op termijnen van f 30 per jaar.
Belast het huis met 3 st. per jaar, toekomende Maritgen Dircxdr. weduwe Willem Arijensz. Swart en
het erfje met een rente van f 8 carolus per jaar, toekomende de stad met een hoofdsom van f 100.
Verkocht met de servituten als de moeder van de verkoper het bewoond en gepossideerd heeft.
Waarborg: Dirck Arijensz. Penningborgen: Cornelis Cornelisz. Danen en Heijndrick Heijndricxz.
Kanttekening: Dirck Eeuwoutsz. koper van deze huizing heeft de huizing gekocht volgens de oude
waarbrief met een opstal van f 7-18-12 tegen de penning 16 met een hoofdsom van £ 127. Hij
beloofde dezelve hoofdsom (waarvan hij ten volle door Cornelis Cornelisz. Bom als curator van de
boedel van Jan Heijndricxz. de Gouwe gecontenteerd is) op te leggen en dezelve rente i.p.v. dat (…)
staat f 100 te lossen met f 127. Verleden d.d. 06-11-1613.
Nr. 38 folio 18v. d.d. 16-05-1605.
6

NADERE TOEGANG 75
Davidt Pietersz. zeevarende man heeft getransporteerd aan Hubrecht Leendertsz. een wisselbrief
sprekende op Anthonij de Cuijper te Amsterdam, inhoudende de somme van f 321-07-00,
geaccepteerd op 07-05-1605 binnen 3 maanden te betalen aan voorn. Davidt Pietersz., geschreven te
Genua op 06-04-1605 en ondertekend door Gabriel de Haen.
Nr. 39 folio 18v. d.d. 21-05-1605.
Maertgen Jansdr. weduwe Huijbrecht Jansz. lakenkoper geassisteerd met Euwout Huijbrechtsz. haar
zoon en gekozen voogd, heeft verkocht aan Heijndrick Sebastiaensz. Verwel een huis en erf op de
Gooistraat genaamd het Moeriaens Hooft, belend ten N: het huis en erf van Huijbrecht Leendertsz.
Focker en ten Z: Cornelis Jansz. kleermaker, strekkende van de straat tot achter aan de bansloot.
Koopsom f 1.875 carolus, te betalen met f 300 contant en de rest op f 72 per jaar.
Nr. 40 folio 19 d.d. 21-05-1605.
Jacob Stalpaert vervangende Jan en Evert Stalpaert, allen omen en naaste bloedvrienden van de
onmondige weeskinderen van zaliger meester Joost Stalpaert, in leven doctor in de medicijnen alhier,
heeft verkocht aan Cornelis Cornelisz. Bom een huis en erf in de Boterstraat, belend te O: het huis en
erf van Goossen Sijmonsz. olieslager en ten W: het huis en erf van Ruardus Acronius, strekkende
voor van de Boterstraat tot achter aan de Schie. Koopsom f 800 carolus, te betalen met f 150 contant
en de rest op f 42 per jaar. Belast met een rente van £ 1-06-09 per jaar, te lossen de penning 16,
spruitende uit het maken van de stenen kade. Waarborg: de oude waarbrief. Penningborgen: Jan
Willemsz. schuitvoerder op Rotterdam en Bastiaen Jacobsz.
Nr. 41 folio 19v. d.d. 27-05-1605.
Mr. Carel Lambrechtsz. van Heijnsberch is schuldig aan de weesvaders alhier t.b.v. de weesarmen,
de somme van f 560 carolus ter zake van afgerekende en geliquideerde penningen. Hij belooft te
betalen bij vermaning van de weesvaders en te betalen intrest tegen de penning 14, belopende f 40
per jaar. Hij verzekert dit op zijn huizing en erf aan het Marktveld, belend ten O: Trijn Pietersdr.
weduwe Euwout Bolleman en ten Z: Cornelis Arijensz. Kievit waard in Dordrecht, strekkende voor van
het Marktveld tot achter aan de straat van de Schie. Ter meerdere zekerheid heeft Pieter Jansz. Lis
raad en schepen alhier, zich borg geconstitueerd onder verband van zijn huis, erf en haringplaats over
de Haven, belend ten W: het stadstimmerhuis en ten O: de haringplaats genaamd Trophuijs, van
Cornelis Alewijnsz. cum suis.
Kanttekening d.d. 09-02-1619: De rente in de tekst genoemd en de hoofdsom van dien, is ten volle
gekwiteerd en afgelost blijkens de kwitantie van 26-01-1619 door Willem Nieupoort secretaris deze
stad als possesseur van de hypotheek.
Nr. 42 folio 20 d.d. 27-05-1605.
Dirck Dircxz. Vuijtebrouck brouwer alhier is schuldig aan Jacob Lambrechtsz. zijn schoonbroeder de
somme van f 1.577-04-09, spruitende van geleende penningen. Hij belooft te betalen bij vermaning
met de intrest van dien tegen de penning 14. en verzekert dit op zijn huis en erf en brouwerij over de
Haven in het West-Nieuweland, belend ten W: Cornelis Alewijnsz. cum suis en ten O: Arent Bruijnsz.
van der Dusse.
Kanttekening: Aangezien de brouwerij in de tekst genoemd speciaal is verbonden en dezelve
brouwerij later door Jacob Lambrechtsz. van Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck is gekocht en de brouwerij
met de koop werd ontlast, zodat nu tot last van de voorsz. Jacob Lambrechtsz. niet mag gerekend
worden dat de brouwerij daarmede belast zou zijn, vermits hij nu possesseur en eigenaar is van de
hypotheek waar die op verzekerd was. Jacob Lambrechtsz. houdt zijn aktie op de boedel en goederen
van Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck.
Nr. 43 folio 20 d.d. 27-05-1605.
Isack Lambrechtsz. van der Wel en Heijndrick Fransz. Duijst van Voorhout brouwers te Delft,
erfgenamen nonime uxoris elk voor 1/7 part in de boedel van zaliger Dirck Jansz. Vuijtenbrouck en
Annitgen Pietersdr., in leven wonende te Delft, mitsgaders elk voor 1/5 part in 1/7 part in de voorsz.
boedel als erfgenamen van Jacob Dircxz. Vuijtenbrouck, hebben getransporteerd aan de weesvaders
t.b.v. de weesarmen alhier een kustingbrief sprekende op Cornelis Dircxz. Manezee tapper als
principaal, Nisius Gerritsz. Stockhouwer en Arijen Dircxz. metselaar aan de Gasthuislaan te Delft als
borgen, inhoudende nog £ 1.220, te betalen met f 120 per jaar volgens de kustingbrief in dato 13-04-
1587.
Nr. 44 folio 20v. d.d. 28-05-1605.
Cornelis Jansz. Ceelen vervangende Jan Joppen stierman, voor de helft en Cornelis Jacobsz.
wonende bij Overschie vervangende Screvel Jansz. wonende Delfshaven en de nagelaten kinderen
van Willem Joosten, in leven wonende Zoetermeer, voor de andere helft, allen erfgenamen van Claes
Jansz. Ceelen, hebben verkocht aan Diert Pietersz. van Zevenhuizen, tegenwoordig wonende alhier
ter stede, een huis en erf met een loodsje daarachter over de Schie, belend ten Z: Louweris Jansz. en
ten N: Thonis Jorisz. Post schuitvoeder, strekkende voor van de Schie tot achter aan het erf van
7

NADERE TOEGANG 75
Louweris Jansz. voorn. Koopsom f 1.100 carolus, te betalen met f 150 contant en de rest op f 38 per
jaar. Vrij en niet belast. Waarborgen: Cornelis Jansz. Ceelen en Cornelis Jacobsz. te Overschie voorn.
Penningborgen: Frans Pietersz. en Marinus Pietersz., elk voor de helft.
Kanttekening d.d. 11-07-1625. Compareerde Cornelis Jansz. Chelen kapitein en bekende betaald te
zijn. De originele brief aan Diert Pietersz. is gecasseerd, mitsgaders nog de kusting verleden t.b.v.
Cornelis Jacobsz. en Schrevel Jansz., inhoudende de resterende helft van de hoofdsom welke
eveneens is voldaan en betaald.
Nr. 45 folio 21 d.d. 28-05-1605.
Ghijsbrecht Ghijsbrechtsz. van Rotterdam heeft verkocht aan Pieter Willemsz. een huis en erf bij de
Ketelpoort, belend ten Z: Liedewij Dircxdr. weduwe Aris Ariensz. en ten N: Claes Claesz. smid,
strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot van Lenert in den Turff. Koopsom f 625 carolus,
te betalen met f 84 contant en de rest op f 30 per jaar. Belast met 7½ st. per jaar, die betaald wordt
door Liedewij Dircxdr. voorn., welke op haar huis en erf hetzelfde heeft staan. Indien Liedewij Dircxdr.
in grote armoede zal geraken en geen middelen heeft om de 7½ st. te betalen, dan is de koper
gehouden de f 0-07-08 te betalen, zonder dat hij enige korting kan bedingen. De koper dient alleen te
onderhouden de houten heining staande aan de Vest en de houten heining staande tussen het
voorsz. huis en het huis van Engel Thijsz., deze dient half om half onderhouden te worden evenals de
goot tussen hun beider huizen. Verkocht met alle servituten als Niesgen Gerritsdr. tegenwoordig
huisvrouw van Ghijsbrecht Ghijsbrechtsz. hetzelve met Commer Arijensz. haar eerste man,
gepossideerd en bezeten heeft. De koper zal nog als gelag betalen f 4 welke hij zal mogen korten op
de laatste paai. Waarborg: Heijndrick Verhaer schrijnwerker. Penningborgen: Harman Cornelisz. van
Pijnacker en Arijen Jacobsz. te Nootdorp, tezamen voor de helft en Sijmon Willemsz. Sluijs wonende
in de Kethelpolder, Jan Willemsz. wonende Schieveen, Claes Cornelisz. wonende buiten Delft op de
Schie, vervangende Harmen Heijndricxz. te Maasland en Pieter Willemsz. in de Kethelpolder,
tezamen voor de andere helft.
Nr. 46 folio 22 d.d. 17-05-1605.
Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck brouwer in de Hellebaert mette Croone alhier heeft gelicht op intrest
zekere penningen van verscheidene personen waarvoor Isack Lambrechtsz. en Heijndrick Fransz.,
beiden zijn comparants zwagers, hun als borgen hebben gesteld. Eerst voor de somme van f 990,
toekomende volgens obligatie Lambrecht Dunckelspell. Nog f 600 opgenomen op 13-03-1603 van Jan
Willemsz. bode van Delft of zijn huisvrouw volgens obligatie. Nog f 872 toekomende volgens obligatie
Nicolaes Solius. Nog f 1.040 opgenomen op 17-12-1603 van Jan Willemsz. of zijn huisvrouw volgens
obligatie. Nog f 500 opgenomen op 29-10-1604 van Bruijn Reijmbrantsz. kuiper alhier. Hij verzekert dit
op zijn huis en erf en brouwerij met de appendatien van dien in het West-Nieuweland, belend ten W:
de haringplaats van Cornelis Alewijnsz. en ten O: Arent Bruijnsz., mitsgaders op zijn huizing op de
Dam, belend ten O: Roeloff Jansz. schrijnwerker en ten W: de Holsteeg.
Kanttekening d.d. 23-03-1614. Pieter Heijnricxsz. Duijst van Voorhout zoon van Heijndrick Fransz.
Duijst van Voorhout en Margaretha Dirck Wtenbroucxdr. beiden zaliger, vervangende al de andere
mede erfgenamen, bekent ontvangen te hebben uit handen van Allert Cornelisz. Cleijwech brouwer in
de Hellebaert alhier, de somme van f 333-06-10 in volle betaling van de somme van f 1.000 waarmee
de voorn. Margaretha Dirck Wtenboecxdr. geprefereerd was op de voorn. brouwerij, uit krachte van de
indemniteitsbrief volgens het verbaal gehouden voor commissaris Mr. Johan Buijes raad Hof van
Holland op 06-10-1610. De comparant in de voorn. kwaliteit verklaart de brouwerij te ontlasten zonder
recht van hypothecatie daarop te pretenderen. Hij belooft te voldoen het contract door zijn moeder als
principaal en Frans Heijndricxz. Duijst zijn broeder als borg op 13-11-1602 voor Zacharias van
Voorhout notaris te Delft gemaakt. De obligatie van f 500 hoofdsom in deze indemniteitsbrief met de
intrest is voldaan en de brief is gecasseerd.
Nog een kanttekening. De f 1.040 sprekende t.p.v. Jan Willemsz. is door Jacob Lambrechtsz. betaald
volgens de overgeleverde obligatie.
Nr. 47 folio 22v. d.d. 04-06-1605.
Gerrit Courten schoenmaker heeft verkocht aan Willem Willemsz. van der Vecht een erf in de nieuwe
Molenstraat, belend ten O: de koper en ten W: de erfgenamen van Frans Walincxz. en Pleuntgen
Crijnen, strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot. Koopsom f 200 contant waarvan hij f
100 op rente zal houden tegen de penning 16, belopende f 6-05-00. Belast met een losrente van f 10-
05-00 losbaar de penning 16, toekomende de stad. De koper zal nog tot hem nemen de schuur die op
het erf staat, mitsgaders de kalkput met 4 looikuipen en al het gereedschap. Waarborgen: Roeloff
Jansz. schrijnwerker en Phillips Pietersz. Pantenier. Penningborg: Jan Thijsz.
Kanttekening d.d. 18-10-1605. De originele rentebrief van f 6-05-00 is door Mr. Samuel van
Boshuijsen chirurgijn alhier vertoond, zijnde doorsneden en gecasseerd.
Nr. 48 folio 23 d.d. 11-06-1605.
8

NADERE TOEGANG 75
Frans Harmensz. broeder van Heijndrick Harmensz. kuiper eertijds wonende alhier en nu uitlandig,
heeft met consent van Pieter Thonisz. linnenwever wonende alhier, vanwege zijn broeder verkocht
aan Jan Jansz. schipper een huis en erf aan de Afrol van de Dam, belend ten O: Lenert Pietersz.
Ruijchrock en ten W: Claes Ariensz. Heet, strekkende van de straat tot achter aan het erf van Lenert
Pietersz. Ruijchrock. Koopsom f 370, te betalen met f 30 op St. Maarten 1605 en de rest op f 23 per
jaar. Belast met 7½ st. per jaar, te ontvangen door de Heilige Geest. De koper mag betimmeren het
licht in de schoorsteen van Claes Arentsz. voorn. De oude waarbrief in dato 02-05-1598.
Nr. 49 folio 23v. d.d. 11-06-1605.
Cornelis Cornelisz. Bom heeft verkocht aan Ruth Maertensz. zeevarende man een huis en erf bij de
St. Sebastiaans doelen, belend ten O: Claes Dammisz. en ten W: Pieter Rochusz., strekkende voor
van de straat tot aan het erf van Claes Dammisz. Koopsom f 516, te betalen met f 25 per jaar. Belast
met f 6 per jaar, te lossen de penning 14 en te ontvangen door de weduwe van Gerrit de Meulen.
Nr. 50 folio25 d.d. 12-06-1605.
Jan Jorisz. tHooft wonende Rotterdam heeft verkocht aan Pieter Pietersz. van der Burch een losrente
van f 18-15-00 per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 300. Hij verzekert dit op ¼ part
in een huis en erf aan de westzijde van de Haven alhier in het West-Nieuweland, belend ten Z:
Cornelis Jacobsz. Vlaerding en ten N: de weduwe van Jacob Willemsz. Brasser.
Nr. 51 folio 24v. d.d. 13-06-1605.
Maertgen Jans weduwe Lenert Cornelisz. Steen geassisteerd met Pieter Lenertsz. haar zoon en
gekozen voogd, is schuldig aan Dirck Ariensz. lakenkoper de somme van f 124-06-04, spruitende f
120-12-00 ter zake van geleverd laken en f 3-14-04 van de 40° penning. Te betalen dit jaar f 15 en de
rest op f 20 per jaar. Zij verzekert dit op haar huis en erf waarin zij woont in de Kreupelstraat, belend
ten Z: Herman Jansz. de opperman en ten N: Lieffgen Arentsdr. weduwe Arijen Willemsz., strekkende
voor van de Kreupelstraat tot achter aan de St. Sebastiaans doelen. Ter meerdere zekerheid heeft de
voorn. Pieter Lenertsz. zich borg gesteld.
Nr. 52 folio 25v. d.d. 13-06-1605.
Arent Allertsz. zeevarende man wonende alhier heeft opgedragen aan Pietertgen Claes weduwe
Maerten Pietersz. zijn huur die hij deze zomer zal verdienen ter haringvangst.
Nr. 53 folio 25v. d.d. eodem die.
Maerten Willemsz. stierman alhier heeft verkocht aan de weesvaders van het Weeshuis alhier een
losrente van f 7-02-13 per jaar tegen de penning 14 met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op
zijn huis en erf in het Broersveld aan de oostzijde van de vaart, belend ten Z: Dirck Gerritsz. kapitein
en ten N: Jochum Stoffelsz. Ter meerdere zekerheid heeft Jasper Pietersz. zich borg gesteld onder
verband van zijn persoon en goederen.
Nr. 54 folio 26v. d.d. 18-06-1605.
Willem Nieupoort notaris alhier rentmeester van het Weeshuis alhier heeft t.o.v. de weesvaders
verkocht aan Heijndrick Gerritsz. en Cornelis Jansz. Schaer beiden burgers alhier, de helft van een erf
in het Broersveld vooraan de straat, lang 2 roeden tot aan de achterste helft, toebehorende Heijndrick
Gerritsz. Met alle servituten als Pieter Crijnen het gepossideerd en gebruikt heeft. Koopsom f 64, te
betalen met ⅓ part contant, ⅓ part mei 1606 en de rest mei 1607. Belast met f 3-19-08 per jaar, te
ontvangen door het Gasthuis.
Kanttekening: Hiervan gemaakt 2 waarbrieven, een op Heijndrick Gerritsz. en de andere op Cornelis
Jansz. Schaer.
Nr. 55 folio 26v. d.d. 17-06-1605.
Heijndrick Willemsz. bootgezel voor zichzelf en vervangende zijn broeders en zusters, tezamen
erfgenamen van Willem Gillisz. en Maertgen Heijndricxdr. hun overleden ouders, heeft t.b.v. en met
consent van de gemene crediteuren van de boedel van zijn ouders verkocht aan Mees Willemsz. een
huis en erf aan de Achterweg op de Laan, belend ten W: het huis en erf van Pieter Thonisz. de Helt en
ten O: de sloot. Koopsom f 120 carolus, te betalen op 4 St. Maartensdagen met f 18 per jaar, daarna f
12 per jaar. Belast met f 0-07-08 per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is.
Nr. 56 folio 27 d.d. 02-07-1605.
Cornelis Lenaertsz. Veen timmerman gehuwd met de weduwe van Rochus Jansz. kleermaker heeft
verkocht aan Cornelis Arentsz. Loij stierman een huis en erf op de Achterweg, belend ten O:
Heijndrick Jansz. kuiper en ten W: de gang van Cornelis Cornelisz. bootgezel. Koopsom f 774 carolus,
te betalen met f 50 contant en de rest op termijnen van f 30 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg: de
oude waarbrief. Penningborgen: Jan Cornelisz. Loij stierman en Claes Heijndricksz. bootgezel, elk
voor de helft.
Nr. 57 folio 27v. d.d. eodem die.
Willem Nieupoort notaris als curator van de desolate boedel van wijlen Ghijsbrecht Jansz. van
Arenhem en Jannitgen Cornelisdr. heeft t.o.v. Willem Jan Aertsz. oud burgemeester alhier als
9

NADERE TOEGANG 75
crediteur van de voorn. personen, verkocht aan Bastiaen Jansz. Vermeulen burger alhier een huis en
erf op de Achterweg, belend ten Z: Evert Cornelisz. snijder en ten N: Jacob Claesz.
scheepstimmerman. Dit met de servituten als Willem Jan Aertsz. het verkocht had aan de voorn.
personen. Koopsom f 525, te betalen met f 60 contant en de rest op termijnen van f 30 per jaar. Vrij en
niet belast. Penningborg: Jan Florisz. scheepstimmerman. Gedaan met willig decreet i.p.v. waarborg.
Nr. 58 folio 28 d.d. 01-07-1605.
Arien Jansz. metselaar wonende alhier heeft zich waarborg gesteld voor Arien Ariensz. schipper van
Rotterdam voor een kromstevenschuit welke dezelve Arijen Arijensz. verkocht heeft aan Lenaert
Pleunisz. wonende Rotterdam. Hij belooft de schuit te vrijen en waren onder verband van waterrecht
voor de somme van f 384 als Pieter Jochumsz. Cabelgaren scheepstimmerman te Schiedam daarop
sprekende heeft.
Nr. 59 folio 28v. d.d. 05-07-1605 (doorgehaald).
Dirck Dircksz. Vuijtenbrouck brouwer wonende alhier heeft getransporteerd en gecedeerd aan Pieter
Pietersz. van der Burch een losrentebrief inhoudende een rente van f 56-05-00 per jaar, te lossen de
penning 16 met een hoofdsom van f 900 carolus, sprekende t.l.v. Hendrick Fransz. Duijst van
Voorhout, verleden voor schepenen van Delft op 05-03-1596 t.b.v. Annitgen Pietersdr. van der Burch
weduwe Dirck Jansz. Vuijtenbrouck, welke rentebrief hem was aanbestorven. Hij cedeert t.b.v. Pieter
Pietersz. van der Burch het recht van aanspreken op dezelfde rentebrief en hij bekent ten volle
betaald te zijn.
Kanttekening d.d. 08-07-1605. Pieter Pietersz. van der Burch verklaart dat Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck
aan deze getransporteerde rentebrief geen recht nog actie heeft en verzoekt daarom dat deze
geroyeerd zal worden.
Nr. 60 folio 28v. d.d. 06-06-1605.
Jan Arijensz. mandenmaker wonende alhier belooft te betalen aan Willem Melchiorsz. van Welhouck
als curator van de boedel van zaliger Frans Crijnen, in leven rentmeester van het Gasthuis alhier, uit
de gereedste penningen van de koop van het huis en erf door hem verkocht aan Arijen Pietersz.
bootgezel, staande in het Broersveld waarin dezelve Arijen Pietersz. woont, de somme van f 29,
spruitende uit verlopen pachten.
Nr. 61 folio 29 d.d. 08-07-1605.
Pieter Jansz. bakker wonende Delft heeft gecedeerd aan Pieter Pietersz. van der Burch oud
burgemeester alhier een kustingbrief sprekende t.l.v. Bastiaen Heijndricksz. Bolleman bakker,
inhoudende f 650 carolus, staande op termijnen van f 50 per jaar, verleden voor schepenen alhier op
27-03-1604 mede het recht en aanspreken dat hem comparant aan dezelve kustingbrief was
competerende. Hij bekent van dit transport voldaan te zijn de laatste penning met de eerste.
Nr. 62 folio 29v. d.d. 21-07-1605.
Cornelis Lenertsz. schipper burger alhier als principaal mitsgaders Jan Lenertsz. en Gerrit Cornelisz.
als borgen, is schuldig aan Dirck Ariensz. schipper wonende Delft de somme van f 275 vlaams,
spruitende uit de koop van een kaagschuit. Hij belooft te betalen met ⅓ part contant en de rest op 2
jaren. Hij principaal verbindt hieraan de voorn. kaagschuit onder verband van waterrecht.
Nr. 63 folio 29v. d.d. 23-07-1605.
Thonis Heijndricxz. schipper alhier als principaal, mitsgaders Jan Bastiaensz. werkmeester en
Goossen Sijmonsz. olieslager als borgen, elk voor de helft, is schuldig aan Pieter Claesz. schipper de
somme van f 337 carolus, spruitende uit de koop van de helft van een kromstevenschuit. Hij belooft te
betalen met f 100 contant, op 25-07-1606 nog f 50 en de rest op f 50 per jaar. Hij verbindt hieraan de
voorn. helft van de kromstevenschuit onder verband van waterrecht.
Nr. 64 folio 30 d.d. 05-08-1605.
Maertgen Jacobsdr. huisvrouw van Jan Jansz. Poth zeevarende man met procuratie van haar man, de
procuratie in dato 14-04-1605, heeft getransporteerd aan Willem Gerritsz. lakenkoper ⅓ part van 2
kustingbrieven, haar aanbestorven door Jacob Jansz. Blijfhier haar vader, verleden voor schepenen
alhier, de ene op 15-12-1590, inhoudende f 1.250 min hetgeen reeds betaald is, t.l.v. Pieter Arijensz.
en de andere op 01-04-1596, inhoudende f 417-10-00 min hetgeen daarop reeds betaald is, t.l.v.
Hendrick Jansz. Pansser. Willem Gerritsz. zal 3 jaar betalen f 62 en indien hij dit niet doet zal hij
intrest betalen tegen de penning 14.
Nr. 65 folio 30v. d.d. 06-08-1605.
Willem Nieupoort notaris als geordonneerde curator over de desolate en nagelaten boedel van zaliger
Harmen Jacobsz. heeft met advies van de heren van het gerecht verkocht aan Gerrit Thijsz. van
Gelder, een huis en erf in de Boterstraat beneden de Kruisstraat, belend ten Z: Gerrit Back tingieter en
ten N: Michiel Jansz. in de Paeu. Belast met een opstal van f 3-09-08 per jaar, te ontvangen door het
Gasthuis £ 1-17-08, de kerk 15 st. en de Kartuizers te Delft 17 st. Koopsom f 1.350 carolus, te betalen
10

NADERE TOEGANG 75
met f 300 contant en de rest op f 80 per jaar. Penningborgen: Arent Bruijnsz. van der Dusse en
Maerten Willemsz. schipper, elk voor de helft. Verkocht met willig decreet i.p.v. waarborg.
Nr. 66 folio 31 d.d. 22-06-1605.
Jan Jacobsz. Cuijp zeevarende man burger alhier is schuldig aan Euwout Hubrechtsz. mede burger
alhier, de somme van f 27-11-00 ter zake van schuld en afgerekende penningen. Hij belooft te betalen
uit zijn huur van de haringteelt uit de 1° reis.
Nr. 67 folio 31v. d.d. 08-08-1605.
Arent Allertsz. van der Wielen secretaris van Wasselaer belooft Grietgen Geelants zijn moeder te
onderhouden haar leven lang, in kost, kleding en lijfbehoeften. Voor deze onderhouding zal hij aan
zich nemen alle goederen van zijn moeder. Hij stelt als zekerheid in handen van Gerrit Dircxz. van der
Wolff een kustingbrief, inhoudende f 828, te betalen op termijnen van f 84 per jaar, sprekende t.l.v.
Gerrit Lourisz. timmerman, verleden voor schepenen alhier op 03-05-1597 t.b.v. de comparant. Hieruit
wordt door van der Wolff ontvangen de somme van f 66 per jaar voor het onderhoud. Na het overlijden
van Grietgen Geelantsdr. zal de brief geretourneerd worden en zal hij comparant alle kleding,
kleinodiën, goud en zilver, alleen genieten zonder dat daar iemand anders enige part of deel van
ontvangt.
Nr. 68 folio 32 d.d. 12-08-1605.
Maerten Verpelt tijkwerker is schuldig aan Jooris Pietersz. Schuijter de somme van f 80 carolus ter
zake van huishuur over 1597 en 1598. Hij belooft te betalen bij vermaning en verzekert dit op zijn
persoon en goederen.
Nr. 69 folio 32v. d.d. 13-08-1605.
Jan Adriaensz. rentmeester van het Weeshuis van Rotterdam heeft verkocht aan Gerrit Willemsz.
schoenmaker poorter van Schiedam, een huis en erf op de Dam, laatst bewoond door Claes Oloffsz.,
belend ten W: de weduwe van Cornelis Hendricxz. Keessa en ten O: Claes Jansz. Muijs kuiper,
strekkende voor van de Dam tot aan Huijch Jansz. schipper. Koopsom f 600 carolus, te betalen met f
150 contant welke de koper op rente zal behouden tegen de penning 16 en de rest op f 30 per jaar.
Vrij en niet belast. Waarborg de decreetbrief van het Hof van Holland in dato 07-03-1605.
Penningborgen: Gerrit Andriesz. smid en Roeloff Gerritsz. zwaardveger, elk voor de helft.
Nr. 70 folio 33 d.d. 06-07-1605.
Compareerden voor schout, burgemeesters en raden van Rotterdam, Maerten Arentsz. Kivith en
Dominicus Jansz. weeshuismeesters van Rotterdam en hebben geconstitueerd Jan Adriaensz.
rentmeester van het Weeshuis van Rotterdam om vanwege het Weeshuis te transporteren te
Schiedam aan Gerrit Willemsz. schoenmaker wonende Schiedam, een huis en erf toebehoord
hebbende Claes Olofsz. schoenmaker, staande op de Dam en het Weeshuis daarvan te onteigenen,
mits Gerrit Willemsz. zal verlijden een schuldbrief van f 600 t.p.v. het Weeshuis.
Nr. 71 folio 33v. d.d. 17-08-1605.
Engel Goversdr. weduwe Lenert Florisz. geassisteerd met Dominicus Doessen haar gekozen voogd is
schuldig aan de Diaconie van de kerk alhier de somme van f 18 carolus, spruitende ter zake van
geleende penningen. Zij belooft te betalen wanneer haar huisje op de Schie verkocht en ten gelde
gemaakt zal zijn en verzekert dit op het voorn. huisje, belend ten O: Dirck Huijgensz. en ten W: Thijs
Arijensz. landman.
Nr. 72 folio 33v. d.d. 20-08-1605.
Jan Lenertsz. bootgezel burger alhier heeft verkocht aan Cornelis Florisz. Lants mede bootgezel en
burger alhier, een half huis en erf voor de Raam, belend ten W: Thonis Jansz. en ten N: Jan Jansz.
huistimmerman. Koopsom f 570 carolus, te betalen met f 42 contant en de rest op f 20 per Jaar. Belast
het halve huis en erf met f 0-05-04 per jaar, te ontvangen door de kerk. De middenmuur, zijnde de
scheidingsmuur tussen dit huis en het huis van Thonis Jansz. dient half om half onderhouden te
worden. De heining aan de westzijde van de plaats achter het huis van de koper dient eveneens door
de koper en Thonis Jansz. half om half onderhouden te worden evenals de heining aan de oostzijde.
De plaats is strekkende lijnrecht tot de sloot toe.
Kanttekening: De penningbrief is gecasseerd en voldaan met het verlijden van een kustingbrief,
inhoudende f 458 gedateerd 10-06-1606 door Pieter Engebrechtsz. bootgezel aan wie Cornelis
Florisz. Lants het halve huis wederom verkocht heeft.
Nr. 73 folio 34v. d.d. 20-08-1605.
Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck heeft verkocht aan Jacob Lambrechtsz. een timmerage, huizing en
brouwerij met het gereedschap en appendatien van dien, mitsgaders de helft van het erf waar de
timmerage, huizing en brouwerij opstaat, gelegen over de Haven in het West-Nieuweland, belend ten
W: Cornelis Alewijnsz. cum suis en ten O: Arent Bruijnsz. van der Dusse. Koopsom f 5.500 carolus,
contant geld. Jacob Lambrechtsz. heeft nog tot zijn last genomen de navolgende lasten en renten:
11

NADERE TOEGANG 75
Eerst de somme van f 400 carolus, te betalen aan Cornelis Alewijnsz. oud burgemeester, met de rente
van dien tegen de penning 16. Nog f 500, te betalen aan het Oude Manhuis van Schiedam, met de
rente van dien tegen de penning 14. Nog f 700, te betalen aan Pieter Pietersz. van der Burch oud
burgemeester, met de rente van dien tegen de penning 16. Van de resterende f 3.900 carolus bekent
de verkoper bolkomen voldaan en betaald te zijn.
Nr. 74 folio 35 d.d. 05-09-1605.
Cornelis Lenertsz. Veen scheepstimmerman burger alhier gehuwd met de weduwe van (Rocha?)
Cornelis Pietersz. Corten heeft verkocht aan Maerten Cornelisz. Coij burger alhier, een huis en ledig
erf daarachter gelegen over de Haven in het West-Nieuweland, belend ten N: Dirck Euwoutsz. en ten
Z: de weduwe van Pieter Cornelisz. blokmaker, strekkende voor van de straat tot achter aan een ledig
erf toekomende Arent Dircxz. Niesen. Het erf heeft een vrije uitgang tot achter aan de stadsvest.
Koopsom f 1.000, te betalen met f 50 contant, 12 jaar f 36 per jaar en de rest op f 30 per jaar. Belast
met een rente van f 7-05-12, te lossen de penning 16. Het huis is belast met 3 st. per jaar, verder met
de servituten als de 2 waarbrieven, gedateerd 20-05-1589 en 13-05-1598, inhouden en vermelden.
Waarborgen: de 2 waarbrieven. Penningborgen: Cornelis Jansz. Vlaerding en Claes Jansz. Brouck.
Kanttekening: Op 10-08-1635 is de principale kustingbrief vertoond, zijnde afgelost en doorsneden.l
Nr. 75 folio 35v. d.d. 12-09-1605.
Evert Cornelisz. kleermaker burger alhier heeft verkocht aan Willem Jan Aertsz. oud burgemeester
een losrente van f 5 carolus tegen de penning 14. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Achterweg,
belend ten N: Bastiaen Jansz. Vermeulen en ten Z: Mees Gerritsz., strekkende voor van de straat tot
achter aan de sloot. Het huis en erf is verder niet belast.
Kanttekening: Frans Jacobsz. zeevarende man als koper van de hypotheek, vertoonde de originele
rentebrief, zijnde zonder zegel en doorsneden. Actum 21-12-1640.
Nr. 76 folio 36 d.d. 16-09-1605.
Jan Pietersz. Pesser wonende Rotterdam heeft getransporteerd aan de weesvaders t.b.v. de
weesarmen alhier, een rente van f 12 per jaar, te lossen de penning 16, sprekende t.l.v. Isack van
Sparenburch, in leven wonende Rotterdam, verleden voor schepenen van Rotterdam op 23-07-1586.
Hij bekent van dit transport betaald te zijn.
Nr. 77 folio 36v. d.d. 24-09-1605.
Cornelis Claesz. stierman wonende Delft in het Rietveld is schuldig aan Pieter Jochumsz. Cabelgaren
scheepstimmerman de somme van f 144 carolus ter zake van de koop van een nieuwe waterschuit, zo
die van stapel gelopen is. Hij belooft te betalen op 2 jaar met de helft per keer en verzekert dit op de
voorn. schuit onder verband van waterrecht.
Nr. 78 folio 37 d.d. ut supra.
Cornelis Cornelisz., Adriaen Tobiasz. en Tobias Gerritsz., allen schippers wonende alhier zijn schuldig
aan Cornelis Cornelisz. Kalff de somme van f 402 carolus over de koop van een nieuw botschip, zo
die van stapel gelopen is. Zij beloven te betalen op 3 termijnen met steeds ⅓ part en verbinden
hieraan het voorn. botschip.
Nr. 79 folio 37v. d.d. 26-09-1605.
Jop Jansz. stierman wonende alhier heeft gesteld in handen van de kerk alhier een kustingbrief
sprekende t.l.v. Dirck Joppen Fabri als principaal, mitsgaders Job Jobsz. Fabrij en Jacob Rochusz.
Doesen als borgen, verleden voor schepenen alhier op 03-05-1603, inhoudende nog f 909, te betalen
met f 33 per jaar t.b.v. de Diaconie armen alhier, mitsgaders Theuntgen Joppen zijn comparants
dochter zal op dezelve termijnen daaruit ontvangen (nadat de oude kustingen die hij comparant nog
schuldig is van de koop van het huis en erf van de verkoping van hetwelk hem de voorsz. kustingbrief
is competerende, door hem ten volle betaald zullen zijn). Hetgeen hij comparant vanwege de armen
van geld zal komen ten verschieten volgens het register door hem daarvan te houden, waarin
Theuntgen Joppen 1/5 part zal dragen en uitreiken en zal desgelijks ten tijde van de ontvangst
wederom 1/5 part van het gehele verschot ontvangen en genieten. Zij zullen gehouden zijn na betaling
van de achterstallige penningen de kustingbrief wederom te leveren in handen van hem comparant,
zonder daar enig recht aan te pretenderen.
Nr. 80 folio 38 d.d. 30-09-1605.
Maritgen Pietersdr. weduwe Pieter Rochusz. Doesen, in leven schipper alhier, geassisteerd met Arent
van Leeuwen haar gekozen voogd, is schuldig aan Niclaes Heijndricxz. Verburch brouwer in de Drie
Hameren te Delft, de somme van f 56-04-00 carolus ter zake van geleende penningen, mitsgaders
nog f 4 welke door Claes Heijndricxz. verschoten zijn over het recht van de 40° penning van deze
brief. Zij belooft te betalen op f 8 carolus per jaar en verbindt hieraan haar huis en erf op de Dam,
belend ten W: Thonis Jansz. bakker en ten O: Thonis Jacobsz.
Nr. 81 folio 38v. d.d. 03-10-1605.
12

NADERE TOEGANG 75
Harmen Jansz. voor zichzelf en vervangende Jan Mathijsz. houtzager als voogden van Jop
Heijndricxz., Grietgen Heijndricx, Aechgen Heijndricx, mitsgaders het weeskind van Jan Heijndricxz.,
allen kinderen van zaliger Heijndrick Jansz. metselaar, hebben met consent van de weesmeesters
alhier verkocht aan Jannetgen Arentsdr. weduwe Heijndrick Jansz. voorn. en Trijntgen Heijndricx haar
dochter, ¼ part van een huis en erf op de Schie, belend ten O: Heijndrick den Tra(rum) en ten W: de
poort van de Doelen. De resterende ¾ parten behoren de koopsters zelf toe. Koopsom f 350, te
betalen met f 50 contant en de rest op f 12-10-00 per jaar. Belast het gehele huis met 5 st. per jaar.
Waarborg: de oude waarbrief.
Nr. 82 folio 39 d.d. 08-10-1605.
Geertgen Ariensdr. weduwe Pieter Crijnen geassisteerd met Willem Nieupoort notaris haar neef, ter
ene zijde en Crijn Pietersz. zoon van de voorn. Pieter Crijnen, ter andere zijde. Zij zijn geaccordeerd
nopens de nagelaten boedel van Pieter Crijnen. Crijn Pietersz. zal behouden de gehel boedel als huis,
bijhuis, schuren, bargen en geboomte, item eigen landen en bruikwaren, mitsgaders koeien, paarden
en gereedschap. Hij zal aan zijn moeder daarvoor betalen de somme van f 4.500, te weten f 2.000
contant en de rest op f 200 per jaar en verbindt hieraan de voorn. huizing met wat daarbij hoort,
staande in de Boterstraat op de vaart van de Kreupelstraat. Mede verbindt hij de eigen landen.
Nr. 83 folio 39v. d.d. 12-10-1605.
Dirck Cornelisz. apotheker wonende Rotterdam en Ewout Huijbrechtsz. lakenkoper verklaren dat zij
als beschadigde borgen voor Cornelis Cornelisz. Stuling hun zwager, met Claes en Jan Maertensz.
kuipers, vervangende Neeltgen Maertensdr. hun zuster, mitsgaders Dirck Jansz. Rijck en Jan
Heijndricxz. als voogden van de kinderen van Heijndrick Jansz. kuiper, zijn geaccordeerd. Te weten
dat Claes Maertensz. kuiper cum suis de resterende kustingpenningen van de kusting door Cornelis
Cornelisz. Stuling als principaal, mitsgaders Dirck Cornelisz. en Euwout Huijbrechtsz. als borgen en hij
Euwout mede als principaal, t.b.v. Heijndrick Jansz. verleden ter zake van de koop van een huis en erf
aan de Broerhuislaan te Delft, monterende nog f 958, te betalen met f 150 per jaar, zullen uitkeren. De
comparanten zullen zorgen dat Claes Maertensz. cum suis eerdaags zullen ontvangen uit de
preferentie van de verkochte meubels van Claes Cornelisz., de somme van f 150 over het jaar 1604.
Over het jaar 1605 beloven de comparanten te betalen voor mei 1606, mitsgaders voorts alle jaren
daarna i.p.v. f 150 de somme van f 75 tot de volle betaling toe. Ter meerdere zekerheid heeft Euwout
Huijbrechtsz. verbonden zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: ’s-herenstraat en ten N: de
weduwe van Leendert Joorisz. van Alphijn.
Kanttekening d.d. 09-06-1628: De principale kustingbrief is door Cornelis Cornelisz. Stulinck op 02-04-
1596 voor schepenen van Delft verleden en alhier vertoond, zijnde gecasseerd.
Nr. 84 folio 40v. d.d. eodem die.
Ewout Hubrechtsz. lakenkoper is schuldig aan de ontvanger Cornelis van Coolwijck de somme van £
934-05-00 als restant van een schuldbrief door hem voor schepenen alhier t.b.v. de voorn. Coolwijck
verleden op 26-07-1595, verzekerd op zijn huis en erf waarin hij woont. Hij belooft te betalen de
penning 16, bedragende £ 58-05-13 per jaar. Het verzekerde huis staat op de Gooistraat, belend ten
Z: ’s-herensteeg en ten N: de weduwe van Lenert Joorisz. van Alphen.
Kanttekening d.d. 22-03-1630. De principale brief is door Jannitgen Euwoutsdr. alhier vertoond, zijnde
gecasseerd en doorsneden.
Nr. 85 folio 41 d.d. eodem die.
Ewout Hubrechtsz. lakenkoper burger alhier heeft verkocht aan de ontvanger Cornelis van Coolwijck
een losrente van f 25 vlaams per jaar, te lossen de penning 16. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op
de Gooistraat, belend ten Z: ’s-herensteeg en ten N: de weduwe van Lenert Jorisz. van Alphijn. Ter
meerdere zekerheid heeft Dirck Cornelisz. apotheker wonende Rotterdam zich borg geconstitueerd
onder verband van zijn persoon en goederen.
Kanttekening d.d. 22-03-1630. De principale rentebrief van f 25 is door Jannitgen Euwouts, dochter
van Euwout Huijbrechtsz. alhier vertoond, zijnde gecasseerd en doorsneden.
Nr. 86 folio 42 d.d. 15-10-1605.
Gerrit Andriesz. smid burger alhier met procuratie van Jan Arijensz. mandenmaker wonende
Rotterdam, heeft verkocht aan Arijen Pietersz. zeevarende man wonende alhier, een huis en erf aan
de westzijde van de vaart in het Broersveld, belend ten N: Gerrit Cornelisz. metselaar en ten Z: de
voorn. Jan Arijensz. mandenmaker, strekkende voor van de vaart tot achter aan een sloot. Aan de
noordzijde heeft het een vrije gevel en aan de zuidzijde een muur met de voorn. Jan Arijensz.
Koopsom f 500 carolus, te betalen met f 48 contant en de rest op f 20 per jaar. Belast met een
losrente van f 5-02-08 per jaar, losbaar de penning 16 en te ontvangen door het Gasthuis. Waarborg:
de oude waarbrief, mitsgaders Gerrit Andriesz. voorn. Penningborgen: Gerrit Cornelisz. metselaar en
Pieter Arijensz.
Nr. 87 folio 42v. d.d. 17-10-1605.
13

NADERE TOEGANG 75
Jeman Willemsz. schipper wonende Vlissingen als principaal, Dominicus Jansz. wonende Rotterdam
als borg, is schuldig aan Lucas Michielsz. schipper wonende alhier, de somme van f 2.825 vlaams ter
zake van de koop van een boot groot 40 lasten. Hij belooft te betalen de helft contant en de andere
helft op 01-10-1606 en verzekert dit op de voorn. boot onder verband van waterrecht.
Nr. 88 folio 43 d.d. 19-10-1605.
Cornelis Abrahamsz. wonende Zouteveen is schuldig aan Jan Dircxz. van Colen lakenkoper wonende
alhier de somme van f 1.600 carolus ter zake van verlopen landpacht. Ter zekerheid verbindt hij 2
merriepaarden, 3 wagens, ploegen, eggen en andere gereedschappen, nog 19 koeien en een stier, 7
eenwinter beesten, 9 kalveren, 4 ooischapen, 3 rammen en een varken, mitsgaders al het hooi in de
bargen en huizing van Jan Dircksz. welke de comparant in huur gebruikt, voorts zijn huisraad en
meubels.
Nr. 89 folio 44 d.d. 25-10-1605.
Dirck Dircxz. Rapecnoll kuiper burger alhier, mitsgaders Jasper Cornelisz. gorter als borg is schuldig
aan Lenert Huijbrechtsz. wonende in Papsou de somme van f 36 vlaams ter zake van geleende
penningen volgens de obligatie in dato 15-05-1601 en welke met het verlijden van deze brief is
gecasseerd. Hij belooft te betalen bij vermaning tegen de penning 16 en verzekert dit op zijn huis en
een ledig erf aan de zuidzijde gelegen, staande aan de westzijde van het Broersveld, belend ten Z:
Gerrit Arijensz. den Braber en ten N: Dirck Jansz.
Nr. 90 folio 45 d.d. 26-10-1605.
Gerrit Cornelisz. kleermaker burger alhier is schuldig aan Cornelis Willemsz. houtkoper mede burger
alhier, de somme van f 54 carolus ter zake van de koop van hout voor zijn huis op de Achterweg. Hij
belooft te betalen met f 12 contant en de rest op f 14 per jaar en verbindt hieraan het voorn. huis en
erf, belend ten Z: Mees Gerritsz. en ten N: Bastiaen (niet verder ingevuld) houtzager.
Nr. 91 folio 45 d.d. 21-10-1605.
Leendert Pleunisz. schipper wonende Rotterdam is schuldig aan Cornelis Cornelisz. Calff de oude, de
somme van f 275 carolus, spruitende uit de koop van een nieuwe kromstevenschuit zo die van stapel
gelopen is. Hij belooft te betalen op 2 Bamisdagen eerstkomende en verzekert dit op de voorsz. schuit
onder verband van waterrecht.
Nr. 92 folio 45v. d.d. 31-10-1605.
Ghijsbrecht Bastiaensz. schoenmaker is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper de somme
van f 32 ter zake van afgerekende penning. Hij belooft te betalen Bamis 1606 f 8 en de rest op f 8 per
jaar. Ter zekerheid transporteert hij zijn meubels en huisraad, kleding, etc.
Nr. 93 folio 46 d.d. 03-11-1605.
Cornelis Abrahamsz. wonende Zouteveen is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper de
somme van f 2.114-03-08 ter zake van verlopen pachten en geleende penningen. In mindering van de
schuld heeft hij verkocht aan Jan Dircxz. van Coelen alle beesten en meubels welke hij op 19-10-1605
verbonden had. Alles voor de somme van f 1.710-11-00, zodat nog resteert f 404-02-08 welke hij
belooft te betalen bij vermaning.
Nr. 94 folio 47 d.d. 04-11-1605.
Gerrit Cornelisz. koopman te Rotterdam opposeert tegen de verkoping van het huisje van Jan
Marcusz., uit krachte van een rentebrief waarbij hetzelve huisje was verbonden, mitsgaders een akte
van condemnatie in dato 04-09-1604 waaruit is geprocedeerd dat hetzelve huisje na voorgaande
sommatie door de gezworen bode t.o.v. schepenen in arrest is genomen. Hij oppeoseert mede tegen
de verkoping van de kustingbrief gehypothekeerd op de voorn. huizing van Govert Jansz. van Geesel,
uit krachte van een clausule van generaal verband in de rentebrief begrepen. Hij verklaart niettemin
tevreden te zijn dat de verkoping voortgang zal hebben.
Nr. 95 folio 47 d.d. 04-11-1605.
De curatoren gesteld door het gerecht van Rotterdam over de geabandonneerde boedel van Jan
Marcusz. en Neeltgen Mees Vischdr., willen verkopen een penningbrief verleden voor schepenen
alhier door Govert Jansz. van Geesel wonende alhier, inhoudende nog f 1.950 vlaams, te betalen met
f 200 per jaar. De brief is verzekert op de huizing genaamd ’t Wapen van Amsterdam, staande aan de
Haven, toebehorende de voorn. Govert Jansz., resterende van de koop van het voorsz. huis in dato
10-05-1603.
De koper is gehouden te betalen in contant geld aan de curatoren binnen 8 dagen. De koper zal de
40° penning moeten betalen en dient dadelijk borgen te stellen. Na openbare veiling heeft Pieter
Pietersz. van der Burch oud burgemeester alhier, een zilveren koningsdaalder getrokken op f 930.
Uiteindelijk gemijnd door dezelve op f 940.
Nr. 96 folio 48v. d.d. eodem die.
Mathijs Jansz. en Dirck Ariensz. Levensteijn als curatoten gesteld door het gerecht van Rotterdam
over de geabandonneerde boedel van zaliger Jan Marcusz., hebben getransporteerd aan Pieter
14

NADERE TOEGANG 75
Pietersz. van der Burch oud burgemeester alhier, een kustingbrief verleden voor schepenen alhier
door Govert Jansz. van Geessel t.b.v. Jan Marcusz. in dato 10-05-1603, inhoudende nog f 1.950, te
betalen met f 200 per jaar, verzekerd op een huis en erf genaamd het Wapen van Amsterdam,
staande over de Haven in het Westnieuweland.
Nr. 97 folio 48v. d.d. 06-11-1605.
Jan Michielsz. en Cornelis Michielsz. gebroeders burgers alhier hebben getransporteerd aan Pieter
Jansz. Tertolen voor ¾ parten en Cornelis Jansz. kleermaker voor ¼ part, een karveelschip groot 21
lasten, door hun comparanten van Pool Dammisz. schipper van Rotterdam gekocht en om door
dezelve Pieter Jansz. en Cornelis Jansz. aanvaardt te worden. Dit alles ter bevrijding van de borgtocht
waarvoor zij zich borg hebben gesteld voor schepenen alhier. Zij bekennen het voorn. schip wederom
uit handen van de voorn. Pieter Jansz. en Cornelis Jansz. ontvangen te hebben om hetzelve in lening
te gebruiken en transporteren als borgtocht t.b.v. Pieter Jansz. en Cornelisz. de penningen als hun
comparanten van het Gemene Land ter zake van de dienst met het voorsz. karveelschip reeds is
gedaan en nog zal worden gedaan.
Nr. 98 folio 49 d.d. 15-11-1605.
Geertgen Arentsdr. weduwe Arijen Arijensz. Speldernieuweharingh geassisteerd met Dominicus
Doessen haar gekozen voogd, is schuldig aan Dirck Ariensz. lakenkoper de somme van f 29,
spruitende uit de koop van lakens en afgerekende penningen, mitsgaders nog 16 st. voor het maken
van deze brief, tezamen f 29-16-00. Zij belooft te betalen ten einde de betaling van een schuldbrief
door haar op 06-03-1605 verleden voor schepenen alhier t.b.v. Jan Willemsz., inhoudende te betalen
op vermaning. Zij verbindt hieraan haar persoon en goederen.
Nr. 99 folio 49v. d.d. 03-12-1605.
Sijmon Cornelisz. wonende in het ambacht van Berkel met procuratie van Maritgen Adriaensdr.
weduwe Leendert Jansz. Versijden zijn schoonmoeder wonende in hetzelve ambacht, (de procuratie
verleden op 21-11-1605 voor schout en schepenen aldaar met clausule om gifte te geven en opdracht
te doen van onroerende zaken) voor de ene helft, Arijen Leendersz. voor zichzelf mitsgaders Sijmon
Cornelisz. voorn. en Cornelis Stevensz. beide nomine uxoris, kinderen en erfgenamen van de voorn.
Leendert Jansz. Versijden, voor de andere helft, hebben verkocht aan Pieter Cornelisz. Verheul
schout van Kethel wonende binnen Schiedam, een huis en erf in de Molenstraat op de Raamsloot,
belend ten O: Leendert Pietersz. in den Turff en ten W: het Heilige Geest turfhuis, strekkende voor uit
’s-herenstraat tot achter aan de schuur of loods toekomende de erfgenamen van Gerrit de Molen.
Koopsom f 500 carolus, te betalen met f 100 mei 1606 i.p.v. contante penningen en de rest op f 24 per
jaar. Belast met 4 st. per jaar. De oude waarbrief in dato 13-05-1589.
Nr. 100 folio 50 d.d. 03-12-1605.
Joost Jansz. schipper gehuwd met Cornelisgen Cornelisdr. en Jan Jansz. Oth kleermaker gehuwd met
Trijntgen Cornelisdr., in die kwaliteit erfgenamen van zaliger Jan Bastiaensz. grafmaker en Neeltgen
Maertensdr. zijn huisvrouw, voor ⅓ part en vervangende Maerten Jansz. erfgenaam voor zichzelf van
de voorn. Jan Bastiaensz. grafmaker en Neeltgen Maertensdr., voor de ⅔ resterende parten, hebben
verkocht aan Jan Dircxz. lijndraaier een huizing met ledig erfje aan de oostzijde van de huizing,
staande op de Kerksloot, belend ten W: het kerkenhuis alhier en ten O: Huijbrecht Cassenaer, alles
strekkende voor van de voorn. kerksloot tot achter aan een erf toekomende Arijen Kievidts. Koopsom f
566 carolus, te betalen met f 36 contant en de rest op f 18 per jaar. Vrij en niet belast.
Nr. 101 folio 50v. d.d. eodem die.
Pieter Cornelisz. van der Poth als curator van de desolaten boedel van Heijndrick Gerritsz.
timmerman, wil bij decreet verkopen een huis en erf over de Schie, belend ten Z: een huis en erf van
Jan Huijgensz. en ten N: Pieter Aldersz., strekkende voor van de straat tot achter aan de tuin van
Lambrecht Jansz. conciërge van de Doelen alhier. De koper neemt tot zijn last boven de
kooppenningen, de opstal van een rente van f 1-04-01 per jaar, met 4 verlopen jaren tegen de
penning 16, spruitende van het maken van de stenen kade. Item zal de koper nog tot zijn last nemen
in mindering en afslag van de kooppenningen de hoofdsom van de oude kustingbrief die Pieter
Aldersz. op het huis en erf sprekende heeft, inhoudende nog f 250, te betalen met f 10 per jaar,
mitsgaders nog de hoofdsom van een rente van f 7 per jaar tegen de penning 16 welke Gerrit
Cornelisz. te Dordrecht op het voorsz. huis en erf sprekende heeft, met de verlopen van dien. Nog een
hoofdsom van een rente van f 7-03-12 per jaar tegen de penning 16 die Pieter Pietersz. van der Burch
op het huis en erf sprekende heeft. Het surplus van de kooppenningen zal door Jan Willemsz. van
Haerlem, Jan Jacobsz. de Recht, Pieter Jansz. Lis en Gerrit Lourisz. timmerman ontvangen worden.
De kooppenningen voor het huis en erf te betalen met f 120 contant en de rest op f 30 per jaar. De
koper zal nog betalen voor de armen f 80 en f 3 voor het maken van de straat, mitsgaders de
rechtelijke kosten getaxeerd op f 6. Het wordt verkocht met willig decreet i.p.v. waarborg. De koper
15

NADERE TOEGANG 75
dient 2 suffisante borgen te stellen. Pieter Jansz. Lis is koper gewoorden voor de somme van f 600.
Penningborgen: Gerrit Lourisz. timmerman en Heijndrick Jansz. Pansser.
Nr. 102 folio 51v. d.d. 10-12-1605.
Dirck Euwoutsz. metselaar heeft verkocht aan Maerten Jacobsz. bootgezel een ledig erf in het
Broersveld aan de oostzijde van de vaart, breed 16 voeten, zijnde het 6° erf, belend ten N: Lenert
Cornelisz. Weuijster en ten Z: de verkoper, beiden met huis en erf, strekkende voor van de straat tot
achter aan de stadsvest. Belast met een rente van £ 8 per jaar, te lossen de penning 16, toekomende
de stad.
Nr. 103 folio 52 d.d. 12-12-1605.
Cornelis Cornelisz. kuiper wonende alhier gehuwd met Liedewij Cornelisdr. eertijds huisvrouw van
Pieter Cornelisz. Corffgen heeft verkocht aan Jan Jacobsz. bootgezel te Schiedam, een huis en erf
voor de Raam, belend ten O: Willem Arentsz. en ten W: Gerrit Jacobsz. Cooren, strekkende voor van
de Raam tot achter aan een sloot. Koopsom f 550 carolus, te betalen met f 72 contant en de rest op f
20 per jaar. Belast met 4 st. per jaar. De oude waarbrief in dato 30-04-1598. Waarborg: Cornelis
Jansz. pottenbakker. Penningborgen: Heijndrick Willemsz. en Pouwels Ariensz., elk voor de helft.
Nr. 104 folio 52v. d.d. eodem die.
Maerten Jacobsz. burger alhier heeft verkocht aan Robbrecht Jansz. bootgezel een huis, erf en
lijnbaan daar achter gelegen, mitsgaders een vrije uitgang van 4 voeten breed aan dezelve lijnbaan
behorende, staande en gelegen in het Groenendal bij de Rotterdamse poort, belend ten O: Pieter
Pietersz. steenplaatser en ten W: Cornelis Zegersz. Maecker, strekkende van ’s-herenstraat tot achter
aan de banen van Pieter Pietersz. steenplaatser. Koopsom f 591 carolus, te betalen met f 25 contant
en de rest op f 25 per jaar. Belast met 10 st. per jaar, te ontvangen door de weduwe van Claes Pieter
Jonasz., mitsgaders nog een rente van 25 st. per jaar, te ontvangen door het Gasthuis, losbaar de
penning 16. De oude waarbrieven in dato 27-02-1593 en 31-01-1604.
Nr. 105 folio 53 d.d. 13-12-1605.
Cuniere van Beveren Heijndricxdr. weduwe Claes (van) Beveren verklaarde dat Jaepgen van Beveren
huisvrouw van Euwout Gerritsz. Molen haar dochter, mitsgaders het onderhoud ten hare huize van de
kinderen, alsmede de kinderen van zaliger Henrick van Beveren haar comparants zoon, dat het haar
wil is dat hetgeen Jaepgen van Beveren en haar kinderen, mitsgaders de kinderen van Heijnrick van
Beveren ten hare huize verteerd en van haar genoten hebben, alsmede hetgeen zij comparante voor
haar dochter Jaepgen aan Jacob Pietersz. van Cleeff haar zwager of aan iemand anders ter zake van
borgtocht betaald of verschoten heeft, dat alle hetzelve geremitteerd en kwijtgescholden is. Dit in
voegen dat haar andere kinderen en kindskinderen, na haar comparants overlijden, Jaepgen en haar
kinderen en de kinderen van Heijnrick van Beveren, niet zullen mogen eisen of korten anders dan £
25 vlaams welke Jaepgen zal inbrengen of haar comparants andere kinderen en erfgenamen haar
zullen korten aan haar portie die aan de inkomende renten welke na haar overlijden in de boedel
bevonden zullen worden en dat op £ 3 vlaams per jaar.
Nr. 106 folio 53v. d.d. 15-12-1605.
Arien Jorisz. schipper wonende alhier als principaal, mitsgaders Goris Jansz. mede schipper alhier als
borg, beloven Claes schipper te Middelburg te vrijen en waren van een kaagschuit, door de voorn.
Arijen Joris aan Claes een jaar geleden verkocht.
Nr. 107 folio 53v. d.d. 24-12-1605.
Pieter Bouwensz. stierman wonende Veere als principaal, mitsgaders Pieter Willemsz. Penning burger
alhier als borg, is schuldig aan Cornelis Cornelisz. Calff de oude, de somme van f 400 carolus, ter
zake van de leverantie van een hoekboot zo die van stapel gelopen is, groot 10 lasten. Hij belooft te
betalen Kertsmis 1606 en zal Cornelis Kalff binnen een jaar leveren een ton vis. Hij verzekert dit op de
voorsz. hoekboot onder verband van waterrecht.
Nr. 108 folio 54 d.d. 29-12-1605.
Gerrit Jansz. bootgezel is schuldig aan Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz. de somme
van f 75-09-00, spruitende uit de koop van want en aan Lucas Michielsz. schipper de somme van f
275-02-00 ter zake van geleende penningen, maken tezamen f 350-11-00 waarin £ 7-01-08
verschoten van de 40° penning en het maken van deze brief. Hij belooft te betalen uit een rentebrief
verleden voor schepenen alhier door Arijen Cornelisz. Bolletgen t.b.v. hem comparant, inhoudende
nog f 475, te betalen op f 24 per jaar, gedateerd 03-02-1596.
Nr. 109 folio 54v. d.d. 02-01-1606.
Pieter Lievensz. metselaar met procuratie van Lambrecht Cornelisz. scheepstimmerman burger alhier,
de procuratie verleden op 15-12-1605, heeft opgedragen aan Jan Leendersz. lijndraaier een huis en
erf op de Verbrande Erven, belend ten O: de lijnbaan van Grietgen Thijsdr. en ten W: Lambrecht
Cornelisz. voorn. met huis en erf, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de gang
toekomende dezelve Lambrecht Cornelisz. Dit zoals het tegenwoordig beheind en bepaald staat en
16

NADERE TOEGANG 75
door Lambrecht Cornelisz. nieuw getimmerd. Koopsom f 900 carolus, te betalen met f 30 contant en
de rest op f 30 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborgen: Cornelis Zegersz. en Pieter Lievensz. voorn.
Penningborgen: Gerrit Thonisz. en Willem Mourisz., elk voor de helft.
Nr. 110 folio 55 d.d. 31-12-1605.
Corstiaen Lourisz. bootgezel is schuldig aan Machtelt Jansdr. weduwe Cornelis Ariensz. de somme
van f 42 carolus, spruitende uit geleende penningen. Machtelt Jansdr. zal ontvangen per jaar f 3-16-08
komende uit een kustingbrief verleden voor schepenen alhier op 06-05-1600 door Gerrit Michielsz. en
Michiel Gerritsz. t.b.v. zaliger Pieter Eelgis lijndraaier, inhoudende nog f 487, te betalen met f 23 per
jaar. Deze kustingbrief is hem nomine uxoris voor 1/6 part aanbestorven.
Nr. 111 folio 55v. d.d. 02-01-1606.
Michiel Maertensz. schipper alhier is schuldig aan Gerrit Thonisz. scheepstimmerman de somme van f
564 carolus, spruitende uit de leverentie van een nieuw botschip zo die van stapel gelopen is. Hij
belooft te betalen met 1/5 part contant en de rest met 1/5 per jaar en verzekert dit op het voorn. schip
onder verband van waterrecht.
Nr. 112 folio 55v. d.d. 05-01-1606.
Bartholomeus Cornelisz. burger alhier heeft verkocht aan Pieter Pietersz. van der Burch een losrente
van £ 3-02-08 per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 50. Hij verzekert dit op zijn huis
en erf in de Korte Kerkstraat, belend ten W: Huijch Woutersz. Bol en ten O: Aechgen Jacobsdr.
weduwe Claes Maertensz.
Nr. 113 folio 56 d.d. 09-02-1606.
Jan Cornelisz. Decker als principaal mitsgaders Pieter Jansz. Lis en Heijndrick Cornelisz. Keesa als
borgen, is schuldig aan Pieter Jansz. Tertoolen houtkoper de somme van f 470 vlaams, spruitende uit
de koop van een karveelschip, groot 21 lasten. Hij belooft te betalen op termijnen van f 150 per jaar en
verzekert dit op het voorsz. schip onder verband van waterrecht.
Nr. 114 folio 56v. d.d. 11-01-1606.
Douwe Jansz. zeevarende man gehuwd met Neeltgen Dircxdr. is schuldig aan de weesarmen alhier
de somme van f 320 vlaams, spruitende uit geleende penningen door de Heilige Geest t.b.v. Maritgen
Luijtensdr. moeder van Neeltgen Dircxdr. gedaan. Hij belooft te betalen op termijnen van f 24 per jaar
en verbindt hieraan zijn huis en erf aan het einde van de Dam in de Vlaardingse steeg, belend ten N:
Heijnrick Jacobsz. vleeshouwer en ten Z: de huizing van Leendert Jacobsz.
Nr. 115 folio 57 d.d. 12-01-1606.
Heijndrick Jacobsz. vleeshouwer is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper een losrente van f
12 carolus tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 192. Hij verzekert dit op zijn huis en erf
waarin hij woont op de hoek van de Vlaardingse steeg, belend ten W: de voorn. steeg en ten O: het
huis en erf van Grietgen Pijps, mitsgaders nog een barg of stal in deVlaardingese steeg, belend ten Z:
Claes Jansz. Brouck en ten N: Claes Corsz.
Nr. 116 folio 58 d.d. 12-01-1606 (doorgehaald).
Goosen Sijmonsz. olieslager wonende alhier is schuldig aan de kinderen van Liedewij Claesdr.
wonende Delfshaven als geïnstitueerde erfgenamen voor de ene helft in de goederen van Ariaentgen
Claesdr., in leven huisvrouw van hem comparant, de somme van f 570 carolus, spruitende van
afgerekende penningen. Hj belooft te betalen op termijnen van f 60 per jaar en verbindt hieraan zijn
persoon en goederen.
Nr. 117 folio 58 d.d. ut supra (doorgehaald).
De voorn. Goosen Sijmonsz. bekent gelijke somme schuldig te zijn aan de kinderen van zaliger Arien
Claesz. Nielen, in leven wonende Delfshaven, als geïnstitueerde erfgenamen voor de andere helft van
Ariaentgen Claesdr., in leven huisvrouw van hem comparant. Te betalen op gelijke termijnen.
Kanttekening: Deze schuldbrieven zijn gecasseerd en te niet gedaan door 2 nieuwe brieven in dato
13-03-1607, inhoudende gelijke somme, te betalen idem en gehypothekeerd idem.
Nr. 118 folio 58v. d.d. 09-01-1606.
Jacob Lambrechtsz. brouwer in’t Hellebaert met de Croon alhier is schuldig aan Pieter Pietersz.
Braber korenkoper te Delft de somme van f 300, te betalen op 4 halve jaren. Pieter Pietersz. heeft
deze f 300 sprekende op Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck welke Jacob Lambrechtsz. aan zich heeft
genomen. Dit zal blijven in volle kracht totdat de brief voldaan zal zijn. Jacob Lambrechtsz. verzekert
dit op zijn brouwerij en huizing in het Westnieuweland genaamd het Hellebaert met de Croon, belend
ten Z: Cornelis Alewijnsz. cum suis en ten N: Arent Bruijnsz. van der Dussen.
Kanttekening: Deze schuldbrief is betaald volgens de gecasseerde brief welke alhier is vertoond.
Nr. 119 folio 59 d.d. 14-01-1606.
Annetgen Senten weduwe Cornelis Cornelisz. molenaar geassisteerd met Jacob Rochusz. bakker
haar gekozen voogd, mitsgaders mede als voogd van haar kinderen, heeft verkocht met willig decreet
i.p.v. waarborg aan Frans Dircxz. van den Vivres molenaar op de Westmolen, staande bij de
17

NADERE TOEGANG 75
Vlaardingse poort, de helft van dezelve molen met het gereedschap van dien, zoals die thans staande
is en door de koper gepossideerd wordt en waarvan de wederhelft de koper competeerd. Koopsom f
1.300 carolus, te betalen met f 300 contant en de rest op f 100 per jaar. De gehele molen is belast met
een erfpacht van f 2 per jaar. Penningborg: Willem Gerritsz. lakenkoper.
Nr. 120 folio 59v. d.d. 21-01-1606.
Gerrit Heijndricxz. stierman heeft getransporteerd aan Pieter Pietersz. van der Burch oud
burgemeester alhier aan kustingbrief sprekende op Gerrit Jacobsz. schipper als principaal en Gerrit
Jansz. Graswinckel als borg, verleden voor schepenen van Delft op 21-04-1592, inhoudende nog f
900, te betalen met f 100 per jaar. De verkoper is betaald te zijn met de somme van f 600 carolus.
Nr. 121 folio 59v. d.d. 27-01-1606.
Job Arentsz. stierman met procuratie van zijn gemene reders, de procuratie verleden 27-01-1606,
heeft gezet te geef of te neem aan Dirck Claesz. Pansser als mede reder in de buis waar Job Arentsz.
stierman op is, 4 netten scheeps voor de somme van f 850 over het gehele schip, te betalen volgens
de keur van de stad.
Nr. 122 folio 60 d.d. eodem die.
Jop Arensz. stierman met procuratie van zijn gemene reders heeft gezet te geef of te neem aan Pieter
Pietersz. van der Burch oud burgemeester mede reder in de buis waar Job Arentsz. stierman op is, 8
netten scheeps voor de somme van f 850 voor het gehele schip, te betalen overeenkomstig de keur
van de stad.
Nr. 123 folio 60 d.d. 28-01-1606.
Jan Reijersz. bootgezel heeft verkocht aan Pouwels Jorisz. timmerman een erf in het Broersveld aan
de westzijde van de vaart, breed van voren tot achteren doorgaans 16 voeten, strekkende van de
straat tot achter aan de sloot, belend ten N: Dirck Dircxz. kuiper en ten Z: Gerrit Ariensz. metselaar.
Koopsom f 52 vlaams, te betalen de helft contant op Lichtmis en de andere helft een jaar later. Belast
met £ 2-12-08 per jaar, te lossen de penning 16 met een hoofdsom van f 42, te ontvangen door het
Gasthuis. De oude waarbrief in dato 31-03-1601.
Nr. 124 folio 60v. d.d. eodem die.
Men wil vekopen t.v.v. Jan Gerritsz. Molen als geobtineerd hebbende condemnatie op de Heilige
Geestarmen al oppervoogden over de weeskinderen van zaliger Harmen Jacobsz. als possesseurs
van de 2 huisjes ter somme van f 30 over 2 jaar verlopen rente, uitwijzende de rentebrief en akte van
condemnatie in dato 22-01-1605 en waarvoor het hypotheek executabel is verklaard, met decreet
i.p.v. waarborg. De 2 huisjes staan naast elkaar in de Peperstraat, belend ten O: Egbert Joosten en
ten W: Willem Melchiorsz. van Welhoeck, strekkende voor uit de straat tot achter aan de tuin van
Cunera van Beveren. De koper dient te betalen de gerechtelijke kosten van f 10-08-08, mitsgaders de
helft van de 40° penning en de gerechtigheid van de armen, zijnde 1 duit van iedere gulden. De
kooppenningen dienen betaald te worden met f 30 contant en f 12 per jaar. Belast met opstal van £ 15
per jaar, te ontvangen door de voorsz. Jan Gerritsz. Molen, met 3 jaar verlopen rente. De koper dient
suffisante penningborgen te stellen. Gemijnd door Pieter Pietersz. van der Burch om f 10 boven de
opstal van f 15 per jaar.
Nr. 125 folio 61v. d.d. 31-01-1606.
Jannitgen Bastiaensdr. weduwe Jan Pietersz. Trommelslager geassisteerd met Heijndrick Jansz.
Pansser haar gekozen voogd heeft gecedeerd aan de weesvaders t.b.v. de weesarmen, een
kustingbrief sprekende t.l.v. Frans Pietersz. van Zevenhuizen, inhoudende nog £ 973-07-00, te
betalen 3 jaar f 28, voorts 6 jaar f 32, 1615 £ 37-07-00. daarna f 39 tot 1632, dan f 36 tot de volle
betaling toe, achtervolgende de kustingbrief verleden voor schepenen alhier op 30-10-1604. Zij is
betaald met de somme van f 272 op f 16 per jaar.
Nr. 126 folio 62 d.d. 03-02-1606.
Tonis Baltensz. wonende Abbenbroek is schuldig aan scheepstimmerman Pieter Jochemsz.
Kabelgaren wonende alhier, de somme van f 120 carolus. spruitende uit de koop van een kromsteven
schuit zo die van stapel gelopen is, groot 3 lasten. Hij belooft te betalen op 2 termijnen, steeds de helft
en verzekert dit op de voorn. schuit onder verband van waterrecht.
Nr. 127 folio 62 d.d. 04-02-1606.
Dirck Jaspersz. in de Vuijck lijndraaier heeft verkocht aan Balaam Cornelisz. zeevarende man een
huis en erf voor de Raam, belend ten N: Dirck Ariensz. Visscher en ten Z: het huis van Mees Corsz.,
strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot van de tuin van het Zusterhuis alhier. Koopsom f
960, te betalen met f 20 contant en de rest op f 25 per jaar. Belast met een erfpacht van f 0-16-06 per
jaar welke de Heilige Geest en de kerk daarop sprekende hebben.
Nr. 128 folio 63 d.d. 08-02-1606.
Balthasar Quinget heeft gezet te geef of te neem aan Adriaen Dircxz. Niesen, Jonas Pietersz., Alewijn
Heijndricxz. en Willem Jacobsz. Brasser, elk voor hun aanpart als mede reders in de buis waar Arijen
18

NADERE TOEGANG 75
Vassen stierman op is, 4 netten scheeps in dezelfde buis, door hunlieden gekocht van Maritgen
Meeusdr. voor de somme van f 2.600 voor het gehele schip, te betalen volgens de keur van de stad.
Nr. 129 folio 63 d.d. 09-02-1606.
Zoekt het verlij folio 56 recto, sprekende op Jan Cornelisz. Decker als principaal, mitsgaders Pieter
Jansz. Lis en Heijndrick Cornelisz. Kesa als borgen.
Nr. 130 folio 63 d.d. 10-02-1606.
Willem Jacobsz. Brasser en Jonas Pietersz., vervangende Adriaen Dircxz. Niesen en Alewijn
Heijndricxz., hebben de voorsz. 4 netten scheeps in koop aangenomen volgens de zetting door
Balthasar Quinget aan hun gedaan. Borg Domis Pietersz. stierman.
Nr. 131 folio 63c. d.d. 10-02-1606.
Pieter Claesz. Pesser gehuwd met Neeltgen Cornelisdr. nazaat van Arent Doesen, voor de ene helft
en Willem Melchiorsz. van Welhouck gehuwd met Trijntgen Jaspersdr., in die kwaliteit erfgenaam van
de voorn. Arent Doesen, vervangende de mede erfgenamen voor de andere helft, verklaren dat Pieter
Cornelisz., in leven wonende te Strijen, eertijds sprekende had op Augustijn Stalpart van der Wielen,
een rente spruitende uit een erfenis van Janneken Pietersdr. huisvrouw van Augustijn Stalpart voorn.,
moeie van de voorn. Pieter Cornelisz., welke rente en hoofdsom Pieter Cornelisz. gecedeerd heeft
met consent van zijn kinderen, aan Arent Doesen die enige landen gekocht had van Jan Stalpart,
zoon van de voorn. Augustijn en de rente heeft afgelost. Aangezien Arent Doesen zich borg had
gesteld voor Pieter Cornelisz., mitsgaders de kinderen of erfgenamen van de voorn. Augustijn
Stalpart, alles blijkende bij kwitantie van Pieter Cornelisz. in dato 14-04-1573, door hem en zijn
kinderen ondertekend, mitsgaders bij akte van borgtocht en belofte van indemniteit van voorn. de
Arent Doesen in dato 20-06-1573. De comparanten hebben om de kinderen en erfgenamen van
Augustijn Stalpart behoorlijk te verzekeren, overgegeven en beloven de kinderen en erfgenamen van
Augustijn Stalpart te indemneren en schadeloos te houden die de erfgenamen van de voorn. Stalpart
ter zake voorsz. zouden mogen komen te lijden en door de kinderen en erfgenamen van de voorn.
Pieter Cornelisz. gemoveerd of gepretendeerd zouden mogen worden. Zij verbinden in de voorsz.
kwaliteit hun personen en goederen.
Nr. 132 folio 64 d.d. eodem die.
Claes Pietersz. Kool is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen de somme van f 115 carolus ter zake van
geleende penningen en de koop van laken. Hij belooft te betalen op 5 jaren steeds 1/5 part, rentende
de penning 16. Hij verzekert dit op zijn huis en erf waarin hij gewoond heeft op het hoekje van de
Achterweg, belend ten N: ’s-herenstraat en ten Z: de weduwe van Claes Mollitgen.
Nr. 133 folio 64v. d.d. 11-02-1606.
Cornelis Joppen stierman heeft verkocht aan Pieter Heijndricxz. en Willem Harmansz. beide
zeevarende lieden, een erf en tuin in het Broersveld aan de oostzijde van de vaart, belend ten N:
Pieter Roelen linnenwever en ten Z: Pieter Jansz. schipper, strekkende voor van de heerweg tot
achter aan de sloot, breed 24 roede voeten en lang 11 roeden. Koopsom f 50 carolus, te betalen met f
12 per jaar. Indien de kopers het erf binnen 1 jaar komen te betimmeren zal het 1° jaar kusting langer
lopen. Belast met f 11-17-08 per jaar, te lossen de penning 16. De oude waarbrief in dato 18-05-1602.
Nr. 134 folio 65 d.d. 15-02-1606.
Neeltgen Jansdr. weduwe Pieter Cornelisz. in leven zeevarende man geassisteerd met Heijndrick
Jansz. Pansser haar gekozen voogd, heeft verkocht aan Pieter Pietersz. van Dijck een huis en erf op
de Laan in het Grote Groenendal, belend ten W: Claes Jorisz. bootgezel en ten O: Geertgen Gerritsdr.
jongedochter, beiden met huis en erf. Koopsom f 80, contant geld. Vrij en niet belast. Waarborg: de
oude waarbrief.
Nr. 135 folio 65v. d.d. eodem die.
Gerrit Pietersz. Blick, Elias Leendersz. en Pieter Gerritsz. elk als principaal, zijn schuldig aan Cornelis
Cornelisz. jonge Calff de somme van f 440 carolus, spruitende uit zake van de koop van een nieuw
botschip zo die van stapel gelopen is. Zij beloven te betalen met ⅓ part contant en de rest op 2 jaar en
verbinden hieraan het voorn. schip onder verband van waterrecht.
Nr. 136 folio 66 d.d. 17-02-1606.
Willem Arijensz. lijndraaier is schuldig aan Jan Willemsz. van Haerlem oud burgemeester een rente
van £ 9-07-08 per jaar tegen de penning 16. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in het Broersveld,
belend ten N: Simon Ariensz. en ten Z: de weduwe van Arent Leendersz.
Nr. 137 folio 66v. d.d. 18-02-1606.
De curatoren aangesteld door het gerecht van Rotterdam over de geabandonneerde boedel van
zaliger Jan Marcusz. en Neeltgen Meesdr. Visch, willen verkopen een huisje en erf in de Molensteeg
alhier, belend ten O: Anthonis Cornelisz. met huis en erf en ten W: de gang van Govert Jansz. van
Geessel, strekkende voor uit de steeg zuidwaarts op tot achter aan het erf van voorn. Govert Jansz.
De koper zal de penningen contant betalen evenals de 40° penning t.b.v. het Gemene Land,
19

NADERE TOEGANG 75
mitsgaders de duitjes voor de armen. De koper moet gedogen dat het huis verhuurd is tot 01-05-1606,
mits dat hij zal genieten de helft van 01-11 tot 01-05 ter somme van f 10. Op 21-02-1606 is na
openbare veiling koper geworden Pieter Pietersz. van der Burch oud burgemeester voor de somme
van f 240.
Nr. 138 folio 67v. d.d. 18-02-1606.
Jacob Jansz. zeevarende man burger alhier is schuldig aan Pieter Jansz. Tertoolen houtkoper de
somme van f 84 vlaams, spruitende ter zake van geleverd hout aan zijn comparants huis in het
Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: Pieter Dierten en ten Z: Jacob Jansz.
vleeshouwer. Hij belooft te betalen op f 12 per jaar en verbindt hieraan zijn persoon en goederen.
Nr. 139 folio 68 d.d. ut supra.
Mathijs van Rij tijkwerker wonende alhier heeft verkocht aan Frans Maes 2 weefgetouwen met een
scheerraam voor de somme van f 44 carolus, contant geld.
Nr. 140 folio 68 d.d. 22-02-1606.
Geertgen Courten weduwe Jan Ariensz. geassisteerd met Adriaen Cornelisz. haar gekozen voogd is
schuldig aan Dirck Ariensz. lakenkoper de somme van f 23-15-00 over de koop van laken. Zij belooft
te betalen uit de huur welke komt van een huis en erf in de Zwaansteeg, belend ten W: het huis van
Thonis Pouwelsz. en ten O: Baertout Ariensz. schoenmaker, welk huis hier speciaal aan wordt
verbonden.
Nr. 141 folio 68v. d.d. 25-02-1606.
Jan Jacobsz. de Recht heeft verkocht aan Diert Jansz. bakker een huis en erf op het Einde van de
Gooistraat, belend ten O: de Afrol van het Broersveld en ten W: Neeltgen Leendertsdr. weduwe
Cornelis Jacobsz. molenaar, strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot. Koopsom f 1.075,
te betalen met f 120 contant welke de koper op rente zal houden tegen de penning 16, (hiervan zal
een rentebrief gemaakt worden t.b.v. Gerard Muijs) en de rest op f 50 per jaar. Belast met een
erfpacht van f 3 per jaar, te ontvangen door de stad. Neeltgen Leendertsdr. zal hebben een vrije in- en
uitgang over de gang achter aan het voorsz. behorende. Verder met de servituten als Jan Jacobsz. de
Recht het met willig decreet gekocht heeft volgens de waarbrief in dato 27-02-1599 en met condities
als het huis en erf verkocht is volgens het giftboek in dato 13-11-1579. De koper zal in mindering van
de kooppenningen tot zijn last nemen te betalen aan de crediteuren van Pieter Ariensz. molenaar, de
oude kustingbrief, inhoudende nog f 425 op f 40 per jaar. Waarborg: de oude waarbrief.
Penningborgen: Cornelis Dierten bakker en Crijn Cornelisz. Coninck.
Kanttekening d.d. 02-05-1622: De rentebrief van f 120 t.b.v. Gerard Muijs is gecasseerd en afgelost.
Nr. 142 folio 69 d.d. 25-02-1606.
Andries Marinusz. eertijds burgemeester van Veere en Jannitgen Jansdr. zijn huisvrouw vertonen een
akte van consent en authorisatie van het Hof van Holland gedateerd 17-11-1605 waarbij zij
geconsenteerd zijn om de onroerende goederen in de akte vermeld, te mogen belasten en bezwaren
met f 2.000. Zij verzoeken de akte in het register van de schepenkennissen te laten registreren. Zij
verbinden hun huizing, erf en haringplaats alhier ter stede over de Haven, belend ten Z: Bruijn
Ariensz. en ten N: Govert Jansz. van Geessel, tot voordeel van hun kinderen, tot gelijke somme van f
2.000, als de voorsz. onroerende goederen bij testament van zaliger Elandt Ariensz. grootvader van
de voorsz. Jannitgen Jansdr., gesubstitueerd en verbonden zijn.
Nr. 143 folio 69v. d.d. 17-11-1605.
Aangezien Andries Marinusz. eertijds burgemeester van Veere en Jannitgen Jansdr. zijn huisvrouw
wonende te Schiedam, het Hof van Holland bij rekest te kennen heeft gegeven dat wijlen Jan Elantsz.
vader van Jannitgen Jansdr., zich bij huwelijk aan Elandt Adriaensz. zijn vader o.a. beloofd had bij
huwelijkse voorwaarden, dat de kinderen uit dit huwelijk bij vooroverlijden van Jan Elantsz. mede
zouden erven in de goederen van Elandt Adriaensz. alsof Jan Elandtsz. nog in levende lijve was. Uit
dit huwelijk is Jannetgen Jansdr. geprocureerd en is Jan Elandtsz. voor zijn vader Elandt Adriaensz.
overleden. Hoewel volgens de huwelijkse voorwaarden Jannitgen Jansdr. in de goederen van Elandt
Adriaensz. zou komen, had deze beliefd (zo zij menen) uit oorzaak van de religie bij zijn testament van
1598, de voorsz. Jannitgen Jansdr. te institueren in ⅓ part van zijn goederen, zijnde haar hereditaire
portie, met conditie dat zij de inmeubele en onroerende goederen als landen, renten, huizen e.d. niet
zou mogen vervreemden noch belasten, maar dat het zou moeten versterven op haar kinderen.
Elandt Adriaensz. had geordonneerd tot executeurs van zijn testament, Pieter Claesz. Pesser, Gerrit
Dircxz. de Wolff en Arijen Willemsz., allen wonende alhier. Hoewel Jannitgen Jansdr. van haar
grootvader had geërfd omtrent f 18.675, was daaronder begrepen de somme van f 6.141 aan meubels
en onroerende goederen die door de supplianten waren verteerd en geconsumeerd in de lasten van
hun huwelijk en in het opbrengen van Marinus Andriesz., Jan Andriesz. en Elandt Andriesz. hun
kinderen, vanwelke de oudste, te weten Marinis al gekomen was tot de ouderdom van 22 jaar. Zolang
Andries Marinusz. gezond is geweest, heeft hij nog wat kunnen winnen tot onderhoud van vrouw en
20

NADERE TOEGANG 75
kinderen waarin hij zich als goed vader gekweten heeft, zonder dat zij supplianten de onroerende
goederen tot nu toe belast hadden. Daarna is Andries Marinusz. 2 jaar geleden binnen Haarlem door
een wagen omgeworpen waardoor hij zijn gezonde leden had verloren zodat hij niet meer machtig
was om de kost te verdienen en zich het laatste jaar beholpen heeft met de reding van haringvaart. Zij
hebben in die 2 jaar grote schade geleden en zij zouden de schulden hebben kunnen betalen indien
het niet was verboden in het testament om de goederen te belasten. Zij zijn nu gekomen in een
sobere staat door de schulden, dat zij goederen moeten laten veilen, etc. De executeurs van het
testament zijn eveneens voogden van hun onmondige kinderen, welke zij verzochten de goederen te
mogen belasten met f 3.000 om hun schulden te voldoen. De executeurs zijn weigerachtig dit te doen.
Zij verzoeken het Hof de executeurs van het testament en voogden van hun onmondige kinderen, te
authoriseren de onroerende goederen te belasten met de hoofdsom van f 3.000 zodat zij hun
schulden kunnen betalen en hun kinderen te kunnen opvoeden. Het Hof heeft het advies gevraagd
van de burgemeesters en regeerders van Schiedam, welke voorstellen de onroerende goederen te
belasten met f 2.000 hoofdsom, mits dat zij verbinden hun huizing en haringplaats.
Nr. 144 folio 72 d.d. 27-02-1606.
Maertgen Allertsdr. met procuratie van Govert Reijniersz. haar man, de procuratie verleden op 02-02-
1606 voor het gerecht van Leiden, heeft gecedeerd aan Jan Jacobsz. Morouw schoenmaker en
Frerick Siversz. mede schoenmaker wonende Kethel, zekere percelen van inschulden, haar en haar
man competerende van diverse personen, bedragende f 112 waarin gerekend een bed dat nog onder
hun is berustende. Dit alles ter oorzake van dat Jan Jacobsz. en Frerick Sivertsz. borgen waren aan
Corstiaen Pietersz. schrijnwerker te Delfshaven en hebben moeten betalen f 150 met f 12 rente.
Nr. 145 folio 72v. d.d. eodem die.
Pieter Jochemsz. Cabelgaren weduwnaar Neeltgen Vredericxdr. is geaccordeerd met Jochem
Pietersz. voor zichzelf, mitsgaders Willem Mouringsz., Gerrit Thonisz. en Jan Leendertsz., elk als man
en voogd van hun huisvrouwen, allen erfgenamen van Neeltgen Vredericxdr., ter andere zijde, nopens
de nagelaten boedel. Pieter Jochemsz. is bij kaveling toegevallen het nieuwe huis en erf waarin hij
tegenwoordig woont, belend ten O: Willem Mouringsz., ten Z: ’s-herenstraat en ten W: het oude huis
van de boedel waar Jochem Pietersz. tegenwoordig inwoont, met erf of werf strekkende van het
nieuwe huis tot de oostgevel van het oude huis tot aan de haven toe. Belast met 18 st. per jaar, te
ontvangen door de stad. De erfgenamen is bij kaveling toegevallen de voorn. oude huizing en schuur
met erf, strekkende tot aan de haven. Mede belast met 14 st per jaar. Dit onder voorwaarde dat Pieter
Jochemsz. voor de verbetering van zijn huis en erf moet betalen mei 1604 voor de gerede penningen,
de somme van f 72 en de rest op f 18 per jaar tot de somme van f 400 carolus is betaald. Elk neemt
tot zijn last de rente van de stenen kade. De meubels, inkomen en lasten zijn onder elkaar verdeeld.
Kanttekening: Hiervan is gemaakt een schuldbrief t.b.v. de erfgenamen, verzekerd op het huis waar
Pieter Jochemsz. inwoont.
Nr. 146 folio 73 d.d. 03-03-1606.
Ariaentgen Fransdr. geassisteerd met Willem Jansz. Organist haar schoonbroeder en gekozen voogd,
is schuldig aan Jan Willemsz. van Haerlem welke transport heeft van de erfgenamen van Leendert
Jansz. Versijden, de somme van f 45-10-00, aan Heijndrick Jacobsz. £ 13-10-00, aan Grietgen
Jacobsdr. f 17, aan Dirck Lambrechtsz. bakker f 6-05-00, aan de voorn. Jan Willemsz. van Haerlem f
25-05-00, aan Pieter Jansz. Lis £ 7-10-00, aan Arijen Cornelisz. over de Schie f 15-08-08, aan Jacob
Vassen £ 16, aan Daniel Cornelisz. Vacca modo Jan Willemsz. van Haerlem die aktie heett van
dezelve f 27-08-00, aan Arijen Pietersz. vleeshouwer £ 18, aan Pieternelle Gerritsdr. f 3-09-08, aan
Cornelis Willemsz. houtkoper £ 7-12-08 en aan Pieter Pietersz. van Dijck f 9-05-00, makende tezamen
f 214-03-08. Zij belooft te betalen uit een kustingbrief door Leendert Crijnen timmerman op 17-11-
1601 voor schepenen alhier verleden, inhoudende nog f 344 carolus, te betalen op £ 20 per jaar.
Nr. 147 folio 74 d.d. 11-03-1606.
Jan van Heemskerck Vranckensz. heeft verkocht aan Bastiaen Gerritsz. een erf gelegen buiten de
hoofdpoort tussen de steenplaatsen en het Hoofd, zijnde het 4° en 5° erf, mitsgaders een nieuwe
getimmerde loods of aflaat daarop staande, belend ten N: Joris Maertensz. Coij en ten Z: Pieter
Pietersz. van der Burch, strekkende voor uit ’s-herenweg tot achter aan een sloot, door de verkoper
laatst gebruikt en gepossideerd. Koopsom f 665 vlaams, te betalen met f 100 contant en de rest op f
60 per jaar. Vrij en niet belast. De oude waarbrief in dato 14-09-1602.
Nr. 148 folio 74v. d.d. 14-03-1606.
Bruijn Ariensz. koopman alhier als gewezene boekhouder van de buis gevoerd door Jacob Arentsz.
stierman te Vlaardingen, heeft verkocht aan Oime Tiaffis schipper te Amsterdam de voorn. buis en
belooft hetzelve schip te vrijen en waren.
Nr. 149 folio 74v. d.d. 15-03-1606.
21

NADERE TOEGANG 75
Gerrit Meesz. Visch wonende Rotterdam stelt zich borg voor Annetgen Sijmonsdr. voor de
namaningen ter oorzake van het lichten van een somme van f 996-10-00 uit handen van Bruijn
Ariensz., zijnde het slot van zijn rekening, hetwelk hij volgens dezelve rekening heden voor de voorn.
comparant, mitsgaders Pieter Pietersz. van der Burch, Sijmon Claesz. Pesser en Jacob Pietersz. van
Cleeff heeft gedaan en ten achteren kwam, en Annetgen Sijmonsdr. schuldig was gebleven.
Mitsgaders voor de lichting van een kustingbrief, sprekende t.l.v. Anthonis Cornelisz. bakker en alle
rentebrieven en goederen onder hem boven het voorsz. slot van de rekening berusten en Annetgen
Sijmonsdr. toebehorende. Speciaal voor de namaning die de voorn. Bruijn Ariensz. aangedaan zou
mogen worden van een obligatie door hem t.b.v. Thielman Cornelisz. verleden en welke de voorsz.
Thielman Cornelisz. als ontvangst verantwoord. De comparant belooft de penningbrieven en andere
goederen van Annetgen Sijmonsdr. uit handen van Bruijn Ariensz. met deze cautie te lichten en
dezelve Bruijn Ariensz. in het geheel of deel te restitueren, onder verband van zijn persoon en
goederen.
Nr. 150 folio 75v. d.d. eodem die (doorgehaald).
Abraham Dammen is schuldig aan Guiliame Provoost koopman wonende Amsterdam de somme van f
1.500 vlaams als restant van oude en nieuwe schulden. Hij belooft te betalen zo wanneer God de heer
hem comparant fortuin zal komen te verlenen en verbindt hieraan zijn persoon en goederen.
Kanttekening d.d. 22-09-1607. Compareerde Guiliame Provoost en verklaarde dat Abram Dammen
insolvent is verklaard zodat dit verlij van geen waarde is. Hij blijft in kracht aan de vigeur van het verlij
in dato 19-04-1607 door dezelve Dammen t.p.v. Guiliame Provoost verleden.
Nog een kanttekening d.d. 27-02-1610. Compareerde Abraham Dammen en vertoonde een kwitantie
waarbij Guiliame Provoost de comparant absolutelijk kwiteerde van hetgeen Abraham Dammen
schuldig was. De kwitantie verleden voor notaris te Amsterdam op 13-02-1610, zodat het
bovenstaande verlij gecasseerd is.
Nr. 151 folio 75v. d.d. 16-03-1606.
Crijn Ariensz. schipper wonende alhier is schuldig aan Michiel Jansz. van Waert wonende alhier als
last hebbende van Jannitgen Maximiliaen Pierlings weduwe Ruth Jansz. van Waert zijn broeder, de
somme van f 425, spruitende uit de koop van een krabschuit. Hij belooft te betalen met f 100 per jaar
en verbindt hieraan de voorn. schuit onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid heeft
Pieter Jacobsz. schoenmaker zich borg gesteld voor Crijn Ariensz.
Nr. 152 folio 76 d.d. 16-03-1606.
Jacob Bastiaensz. schipper van een buis geassisteerd met Jan Willemsz. van Haerlem, vervangende
zijn mede reders, hebben verkocht aan Tjaerincken Tsalings van Hindelopen, een buis groot 40 lasten
genaamd de Swaen. De kooppenningen zijn reeds voldaan en zij beloven het schip te vrijen en waren
onder verband van waterrecht.
Nr. 153 folio 76v. d.d. 18-03-1606.
Bruijn Adriaensz. Cuijper alhier als gewezene boekhouder van de buis van Jan Huijgensz. stierman
wonende alhier, heeft verkocht een Jarrich Jaeijsz. en Luijtgen Garbrants schippers van Hindelopen
het voorn. buisschip. Hij belooft het schip te vrijen en waren onder verband van waterrecht.
Nr. 154 folio 77 d.d. 15-03-1606.
Cornelis Leendertsz. Hertich stierman van een buis vervangende zijn gemene reders heeft verkocht
aan Jan Claesz. van Hoorn een buisschip groot 40 lasten genaamd de Ladt. De kooppenningen zijn
reeds ontvangen. Hij belooft het schip te vrijen en waren onder verband van waterrecht.
Nr. 155 folio 77v. d.d. 23-03-1606.
Arijen Cornelisz. stierman wonende alhier is schuldig aan Arijen Jacobsz. wonende alhier de somme
van f 275 carolus uit zake van de koop van de helft van een botschip waarvan de wederhelft de voorn.
Arijen Jacobsz. zelf toebehoord. Hij belooft te betalen met ⅓ part contant op Pinksteren en de rest op
2 jaar en verzekert dit op het voorn. halve schip onder verband van waterrecht.
Nr. 156 folio 77v. d.d. 30-03-1606.
Louris Jansz. schipper op Amsterdam is schuldig aan Huijbrecht Isbrantsz. Sparenburch een losrente
van f 8 carolus met een hoofdsom van f 112, lopende tegen de penning 14. Hij verbindt hieraan zijn
huis en erf op de Schie, belend ten O: Diert Pietersz. van Zevenhuizen en ten W: de gang van
Lambrecht Jansz. conciërge van de Doelen.
Nr. 157 folio 78 d.d. 31-03-1606.
Cornelis Willemsz. houtkoper onze burger welke aktie heeft van de weduwe en erfgenamen van
Willem IJemantsz. timmerman, heeft gecedeerd aan Pieter Corsz. van Dijckhuijsen oud burgemeester
te Vlaardingen een kustingbrief verleden door Maerten Crijnsz. Voijs timmerman voor schepenen van
Vlaardingen op 08-09-1601, inhoudende nog de somme van f 90 carolus, te betalen met f 12 per jaar.
Nr. 158 folio 79 d.d. 31-03-1606.
22

NADERE TOEGANG 75
Lieven Cornelisz. gehuwd met Trijntgen Gerritsdr. en Cornelis Ariensz. gehuwd met Annetgen
Gerritsdr., in die kwaliteit erfgenamen van Maertgen Jansdr. moeder van de voorn. Trijntgen en
Annitgen Gerritsdr., zijn schuldig aan Mees Gerritsz. hun schoonbroeder de somme van £ 184-05-12,
spruitende ter zake van de erfenis van het huis, door zijn moeder Maertgen Jansdr. met de dood
geruimd en waarin zij comparanten voor ⅓ part zijn gerechtigd. Het huis is door hun huisvrouwen in
1599 gekocht voor de somme van f 900, waarvan Mees Gerritsz. van de verdere penningen volgens
besterfenis voor ⅓ part is competerende en bekent voldaan te zijn de eerste met de laatste penning.
De comparanten beloven de somme van £ 184-05-12 te voldoen op termijnen van f 10 per jaar en
verzekeren dit op hun huis en erf op de Achterweg aan de oostzijde van de straat, belend ten N: Dirck
de ketelboeter en ten Z: Aechgen Roockes.
Nr. 159 folio 79v. d.d. 01-04-1606.
Jannitgen Roelendr. weduwe Maerten Heijndricxz. lijndraaier geassisteerd met Gerrit Roelen haar
broeder en gekozen voogd heeft verkocht aan Abraham Jansz. zeevarende man een huis en erf in de
Molenstraat, belend ten Z: Jan Heijndricxz. smid en ten O: Jacob Heijndricxz. weeskind van Heijndrick
Gerritsz., zo het door haar verkoopster gebruikt en gepossideerd is geweest. Koopsom f 400 carolus,
te betalen met f 18 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg: de oude waarbrief van 15-12-1590.
Penningborgen: Jan Thijsz. houtzager en Jan Jansz. schipper.
Nr. 160 folio 80 d.d. 03-04-1606.
Jan Cornelisz. Decker is schuldig aan Lubbert Wolphertsz. een losrente van f 14-01-04 per jaar tegen
de penning 16 met een hoofdsom van f 225. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Hoogstraat,
belend ten Z: Pieter Arijensz. metselaar en ten N: de weduwe van Arijen Dircxz. bakker.
Kanttekening d.d. 13-06-1613. In mindering van de f 225 hoofdsom en 5 jaar rente, belopende
tezamen f 295-06-04, is betaald f 214-19-14 zodat resteert f 80-06-06, welk restant ter weeskamer is
gebracht t.o.v. de weesmeesters Jan Willemsz. van Haerlem burgemeester en Heijndrick
Sebastiaensz. Verwel, testamentaire voogden van de kinderen van Jan Claesz. Coucketer
erfgenamen van Maritgen Claesdr. hun moeie. Geaccordeerd is dat betaald zal worden zonder enige
intrest na het overlijden van Trijntgen Dircxdr. weduwe Jan Cornelisz. Decker debitrice, uit haar
gereedste goederen, mits dat de hypotheek in deze rentebrief daarvan ontslagen wordt. Blijvende
generaal verband op de persoon en goederen van Trijntgen Dircxdr. van kracht, om na haar overlijden
voor alle andere crediteuren recht hebbende voor de somme van f 80-06-06.
Nr. 161 folio 80v. d.d. 06-04-1606.
Gerrit Gerritsz. lijndraaier burger alhier als principaal en Pieter Thonisz. en Joost Pietersz. beide
zeevarende lieden als borgen, is schuldig aan Huijch Pietersz., Jan Jansz. en Leendert Willemsz.,
allen wonende te Reeuwijk, de somme van f 96 carolus, te weten f 58 aan Huijch Pietersz. f 20 aan
Jan Jansz. en f 18 aan Leendert Willemsz., spruitende tezamen uit de koop van kennip. Hij belooft te
betalen met f 400 op St. Jacob 1606, St. Jacob 1607 nog f 40 en de rest St. Jacob 1608.
Nr. 162 folio 81 d.d. 08-04-1606.
Baell Jans weduwe Arijen Thijsz. geassisteerd met Thijs Arijensz. haer zoon en gekozen voogd, heeft
verkocht aan Jan Willemsz. bootgezel, een huis en erf tegenover het Heilige Geestturfhuis, belend ten
O: Pouwels Pietersz. en ten N: Claes Bastiaensz. metselaar. Koopsom f 475, te betalen met f 30
contant en de rest op f 18 per jaar. Vrij en niet belast. Twee oude waarbrieven van d.d. 26-11-1583 en
26-05-1590. Waarborgen: Thijs Arijensz. en Jan Arijensz. Penningborgen: Willem Jansz. Organist en
Jan Cornelisz. Schoonkint.
Nr. 163 folio 81v. d.d. 08-04-1606.
Willem Nieupoort notaris als rentmeester van het weeshuis heeft met advies van de weesmeesters
verkocht aan Jacob Fransz. bootgezel burger alhier een huis en erf voor de Raam, belend ten Z:
Cornelis Florisz. en ten N: Gerrit Courten. Koopsom f 250, te betalen met £ 4 vlaams en de rest op f
18 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg; de oude waarbrief. Penningborgen: Jan Cornelisz. en Pieter
Dammisz. lijndraaier.
Nr. 164 folio 82 d.d. eodem die.
Jujaen Lenertsz. voor zichzelf, Willem Jujaensz. gehuwd met Soetgen Lenertsdr., Arijen Cornelisz.
Danen voor zichzelf, mitsgaders als oom en voogd van de kinderen van zaliger Cornelis Cornelisz.
alias Cornelis Jujaensz. en Cornelis Jansz. kleermaker zoon van zaliger Maritgen Cornelisdr., allen
kinderen en kindskinderen van zaliger Neeltgen Jujaensdr. laatst huisvrouw van zaliger Lenert
Arijensz. Koeman, hebben gepart en gedeeld de nagelaten boedel van Neeltgen Jujaensdr. Te weten
Jujaen Lenertsz. is te beur gevallen het huis en erf op het Einde waarin hij tegenwoordig woont,
strekkende voor van de straat tot achter op de Haven, met al het huisraad en meubels in het huis
staande. Hiertegen worden de verdere erfgenamen begroot en vergoed.
Nr. 165 folio 82v. d.d. eodem die.
23

NADERE TOEGANG 75
Jooris Jacobsz. stierman heeft verkocht aan Jan Thonisz. Fiooll een huis en erf achter op de Haven
tegenover de Zoutketen, belend ten W: Aem Cornelisz. stierman en ten O: Jan Cijs kuiper, strekkende
voor van de straat tot achter aan de huizing van Pieter Gerritsz., zoals het beheind en bepaald staat
en bewoond wordt door de koper. Koopsom f 1.000 carolus, te betalen met f 130 contant en de rest op
termijnen van f 30 per jaar. Belast met een erfpacht van f 0-05-08 per jaar, toekomende de kerk. De
oude waarbrieven van d.d. 15-12-1590 en 20-04-1602.
Kanttekening. Van de kooppenningen is geen kustingbrief gemaakt.
Nr. 166 folio 83 d.d. eodem die.
Jan Thonisz. Fiooll heeft verkocht aan Jooris Jacobsz. stierman een huis en erf op de hoek van de
Diefsteeg, belend ten O: Leendert Arijensz. Coeman en ten W: de voorn. steeg, strekkende voor van
de straat tot achter op de Haven. Koopsom f 1.845, te betalen met f 360 contant en de rest op
termijnen van f 60 per jaar tot 1627, daarna f 30 per jaar. Belast met een rente van f 3-02-08 per jaar
ter zake van de stenen kade, te ontvangen door de stad. De oude waarbrief in dato 11-04-1555.
Penningborg: Maerten Joorisz. Coij.
Kanttekening: De penningbrief is gemaakt ter somme van f 845, te betalen met f 230 contant en de
rest op f 30 per jaar.
Nr. 167 folio 83v. d.d. eodem die.
Dammis Pietersz. slager heeft verkocht aan Pieter Pietersz. brouwersknecht een huis en erf in de
Breedstraat, strekkende van de straat tot achter aan de sloot responderende aan de papiermolen,
belend ten Z: Jan Hermensz. metselaar en ten N: Arijen Prell. Koopsom f 300, te betalen met f 18
contant en de rest op f 18 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborgen: Pieter Dammisz. en Thijs Arijensz.
Penningborgen: Dirck Meesz. en Leendert Arijensz.
Nr. 168 folio 85 d.d. eodem die.
Arien Jansz. metselaar heeft verkocht aan Dirck Cornelisz. Stolck een huis en erf in de Breedstraat,
belend ten Z: de sloot genaamd het Rodemeer en ten N: Neeltgen Joris weduwe Thomas
Huijbrechtsz., strekkende uit de straat tot achter aan de sloot toe. Koopsom f 550, te betalen met f 78
contant en de rest op f 24 per jaar. Belast met f 0-05-08 per jaar, te ontvangen door degene die
daartoe gerechtigd is. De oude waarbrief in dato 27-05-1589. Indien de koper komt te overlijden en
zijn weduwe of nazaat kan de jaarlijkse kustingen niet opbrengen, zal de verkoper het huis terugkopen
na prijsering van goede mannen.
Nr. 169 folio 85v. d.d. eodem die.
Louris Euwoutsz. van Leiden burger alhier heeft verkocht aan Arijen Jansz. metselaar een erf in de
Breedstraat aan de noordzijde van dezelve straat, belend ten O: Louris Euwoutsz. voorn. en ten W:
Floris Ariensz., beiden met huis en erf. Koopsom f 225, te betalen met f 24 contant en de rest op
termijnen van f 18 per jaar. Vrij en niet belast. Dit met conditie dat als de koper zal komen te timmeren
de muur van de koper aan de zuidzijde, zal hij 12 duimen moeten blijven van de muur van de
verkoper. De koper zal het kruiskozijn aan de westzijde van het huis, op zijn kosten moeten verzetten
tot aan de oostzijde. De verkoper dient alle materialen te leveren van het te verplaatsen kozijn.
Penningborg: Wernaert Baerthoutsz. timmerman. Waarborg: Pieter Ewoutsz. Leijenaer.
Kanttekening: De penningbrief is met consent van Louris Euwoutsz. gemaakt t.b.v. de weeskinderen
van het Weeshuis alhier.
Nr. 170 folio 86v. d.d. 12-04-1606.
Pieter Arijensz. Vader wonende Vlaardingen is schuldig aan Pieter Jochumsz. Cabelgaren
scheepstimmerman alhier de somme van f 168 carolus ter zake van de koop van een kromsteven
schuit zo die van stapel gelopen is. te betalen op 3 jaren. Hij verzekert dit op de voorsz. schuit onder
verband van waterrecht.
Nr. 171 folio 86v. d.d. 15-04-1606.
Cornelis Jansz. metselaar heeft verkocht aan Tobias Cornelisz. een huis en erf op het Kerkhof, belend
ten W: het huis en erf van Pieter Florisz. en ten O: een vrije gang behorende aan de erven in de
Pastorietuin, strekkende voor van de straat tot achter aan het erf van Dirck Arijensz. lakenkoper.
Koopsom f 340, te betalen met f 15 per jaar. Belast met een rente van f 10 per jaar, toekomende de
kerk en te lossen de penning 16. De oude waarbrief in dato 29-11-1596. Waarborg: Cornelis Gerritsz.
Penningborgen: Gillis Danielsz. en Arijen Cornelisz.
Nr. 172 folio 87 d.d. 15-04-1606.
Maritgen Jansdr. weduwe en boedelhoudster van Arijen Maertensz. metselaar geassisteerd met haar
gekozen voogd Heijndrick Jansz. Pansser heeft verkocht aan Maertgen Frans weduwe Pieter
Jacobsz. Taurinus geassisteerd met haar gekozen voogd Jacob Pietersz. Taurinus haar zoon, een
huis en erf in de Nieuwstraat, zo het door de verkoopster en haar ouders gepossideerd is geweest,
belend ten Z: Allert Heijndricxz. bakker en ten N: Willem Willemsz. Nieupoort de oude. Koopsom f
1.604, te betalen met f 150 contant, Kerstmis 1605 (sic) f 54 en de rest op f 60 per jaar. De koopster
24

NADERE TOEGANG 75
zal boven de kooppenningen tot haar last nemen een losrente van f 6 per jaar t.b.v. het St. Jacobs
Gasthuis, door Jan Arijensz. Pansser zaliger de vader van de verkoopster, verleden tegen de penning
16 op 02-01-1599. Mitsgaders nog 15 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd
is. Waarborg: Heijndrick Jansz. Pansser. Penningborgen: Pieter Claesz. van Arp en Arijen Claesz.
Kanttekening: Hiervan zijn 2 penningbrieven gemaakt, de ene t.b.v. het St. Jacobs Gasthuis
inhoudende f 170, te betalen met f 18 per jaar en de andere van de rest t.b.v. de verkoopster.
Nr. 173 folio 87v. d.d. 22-04-1606.
Frans Marinusz. zeevarende man heeft verkocht aan Jan Theunisz. bouwman wonende Lekkerkerk
een huis en erf in het Korte Groenendal, belend ten Z: Jooris Willemsz. Goijer en ten N: Jan Pietersz.
Schaer. Koopsom f 312, te betalen met f 30 contant en de rest op f 20 per jaar. Vrij en niet belast. De
oude waarbrief in dato 12-01-1602.
Nr. 174 folio 88 d.d. 22-04-1606.
Pouwels Joorisz. huistimmerman heeft verkocht aan Frans Marinusz. wonende alhier een huis en erf
in het Broersveld, strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot responderende nevens de
lijnbaan van Claes Bastiaensz., belend ten Z: Sijmon Joosten en ten N: Elias Jansen. Koopsom f 900,
te betalen met f 100 contant en de rest op f 26 per jaar. Belast met een losrente van f 3 per jaar, te
ontvangen door het Gasthuis, te lossen de penning 16. De oude waarbrief in dato 14-04-1601.
Nr. 175 folio 88v. d.d. 24-04-1606.
Anthonis de Geest schipper en burger van Gorkum is schuldig aan Cornelis Cornelisz. Calff de oude
scheepstimmerman de somme van f 444 vlaams ter zake van een nieuwe kromstevenschuit zo die
van stapel gelopen is. Hij belooft te betalen met f 120 per jaar en verzekert dit op de voorn. schuit
onder verband van waterrecht.
Folio 89 en 89v. zijn niet opgenomen.
Nr. 176 folio 90 d.d. 26-04-1606.
Cornelis Gerritsz. Schoonweer burger alhier is schuldig aan Claes Willemsz. wonende op de
Watersloot te Delft, de somme van f 300 ter zake van geleende penningen. Claes Willemsz. zal deze
penningen terug ontvangen na zijn comparants overlijden, uit de gereedste goederen. Hij verzekert dit
op zijn huis en erf waarin hij woont, staande in de Boterstraat, belend ten O: de weduwe en
erfgenamen van Jan Claesz. timmerman en ten W: de kinderen van Cornelis Jacobsz. bakker.
Kanttekening d.d. 23-04-1620. De kinderen van zaliger Cornelis Gerritsz. Schoonweer hebben ter
secretarie alhier geëxhibeerd de originele schuldbrief, zijn gecasseerd en afgelost.
Nr. 177 folio 90 d.d. 29-04-1606.
Neeltgen Jansdr. huisvrouw van Cornelis Heijndricxz. Braber wonende Delfshaven als aktie hebbende
van haar man, de procuratie verleden op 27-12-1605 voor notaris te Rotterdam, heeft met willig
decreet i.p.v. waarborg verkocht aan Ghijsbrecht Bastiaensz. schoenmaker, een huis en erf achter op
de Haven, belend ten W: Jan Claesz. Koeckeeter en O: de schuur van zaliger Danecop Willemsz.,
strekkende voor van de straat tot achter aan de gevel van zaliger Rochus Jansz. kleermaker.
Koopsom f 360 carolus, te betalen met f 36 contant, mei f 36 en de rest op f 24 per jaar. Belast met f
3-09-04 per jaar, voor het maken van de stenen kade, te lossen de penning 16 en te ontvangen door
de stad. Nog een erfpacht van f 0-05-10 per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is.
De oude waarbrief in dato 21-01-1595.
Kanttekening: De penningbrief is met consent van Cornelis Heijndricxz. Braber gemaakt t.b.v.
Neeltgen Jansdr. zijn huisvrouw.
Nr. 178 folio 91 d.d. 29-04-1606.
Willem Melchiorsz. van Welhouck heeft verkocht aan Jan Jansz. Oth kleermaker een huis en erf op de
Beestenmarkt in de Boterstraat, belend ten N: ’s-herenstraat en ten Z: Mr. Quilliame de Mannacker.
Koopsom f 1.200 carolus, te betalen met f 150 contant en de rest op f 50 per jaar. Belast met een
rente van f 1-10-00 per jaar, te lossen de penning 16 en te ontvangen door de stad. De oude waarbrief
in dato 12-05-1590. Penningborg voor de helft: Jan Leendertsz. lijndraaier en voor de andere helft
heeft de koper verbonden t.b.v. de verkoper de erfenis die hij als gehuwd hebbende Trijntgen
Cornelisdr. aanbestorven is door Neeltgen Andries laatst weduwe van Floris Euwoutsz. van Colster,
namelijk de helft van een kustingbrief sprekende t.l.v. Jan Cornelisz. zeevarende man, inhoudende f
828, te betalen met f 72 contant en f 30 per jaar, gedateerd 05-04-1603, verzekerd op een huis en erf
in de Breedstraat, belend ten N: de tuin van Pieter Pietersz. van der Burch de jonge en ten Z: de
huizing van Willem Fonteijn. Nog 1/6 part van een kustingbrief sprekende t.l.v. Jan Dircxz. lijndraaier,
inhoudende f 566, te betalen met f 36 contant en f 18 per jaar, gedateerd 03-03-1605, verzekerd op
een huis en erf op de Kerksloot, belend ten W: het kerkhuis en ten O: Huijbrecht Cassenaer.
Nr. 179 folio 91v. d.d. eodem die.
Arent Dircxz. Niesen en Alewijn Heijndricxz. burgers alhier als voogden van de weeskinderen
nagelaten door zaliger Barentgen Barentsdr., hebben verkocht aan Adriaen Pietersz. kuiper een huis
25

NADERE TOEGANG 75
en erf over de Schie, belend ten N: Louris Centen en ten Z: ’s-herenstraat. Koopsom f 850, te betalen
met f 108 contant, Martini 1606 en 1607 f 30 en de rest op f 24 per jaar. Vrij en niet belast.
Penningborgen: Heijmen Wiggertsz. kuiper en Willem Jansz. lijndraaier, beiden burgers alhier.
Nr. 180 folio 92 d.d. 02-05-1606.
Cornelis Cornelisz. stierman wonende alhier is schuldig aan Geertgen Danckertsdr. weduwe Dirck
Huijbrechtsz. de somme van f 357-03-00 over de koop van 1/7 part in een buisschip groot 40 lasten en
waarop Dirck Huijbrechtsz. in zijn leven stierman was. Hij belooft te betalen met ⅓ part contant,
Pinksteren nog ⅓ part en de rest Pinksteren 1608 en verzekert dit op het gekochte 1/7 part onder
verband van waterrecht.
Nr. 181 folio 92v. d.d. 03-05-1606.
Pieter Claesz. van Arp tijkwerker heeft gecedeerd t.b.v. de weeskinderen van scheepstimmerman
Arijen Ariensz. verwekt bij zaliger Barentgen Barentsdr., een rentebrief door zaliger Cornelis Cornelisz.
’t Boertgen verleden voor schepenen alhier op 18-04-1598, inhoudende t.l.v. de voorn. Cornelis
Cornelisz. f 3-02-08 per jaar, te lossen de penning 16. Hij bekent hiervan voldaan en betaald te zijn.
Nr. 182 folio 93 d.d. 05-05-1606.
Annetgen Sijmonsdr. verklaarde dat Gerrit Meeusz. Visch haar oom op 15-03-1606 een accoord had
gemaakt met Bruijn Ariensz. mede haar oom, door tussenspreken van Pieter Pietersz. van der Burch,
Sijmon Claesz. Pesser en Jacob Pietersz. van Cleeff als arbiters, nopens de administratie van haar
comparantes goederen, door Bruijn Ariensz. gehad uit krachte van een procuratie van Tielman
Cornelisz. de man van de comparante, in dato 10-10-1606. De comparante ratificeert het accoord en
heeft aan Gerrit Meeusz. daartoe last gegeven. Zij belooft Gerrit Meeusz. te indemneren van de
borgtocht die dezelve Gerrit Meeusz. op 15-03-1606 voor haar comparante voor schepenen alhier
heeft verleden voor de lichting van haar goederen. Zij verbindt hieraan haar persoon en goederen,
speciaal de goederen die Bruijn Ariensz. heeft overgeleverd, als rentebrieven, kustingbrieven en
gerede penningen of obligatien daarvoor gekocht.
Nr. 183 folio 93v. d.d. 06-05-1606.
Willem Nieupoort notaris als geordonneerde curator in de desolaten boedel van Gerrit Back tingieter
en Jannitgen Ariensdr. zijn huisvrouw, heeft t.o.v. Willem Nieupoort de oude en Gerrit Lourisz.
timmerman als borgen voor de kooppenningen, verkocht aan Arien Dircxz. koperslager burger alhier,
de huizing van Gerrit Back in de Boterstraat beneden de Kruisstraat, belend ten N: Gerrit Thijsz.
kleermaker en ten Z: de huizing van Huijch Woutersz. Bol, strekkende voor van ’s-herenstraat tot
achter aan de huizing van Bartholomees Cornelisz. snijder, alles achtervolgende de waarbrief van 23-
06-1597. Koopsom f 1.640, te betalen met f 100 contant en de rest op f 100 per jaar. Belast met f 0-
05-08 per jaar, te ontvangen door de Grafelijkheid. Verkocht met willig decrret i.p.v. waarborg.
Nr. 184 folio 94 d.d. eodem die.
Huijbrecht Isbrantsz. Sparenburch met procuratie van Adriaen Claesz. wonende Zevenhuizen
gedateerd 23-04-1606, oom en bloedvoogd van moederszijde van de 2 nagelaten weeskinderen van
Cornelis Willemsz. en Neeltgen Claesdr. beiden zaliger, heeft t.b.v. de kinderen verkocht aan Gerrit
Cornelisz. straatmaker, een huis en erf in de Kreupelstraat, belend ten N: Job Maertensz. en ten Z:
Tonis Heijndricxz., beiden met huis en erf. Koopsom f 350, te betalen St. Maarten f 30 i.p.v. contante
penningen en de rest op f 18 per jaar. Vrij en niet belast. Onder conditie en servituten van drop en licht
als hetzelve door Cornelis Wassenaer bewoond en gepossodeerd is geweest. Penningborgen:
Cornelis Coppen en Huijch Maertensz.
Nr. 185 folio 94v. d.d. eodem die.
Jan Willemsz. Vermij burger alhier gehuwd geweest met Maertgen Pleunen, eertijds weduwe van
Teus Osiersz., heeft gecedeerd aan Jan Willemsz. van Haerlem, de helft van een kustingbrief
verleden door Willem Allertsz. Sas op 02-05-1587 voor schepenen alhier, t.b.v. zijn overleden
huisvrouw, waarvan de wederhelft zijn huisvrouws kinderen en erfgenamen toekomt, inhoudende nog
f 581, te betalen met f 84 per jaar. Hij blijft gehouden de transportant voor de ene helft te indemneren
en schadeloos te houden van de oude kustingbrief die Pieter Meesz. metselaar alhier op het huis in
de getransporteerde kustingbrief geroerd, sprekende heeft, nog inhoudende f 438, te betalen met f 45
per jaar. Hij bekent betaald te zijn de eerste met de laatste penning.
Nr. 186 folio 95 d.d. 13-05-1606.
Louris Jansz. schipper op Amsterdam heeft verkocht aan Diert Pietersz. van Zevenhuizen een erf met
loods daarop staande aan de noordzijde van de Schie, belend ten O: Theunis Jorisz. Post en ten W:
de voorn. Louris Jansz., strekkende achter van het huis van Diert Pietersz. tot aan de straat
responderende aan het Groeneweegje. Koopsom f 192 carolus, contant geld. Hij verbindt hieraan zijn
huis en erf over de Schie, belend ten O: Diert Pietersz. voorn. met het voorsz. gekochte en ten W:
Lambrecht Jansz. conciërge van de Doelen. Ter meerdere zekerheid voor de waring stelt Gerrit
26

NADERE TOEGANG 75
Ariensz. Schoone zich waarborg onder verband van zijn huis en erf aan het Marktveld, belend ten O:
de burgemeester Jan Jacobsz. de Recht en ten W: Arijen Jorisz. timmerman.
Nr. 187 folio 95v. d.d. eodem die.
Tonis Arijensz. timmerman burger alhier heeft verkocht aan Arent Joppen zeevarensgezel een huis en
erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: Joost Pietersz. en ten Z: Claes
Heijndricxz., strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de sloot. Koopsom f 900, te betalen
met f 100 contant en de rest op f 28 per jaar. Belast met f 6-15-00 per jaar. Dit met de servituten als
begrepen in de 2 oude waarbrieven welke dienen als waarborg. Penningborgen: Job Arentsz.
stierman en Dirckgen Geroensdr. weduwe Arijen Dircxz., in leven stierman.
Nr. 188 folio 96 d.d. 16-05-1606.
Cornelis Jansz. Schim en Willem Jansz. Schim beiden wonende Maassluis, elk voor 5/12 parten,
mitsgaders Mees Cornelisz. wonende Vlaardingen voor 2/12 parten, zijn schuldig aan Joris Jacobsz.
stierman wonende alhier de somme van f 1.068 vlaams over de koop van een visboot, groot 7 lasten.
Zij beloven te betalen op Kerstmisdagen telkens ⅓ part en verzekeren dit op het voorn. visbootje
onder verband van waterrecht.
Nr. 189 folio 96v. d.d. 20-05-1606.
Pieter Jansz. lijndraaier wonende Bodegraven heeft verkocht aan Thonis Roeloffsz. zeevarende man
burger alhier een huis en erf genaamd de Cickert, mitsgaders 7 voeten erf strekkende langs de
noordzijde muur en breed 6 voeten, staande in het Groeneweegje, strekkende het huis en erf achter
van de gevel af tot de poort of uitgang van de Noordvest toe. Koopsom f 815 carolus, te betalen met f
30 per jaar. Vrij en niet belast. De oude waarbrief in dato 26-03-1605.
Nr. 190 folio 97 d.d. 28-05-1606.
Pieter Ardes tafelhouder alhier is schuldig aan Jan Hopkinis vaandrig van de compagnie van kapitein
Medekercken, de somme van f 950 carolus, spruitende van geleende penningen. Hij belooft te betalen
op 10-05-1607 tegen tien ten honderd in het jaar en verzekert dit op zijn persoon en goederen.
Nr. 191 folio 97v. d.d. 28-05-1606.
Baertgen Willemsdr. weduwe Leendert Jorisz. van Alphen geassisteerd met Joris Leendertsz. van
Alphen haar zoon en gekozen voogd, heeft verkocht aan Franchois Hessel wonende Delft de
nabeschreven meubelen, te weten een bed met peluw, 2 dekens, etc. etc. Zij is betaald met de
somme van f 208 in mindering van de rekening van hetgeen Hessel toekomt.
Nr. 192 folio 98 d.d. 29-05-1606.
Jacob Heijndricxz. Bolleman burger alhier is schuldig aan Cornelis Leendertsz. Baeten stierman te
Zwartewaal met zijn gemene reders de somme van f 900 carolus, zijnde de laatste helft van de
hoofdsom van f 1.800, spruitende ter zake van de koop van een buisschip, groot 30 lasten, genaamd
’t Swaentgen. Hij belooft te betalen op 18-02-1607 en verzekert dit op hetzelve schip. Ter meerdere
zekerheid hebben Sijmon Cornelisz. Bouman oud burgemeester alhier en Cornelis Jacobsz. Vlaering
zich borgen gesteld.
Nr. 193 folio 98v. d.d. 03-06-1606.
Aeltgen Jacobsdr. weduwe Jan Maertensz. stoeldraaier geassisteerd met Jacob Jansz. haar zoon en
gekozen voogd heeft verkocht aan Leendert Leendertsz. een huis en erf op de Nieuwstraat, belend
ten Z: Willem Nieupoort de oude en ten N: de gang of poort van Pietertgen Ariensdr. Koopsom f 650,
te betalen met f 72 contant en de rest op f 28 per jaar. Belast met f 1-10-00 per jaar, te ontvangen
door de hoofdmannen van de Doelen. Penningborgen: Allert Heijndricxz. en Lieven Leendertsz., elk
voor de helft.
Nr. 194 folio 99 d.d. 06-06-1606.
Gerrit Gerritsz. lijndraaier burger alhier is schuldig aan Davidt Robert burgemeester te Nieupoort een
losrente van f 10-10-00, bedragende in hoofdsom f 150 losbaar de penning 14. Hij verzekert dit op zijn
huis en erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: Coen Jansz. schipper en
ten Z: de weduwe van Cornelis Aertsz. stierman.
Nr. 195 folio 99v. d.d. 08-06-1606.
Willem Jacobsz. Brasser heeft verkocht aan Robert Skie, Jan Roel, Robert Sweijden en Rogier
Diggissoij, een vlieboot groot 28 lasten, genaamd de Winthondt. Betaald met een obligatie
inhoudende f 400 carolus, ondertekend door Jan Cornelisz. Ruijl woonachtig te Amsterdam.
Nr. 196 folio 99v. d.d. 10-06-1606.
Pieter Pietersz. van Dijck heeft verkocht aan Raes Leendertsz. bootgezel burger alhier een huis en erf
in het Broersveld ten westen van de nieuwe vaart, belend ten N: Heijndrick Leendertsz. en ten W: de
verkoper, strekkende van ’s-herenstraat tot achter aan de sloot responderende neffens de lijnbaan
van Claes Bastiaensz. Koopsom f 900 carolus, te betalen met f 50 contant, St. Maarten f 27 en de rest
op f 27 per jaar. Belast met een losrente van f 3-10-00 per jaar te lossen de penning 16 en te
27

NADERE TOEGANG 75
ontvangen door het Gasthuis. Als waarborg zal strekken de waarbrief die het Gasthuis onder zich
heeft. Penningborg: Joris Jacobsz. stierman.
Nr. 197 folio 100v. d.d. eodem die.
Aeltgen Leendertsdr. weduwe Maerten Sijmonsz. geassisteerd met Pieter Jansz. Lis haar gekozen
voogd heeft verkocht aan Huijbrecht Tijsz. steenvormer een erf buiten de Hoofdpoort bezuiden de
steenplaats, breed 30 voeten en lang aan de noordzijde 21 roeden 9 voeten 6 duimen en aan de
zuidzijde lang 21 roeden 6 voeten. Zijnde het 14° erf, belend ten N: de koper zelf en ten Z: Jan
Willemsz. van Haerlem. Koopsom f 200 carolus, te betalen met f 40 contant en f 27 per jaar. Belast
met een rente van £ 7-05-13 per jaar, losbaar de penning 16 toekomende de stad. De oude waarbrief
in dato 22-04-1600.
Kanttekening: De penningbrief is met consent van Aeltgen Leenertsdr. in het geheel gemaakt t.b.v.
Arent Jacobsz. brouwer in het Truweel te Delft.
Nr. 198 folio 101 d.d. eodem die.
Cornelis Florisz. Lants burger alhier heeft verkocht aan Pieter Engebrechtsz. bootgezel mede burger
alhier, de helft van een huis en erf in de Raam, belend ten W: Thonis Jansz. en ten N: Jan Jansz.
huistimmerman. Koopsom f 458, te betalen met £ 20 per jaar. Belast met f 0-05-04 per jaar,
toekomende de kerk. De oude waarbrief in dato 20-08-1605. Waarborg: Jan Leendertsz. zeevarende
man.
Kanttekening: De penningbrief is met consent van Cornelis Florisz. Lants in het geheel gemaakt t.b.v.
Jan Leendertsz. zeevarende man, in volle betaling van de oude kustingbrief in dato 20-08-1605 welke
Jan Leendertsz. op Cornelis Florisz. Lants sprekende heeft.
Nr. 199 folio 101v. d.d. 13-06-1606.
Arent Aldertsz. zeevarende man wonende alhier is schuldig aan Soetgen Huijgen weduwe Claes
Heijndricxz. de somme van f 26, spruitende van geleende penningen. Hij belooft te betalen op 2
termijnen uit de huur van de haringteelt. Uit de 1° reis f 16 en uit de 2° reis f 10. Hij verbindt hieraan
zijn gehele huur welke hij zal komen te verdienen bij stierman Jacob Dircxz.
Nr. 200 folio 101v. d.d. 24-06-1606.
Arijen Willemsz. Maen timmerman heeft verkocht aan Willem Cornelisz. zeevarende man een huis en
erf in de Boterstraat, belend ten W: de weduwe van Cornelis Thomasz. wielmaker en ten O: ’sherensteeg,
strekkende voor van de Boterstraat tot achter aan de Peperstraat. Met alle servituten
zoals het bewoond is geweest door de verkoper. Koopsom f 1.025, te betalen met f 100 contant welke
de koper op rente zal houden tegen de penning 16, af te lossen op 2 jaar en de rest op f 36 per jaar.
Belast met een rente van f 3-02-08 per jaar, te lossen de penning 16 en te ontvangen door degene die
daartoe gerechtigd is. Nog met 28 of 30 st. per jaar, toekomende de stad. Waarborgen: Dirck Aertsz.
schuitvoerder en Cornelis Claesz. in den Thuijn. Penningborgen: Pieter Jansz. Lis en Frans Marinusz.
zeevarende man, elk voor de helft.
Nr. 201 folio 102v. d.d. 24-06-1606.
Balthasar Quinget gehuwd met Aeltgen Cornelisdr. heeft getransporteerd aan de nagelaten
weeskinderen van zaliger Lucas Huijgensz. van der Dussen en Soetgen Adriaensdr. Duijst een
kustingbrief sprekende t.l.v. Engebrecht Pietersz. metselaar, verleden voor schepenen alhier op 12-
02-1584, hem transportant aangekomen bij transport van Maritgen Ariensdr. weduwe Gelandt
Dammisz., verleden voor schepenen alhier op 02-06-1587, inhoudende nog t.b.v. de voorsz.
weeskinderen de somme van f 592, te betalen met f 48 per jaar. Hij bekent betaald te zijn met de
somme van f 404-04-00.
Nr. 202 folio 103 d.d. 28-06-1606.
Jan Cornelisz. van Schiedam wonende te Woerden heeft gecedeerd aan Cornelis Jansz. kleermaker
zijn zoon, de helft van 2 kustingbrieven, verleden voor schepenen alhier, de ene sprekende t.l.v.
Lodewijck Cornelisz. in dato 29-04-1589, te betalen met f 100 per jaar, inhoudende nog f 700 en de
andere sprekende t.l.v. Reijer Dammisz. in dato 02-06-1584, te betalen met £ 18 per jaar, inhoudende
nog f 249. Dit onder voorwaarde dat de getransporteerde op zich neemt te betalen een kustingbrief
sprekende t.l.v. Jan Cornelisz. transportant voorn. t.b.v. Grietgen Cornelisdr. zijn transportants zuster,
inhoudende nog f 155, te betalen met f 36 per jaar, verleden voor schepenen alhier op 02-06-1584.
Mitsgaders hij getransporteerde voor de transportant belooft te betalen de ondergeschreven sommen,
nameljk over hetgeen hij van zijn moedelijk bewijs van de transportant was competerende de somme
van f 45, aan Jan Jansz. Bom wonende in Chastilien te Delft, de somme van f 84, aan het Gilde van
de kleermakers alhier f 48, aan Bleau Verru te Rotterdam f 16-19-08 en nog f 78 die de
getransporteerde voor zijn vader heeft betaald.
Nr. 203 folio 104 d.d. 29-06-1606.
Lijsbet Dircxdr. weduwe Bertel Ghijsbrechtsz. geassisteerd met Dirck Jansz. koperslager haar vader
ter ene zijde, Willem Maes gehuwd met Maertgen Ghijsbrechtsdr. zuster van Bertel Ghijsbrechtsz.,
28

NADERE TOEGANG 75
met Pouwels Ghijsbrechtsz. van der Loock broeder van Bertel Ghijsbrechtsz., ter andere zijde, zijn
geaccordeerd nopens de goederen nagelaten door Bertel Ghijsbrechtsz. Te weten dat de weduwe de
erfgenamen op 01-07-1607 contant zal betalen f 50 carolus, mitsgaders daarboven nog alle kleding
van Bertel Ghijsbrehtsz.. Hier tegen zal zij blijven bezitten de inboedel met in- en uitschulden.
Nr. 204 folio 104v. d.d. 30-06-1606.
Annetgen Adamsdr. weduwe Cornelis Heijndricxz. Kesa geassisteerd met Wijnant Jacobsz. haar
gekozen voogd, voor een hand, dezelve Wijnant Jacobsz. als voogd van Cuniertgen Adamsdr. mede
voor een hand, Gerrit Jansz. Vinck als vader en voogd van zijn 2 onmondige kinderen verwekt bij
Hester Adamsdr. zaliger, met namen: Adam Gerritsz. en Pieter Gerritsz., tezamen mede voor een
hand en Aldert Lievensz. van der Voocht nagelaten zoon van Rachel Adamsdr. zijn zaliger moeder,
voor een hand, tezamen kinderen en kindskinderen en erfgenamen van Aeltgen Gosensdr. hun
bestemoeder. Zij hebben geschift en gescheiden de nagelaten goederen, te weten dat Aldert
Lievensz. vooruit zal krijgen de kustingbrief sprekende op het huis en erf van Jan Cornelisz.
Jongeneel, staande in de Boterstraat, inhoudende te betalen met f 24 carolus per jaar tot f 135 carolus
welke Allert Lievensz. nog competeren uit de erfenis hem aanbestorven door Adam Allertsz. zijn
bestevader. De kustingbrief verleden door de voorn. Jan Cornelisz. Jongeneel voor schepenen alhier
t.b.v. Aeltgen Gosensdr. in dato 18-04-1592. Anneken Adamsdr. zal uit dezelve kustingbrief hebben
en ontvangen de somme van f 12 carolus op 24 st. per jaar, welke Anneken Adamsdr. van haar
vaderlijke erfenis te kort is gekomen, mits dat Geertgen Dircxdr., te voren weduwe van Jan Jacobsz.
schuitvoerder, van de 24 st. per jaar, gedurende 10 jaar een ¼ part moet ontvangen. Voorts zullen de
comparanten onder hun 4 handen, elk voor ¼ part, jaarlijks hebben de navolgende kustingpenningen,
te weten de rest van de voorn. kusting van f 24 carolus per jaar sprekende t.l.v. Jan Cornelisz.
Jongeneel, bedragende de rest jaarlijks f 10 carolus, inhoudende nog in hoofdsom f 207 carolus. Item
nog een kusting van f 78 carolus, sprekende op een huis en erf in de Boterstraat waar possesseur van
is Ruardus Acronius dienaar des Goddelijken woord, volgens de kustingbrief door Willem Jansz. van
Maastricht t.b.v. Aeltgen Goosensdr. voor schepenen alhier verleden in dato 14-04-1590, inhoudende
nog f 402 carolus. Item nog een kusting van f 18 carolus per jaar, sprekende op een huis en erf in de
steeg van het Groeneveld, door Michiel Tijsz. van Aeltgen Gosensdr. gekocht volgende de kustingbrief
door dezelve Michiel Tijsz. t.b.v. Aeltgen Goosensdr. voor schepenen alhier verleden op 17-02-1590,
inhoudende nog f 318. Item nog een kusting van f 36 carolus per jaar, sprekende op een huis en erf in
de Boterstraat, door Jan Bastiaensz. van de gemene erfgenamen van Aeltgen Goosensdr. gekocht
volgens de kustingbrief doo Jan Bastiaensz. t.b.v. de erfgenamen voor schepenen alhier verleden op
03-02-1596, inhoudende nog f 734 carolus. En nog f 235-04-00 carolus, overschietende van een
kustingbrief van f 24-08-00 carolus per jaar, door dokter Joost Stalpert van der Wielen t.b.v. Aeltgen
Goosensdr. voor schepenen alhier verleden op 25-08-1589, sprekende op een huis en erf in de
Boterstraat aan de westzijde van de huizing van Goosen Sijmonsz. olieslager, waarvan de eerste paai
t.p.v. de erfgenamen elk voor ¼ part zal verschijnen mei 1615, volgens de oude koopvoorwaarden in
dato 06-05-1589. Anneken Adamsdr. en Geertgen Dircxdr. zullen tot die tijd de termijnen van de
kustingbrief moeten ontvangen, Anneken Adamsdr. voor ¾ parten en Geertgen Dircxdr. voor ¼ part.
Anneken Adamsdr. heeft alle kustingbrieven onder haar berustende en belooft de andere erfgenamen
getrouwelijk te laten ontvangen.
Nr. 205 folio 107 d.d. 01-07-1606.
Jacob Lambrechtsz. brouwer in de Hellebaert met de Croon alhier is schuldig aan Maria Pietersdr. van
der Burch huisvrouw van Dirck Claesz. Pansser de somme van f 504 carolus ter zake van berekende
penningen van zout en anders. Hij belooft te betalen bij vermaning met de intrest van dien tegen de
penning 16, belopende £ 31-10-00 per jaar en verzekert dit op zijn huis en brouwerij over de Haven in
het West-Nieuweland, belend ten Z: Cornelis Alewijnsz. cum suis en ten N: Arent Bruijnsz. van der
Dussen, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de Molenstraat. Item nog mede op een huis
en erf in de Holsteeg, mitsgaders op 2 nieuw getimmerde huisjes daarnaast staande, tezamen belend
ten Z: Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck en ten N: een gang van Geradt Muijs scretaris alhier. Nog op zijn
huis en erf in de Korte Kerkstraat, belend ten W: Jan Jorisz. glasmaker en ten O: Sijbrant Lourisz.
timmerman, strekkende voor uit de Kerkstraat tot achter aan het Lombardsteegje.
Nr. 206 folio 109 d.d. 22-07-1606.
Leendert Heijndricxz. zeilmaker gehuwd met Anneken Pietersdr. zijn tegenwoordige huisvrouw heeft
gecedeerd aan Adriaen Willemsz. lijndraaier een losrentebrief van f 20 per jaar, te lossen de penning
16, sprekende t.l.v. Heijndrick Bastiaensz. Bolleman, verleden voor schepenen alhier op 11-08-1578.
Hij bekent betaald te zijn de eerste met de laatste penning.
Nr. 207 folio 109v. d.d. 31-07-1606.
29

NADERE TOEGANG 75
Frans Jacobsz. wonende op de Laensloot buiten Schiedam is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen de
somme van f 300, spruitende van geleende penningen. Hij belooft te betalen Kerstmis 1606 f 100 en
de rest op f 100 per jaar tegen de intrest de penning 16 en verbindt hieraan zijn persoon en goederen.
Nr. 208 folio 110 d.d. 04-08-1606.
Lambrecht Carelsz. van Heijnsberch wonende te Danzig als principaal en Pieter Jansz. Lis zijn zwager
als borg, is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen de somme van f 600 carolus ter zake van geleende
penningen. Hij belooft te betalen op 04-08-1607 met de intrest van dien tegen de penning 16. Hij
verbindt hieraan zijn huis en erf op de Dam beneffens de Sluis, belend ten O: de voorn. Sluis met ’sherenstraat
en ten W: de huizing van Jacob Pietersz. van Cleeff, strekkende voor van de straat tot
achter aan het huis en erf van Jan Gerritsz. de Moolen. Ter meerdere zekerheid heeft Pieter Jansz.
Lis verbonden zijn huis en erf over de Haven in het West-Nieuweland, belend ten O: de schuur en
plaats van Alewijn Heijnricxz. en ten W: het stadstimmerhuis.
Nr. 209 folio 111 d.d. 14-08-1606.
Jan Jansz. Ham wonende Zouteveen als principaal, mitsgaders jonge Jan Jansz. Ham en Leendert
Cornelisz. beiden wonende Zouteveen als borgen, is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper
burger alhier de somme van f 350 vlaams ter zake van afgerekende penningen. Hij belooft te betalen
met f 50 contant en de rest op f 37 per jaar. Zij verbinden hieraan hun persoon en goederen.
Nr. 210 folio 111v. d.d. 24-08-1606.
Leendert Pietersz. wonende Kethel-ambacht is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper de
somme van f 600 carolus ter zake van geleende penningen. Hij belooft te betalen Kerstmis 1606
tegen de intrest van dien de penning 16, belopende f 37-10-00 per jaar. Hij verbindt hieraan zijn
persoon en goederen.
Nr. 211 folio 112 d.d. 08-09-1606.
Sijmon Claesz. Pesser, Willem Melchiorsz. van Welhouck en Maerten Jorisz. Koij leproosmeesters
hebben aangenomen in het Leprooshuis te onderhouden en alimenteren in mondkost, Immetgen
Willemsdr. ongehuwd persoon van Pijnacker oud 63 jaar, dit gedurende de rest van haar leven. De
leproosmeesters bekennen hiervoor betaald te zijn de eerste met de laatste penning.
Nr. 212 folio 112v. d.d. 18-09-1606.
Pieter Claesz. schipper burger alhier is schuldig aan Arent Jansz. brouwer in de Buijsch te Delft, de
somme van f 379-03-00 spruitende ter zake van afgerekende penningen. De comparant stelt voor de
betaling in handen van Arent Jansz. een obligatie verleden door Philps Walcheren op 20-05-1606
t.p.v. de comparant, inhoudende f 90 en te betalen 20-06-1607. Hij belooft de resterende f 289-03-00
te betalen bij vermaning van Arent Jansz. en verbindt hieraan zijn damloper. groot 8 lasten.
Folio 113 en 114 zijn niet opgenomen.
Nr. 213 folio 115 d.d. 27-09-1606.
Arent Jansz. stierman van Maassluis is schuldig aan Cornelis Cornelisz. jonge kalff
scheepstimmerman wonende op het Hoofd, de somme van f 400 carolus over de koop van een
nieuwe hoekschuit zo die van stapel gelopen is. Hij belooft te betalen met f 200 per jaar en verbindt
hieraan de voorn. hoekschuit onder verband van waterrecht.
Nr. 214 folio 115 d.d. 28-09-1606.
Lenert Jansz. van Delft koopman wonende alhier verklaart dat hij bij testament van zijn zaliger moeder
Maritgen Leenertsdr. in dato 31-07-1601, geordonneerd werd om de portie of gedeelte van de
goederen die hij van haar zou ontvangen zal komen op zijn kind of kinderen en dat hij comparant
daarvan zal hebben de jaarlijkse vruchten en lijftocht zolang hij in leven blijft. Om deze vruchten of
lijftocht te mogen genieten zonder bemoeienis van iemand is hij met zijn mede erfgenamen in het
minnelijke verdragen en geaccordeerd. Hem comparant zal in handen worden gesteld de gehele
portie, bedragende in hoofdsom f 1.200, om daarvan te mogen trekken de vruchten en emolumenten
als hem zal goeddunken. De eigendom van de portie zal na zijn overljden komen op zijn kind of
kinderen in conformite van het testament. Hij belooft de eigendom van dit portie niet te verminderen en
te laten komen op zijn kind of kinderen. Ter verzekering van dien heeft hij ten verzoeke van zijn mede
erfgenamen hieraan verbonden zijn persoon en goederen en ter meerdere zekerheid zijn huis en erf
op de Hoogstraat, belend ten W: Arijen Vassen stierman en ten O: Rochus (niet verder ingevuld),
strekkende van de Hoogstraat tot aan de straat van de haven.
Nr. 215 folio 116 d.d. 03-10-1606.
Leendert Leendertsz. als principaal, mitsgaders Heijnrick Allertsz. bakker en Lieven Leendertsz. als
borgen, is schuldig aan Bastiaen Jacobsz. kagenaar de somme van f 355 inzake de mangeling van
zijn oude kaagschuit tegen de nieuwe kaagschuit van Bastiaen Jacobsz. Hij belooft te betalen op f 100
per jaar en verzekert dit op de voorn. kaagschuit onder verband van waterrecht.
Nr. 216 folio 116v. d.d. 12-10-1606.
30

NADERE TOEGANG 75
Maritgen Jacobsdr. weduwe Bastiaen Cornelisz. schipper wonende Delft als principaal, mitsgaders
Gerrit Jacobsz. en Cornelis Jacobsz. beiden timmerlieden te Delft, broeders van Maritgen Jacobsdr.,
als borgen. Zij beloven Pieter Claesz. schipper te Schiedam te vrijen en waren van een oude
kaagschuit, onder verband van waterrecht.
Nr. 217 folio 117 d.d. 21-10-1606.
Pieter Jansz. Lis heeft verkocht aan Frans Dircxz. van der Vivres een erf achter zijn huizing, belend
ten O: de tuin van Alewijn Heijndricxz. en ten W: de stadsvest, strekkende van de tuin van de verkoper
tot achter aan de Molenstraat, met alzulke lengte en breedte als de verkoper het thans met zijn ros
korenmolen betimmerd heeft en afgeheind. Koopsom f 336 carolus welke de koper op rente zal
houden en naar believe zal mogen aflossen tegen de penning 16. Vrij en niet belast. Hij verbindt
hieraan de voorn. rosmolen welke hij op het erf getimmerd heeft, mitsgaders zijn huis en erf waarin hij
tegenwoordig woont in de Molenstraat, belend ten O: de huizing van Cornelis Ariensz. timmerman en
ten W: de stadsvest.
Nr. 218 folio 117v. d.d. 04-11-1606.
Anna Reijersdr. weduwe Claes Ariensz. molenaar geassisteerd met Jan Reijersz. haar broeder en
gekozen voogd heeft verkocht aan Cornelis Ockersz. wonende Schipluiden en Jan Claesz. jonggezel
beiden molenaars, elk de helft van een een huis, erf met een rosmolen daarop staande aan het eind
van de Raamstraat, belend ten W: Jan Cornelisz. Corff met huis en erf en ten O: ’s-herenvest.
Mitsgaders nog elk de helft van een windkorenmolen met vrij eigen grond waarop de molen staat,
responderende aan de voorsz. rosmolen, zoals het door haar overleden man gepossideerd is
geweest. Koopsom f 6.300, te betalen met f 1.000 contant en de rest op f 300 per jaar. Het huis is
belast met een erfpacht van 3 blanken per jaar, toekomende de Heilige Geest. De verkoopster zal in
eigendom blijven houden de voorzijkamer, staande aan de westzijde van de verkochte huizing, onder
voorwaarde dat zij gehouden blijft op haar kosten te maken een vrije middenmuur, beginnende van de
eerste “soldering”, tot aan de middenzolder. Indien zij of haar erfgenamen de kamer willen verkopen,
dan hebben de voorn. kopers de voorkeur. Nog een voorwaarde over het gebruik van de sloot inzake
het vollen betreffende de rosmolen. Waarborgen: Jan Reijersz. voorsz. en Arijen Jorisz. timmerman.
Penningborgen: Voor Jan Claesz., Claes Willemsz. van den Berch zijn vader voor de helft. Voor deze
helft is gifte gegeven op 28-10-1606. De andere helft voor Cornelis Ockersz. zijn penningborgen
Jannitgen Rochusdr. weduwe Ocker Claesz. wonende op de korenmolen te Schipluiden in
Corpershouck, deszelfs Cornelis Ockersz. moeder en Jacob Ariensz. wonende Schipluiden zijn
huisvrouws vader.
Nr. 219 folio 118v. d.d. 20-11-1606. (doorgehaald).
Claes Gerritsz. schoenmaker burger alhier is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen een losrente van f 6
carolus per jaar met een hoofdsom van f 96, te lossen de penning 16. Hij verzekert dit op zijn huis en
erf op de Gooistraat, belend ten Z: Arijen Jansz. schrijnwerker en ten N: Jan Reijersz. varensgezel.
Ter meerdere zekerheid heeft Jannitgen Roockusdr. laatst weduwe Jan Dircxz. Snoij (geassisteerd
met Heijndrick Jansz. van Delft haar gekozen voogd), zich borg gesteld en verbindt hieraan haar huis
en erf op de Hoogstraat, belend ten Z: Jonas Pietersz. koopman en ten N: Gillis Pietersz. Cruijdenier.
Kanttekening d.d. 07-01-1608: Deze brief ie gerooieerd met het verlijden van een rentebrief,
inhoudende in hoofdsom f 200 carolus, hierna geregistreerd.
Nr. 220 folio 119v. d.d. 06-10-1606.
Geveild wordt een huis en erf van zaliger Thonis Pouwelsz. kuiper welke daarin is overleden, staande
op de Gooistraat, belend ten Z: Roeloff Jansz. kleermaker en ten N: ’s-herensteeg genaamd de
Zwaansteeg, strekkende voor van de Gooistraat tot achter aan een klein huisje dat Thonis Pouwelsz.
in leven bezeten heeft gehad. De koper zal i.p.v. contante penningen tot zijn last nemen een losrente
van f 12 per jaar die Pieter Pietersz. van der Burch oud burgemeester op het huis en erf sprekende
heeft, te lossen de penning 16 volgens de rentebrief in dato 18-10-1583. De verdere kooppenningen
zal de koper betalen met f 60 per jaar. Belast met een opstal van 1 blank per jaar, toekomende de
kerk. De heining tussen dit huis en het huis van Roelof Jansz. dient half om half onderhouden te
worden volgens de oude waarbrief in dato 26-05-1560. Koper is geworden Gerrit Jacobsz.
schoenmaker voor de somme van f 1.450 carolus. Waarborg: Arijen Thonisz. kuiper zoon van de
voorn. Thonis Pouwelsz., voor de last die nog zou komen na de possessie van zijn vader.
Penningborgen: Cornelis Jacobsz. van Pernis in Overmaas en Jacob Arentsz. schoenmaker alhier, elk
voor de helft. Op 02-12-1606 is de gifte gegeven door Gerard Muijs secretaris alhier vanwege zaliger
Huijbrecht Isbrantsz. gewezene curator van de boedel van Thonis Pouwelsz.
Kanttekening d.d. 16-04-1608: Arijen Thonisz. verklaarde zich in het geheel waarborg te stellen voor
de lasten die gedurende de possessie van zijn vader zijn gemaakt.
Nr. 221 folio 120 d.d. 04-12-1606.
31

NADERE TOEGANG 75
Dirck Jacobsz. Gommersbach notaris alhier met procuratie van Maritgen Perscijnen zijn moeder
weduwe Jacob Gommersbach, heeft uit kracht van deze procuratie (verleden 04-12-1606) gecedeerd
aan de oude manhuismeesters te Haarlem t.b.v. het Oude Manhuis, een rente van f 6 carolus, te
lossen de penning 16, alles volgens de rentebrief verleden door Remburg Claesdr. weduwe Heijnrick
Willemsz. de Roode voor schepenen van Haarlem op 13-07-1582 t.p.v. Marijtgen Perscijnen voorn. Hij
bekent betaald te zijn de eerste met de laatste penning.
Nr. 222 folio 120v. d.d. 05-12-1606.
Marinus Pietersz. burger alhier is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper een losrente van f 3
carolus, te lossen de penning 16 met een hoofdsom van f 48. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op
het Pad bij het Groeneweegje, belend ten W: Floris Jacobsz. en ten O: Maerten Jansz. bootgezel.
Deze huizing is niet meer belast dan de voorsz. rente van f 3.
Nr. 223 folio 121v. d.d. 09-12-1606.
Cornelis Cornelisz. metselaar wonende Rotterdam als principaal, mitsgaders Jacob Passchiersz.
wonende Zouteveen, Maerten Cornelisz. metselaar en Crijn Cornelisz. beiden wonende Kethelambacht
als borgen, is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper, de somme van f 144 vlaams
ter zake van geleende penningen. Hij belooft de f 144 te betalen op 09-12-1607 met de intrest van
dien tegen de penning 16. Ieder verbindt hieraan zijn persoon en goederen.
Nr. 224 folio 122 d.d. 16-12-1606.
Weijntgen Ghijsbrechtsdr. geassisteerd met Ghijs Heijnricxz. haar zoon en gekozen voogd heeft
verkocht aan Maerten Jansz. zeevarende man een huis en erf voor de Raamsloot, belend ten Z:
Leendert Gerritsz. en ten O: Jacob Ariensz. mede zeevarende man, strekkende voor van de straat tot
aan de huizing van Jan Berber, Koopsom f 400, te betalen de eerste 8 jaar f 26 per jaar en de rest op f
20 per jaar. Dit onder voorwaarde dat Weijntgen Ghijsbrechtsdr. haar leven lang zonder tegenzeggen
van de koper, zal blijven wonen op het kamertje op de achterzolder en op de zolder mag zij haar turf
leggen. Belast met 10 st. per jaar, te ontvangen door Gerrit Jansz. Moolen.
Nr. 225 folio 122. d.d. 17-12-1606.
Jan Arijensz. van der Marck is schuldig aan Pietertgen Claesdr. weduwe Maerten Pietersz. de somme
van f 15 carolus ter zake van de koop van wol en linnen kleding, mitsgaders verschoten penningen.
Hij belooft te betalen op 2 termijnen, uit de 1° haringreis of oorlogsvaart de somme van f 7 en uit de 2°
reis f 8. Ter meerdere zekerheid heeft Heijnrick Jacobsz. vakensslager zich borg gesteld.
Nr. 226 folio 123 d.d. 23-12-1606.
Willem Gerritsz. lakenkoper met procuratie van Joris Pietersz. Schuijter (de procuratie verleden voor
schepenen alhier op 08-02-1602) en Willem Nijeupoort notaris met procuratie van Jan Gillisz.
schoenmaker wonende Rotterdam (de procuratie verleden voor notaris Gerrit Jansz. van Woerden te
Rotterdam), hebben in die kwaliteit verkocht aan Gerrit Jansz. Moolen lakenbereider, namelijk Willem
Gerritsz. voor de helft en Willem Nijeupoort voor 1/6 part, een huis en erf beneden de Sluis alhier ter
stede en waar de resterende 2/6 parten de weeskinderen van Jan van Beveren toebehoren, belend ten
O: de Sluis en ten W: de plaats van Willem Allertsz. Sas. Koopsom f 234, contant geld. Hiervan zal
Willem Gerritsz. f 192 ontvangen, welke de koper op rente zal mogen houden tegen de penning 14.
Dit onder voorwaarde dat het binnen 4 jaar afgelost moet zijn. Willem Nijeupoort zal ontvangen f 42
welke is betaald. Vrij en niet belast. Met alle servituten als Knijer Heijnricxz. het gepossideerd en
bezeten heeft.
Nr. 227 folio 123v. d.d. 30-12-1606.
Leenert Cornelisz. Tollenaer schipper wonende Zwartewaal is schuldig aan Cornelis Cornelisz. jonge
Calff scheepstimmerman wonende op het Hoofd, de somme van f 252 over de koop van een
kromstevenschuit zo die van stapel gelopen is. Hij belooft te betalen op 3 Nieuwjaarsdagen telkens ⅓
part en verbindt hieraan de voorn. kromstevenschuit onder verband van waterrecht. Ter meerdere
zekerheid heeft Arijen Jacobsz. zeilmaker wonende Zwartewaal, zich borg geconstitueerd.
Nr. 228 folio 124 d.d. 28-12-1606.
Maertgen Jans weduwe Jacob Jansz. Waerde geassisteerd met Dirck Ariensz. lakenkoper haar
gekozen voogd is schuldig aan Huijbrecht Willemsz. Engelsman, haar behuwd zoon, de somme van f
300. De penningen zijn verstrekt tot aflossing van een rentebrief gedateerd 14-05-1598, verleden voor
schepenen alhier, welke Antonis Cornelisz. alias come Teun op haar comparante sprekende had. Zij
belooft de f 300 na haar overlijden uit haar gereedste goederen met de rente van dien tegen de
penning 16, ontvangen zal worden en verbindt hieraan haar huis en erf waarin zij tegenwoordig woont,
staande op de Haven op de hoek van Louw de smidsteeg, belend ten N: de gang van Benjamijn
Pietersz. Carpentier en ten Z: de voorn. steeg, strekkende voor van de haven tot achter aan de
huizing van Tomas Verle Engelsman.
Nr. 229 folio 124v. d.d. 09-01-1607.
32

NADERE TOEGANG 75
Jan Cornelisz. Cruijsert koopman alhier heeft gecedeerd aan de oude manhuismeesters te Haarlem
t.b.v. het Oude Manhuis aldaar, een rentebrief verleden door Claes Pietersz. alias Claes Bije wonende
Pijnacker-ambacht voor Pieter Heijnricxz. schout en Jan Morcelis en Jan Willemsz. gezworenen van
Pijnacker op 30-01-1531, inhoudende t.l.v. Claes Pietersz. voorsz. £ 3 hollands per jaar tegen de
penning 16. Hij bekent betaald te zijn de eerste met de laatste penning.
Nr. 230 folio 125 d.d. 12-01-1607.
Jan Heijndricxz. Goude als erfgenaam van wijlen Dijeuwer Dircx zijn moeder heeft ontvangen van Jan
Ruttensz. metselaar als beschadigde borg van Engebracht Pietersz. metselaar zijn schoonzoon, de
somme van f 710 uit krachte van een kustingbrief door Engebracht Pietersz. als principaal t.b.v.
Dijeuwer Dircx verleden voor schepenen alhier op 10-05-1578, sprekende op een huizing op de
Nieustraat. Door Engebrecht Pietersz. weder verkocht aan Jan Jansz. Roos, behoudens dat
Engebrecht Pietersz. tot zijn last had genomen te betalen de voorn. kustingbrief van Jan Heijnricxz. uit
de nieuwe kustingbrief door Jan Jansz. Roos verleden. Hij comparant transporteert de kustingbrief van
f 710 in handen van Jan Ruttensz.
Nr. 231 folio 125 d.d. eodem die.
Jan Ruttensz. metselaar verklaarde dat alhoewel Jan Heijnricxz. Goude aan hem op heden
getransporteerd heeft de somme van f 710 en hij daarvan voldaan is, dat nog resteert te betalen f 278,
welke hij comparant belooft te betalen aan Jan Heijnricxz. op termijnen van f 17 per jaar. Ter
meerdere zekerheid heeft Pieter Lijevensz. Schot zich borg geconstitueerd.
Nr. 231 folio 125v. d.d. eodem die.
Arijen Jansz. Elandt voor zichzelf en met procuratie van Cornelis Jansz., Allert Jansz. en Jacob Jansz.
Elandt zijn broeders, kinderen en erfgenamen van Jan Cornelisz. Elandt, de procuratie verleden voor
schepenen van Poortugaal op 12-01-1607, heeft opgedragen aan Willem Nijeupoort de jonge notaris,
zekere akte uit de preferentie gehouden van de boedel van Gerrit Gerritsz. bakker cessionant, eertijds
woonachtig alhier, inhoudende f 231-10-08, volgens de preferentie hem competerende ter zake van
hun patrimonie en vaderlijke goederen, om van de voorn. Nijeupoort de voorsz. somme van £ 231-10-
08 te ontvangen achtervolgende de preferentie. Hij cedeert t.b.v. dezelve Nieupoort het recht en
aanspreken voor zichzelf en uit kracht van de procuratie, hem competerende en bekent uit handen
van Willem Nijeupoort betaald en voldaan te zijn.
Nr. 233 folio 126 d.d. 13-01-1607.
Gerrit Gerritsz. lijndraaier burger alhier heeft verkocht aan Willem Pouwelsz. straatwerker een huis en
erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: Coen Jansz. schipper en ten Z: de
weduwe van Cornelis Aertsz. stierman. Koopsom f 318 carolus. De koper neemt in mindering van de
hoofdsom tot zijn last te betalen een rentebrief van f 10-10-00 per jaar met een hoofdsom van f 150
welke Davidt Robbert burgemeester te Nieupoort op de huizing sprekende heeft. Mitsgaders nog f 50,
te ontvangen door het Gasthuis alhier. De resterende f 118 zal betaald worden op f 8 per jaar. De
oude waarbrief in dato 17-02-1593.
Nr. 234 folio 126v. d.d. 13-01-1607.
Cornelis Arijensz. en Willem Arijensz. Speldernijeuwe harinck als curatoren van de boedel van Arijen
Arijensz. Speldernijeuwe harinck hun broeder zaliger en Geertgen Arentsdr. deszelfs weduwe, gesteld
door het gerecht alhier, hebben verkocht aan Rochus Pietersz. Doesen een huis en erf op de
Hoogstraat, belend ten W: Cornelis Jansz. tHooft en ten O: de weduwe van Arijen Pietersz. Cochille,
strekkende voor uit ’s-herenstraat tot achter aan de sloot. Koopsom f 1.100 carolus, te betalen met f
98 contant en de rest op f 36 per jaar. Belast met 7½ st. per jaar, te ontvangen door de Heilige Geest.
De muren aan beide zijden staan op vrij erf. De oude waarbrief in dato 15-01-1564. Penningborgen:
Jan Cornelisz. Loij en Willem Harmensz. kaaskoper, elk voor de helft. Waarborgen: Cornelis en
Willem Arijensz. voorn.
Nr. 235 folio 127 d.d. 15-01-1607.
Gerrit Gerritsz. lijndraaier is schuldig aan Claas Jacobsz. burger alhier de somme van f 30 carolus,
spruitende ter zake van de koop van 5 nieuwe vierendeels. Nog f 2 carolus door Claes Jacobsz.
verschoten voor het maken van deze brief. Mitsgaders Neeltgen Willemen weduwe Claes Pieter
Jonasz. voor de somme van f 14 ter zake van geleverde waren. Hij belooft de voorn. somme van f 32
te betalen aan de voorn. Claes Jacobsz. over 12 weken en verbindt hieraan een kustingbrief,
inhoudende de somme van f 118, te betalen met f 8 per jaar, door Willem Pouwelsz. op 13-01-1607
verleden t.b.v. hem comparant.
Nr. 236 folio 127v. d.d. 18-01-1607.
Cors Isbrantsz. zandman heeft ontvangen van Jan Ruttensz. metselaar als beschadigde borg voor
wijlen Engebrecht Pietersz. de somme van f 102 carolus, zijnde kooppenningen van een erf door
Engebrecht Pietersz. in zijn leven van hem comparant gekocht, achtervolgende de schepen
schuldbrief door Engebrecht Pietersz. t.b.v. hem comparant verleden op 15-02-1581 en dat uit de 2
33

NADERE TOEGANG 75
kustingbrieven, de ene verleden door Jacob Jansz. en de andere door Aem Foppen van de koop van
2 huisjes en het voorn. erf getimmerd, cederende overzulks hij comparant aan Jan Ruttensz. al het
recht en aanspraak hem comparant aan de schuldbrief competerende, om de f 102 te verhalen.
Nr. 237 folio 128 d.d. eodem die.
Cornelis Pietersz. schipper wonende Dordrecht heeft verkocht aan Lubbert Wolphertsz. schipper
wonende alhier, een smalschip groot 32 lasten oud 4 jaar genaamd het Roode Hert, zoals het laatst
uit zee gekomen is. Hij belooft te betalen f 1.200 carolus op 2 termijnen en verbindt hieraan het voorn.
smalschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid heeft Wolphert Lubbertsz. zich borg
geconstitueerd.
Nr. 238 folio 128v. d.d. 27-01-1607.
Anna Reijers weduwe Claes Adriaensz. molenaar geassisteerd met Willem Nijeupoort notaris haar
gekozen voogd, heeft verkocht aan Jan Jacobsz. tijkwerker een huis en erf op de Dam, belend ten O:
Cornelis Jacobsz. den Bouff stierman en ten W: Jan Cornelisz. Croon. Koopsom f 1.000 carolus, te
betalen met f 200 contant en de rest op f 60 per jaar. De koper neemt tot zijn last te betalen een rente
als de oude waarbrieven vermelden, welverstaande dat dezelve opstal niet meer dan 20 st. zal
bedragen. Zij verbindt hieraan haar persoon en goederen. Ter meerdere zekerheid hebben Joris
Maertensz. Cnapper en Dirck Aertsz. schuitvoerder zich waarborgen geconstitueerd. Penningborgen:
Claes Govertsz. wever en Cornelis Cornelisz. anders genaamd Cornelis Tijelen, elk voor de helft.
Kanttekening: Van deze kooppenningen is gemaakt een brief dat de gerede penningen, zijnde f 200
betaald zijn aan Anna Reijersdr., dat voorts de koper betalen zal aan Joris Jansz. als houder van de
oude kustingbrief, de somme van f 706 op termijnen van f 60 per jaar en het restant van f 94 aan Anna
Reijersdr. of haar erfgenamen.
Nog een kanttekening d.d. 28-04-1626: De originele schuldbrief, inhoudende de somme van f 1.000 is
door Jan van Beest alhier vertoond, zijnde doorsneden en gecasseerd.
Nr. 239 folio 129 d.d. 21-01-1607.
Annetgen Arijensdr. weduwe Pieter Jansz. Broot int Tresoor geassisteerd met Michiel Jacobsz. haar
schoonbroeder en gekozen voogd heeft opgedragen aan Cornelis Arijensz. haar broeder en voorn.
Michiel Jacobsz., de huur die vanaf nu verschijnen zal van haar haar huis over de Schie waarin Jacob
Jansz. Schotsman tegewoordig woont. Dit om dezelve huur door hun te laten ontvangen ter somme
van f 52 carolus, welke Jacob Willemsz. Tromp te Rotterdam van hunlieden is competerende uit
kracht van een condemnatie, door dezelve als gehuwd hebbende Maertgen Isbrantsdr., op Cornelis
Arijensz. en Michiel Jacobsz. voorn., voor ⅔ parten erfgenamen van hun moeder Trijn Heijnricxdr.,
voor het gerecht alhier op 13-05-1606 geoptineerd, waarvan zij comparante het resterende ⅓ part
moet betalen en waarin zij is gecondemneerd. De ⅔ parten met de kosten belopen f 52.
Nr. 240 folio 129v. d.d. 03-01-1607.
Maerten Willemsz. en Euwout Huijbrechtsz. als voogden van Euwout Cornelisz. mitsgaders Jan
Cornelisz. kaaskoper voor hunzelf en Jan Fransz. schrijnwerker gehuwd met Machtelt Cornelisdr. en
vervangende Pieter Jansz. gehuwd met Evertgen Cornelisdr. wonende Zwartewaal en Pieter
Galeijnsz. vleeshouwer gehuwd met Geertgen Danckertsdr., kinderen en erfgenamen van Cornelis
Jansz. en Hadewij Euwoutsdr., elk voor 1/5 part, hebben verkocht aan Wijnant Gillisz. zuiverlverkoper,
een huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: Salomon Jansz. weduwe en ten N: Jan Dircxz. van
Coelen lakenkoper. Dit zoals Hadewij Euwoutsdr. het in haar leven laatst bewoond en gepossideerd
heeft. Koopsom f 2.400 carolus, te betalen met f 500 contant en de rest op £ 150 per jaar. Vrij en niet
belast, achtervolgende de 2 oude waarbrieven.
Nr. 241 folio 130 d.d. eodem die.
Engel Tijsz. kuiper heeft verkocht aan Ghijsbrecht Bastiaensz. schoenmaker een erf in het Broersveld
aan de westzijde van de vaart, waarop Ghijsbrecht Bastiaensz. tegenwoordig een huis gebouwd heeft,
belend ten Z: Arijen Sijmonsz. minister in Charlois met huis en erf en ten N: de tuin van Cornelis
Gerritsz. blokmaker, strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot van Claes Bastiaensz.
lijndraaier. Belast met f 2-10-00 per jaar, te ontvangen door het Gasthuis. Waarborg: de oude
waarbrief.
Nr. 242 folio 130v. d.d. eodem die.
Ghijsbrecht Bastiaensz. schoenmaker heeft verkocht aan Frans Fransz. ’s-herendienaar een huis en
erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten Z: Arijen Sijmonsz. minister in Charlois
met huis en erf en ten N: de tuin van Cornelis Gerritsz. blokmaker, strekkende van de straat tot achter
aan de sloot van Claes Bastiaensz. lijndraaier, zoals het huis nieuw is gemetseld en met een vrije
gang aan de zuidzijde. Koopsom f 250 carolus, te betalen met f 50 contant en de rest op f 25 per jaar.
Belast met een rente van 50 st. per jaar, toekomende het Gasthuis.
Nr. 243 folio 131 d.d. eodem die.
34

NADERE TOEGANG 75
Jan Jacobsz. kuiper transporteert aan de kinderen van Sebastiaen Jacobsz. Coon al zijn meubels die
hij heeft ten huize van Bastiaen Coon voorn., staande op de Hoogstraat aan de zuidzijde van de
huizing van Jonas Pietersz., door hem comparant gehuurd van de voorn. erfgenamen, om daaraan te
verhalen de huishuur van f 50 per jaar.
Nr. 244 folio 131v. d.d. 06-02-1607.
Pieter Claesz. Pesser, Wouter Jacobsz. Scherp, Arent Bruijnsz. van der Dussen en Balthasar Quinget
hebben als weesmeesters t.b.v. het Weeshuis opgedragen aan Huijbrecht Jansz. stadsbode van
Goes, een rentebrief sprekende op Cornelis Willemsz. Speecke te Goes, verhypothekeerd op de
huizing van de voorn. Speecke te Goes bij de Molendijk, verleden voor schepenen aldaar op 08-05-
1600. Het weeshuis opgekomen bij inlegging in de loterij t.b.v. het weeshuis door Jacob Adriaensz.
van Adrichem brouwer te Delft, inhoudende in hoofdsom £ 5-10-00 vlaams, rentende de penning 16,
belopende 6 sch. 3 gr. 15 mijten per jaar.
Nr. 245 folio 132 d.d. 08-02-1607.
Theunis Arijensz. timmerman tegenwoordig wonende Overmaas in Pernis heeft opgedragen t.b.v.
Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz. een kustingbrief verleden voor schepenen alhier op
13-05-1606 door Arent Joppen zeevarende man burger alhier als principaal, mitsgaders Job Arijensz.
en Dirckgen Geroens weduwe Arijen Dircxz. in leven stierman als borgen, inhoudende nog t.l.v. Arent
Joppen de somme van f 800 carolus, te betalen met f 28 per jaar.
Nr. 246 folio 132v. d.d. 10-02-1607.
Joris Pietersz. Schuijter wonende Amsterdam heeft verkocht aan Willem Gerritsz. lakenkoper alhier
een huis en erf op de Gooistraat, belend ten N: de weduwe van Maerten Sijmonsz. kuiper en ten Z:
Jacob Cornelisz. bakker. Willem Gerritsz. neemt tot zijn last te betalen de oude kustingbrief in dato 08-
02-1597 welke de nagelaten weeskinderen van zaliger Claes Jansz. messenmaker op het verkochte
huis sprekende heeft, inhoudende nog f 1.215 carolus, te betalen met f 100 per jaar. Belast met f 1-
11-08 per jaar, te ontvangen door de Heilige Geest f 1-02-08 en de kerk 9 st.
Nr. 247 folio 133 d.d. 14-02-1607.
Leenert Jansz. van Delft heeft gezet te geef of te neem aan Willem Jacobsz. Brasser als mede reder
in het schip waar Pieter Willemsz. Penning stierman op is, 6 netten tegen 6 of 8 netten in delzelve buis
voor de somme van f 900 carolus over het gehele schip. Te betalen de helft contant en de andere helft
over 6 maanden.
Nr. 248 folio 133 d.d. 18-02-1607.
Willem Jacobsz. Brasser voorn. verklaarde de 6 netten scheeps voor de voorsz. somme aan te nemen
achtervolgende de keur dezer stad. Arent Bruijnsz. van der Dussen heeft zich borg gesteld onder
verband van zijn persoon en goederen.
Nr. 249 folio 133 d.d. 17-02-1607.
Men wil bij decreet verkopen t.v.v. Pieter Rommersz. scheepstimmerman als geobtineerd hebbende
condemnatie op Neeltgen Jansdr. weduwe Frans Crijnen als possiderende de huizing van Cornelis de
Broers, ter somme van f 30 over een jaar kusting van dezelve huizing uitwijzende de kustingbrief in
dato 30-03-1596, volgens de akte van condemnatie in dato 16-09-1606 waarbij de huizing executabel
was verklaard. De huizing is staande tegenover de kerk, belend ten Z: Heijltgen Pietersdr. en ten N:
Job Cornelisz. stoeldraaier. De kooppenningen dienen betaald te worden met f 60 contant en de rest
op f 30 per jaar. Vrij en niet belast. Gemijnd door Pieter Rommersz. voor de somme van f 340.
Nr. 250 folio 134 d.d. 18-02-1607.
Willem Jacobsz. Brasser koopman alhier als reder in de buis waar Pieter Willemsz. Penning stierman
op is, zet te geef of te neem aan Sijmon Cornelisz. Bouman als mede reder in de voorsz. buis, 6
netten scheeps tegen 6 netten die de voorsz. Bouman in dezelfde buis heeft. Koopsom f 1.400 over
het gehele schip, te betalen volgens de keur alhier.
Nr. 251 folio 134v. d.d. 24-02-1607.
Jacob Arijensz. schoenmaker weduwnaar Geertgen Arijensdr. ter ene zijde en Crijn Pietersz. zoon en
enig erfgenaam van dezelve Geertgen Arijnesdr., ter andere zijde. Zij zijn geaccordeerd nopens de
erfenis, te weten dat Jacob Arijensz. zal uitreiken aan Crijn Pietersz. de somme van f 840 op termijnen
van f 210 per jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten Z: Cornelis
Arentsz. en ten N: ’s-herensteeg.
Nr. 252 folio 134v. d.d. 01-03-1607.
Maertgen Cornelisdr. laatst weduwe van Aert Bastiaensz. wonende alhier verklaarde om alle
geschillen te voorkomen welke na haar overlijden ter zake van haar na te laten goederen tussen Crijn
Dircxz. haar voorzoon en Cornelis Aertsz. en Dirck Aertsz. mede haar zonen, zouden mogen kunnen
rijzen, ordonneert dat Crijn Dircxz. haar voorzoon, van haar na te laten goederen zal erven als haar 2
andere zonen omdat Crijn Dircxz. niet voldaan is van zijn vaderlijke goederen. Hij had ontvangen na
35

NADERE TOEGANG 75
het overlijden van zijn vader de somme van f 25 i.p.v. f 30, hem aanbestorven van zijn grootvader van
vaderszijde, maar niet in voldoening van zijn vaders goed.
Nr. 253 folio 135 d.d. 02-03-1607.
Pieter Corsz. kleermaker is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen een losrente van f 6 per jaar met een
hoofdsom van f 96. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf in de Boterstraat, belend ten N: Maertgen
Jacobsdr. weduwe Dirck Jansz. Muijs en ten Z: Jacob Jansz. wever.
Nr. 254 folio 135v. d.d. 07-03-1607.
Maritgen Arijens weduwe Arijen Pleunen geassisteerd met Pleun Arijensz. haar zoon en gekozen
voogd is schuldig aan de weesvaders van het Weeshuis alhier een rente van f 18-15-00 per jaar tegen
de penning 16 met een hoofdsom van f 300 carolus, spruitende ter zake van verlopen landpacht. Zij
verzekert dit op haar huis en erf in de Boterstraat, belend ten N: Mathijs Andriesz. Speelman en ten Z:
Arijen Pietersz. Schoonderloo.
Nr. 255 folio 136 d.d. 12-03-1607.
Willem Lourisz. als gehuwd gehad hebbende Steventgen Jansdr. zijn overleden huisvrouw, heeft in
die kwaliteit opgedragen aan Heijnrick Jansz. van Delft een kustingbrief, sprekende t.l.v. Abraham
Jobsz. te Bleiswijk, verleden voor schepenen alhier op 01-02-1597, inhoudende f 111-18-12. Betaald
met de somme van f 20 carolus, contant geld.
Nr. 256 folio 136v. d.d. 13-03-1607.
Goosen Sijmonsz. olieslager is schuldig aan de kinderen van Liedewij Claesdr. wonende Delfshaven
als geïnstitueerde erfgenamen voor de ene helft in de goederen van Ariaentgen Claesdr., in leven
huisvrouw van hem comparant, de somme van van f 537 carolus, spruitende ter zake van de voorsz.
erfenis. Hij belooft te betalen op termijnen van f 60 per jaar en verzekert dit op zijn huis en erf
mitsgaders oliemolen, tezamen staande in de Boterstraat, belend ten N: voor Aeltgen Cornelisdr.
Schoonweer met huis en erf, aan dezelfde zijde achter met een buursteeg en taanhuis van Jan Dircxz.
van Coolen lakenkoper en ten Z: het huis en erf van Cornelis Cornelisz. Bom’s weduwe, strekkende
voor van ’s-herenstraat tot achter aan de Schie.
Nr. 257 folio 137 d.d. ut supra.
De voorsz. Goosen Sijmonsz. bekent een gelijke somme schuldig te zijn aan de kinderen van Arijen
Claesz. Nijelen, in leven wonende op Delfshaven, als geconstitueerde erfgenamen voor de andere
helft van Arijaentgen Claesdr., zijn overleden huisvrouw.
Nr. 258 folio 137v. d.d. 16-03-1607.
Claes Heijndricxz. zeilmaker, Frans Jacobsz. Brasser en Bastiaen Heijndricxz. Bolleman allen
wonende alhier, gewezen reders in het buisschip waar Huijbrecht Willemsz. de Sanger van Katwijk op
Zee stierman op is, beloven het buisschip te vrijen en waren van februarij 1606, ten tijde dat hetzelve
buisschip door hun aan de stierman is verkocht. Zij verbinden hieraan hun persoon en goederen.
Nr. 259 folio 137v. d.d. 17-03-1607.
Maertgen Crijnen weduwe Joris Dircxz. Spil geassisteerd met Willem Nieupoort notaris haar voogd
door de weesmeesters gesteld en de erfgenamen van dezelfde Joris Dircxz., hebben verkocht aan
Bruijn Reijmbrantsz. kuiper een huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: Het huis en erf van Pieter
Jansz. houtkoper en ten N: Cornelis Barentsz. Guldeknecht, strekkende voor van de Gooistraat tot
achter aan het erf van de voorn. Pieter Jansz.. Koopsom f 570 carolus, te betalen met f 384 contant
en de rest op termijnen. Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen door de Heilige Geest. Waarborg:
Crijn Cornelisz. metselaar. Penningborg: Leenert Bastiaensz. lijndraaier.
Kanttekening d.d. 08-05-1632. De principale kustingbrief is gecasseerd, zijnde ten volle betaald.
Nr. 260 folio 138 d.d. 17-03-1607.
Maertgen Jacobsdr. weduwe Constantijn Arijensz., in leven zeevarende man, geassisteerd met Dirck
Lambrechtsz. bakker haar gekozen voogd ter ene zijde en Rochus Arijensz. broeder en enig
erfgenaam van Constantijn Adriaensz., ter andere zijde. Zij zijn geaccordeerd nopens de nagelaten
boedel, te weten dat de weduwe zal uitreiken aan Rochus Arijensz. alle kleding van Constantijn
Arijensz. De weduwe zal blijven bezitten de gehele boedel met in- en uitschulden.
Nr. 261 folio 138v. d.d. 19-03-1607.
Jan Pouwelsz. zeevarende man burger alhier heeft verkocht aan Gooltgen Vrijesen weduwe Cornelis
Abelsz. een huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten O: Crijn Cornelisz. en ten W: Jacob
Rochusz. Swardelbosch. Koopsom f 425 carolus, te betalen met f 20 contant en de rest op termijnen
van f 20 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg: Oloff Pietersz. Penningborgen: Jujaen Leendertsz. en
Willem Jujaensz. De gifte gegeven door Pietertgen Arijensdr. huisvrouw van Jan Pouwelsz. met
procuratie van haar man in dato 02-03-1607.
Nr. 262 folio 139 d.d. 23-12-1606.
Kanttekening: Dit verlij behoord te staan folio 123 verso.
36

NADERE TOEGANG 75
Gerrit Arijensz. stierman gehuwd met Lijsbet Jacobsdr. mitsgaders Herman Pietersz. Mol en Jacob
Pijetersz., beiden voor hunzelf en vervangende de mede erfgenamen van Lijsbet Pietersdr. die
erfgenaam was van heer Jan Pieter Verius haar broeder in leven priester, hebben in die kwaliteit
gecedeerd aan Jan Verstael koopman te Schoonhoven een rentebrief inhoudende een rente van f 7
carolus per jaar, verleden door Willem van Zevender voor schout en schepenen van Bergambacht op
20-09-1556 t.b.v. de memorieheren van ‘s-Gravenhage in de St. Jacobskerk. De brief was Jan
Pijetersz. Verius bij transport van de memorieheren opgekomen in dato 20-12-1568, verleden voor
schepenen van ’s-Gravenhage. Betaald met een somme an f 84, contant geld.
Nr. 263 folio 139. d.d. 23-03-1607.
Jacob Lambrechtsz, brouwer gehuwd met Neeltgen Gerritsdr. in die kwaliteit erfgenaam voor een
gedeelte in de nagelaten goederen van Gillis Claesz. en Maertgen Gerritsdr. de Bruijn, beiden zaliger,
in leven wonende alhier, heeft met procuratie van de mede erfgenamen getransporteerd aan Jan
Dircxz. van Coelen lakenkoper, 2 losrentebrieven, de ene sprekende op de stad Rotterdam,
inhoudende f 12-05-00 en 5 duiten per jaar tegen de penning 16 en de andere van f 3 per jaar t.l.v.
Cornelis Jacobsz. olieslager, te lossen als voren, verleden voor Arent Hofflant Claesz. schout van
Hillegersberg en Rotteban, mitsgaders Jan Woutersz. en Daen Cornelisz. Buijren in dezelfde
ambacht.
Nr. 264 folio 140v. d.d. 27-03-1607.
Sijmon Melchiorsz. Veris raad en vroedschap mitsgaders tegenwoordig schepen alhier is schuldig aan
het weeshuis t.b.v. de weeskinderen als geïnstitueerde erfgenamen van Willem Jan Aertsz., een
losrente van £ 20-16-08 per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 333-04-00. Hij
verzekert dit op zijn huis en erf op de Dam, belend ten O: Willem Allertsz. Sas met huis en erf en ten
W: ’s-herensteeg. Hiermede is afgekocht en voldaan de helft van een kustingbrief door hem
comparant op 07-09-1590 t.b.v. Willem Jan Aertsz. verleden ter zake van de koop van zijn verbonden
huis en erf, bedragende de helft nog £ 235, te betalen met £ 45 per jaar.
Kanttekening d.d. 31-08-1608. De rentebrief is afgelost en voldaan.
Nr. 265 folio 141 d.d. 24-03-1607.
Willem Ariensz. Speldernieuwen harinck heeft verkocht aan Willem Rijckertsz. anders genaamd
Guilliame schoenmaker alhier een huis en erf in de Zwaansteeg, belend ten O: de Roosbeek en ten
W: de gang van Vries Henricxz. schipper. Koopsom f 650 carolus, te betalen met £ 28 per jaar. Belast
met f 1-11-08 per jaar, te ontvangen door de Heilige Geest f 1-06-04 en de Zang of kerk f 0-05-04,
waarvan 10 jaar verlopen is. Speciale conditie is dat het muurtje op het erf van Vries Henricxz.
schipper voorn., waar tegenwoordig op getimmerd is een achtergeveltje van het voorn. huis van Vries
Henricxz., zal mogen worden afgebroken t.b.v. de koper achtervolgende de 2 oude waarbrieven.
Nr. 266 folio 141 d.d. 27-03-1607.
Servaes Ruttensz. is schuldig aan het weeshuis t.b.v. de weeskinderen als geïnstitueerde erfgenamen
van Willem Jan Aertsz. een losrente van f 18-15-00 carolus per jaar tegen de penning 16. Hij verzekert
dit op zijn huis en erf in de Lange Kerkstraat, belend ten W: Gabriel Joosten lijndraaier en ten O:
Pieter Maertensz. leidekker, strekkende voor van de Kerkstraat tot achter aan de sloot.
Nr. 267 folio 142 d.d. 28-03-1607.
Adriaen Sijmonsz. dienaar des Goddelijken Woord wonende Charlois te Overmaas is schuldig aan
Thonis Adriaensz. zijn schoonbroeder mede wonende aldaar, de somme van f 250 carolus, spruitende
ter zake van gelikwideerde penningen. Hij belooft te betalen op termijnen van £ 18 per jaar en verbindt
hieraan zijn persoon en goederen.
Nr. 268 folio 142v. d.d. 29-03-1607.
Lambrecht Carelsz. wonende Danzig is schuldig aan Pieter Pietersz. van der Burch een losrente van f
6 carolus tegen de penning 16. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Dam, belend ten W: Cunera
van Beveren en ten O: ’s-herensteeg.
Nr. 269 folio 143 d.d. 03-04-1607.
Geertgen Pouwelsdr. weduwe Rochus Joppen geassisteerd met Jan Reijersz. haar schoonzoon en
gekozen voogd is schuldig aan Frans Maes Henricxz. de somme van f 481 carolus, waarvan £ 206
spruitende ter zake van de koop van netten en berekend geld en de rest van intrest, mitsgaders intrest
over intrest. Zij laat Frans Maes deze f 481 ontvangen uit een kustingbrief verleden voor schepen
alhier op 13-01-1596 door Willem Gerritsz. lijndraaier t.b.v. haar overleden man.
Nr. 270 folio 143v. d.d. 06-04-1607.
Willem Pietersz. landman wonende Vlaardinger-ambacht in de Zuidbuurt possesseur en eigenaar van
een woning aldaar, door hem eertijds gekocht van Henric Dircxz. Boggen te Delft, is schuldig aan Jan
Dircxz. van Coelen lakenkoper als transport hebbende van Dirck Henricxz. alias coman Dirck, de
procuratie verleden voor schout en schepenen van Vlaardinger-ambacht op 01-08-1587, de somme
van f 800 carolus die nog resteren te betalen op de kustingbrief door Henrick Dircxz. Boggen inzake
37

NADERE TOEGANG 75
de koop van de woning. Hij bekent tevens nog schuldig te zijn de somme van f 96 carolus, spruitende
uit verlopen intrest van de f 800. Deze 2 sommen heeft hij comparant geconsenteerd onder hem te
houden tegen de penning 16, belopende £ 56 per jaar.
Nr. 271 folio 143v. d.d. 07-07-1607.
Rochus Arentsz. zeevarende man als principaal, mitsgaders Jan Thijsz. en Abraham Jansz. beide
houtzagers als borgen, is schuldig aan Lijsbeth Engelsdr. weduwe Hubrecht Isbrantsz. Sparenburch
een losrente van f 3-11-06 per jaar tegen de penning 14 met een hoofdsom van £ 50. Hij verzekert dit
op zijn huis en erf door hem van de gasthuismeesters gekocht en waarvan nog geen overdracht heeft
plaatsgevonden, staande voor de Raam, belend ten O: Cornelis Allertsz. en ten W: Willem Arentsz.
Ter meerdere zekerheid heeft Jan Thijsz. verbonden zijn huis en erf in de Breedstraat, belend ten W:
de Mennepoort en ten O: Jan Gerritsz. kramer. Abraham Jansz. verbindt nog ter meerdere zekerheid
zijn huis en erf in de Molenstraat, belend ten W: Jan Henricxz. smid en ten O: het huis en erf
toekomende het weeskind van (niets ingevuld).
Nr. 272 folio 144av. d.d. 11-04-1607. (dubbel genummerd).
Jacob Theunisz. de Helt burger alhier heeft verkocht aan Cornelis Joppen mede burger alhier een
scheepsgedeelte van 3/16 parten in een buis genaamd den Palmboom, groot 60 lasten, in voegen als
hetzelfde buisschip door hem verkoper als stierman laatst gevoerd is en zo het tot Amsterdam aan de
Hogenoord gelegen heeft. Hij belooft hem te vrijen en waren. Ter meerdere zekerheid hebben
Cornelis Thonisz. de Helt en Pieter Thonisz. de Helt zijn broeders, zich als borgen geconstitueerd.
Nr. 273 folio 144av. d.d. 12-04-1607.
Daniel Bruijnsz. glasmaker is schuldig aan het weeshuis een rente van £ 3 per jaar. Hij verzekert dit
op zijn huis en erf in de Korte Kerkstraat, belend ten O: Philips Pietersz. Pantenier en ten W: Aechgen
Jacobsdr. weduwe Claes Maertensz. glasmaker. Hiermede is gecasseerd de kustingbrief welke
Machtelt Jansdr. weduwe Jan Doesen taander op hem sprekende had inzake de koop van zijn
verbonden huis en erf, welke kustingbrief door Machtelt Jansdr. in de loterij was ingelegd.
Nr. 274 folio 145 d.d. 13-04-1607.
Pieter Pietersz. Lants is schuldig aan het weeshuis een losrente van £ 2 tegen de penning 16 met een
hoofdsom van £ 32. Hij verzekert dit op zijn huis en erf mitsgaders zijn tuin en lijnbaan in de
Koningstraat, belend ten O: de gang van St. Sebastiaans doelen en ten W: Arien Jansz. Hiermede is
gecasseerd de kustingbrief die Lambrecht Jansz. conciërge van de Doelen op hem comparant als
erfgenaam van Louris Ariensz. Lickebier, sprekende heeft en welke brief in de loterij was ingelegd.
Nr. 275 folio 146 d.d. 19-04-1607.
Dirck Jacobsz. kagenaar wonende alhier is schuldig aan Gerrit Beuckelsz. van Santen brouwer in de
Drie Lelijen te Delft, de somme van £ 178-18-00, spruitende over de koop en leverantie van gehaalde
bieren. Hij belooft te betalen op 2 jaar telkens de helft. In de somme van f 178-18-00 is gerekend de
somme van £ 142-10-00 waarvoor hij op 22-08-1606 aan Gerrit Beuckelsz. een schuldbrief had
verleden voor schepenen van Delft. Deze blijft ongedenegeerd totdat de voorsz. somme zal zijn
betaald. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten Z: de huizing van Jacob
Maertensz. kleermaker en ten N: Pieter Pietersz. van Dijck.
Nr. 276 folio 146v. d.d. 20-04-1607.
Govert Aertsz. schipper burger alhier verklaarde dat hij t.b.v. Jan Dingmansz Eervin brouwer in de
Witte Leuw te Breda, ter verzekering van de bieren die hij tot nog toe van Jan Dingmansz. had
gehaald, of hierna nog zal halen, speciaal heeft verbonden zijn karveelschip groot 16 laten die hij
tegenwoordig is voerende.
Nr. 277 folio 147 d.d. 21-04-1607.
Pieter Jansz. Lis en Lambrecht Carelsz. van Heijnsbergen met procuratie van Mr. Carel Lambrechtsz.
van Heijnsbergen, hebben verkocht aan Willem Nieupoort notaris een huis en erf voor het stadhuis
aan het Marktveld alhier, belend ten Z: Cornelis Aertsz. Kievit en ten N: de weduwe van Euwout
Bolleman, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter op de Schie. Koopsom f 2.300 carolus, te
betalen met £ 410 contant en de rest op £ 120 per jaar. Belast met £ 2 per jaar, te ontvangen door de
Heilige Geest op het weeshuis. Verder vrij en niet belast. De koper en Cornelis Aertsz. Kievit dienen
half om half te onderhouden de loden goot. De oude waarbrief in dato 23-10-1559. Waarborgen: de
voorn. verkopers. Penningborgen: Willem Nieupoort de oude en Doe Jorisz.
Kanttekeninging d.d. 26-02-1611. Pieter Jansz. Lis verklaarde dat de principale kustingbrief verloren
te hebben zodat met consent van Willem Nieupoort een nieuwe brief is gemaakt, onder conditie dat
als de oude brief te voorschijn komt, deze zal worden gecasseerd.
Nr. 277a folio 147v. d.d. 28-04-1607.
Mr. Maximliaen Bouman chirurgijn te Dordrecht heeft verkocht aan Jacob Abrahamsz. Veer een huis
en erf aan de westzijde van de haven, belend ten Z: de Nieuwe Vismarkt en ten N: de huizing van
Bruijn Ariensz. Cuijper burgemeester alhier, genaamd de Cleijne Bruijnvisch, strekkende voor van de
38

NADERE TOEGANG 75
straat tot achter aan het slop of tegenover de huizing van Henric Ariensz. Semelaer. Koopsom f 3.200
carolus, te betalen met f 300 contant en de rest op f 84 per jaar. Waarborg: Gerard Muijs secretaris
alhier. Penningborg: Bruijn Ariensz. Cuijper.
Nr. 278 folio 148. d.d. 28-04-1607.
Mr. Maximiliaen Bouman chirurgijn te Dordrecht heeft verkocht aan Gerrit Claesz. Sas een huis en erf
op de Gooistraat, belend ten Z: Bastiaen Hendricxz. Bolleman en ten N: de erfgenamen van
Sebastiaen Jacobsz. Coon. Koopsom f 3.100, te betalen met f 500 contant waarvan de koper f 200 op
rente zal behouden tegen de penning 14 en de rest op f 108 per jaar. Met alle servituten als de
verkoper en zijn huisvrouw het hebben gepossideerd. Waarborg: Gerard Muijs secretaris alhier.
Penningborgen: Cornelis Pietersz. Scherp en Lenert Cornelisz. Scherp, elk voor de helft.
Nr. 279 folio 148v. d.d. 02-05-1607.
Geertgen Ariensdr. weduwe Jan Jansz. van Enden bekende door huwelijk schuldig te zijn aan Pieter
Pietersz. van der Burch oud burgemeester, de somme van £ 46-09-00 ter zake van geleende
penningen. Zij belooft te betalen bij vermaning en verbindt hieraan haar huis en erf op de Dam, belend
ten O: Betgen Gerritsdr. weduwe Gijs Pietersz. en ten W: Cornelis Joppen.
Nr. 280 folio 149 d.d. 02-05-1607.
Vertoond wordt een akte verleden in de griffie van het Hof van Holland op 28-03-1607 waarbij Pieter
Lievensz. Schot burger alhier zich borg had geconstitueerd voor Jan Ruttensz. metselaar, voor de
somme zoals in de akte gementioneerd. Gelet op de staat en kwaliteit van Pieter Lievensz. is deze
suffusant genoeg om daaraan te verhalen hetgeen Jan Ruttensz. zich verbonden heeft.
Nr. 281 folio 149 d.d. 05-05-1607.
Pieter Pietersz. steenplaatser heeft verkocht aan jonge Pieter Pietersz. zijn zoon wonende alhier een
huis en erf op het Einde in het Grote Groenendal bij de Rotterdamse poort, belend ten O: de stadswal
en ten W: de steeg of uitgang van de voorn. Pieter Pietersz. steenplaatser. Koopsom f 1.000 carolus,
te betalen op f 36 per jaar. Belast met f 0-12-08 per jaar, te ontvangen door Neeltgen Willems.
Nr. 282 folio 149v. d.d. 05-05-1607.
Engel Thijsz. landman wonende tegenwoordig tot Bleiswijk heeft verkocht aan Hubrecht Hubrechtsz.
voerman een huis en erf alhier bij de Ketelpoort, belend ten N: het huis en erf van de weduwe van
Gerrit Michielsz. en ten W: het huis en erf van Pieter Willemsz. landman. Vrij en niet belast. Met de
servituten als de verkoper het gekocht had van Arent Pietersz. Schol volgens de koopvoorwaarden.
Welverstaande dat de koper mocht bevinden dat de possesseurs van het huis en erf van Pieter
Willemsz. enige timmerage hebben contrarie de waarbrieven, dat hij dan ontruiming kan eisen tot zijn
lasten en kosten, zonder Engel Thijsz. te moveren. Koopsom £ 775, te betalen met f 100 contant en
de rest op £ 36 per jaar. Waarborg: de oude waarbrief van 12-05-1584.
Kanttekening d.d. 02-08-1608: Huijbrecht Huijbrechtsz. voerman verklaarde dat hij geen middelen
heeft om de somme te betalen. Hij belooft geen aktie meer te pretenderen, mits dat met deze
overdracht en cessie de kustingbrief dood zal zijn en het huis en erf t.p.v. Engel Thijsz. gemaakt is.
Nr. 283 folio 150 d.d. 07-05-1607.
Claes Willemsz. Cruijer wonende op de Harck is schuldig aan Barbartgen Crijnen weeskind van Crijn
Cornelisz. waar moeder van is Maertgen Cornelisdr. de somme van f 775-19-00, namelijk f 690-14-10
over kustingpenningen verschenen 1604, 1605 en 1606 van een kustingbrief door Claes Willemsz.
voor schout en schepenen van Kethel verleden op 07-07-1604 en de resterende £ 64-15-01 over 1½
jaar intrest tegen de penning 16 van de voorsz. kustingpenningen. Hij belooft te betalen 01-02-1608,
mits dat daarop afslag zal zijn van £ 12, welke de comparant aan de moeder van het weeskind heeft
betaald. De oude brief blijft van kracht totdat deze is voldaan en betaald. Hij belooft te betalen intrest
tegen de penning 16 en verbindt hieraan zijn persoon en goederen.
Nr. 284 folio 151 d.d. 10-05-1607.
Abraham Cornelisz. zilversmid heeft verkocht aan Lijsbeth Engelsdr. weduwe Hubrecht Isbrantsz. een
losrente van £ 34-05-12 per jaar met een hoofdsom van f 480 carolus tegen de penning 14. Hij
verbindt hieraan zijn huis en erf aan het Marktveld, belend ten O: Pieter Cornelisz. van der Pot bode
en ten W: Henrick Jansz. Pansser stedehouder van den Briel en de landen van Voorne. Het huis en
erf is belast met f 50 per jaar monterende f 1.100 carolus. Ter meerdere zekerheid heeft Pieter
Cornelisz. van der Poth zich borg geconstitueerd voor £ 150 en Maertgen Dircx weduwe Michiel
Spruijt wonende Rotterdam voor £ 330. Pieter Cornelisz. verbindt hieraan zijn huis en erf aan het
Marktveld, belend ten W: de voorsz. verbonden huizing van Abraham Cornelisz. en ten O: Arent
Jansz. bakker, nu wonende te Brielle.
Nr. 285 folio 151v. d.d. 23-05-1607.
Gijsbrecht Sebastiaensz. schoenmaker heeft gekocht met decreet het huis en erf van Cornelis
Henricxz. Braber, staande op de Haven volgens de decreetbrief van 29-04-1606. Het huis is verkocht
volgens de kustingbrief van de kooppenningen door dezelve Cornelis Henricxz. t.p.v. Gijsbrecht
39

NADERE TOEGANG 75
Bastiaensz. in dato 19-09-1597, welke onlangs na het verlij door Gijsbrecht Bastiaensz.
getransporteerd is aan Pieter Cornelisz. brouwer in den Aecker te Delft, onder belofte dat hij
comparant dezelve kustingbrief belooft te vrijen en waren. Gijsbrecht Bastiaensz. bekende dat nog
resteert aan de kustingbrief de somme van f 900, te betalen met £ 36 per jaar, welke hij bij
insuffisantheid van het hypotheek en debiteur, als bleek bij de voosz. verkoping van decreet, nu zelf
schuldig is en gehouden te betalen. De f 900 competeren nu Daniel Dach wonende Zierikzee als
wederom aktie hebbende van Pieter Cornelisz. brouwer, met dewelke hij comparant geaccordeerd is
dat hij van zijn onvermogendheid i.p.v. £ 900 aan David Dach zal uitreiken de somme van £ 450 op
termijnen van £ 50 per jaar, onder conditie dat als hij de £ 450 niet betaald, hij de gehele £ 900
verschuldigd is. Ter meerdere zekerheid heeft hij comparant aan de voorn. David Dach verbonden
een kustingbrief verleden t.b.v. hem comparant door Frans Fransz. ’s-herendienaar voor schepenen
alhier, inhoudende nog £ 200, te betalen op £ 25 per jaar, gedateerd 03-02-1607.
Nr. 286 folio 153 d.d. 01-06-1607.
Herman Jacobsz. zeevarende man weduwnaar Betgen Willemsdr. ter ene zijde, Michiel Gerritsz.
gehuwd met Lijsbet Harmansdr. en Arent Pietersz. gehuwd met Commertgen Harmansdr., Trijntgen
en Aechgen Harmansdrs., allen kinderen van de voorn. Harman Jacobsz. en Betgen Willemsdr., ter
andere zijde. Zij zijn geaccordeerd nopens hun moederlijke goederen. Harman Jacobsz. zal blijven
bezitten het huis en erf op het Einde in het Korte Groenendal waarin hij woont, mitsgaders alle
goederen niets uitgezonderd. Hij zal aan zijn kinderen uitreiken de somme van f 450 carolus op
termijnen van £ 12 per jaar en verbindt hieraan het voorn. huis en erf. Voorsproken is dat Grietgen
Henricxdr., toekomende huisvrouw van Harman Jacobsz., bij vooraflijvigheid van Herman Jacobsz.,
zal blijven bezitten het voorn. huis en verdere goederen, mits dat zij verbonden blijft de voorn. £ 450 te
voldoen als deze nog niet geheel betaald zijn en alle lasten en schulden van de boedel. Zij mag het
huis bezwaren met £ 150, maar niet verkopen of vervreemden. Deze lasten zullen uit haar nagelaten
goederen betaald dienen te worden. Bij het overlijden van Grietgen Henricxdr. zal het huis in
eigendom aanvaard worden door de voorn. kinderen en zullen de overschietende andere goederen
van haar, half om half gedeeld worden met haar erfgenamen en de kinderen van Herman Jacobsz.
Nr. 287 folio 154 d.d. 08-06-1607.
Pieter Cornelisz. Verheul schout van Kethel, mitsgaders Louris Jacobsz. en Dirck Pietersz. van Essen
schepenen van Kethel, oorkonden dat gecompareerd is Heijman Corstiaensz. van der Mast burger
van Schiedam welke heeft verkocht en gecedeerd aan Claes Dammisz. landman wonende Schiedam
2½ morgen land in de Nieuwlandse polder in de ambacht van Kethel, strekkende van de stadsvest tot
de Oudendijk met zijn uiterdijk, belend ten W: Huijch Woutersz. Bol en Cuniera van Beveren en ten O:
Willem Fransz. schoenmaker met bruikwaar. Vrij en niet belast. De comparant verzekert dit op zijn
persoon en goederen. Ter meerdere zekerheid hebben Elias Pietersz. Maerlant en Balthasar Quinget
schepenen van Schiedam zich borgen gesteld. Heijman Corstiaensz. verbindt hieraan zijn huis en erf
op de Dam, belend ten O: ’s-herensteeg en ten W: Maertgen Osiersdr. weduwe Henrick Bolleman,
strekkende van de straat tot achter aan de straat van de haven. Betaald met een penningbrief op
huiden verleden.
Nr. 288 folio 154v. d.d. 09-06-1607.
Jacob Rochusz. Swardelbosch heeft verkocht aan Elias Lenertsz. beiden wonende alhier, een huis en
erf op het Einde, belend ten O: Sijmon Cornelisz. Bouman en ten W: Frans Jacobsz. Brasser.
Koopsom £ 690, te betalen met £ 34 contant en de rest op £ 30 per jaar. Belast met f 0-07-08 per jaar,
te ontvangen door het St. Jacobs Gasthuis alhier. Waarborg: de oude waarbrief. Penningborg: Willem
Gerritsz. Luijt kagenaar.
Nr. 289 folio 155 d.d. 09-06-1607.
Engel Thijsz. kuiper heeft verkocht aan Jan Fransz. Boon een huis en erf bij de Ketelpoort, belend ten
O: het Blauwhuis en ten W: het huis en erf van de koper, zoals het door de verkoper bewoond en
gepossideerd is geweest. Belast met een opstal van £ 18-02-08 per jaar, toekomende de stad en te
lossen de penning 16. De oude waarbrief in dato 02-05-1598. Waarborgen: Jacob Reijnbrantsz. en
Cornelis Pietersz. Scherp.
Nr. 290 folio 155v. d.d. 09-06-1607.
Henrick Pietersz. Sterrenburch wonende Dordrecht met procuratie van Cornelis Claesz. Jager
wonende Koningsbergen, heeft opgedragen aan Maerten Willemsz. Sluijs de eigendom van een
haringplaats en huizing daarop staande, genaamd de Blauwe schuur alhier ter stede, strekkende
achter aan de haven tot voor aan de Gooistraat, belend ten Z: Maerten Willemsz. voorsz. en ten N:
Arent Bruijnsz. van der Dussen, met alzulke servituten als de voorsz. plaats op 10-02-1571 is verkocht
en gescheiden van de huizing van Maerten Willemsz. Sluijs. Belast met f 1-02-08 per jaar, te
ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. Voor de opdracht zal de koper verlijden t.b.v. Gerrit
Meesz. Visch koopman te Rotterdam, een kustingbrief van f 2.040 hoofdsom, te betalen met £ 50
40

NADERE TOEGANG 75
contant en £ 210 per jaar. Mits dat met het verlijden van deze kustingbrief gecasseerd zal zijn de
kustingbrief door Cornelis Claesz. Jager en Henrick Pietersz. Sterrenburch t.b.v. Jan Marcusz. en
Gerrit Meesz. Visch verleden op 06-05-1595, inhoudende nog £ 2.920, mitsgaders nog een rentebrief
van £ 15 per jaar, losbaar de penning 14, verleden door Cornelis Claesz. Jager t.b.v. de voorn. Gerrit
Meesz. Visch in dato 04-12-1598, spruitende van de koop van de voorn. haringplaats en huis daarop
getimmerd. Waarborg: Gerrit Meesz. Visch onder stipulatie ingeval hierna enige lasten op de plaats en
het getimmerde mocht zijn gemaakt door Cornelis Jager gedurende zijn possessie, dat alsdan de
gecasseerde kusting- en rentebrief van kracht zullen blijven.
Kanttekening: Op 14-12-1620 is de opstal afgelost aan de weesvaders met f 1-02-08 per jaar volgens
het register van de huispachten van het weeshuis.
Nr. 291 folio 157 d.d. 16-06-1607.
Willem Mauringsz. scheepstimmerman is schuldig aan de weesvaders van het Weeshuis een losrente
van f 8 carolus tegen de penning 16 met een hoofdsom van £ 128. Hij verzekert dit op zijn huis en erf
bij de Hoofdpoort, belend ten Z: Pieter Jochumsz. Cabelgaren en ten N: Marinus Willemsz.
schuitvoerder, strekkende voor van de straat van de haven tot achter aan de Vest.
Kanttekening d.d. 11-05-1662. Jeremias van Vliet oud burgemeester als vader en regent van het
Weeshuis, vervangende zijn mede confrators, verklaarde het hypotheek te ontslaan als zijnde
verkocht aan Marinus Willemsz. Duijffvoet. Behouden blijft de speciale aktie op hetzelve huis ter
somme van f 200 kapitaal, waarvan Marcus Willemsz. rente zal betalen van 4 ten 100 in het jaar,
ingaande mei 1662.
Nr. 292 folio 157v. d.d. 30-06-1607.
Aeltgen Lenertsdr. weduwe Maerten Sijmonsz. heeft verkocht aan Willem Pouwelsz. bootgezel een erf
in het Broersveld aan de oostzijde van de vaart, met een schuurtje daar achterop staande, belend ten
N: een uitgang behorende aan de huizing van de verkoopster en ten Z: de huizing van Cornelis van
Romen, strekkende van ’s-herenstraat tot achter op ’s-herenbansloot. Koopsom f 81 carolus, te
betalen met ⅓ part contant, ⅓ part mei 1608 en ⅓ part mei 1609. Belast met f 9 per jaar, te lossen de
penning 16. Penningborg: Jasper Cornelisz.
Nr. 293 folio 158 d.d. 07-06-1607.
Thielman Maertensz. Coninck wonende Hamburg voor zichzelf voor de ene helft en Allert Jacobsz.
gehuwd met Aechgen Maertensdr. voor de andere helft, hebben verkocht aan Pieter Pietersz. van der
Burch oud burgemeester hunlieder oom, de gerechte helft van de percelen landen, erfpachten en
renten, hierna genomineerd. Namelijk 16 hond land in Kortland buiten de Hoofdpoort alhier. Item 5
gemeten land in het oude land van Poortugaal. Nog 3 gemeten land in het oude land van Pernis. Item
8 gemeten land in de landen buiten de zeedijk van Albrantswaard, mitsgaders hunlieder contingent in
de aanwas en grienden gelegen buiten de zeedijk van Albrantswaard en Poortugaal. Allen gemeen
gelegen met Pieter Pietersz. van der Burch voorn. Mede nog de helft van zekere erfpachten, te
ontvangen van het dorp Poortugaal en van zekere boomgaarden onder Poortugaal, mitsgaders van de
gruit binnen Schiedam, alles gemeen met de voorn. van der Burch. Item nog in het geheel een
rentebrief van f 6 per jaar, sprekende op de kerk van Overschie, te lossen de penning 16 en een
rentebrief van f 18 per jaar, sprekende op (niets ingevuld), modo Pieter Willemsz. Plaet te
Vlaardingen, te lossen de penning 16. Dit alles zoals hun is aanbestorven door Maerten Thielmansz.
Coninck en Neeltgen Pietersdr. hun zaliger ouders. Aangezien Thielman Coninck weer naar Hamburg
wil vertrekken, heeft Gerard Muijs secretaris alhier en Willem Nieupoort de jonge notaris, tezamen tot
vermaning van van der Burch, de opdracht en het transport van de partijen landen voor het gerecht
derzelver plaatsen gedaan, onder verband van hun personen en goederen.
Nr. 294 folio 159 d.d. 13-07-1607.
Arien Willemsz. lakenkoper wonende Leiden vervangende de erfgenamen van Anne Geerloffsdr.
weduwe Willem Florisz. voor de ene helft en Jan Ariensz. timmerman heilige geestmeester te Alphen
uit naam van de armen, voor ⅜ part en Jan Gerritsz. Cramer burger alhier voor het resterende ⅓ part,
hebben opgedragen aan Jan Willemsz. van Haerlem oud burgemeester als beschadigde borg, een
kustingbrief verleden voor schepenen alhier op 11-02-1660 door Barent Gorisz. kuiper t.b.v. Anne
Geerloffsdr. voorsz., te betalen met f 69 per jaar.
Nr. 295 folio 159v. d.d. 21-07-1607.
Joris Jansz. kuiper heeft verkocht aan Michiel Maertensz. zeevarende man een huis en erf aan de
Vlaardingse steeg tot achter aan de straat van de haven. Koopsom f 975 carolus, te betalen met £ 120
contant en de rest op £ 33 per jaar. Belast met 30 st. per jaar, losbaar de penning 16 en te ontvangen
door de voorn. Joris Jansz. De goot tussen de koper en verkoper dient half om half onderhouden te
worden.
Nr. 296 folio 160 d.d. 28-07-1607.
41

NADERE TOEGANG 75
Arien Thonisz. kuiper nagelaten zoon van zaliger Tonis Pouwelsz. kuiper heeft onder benefitie van
inventaris aanvaard de boedel van zijn vader en heeft in die kwaliteit verkocht aan Cornelis Dircxz.
zeevarende man, een huis en erf gekomen uit zijn vaders boedel, staande in de Zwaansteeg, belend
ten O: de uitgang toekomende Jan Joostensz. koperslager en ten W: de plaats van het voorsz. huis
van Thonis Pouwelsz. gekocht door Roeloff Jansz. kleermaker. Koopsom f 400 carolus, te betalen met
f 100 contant, welke de koper op rente zal behouden tegen de penning 16, verschijnende jaarlijks
wanneer de kustingen toekomende het Weeshuis in mindering van hun achterstand en de rest op £ 20
per jaar. Belast met een opstal van 15 st. per jaar, te ontvangen door het Bagijnhof alhier. De oude
waarbrief in dato 17-05-1561.
Kanttekening d.d. 21-03-1653. Thieltgen Cornelis dochter van Cornelis Dircxz. vertoonde de originele
rentebrief t.b.v. het Weeshuis alhier verleden, zijnde ten volle betaald en afgelost.
Nr. 297 folio 160v. d.d. 03-08-1607.
Jacob Lambrechtsz. brouwer wonende alhier is schuldig aan Henrick Jorisz. moutmaker wonende
Delft, de somme van f 700 carolus, spruitende ter zake van geleende penningen. Hij belooft te betalen
intrest tegen de penning 16, bedragende £ 43-10-00 en verzekert dit op zijn huis en brouwerij,
mitsgaders de appendatien van dien, staande over de Haven in het Westnieuweland, genaamd de
Hellebaert met de Croon, belend ten Z: Cornelis Alewijnsz. cum suis en ten N: Arent Bruijnsz. van der
Dussen, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de Molenstraat. Item op een huis en erf op
de Holsteeg, mitsgaders 2 nieuw getimmerde huisjes daarnaast staande, tezamen belend ten Z: de
weduwe van Dirck Dircxz.
Kanttekening d.d. 25-05-1647. Hugo van Bleijswijck oud schepen exhibeerde de originele schuldbrief,
zijnde doorsneden en volkomen afgelost.
Nr. 298 folio 161 d.d. 04-08-1607.
Lenert Jacobsz. voor zichzelf en met procuratie van Bastiaentgen Willems weduwe wonende
Spijkenisse, mitsgaders vervangende het weeskind van Lenert Cornelisz. Borst, Joris Jacobsz.
gehuwd met Pleuntgen Henricxdr., dochter van Haesgen Joris, gezamenlijk vervangende Joris Jansz.
met zijn zusters en broeders, kinderen van zaliger Jan Jorisz. en nog gezamenlijk als erfgenamen van
Grietgen Jorisdr., hebben elk voor 1/6 verkocht aan Cornelis Daemen landman, een huisje en erf in het
Groenendal waarin Cornelis Daemen zelf 1/6 toekomt. Koopsom voor de 5/6 parten £ 140, contant
geld. Nog heeft de voorn. Lenert Jacobsz. voor zichzelf voor ¼ part, Joris Jacobsz. mede voor ¼ part,
mitsgaders dezelve personen met Cornelis Daemen zelf, mitsgaders Bastiaentgen Willemsdr. en het
voorn. weeskind en de kinderen van Jan Jorisz. als erfgenamen van Grietgen Joris voor ¼, verkocht
aan de voorn. Cornelis Daemen, een gelijk huisje en erf daar bezijden aan staande en waarvan
Cornelis Daemen zelf het resterende ¼ part toekomt. Koopsom voor de ¾ parten £ 72, contant geld.
Beide huizen zijn belast met 6 st. per jaar, te ontvangen door de kerk.
Nr. 299 folio 161v. d.d. 06-08-1607.
Maertgen Doen weduwe Willem Pouwelsz. wonende Charlois geassisteerd met Arien Cornelisz. haar
gekozen voogd, is schuldig aan Jan Dircxz. van Coolen de somme van f 1.000, spruitende van
verlopen landpachten en geleend geld. Ter mindering van de hoofdsom heeft zij aan Jan Dircxz. van
Ceulen opgedragen de navolgende bruikwaren van landen, te weten: 3 morgen binnenland
toekomende Willem van Melisant, mitsgaders nog van dezelve 2 morgen “bosenis” en nog van de
heer van Tilburg 3½ morgen in Robbenoort. Item 3½ morgen toekomende Coen Jansz. te Delft,
mitsgaders 10 hond 45 roeden toekomende de heer van Westerbeeck. Alles voor de somme van f 400
zodat zij nog schuldig blijft f 600 waarvoor zij verbindt 4 melkkoeien, het gewas van 3½ hond tarwe
staande op het land van Coen Jansz. en 3½ hond haver op het land van de heer van Tilburg
Nr. 300 folio 162v. d.d. 11-08-1607.
Maertgen Jansdr. weduwe Jacob Jansz. Waerde geassisteerd met Pieter Jansz. Lis haar gekozen
voogd is schuldig aan het Weeshuis een losrente van £ 5-11-04 per jaar met een hoofdsom van £ 89.
Zij verzekert dit op haar huis en erf op de Haven bij de Lagebrug, belend ten N: de gang van de
huizing van Jasper Pietersz. Wallendal en ten Z: de steeg van Louw de smid, strekkende voor van de
haven tot achter aan de huizing van Tomas Verle Engelsman. Hiermede is dood en te niet de
waterbrief door Jacob Bel brouwer in de Clock te Delft in de loterij alhier t.b.v. het Weeshuis ingelegd,
sprekende t.l.v. Jacob Jansz. Waerde haar overleden man.
Nr. 301 folio 163 d.d. 07-09-1607.
Frans Fransz. ’s-herendienaar alhier heeft verkocht aan Jan Willemsz. schuitvoerder wonende alhier
een losrente van £ 1-05-00 per jaar met een hoofdsom van f 20 carolus. Hij verzekert dit op zijn huis
en erf in het Broersveld, belend ten N: de stoof van Claes Bastiaensz. lijndraaier en ten Z: de huizing
van Arien Sijmonsz. dienaar des Goddelijken Woord in Charlois.
Nr. 302 folio 163v. d.d. 13-09-1607.
42

NADERE TOEGANG 75
Jan Gerritsz. schipper wonende alhier is schuldig aan Jan Dircxz. van Ceulen een losrente van £ 12-
10-00, te lossen de penning 16 met een hoofdsom van f 200. Hij verzekert dit op zijn huis en erf aan
het Marktveld, belend ten O: Arien Jorisz. timmerman en ten W: Arent Cornelisz. bakker. Mitsgaders
op zijn huizing op de Gooistraat, belend ten Z: Dirck Jansz. snijder en ten N: Jan Jansz. Kunst. Belast
met (niets ingevuld) per jaar, te ontvangen door de kerk.
Kanttekening: Op 11-07-1617 is deze rentebrief afgelost en gecasseerd.
Nr. 303 folio 164 d.d. 28-09-1607.
Maertgen Matheusdr. laatst weduwe Jacob Pietersz. van Suijt blauwverver geassisteerd met Bastiaen
Henricxz. Bolleman haar zoon en gekozen voogd, heeft getransporteerd aan Mathijs Willemsz.
Muijlwijck en Gerrit Meesz. Visch als testamentaire voogden van de nagelaten boedel van zaliger
Fijtgen Jacobsdr. t.b.v. de 3 nagelaten weeskinderen van Lucas Hugensz. van der Dussen verwekt bij
Soetgen Duijst van Santen, een kustingbrief sprekende t.l.v. Frans Jansz. kleermaker, verleden voor
schepenen van Rotterdam op 02-07-1603, inhoudende nog f 400 carolus, te betalen met £ 50 per jaar.
Betaald met de somme van £ 318-02-08, contant geld.
Nr. 304 folio 164v. d.d. 28-09-1607.
Anneken Bastiaensdr. weduwe Bastiaen Willemsz. Penning geassisteerd met Bastiaen Henricxz.
Bolleman heeft getransporteerd aan Mathijs Willemsz. Muijlwijck en Gerrit Meesz. Visch als
testamentaire voogden van de nagelaten goederen van Fijtgen Vranckendr. t.b.v. de nagelaten
weeskinderen van zaliger Lucas Hugensz. van der Dussen verwekt bij Soetgen Duijst van Santen, een
kustingbrief sprekende t.l.v. Roeloff Jansz. kleermaker, verleden voor schepenen alhier op 19-01-
1602, inhoudende nog f 830, te betalen met £ 40 per jaar. Betaald met de somme van £ 477-01-00,
contant geld.
Nr. 305 folio 165v. d.d. 05-10-1607.
Tonis Rochusz. bootgezel is schuldig aan Pieter Pietersz. van der Burch oud burgemeester een
losrente van f 4 carolus per jaar met een hoofdsom van £ 64. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de
Achterweg, belend ten Z: Jacob Claesz. en ten N: Maertgen Goijersdr. weduwe Willem de Goijer,
strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de bansloot. Ter meerdere zekerheid heeft
Geertgen Pouwelsdr. moeder van Thonis Rochusz. haar borg geconstitueerd onder verband van haar
huis en erf op de erven van de St. Sebastiaans doelen, belend ten O: Pieter Rochusz. en ten O: Pieter
Euwoutsz. Leijenaer.
Kanttekening: Op 26-05-1644 is de originele rentebrief door Lenert Heijndricxz. van Delven vertoond,
zijnde doorsneden en gecasseerd.
Nr. 306 folio 166 d.d. 15-11-1607.
Claes Henricxz. schipper burger alhier heeft getransporteerd t.b.v. Jan Willemsz. van Haerlem oud
burgemeester een kustingbrief sprekende t.l.v. Daen Jacobsz. schipper en zijn borgen t.p.v. Claes
Henricxz. nomine uxoris, verleden voor schepenen alhier op 30-12-1598, inhoudende nog f 1.000 te
betalen met £ 50 per jaar. Betaald met f 590 carolus, contant geld.
Nr. 307 folio 166v. d.d. 29-10-1607.
Jan Willemsz. wonende Rotterdam bekent de penningen die Maerten Maertensz. houtzager, zijn
huisvrouws schoonvader, op 15-03-1607 van diverse weeskinderen in het weeshuis alhier, tegen de
penning 14 op rente genomen heeft, te weten van de weeskinderen van Jacob Ariensz. wever een
losrente van £ 3-15½-00, item van het weeskind van Willempgen Vrericxdr. en van Claes Cornelisz.
bootgezel genaamd Dieuwertgen Claesdr., een rente van £ 10-06-00 per jaar en van Leentgen
Bastiaens weeskind van Bastiaen Lambrechtsz. een rente van f 5-03-00 per jaar, allen tezamen op 15
maart te verschijnen en waarvan op 15-03-1608 het eerste jaar verschenen zal zijn. Hiervoor hebben
Cornelis Pietersz. Scherp en Ormpgen Cornelisdr. weduwe Mees Cornelisz. zich borg gesteld. Door
zijn huisvrouws schoonvader door oudheid, bevel en profijt van hem comparant gelicht. De hoofdsom
is aan hem uitgereikt en betaald. Hij wil zijn vader ontlasten en tevens zijn borgen en belooft hun
kosteloos en schadeloos te houden en verzekert dit op zijn huis en erf in de Kipstraat te Rotterdam,
belend ten W: Pieter Rijcken en ten O: Arien Huijgen.
Nr. 308 folio 167v. d.d. 22-10-1607.
Gerrit en Claes Janszonen kinderen van Engel Jansdr., vervangende hun moeder, transporteren aan
Joost Stevensz. van Malsen ⅓ part in een losrentebrief van f 20 gouden Philips gulden tot 25 st. de
Philips gulden, verleden voor Henrick Sijmonsz. schout in Carnisse en West-Barendrecht, mitsgaders
Pieter Willemsz., Henrick Louwensz., Jacob Pietersz. en Inghen Claesz., allen heemraden in dezelve
ambacht, in dato 26-12-1520 sprekende t.l.v. Cornelis Pietersz. molenaar en verzekerd op 9 morgen
land. De ⅔ parten komen Joost Stevensz. zelf toe. Betaald met £ 116-13-04.
Nr. 309 folio 168 d.d. 26-10-1607.
Arien Lenertsz. schipper wonende alhier is schuldig aan Claes Gerritsz. den Bout schipper wonende
Delfshaven, de somme van f 700 carolus, spruitende uit de ruiling van een karveelschip tegen een
43

NADERE TOEGANG 75
kromsteven schuit aan de voorn. Bout. Hij belooft te betalen met £ 150 contant en de rest op £ 150
per jaar en verbindt hieraan het voorn. karveelschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere
zekerheid hebben Jan Lenertsz. Waterman en Pieter Jacobsz. schipper, beiden wonende alhier, zich
borgen gesteld voor Arien Lenertsz., ieder voor de helft.
Nr. 310 folio 168v. d.d. 27-10-1607.
Lenert Pleunsz. Capiteijn heeft getransporteerd t.b.v. Jan Willemsz. van Haerlem oud burgemeester
een scheepsschuldbrief, verleden op 26-05-1607 door Joost Jansz. van Schiedam voor Jacob van der
Meer baljuw, Claes Ariensz. en Job Gillisz. schepenen van Heenvliet ten zijne profijt, inhoudende nog
£ 275, te betalen met £ 50 per jaar. Ter meerdere zekerheid van de waring heeft Claes Henricxz.
schipper wonende alhier, zich borg geconstitueerd.
Nr. 311 folio 169 d.d. 27-10-1607.
Heijnrick Jansz. van Delft vervangende Jan Joosten Sijs gehuwd met Commertgen Cornelisdr. voor ⅓
part en als voogd van Arien Cornelisz. weeskind van zaliger Cornelis Ariensz. en Neeltgen Jansdr.
voor ⅓ part, heeft met advies van de weesmeesters alhier verkocht aan Abraham Willemsz. Molijn
gehuwd met Pleuntgen Cornelisdr. een huis en erf waarvan de koper het resterende ⅓ part
competeerd, staande op het Einde, belend ten N: de Taansteeg en ten Z: Gerrit Jampone, strekkende
voor van de straat tot achter op de haven met een uitgang. Dit met de servituten als hun zaliger
ouders het gecompeteerd hebben. Koopsom voor de ⅔ parten £ 893-06-10 vlaams, te betalen op f 40
per jaar. Belast met een losrente van £ 1-18-05 per jaar, losbaar de penning 16, spruitende uit het
maken van de stenen kade. Mitsgaders nog 6 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe
gerechtigd is. Penningborgen: Henrick Jansz. kuiper en Maerten Willemsz. Molijn.
Nr. 312 folio 170 d.d. 02-11-1607.
Cornelis Cornelisz. Calff de jonge heeft verkocht aan Servaes Coppensz. wonende Veere in Zeeland
een nieuw botschip zo die van stapel gelopen is. Koopsom £ 80 gr. vlaams. Hij belooft te betalen op 3
termijnen en verzekert dit op het voorn. schip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid
heeft Corstiaen Cornelsz. wonende Veere zich borg geconstitueerd.
Nr. 313 folio 170v. d.d. 07-11-1607.
Arien Jansz. schoenmaker burger alhier is schuldig aan Pieter Pietersz. van der Burch een losrente
van f 12-10-00 vlaams, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 200. Hij verzekert dit op zijn
huis en erf beneden de Kruisstraat, belend ten Z: Dignum Pietersdr. en ten N: de weduwe van Gerrit
Jansz. Molen, mitsgaders zijn looituin en huizing over het St. Anna Zusterhuis, belend ten O: Pieter
Jansz. alias Goe Pieter en ten W: Cent (niet verder ingevuld).
Kanttekening. Op 05-01-1643 compareerde Jan Wilsoets en exhibeerde de originele kustingbrief,
zijnde doorsneden en gecasseerd.
Nr. 314 folio 171 d.d. 08-11-1607.
Jacob Maertensz. kleermaker is schuldig aan Pieter Pietersz. van Dijck de somme van f 100 carolus,
spruitende over verschoten penningen en betaalde arbeidslonen, door Pieter Pietersz. aan steen,
kalk, hout en ijzerwerk geleverd aan het huis van Jacob Maertensz. dat hiermede gerepareerd is. Hij
belooft te betalen binnen 7 jaren. Ingeval Jacob Maertensz. of zijn huisvrouw Woutertgen Jansdr.
binnen 7 jaren komt te overlijden, zal de langstlevende de resterende penningen ten enemale betalen
alsof daar intrest van werd gegeven. Dit tegen de penning 16. Indien zij beiden nog leven dan tegen
gelijke intrest. Ter meerdere zekerheid belooft hij Jacob Maertensz. zijn voorn. huis, staande op het
Einde, belend ten Z: Aeltgen Fransdr. en ten N: Dirck Jacobsz., niet te verkopen, belasten of
bezwaren voordat de hoofdsom is afgelost.
Nr. 315 folio 171v. d.d. 10-11-1607.
Gijsbrecht Dircxz. van Emden kleermaker nomine uxoris voor ¼ part, Gerrit Pouwelsz. en Pieter
Marcusz. mede kleermaker wonende Delft, voogden van Jan Lenertsz. weeskind van zaliger Neeltgen
Dircxdr. voor ¼ part, erfgenamen van Neeltgen Jansdr. weduwe Arien Vrancken, in leven wonende
alhier, hebben in hun kwaliteit verkocht aan Arent Pietersz. van der Meer bleker wonende te Delft. de
helft van een huis en erf door Maritgen Jansdr. met de dood geruimd, staande alhier ter stede, belend
ten N: Cornelis Sieren en ten Z: het hoekhuis toebehorende Arien Pietersz. kuiper en waarvan de
koper nomine uxoris door overlijden van Maertgen Jansdr. de resterende helft is aanbestorven.
Koopsom £ 112-10-00, contant geld.
Nr. 316 folio 172 d.d. 19-11-1607.
Frans Jansz. geboren te Schoonhoven en gehuwd met Cornelisgen Claesdr. wonende Amsterdam,
verklaarde dat tussen hem en zijn huisvrouw ernstige kwestie en verschillen zijn ontstaan welke zij
met elkaar geaccordeerd en verdragen hebben, te weten dat zij van elkaar zullen scheiden in
huishouding. Cornelisgen Claesdr. zal de gehele boedel met in- en uitschulden behouden, zonder dat
hij of zijn erfgenamen na het overlijden van Cornelisgen Claesdr. mogen eisen of pretenderen.
44

NADERE TOEGANG 75
Cornelisgen Claesdr. zal hem comparant moeten uitkeren de somme van £ 18, mitsgaders eenzelfde
verlij van accoord moeten overleveren aan schepenen waar zij woont.
Nr. 317 folio 173 d.d. 23-11-1607.
Pouwels Jansz. voor zichzelf en uit naam van zijn zuster Neeltgen Jansdr. wonende Maassluis,
erfgenamen van Trijn Pouwelsdr., opposeren zich in de voorn. kwaliteit tegen de verkoping van het
huis door hun zaliger moeder nagelaten, staande op de Verbrande Erven en waarin zij ⅔ parten
hebben. Zij protesteren tegen de kosten, schaden en intresten van de exploitatie en executie. Zij
pogen te verkopen de aktie hun in de voorsz. kwaliteit competerende, om daaraan te institueren zo zij
te raden vinden.
Nr. 318 folio 173 d.d. 29-11-1607.
Jan Corsz. lijndraaier burger alhier is schuldig aan Arien Willemsz. Verelst een losrente van £ 6-05-00
per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van £ 100. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf in het
Land van Beloften, belend ten Z: Claes Bastiaensz. lijndraaier en ten N: Bastiaen Bastiaensz.,
mitsgaders op zijn lijnbanen gelegen naast de sloot van de banen van de voorn. Claes Bastiaensz.
Nr. 319 folio 173v. d.d. 02-12-1607.
Janneken Ariensdr. weduwe Henrick Jansz. metselaar geassisteerd met Arien Cornelisz. haar
gekozen voogd is schuldig aan Grietgen Henricxdr. huisvrouw van Jan Claesz. wonende Heenvliet,
dochter van de voorn. Henrick Jansz., de somme van £ 29-03-04, spruitende ter voldoening van haar
vaderlijke erfenis. Zij belooft te betalen met £ 4-03-04 per jaar en verbindt hieraan haar persoon en
goederen.
Nr. 320 folio 174 folio 02-12-1607.
Arent Allertsz. als principaal en Ariaen Fransdr. huisvrouw van Allert Jansz. zijn moeder geassisteerd
met Willem Gerritsz. grafmaker haar gekozen voogd is schuldig aan Pietertgen Claes weduwe
Maerten Pietersz. de somme van £ 46, spruitende ter zake van de overkoop van linnen en wollen
kleding, mitsgaders enige meubele goederen. Hij belooft te betalen met £ 15 per jaar uit de huur van
de aanstaande haringteelt, te weten elke reis f 5.
Nr. 321 folio 174v. d.d. 08-12-1607.
Ten verzoeke van Daniel Bruijnsz. glasmaker en Heijman Wiggersz. als beschadigde borgen voor Jan
Lucasz. kuiper en door het gerecht daartoe geauthoriseerd, wil men met decreet verkopen het huis en
erf van de voorn. Jan Lucasz., staande bij de Overschiese poort. zoals het door Jan Lucasz. met de
dood is nagelaten, belend ten O: Jan de Gorter en ten W: Maertgen Ariens wollenaaister, strekkende
voor van ’s-herenstraat tot achter op de Schie. Dit op navolgende voorwaarden: De koper is gehouden
de oude kustingbrief te betalen, gedateerd 09-05-1592 en inhoudende nog £ 509, te betalen met £ 27
per jaar t.b.v. Arien Lenertsz. rietdekker, verleden voor schepenen alhier, welke de erfgenamen van
Jan Cornelisz. kramer en Pietertgen Heijndricxdr. zijn huisvrouw die aktie en transport hadden van
voorn. Arien Lenertsz., op het huis en erf sprekende hebben. De koper is gehouden de penningen
boven de oude kustingbrief te betalen met f 100 contant en gelijke kustingen als de oude kustingbrief
vermeld. De koper zal tot godspenning betalen £ 6. Tevens zal hij betalen de kosten van het proces
getaxeerd op £ 6-18-00 en hij dient 2 suffisante penningborgen te stellen. Koper is geworden Daniel
Bruijnsz. glasmaker welke transport heeft van Panckaris Ariensz., voor de somme van £ 660.
Penningborgen: Arien Panckarisz. en Cornelis Jansz. schoenmaker.
Nr. 322 folio 175v. d.d. 08-12-1607.
Nog wil men bij decreet verkopen t.v.v. Jan Ottensz. kleermaker cum suis als erfgenaam van Jan
Bastiaensz. grafmaker, uit krachte van een condemnatie van £ 70 hoofdsom, mitsgaders 9 jaren
verlopen rente tegen de penning 14 tot f 5 per jaar, bedragende tezamen £ 45, alles volgens de
rentebrief in dato 29-12-1598, door de voorsz. Jan Jansz. Ot op Cornelis Willemsz.
scheepstimmerman geobtineerd voor het gerecht alhier op 29-09-1607. Item insgelijks vanwege Jan
Dircxz. van Ceulen als aktie hebbende van gelijke hoofdsom en rente als boven, volgens transport in
dato als de voorsz. rentebrief door de voorsz. Frans Walingsz. (?) t.b.v. Jan Dircxz. voorn. voor
schepenen alhier verleden, makende tezamen £ 230. Het huis en erf van Cornelis Willemsz.
scheepstimmerman bij de Hoofdpoort, belend ten W: Marinus Jansz. schuitvoerder en ten O: ’sherenstraat,
lang aan de oostzijde van de eerste blauwe deksteen naar de haven toe 31 roeden,
breed aan de zijde van de Vest 44 voeten en aan de zijde van de haven 46 voeten. Item lang aan de
zijde van Marinus Jansz. (niets ingevuld) voeten. Het huis is 18 roede voeten van de stenen kade af
gelegen, wat tot rijweg wordt gemaakt indien de koper het erf wil betimmeren. Het huis en erf is belast
met 10 st. per jaar, toekomende de stad. Gemijnd door Gerrit Lourisz. huistimmerman voor de somme
van £ 150.
Nr. 323 folio 177v. d.d. 08-12-1607.
Jan Henricxz. van Leendt heeft verkocht aan Arien Ariensz. bootgezel een huis en erf op de hoek van
de Vlaardingsestraat, belend ten W: Henrick Jansz. van Delft en ten O: ’s-herenstraat. De koper zal
45

NADERE TOEGANG 75
aannemen te voldoen de kustingbrief welke Louris Pietersz. bootgezel op het voorsz. huis en erf
sprekende heeft, gedateerd 27-04-1596, inhoudende nog f 700 carolus, te betalen met f 50 per jaar.
Belast met f 0-01-02 per jaar, te ontvangen door de Heilige Geest. De oude waarbrief in dato 27-03-
1596.
Nr. 324 folio 178 d.d. 08-12-1607.
Pieter Henricxz., Frans Henricxz. en Willem Henricxz. gebroeders met last van Sijmon en Vroutgen
Henricxs hun broeder en zuster, allen kinderen en erfgenamen van Grietgen Willemsdr., hebben
verkocht aan Arien Gerritsz. timmerman een huis en erf op de Dam, belend ten O: Cornelis Lenertsz.
Hertich en ten W: Henric Jacobsz. vleeshouwer, met de servituten als Grietgen Willemsdr. het
bewoond heeft. Koopsom f 375, te betalen met f 60 contant en de rest op £ 20 per jaar. Belast met 15
st. per jaar, te ontvangen door de kerk alhier. Verder met de servituten als omschreven en de 2 oude
waarbrieven.
Nr. 325 folio 178v. d.d. 08-12-1607.
Stoffel Lourisz. bootgezel wonende Dordrecht voor zichzelf en Pieter Bastiaensz. stierman wonende
Vlaardingen gehuwd met Maritgen Lourisdr., hebben verkocht aan Gijsbrecht Willemsz. wever ⅔
parten van een huis en erf op de Achterweg aan de westzijde, belend ten Z: Pieter Ariensz. Cockhille
en ten N: Gerrit Cool, strekkende van de Achterweg tot achter aan de sloot. Dit zoals Louris Deunisz.
het huis gepossideerd en bezeten heeft. De koper als gehuwd hebbende Trijntgen Louris competeert
het resterende ⅓ part. Koopsom f 590 carolus, te betalen met f 20 per jaar. Belast met een rente van f
6 per jaar, te lossen de penning 14, toekomendse Cornelis Willemsz. houtkoper.
Nr. 326 folio 179v. d.d. 20-12-1607.
Bastiaen Gerritsz. waard wonende op het Hoofd is schuldig aan Jan Dircxz. van Ceulen en Arien
Willemsz. van Elst de somme van £ 150, spruitende ter zake van geleende penningen tegen de
penning 16, bedragende £ 9-07-08 per jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf dat hij van Vranck
Vranckensz. gekocht heeft, belend ten O: de tuin van Pieter Pietersz. van der Burch en ten W: de tuin
van de erfgenamen van Joris Maertensz. Coij.
Nr. 327 folio 180 d.d. 22-12-1607.
Cornelis Tonisz. de Helt heeft verkocht aan de 3 nagelaten weeskinderen van zaliger Lucas
Huijgensz. van der Dussen verwekt bij Soetgen Duijst van Santen, een losrente van £ 14-05-11 per
jaar tegen de penning 14 met een hoofdsom van £ 200. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de
Achterweg, belend ten N: de huizing van Neeltgen Claes tSustertgen en ten Z: Sijmon den Holster.
Nr. 328 folio 180v. d.d. 24-12-1607.
Pieter Jansz. zeevarende man is schuldig aan Jan Copier hoedenstoffeerder een losrente van f 7 per
jaar met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit voor de helft op een kustingbrief, verleden door
Gerrit Henricxz. zeevarende man t.p.v. de constituant voor schepenen alhier op 29-05-1604,
inhoudende f 200-10-00, te betalen met £ 12 per jaar, mitsgaders op zijn huis en erf op de Laansloot,
belend ten W: Cornelis Pietersz. Cockhille en ten O: Henrick Jacobsz. Ter meerdere zekerheid heeft
Daniel Bruijnsz. glasmaker zich borg geconstitueerd voor de andere helft onder verband van zijn
huizing in de Korte Kerkstraat, belend ten O: Philips de Wasmaker en ten W: de weduwe van Claes
Maertensz. glamaker.
Nr. 329 folio 181v. d.d. 24-12-1607.
Gabriel Joosten burger en wonende alhier heeft verkocht aan Cornelis Alewijnsz. oud burgemeester
een losrente van f 7 per jaar met een hoofdsom van £ 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de
Lange Kerkstraat, belend ten O: Servaes Rutten en ten W: Jan Backhart.
Nr. 330 folio 182 d.d. 28-12-1607.
Jacob Reijmbrantsz. wonende alhier gehuwd met Ariaentgen Henricxdr. en Maertgen Dircx weduwe
Willem Ariensz. Swart, mitsgaders Cornelis Jansz. Poort, allen voor hunzelf en vervangende Maertgen
Dircxdr. weduwe Cornelis Ariensz. Swart, mitsgaders Willem Pietersz. gehuwd met Engeltgen Jansdr.,
Crijn Ariensz. gehuwd met Commertgen Jans, Arien Sijmonsz. gehuwd met Aechgen Jans en Isaack
Jansz. jonggezel broeder van Cornelis Jansz. Poort, nog mede comparerende Arien Gorisz. wonende
Gouda gehuwd met Trijntgen Ariensdr., mitsgaders Sijmon Ariensz. wonende Rotterdam voor hunzelf
en vervangende Sijmon Ariensz. den Holster gehuwd met Pietertgen Ariens, allen bloedvrunden en
erfgenamen van Arien Aelbrechtsz., in leven gehuwd gehad hebbende Maertgen Aemen,
tegenwoordig huisvrouw van Joris Jansz. kuiper, verklaren dat zij met dezelve Maertgen Aemen
geaccordeerd zijn nopens de erfenis van Arien Aelbrechtsz. Dit voor de somme van £ 20 gr. vlaams
welke zij comparanten bekennen ontvangen te hebben.
Nr. 331 folio 183 d.d. 04-01-1608.
Aechgen Ariensdr. weduwe Jan Diertensz. bakker geassisteerd met Diert Jansz. haar zoon en
gekozen voogd, is schuldig aan Claes Andriesz. korenkoper te Delft de somme van f 300 carolus,
spruitende uit de koop van tarwe en rogge. Zij belooft te betalen tot vermaning en verzekert dit op
46

NADERE TOEGANG 75
haar huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: Roeloff Gerritsz. zwaardveger en ten N: Jan Jacobsz.
antieksnijder.
Nr. 332 folio 183 d.d. 05-01-1608.
Liedewij Dircxdr. weduwe Arris Ariensz. geassisteerd met Henrick Pietersz. haar gekozen voogd heeft
verkocht aan Sijmon Henricxz. zeevarende man een huis en erf met een enkele lijnbaan voor de
huizing gelegen aan de Korte Vest, belend ten Z: een afgescheiden keukentje toebehorende de
verkoopster en ten N: de voorsz. Henrick Pietersz. Koopsom £ 517, te betalen met £ 18 per jaar. De
verkoopster zal moeten gedogen het uitsteeksel van de bedstee in dit verkochte huis. De koper zal het
straatje voor deze huizing, strekkende tot ’s-herenstraat, nevens de buren voor ⅓ part moeten
onderhouden. De gifte is ontvangen door Pieter Henricxz. als procuratie hebbende van Sijmon
Henricxz. zijn broeder.
Kanttekening d.d. 14-09-1631: De pricipale kustingbrief is alhier vertoond, zijn doorsneden en
gecasseerd.
Nr. 333 folio 183v. d.d. 05-01-1608.
Daem Jacobsz. schipper heeft verkocht aan Joost Jacobsz. wonende alhier een huis en erf op het
Einde, belend ten N: Vranck Pietersz. waard in de Roscam en ten Z: het stadserf en muur. Koopsom f
320 carolus, te betalen met £ 20 contant en de rest op £ 20 per jaar. Belast met 7½ gr. per jaar, te
ontvangen door de Heilige Geest. De oude oude waarbrief in dato 09-06-1584.
Nr. 334 folio 184 d.d. 05-01-1608.
Sijbrant Dircxz. bootgezel draagt op aan Michiel Jansz. van Waert tegenwoordig possesseur van een
erfje met een vrij licht in de zuidmuur van de huizing van de voorn. Michiel Jansz. over het voorn. erfje,
strekkende noordwaarts nevens de achtergevel van de huizing van Sijbrant Dircxz. voorn., lang met
het slop van de huizing van van Waert tot de heiningmuur 4 voet 9 duimen en breed van de huizing
van Sijbrant Dircxz. oostwaarts tot aan de huizing van voorn. van Waert, stijf 3 voeten. Door Sijbrant
eertijds verkocht aan Maertgen Dircken kousenbreidster, waarvan hij Sijbrant Dircxz. ten volle betaald
was met de somme van £ 30. Hij belooft het erfje te vrijen en waren.
Nr. 335 folio 184v. d.d. 05-01-1608.
De gasthuismeesters van het St. Jacobs Gasthuis hebben verkocht aan Rochus Arentsz. zeevarende
man een huis en erf Voor de Raam, belend ten N: Cornelis Allertsz. en ten Z: Willem Ariensz.
lijndraaier. Koopsom £ 375, te betalen met f 16 per jaar. Penningborg: Jan Thijsz. houtzager.
Nr. 336 folio 185 d.d. 05-01-1608.
De voorn. gasthuismeesters hebben verkocht aan Bastiaen Jansz. zeevarende man een huis en erf in
het Land van Belofte, mitsgaders een vrije gang daar bezijden aan responderende in het Broersveld,
belend ten O: Jan Ruttensz. metselaar en ten W: Jan Jorisz. zeevarende man met een aflaat.
Koopsom £ 465, te betalen met £ 24 per jaar. Penningborg: Maertgen Jansdr. weduwe Jan Jansz.
alias Jan Broer.
Nr. 337 folio 185 d.d. 07-01-1608.
Claes Gerritsz. schoenmaker burger alhier is schuldig aan Jan Dircxz. van Ceulen een losrente van £
12-10-00 per jaar met een hoofdsom van £ 200. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Gooistraat,
belend ten Z: Arien Jansz. schrijnwerker en ten N: Jan Reijersz. bootgezel. Ter meerdere zekerheid
stelt Maertgen Rochusdr. laatst weduwe van Jan Dircxz. Snoij, geassisteerd met Arien Cornelisz. klerk
ter secretarie alhier haar gekozen voogd, zich borg en verbindt hieraan haar huis en erf op de
Gooistraat, belend ten Z: Jonas Pietersz. koopman en ten N: Gillis Pietersz. Lis kruidenier.
Kanttekening: Compareerde Claes Rademaecker als koper van het huis en exhibeerde de originele
rentebrief, zijnde volledig afgelost en gecasseerd. Actum 16-03-1647.
Nr. 338 folio 186 d.d. 08-01-1608.
Dirck Lambrechtsz. bakker is schuldig aan Cornelis Alewijnsz. oud burgemeester een losrente van £ 7
carolus per jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten N: ’sherenstraat
en ten Z: Warnaer Barthoutsz. timmerman.
Kanttekening d.d. 11-12-1610. Dirck Lambrechtsz. bakker vertoonde de originele brief, zijnde
doorsneden en gecasseerd.
Nr. 339 folio 186 d.d. 08-01-1608.
Gerrit Jansz. bootgezel is schuldig aan kapitein Cornelis Jansz. Celen een losrente van £ 3-02-08
tegen de penning 16 met een hoofdsom van £ 50. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de
Achterweg, belend ten N: Jan Pier Gijsen en ten Z: Joris Ruijge.
Nr. 340 folio 186v. d.d. 09-02-1608.
Jan Gerritsz. schipper wonende alhier heeft verkocht aan Gerrit Jansz. zijn zoon een huis en erf op
het Einde, belend ten Z: Dirck Jansz. kleermaker en ten N: Jan Jansz. Cunst. Koopsom f 900, te
betalen met £ 30 per jaar. Belast met 12 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd
47

NADERE TOEGANG 75
is. De koper is gehouden het secreet achter op de plaats van deze huizing te legen en de onreinheid
door de verkochte huizing te dragen. De oude waarbrieven in dato 09-11-1577 en 23-08-1593.
Nr. 341 folio 187 d.d. 12-01-1608.
Arien Lenertsz. schipper wonende alhier heeft verkocht aan Jacob Ariensz. een huis en erf mitsgaders
een schuur staande op het erf achter op de Haven, belend ten N: Pieter Willemsz. Penning en ten Z:
Lenert Cornelisz. Cruijck. Koopsom f 1.200 carolus, te betalen met f 200 contant en de rest op £ 50
per jaar. Vrij en niet belast. De oude waarbrief in dato 11-02-1595.
Nr. 342 folio 187v. d.d. 17-01-1608.
Sijbrant Cornelisz. schipper wonende Vlaardingen is schuldig aan Fransgen Cornelisdr. weduwe
Henrick Cornelisz. Cesa de somme van f 400 ter zake van de koop van een krabschuit. Hij belooft te
betalen met £ 150 contant, in betaling daarvan transporteert hij aan Fransgen Cornelisdr. alle
penningen die hij comparant van de nabeschreven stierlieden over verdiend arbeidsloon toekomt,
namelijk van Cornelis Claesz., Jacob Maertensz., Dirck Dircxz., Jacob Ariensz., Frans Clinckert, Pieter
Cagenaer en Jan Crijnsz. Voorts op termijnen van f 150 per jaar. Hij verbindt hieraan de voorn.
krabschuit onder verband van waterrecht.
Nr. 343 folio 188 d.d. 30-01-1608.
Jan Lenertsz. schipper wonende alhier is schuldig aan Jan Cornelisz. Cruijsert de somme van £ 100
ter zake van de koop van haring. Hij belooft te betalen op vermaning en verzekert dit op een
damloper, groot 6 lasten welke hij is voerende.
Nr. 344 folio 188v. d.d. 04-02-1608.
Willem Nieupoort de jonge met procuratie van Lambrecht Ariensz. Borselaer wonende alhier heeft
verkocht aan Trijntgen Lambrechts zijn dochter weduwe Arien Cornelisz. Calff een huis en erf op de
Achterweg, belend ten Z: Arien Claesz. en ten N: Joris Jacobsz. bootgezel. Koopsom f 950, te betalen
met £ 30 per jaar. Belast met f 1-05-08 per jaar, toekomende het Gasthuis.
Nr. 345 folio 188v. d.d. 08-02-1608.
Engeltgen Govertsdr. laatst weduwe Lenert Florisz. Sulleman verklaarde dat zij aan de diaconie alhier
heeft opgedragen een half huis en erf, staande over de Schie, belend ten Z: Tijs Ariensz. en ten N:
Dirck Huijgen, waarvan de wederhelft Dirck Jansz. haar comparants zoon toekomt en voorts al haar
meubelen en andere goederen, mits dat de diaconie haar leven lang het onderhoud zal bekostigen en
uitreiken 15 st. Compareerde mede de voorn. Dirck Jansz. en verklaarde dat hij content is met deze
opdracht en aangaande de erfenis die hij van zijn moeder zou erven, niets te zullen eisen of
pretenderen. Indien hij zonder geboorte na te laten zou komen te overlijden, bij verkoping van zijn helft
van het huis, uit de gereedste penningen vooruit ontvangen en in vrije eigendom behouden zal de
somme van f 100 carolus.
Nr. 346 folio 189v. d.d. 09-01-1608.
Pieter Pietersz. van Dijck heeft verkocht aan Pouwels Jansz. zeevarende man een huis en erf in het
Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: de koper zelf en ten Z: Henric Henricxz.,
strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de sloot van Claes Bastiaensz. lijndraaier. In alle
manieren als het huis door de verkoper nieuw is laten metselen en timmeren. Koopsom f 800 carolus,
te betalen met £ 50 contant en £ 27 per jaar. Vrij en niet belast. Penningborgen: Jan Pouwelsz.
zeevarende man en Jacob Bouwensz. schipper. Waarborg: de oude waarbrief waarbij de verkoper het
erf van het Gasthuis gekocht heeft.
Nr. 347 folio 190 d.d. 13-02-1608.
Claes Jansz. stierman en Pieter Jansz. boekhouder van de voorn. stierman, beiden wonende
Delfshaven, uit naam van de gemene reders, zijn schuldig aan Cornelis Cornelisz. Calff de oude
scheepstimmerman wonende alhier, de somme van £ 556-10-00 ter zake van een nieuwe hoekboot
zoals die van stapel gelopen is. Zij beloven te betalen op 2 jaren. Op de laatste paai mogen zij £ 28
inhouden. Zij verzekeren dit op de voorn. visboot en hun personen en goederen.
Nr. 348 folio 190v. d.d. 22-02-1608.
Pieter Dammisz. Brouwer stierman weduwnaar Grietgen Thijsdr. heeft verkocht aan Arien Cornelisz.
Daenen en Jujaen Lenertsz. als omen, mitsgaders Jan Lourisz. van Wijck kozijn, bloedvoogden van
de 3 weeskinderen van zaliger Cornelis Jujaensz., de ene helft en 2/5 parten in de andere helft van
een huis en erf achter op de Haven, belend ten O: het huis van Leen Sijmonsz. en ten W: de huizing
van Huijch Jansz., waarvan de de weeskinderen de resterende 3/5 parten zelf toebehoren. Koopsom £
997-10-00, te betalen op £ 42 per jaar. Vrij en niet belast.
Nr. 349 folio 190v. d.d. 26-02-1608.
Pieter Willemsz. en Arien Tobiasz. beiden wonende alhier, zijn elk voor de helft schuldig aan Cornelis
Hubrechtsz., Pieter Dammisz. en Cornelis Dammisz., elk voor ⅓ part, de somme van f 220 als restant
van meerdere somme van de koop van een botschip. Zij beloven te betalen op 2 jaren en verzekeren
48

NADERE TOEGANG 75
dit op het voorn. botschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben Cornelis
Segersz. en Cornelis Cornelisz. zich borg gesteld, elk voor de helft.
Nr. 350 folio 191 d.d. 28-02-1608.
Liedewij Dircxdr. weduwe Arris Ariensz. geassisteerd met Arien Cornelisz. haar gekozen voogd heeft
getransporteerd t.b.v. Claes Jacobsz. schipper een kustingbrief sprekende t.l.v. Commer Arentsz.,
verleden voor schepenen alhier op 09-05-1587, inhoudende nog f 302 carolus, te betalen met f 24 per
jaar. Betaald met de somme van £ 118-14-11.
Nr. 351 folio 191v. d.d. 28-02-1608.
Dirck Pietersz. zeevarende man wonende alhier voor ⅔ parten en Arent Joppen zeevarende man voor
⅓ part, zijn schuldig aan Cornelis Coenelisz. Calff de jonge de somme van f 428 carolus, spruitende
uit de koop van een nieuw botschip. Ze belovven te betalen op 3 jaren en verzekeren dit op het voorn.
botschip onder verband van waterrecht.
Nr. 352 folio 192 d.d. 01-03-1608.
Maerten Willemsz. Sluijs en Euwout Hubrechtsz. kleermaker als voogden van Euwout Cornelisz.
onmondige zoon van Cornelis Jansz. kaaskoper voor 1/5 part, mitsgaders Pieter Jansz. bakker
wonende Zwartewaal gehuwd met Evertgen Cornelisdr., Pieter Galeijnsz. gehuwd met Geertgen
Danckertsdr. en Jan Fransz. schrijnwerker gehuwd gehad hebbende Machtelt Cornelisdr., elk voor 1/5
part, allen kinderen en erfgenamen van de voorn. Cornelis Jansz. kaaskoper en Haedwij Euwoutsdr.,
beiden zaliger, hebben verkocht aan Jan Cornelisz. kaaskoper een huis en erf op de Gooistraat,
belend ten N: Gerrit Jansz. Vinck en ten Z: Gerrit Allertsz. Sas, strekkende voor van de straat en
responderende met een uitgang tot achter op de Nieuwstraat. Jan Cornelisz. komt zelf het resterende
1/5 part toe. Koopsom voor de 4/5 parten f 1.320 carolus, te betalen met f 200 contant en de rest op £
48 per jaar. Belast met £ 2-00-04 per jaar, te ontvangen door de Memorie.
Kanttekening d.d. 25-07-1622. Compareerde Geertgen Danckers en bekende haar 1/5 part ontvangen
te hebben.
Nr. 353 folio 192v. d.d. 12-03-1608.
Arien Claesz. lijndraaier is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen lakenkoper een losrente van £ 6-05-
00 per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op
de Achterweg tegenover het stadsweeshuis, belend ten Z: Neeltgen Willemsdr. en ten N: Trijntgen
Lambrechtsdr. weduwe Arien Cornelisz. Calff. Ter meerdere zekerheid heeft Huijch Sijmonsz.
stierman zich borg gesteld onder verband van zijn huis en erf op de Dam, belend ten W: Maertgen
Ariensdr. en ten O: Annetgen Euwouts weduwe Bastiaen Jacobsz.
Nr. 354 folio 193v. d.d. 15-03-1608.
Jan Ariensz. van der Marck wonende alhier is schuldig aan Sijbrant Lourisz. huistimmerman de
somme van £ 263, spruitende over timmerage en geleend geld tot opbouw van de huizing van de
voorsz. Jan Ariensz. Alles volgens de uitspraak door Pieter Jansz. Lis, Jan Dircxz. van Ceulen, Arien
Jorisz. huistimmerman en Pouwels Jorisz. zijn broeder, als arbiters. Mitsgaders nog £ 7-07-08 van de
40° penning en het maken van dit verlij, door Sijbrant Lourisz. verschoten, tezamen £ 270-07-08, te
betalen tegen de penning 16, belopende £ 16-18-08 per jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in het
Broersveld aan de oostzijde van de vaart, belend ten N: Pieter Jansz. schipper en ten Z: Gerrit Jansz.
Licht. Indien de comparant, zijn huisvrouw of nazaat van hun beiden, de rente zal laten verlopen, zal
Sijbrant Lourisz. de voorsz. somme verhalen op een rentebrief, inhoudende f 100, door Maertgen Jans
de huisvrouw van de voorn. van der Marck verleden voor schepenen alhier op 05-10-1598.
Nr. 355 folio 194 d.d. 15-03-1608.
Steffen Cornelisz. voor de ene helft en de erfgenamen van Arien Schipper Jacobsz. voor de andere
helft hebben verkocht aan Pieter Pietersz. tijkwerker een huis en erf in de Kreupelstraat, belend ten N:
Maerten Joppen en ten Z: Dieuwertgen Jansdr., strekkende voor van de straat tot achter aan het erf
van Cornelis tHoeffgen. Koopsom f 500, te betalen met f 60 contant en de rest op f 20 per jaar. Belast
met f 0-04-12 per jaar. Waarborg: Jacob Thonisz. Penningborgen: Cors Isbrantsz. en Dirck Tonisz.
karreman.
Kanttekening d.d. 18-07-1628: De principale schuldbrief is door Pieter Pietersz. debiteur vertoond,
zijnde gecasseerd en afgelost.
Nr. 356 folio 194v. d.d. 17-03-1608.
Sijmon Ariensz. den Holster wonende alhier vervangende Sijmon Ariensz. wonende Rotterdam,
mitsgaders mede voor Arien Gorisz. wonende te Gouda beiden zijn zwagers, tezamen erfgenamen
van Aechgen Rochusdr., in leven weduwe Arien Sijmonsz., heeft in die kwaliteit verkocht aan Willem
Jansz. Schots een huis en erf op de Achterweg, belend ten Z: de koper en ten N: Cornelis de
zwaardveger. Koopsom f 400 carolus, te betalen met £ 48 mei toekomende en de rest op f 18 per jaar.
Nr. 357 folio 195 d.d. 18-03-1608.
49

NADERE TOEGANG 75
Jacob Hugensz. en Pieter Hugensz. gebroeders beiden wonende Vlaardingen zijn schuldig aan
Cornelis Cornelisz. Calff de oude over de koop van een nieuw botschip. Zij beloven te betalen op 2
jaar en verzekeren dit op het voorn. botschip onder verband van waterrecht.
Nr. 358 folio 195 d.d. 22-03-1608.
Wouter en Cornelis Claeszonen, mitsgaders Joost Jorisz. gehuwd met Maertgen Claesdr., alle drie
mondige kinderen van zaliger Claes Woutersz., ter ene zijde en Maertgen Cornelisdr. hun moeder ter
andere zijde. Zij zijn geaccordeerd nadat Pieter Jansz. Lis en Elias Pietersz. Maerlant schepenen
alhier ten huize van Maertgen Cornelisdr. waren gecompareerd en tegen haar verklaarden dat zij zich
tevreden moest houden en consenteren in de vertichting van haar kinderen nopens de patrimoniale
goederen volgens het accoord en uitkoop van d.d. 06-03-1605, ter presentie van Jacob Lambrechtsz.
brouwer, inhoudende dat zij weduwe zal behouden de boedel mits dat zij aan haar kinderen in
voldoening van hun vaderlijke goederen, elk zal kleden en uithuwelijken naar haar staat en vermogen,
mitsgaders daarboven aan elk een bruidstoel van f 200. Joost Jorisz. bekent betaald te zijn.
Nr. 359 folio 196 d.d. 25-03-1608.
Pieter Thonisz. de Helt burger alhier is schuldig aan Jan Arentsz. Dwinglo secretaris te Vlaardingen de
somme van f 81 carolus ter zake van afgerekende en geleende penningen. Hij belooft te betalen met f
20 per jaar, alle jaren uit de 1° haringteelt. Hij is tevreden voor zichzelf en als vader van Arent en
Tonis Pietersz. zijn kinderen, dat de voorn. Jan Arentsz. Dwinglo uit de 1° reis zal innen wat hij en zijn
zonen zullen komen te verdienen. Indien hij of zijn kinderen niet meer zouden kunnen betalen door
overlijden, dan zal Jan Arentsz. Dwinglo de onbetaalde penningen mogen verhalen aan f 130 carolus
welke hem comparant zullen overschieten uit de verkoop van zijn huis en erf, gekocht door Arien
Lenertsz. houtzager, boven de oude kustingbrief die Pieter Meesz. metselaar daarop sprekende heeft,
verschijnende op £ 25 per jaar.
Nr. 360 folio 197 d.d. 28-03-1608.
Arent Cornelisz. bakker wonende alhier naast het stadhuis is schuldig aan Maria Pietersdr. weduwe
en boedelhoudster van Willem Ariensz. korenkoper de somme van f 400 carolus ter zake van gekocht
tarwe en rogge, boven een andere somme van f 300 carolus waarvan hij op 18-06-1603 bezegeldheid
heeft gepasseerd t.b.v. de voorn. Willem Ariensz., zodat hij nu schuldig is de somma van f 700
carolus. Hij zal betalen het lopende jaar f 100 welke op deze brief zullen worden afgeschreven en de f
600 zal hij onder zich houden zonder rente te voldoen zolang hij zijn rogge en tarwe van haar afneemt
en van niemand anders. Indien hij wel van een ander afneemt, dient hij contant af te rekenen. De f
600 dienen binnen 12 jaar betaald te worden. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf bezijden het
stadhuis naast het huis genaamd de boot aan de westzijde en Jan Mathijsz. aan de oostzijde.
Nr. 361 folio 197v. d.d. 23-03-1608.
Bruijn Ariensz. Cuijper oud burgemeester heeft verkocht aan het Oude Manhuis een losrente van £ 75
per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 1.200. Hij verzekert dit op zijn huis, erf en
plaats in het Westnieuweland, belend ten Z: de weduwe van Jacob Willemsz. Brasser en ten N:
Andries Marinusz., strekkende voor van de straat tot achter aan de stadsvest. Het huis en erf is vrij en
niet belast.
Nr. 362 folio 198 d.d. 29-03-1608.
Pieter Tonisz. de Helt wonende alhier heeft verkocht aan Arien Dircxz. een huis en erf op de Laan,
belend ten W: Henrick Jacobsz. en ten O: Mees Willemsz. Koopsom f 625 carolus, te betalen met f 50
contant, welke de verkoper op St. Maarten zal ontvangen en de rest op f 25 carolus per jaar. Belast
met f 0-07-08 per jaar, te ontvangen door het Koningsveld convent te Delft. De koper zal in mindering
van de verkoopprijs betalen de oude kustingbrief welke Pieter Meesz. metselaar op het huis
sprekende heeft, inhoudende nog £ 495. Waarborg: de oude waarbrief.
Nr. 363 folio 198v. d.d. 29-03-1608.
Willem Jacobsz. wonende Rotterdam met procuratie van Henrick Barentsz. Noortberch gehuwd met
Hillegont Melchiorsdr., Jacob Mathijsz. metselaar gehuwd met Grietgen Melchiorsdr. en Jacob
Sijmonsz. gehuwd met Aeffgen Melchiorsdr., tezamen wonende Rotterdam en erfgenamen voor de
helft van Jan Jansz. Nagel hun oom en Jan Harmensz. lijndraaier met Pieter Jansz. Schaer kuiper, elk
voor hunzelf als erfgenamen van Neeltgen Gerritsdr., in leven weduwe van de voorsz. Jan Jansz.
Nagel, vervangende hun mede erfgenamen, voor de andere helft. Zij hebben opgedragen aan het
Weeshuis alhier een kustingbrief verleden voor schepenen alhier door Pieter Jansz. Muijs over de
koop van zijn huis en erf op het het Kerkhof alhier, nog inhoudende f 502, te betalen met f 30 per jaar,
gedateerd 21-06-1594. De weesmeesters zullen uit deze brief moeten betalen de somme van f 68 als
restant van de oude kustingbrief welke Jan Jansz. Nagel eertijds verleden heeft voor de koop van het
huis en erf. Het voorsz. huis zal kwiteren f 101 die Neeltgen Gerritsdr. van het Weeshuis heeft
genoten en dat zal hiermee dood en te niet zijn aangezien het van de voorn. brief zal worden
afgetrokken. De comparanten bekennen door de weesmeesters betaald en voldaan te zijn.
50

NADERE TOEGANG 75
Nr. 364 folio 200 d.d. 28-03-1608.
Arent Cornelisz. Fijnenburger in Papsou is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen een losrente van £
53-14-04 per jaar met een hoofdsom van f 859-08-08 tegen de penning 16. Hij belooft de woning en
landen die hij nu bezit niet te zullen verkopen of belasten.
Nr. 365 folio 200v. d.d. 29-03-1608.
Cornelis Jansz. van Delft heeft verkocht aan Sijmon Cornelisz. zijn zoon een huis en erf met een
schuur aan de zijkant van het huis, staande op het erf in het Groeneweegje, belend ten N: de voorsz.
schuur en ten Z: de verkoper met huis en erf. Koopsom f 520, te betalen met f 24 per jaar. Vrij en niet
belast. De koper is gehouden zijn uitgang te nemen over het pad voor het huis naar het pad of
heerlaan van het Groeneweegje toe. De koper zal een van de drie banen gelegen voor de deur van
het verkochte huis, door zijn vader aan te wijzen, hem ter hand worden gesteld en hij zal dit mogen
gebruiken zolang zijn vader of moeder in leven blijft, maar langer niet. Na het overlijden van zijn
ouders zal die baan in de gemene boedel komen.
Nr. 366 folio 201 d.d. 29-03-1608.
Pieter Henricxz., Frans Henricxz. en Willem Henricxz. gebroeders, tezamen vervangende Sijmon
Henricxz. hun broeder, allen kinderen en erfgenamen van Grietgen Willemsdr., zijn schuldig aan
Cornelis Alewijnsz. oud burgemeester de somme van £ 81-17-06 over afgerekende penningen. Zij
beloven te betalen met £ 20 per jaar uit een kustingbrief inhoudende f 315, verleden door Arien
Gerritsz. timmerman ten hunne profijte op 08-12-1607.
Nr. 367 folio 201v. d.d. 31-03-1608.
Jaen Joppen stierman heeft vanwege zijn gemene reders verkocht aan Weijbe Heddens uit Friesland
een buisschip, groot 36 lasten genaamd het Groene Hert, door hem verkoper het laatst gestierd. Ter
meerdere zekerheid ter waring heeft Bastiaen Henricxz. Bolleman als boekhouder van het voorn.
schip, zich borg gesteld.
Nr. 368 folio 202 d.d. 02-04-1608.
Pieter Jansz. Lis raad en vroedschap heeft opgedragen aan de gasthuismeesters van het St. Jacobs
Gasthuis t.p.v. hetzelve gasthuis, een losrente van £ 21 per jaar te lossen de penning 16, sprekende
t.l.v. Frans Dircxz. van der Vivres, verleden voor schepenen alhier op 21-10-1606. Dit op de condities
als vermeld in de brief die door deze brief is getransfigeerd.
Nr. 369 folio 202v. d.d. 04-04-1608.
Trijntgen Maertensdr. weduwe Michiel Cornelisz. Doelman geassisteerd met Willem Melchiorsz.
Welhoeck haar gekozen voogd heeft verkocht aan Jan Hugensz. stierman een huis en erf in de
Vlaardingersteeg, belend ten N: de huizing van de Blauwe Hant en ten Z: de weduwe van Cornelis
Jansz. van Oostende. Koopsom £ 800, te betalen met f 100 contant, Martinus 1608 £ 50 en de rest op
f 40 per jaar. Belast met 10 st. per jaar, te ontvangen door de kerk. Waarborg: de oude waarbrief van
05-05-1590. Penningborgen: Huijch Dircxz. en Huijch Sijmonsz. vader van de koper.
Nr. 370 folio 203 d.d. 18-04-1608.
Jan Cornelisz. Loij stierman met zijn gemene reders hebben verkocht aan Arent Rochusz. van
Hamburg een buisschip groot 41 lasten, genaamd de Samaritaen, laatst gevoerd door de voorn. Jan
Cornelisz. Koopsom f 5.000 carolus, te betalen de helft contant en de andere helft over een jaar. Hij
verbindt hieraan het voorn. buisschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid
constitueert Tonis Cornelisz. koopman alhier, zich borg.
Nr. 371 folio 203 d.d. 22-04-1608.
Joris Michielsz. zeevarende man wonende alhier is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen een losrente
van f 12-10-00 per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 200. Hij verzekert dit op een
kustingbrief verleden voor schepenen alhier op 12-02-1605, sprekende op Roeloff Pietersz.,
inhoudende f 250, mitsgaders zijn huis en erf voor de Raam, belend ten N: Abraham Jansz. en ten Z:
Janneken Schonckges. Het huis is bezwaard met een erfpacht van £ 1-05-08 per jaar.
Kanttekening d.d. 17-07-1629. De principale brief is door Sijmon Veris en Joan van Ophoven vertoond
en op de rug was aangetekend dat f 100 was afgelost.
Nog een kanttekening d.d. 13-07-1629. Dirck Panser als erfgenaam van Baertgen Muijs Anthonisdr.
bekent voldaan te zijn van de inhoud van deze brief door Sijmon Veris en Joan van Ophoven en hij
verzocht aan de secretaris de betaling in zijn consignatieboek op het huisje van de plazierbakker aan
te tekenen.
Nr. 372 folio 204 d.d. 22-04-1608.
Janneken Ariensdr. weduwe Henrick Jansz. geassisteerd met Harmen Jansz. haar gekozen voogd is
schuldig aan Henrick Claesz. zeevarende man de somme van £ 39-11-10, spruitende over de helft
van het vaderlijk goed van zijn overleden huisvrouw, hem aanbestorven. Zij belooft te betalen met £ 2-
01-10 per jaar.
Nr. 373 folio 204 d.d. 26-04-1608.
51

NADERE TOEGANG 75
Frans Fransz. ’s-heren dienaar alhier heeft verkocht aan Allert Jansz. opperbrouwer een huis en erf in
het Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: Arent Sijmonsz. minister in Charlois en
ten Z: het erf van Cornelis Gerritsz. blokmaker. Koopsom £ 350, te betalen met £ 50 contant en de
rest op £ 25 per jaar. De koper neemt in mindering van de kooppenningen tot zijn last de oude
kustingbrief, door de verkoper t.b.v. Gijsbrecht Bastiaensz. schoenmaker verleden, inhoudende f 200
carolus, te betalen met £ 25. Belast met een rente van 50 st. per jaar, toekomende het Gasthuis,
tegen de penning 16. De oude waarbrief in dato 03-03-1607.
Nr. 374 folio 204v. d.d. 26-04-1608.
Louris Jansz. van Woerden wonende alhier heeft verkocht aan Jan Dircxz. van Coelen een huis en erf
in het Land van Beloften omtrent het Broersveld, belend ten O: een sloot gelegen tussen dit erf en de
stadswal en ten W: het huis en erf van Pleun Tonisz., strekkende zo wijd en breed als Melis Gerritsz.
zandman hetzelve in zijn leven bezeten heeft, mitsgaders nog een erf gelegen achter het voorn. huis
aan de oostzijde van de vaart in het Broersveld, belend ten O: de sloot van de stadswal voorn. en ten
W: Dirck en Jan Bastiaenszonen Bom gebroeders. Het erf is groot 3 roeden 2 voeten, strekkende van
de voorsz. huizing tot achter aan het erf van Jacob Lambrechtsz. Koopsom f 500, te betalen met £ 34-
16-00 contant, te weten f 22-16-00 die de stad competeerd van 4 jaar verlopen renten en f 12 t.p.v. de
verkoper en de rest op f 18 per jaar. De koper is gehouden de sloot gelegen achter zijn huis te
schieten tot 12 voeten wijd. Het achtererf is belast met f 5-14-00 per jaar.
Nr. 375 folio 205v. d.d. 26-04-1608.
Pieter Jansz. Lis raad en vroedschap alhier heeft verkocht aan Jan Jansz. schuitvoerder een huis en
erf over de Schie, belend ten O: de weduwe van Henrick Gerritsz. timmerman en ten O: Lambrecht
Jansz. conciërge van de Doelen, strekkende van ’s-herenstraat tot achter aan de boomgaard van
dezelve Lambrecht Jansz. Koopsom f 700, te betalen met f 200 contant en de rest op f 30 per jaar. Hij
belooft het huis en erf te vrijen en waren als omschreven in de decreetbrief van 03-12-1605. Belast
met £ 1-04-01 per jaar, te ontvangen door de stad, gesproten uit het maken van de stenen kade.
Nr. 376 folio 206 d.d. 26-04-1608.
Dirck Jaspersz. in de Vuijck lijndraaier heeft verkocht aan Arent Arentsz. bootgezel een huis en erf
voor de Raam, belend ten N: Balaam Cornelisz. en ten Z: het huis van Mees Corsz., strekkende voor
van de straat tot achter aan de sloot van de tuin van het Zusterhuis. Koopsom £ 972, te betalen met f
120 contant en de rest op £ 25 per jaar. Belast met een erfpacht van f 0-16-06 per jaar, te ontvangen
door de Heilige Geest en de kerk. De koper zal de loden goot op de kruismuur van dit huis en het huis
van Balaam Cornelisz., half om half onderhouden.
Nr. 377 folio 206v. d.d. 26-04-1608.
Mr. Guillame de Manacker schoolmeester alhier heeft verkocht aan Cornelis Jansz. schoenmaker een
huis en erf met een achterhuis in de Boterstraat, strekkende voor van de Beestemarkt tot het erf van
de weduwe van Cornelis Tomasz. wielmaker, belend ten N: de huizing van Jan Ottensz. kleermaker
en ten Z: ’s-herensteeg. Koopsom f 1.000 carolus, te betalen met f 28 contant en gedurende de tijd
dat de oude kustingbrief op dit huis zal lopen £ 37-10-00 per jaar en daarna f 40 per jaar. Belast met
een rente van f 8 per jaar, toekomende het weeshuis, tegen de penning 16 met een hoofdsom van f
128. Nog een rente van £ 3 per jaar, te ontvangen door Jan Coenen te Rotterdam met een hoofdsom
van f 48. Nog een rente van f 1-10-00 per jaar, te ontvangen door de stad en te lossen de penning 16
met een hoofdsom van f 24. Penningborgen Pancras Ariensz. en Cornelis Maertensz. schipper.
Kanttekening d.d. 03-12-1612. Van de f 3 is een rentebrief gemaakt met consent van Cornelis Jansz.
Nr. 378 folio 207 d.d. 28-04-1608.
Michiel Jansz. van Waert en Pieter Cornelisz. van Arckel houtkramer beiden wonende alhier
constitueren zich borg voor Heijndrick Flint wonende alhier, voor de opmaking van 4 bestedingen
aarde wallen, tezamen lang 240 roeden en breed 50 voeten, diep 8 voeten, in de bodem breed 30
voeten. Door de voorn. Flint op 22-04-1608 te Elst in Gelderland in een tijd van 14 weken
aangenomen om te maken. Dit voor f 18 de roede. Zij verbinden hieraan hun personen en goederen.
Compareerde mede Thomas Cornelisz. ijzerkramer de zwager van Henrick Flint, wonende Rotterdam
en constitueerde zich contraborg voor Michiel Jansz. van Waert.
Nr. 379 folio 207v. d.d. 30-04-1608.
Adriaen Vermeul als oom en bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen an zaliger Willem Adriaensz.
Fonckert en Aetgen Meulen zijn zaliger huisvrouw, vervangende Dirck Adriaensz. Fonckert en Adriaen
Henricxz. van Roon mede omen en voogden van de kinderen en Gerrit de Bruijn van Berendrecht als
oudoom en voogd van Pieter Jansz. Hogendorp mede zoon van Aeltgen Meul verwekt bij wijlen Jan
Pietersz. Pansser haar eerste man, hun sterkmakende voor Henrick Willemsz. Juijst mede voogd,
hebben verkocht aan Thonis Cornelisz. en Gijsbrecht Lenardsz. burgers alhier, tezamen een woning
of huizing met een schuur, barg en geboomte mitsgaders een boomgaard, grond en erf vandien,
gelegen buiten de stad met alles wat daarop getimmerd is, breed voor van de straat en achter 5
52

NADERE TOEGANG 75
roeden 7 voeten, lang ten noorden 28 roeden 9 voeten en ten zuiden 28 roeden 4 voeten, belend ten
N: de steenplaatsen, ten Z: het erf van Mathijs van Muijlwijck, ten O: ’s-herenstraat breed 4 roeden 2
voeten en ten W: de sloot en de nieuwe weg. Dit achtervolgende de opdrachtbrief door de
burgemeesters van Schiedam aan Willem Fonckert verleden, mits daarop staande £ 8 per jaar tegen
de penning 16, toekomende de stad. Koopsom f 600 vlaams, te betalen de helft contant en de andere
helft mei 1609. De oude huurbrief in dato 14-09-1602. De gifte is gegeven door Adriaen Willemsz.
Rijswijck zwager van Adriaen Vermeul voorn., dit door het overlijden van dezelve Vermeul.
Nr. 380 folio 209 d.d. 30-04-1608.
Louris Cornelisz. lijndraaier burger alhier is schuldig aan Frans Maes Henricxz. een losrente van f 7
carolus met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Verbrande Erven,
belend ten O: Lenert Jansz. en ten W: de Heilige Geesthuis.
Nr. 381 folio 209 d.d. 30-04-1608.
Jan Cornelisz. Decker schipper geeft te kennen dat hij op 09-07-1603 opgenomen heeft van de
ambachtbewaarders van het Hof van Delft de somme van f 200 carolus tegen de penning 16. Hiervoor
heeft zich borg geconstitueerd Claes Arrisz. wonende Delfgauw. Hij wil Claes Arrisz. van de borgtocht
bevrijden en indemneren en verbindt daaraan zijn huis en erf in de Gooistraat, belend ten N: Dirck
Joppen zeevarende man en ten Z: Jan Lenertsz., mitsgaders zijn karveelschip.
Nr. 382 folio 209v. d.d. 10-05-1608 (doorgehaald).
Sander Cornelisz. wonende Bommel is schuldig aan Lenert Lenertsz. kagenaar de somme van f 250
ter zake van de koop van een kaagschuit. Hij belooft te betalen op 2 termijnen, mei 1609 de helft en
mei 1610 de andere helft. De voorn. Lenert Lenertsz. transporteert t.p.v. Bastiaen Jacobsz. kagenaar
als restant van een waterbrief, inhoudende in hoofdsom £ 355 van dato 03-10-1606, door de voorn.
Lenert Lenertsz. over ruiling ten zijne profijte verleden, welke met het verlijden van deze brief wordt
gecasseerd en te niet gedaan. Sander Cornelisz. verbindt dit op de voorn. kaagschuit onder verband
van waterrecht. Ter meerdere zekerheid stelt Jan Cornelisz. broeder van Sander Cornelisz., zich borg.
Nr. 383 folio 210 d.d. 03-05-1608.
De oude manhuismeesters voor de helft t.b.v. het Oude Manhuis, mitsgaders de kinderen van Jan
Pouwelsz. voor de andere helft hebben verkocht aan Adriaen Regniersz. waard een huis en erf
genaamd de Boot, staande aan het Marktveld, strekkende voor van de straat tot achter op de Schie,
belend ten N: Arent Cornelisz. bakker en ten Z: Willem Melchiorsz. Welhouck. Koopsom £ 1.550, te
betalen met £ 250 contant en de rest op £ 80 per jaar. Belast met f 1-10-08 per jaar, te ontvangen
door de kerk, mitsgaders nog f 1-16-03 per jaar tegen de penning 16, gesproten uit het maken van de
stenen kade achter de huizing. Het water komende van het huis van Arent Cornelisz. zal zijn loop
hebben over het erf van deze huizing tot in de Schie. Volgen nog een aantal voorwaarden over
timmerage en scheidingsmuur. Penningborgen: Jan Jacobsz. Morou schoenmaker en Lenert
Lenertsz., beiden voor de helft.
Nr. 384 folio 211 d.d. 03-05-1608.
Sijmon Cornelisz. Bouman oud burgemeester voor de ene helft en Trijntgen Claesdr. geassisteerd met
Claes Jansz. Brouck haar vader en gekozen voogd voor de andere helft, hebben verkocht aan
Aelbrecht Volckertsz. een huis en erf met een schuur aan het Marktveld, belend ten Z: Gillis Gleijnsz.
vleeshouwer en ten N: Gerrit Andriesz. smid. Koopsom £ 2.350, te betalen met £ 300 contant en de
rest op termijnen an f 84 per jaar. Belast met 22 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe
gerechtigd is.
Nr. 385 folio 211v. d.d. 03-05-1608.
Philips Pietersz., Lenert Jansz. en Pieter Jansz. geven te kennen dat Gerrit Jansz. Molen 14 jaar
geleden aan Jan Pietersz. Barber een erf had verkocht op de Verbrande Erven aan de westzijde van
de huizing van Claes den Boer. Op dit erf zijn nu 3 huizen getimmerd,waarvan zij er elk een bezitten,
belast met een opstal van f 2 carolus per jaar. De opstal die op het erf stond was toen onbekend en nu
is hun tot kennis gekomen dat de Grafelijkheid en de conventen alhier tezamen daar aan erfpacht op
hadden van f 0-07-08. De weduwe van Gerrit Jansz. voorn. bekent hierbij jaarlijks schuldig te zijn een
rente van £ 1-13-08 welke zij verzekeren op hun erf voor zoveel als elke huizing op het gehele erf is
staande.
Kanttekening d.d. 01-09-1616. Maritgen van Beveren huisvrouw van Jan Gerritsz. Molen zoon en
erfgenaam van Gerrit Jansz. Molen bekent uit handen van Lenert Jansz. voldaan en betaald te zijn
van zijn portie en gedeelte van zijn huizing en de voorn. rente of opstal, zijnde 10 st. en dat met de
somme van f 8.
Nr. 386 folio 212 d.d. 08-05-1608.
Jacob Abrahamsz. Veer koopman alhier constitueert zich borg voor Bruijn Ariensz. Cuijper zijn
schoonvader voor de somme van f 30, zijnde een boete nopens een sententie onlangs door het
gerecht alhier gewezen tussen Bruijn Ariensz. cum suis en Hans van der Veecke koopman te
53

NADERE TOEGANG 75
Rotterdam, in conformite van het mandement van appel door dezelven voor het Hof van Holland
geobtineerd.
Nr. 387 folio 212 d.d. 10-05-1608.
Sander Cornelisz. wonende Bommel is schuldig aan Lenert Lenertsz. kagenaar de somme van £ 250
ter zake van overkoop van een kaagschuit. Hij belooft te betalen op 2 termijnen, de helft 09-05-1609
en de andere helft 09-05-1610. Welke somme Lenert Lenertsz. bij deze transporteert aan Sebastiaen
Jacobsz. kagenaar als restant van een waterbrief, inhoudende £ 350 gedateerd 03-10-1606, door
Lenert Lenertsz. over ruiling van de voorsz. kaagschuit tot zijn profijt verleden. Deze is hiermede
gecasseerd. Sander Cornelisz. verzekert dit op de voorn. kaagschuit onder verband van waterrecht.
Ter meerdere zekerheid constitueert Jan Cornelisz. broeder van Sander Cornelisz., zich borg.
Nr. 388 folio 213 d.d. 10-05-1608.
Huijch Pietersz. smid heeft verkocht aan Vrerick Roelantsz. kuiper een huis en erf bij de Ketelpoort,
belend ten W: Louw Schans met erf en ten Z: Claes de smid, zoals als hij het bezeten en
gepossideerd heeft. Het erf of grond behoort de stad toe, waarvoor een erfpacht wordt betaald van £
1-10-00 per jaar. Koopsom £ 117, te betalen met £ 18 contant en de rest op f 18 per jaar.
Nr. 389 folio 213 d.d. 13-05-1608.
Sijmon Cornelisz. zeevarende man is schuldig aan Joris Cornelisz. de somme van f 16 carolus ter
zake van geleende penningen. Hij belooft te betalen uit de haringhuur, elke reis ⅛ part en bij de
laatste reis ⅛ deeltje haring, wat als f 2 wordt gerekend.
Nr. 390 folio 213 d.d. 17-05-1608.
De gasthuismeesters en de oudemanhuismeesters alhier hebben tezamen t.p.v. dezelve huizen
verkocht aan Lenert Jansz. zeevarende man ¾ parten van een huis en erf over de Schie, belend ten
O: Thijs Ariensz. den Boer en ten W: Henrick Henricxz. den Trarum, strekkende voor van de straat tot
aan de sloot van de Doelen. De koper komt het resterende ¼ part zelf toe door overlijden van
Leentgen Cornelisdr. zijn moeie. Koopsom f 375, te betalen met f 30 contant en de rest op f 15 per
jaar. Belast het gehele huis met 3 st. per jaar, te ontvangen door Neeltgen Willemen in de Hulck.
Kanttekening d.d. 11-06-1633. Alhier is vertoond de kusting verleden t.b.v. het Oude Manhuis ter
somme van f 187-10-00 over de koop van de helft van ¾ parten, zijnde gecasseerd en betaald.
Nr. 391 folio 214 d.d. 17-05-1608.
Henrick Jansz. Pansser stedehouder van Brielle en de landen van Voorne heeft verkocht aan Frans
Maes Henricxz. wonende alhier een huis en erf op het Marktveld zoals de verkoper het bezeten en
gepossideerd heeft, belend ten W: Abraham Cornelisz. goudsmid en het aflaat van de weduwe van
kapitein Hoochmoet, strekkende voor van de straat tot achter aan de gevel. Koopsom f 1.050, te
betalen met f 200 contant en de rest op f 40 per jaar. Waarborgen: Cornelis Aertsz. Kievit en Michiel
Jansz. van Waert. Penningborgen: Jan Lenertsz. en Mathijs Andriesz. Speelman.
Nr. 392 losse bladzijde d.d. 18-05-1608.
Willem Ariensz. nomine uxoris en Aeffgen Walings cum suis voor ⅓ part, Jan Jansz. Oth en Joost
Jansz. zijn zwager beiden nomine uxoris voor ⅓ part, achtervolgende het testament van Neeltgen
Andriesdr. laatst weduwe Floris Eeuwitsz. van Colster, en dezelve als procuratie hebbende van Frans
Cornelisz. voor zichzelf, Job Michijelsz. en Frans Cornelisz. voorn. als omen en voogden van de
weeskinderen van zaliger Henrick Michielsz. en Trijntgen Cornelisdr., mitsgaders Tonis Cornelisz. en
Reijnier Michielsz. elk voor hunzelf, wonende te Gouda, voor het laatste resterende ⅓ part, allen
erfgenamen van Neeltgen Andriesdr., verklaren en geven te kennen dat Teetgen Andriesdr. zuster
van dezelve Neeltgen Andriesdr., een legaat van f 30 per jaar competeert, namelijk f 24 uit het
gereedste van de boedel door Neeltgen Andriesdr. nagelaten en f 6 uit de erfenis en het contigent van
Trijntgen en Cornelia Cornelisdr. huisvrouwen van Jan en Joost Jansz. beiden voorn. Dit omdat
jaarlijks betaald moer worden door de voorn. Frans Cornelisz. cum suis voor ⅓ part, zijnde f 8 en Jan
Jansz. en Joost Jansz. in de voorn. kwaliteit voor gelijk ⅓ part en nog de voorsz. f 6. Dit tot het leven
van Teetgen Andriesdr., blijkende uit het testament. Aangezien Teetgen niet begeerd haar legaat te
verdelen onder de voorn. erfgenamen, hebben de erfgenamen met advies van de executeurs van het
testament en met bewilliging van Teetgen Andriesdr., gecommitteerd Willem Arijensz. om de f 30 per
jaar te betalen aan Teetgen Andriesdr. Willem Arijensz. verbindt hieraan in handen van Frans
Cornelisz. cum suis een losrentebrief van f 7-10-00 per jaar, sprekende op de stad Schiedam in dato
13-05-1606. Item Willem Arijensz. zelf cum suis een losrentebrief van f 11 per jaar, sprekende op de
huizing van wijlen Barent Rochusz., staande in de Raam, in dato 06-12-1597. Mitsgaders Jan Jansz.
en Joost Jansz. een losrentebrief van f 6-05-00 per jaar, sprekende op Laurens Verbeeck te Delft in
dato 15-06-1595. Nog een obligatie sprekende op Jacob Heijndricxz. Bolleman, inhoudende f 42 in
dato 12-02-1603 en nog een kustingbrief, inhoudende als restant f 50, sprekende op Abraham
Ariensz. Voorts op hun personen en goederen. Ter meerdere zekerheid heeft Willem Ariensz.
verbonden zijn huis en erf over de Schie, belend ten O: Maerten Jorisz. Knapper en ten W: Dirck
54

NADERE TOEGANG 75
Huijgensz. Mitsgaders Jan Jansz. zijn huis en erf in de Boterstraat, belend ten N: ’s-herenstraat en ten
Z: de huizing van Cornelis Jansz. schoenmaker.
Nr. 393 folio 214v. d.d. 24-05-1608.
Claesgen Jansdr. weduwe Jan Michielsz. schuitvoerder voor haarzelf voor ⅓ part en Cors Cornelisz.
zoon van zaliger Cornelis Jacobsz. met last van Maertgen Jacobsdr. zijn moeie, nagelaten dochter
van Jacob Jacobsz. alias Joncxstekint, voor ⅓ part, mitsgaders dezelve Cors Cornelisz. voor zichzelf
en vervangende zijn broeder en zuster Gerrit Cornelisz. en Maertgen Cornelisdr., tezamen voor het
resterende ⅓ part, allen erfgenamen van de voorsz. Jacob Jacobsz., hebben t.o.v. Jan Dircxz. van
Ceulen en Sijmon Claesz. Pesser weesmeesters, verkocht aan Jan Thonisz. bakker het huis en erf
van Jacob Jacobsz. met een achterhuisje, staande over de Schie, belend ten O: het pad van de
Noordmolen en ten W: Jan Willemsz. schuitvoerder, strekkende voor van de straat tot achter aan de
uitgang van Claesgen Jans voorn. Koopsom f 838 carolus in contant geld. Belast met 15 st. per jaar,
te ontvangen door de armen van de Heilige Geest 7½ st. en het convent van de Kruisbroeders 7½ st.
Claesgen Jansdr. zal vrije drop hebben buiten het fundament van haar muur aan het einde van het erf
van het verkochte huis. Maertgen Jacobsdr. zal haar leven lang mogen blijven wonen in het
achterhuisje zonder daar enige huur voor te betalen. Indien zij ergens anders wil gaan wonen, zal de
koper haar uitreiken haar leven lang f 8 carolus per jaar. Waarborg: de oude waarbrief van 19-02-1560
stilo communi.
Nr. 394 folio 215v. d.d. 24-05-1608.
Aeltgen Lenertsdr. weduwe Maerten Sijmonsz. heeft verkocht aan Dirck Pietersz. bootgezel een huis
en erf in het Broersveld aan de oostzijde van de vaart met ene vrije uitgang aan de zuidzijde van de
voorsz. huizing welke Arent Sijmonsz. wonende aan het einde van dezelfde huizing mede vrij zal
mogen gebruiken, belend ten N: Gerrit Jansz. bootgezel, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter
aan de huizing van Arent Sijmonsz. voorn. Koopsom f 500, te betalen met f 18 per jaar. Belast met f 8
carolus tegen de penning 16 en te ontvangen door de stad. Deze huizing heeft aan beide zijden een
vrije drop. De poort dient gezamenlijk met de bewoner an het achtertste huis onderhouden te worden.,
evenals de kade.
Nr. 395 folio 216 d.d. 24-05-1608.
Aeltgen Lenertsdr. weduwe Maerten Sijmonsz. heeft verkocht aan Thonis Gerritsz. bootgezel een huis
en erf met een tuin aan de oostzijde van dezelve huizing in het Broersveld aan de oostzijde van de
vaart achter de huizen en erven van Cornelis Jacobsz. kuiper en Cornelis van Roomen, met een vrije
baan tot voor op de straat, strekkende het huis en erf van de voorsz. baan noordwaarts op tot aan het
erf van Willem Pouwelsz. bootgezel, belend ten Z: de huizen van Cornelis Jacobsz. kuiper en Cornelis
van Roomen voorn. De tuin is lang gelijk het verkochte huis en erf en breed beginnende van de 4°
boom, zijnde een appelboom staande aan de oostzijde van het verkochte huis en erf, strekkende tot
aan de sloot responderende aan de stadsvest. Koopsom voor het huis en erf f 500 carolus, te betalen
met £ 18 per jaar. Koopsom voor de tuin f 48, te betalen met £ 6 per jaar. Belast het huis en erf met f 8
per jaar tegen de penning 16 en te ontvangen door de stad. De koper heeft aan de westzijde van de
gekochte huizing op het erf van Cornelis Jacobsz. en Cornelis van Romen, een vrije drop van 5
duimen. Hij mag beletten en stoppen de pijp van de “heijmelijckheijt” van het huis van Cornelis
Jacobsz. kuiper voorn., dat zijn loop heeft onder de baan. Hierdoor heeft hij alleen de waterloop te
gedogen. De koper zal de kade moeten onderhouden voor het verkochte huis en tuin.
Nr. 396 folio 216v. d.d. 24-05-1608.
Janneken Rochusdr. wonende alhier is schuldig aan Janneken Ariens weduwe Abraham Jansz.
Graeswinckel, in leven brouwer in de Aecker te Delft, mitsgaders de kinderen en erfgenamen van
dezelven, de somme van f 612, spruitende ter zake van een obligatie verleden 16-01-1597,
inhoudende de somme van £ 329-13-00, te betalen bij vermaning en voorts van afgerekende
penningen door de voorn. weduwe van Abraham Jansz. en haar kinderen op 08-11-1607 opgemaakt.
Zij belooft de f 612 na haar overlijden door haar kinderen of erfgenamen te laten betalen uit haar
gereedste goederen en verzekert dit op haar huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: Jonas
Pietersz. en ten N: Gillis Pietersz. Lis.
Nr. 397 folio 217 d.d. 24-05-1608.
Bruijn Ariensz. Cuijper oud burgemeester is schuldig aan de weeskinderen van Lucas Huijgensz. van
der Dussen verwekt bij zaliger Soetgen Duijst, een losrente van f 37-10-00 per jaar tegen de penning
16 met een hoofdsom van f 600. Hij verzekert dit op zijn huis, erf en plaats over de Haven in het
Westnieuweland, belend ten Z: de weduwe van Jacob Willemsz. Brasser en ten N: Andries Marinusz.,
strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de stadswal. Dit huis en erf is belast met een rente
van f 75 per jaar t.p.v. het Oude Manhuis.
Nr. 398 folio 217v. d.d. 25-05-1608.
55

NADERE TOEGANG 75
Willem Claesz. zeearende man is schuldig aan Claes Bastiaensz. landmeter een losrente van £ 4-09-
01 per jaar tegen de penning 14 met een hoofdsom van £ 60. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf bij
de Ketelpoort, belend ten O: Claes Ariensz. met huis en erf en ten W: de weduwe van Gerrit Michielsz.
met huis en erf.
Nr. 399 folio 218 d.d. 01-06-1608.
Heijnrick Bastiaensz. bootgezel heeft verkocht aan Jan Willemsz. lijndraaier de helft van een huis en
erf bij de Overschiese poort, belend ten O: Grietgen Goris en ten W: de gang van hem koper. Dit zoals
de vader van de verkoper het in zijn leven gepossideerd heeft. Mitsgaders de helft van een dubbele
lijnbaan, gelegen aan de westzijde van Grietgen Goris voorn. naast de baan van de koper, mitsgaders
Dirck Ariensz. in Abraham en Aeltgen Evertsdr., elk voor ⅓ part. De wederhelft komt hem koper toe
door overlijden van Cuniertgen Jans “haar” moeie. Koopsom £ 515, te betalen met £ 18 per jaar. Vrij
en niet belast. Penningborg: Dirck Ariensz. lakenkoper.
Nr. 400 folio 218v. d.d. 02-06-1608.
Jacob Lambrechtsz. brouwer in de Hellebaert met de Croon alhier is schuldig aan Quiring Jansz. van
der Hooch de somme van f 1.000 carolus, spruitende over geleverde greinen. Hij belooft te betalen bij
vermaning met verloop van intrest tegen de penning 14, bedragende jaarlijks £ 71-08-09. Hij vezekert
dit op zijn huis en brouwerij mitsgaders de appendatien, gelegen over de Haven in het West-
Nieuweland, genaamd de Hellebaert met de Croon, belend ten Z: Cornelis Alewijnsz. cum suis en ten
N: Arent Bruijnsz. van der Dussen, strekkende van ’s-herenstraat tot achter aan de Molenstraat. Item
mede op een huis en erf in de Holsteeg, mitsgaders op 2 nieuw getimmerde huisjes daarnaast, aan
elkaar staande, tezamen belend ten Z: de weduwe van Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck en ten N: een gang
van Gerard Muijs secretaris alhier. Nog op zijn huis en erf in de Korte Kerkstraat, belend ten W: Jan
Jorisz. glasmaker en ten O: Sijbrant Lourisz. timmerman, strekkende voor uit de Kerkstraat tot achter
aan de Lombardsteeg.
Kanttekening d.d. 22-05-1650. Compareerde ter secretarie Crijn Jansz. van der Hooch wonende Delft
welke bekende ontvangen te hebben van Allert Cornelisz. Cleijwech, eertijds brouwer in de Hellebaert,
de somme van f 186-10-12, zijnde de rest van de laatste paai van de kooppenningen met een jaar
intrest, welke de voorsz. Cleijwech schuldig was van de koop van de brouwerij en dit in mindering van
de rentebrief en het verloop van dien, waarmede de hypotheek van de brouwerij en huis is ontslagen
en gekwiteerd. Compareerde mede Heijndrick Jansz. van der Hooch mede wonende te Delft zijn
broeder en constitueerde zich cautionaris voor de lichting van de penningen.
Nr. 401 folio 219v. d.d. 07-06-1608.
Maertgen Lenertsdr. weduwe Lambrecht Ariensz. Borsselaer, in leven kapitein ter zee, heeft verkocht
aan Lenert Woutersz. zeearende man, beiden wonende alhier, een (erf) breed 15 voeten in het
Broersveld omtrent 30 voeten van de noordzijde van de Zijl, strekkende het erf van ’s-herenstraat tot
achter aan de sloot. Koopsom f 200, te betalen met f 21 contant en de rest op f 12 per jaar. Het erf is
belast met een rente van £ 3 per jaar, toekomende het Gasthuis.
Nr. 402 folio 219v. d.d. 07-06-1608.
Willem Vranckensz. voerman heeft verkocht aan Cornelis Cornelisz. brouwersknecht een huis en erf
met een barg op het erf, staande op het Pad, belend ten N: Maertgen Tijelen weduwe Pieter Jansz.
Wildeman en ten Z: Claesgen Jans weduwe Jan Michielsz. schuitvoerder. Koopsom f 1.100 carolus, te
betalen met f 168 contant en de rest op f 34 per jaar. Vrij en niet belast en hebbende een vrije drop.
De steeg aan de zuidzijde van het huis, strekkende oostwaarts naar ’s-herenstraat, zal de koper vrij
eigen toebehoren aangezien het de verkoper zelf heeft gemaakt. De oude waarbrief in dato 10-06-
1581. Waarborg: Cornelis Cornelisz. kuiper. Penningborgen: Cornelis Daemen en Dirck Meesz.
brouwersknecht, elk voor de helft.
Nr. 403 folio 220 d.d. 07-06-1608.
Cornelis Aelbrechtsz. scheepstimmerman tegenwoordig wonende te Brielle heeft verkocht aan Pieter
Cornelisz. van Dijck kuiper wonende alhier een huis en erf over de Haven in het West-Nieuweland,
belend ten Z: Lenert Jansz. schipper en ten N: kapiten Oim Kees. Koopsom £ 525, te betalen met £
72 contant en de rest op £ 30 per jaar. De oude waarbrieven in dato 27-02-1580 en 30-05-1598.
Belast met 4 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. Nog met een erfpacht
van £ 2-16-00 per jaar, te ontvangen door de stad, spruitende van de koop van het erf gelegen achter
het huis. De muur van dit verkochte huis aan de zijde van Lenert Jansz. komt beiden toe zoals het nu
is betimmerd en gemaakt door Willem Ariensz. Swart welke in die tijd possesseur was van het erf
waar Lenert Jansz. tegenwoordig woont. De verkoper zal de koper bevrijden van het maken van de
stenen kade. Waarborgen: Jacob Reijmbrantsz. zeevarende man en Heijman Wiggersz. kuiper.
Penningborgen: Cornelis Cornelisz. kuiper en Willem Vranckensz. voerman.
Nr. 404 folio 221 d.d. 07-06-1608.
56

NADERE TOEGANG 75
Jacob Lambrechtsz. brouwer heeft verkocht aan Maerten Henricxz. landman een bouwhuis met grond
en erf binnen de Mennepoort in het convent van Leliëndaal, met de gerechtigheden van uitpad en
servituten als Jacob Lambrechtsz. het gecompeteerd heeft. Koopsom f 800, te betalen mei
toekomende f 150 en de rest op f 48 per jaar. Maerten Henricxz. neemt hierboven tot zijn last de
opstal van £ 3 per jaar, toekomende de stad.
Nr. 405 folio 221v. d.d. 07-06-1608.
Lodewijck Pietersz. hovenier heeft verkocht aan Herman Cornelisz. zeevarende man een huis en erf
waarin hij tegenwoordig woont in de Lange Kerkstraat, belend ten W: Pieter Willemsz. Bolleman en
ten O: de huizing van Willem Willemsz. Canarij, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de
sloot van de Luijs. Koopsom £ 925, te betalen St. Maarten i.p.v. contante penningen f 108 en de rest
met £ 33 per jaar. Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen door de kerk. Voorts met de servituten als
omschreven in de 2 oude waarbrieven. Waarborg: Gerrit Ariensz. Munnick. Penningborgen: Cornelis
Pietersz. Cockhille en Gerrit Thijsz. kleermaker, elk voor de helft.
Nr. 406 folio 222 d.d. 09-06-1608.
Jan Gerritsz. Cramer erfgenaam van Anne Geerloffsdr. weduwe Willem Florisz. heeft overgedragen
t.b.v. Arien Willemsz. lakenkoper wonende Leiden in de Vogelstruijs, ⅛ part van een kustingbrief
sprekende t.l.v. Jan Henricxz. als principaal, mitsgaders Philips Pietersz. en Pouwels Jansz. als
borgen, verleden voor schepenen alhier op 13-05-1595, inhoudende nog £ 402, te betalen met £ 25
per jaar. Hij bekent betaald te zijn met de somme van £ 25, contant geld.
Nr. 407 folio 222v. d.d. 09-06-1608.
Jacob Lambrechtsz. brouwer in de Hellebaert met de Croon alhier verklaarde dat hij t.p.v. Henricgen
Ariensdr. weduwe Cornelis Henricxz. Stockum, in leven brouwer in de Drije Houffijseren te Delft, in
willig onderpand had gegeven een kustingbrief verleden voor schepenen alhier op 07-06-1608,
inhoudende nog £ 650, te betalen met £ 48 per jaar, sprekende t.l.v. Maerten Henricxz. landman en
dat voor de levering van 10 hoet 16 achtendelen mout, het hoet voor £ 34 en de 16 achtendelen het
hoet tegen f 36, door hem comparant beloofd binnen 4 maanden te betalen onder restrictie bij niet
betaling dat de kustingbrief zal worden gereduceerd en de rest van de somme van het mout, daaraan
zal worden gekort. Indien de kustingbrief bevonden zal worden meer waard te zijn, zal de comparant
het overschot dadelijk aan mout mogen inhalen.
Nr. 408 folio 223 d.d. 10-06-1608.
Baerthout Ariensz. schoenmaker is schuldig aan Willem Ariensz. en Cornelis Ariensz. Speldernieuwe
harinck gebroeders, elk voor de helft de somme van f 100 carolus, spruitende uit een accoord met
elkaar gemaakt ter zake van een schepenkennis en andere presentien die Willem en Cornelis Ariensz.
op Baerthout sprekende hadden en welk met het verlijden van dit, te niet is gedaan. Hij belooft de f
100 te betalen met f 20 carolus per jaar. Indien Baerthout Ariensz. komt te overlijden voordat de
somme ten volle is betaald, zal zijn huisvrouw het resterende gedeelte betalen met £ 18 per jaar. Hij
verbindt hieraan zijn persoon en goederen.
Nr. 409 folio 223v. d.d. 09-06-1608.
Willem Ariensz. Speldernieuwe harinck nomine uxoris voor zichzelf en vervangende Aeffgen
Walingsdr. weduwe Thonis Henricxz. Vingeren, erfgenamen van Frans Walingsz. schoenmaker voor
de ene helft en Dammis Pietersz. varkenslager als voogd van de weeskinderen van Maertgen Crijnen,
mitsgaders Maertgen Crijnen voor haarzelf en Crijn Cornelisz. de zoon van Cornelis Crijnen, mede
voor zichzelf, elk voor ⅓ part, tezamen erfgenamen van Pleuntgen Crijnen, in leven huisvrouw van
Frans Walingsz. voorn., voor de andere helft, hebben verkocht aan Allert Joppen zeevarende man
een huis en erf in de Molenstraat, belend ten O: de huizing van Willem Willemsz. Canarij en ten W:
Lenert Cornelisz. lijndraaier, strekkende van ’s-herenstraat tot achter aan de sloot. De koper neemt tot
zijn last te betalen de oude kustingbrief, inhoudende nog f 363 carolus, te betalen met f 45 per jaar,
welke Arent Dircxz. Niesen op het huis en erf sprekende heeft. Belast met een rente van f 9 per jaar
tegen de penning 16.
Nr. 410 folio 224 d.d. 14-06-1608.
Adriaen Cornelisz. klerk ter secretarie met procuratie van Pieter Engebrechtsz. bootgezel, de
procuratie verleden op 12-06-1608, draagt op aan Willem Niclaesz. als gehuwd hebbende Janneken
Henricx eertijds weduwe Cornelis Dircxz., een huis en erf in de Raam, belend ten Z: Thonis Jansz. en
ten N: Jacob Fransz. Hij bekent reeds betaald te zijn en daarmede is tevens te niet gedaan een
kustingbrief door Pieter Engebrachtsz. verleden t.b.v. Jan Lenertsz. zeevarende man voor schepenen
alhier op 10-06-1606, inhoudende nog f 458 carolus.
Nr. 411 folio 224v. d.d. 14-06-1608.
Cors Isbrantsz. zandman heeft verkocht aan Lubbert Tonisz. landman een huis en erf in het Land van
Beloften, belend ten O: Claes Ariensz. en ten W: Jan Jacobsz., strekkende het huis met 18 voeten erf
van de achtergevel zuidwaarts op naar de huizing van de verkoper toe, belend voor aan hetzelve huis
57

NADERE TOEGANG 75
en ten N: Jan Cornelisz. Calff. Koopsom £ 110, te betalen met £ 60 contant en mei de rest. Belast met
f 6 carolus met een hoofdsom van f 90, te ontvangen door de weduwe van Henrick Jansz. taander.
Bedongen is dat de koper de 2 lijnbanen gelegen in de Broerstuin door de verkoper gebruikt, zo vrij en
onvrij zal gebruiken als dezelve door de verkoper zijn gebruikt. De koper zal het erf voor de 4 huizen
aan de westzijde van het verkochte huis en erf, niet mogen betimmeren maar moeten laten liggen tot
gerief van de buren. De koper heeft bedongen een vrije gang om achter zijn baan te mogen gaan,
welke door de verkoper overtimmerd mag worden. De verkoper stelt tot waarborg het nieuwe huis
waarin hij tegenwoordig woont.
Nr. 412 folio 225 d.d. 14-06-1608.
Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz. wonende alhier heeft verkocht aan Pieter Pietersz.
bootgezel een huis en erf met een plaats daar achter, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter
aan de schuur van de verkoopster, staande bij de Rotterdamse poort, belend ten O: Sijmon Willemsz.
Sluijs en ten W: Jan Cornelisz. Loij. Koopsom f 1.300 carolus, te betalen met f 150 contant en de rest
op f 30 per jaar. De verkoopster zal aan haar houden de loods achter het verkochte huis, mits dat zij
daarvan ten gerieve van de koper zal laten volgen een vrije uitgang van 3½ roede breed,
responderende tot achter op de haven en gebruikt wordende door de koper en verkoopster. Indien de
verkoopster achter de loods een huis laat bouwen, dan zal zij een licht mogen plaatsen zonder
venster. De verkoopster is vrij haar waterlozing te mogen doen over de plaats van de koper. De
schatting staande op het huis, zal door de koper en verkoopster half om half gedragen worden. De
gifte te geven door Pieter Corsz. en Joost Ariensz. vader en schoonvader van de koper, met
procuratie in dato 10-06-1608. Zij hebben zich borg gesteld voor de koper.
Nr. 413 folio 226 d.d. 27-06-1608.
Gerrit Jansz. Vinck verklaarde dat hij aan de zuidzijde van zijn huizing op en over het dak van de
huizing van Jan Cornelisz. kaaskoper zijn buurman, had gelegd een loden goot, waterende op het erf
van hem Gerrit Jansz., welke hij beloofde tot zijn kost alleen te onderhouden. Dit omdat de muur van
de huizing van Jan Cornelisz. zo hoog kwam op te halen als de muur van hem Gerrit Jansz.
tegenwoordig is. Volgen nog een paar voorwaarden. Gerrit Jansz. en Jan Cornelisz. verklaren
geaccordeerd te zijn over de muur achter de huizing van Jan Cornelisz. die hem zal afbreken en
dezelve met 1 steen dik ophalen zonder daarin een licht te plaatsen responderende op de plaats van
Jan Cornelisz., etc. etc.
Nr. 414 folio 226v. d.d. 29-06-1608.
Barent Gorisz. kuiper heeft gecedeerd aan Claes Bastiaensz. metselaar een huis en erf over de Schie,
door hem comparant op 11-02-1595 gekocht van Anna Geerloffsdr. weduwe Willem Florisz.,
strekkende voor tot aan de achtergevel van het kamertje toe, met een gang en plaats, mitsgaders nog
een klein huisje daar bezijden aan, belend ten Z: een huis eertijds toebehorende Thielman Oem
Danielsz. en ten N: Huijch Maertensz. De huizing heeft hij geabandonneerd en gesteld in handen van
de erfgenamen van de voorn. Anna Geerloffs, in mindering an de kustingbrief welke zij hebben op
dezelfde huizing (gesproten van de voorsz. koop), gedateerd 11-02-1608 en inhoudende veel meer
dan de huizing waardig is. Dit uit krachte van een akte van condemnatie door de voorn. erfgenamen
voor het gerecht alhier geobtineerd. Aangezien de huizing minder waard is, hebben de schout en
schepenen ontboden Jan Willemsz. van Haerlem als borg van de voorn. kustingbrief voor Barent
Gorisz. t.b.v. Anna Geerloffsdr. en om de schade te verhoeden, de huizing te verkopen of de aktie van
de erfgenamen over te nemen. Jan Willemsz. is met de erfgenamen verdragen en hebben de
kustingbrief aan hem getransporteerd en gegeven actionen cessam, volgens extract uit het giftboek
alhier in dato 14-07-1607. Hij heeft de koop weer overgedaan aan Claes Bastiaensz. voorsz. voor de
somme van £ 384, contant geld welke Claes Bastiaensz. op rente zal behouden tegen de penning 16
met f 24 per jaar. Dit onder hypotheek van de voorsz. huizing, mitsgaders de huizing waarin Claes
Bastiaensz. tegenwoordig is wonende over de Schie, belend ten Z: de weduwe van Cornelis Crijnen
Pluijm en ten N: Arent van der Wal. Barent Gorisz. belooft de voorsz. huizing te vrijen en waren
achtervolgende de oude waarbrief. De huizing is met willig decreet geleverd i.p.v. waarborg.
Nr. 415 folio 228 d.d. 04-07-1608.
Govert Ariensz. schipper burger alhier heeft verkocht aan Jan Dingmansz. Deruijn brouwer in de Witte
Leeuw te Breda een karveelschip van 14 lasten, oud 16 jaar met alle gereedschappen en toebehoren,
tot nu toe gevoerd door hem comparant. Dit voor een som van penningen welke hij reeds ontvangen
heeft, behoudelijk dat Jan Dingmansz. zal moeten betalen de oude waterpenningbrief, inhoudende
nog f 559 en hem en zijn borgen daarvan te ontslaan.
Nr. 416 folio 228v. d.d. 09-07-1608.
Mr. Carel Lambrechtsz. van Heijnsbergen chirurgijn alhier is schuldig aan Dirck Lambrechtsz. zijn neef
wonende te Amsterdam, een losrente van £ 30 per jaar met een hoofdsom van f 500. De aflossing zal
geschieden na het overlijden van de comparant met de verlopen rente van dien. Hij verzekert dit op
58

NADERE TOEGANG 75
zijn huis en erf in de steeg van Jan de Recht, belend ten O: het achterhuis van de weeskinderen van
Cornelis Jacobsz. bakker en ten W: het erf van Cornelis Gerritsz. Schoonweer.
Nr. 417 folio 229 d.d. 09-07-1608.
Jan Dircxz. van Ceulen met aktie en transport van Frans Walingsz. van een rentebrief in dato 29-12-
1598, inhoudende in hoofdsom f 70 tegen de penning 14 voor de ene helft en Jan Jansz. Oth
kleermaker voor de andere helft, als erfgenamen van Jan Bastiaensz. grafmaker, in die kwaliteit
geobtineerd hebbende voor het gerecht alhier op Cornelis Willemsz. houtkoper, een rentebrief
inhoudende gelijke hoofdsom als boven, voor de andere helft, hebben heden gelicht de somme van f
100 carolus, door Gerrit Lourisz. timmerman over de koop van een erf gekomen van de voorn.
Cornelis Willemsz. houtkoper, gelegen omtrent de Hoofdpoort, gedateerd 13-12-1607, ter secretarie
geconsigneerd. En verbindt de voorn. Jan Dircxz. voor de ene helft en de voorn. Jan Jansz. Oth,
mitsgaders Joost Jansz. schipper die mede compareerde, tezamen voor de andere helft, hun
personen en goederen.
Nr. 418 folio 229v. d.d. 13-07-1608.
Cornelis Cornelisz. wonende alhier heeft verkocht aan Steven Thijsz. bakker een huis en erf in de
Boterstraat, strekkende voor van de straat tot achter aan de Schie, belend ten W: ’s-herensteeg en ten
O: Joost Jansz. tijkwerker. Koopsom f 1.275, te betalen met £ 150 contant en de rest op f 72 per jaar.
Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen door de meesters van het Bagijnhof. Penningborgen: Sijmon
Cornelisz. Bouman en Elias Pietersz. Maerlant.
Nr. 419 folio 230 d.d. 13-07-1608.
Cornelis Jansz. schoenmaker heeft verkocht aan Mees Lenertsz. schoenlapper een huis en erf in de
Boterstraat achter het huis van de verkoper, belend ten O: het erf van Neeltgen Dircxdr. weduwe
Cornelis Thomasz. wielmaker en ten W: de verkoper met zijn huis en erf. De verkoper dient de 3
deurkozijnen in de middenkamer tussen hun beiden, uit te breken en nog een venster kozijn komende
op de plaats van de verkoper en de gaten dicht te metselen. Het “bormputje” dat in de botterij van het
verkochte huis staat, zal de verkoper met een pomp in zijn huis mogen brengen tot zijn believe.
Koopsom f 375, te betalen met £ 18 per jaar. De koper neemt tot zijn last een rente van f 8 per jaar, te
lossen met een hoofdsom van f 128 en te ontvangen door de Heilige Geest. Waarborg: de oude
waarbrief.
Nr. 420 folio 230v. d.d. 26-06-1608.
Maertgen Ariens Cockhille heeft gecedeerd aan de kerkeraad of diaconie van de kerk een huis en erf
op de Gooistraat, belend ten O: de weduwe van Jasper Pietersz. bakker en ten W: Arien Ariensz. Voor
deze seccie zal de diaconie Maertgen Ariensdr. onderhouden haar leven lang en uitreiken 15 st. per
week. Na haar overlijden zal het huis en erf worden verkocht en de schulden betaald, het overschot
zal niet betaald worden aan haar dochter of de gerechte erfgenamen ab intestato.
Nr. 421 folio 231. d.d. 02-08-1608.
Engel Thijsz. kuiper en keurmeester van de haring heeft verkocht aan Cornelis Cornelisz. kuiper de
jonge een huis en erf in de Nieuwe Visstraat alhier, belend ten O: Floris Michielsz. kuiper en ten W: de
stadsvest. strekkende voor van de straat tot achter aan de schuur van Floris Michielsz. voorn. Belast
met een rente van £ 17-17-04, staande vanouds op het huis en erf, te lossen volgens de constitiebrief.
Dit met de vrijdommen en servituten als de oude waarbrieven vermelden, mitsgaders een schriftelijk
accoord gemaakt op 17-02-1604 tussen de verkoper en Floris Michielsz. Koopsom f 1.100 carolus, te
betalen met f 36 per jaar. Waarborg: Doe Jorisz. Penningborgen: Cornelis Cornelisz. kuiper de oude
en Aeltgen Lenertsdr. weduwe Maerten Sijmonsz.
Nr. 422 folio 232 d.d. 03-08-1608.
Jan Cornelisz. zeevarende man wonende alhier heeft verkocht aan Cornelis Alewijnsz. president
burgemeester een losrente van f 6 carolus per jaar tegen de penning 14 met een hoofdsom van f 84.
Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de Breedstraat, belend ten O: de tuin van Pieter Pietersz. van der
Burch de jonge en ten W: de huizing van Claertgen Pieters.
Nr. 423 folio 232v. d.d. 09-08-1608.
Jan Cornelisz. Cruijsert met procuratie van Pellegrom van Dronckaert wonende Amsterdam oom en
bloedvoogd van het weeskind van Hubrecht Claesz. hoefsmid, heeft met advies en consent van de
leproos- en heilige geestmeesters alhier, verkocht aan Joost Ariensz. Bals tijkwerker een huis en erf in
de Boterstraat, belend ten W: Cornelis Cornelisz. turfman en ten O: Dirck Ariensz. hekelaar. Koopsom
f 800 carolus, te betalen met f 100 contant welke de koper behouden zal tegen de penning 16 en de
rest op £ 30 per jaar. De leproosmeesters zullen hiervan ontvangen £ 603-18-00 en de Heilige Geest
de rest vanwege de weeskinderen van Herman Jacobsz. die in het Weeshuis gealimenteerd worden.
Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is.
Nr. 424 folio 233 d.d. 23-08-1608.
59

NADERE TOEGANG 75
Lieven Cornelisz. tijkwerker gehuwd met Trijntgen Gerritsdr. heeft verkocht aan Cornelis Aertsz.
zwaardveger ⅓ part van een huis en erf op de Achterweg, belend ten N: Dirck Jansz. koperslager en
ten Z: Aechgen Rochusdr., strekkende van ’s-herenstraat tot achter aan de sloot. De resterende ⅔
parten competeren de koper zelf. Koopsom f 300 carolus, te betalen met £ 50 contant welke de koper
8 jaar op rente zal houden tegen 7 ten 100 in het jaar en de rest op £ 10 per jaar. Vrij en niet belast.
Kanttekening d.d. 08-01-1659. Neeltgen Lenertsdr. huisvrouw van Jan Augustijnsz. als koper van het
huis, exhibeerde de originele kustingbrief, zijnde doorsneden en volledig betaald.
Nr. 425 folio 233v. d.d. 29-08-1608.
Engel Jansz. van Wambeecke wonende Poortugaal is schuldig aan Jacob Willemsz. Verboon
koopman te Leiden de somme van f 100 carolus, spruitende uit een accoord in dato 23-08-1608 door
Claes Bastiaensz. Spruijt schout in Poortugaal, Cornelis Pietersz. Vermaet dijkgraaf van
Alblasserwaard en Willem Nieupoort de oude t.b.v. Louris Christoffelsz. van Hanno gedaan en
hierdoor getrafigeerd. Dit alles in voldoening van een obligatie met de intrest van dien die de voorn.
Hanno aan Jacques de Neve schuldig was en welke met het verlijden van dit te niet is gedaan. Hij
belooft te betalen met f 25 per jaar en verzekert dit op zijn huis en erf in het Broersveld, belend ten N:
Jan Joppen stierman en ten Z: Crijn Jansz. lijndraaier met huis en erf.
Nr. 426 folio 234 d.d. 06-09-1608.
Maertgen Lenertsdr. weduwe Lambert Ariensz. Borsselaer, in leven kapitein ter zee, heeft verkocht
aan Daniel Lenertsz. schipper haar schoonzoon, beiden wonende alhier, een huis en erf achter op de
Haven, belend ten O: Jan Cruijp. Koopsom f 1.400, te betalen met f 50 per jaar. Dit met de servituten
als vermeld in de waarbrief van Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz.
Nr. 427 folio 234 d.d. 09-09-1608.
Cornelis Jacobsz. molenaar constitueert zich borg voor Cornelis Jansz. Schaer schipper van een
karveelschip wonende alhier, voor de betaling van f 400 carolus volgens condemnatie door Cornelis
Barentsz. schipper te Rotterdam op 06-09-1608 voor het gerecht alhier op de voorn. Cornelis Jansz.
geobtineerd. Gesproten uit de ruiling en beterschap van een karveelschip door de voorn. Cornelis
Jansz. met Cornelis Barentsz. geruild tegen zijn krabschuit. Hierop moest worden betaald 3 jaar
paaien. Dit is gedaan onder verband van zijn persoon en goederen. Cornelis Jansz. Schaer belooft
zijn borg te ontlasten met het stellen van sufficante penningborgen, onder verband van het voorn.
karveelschip.
Nr. 428 folio 234v. d.d. 27-09-1608.
Lenert Woutersz. zeevarende man heeft verkocht aan Assewerus Willemsz. mede zeevarende man,
beiden wonende alhier, een huis en erf in de Lange Kerkstraat, belend ten O: Maerten Maertensz. en
ten W: Lenert Jacobsz. Koopsom f 712 carolus, te betalen met f 96 contant en de rest op £ 24 per
jaar. Hij verzekert dit op het gekochte huis en erf en op zijn persoon en goederen. Vrij en niet belast.
De gifte gegeven door Maertgen Jacobs de huisvrouw van de verkoper aan Neeltgen Pieters
huisvrouw van de koper. Waarborgen: Thonis Jansz. timmerman en Dane Woutersz. zeevarende
man. Penningborgen: Jan Willemsz. lijndraaier en Beatris Jansdr. weduwe Pieter Dircxz.
Nr. 429 folio 235 d.d. 22-09-1608.
Mr. Gerrit Luijten chirurgijn is schuldig aan Jan Dircxz. van Colen lakenkoper een losrente van f 56-05-
00 losbaar de penning 16, met een hoofdsom van f 900. Hij verzekert dit op zijn huis, tuin en
boomgaard in Kethel-ambacht. Ter meerdere zekerheid hebben Huijch Woutersz. Bol en Jan Pietersz.
Groenewegen zich borg gesteld voor de hoofdsom en renten, elk voor de helft. Jan Pietersz. verbindt
hieraan zijn huis en erf alhier ter stede op de hoek van de Kerkstraat, belend ten Z: de Kerkstraat en
ten N: Jan en Arien Dircxzonen, gebroeders en koperslagers.
De schout en schepenen van Kethel kennen dat Mr. Gerrit Luijten Henricxz. is gecompareerd en de
bovenstaande rente van £ 56-05-00 per jaar met de hoofdsom heeft verzekerd op zijn huis, tuin en
boomgaard in de ambacht van Kethel in de Nieuwlandse polder, groot 1½ morgen, belend ten Z: de
Heilige Geest van Schiedam, ten W: Jacob Pietersz. van Cleeff, ten N: Claes Dam landman en ten O:
de stadsvest.
Nr. 430 folio 236v. d.d. 25-09-1608.
Cornelis Alewijnsz. burgemeester, Jan Willemsz. oud burgemeester, Jan Dircxz. van Colen
lakenkoper oud weesmeester en Balthasar Quinget mitsgaders Bruijn Ariensz. Cuijper weesvaders
alhier, vervangende Arent Bruijnsz. van der Dussen en Cornelis Jacobsz. Vlaerding mede
weesvaders, geïnstitueerde erfgenamen voor ¾ parten in de helft van de boedel van zaliger Willem
Jan Aertsz., verklaarden te consenteren te vreden te zijn dat de voorsz. Cornelis Jacobsz. als gehuwd
hebbende Grietgen Reijersdr. weduwe geweest zijnde van Dirck Lambrechtsz. Haga, zal aantellen en
aflossen aan Lucas Jansz. kleermaker wonende Leiden als gehuwd hebbende Constantia Eduarts,
nagelaten weeskind van juffrouw Constantia weduwe kapitein Eduert, de somme van f 611-03-00,
door de voorn. Dirck Lambrechtsz. als gewezene voogd van Constantia, eertijds te Delft in de
60

NADERE TOEGANG 75
secretarie gelicht uit de boedel van Jacob Cornelisz. van Moerkercken en zijlieden zich tot
contraborgen hadden geconstitueerd volgens het verlij in dato 16-03-1596 voor schepenen alhier
gedaan, mits dat Lucas Jansz. hun zal verzekeren met suffisante borgen. Compareerde mede
Hubrecht Cornelisz. kuiper burger alhier en constitueerde zich borg voor de lichting van f 611-03-00,
onder verband van zijn huis en erf op de Dam, belend ten W: de weduwe van Jacob Gijsbrechtsz.
kuiper en ten O: de weduwe van Pieter Pouwelsz.
Nr. 431 folio 237 d.d. 06-10-1608.
Jutgen Hendricxdr. weduwe Willem Engebrechtsz. bekent ontvangen te hebben van de aalmoeseniers
alhier de somme van f 10 carolus. Deze som zullen zij weer mogen eisen uit de gereedste penningen
die na haar overlijden bij verkoping van haar huis en erf zullen komen, gelegen op de Verbrande
Erven, belend ten W: Jan Henricxz. bootgezel en ten O: Maerten Jansz. bootgezel.
Nr. 432 folio 237 d.d. 07-10-1608.
Louris Euwoutsz. schipper is schuldig aan Jan Dircxz. van Colen een losrente van £ 9-07-08 per jaar
losbaar de penning 16 met een hoofdsom van £ 150. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de
Breedstraat, belend ten O: Dirck Stolck en ten W: Arien Jansz. metselaar. Dit huis is niet verder
belast. Mede verbindt hij zijn damloper, onder verband van waterrecht.
Nr. 432 folio 237v. d.d. 09-10-1608.
Gerrit Claesz. Sas schipper wonende alhier is schuldig aan Dirck Ariensz. schipper wonende Gorkum
de somme van f 500 carolus, spruitende uit de koop van een krabschuit, groot 12 lasten. Hij belooft te
betalen met f 200 contant en de rest op f 100 per jaar en verzekert dit op de voorn. krabschuit onder
verband van waterrecht en voorts op zijn persoon en goederen. Ter meerdere zekerheid hebben
Willem Willemsz. Nieupoort de oude en Willem Marinusz. scheepstimmerman, elk voor de helft, zich
borg geconstitueerd.
Nr. 434 folio 238 d.d. 10-10-1608.
Jan Gommersz. schrijver van de manhaften kapitein Oim Kees met zijn compagnie te Zwolle in
garnisoen gelegen, met procuratie van dezelve kapitein gedateerd 01-05-1607, verleden voor Willem
Nieupoort de jonge notaris, draagt op uit krachte van de procuratie t.b.v. Jan Lourisz. van Wijck burger
alhier, het huis en erf van de voorn. kapitein, over de Haven, belend ten N: Jan Crijnsz. en ten Z:
Pieter Cornelisz. Couwenhoven. Dit voor de penningen als Jan van Wijck tot ontlasting van zijn
borgtocht reeds opgenomen heeft en alsnog zal opnemen tot betaling van de jaarlijkse kusting van het
huis en erf.
Nr. 435 folio 238 d.d. 11-10-1608.
Cornelis Pietersz. wonende Abbenbroek in het land van Voorne is schuldig aan Pieter Jochumsz.
Cabelgaren scheepstimmerman de somme van f 142 over de koop van een nieuwe kromsteven schuit
zo die van stapel gelopen is. Hij belooft te betalen op 2 paaien en verzekert dit op zijn voorn. schuit
onder verband van waterrecht.
Nr. 436 folio 239 d.d. 19-10-1608.
Geertgen Gerrits laatst weduwe Pouwels Thonisz. bakker en nu huisvrouw van Jan Florisz. Snol
waard in de Buijsch die mede compareerde, cedeert t.b.v. de erfgenamen van Thonis Lambrechtsz.
koekenbakker een kustingbrief inhoudende als restant f 45, verleden op 03-06-1604 voor schepenen
van Delft. Zij bekent hiervan voldaan en betaald te zijn.
Nr. 437 folio 239v. d.d. 14-10-1608.
Geertgen Huijbrechtsdr. weduwe Claes Hendricxz. Vogelaer geassisteerd met Adriaen Cornelisz. haar
gekozen voogd en Arent Bruijnsz. van der Dussen als borg zijn schuldig aan de leprozen alhier een
losrente van f 12 per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 142. Zij verzekert dit op haar
huis en erf in de Gooistraat, belend ten Z: de weduwe van Arent Dircxz. bakker en ten N: de huizing
van Henrick Muijs. Arent Bruijnsz. verzekert dit op zijn persoon en goederen.
Nr. 438 folio 240 d.d. 11-10-1608.
Goossen Sijmonsz. olieslager heeft verkocht aan Jan Dammisz. wonende Delfshaven een huis, erf en
oliemolen in de Boterstraat, belend ten W: Cornelis Cornelisz. Bom met huizing en ten O: Jan Jorisz.
met huizing, strekkende van de straat tot op de Schie. Belast met een rente van 52½ st. per jaar.
Koopsom f 4.100 vlaams, te betalen met f 1.200 contant waarvan de koper een jaar f 600 op intrest
tegen de penning 16 zal houden en de rest op f 240 per jaar. Penningborg: Claes Jansz. van der Wout
wonende Delfshaven. Waarborg: Arijen Willemsz. Maen timmerman.
Nr. 439 folio 240v. d.d. 25-10-1608.
Weijntgen Claesdr. weduwe Henrick Alewijnsz. geassisteerd met Willem Nieupoort notaris haar
gekozen voogd heeft verkocht aan Bastiaen Henricxz. Bolleman de helft van een huis en erf op de
Dam, belend ten O: Cornelis Joppen en ten W: Domis Pietersz., beide stierlieden, strekkende voor
van ’s-herenstraat tot achter aan de straat van de haven. De koper zal moeten gedogen dat Cornelis
Joppen de opstaande vensters van deze huizing, opslaande over het dak van Cornelis Joppen, door
61

NADERE TOEGANG 75
dezelve hoger getimmerd zal mogen worden. Koopsom f 950, te betalen met f 75 afgelopen mei en de
rest op f 75 per jaar. Belast het gehele huis met 15 st. per jaar, te ontvangen door de kerk en met 6 st.
door de Grafelijkheid. De koper zal de aflaat gevestigd aan de muur van de huizing of achterhuis van
Domis Pietersz., tot believe van dezelve moeten afbreken en de muur vrij laten. Penningborgen:
Daniel van der Houve en Jacob Henricxz. Bolleman. Waarborg: Alewijn Henricxz.
Nr. 440 folio 241 d.d. eodem die.
De voorn. weduwe heeft verkocht aan Alewijn Henricxz. ⅛ part van een haringplaats, tuin en schuur,
genaamd ’t Rophuijs, staande over de Haven, belend ten O: Jacob Lambrechtsz. en ten W: Pieter
Jansz. Lis. Koopsom f 200, contant geld.
Nr. 441 folio 241v. d.d. 01-11-1608.
Michiel Jansz. van Waert heeft verkocht aan Jan Jacobsz. den Boer wonende alhier een huis en erf in
het Land van Beloften, belend ten O: de huizing van Pieter Pietersz. en ten W: de huizing van Joris
Arijensz. Banck, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de gevel van Jan Corssen. Belast
zoals omschreven in de oude waarbrief. Koopsom f 650 Vlaams, te betalen met f 150 contant die de
koper onder zich zal houden tegen f 9 per jaar en de rest op f 20 per jaar. Waarborg: Cornelis
Leenertsz. Veen. Penningborgen: Cornelis Pietersz. Scherp en Claes Claesz.
Kanttekening. Van de f 150 is een rentebrief gemaakt t.b.v. Michiel Jansz. van Waert.
Nr. 442 folio 242 d.d. eodem die.
Aeltgen Lenertsdr. weduwe Maerten Sijmonsz. koopster bij decreet van een huis en erf op de
Gooistraat, gekomen van Lenert Jorisz. van Alphen haar zaliger vader, met een vrije gang daar achter
gelegen responderende tot achter op de haven, belend ten N: Jan Gerritsz. Meulen en ten Z: Euwout
Huijbrechtsz. Dit met de voorwaarden bepaald bij de verkoping bij decreet op 03-09-1607, mitsgaders
de oude waarbrief. Zij geeft het huis, erf en gang over aan Jan Goepijer hoedenstoffeerder voor de
somme van f 1.500 carolus, te betalen met f 150 contant, 2 jaar f 108 en de rest op f 60 per jaar.
Belast met een rente van f 12-10-00 per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is,
mitsgaders een pacht van 16 st. per jaar.
Nr. 443 folio 242v. d.d. 05-11-1608.
Job Thijsz. burger alhier is schuldig aan Doemis Pietersz. stierman een losrente van f 3-10-00 per jaar
met een hoofdsom van £ 50. Hij verzekert dit op zijn huis en erf aan de Achterweg, belend ten Z: de
huizing van het Gasthuis waar tegenwoordig in woont Arijen Dircxz. en ten N: Theunis Jansz.
Nr. 444 folio 243 d.d. 01-11-1608 (doorgehaald).
Jan Jacobsz, den Boer is schuldig aan Michiel Jansz. van Waert een losrente van f 9 per jaar,
spruitende uit de penningen door hem beloofd over de koop van een huis en erf in het Land van
Beloften, waarvan hij de gifte reeds ontvangen heeft, met een hoofdsom van f 150. Hij verzekert dit op
zijn voorn. huis en erf.
Nr. 445 folio 243v. d.d. 12-11-1608.
Joost Areiensz. schipper heeft opgedragen aan Willem Gerritsz. lakenkoper een kustingbrief
inhoudende als restant nog f 728, te betalen met f 30 per jaar, verleden voor schepenen alhier,
sprekende op Hubrecht Cornelisz. bootgezel. Hiervoor neemt hij tot zijn last te betalen de oude
kustingbrief, inhoudende als rest de somme van f 377, te betalen met f 26 per jaar, verleden voor
schepenen alhier t.b.v. Joris Henricxz. en Arien Henricxz., mitsgaders Louris Ariensz. voogd van de
nagelaten weeskinderen van Dirck Cornelisz., gedateerd 26-01-1590. Hij bekent van deze opdracht
voldaan te zijn met de somme van £ 60.
Nr. 446 folio 244 d.d. 13-11-1608.
Lenert Ariensz. lijndraaier weduwnaar Jannitgen Claesdr. van Hardenberg ter ene zijde, Johan de
Schepere gehuwd met Anna Muggen en Jochum te Hesinge ofte Muggen, beiden wonende onder het
gerecht van Ootmarsum gehuwd met Fenne weduwe Barent Muggen die bij haar 3 kinderen heeft
achtergelaten, genaamd Geert, Aelken en Jenne, zijnde de voorn. Anna Muggen en Barent Muggen
broeders kinderen van Claes Lambrechtsz. welke meest genoemd wordt Muggen Claesz., vader van
de voorn. Janneken Claesdr., achtervolgende 3 certificaten, de ene verleden voor schout, schepenen
en burgemeesters van de stad Hardenberg in dato 07-11-1608, de andere twee voor Allert
Steinhouwer richter te Ootmarsum, de ene gedateerd 02 en de andere 04-11-1608, o.a. procuratie op
Jan de Scheepere en Johan de Hesingen, beginnende als volgt: Dat in hetzelve gericht verschenen
zijn de kinderen van Barent Muggen verwekt in echt, genaamd Geert, Alith en Jenne Muggen en nog
Barent en Johan Muggen, hebben geconstitueerd Johan de Scheeper en Joachim van Hesinge
genaemt Muggen, om uit hun naam te erven ab intestato van Janneken Claesdr. voorn., berustende
onder de voorn. Lenert Claesz. Zij zijn erfgenamen van vaderszijde van Jannitgen Claesdr. en
geassisteerd met Maerten Willemsz. Sluijs en Doe Jorisz. schepenen alhier, welke door het college
hiertoe zijn gecommitteerd i.p.v. de absente vrunden. Zij zijn geaccordeerd door tussenspreken van
Willem Nieupoort en Jan Joosten koperslager die vrund is geweest van Jannitgen Claesdr. Te weten
62

NADERE TOEGANG 75
dat Lenert Ariensz. zal behouden de gehele boedel met in- en uitschulden, mis hij aan de erfgenamen
zal uitreiken de somme van f 1.100 carolus, te betalen met f 100 contant en de rest op f 50 per jaar.
Hij verzekert dit op zijn huis en erf en lijnbanen in de Boterstraat, belend ten O: de lijnbanen van
Lenert (Re)kersz. en ten W: de huizing en lijnbanen van Lenert Jacobsz.
Nr. 447 folio 245v. d.d. 21-11-1608.
Kanttekening: Is te niet gedaan en is niet bezegeld, ergo niet schuldig volgende de 40° penning.
Carel Lambrechtsz. van Heinsberch chirurgijn alhier heeft opgedragen aan Vranck Henricxz. van der
Burch brouwer in de Oijevaer te Delft een kustingbrief, verleden voor schepenen alhier op 21-04-1607
sprekende op Willem Willemsz. Nieupoort de jonge, inhoudende als restant f 1.770, te betalen met f
120 per jaar. Betaald met f 722-09-12, contant geld. Vranck Henricxz. neemt tot zijn last te betalen
een rente van £ 17-15-11 per jaar tegen de penning 14 met een hoofdsom van £ 200, welke de
weesvaders alhier op de transportant sprekende hebbn, mitsgaders nog een rente van f 6-05-00 per
jaar, competerende Anneken Gijsbrechtsdr. weeskind van zaliger Gijsbrecht Hijeronimusz., losbaar de
penning 16 met een hoofdsom van f 100.
Nr. 448 folio 246 d.d. 21-11-1608.
Willem Gerritsz. lakenkoper wonende alhier heeft verkocht aan Jacob Ariensz. schoenmaker een ledig
erf of tuin aan het Groeneweegje, breed voor 16 voeten en achter 20 voeten, lang uit het
Groeneweegje west op 40 voeten. Voor de opstal van f 90, contant geld die de koper op rente zal
houden tegen de penning 16, te ontvangen door de stad. De koper neemt nog tot zijn last een rente
van f 1-02-00 per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 18, toekomende de stad.
Nr. 449 folio 246v. d.d. 21-11-1608.
Pieter Jansz. houtkoper heeft verkocht aan Jacob Ariensz. schoenmaker een ledig erf, gelegen aan
de uitgang van het Ziekenhuis achter aan de eerste drie erven, breed uit dezelve erven west op, voor
16 voeten en achter 15 voeten, strekkende in de lengte van de voorsz. uitgang van het Ziekenhuis,
zuid op tot aan de Raamsloot. De koper neemt tot zijn last te betalen een losrente van f 5-12-08 per
jaar, te ontvangen door de stad, losbaar de penning 16. Waarborg: de oude waarbrief.
Nr. 450 folio 247 d.d. 22-11-1608.
Theunis Jansz. heeft verkocht aan Jan Fransz. een losrente van f 6 per jaar tegen de penning 14 met
een hoofdsom van f 84. Hij verzekert dit op zijn huis en erf voor de Raam, belend ten Z: Cornelis
Cornelisz. Cuijp en ten N: de huizing van Jannitgen Schoncgis.
Nr. 451 folio 247v. d.d. 29-11-1608.
Anthonis Cornelisz. en Gijsbrecht Lenertsz. hebben verkocht, elk voor de helft aan Pieter Maertensz.
een boomgaard met de grond en erf van dien, gelegen aan de stadssteenplaatsen op het Hoofd,
breed voor aan de straat en achter 5 roeden 7 voeten, lang aan de noordzijde 28 roeden 9 voeten en
aan de zuidzijde 28 roeden 4 voeten, belend ten Z: het erf van Mathijs van Muijlwijck, ten N: de voorn.
steenplaatsen, ten O: ’s-herenstraat, breed 4 roeden 2 voeten en ten W: de sloot en de nieuwe weg.
Belast met een losrente van f 8 per jaar tegen de penning 16 welke de stad sprekende heeft.
Waarborg: de oude waarbrief.
Nr. 452 folio 248 d.d. 28-11-1608.
Willem Cornelisz. houtzager is schuldig aan Pieter Pietersz. van der Burch een losrente van f 7-10-00
per jaar tegen de penning 16. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Achterweg en de zuidzijde van
de Laan, belend ten N: de bansloot en ten Z: Pieter Jacobsz. Boncxtoe, strekkende tot achter aan het
erf van de kinderen van Grijetgen Sijmonsdr.
Nr. 453 folio 248 d.d. 20-09-1608.
Dirck Euwoutsz. metselaar heeft verkocht aan Tonis Gerritsz. zeevarende man een huis en erf in de
Broerstuin aan de oostzijde van het Broersveld, belend ten Z: de gang van Pieter Jansz. koperslager
en ten N: de verkoper met huis en erf. Koopsom f 528 carolus, te betalen met f 26 per jaar. Vrij en niet
belast. De koper zal het erf achter het huis mogen betimmeren tot aan zeker huisje op hetzelve erf de
verkoper toebehorende. De uitgang van het huisje, mitsgaders de lichten of vensters over het
verkochte erf opslaande, dient de verkoper uit te nemen en blind te timmeren. De muur van het
verkochte huis met de muur van de huizing van de verkoper, is een gemene muur en de heining idem
dito. Waarborg: Euwout Dircxz. zoon van de verkoper. Penningborg: Cornelis Jacobsz. kuiper.
Nr. 454 folio 248v. d.d. 01-12-1608.
Goris Jansz. wonende ter Heide gehuwd met Dignum Cornelisdr. heeft opgedragen aan Willem
Jujaensz. stierman, de helft van een kustingbrief, inhoudende nog f 444, te betalen met f 21 per jaar,
sprekende op Frerick Arijensz. kuiper, verleden voor schepenen alhier op 29-04-1595. Betaald met de
somme van £ 190. Compareerde mede Cornelis Jansz. kleermaker die bekende dat de kustingbrief
onder hem berust.
Nr. 455 folio 249 d.d. eodem die.
63

NADERE TOEGANG 75
Arien Cornelisz. Daemen heeft verkocht aan Gijsbrecht Sandersz. een karveelschip, groot 21 of 22
lasten, voor de somme van £ 1.050, te betalen met f 200 op 01-12-1609 en de rest op f 200 per jaar.
Hij verzekert dit op het karveelschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben
Jan Lourisz. van Wijck en Jacob Bouwensz. schipper zich als penning- en waarborgen verbonden.
Nr. 456 folio 249v. d.d. 03-12-1608.
Maertgen Lenertsdr. weduwe kapitein Lambrecht Arijensz. Borsselaer geassisteerd met Willem Muijs
haar gekozen voogd, is schuldig aan Jan Heijnricxz. smid de somme van f 100 Vlaams, spruitende
van geleverd ijzerwerk. Zij belooft te betalen met f 24 per jaar en verzekert dit op haar huis en erf in
het Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: Gerrit Arijensz. metselaar en ten Z: Lenert
Woutersz.
Nr. 457 folio 250 d.d. 08-12-1608.
Mees Gerritsz. zeevarende man heeft verkocht aan Jan Thonisz. de Visscher een huis en erf aan de
Lange Achterweg, belend ten N: Evert Cornelisz. snijder met huis en erf en ten Z: Job Heijnricxz. met
huis en erf. Koopsom f 900 vlaams, te betalen met f 100 contant welke de koper op rente zal houden
tegen de penning 16 en de rest op £ 25 per jaar. Nog een speciale conditie indien de aflossing niet op
tijd geschied. Het kookhuisje achter het verkochte huis zal de koper 3 voeten hoger mogen maken. De
5½ voeten erf achter het kookhuisje zal de koper niet mogen betimmeren. De heining zal in het
gemeen door hun worden onderhouden. Volgen nog een paar voorwaarden, inzake de sloot, het
secreet en goot. Het huisje achter op het erf zal zijn uitgang hebben door de gang en poort tot op ’sherenstraat,
zonder enige hinder. Het huisje zal niet aan soldaten mogen worden verhuurd, of aan
andere personen dan met voorweten of believe van de koper.
Nr. 458 folio 251 d.d. eodem die.
Gerrit Jansz. Vinck en Claes Jansz. Muijs hebben met authorisatie van de testamenteurs van het
sterfhuis en nagelaten goederen van Trijntgen Jacobsdr. weduwe Frans Fransz. kuiper, in dato 03-06-
1606, opgedragen aan Aeltgen Fransdr. weduwe Reijer Cornelisz., ⅓ part van een losrentebrief,
hunlieden aanbestorven door overlijden van Ingel Jans hun moeder weduwe Jan Claesz., sprekende
op de stad Dordrecht in dato 31-01-1554, inhoudende het ⅓ part een rente van £ 24 per jaar tegen de
penning 16. Zij zijn betaald met de somme van £ 360, contant geld.
Nr. 459 folio 251v. d.d. 11-12-1608.
Gerrit Thonisz. scheepstimmerman heeft verkocht aan Arijen Jacobsz. van Zwartewaal een visboot
groot 16 lasten, zo die van stapel gelopen is. Koopsom f 750, te betalen op 2 jaar. Hij verzekert dit op
de voorn. visboot onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben Jacob Henricxz.
Bolleman en Alewijn Cornelisz. houtkoper zich borgen geconstitueerd.
Nr. 460 folio 252 d.d. 13-12-1608.
Jan van der Marck heeft verkocht aan Willem Willemsz. zeevarende man een huis en erf in het Land
van Beloften, belend ten N: Jacob Euwoutsz. en ten Z: Heinrick Jansz. Koopsom f 48 carolus, contant
geld. De koper dient tot zijn last te nemen de oude kustingbrief die Willem Gerritsz. lakenkoper op het
huis en erf sprekende heeft, nog inhoudende £ 197, te betalen met f 16 per jaar. Vrij en niet belast.
Nr. 461 folio 252 d.d. eodem die.
Huijbrecht Cornelisz. den Draijer heeft verkocht aan Willem Gerritsz. lakenkoper een huis en erf in het
Groenendal, belend ten W: Neeltgen Jorisdr. en ten O: Jan Willemsz. scheepstimmerman, strekkende
voor van de straat tot achter aan het Broersveld toe. Mitsgaders nog 4 voeten erf, gelegen aan de
westzijde van de huizing, strekkende bezijden het huis van Joris Jansz. zeevarende man tot de straat.
Koopsom f 377, te betalen met f 78 contant en de rest op £ 26 per jaar. De contante penningen en
kustingen zullen ontvangen worden door de nagelaten weeskinderen van Dirck Cornelisz. zaliger.
Belast met een rente van 12 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is.
Nr. 462 folio 252v. d.d. 23-12-1608.
Theunis Sijmonsz. klapwaker burger alhier is schuldig aan Willem Gerritsz. lakenkoper de somme van
f 56 carolus, spruitende uit de koop van wollen laken. Hij belooft te betalen op 4 termijnen, namelijk
Jacobi en Martini dagen 1609 en 1610. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf op het Pad, belend ten O:
Dirck Aertsz. schuitvoerder en ten W: Marinus Pietersz. anders genaamd Schoentgen.
Kanttekening d.d. 03-11-1611. Aangezien de originele brief verloren is gegaan, is er een 2° gemaakt.
Indien de originele weer te voorschijn komt, zal die worden gecasseerd.
Nog een kanttekening d.d. 07-05-1630. De 2° brief is vertoond zijnde gecasseerd en doorsneden.
Nr. 463 folio 253 d.d. eodem die.
Jacob Lambrechtsz. brouwer verklaarde dat hij dagelijks in zijn nering is handelende met Dirck
Evertsz. van der Pol pontgaarder te Delft, dewelke hem comparant levert mout en andere behoeften
tot de nering van brouwen. Ter zake hiervan bekent hij comparant een aanzienlijke som van
penningen aan dezelve van der Pol schuldig te zijn en wil dezelve van der Pol verzekeren. Hij heeft
aan hem opgedragen zijn schuldboek, mitsgaders al zijn comparants debiteuren en inschulden, in
64

NADERE TOEGANG 75
hetzelve register geregistreerd en nog te registreren. Verder verzekert hij hetgeen hij schuldig is op
zijn persoon en goederen.
Nr. 464 folio 253. d.d. 29-12-1608.
Jan Lourisz. van Wijck en Cornelis Jansz. Poort nomine uxoris voor hunzelf en als omen en voogden
van de weeskinderen van Henrick Lourisz., erfgenamen van Louris Jansz. smid, bekennen ten vollen
voldaan en betaald te zijn van zaliger Jan Danckertsz. en zijn erfgenamen, van een kustingbrief welke
de voorn. Jan Danckertsz. t.b.v. Louris Jansz. eertijds heeft verleden over de koop van een huis en erf
in de Gooistraat waar tegenwoordig possesseur van is Roeloff Gerritsz. zwaardveger, belend ten Z:
Machtelt Cornelisdr. Bouman en ten N: Aechgen Arijens weduwe Jan Dijerten bakker.
Nr. 465 folio 254 d.d. 31-12-1608.
Claes Gerritsz. den Bout wonende Delfshaven belooft te vrijen en waren een karveelschip met
toebehoren, door hem comparant door ruiling verkocht aan Arijen Lenertsz. schipper, tegenwoordig
wonende tot Dordrecht, onder verband van zijn persoon en goederen. Ter meerdere zekerheid heeft
Frans Molenijser zijn schoonvader zich borg geconstitueerd.
Nr. 466 folio 254v. d.d. 01-01-1609.
Jan Hendricxz. zeevarende man heeft verkocht aan Maertgen Boonen weduwe Jacob Adriaensz.
Back een losrente van f 14-05-08, losbaar de penning 14 met een hoofdsom van f 200 carolus. Hij
verzekert dit op zijn huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten Z: Arent Hendricxz. en ten N:
Maerten Jansz.
Nr. 467 folio 255 d.d. 02-01-1609.
Hendrick Pietersz. zeevarende man heeft verkocht aan Jacob Pietersz. van Dijck een losrente van f 4-
10-00 per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 72. Hij verzekert dit op zijn huis en erf
bij de Ketelpoort, belend ten Z: Sijmon Heijndricxz. en ten N: Pieter Willemsz. van Bergen.
Nr. 468 folio 255v. d.d. 03-01-1609.
Maertgen Jansdr. huisvrouw van Maerten Jansz. de Helt met procuratie van haar man heeft verkocht
aan Cornelis Cornelisz. turfman een huis en erf op het Pad, belend ten N: het erf van Marinus
Cornelisz. en ten Z: de huizing van zaliger Claes Woutersz. Koopsom van f 575, te betalen met f 50
contant en de rest op termijnen van £ 27 per jaar. De oude waarbrief in dato 27-04-1591. Vrij en niet
belast. Waarborg: de oude waarbrief en het huis waar tegenwoordig Maerten Jansz. de Helt inwoont,
belend ten O: Michiel Maertensz. en ten W: Hendrick Jansz. van Delft. Penningborgen: Pieter Coenen
en Steven Thijsz.
Nr. 469 folio 256 d.d. 10-01-1609.
Jan Dircxz. Muijs voor ⅓ part, vervangende Jacob Dircxz. Muijs en Ariaentgen Dircxdr., elk voor ⅓
part, zuster en broeders, kinderen en erfgenamen van Dirck Jansz. Muijs waar moeder van was
Maertgen Jacobsdr., heeft verkocht aan Ghijs Cornelisz. bootgezel wonende alhier een huis en erf in
de Boterstraat, belend ten O: Pieter Corsz. snijder en ten W: Jan Jansz. olieslager, dit zo Jan Dircxz.
Muijs het bezeten en gepossideerd heeft. Koopsom f 600 carolus, te betalen met f 54 contant en de
rest op f 21 per jaar. Het huis is verkocht zonder enige waterlozing. Waarborg: Dammis Reijersz. en
Mr. Guilliaume de Manackere. Penningborgen: Pieter Corsz. en Willem Jansz. kuiper.
Nr. 470 folio 256v. d.d. 18-01-1609.
Dirck Fransz. wonende Vlaardingen is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen de somme van f 300 ter
zake van geleende penningen tegen de penning 16, belopende £ 18-15-00 per jaar. Hij verbindt
hieraan zijn persoon en goederen en belooft op vermaning van Jan Dircxz. hypotheek te stellen. Ter
meerdere zekerheid heeft Frans Dircxz., vader van de comparant, zich borg geconstitueerd onder
gelijk verband.
Nr. 471 folio 257 d.d. 24-01-1609.
Jacob Pietersz. van Cleeff en Willem van Welhouck schepenen van Schiedam en Willem Willemsz.
Nieupoort de jonge schout van Mathenesse, Joris Maertensz. Knapper en Mathijs Andrijesz.
Speelman geburen in Oud-Mathenesse, bekennen dat voor hun gecompareerd is Maertgen Arijensdr.
weduwe Arijen Ploensz., in leven schout van Oud-Mathenesse, geassisteerd met Ploen Arijensz. haar
gekozen voogd. Zij heeft verkocht aan Claes Cornelisz. van Coppelle een huis en erf, schuur, barg in
de Boterstraat, strekkende voor van de straat tot aan de Schie, belend ten O: de voorn. Mathijs
Andrijesz. en ten W: Arijen Pietersz. Dit zoals het tot nu toe door de verkoopster bewoond en
gepossideerd is geweest. Mitsgaders nog 9 morgen eigen land aan verscheidene percelen, gemeen
met andere landen, zoals 5 morgen 1½ hond volgens de oude opdrachtbrief in dato 01-06-1595, in het
geheel inhoudende 7 morgen ½ hond, waarvan 2 morgen 1 hond is verkocht. Nog 3½ morgen
gekomen van de Heilige Geest alhier, volgens de oude opdrachtbrief in dato 03-02-1583. Nog ½
morgen gekomen van de Zeven Getijden, Zang en Vrouwen Altaar te Schiedam volgens de
opdrachtbrief in dato 24-04-1595. Mitsgaders nog toegevende de aktie van 20 morgen bruikwaar,
toekomende verschillende eigenaren. Belend de eigen landen volgens de oude brieven welke
65

NADERE TOEGANG 75
hierdoor getransfigeerd zijn. Item nog een boomgaard en tuin, de boomgaard gelegen tussen de
hoge- en lage Mathenesseweg, belend ten O: Willem Nieupoort voorsz. en ten W: eertijds Grijetgen
Jacobs. De tuin is gelegen aan de Mathenessesingelweg. De huizing, erf en eigen landen zijn in het
geheel belast met een rente van f 54 carolus per jaar, toekomende het Weeshuis van Schiedam en
nog met f 400 hoofdgeld, toekomende Pieter Pietersz. van der Burch. Alles te lossen tegen de
penning 16 volgens de rentebrieven daarvan zijnde, welke de koper in mindering van de contante
penningen tot zijn last neemt. Zij bekent voldaan en betaald te zijn met geld en de overgenomen
hoofdsom van de rente en schuldbrief, op heden verleden.
Nr. 472 folio 258v. d.d. 26-01-1609.
Grijetgen Jacobsdr. huisvrouw van Claes Jacobsz. grootschipper met procuratie van haar man,
bekende in 1603 in de loterij alhier t.b.v. het Weeshuis, ingelegd te hebben een losrente van f 5-01-03
per jaar, sprekende op de 6 grote steden van Holland. Zij cedeert alle rechten van dien aan het
weeshuis.
Nr. 473 folio 258v. d.d. 27-01-1609.
Fijtgen Jacobsdr. weduwe Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck verklaart dat van haar boedel en goederen
achtergelaten daar haar voorn. man, een inventaris is gemaakt. De boedel is met meer belast dan het
inkomen zodat dit geabandonneerd wordt t.b.v. de crediteuren.
Nr. 474 folio 259 d.d. 28-0-1609.
Lambrecht Dircxz. schipper te Delft heeft verkocht aan Govert Arijensz. een damloper, groot 16 lasten.
Koopsom f 500 carolus, te betalen met £ 90 contant en de rest op f 90 per jaar. Hij verzekert dit op de
voorn. damloper onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben Pieter Jacobsz. en
Gerrit Claesz. Sas zich borgen geconstitueerd, elk voor de helft. Compareerde mede Louris Euwoutsz.
schipper en Willem Maurisz. scheepstimmerman en constitueren zich contraborgen voor Gerrit
Claesz. Sas, mitsgaders Daen Jacobsz. schuitvoerder welke zich contraborg stelt voor Pieter Jacobsz.
Nr. 475 folio 259v. d.d. 02-02-1609.
Henrick Lenertsz. Versluijs heeft overgedragen aan Henrick Fransz. zjn zwager de helft van een
kustingbrief, verleden voor schepenen alhier op 13-09-1597, sprekende op Herman Willemsz. smid,
inhoudende nog de helft van f 244, te betalen met f 21. Hij bekent betaald te zijn met f 24 contant.
Henrick Fransz. zal tot zijn last nemen een rentebrief van f 100 hoofdsom, losbaar de penning 16,
welke Annetgen Gijsbrechtsdr. weeskind van Gijsbrecht Jeronimus op de huizing van Henrick Fransz.
sprekende heeft en zal mede gehouden zijn tot zijn last te nemen alle nog niet betaalde schulden van
Aper Arentsz. zaliger. Henrick Lenertsz. belooft zijn zwager te indemneren en schadeloos te houden.
Nr. 476 folio 260 d.d. eodem die.
Frans Marinusz. zeevarende man wonende alhier gehuwd met Claesgen Cornelisdr. voor ¼ part,
mitsgaders als bloedvoogd van Abraham Cornelisz. nagelaten zoon van Cornelis Willemsz. en
Anneken Warnaerts beiden zaliger, voor ¼ part, voorts vervangende Willem Cornelisz. mede voor ¼
part en Joost Pietersz. gehuwd met Maertgen Cornelisdr. voor het resterende ¼ part, allen tezamen
kinderen en erfgenamen van de voorsz, Cornelis Willemsz. en Annetgen Wernaerts, hebben verkocht
aan Arijen Tobiasz. zeevarende man, een huis en erf door de voorn. Cornelis Willemsz. met de dood
geruimd, staande op de Gooistraat, belend ten N: Dirck Huijgen en ten Z: Arijen Jansz. schrijnwerker.
Koopsom f 400 carolus, te betalen op termijnen van f 22 per jaar. Belast met f 0-07-08 per jaar, te
ontvangen door het Gasthuis. Waarborgen: Willem Cornelisz. en Joost Pietersz. Penningborgen: Dirck
Euwoutsz. timmerman en Cornelis Cornelisz. zeevarende man.
Nr. 477 folio 260v. d.d. eodem die.
Jochum Stoffelsz. bootgezel heeft verkocht aan Pieter Corsz. stierman de helft van een botschip voor
de somme van f 200. Hij belooft te betalen met ⅓ part contant en de rest op 2 jaren en verzekert dit op
het voorn. botschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben Claes Corsz. en
Pieter Claesz. zich borgen geconstitueerd.
Nr. 478 folio 261 d.d. 11-02-1609.
Jan Seijckes Jansz. geboren onder de vrijheid van Turnhout in een dorp genaamd Stockt in het
hertogdom Brabant, transporteert aan het Leprooshuis de besterfenis als hem comparant sedert zijn
vertrek uit Brabant aldaar enigszins is aanbestorven of nog zou mogen aanbesterven. De
leproosmeesters beloven Jan Seijckes zijn leven lang te alimenteren en zijn mondkost te verzorgen en
verder niet. Indien hij komt te overlijden is alles wat hij heeft ingebracht en wat hem nog zal opkomen,
vervallen ten profijte van het Leprooshuis zonder dat zijn erfgenamen daar iets aan kunnen
pretenderen.
Nr. 479 folio 261v. d.d. 12-02-1609.
Specificatie van de goederen gevist door Huijch Sijmonsz. stierman van Schiedam en door hem aan
land gebracht:
66

NADERE TOEGANG 75
Een oude mast en lopend want. Enige stukken van een marszeil. Een grote streng met een
marszeilree. Een ezelshoofd beslagen met een ijzeren band. Nog sommige beslagen joffertgens. Alles
geprijsd door Maerten Willemsz. Sluijs en Doe Jorisz. schepenen op £ 16.
Nr. 480 folio 262 d.d. 14-02-1609.
Crijn Jacobsz. zeevarende man en Annetgen Arijensdr. weduwe Pieter Jansz. Broot int Tresoor
geassisteerd met haar gekozen voogd Gerard Muijs, hebben opgedragen aan Claes Jacobsz.
schipper, eerst Crijn Jacobsz. de somme van f 54-10-00 met de rente van dien tegen de penning 15,
ingaande 13-02-1604, te ontvangen uit een kustingbrief t.b.v. de voorn. Pieter Jansz. Broot int Tresoor
verleden door Abraham Jobsz. van Bleiswijk in dato 01-02-1597, volgens schepenschuldbrief verleden
door voorn. Pieter Jansz. t.p.v. Crijn Jacobsz. voor schepenen alhier op 14-02-1597, mitsgaders
gelijke rente tegen de penning 15. Annitgen Arijens geassisteerd met haar voorn. gekozen voogd, de
somme van f 51 gelijke rente als voren, mede te ontvangen uit de voorsz. kustingbrief tegen de
penning 15, ingaande 14-02-1606, belopende tot 14-02-1609 f 9-19-14 en mede gelijke rente tot de
volle betaling. De comparanten transporteren de voorsz. kustingbrief met de rente van dien in handen
van Claes Jacobsz. voorn. met alle rechten als zij gehad hebben. Zij bekennen hiervan betaald te zijn
met de somme van f 100.
Nr. 481 folio 262v. d.d. 17-02-1609.
Mr. Lenert Pietersz. Slick chirurgijn wonende Bodegraven gehuwd met Engeltgen Cornelisdr. voor de
ene helft en mede met procuratie van Hillegond Jansdr. weduwe Cornelis Crijnen Assendelft zijn
schoonmoeder, verleden voor schout en schepenen van Bodegraven op 13-02-1609, voor de andere
helft, heeft getransporteerd aan de weeskinderen van Lucas Huijgensz. van der Dussen en Soetgen
Duijst van Santen beiden zaliger, een kustingbrief verleden door Maerten Sijmonsz. kuiper t.b.v.
Cornelis Crijnen voorn. in dato 09-05-1592, inhoudende f 1.400, te betalen met £ 72 per jaar, waarop
nog rest f 90.
Nr. 482 folio 263 d.d. eodem die.
Dezelve heeft getransporteerd aan de weeskinderen van Lucas Huijgensz. van der Dusse een
kustingbrief verleden door Maerten Sijmonsz. t.b.v. Cornelis Crijnen Assendelft op 11-06-1594,
inhoudende in het geheel f 1.600, te betalen met £ 72 per jaar en waarop nog rest £ 309.
Nr. 483 folio 263 d.d. 20-02-1609.
Maertgen Lenertsdr. weduwe Lambrecht Arijensz. Borsselaer geassisteerd met Adriaen Brunen haar
gekozen voogd heeft opgedragen aan Willem Arijensz. Borsselaer een kustingbrief inhoudende zuiver
de somme van f 1.400 carolus, sprekende op Daniel Lenertsz. schipper, verleden voor schepenen
alhier op 06-09-1608, te betalen met £ 50 per jaar. Zij bekent betaald te zijn met f 300.
Nr. 484 folio 263v. d.d. 26-02-1609.
Jan Sijmonsz. Soutmaet koopman wonende te Hoorn heeft verkocht aan Arijen Cornelisz. Drooch
schipper en Jacob Hendricxz. Bolleman, beiden wonende alhier, een koopvaardijschip, groot 100
lasten, tegenwoordig gelegen te Hoorn. Koopsom f 8.950 vlaams, welke zij beloven te betalen met de
helft contant en de rest op 26-02-1610. Zij verzekeren dit op het voorn. schip onder verband van
waterrecht en voorts op hunlieder ende andere reders, personen en goederen. Ter meerdere
zekerheid heeft Alewijn Henricxz. koopman alhier zich als penningborg verbonden.
Nr. 485 folio 264 d.d. 01-03-1609.
Gerit Theunisz. burger alhier heeft verkocht aan Crijn Dancke (=Danckertsz.) schipper te Goeree een
waterschip zo hetzelve van stapel gelopen is. Koopsom f 525, te betalen St. Maarten f 100 en alle
Martinidagen f 100. De koper is gehouden de penningen in Schiedam te brengen anders zal de
verkoper reizen op kosten van de koper naar Goeree. Hij verzekert dit op het voorsz. schip, zijn
persoon en goederen. Ter meerdere zekerheid hebben Claes Huijbrechtsz. en Cornelis Teunisz. de
Helt zich borgen geconstitueerd.
Nr. 486 folio 264v. d.d. 03-03-1609.
Crijn Danckertsz. schipper van Goeree is schuldig aan Jan Henricxz. smid de somme van f 116
vlaams, spruitende van geleverd ijzerwerk. Hij belooft te betalen met ⅓ part St. Maarten en Martini
1609 en 1610 de rest. Hij verbindt hieraan zijn persoon en goederen.
Nr. 487 folio 265 d.d. 07-03-1609.
Lijeven Cornelisz. tijkwerker heeft opgedragen aan Jacob Pietersz. van Dijck een kustingbrief verleden
voor schepenen alhier op 23-08-1608, sprekende t.l.v. Cornelis Aertsz. zwaardveger, inhoudende f
300 carolus, te betalen met f 50 contant welke Cornelis Aertsz. 8 jaar onder zich mag houden tegen
de penning 14 en de rest op f 10 per jaar. Hij bekent betaald te zijn met de somme van f 78.
Nr. 488 folio 265v. d.d. 09-03-1609.
Gerrit Jansz. Vinck als principaal en Claes Jansz. zijn broeder als borg is schuldig aan Pieter Pietersz.
van der Burch oud burgemeester een losrente van f 7-10-00 per jaar, te lossen de penning 16. Hij
verzekert dit op zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten N: Jacob Rochusz. bakker en ten Z: het
67

NADERE TOEGANG 75
huis van de erfgenamen van Claes Jansz. Caescooper. Claes Jansz. verbindt hieraan zijn huis en erf
op de Dam, belend ten W: Gerrit Willemsz. schoenmaker en ten O: de huizing van Leen Sijmonsz.
Nr. 489 folio 266 d.d. 11-03-1609.
Jan Cornelisz. Cruijser koopman alhier vervangende de mede reders belooft vrij over te dragen en te
waren aan Bouwen Dircxz. schipper van Hindelopen in Friesland, een buisschip groot 64 lasten,
genaamd Pauli Bekeringe. Gedaan onder verband van zijn en van zijn mede reders personen en
goederen en belooft Coen Jansz. gewezene schipper van het schip en Jacob Pietersz. te voldoen
onder gelijk verband als voren.
Nr. 490 folio 266v. d.d. 14-03-1609.
Pietertgen Claesdr. weduwe Maerten Pietersz. van der Meer geassisteerd met Willem Muijs haar
gekozen voogd heeft verkocht aan Jan Fransz. een losrente van f 200 hoofdsom tegen de penning 14.
Zij verzekert dit op haar huis en erf in de Raam, belend ten W: het erf van Lijsbeth de Verester en ten
O: de weduwe van Jan Pietersz. spinder. Ter meerdere zekerheid heeft Floris Bastiaensz. zich borg
geconstitueerd voor Pietertgen Claesdr., onder verband van zijn huis en erf op de Verbrande Erven,
belend ten Z: Claes de dekker en ten N: de huizing van Trijntgen Coijer zaliger.
Nr. 491 folio 267 d.d. 18-03-1609.
Wouter Reijniersz. Scherp vervangende Machtelt Cornelisdr. zjn huisvrouw verklaart dat hij bij het
sluiten van de rekening schuldig is gebleven aan Jacob Christiaensz. wonende Rotterdam voor ⅔
parten en Lambrecht Dircxz. koopman te Delfshaven voor ⅓ part, de somme van f 263-12-04,
spruitende als restant van de collecte van de bierimpost over Schiedam voor het termijn ingaande
primo 1608. Hij stelt hiervoor in handen van zijn voorn. crediteuren zijn meubels (waarvan specificatie
aanwezig is).
Nr. 492 folio 267v. d.d. ten zelve dage.
Jacob Christiaensz. wonende Rotterdam vervangende Lambrecht Dircxz. Haga koopman wonende
Delfshaven, verklaart dat de voorn. meubele goederen door Wouter Reijniersz. opgedragen zijn voor
de tijd van 7 maanden.
Nr. 493 folio 267v. d.d. 14-03-1609.
Huijbrecht Arijensz. wonende alhier heeft verkocht aan Jacob Jacobsz. de Rije wonende Kralingen
een huis en erf met barg, etc. in de Boterstraat, belend ten W: Joris Maertensz. Knapper en ten O:
Adriaen Pietersz. Schoonderloo, strekkende voor van de straat tot achter aan de Schie. Belast met
een daalder t.p.v. de kerk. Koopsom f 1.350, te betalen met f 100 contant en de rest op f 48 per jaar.
Arijen Pietersz. Schoonderloo zal niet mogen betimmeren of beletten een licht in de keuken aan de
oostzijde van het verkochte huis en nog een licht in de bottelrij aan dezelfde zijde zal blijven staan tot
wederzeggen van Arijen Pietersz. Waarborg: Arijen Huijbrechtsz. Penningborg: Jacob Joosten te
Kralingen.
Nr. 494 folio 268 d.d. 20-03-1609.
Kanttekening: Dit transport is exempt van de 40° penning als zijnde ingelegd in de loterij van Gouda.
Servaes Ruttensz. heeft overgedragen t.b.v. het Gasthuis en het Oude Manhuis van Gouda een
kustingbrief sprekende t.l.v. Gabriel Joosten, verleden voor schepenen alhier op 19-04-1597,
inhoudende nog f 610, te betalen met f 30. Hij bekent van dit transport voldaan en betaald te zijn de
laatste penning met de eersten en belooft hetzelve te vrijen en waren onder verband van zijn huis en
erf in de Lange Kerkstraat, belend ten W: Gabriel Joosten voorn. en ten O: Pieter Maertensz.
leidekker.
Nr. 495 folio 268v. d.d. eodem die.
Claes Jacobsz. schipper heeft beloofd aan Sijmon Pietersz. schipper te Hoorn, vrij op te dragen en
waren een pinas, groot 23 West-Indisch zout, genaamd den Jonas, onder verband van zijn persoon
en goederen. Arent Bruijnsz. van der Dussen belooft te voldoen onder gelijk verband.
Nr. 496 folio 269 d.d. eodem die.
Joris Jacobsz. schipper heeft beloofd aan Jan Pieckesz. van Workum in Friesland, vrij op te dragen en
waren een buisschip, groot 70 lasten “brounets zout”, genaamd den Heijnckst, onder verband van zijn
peroon en goederen. Rochus Coij belooft te voldoen onder gelijk verband. De kooppenningen zijn
reeds voldaan met de somme van f 3.850.
Nr. 497 folio 269 d.d. 28-03-1609.
Ariaentgen weduwe Pieter Lijevensz. Schot heeft de boedel door haar man nagelaten,
geabandonneerd t.p.v. de gemene crediteuren, zonder dat zij zich er mee zal bemoeien.
Nr. 498 folio 269 d.d. eodem die.
Pieter Gerritsz. stadsroeper heeft opgedragen aan Lenert Arijensz. een kustingbrief inhoudende als
restant van meerdere somme t.l.v. Dirck Commertsz. en zijn borgen, de somme van f 416, verleden
voor schepenen alhier op 27-04-1591, te betalen met £ 36 per jaar. Betaald met de somme van £ 252,
contant geld.
68

NADERE TOEGANG 75
Nr. 499 folio 269v. d.d. 01-04-1609.
Maerten Jansz. zeevarende man heeft geconstitueerd aan de nagelaten weeskinderen van zaliger
Jan Maertensz. verwekt bij Machtelt Arentsdr., een losrente van f 2 carolus per jaar, losbaar de
penning 14 met een hoofdsom van f 28. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Verbrande Erven,
belend ten Z: Jan Hendricxz. en ten N: Cornelis Stolck.
Nr. 500 folio 270 d.d. 02-04-1609.
Sijmon Walten hoedenmaker is schuldig aan Hans Copier hoedenstoffeerder de somme van f 150 ter
zake van aangetelde en afgerekende penningen. Hij belooft te betalen bij vermaning met f 50 en
verzekert dit op zijn huis en erf op de Korte Achterweg, belend ten O: Baertout Veris en ten W: het
huis en erf van Jan Fransz. Bruijcker nazaat van Huijbrecht IJsbrantsz. zaliger. Item nog op ¼ part van
het huis en erf in de Zwaansteeg, belend ten Z: Gulliaem de schoenlapper en ten N: Cornelis Dircxz.
zeevarende man.
Nr. 501 folio 270v. d.d. 04-04-1609.
De leproosmeesters alhier hebben verkocht aan Henrick Riddersz. wonende Holierhoek in
Vlaardinger-ambacht een huis en erf in het St. Anna Zusterhuis, genaamd het Oude Leprooshuis,
strekkende voor van de straat tot de hoek van de achtergevel toe, belend ten O: de gang toekomende
de stad, ten W: hetzelve Leprooshuis en ten N: Cornelis Joppen met zijn schuur. Vrij en niet belast.
Met alzulke servituten als eertijds de leproosmeesters het verkocht hebben gehad aan Daen Arijensz.
molenaar. Koopsom f 500, te betalen mei i.p.v. contant geld f 200 en de rest op f 50 per jaar. De koper
zal ten eeuwige dage mogen gebruiken de gang ten oosten van het verkochte huis en zal nog een
vrije doorgang hebben door de gang van Haesgen Huijgendr., responderende op de Schie. Waarborg:
alle goederen van het Leprooshuis. Penningborg: Cornelis Riddersz.
Nr. 502 folio 271 d.d. eodem die.
Willem Nieupoort de oude als gesubstitueerde van Mr. Lenert Pietersz. van Slich chirurgijn te
Bodegraven met procuratie van Hillegond Jansdr. zijn schoonmoeder, de procuratie verleden voor
schout en schepenen van Bodegraven op 13-02-1609, heeft overgedragen aan Haesgen Claesdr.
laatst weduwe Lambrecht Gerritsz. stierman, een huis en erf over de Schie, belend ten O: Claes
Bastiaensz. metselaar en ten W: de huizing van Cornelis Huijgen. Dit zoals Hillegond Jansdr. hetzelve
van Haesgen Claesdr. of Jacob Jansz. haar zaliger man eertijds opgedragen had. Haesgen Claesdr.
neemt tot haar last de somme van f 53 hoofdsom welke Aeltgen Barentsdr. als restant op de huizing
sprekende heeft. Item de rente van het maken van de stenen kade met f 1 en 2 jaar verloop. Hij
comparant bekent voldaan en betaald te zijn met het casseren van de oude kustingbrief of
kooppenningen door Hillegond Jansdr. voor de koop van het voorsz. huis beloofd, inhoudende nog f
300, te betalen met f 33 per jaar.
Nr. 503 folio 271v. d.d. 04-04-1609.
Adriaen Cornelisz. Verheul heeft verkocht aan Pouwels Arijensz. zijn zoon een huizing, erf, schuur,
barg en geboomte binnen de stad Schiedam in de Breedstraat, dit zoals Pouwels Arijensz. het al
enige jaren bewoond heeft. De koper zal tevreden moeten zijn met de gang over de Breedstraat
responderende, zo breed als die tegenwoordig is. Belast met een opstal van 7½ st. Koopsom f 2.200
carolus, te betalen met f 400 contant en de resterende f 1.800 Kerstmis f 150 van de oude kusting en
de rest op f 150 per jaar. Pouwels Arijensz. zal nog volgen de bruikwaar van 15 morgen land in de
ambacht van Kethel, zo groot en klein als hij Pouwels Arijensz. het land gebruikende is.
Nr. 504 folio 272v. d.d. 06-04-1609.
Jan Cornelisz. Palingman schipper van Goes heeft verkocht aan Gerrit Claesz. Sas een karveelschip
groot 18 lasten met toebehoren. Koopsom f 300 carolus, te betalen op f 100 per jaar. Gerrit Claesz.
Sas heeft nog geruild een krabschuit, groot 12 lasten. Zij beiden beloven te waren en vrijen de voorn.
schepen onder verband van de schepen en waterrecht.
Nr. 505 folio 272v. d.d. 10-04-1609.
Cornelis Barentsz. Guldeknecht heeft geconstitueerd Pieter Pietersz. van der Burch en Arijen
Willemsz. een losrente van f 21-09-00 per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 343-
07-08, te weten f 121-13-12 t.b.v. Pieter Pietersz. van der Burch en f 121-13-12 t.b.v. Arijen Willemsz.,
aan Mathijs Willemsz. burgemeester en Allert Jacobsz. wonende in Brielle, elk f 50. Hij verzekert dit op
zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: het huis van Bruijn Reijmbrentsz. en ten N: Pieternelle
Gerritsdr. weduwe Jacob Heijndricxz. Capiteijn.
Nr. 506 folio 273 d.d. 11-04-1609.
Cornelis Bartholomeusz. nomine uxoris voor de ene helft, Pouwels Jorisz. timmerman mede nomine
uxoris voor 4/5 part en Cornelis Jansz. Vos wonende ’s-Gravenhage voor zichzelf voor 1/5 part, hebben
verkocht aan Joriaen Hendricxz. Capiteijn een huis en erf in de Boterstraat, belend ten O: de weduwe
van Pieter Pietersz. kuiper en ten W: ’s-herensteeg. Koopsom f 1.200 carolus, te betalen met f 200
contant en de rest op f 42 per jaar. De oude waarbrief in dato 13-05-1589. Belast met een opstal van
69

NADERE TOEGANG 75
28 st. per jaar, met een hoofdsom van f 24 en te ontvangen door de stad. De verkopers dienen de
vloer te repareren voor zoveel als die door het gebruik van het weefgetouw is gebroken. Item zullen
alle glazen gestopt moeten worden. De verkopers zullen betalen de 40° penning en de duitjes voor de
armen. Penningborgen: Cornelis Jansz. schoenmaker voor de helft en het geld voor de andere helft.
De gifte gegeven aan Pieter Sijmonsz. Schot die procuratie heeft van Joriaen Henricxz.
Nr. 507 folio 274 d.d. 16-04-1609.
Cornelis Jansz. wonende Overschie is schuldig aan Jasper Cornelisz. Gorter de somme van f 129,
spruitende uit de koop van een zandschuit met toebehoren. Hij belooft te betalen met f 43 contant en
de rest op f 43 per jaar. Hij verzekert dit op de voorn. zandschuit onder verband van waterrecht.
Nr. 508 folio 274 d.d. ten zelve dage.
Joost Bal tijkwerker heeft geconstitueerd aan de leproosmeesters t.b.v. het Leprooshuis, een losrente
van f 6-05-00 losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf
in de Boeterstraat, belend ten W: Cornelis Cornelisz. turfman en ten O: Dirck Arijensz. Heeckelaer. De
rente is spruitende uit deze huiskoop.
Kanttekening: De rentebrief is ecxempt van de 40° penning aangezien met het geven van de gifte van
het huis en erf in de rentebrief gementioneerd, de 40° penning hiervan is betaald, zijnde de hoofdsom
van deze rente, de contante penningen van de koop van het huis.
Nog een kanttekening: De rente en hoofdsom is door Rommert Pietersz. tegenwoordig possesseur
van de huizing, afgelost en voldaan aan Elias Maerlant als leproosmeester. Actum 11-04-1618.
Nr. 509 folio 274a. d.d. 17-04-1609.
Adriaen Pietersz. Spangien en Jan Jorisz. glasmaker als voogden van de weeskinderen van zaliger
Johan Buchanan en Grijetgen Cornelisdr. met consent van de weesmeesters volgens akte daarvan
geregistreerd in het weesboek op heden, hebben overgegeven dat zij niet zullen aanspreken Michiel
Jansz. van Waert noch zjn erfgenamen, van een kustingbrief verleden door Michiel Jansz. voor
schepenen alhier t.b.v. Abraham Evertsz., inhoudende de somme van f 2.100 carolus, te betalen met f
150 contant en de rest op f 72 per jaar. Zij ontslaan Michiel Jansz. van al hetgeen de voorsz.
weeskinderen uit krachte van de voorsz. kustingbrief op Michiel Jansz. sprekende hebben. Hetgeen
de weeskinderen nog resteert van de kustingbrief zullen zij verhalen op het hypotheek in dezelve
kustingbrief gementioneerd. Michiel Jansz. belooft t.b.v. de weeskinderen te betalen de somme van f
46 als restant van dezelve kustingbrief, te betalen Martini 1616 f 40 en de rest in 1617. Compareerde
mede Maertgen Jansdr. weduwe Gerrit Courten en beloofde de weeskinderen te betalen in voldoening
van de kustingbrief boven de kooppenningen die Pieter Sijmonsz. Schot voor het huis beloofde te
betalen, de somme van f 192 op f 24 per jaar. De voorn. Michiel en Maertgen Jansdr. verzekeren dit
op hun personen en goederen.
Nr. 510 folio 275 d.d. 20-04-1609.
Willem Melchiorsz. van Welhouck constitueert zich borg voor Pieter Willemsz. Holij wonende
Vlaardingen voor de somme van f 84, om de voorsz. penningen te lichten uit handen van Henrick
Jansz. van Delft, procederende uit koop van elsenhout, welke penningen Pieter Pietersz. van der
Burch onder dezelve Henrick Jansz. heeft doen arresteren.
Nr. 511 folio 275 d.d. 25-04-1609.
Adriaen Claesz. burger alhier heeft verkocht aan Bonaventuijre Tuwaerts mede alhier wonende, een
huis en erf op de Achterweg, belend ten N: Trijntgen Lambrechtsdr. weduwe Arijen Cornelisz. Calff en
ten Z: Neeltgen Willems opgehuwde dochter. Koopsom f 500 carolus, te betalen met f 84 contant en
de rest op f 22 per jaar. Belast met f 0-18-12 per jaar, te ontvangen 15 st. door de Zang en 7½ gr.
door het Vrouwengilde.
Nr. 512 folio 275v. d.d. 25-04-1609.
Grijetgen Jansdr. Houck weduwe Claes Jansz. Brouck geassisteerd met Gerrit Jansz. Houck haar
broeder en gekozen voogd heeft verkocht aan Jan Jorisz. en Jan Gerritsz. een erf in het Broersveld
aan de oostzijde van de vaart, belend ten M: Bruijn Arijensz. Cuijper en ten Z: Joachim Stoffelsz.
Koopsom f 600 carolus, te betalen met f 72 contant en de rest op f 48 per jaar. Vrij en niet belast.
Nr. 513 folio 276 d.d. eodem die.
Claes Jacobsz. schipper heeft verkocht aan Cornelis Doemisz. een huis en erf op de Dam, belend ten
O: de weduwe van Jacob Pietersz. bakker en ten W: de huizing van Leen Sijmonsz., strekkende voor
van de straat tot achter aan de straat van de haven. Koopsom f 1.100, contant geld. Belast met 18 st.
of 20 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. De goten aan weerszijden van
het verkochte huis zullen door Cornelis Doemisz. half onderhouden moeten worden en de lichten in de
bottelrij van de huizing van Jacob Pietersz. zullen daar blijven tot wederzeggen van de possesseur
van deze huizing. Voorts met default van het secreet aan de achterkamer geheel gedolven is en vrij
komt op het erf van deze huizing.
Nr. 514 folio 276v. d.d. 25-04-1609.
70

NADERE TOEGANG 75
Sijmon Melchiorsz. Veris als gehuwd hebbende Lijsbeth Arijensdr. weduwe Claes Henricxz. heeft
verkocht aan Thonis Jansz. timmerman een erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart,
belend ten N: Arien Joppen zeevarende man en ten Z: Crijn Jacobsz.. Lang hetzelve erf, west op 83
voeten, breed 15 voeten, strekkende voor van de straat tot omtrent zeker huisje. Koopsom £ 190, te
betalen op f 10 per jaar. Belast met een rente van £ 4-13-02 per jaar, toekomende het Gasthuis, te
lossen de penning 16. De koper zal een vrije gang hebben van 3½ voet achter over het erf van Crijn
Jacobsz. voorn. tot op het water toe. Waarborg: de oude waarbrief. Penningborg: Crijn Jacobsz.
Nr. 515 folio 277 d.d. eodem die.
Dezelve heeft in qualitate qua verkocht aan Crijn Jacobsz. een erf in het Broersveld aan de westzijde
van de vaart, belend ten N: Thonis Jansz. timmerman en ten Z: ’s-herensteeg of gang. Lang zijnde het
erf, west op 83½ voeten, breed 15 voeten, strekkende voor van de straat tot achter aan zeker huisje.
Koopsom f 190, te betalen op f 10 per jaar. Belast met een rente van f 4-13-02 per jaar, te ontvangen
door het Gasthuis, te lossen de penning 16. De koper heeft een vrije doorgang over het verkochte erf
van 3½ voet tot op het water toe. Alles achtervolgende de oude waarbrief van de koop van dit erf door
Arent Dircxz. Niesen, berustende onder Thonis Jansz. voorn. Waarborg: de oude waarbrief.
Penningborg: Thonis Jansz. timmerman.
Nr. 516 folio 277v. d.d. 27-04-1609.
Maertgen Jansdr. weduwe Gerrit Courten geassisteerd met haar gekozen voogd Bartholomeus
Cornelisz. heeft verkocht aan Pieter Sijmonsz. Schot stadsbode, een huis en erf aan het Marktveld,
genaamd de Drije Aeckeren, belend ten Z: ’s-herenstraat genaamd Lange Kerkstraat en ten N:
Sijbrant Dircxz. Dit met de servirtuten als de verkoopster het met haar overleden man gepossideerd
en gekocht heeft. Koopsom f 1.350, te betalen met f 300 contant en de rest op f 48 per jaar. De koper
zal tot zijn last nemen i.p.v. contante penningen, een rente van f 18 per jaar, te lossen de penning 16,
welke de Heilige Geest op het huis en erf sprekende heeft. De koper zal f 50 korten welke de
verkoopster reeds genoten heeft. Waarborg: Roeloff Jansz. en Pieter Arijensz. Penningborgen: Willem
Melchiorsz. Welhouck en Gijsbrecht Sandersz.
Nr. 517 folio 278 d.d. eodem die.
Claes Pietersz. wonende Maassluis is schuldig aan Pieter Jochumsz. Cabelgaren de somme van f
190 ter zake van de koop van een waterschuit, door Pieter Jochumsz. nieuw getimmerd. Hij belooft te
betalen op 25-04-1610 en verzekert dit op het voorn. waterschip.
Nr. 518 folio 278v. d.d. 02-05-1609.
Sijmon Melchiorsz. Veris heeft verkocht aan Sijmon Cornelisz. Bouman burgemeester alhier een huis
en erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, strekkende voor van ’s-herenstraat tot aan de
lijnbaan, belend ten O: dwars over de 2 erven, het ene toebehorende Thonis Jansz. en het andere
Arien Joppen zeevarende man en ten W: de voorn. lijnbaan. Koopsom f 375, te betalen met f 39
contant en de rest op f 20 per jaar. Vrij en niet belast, achtervolgende de oude waarbrief verleden door
Arent Dircxz. Niesen.
Nr. 519 folio 279 d.d. 02-05-1609.
Pieter Rommersz. scheepstimmerman heeft verkocht aan Jacob Jacobsz. schoenlapper een huis en
erf beneffens de kerk tegenover de Waag, belend ten N: Jop Cornelisz. stoeldraaier en ten Z:
Heijltgen Pietersdr. weduwe Floris Jansz. Koopsom f 500, te betalen met f 72 contant, waarvan de
koper de helft op rente zal houden tegen de penning 14 en de rest op f 24 per jaar. Vrij en niet belast.
Penningborgen: Pieter Goossensz. varende man en Claes Dammisz. landman. I.p.v. waarborg
verbindt de verkoper zijn huis en erf op de Nieuwstraat, belend ten N: Jan Dircxz. kaaskoper en ten Z:
Herman Wijnantsz. slotenmaker.
Nr. 520 folio 279v. d.d. 02-05-1609.
Sijmon Melchiorsz. Veris heeft verkocht aan Arien Thonisz. kuiper een huis en erf op de Dam,
strekkende voor uit ’s-herenstraat tot achter aan zekere poort toebehorende Willem Sas schoenmaker,
belend ten O: de voorn. Willem Sas met huis en erf en ten W: ’s-herensteeg. Koopsom f 1.735
carolus, te betalen met f 200 contant welke de koper op rente zal houden tegen de penning 16 en de
rest op f 78 per jaar. Belast met 10 st. per jaar, te ontvangen door de Grafelijkheid van Holland. Met de
servituten als omschreven in de oude waarbrief door Willem Jan Aertsz. zaliger voor schepenen alhier
verleden. Waarborgen Gerard Muijs en Baerthout Veris. Penningborgen: Jacob Rochusz. en Jan
Willemsz. van Haerlem, elk voor de helft.
Nr. 521 folio 280. d.d. 02-05-1609.
Willem Gerritsz. lakenkoper alhier heeft verkocht aan Gleijn Cornelisz. mede poorter alhier, 2 huizen
en erven naast elkaar in de Vlaardingersteeg, belend ten O: de huizing van Grietgen Willemsdr.
weduwe Roeloff Jansz. en ten W: de huizing van Cornelis Pietersz. Prins, strekkende voor uit de
straat tot achter op de haven. Koopsom f 1.400, te betalen met f 200 contant en de rest op f 60 per
jaar. Waarborg: Frans Dircxz. molenaar. Penningborg: Huijbrecht Cornelisz.
71

NADERE TOEGANG 75
Nr. 522 folio 281 d.d. eodem die.
Dezelve heeft verkocht aan Pieter Vrijesen scheepstimmerman een huis en erf op de Gooistraat,
belend ten N: de weduwe van Maerten Sijmonsz. kuiper en ten Z: Jacob Cornelisz. bakker. Belast met
een rente van 32½ st. per jaar, te ontvangen door de Heilige Geest 23½ st en de kerk 9 st. Koopsom f
1.600, te betalen met f 200 contant en de rest op f 50 per jaar. Waarborg: Frans Dircxz. van der Vijver
molenaar. Penningborgen: Claes Joppen en Claes Cornelisz. kagenaar, elk voor de helft.
Nr. 523 folio 281v. d.d. 02-05-1609.
Abraham Jansz. houtzager burger alhier heeft verkocht aan Willem Hendricxz. zeevarende man een
huis en erf in de Molenstraat omtrent de Verbrande Erven, belend ten O: Hendrick Gerritsz. en ten W:
Jan Hendricxz. smid. Koopsom f 382, te betalen met f 42 contant en de rest op f 18 per jaar.
Waarborg: de oude waarbrief. Penningborgen: Willem Willemsz. Schaepencaes en Lenert Jansz.
Barger.
Kanttekening: Willem Heijndricxz. zeevarende man bekent i.p.v. de kustingbrief van f 382 waarop
betaald is tot Martini 1610 f 72 zodat nog resteert f 310, te betalen met f 18 per jaar, tot zijn last
genomen te hebben de oude kustingbrief door Abraham Jansz. houtzager zijn verkoper t.b.v.
Jannitgen Roelen op 01-04-1605 voor de koop van deze huizing beloofd, gelijke somme van f 310 met
gelijke termijn van f 18 per jaar. Willem Heijndricxz. belooft dit te betalen. Hiermede is de kustingbrief
gecasseerd en te niet gedaan.
Nr. 524 folio 282 d.d. eodem die.
Jan Jansz. Othen kleermaker heeft verkocht aan Jan Dircxz. koperslager een huis en erf in de
Boterstraat, belend ten Z: de huizing van Cornelis Jansz. schoenmaker en ten N: ’s-herenstraat.
Belast met een losrente van 30 st. per jaar met een hoofdsom van f 23, toekomende de stad.
Koopsom f 1.200, te betalen met f 250 contant en de rest op f 50 per jaar. Waarborg: de oude
waarbrief. Penningborg: Arien Dircksz.
Nr. 525 folio 282 d.d. eodem die.
David Jansz. wonende Rotterdam heeft verkocht aan Thonis Willemsz. jonggezel als last hebbende
van Maertgen Thonis zijn moeder, een huis en erf op de Achterweg, belend ten N: Lenert Lenertsz. en
ten Z: Arien Blancken, strekkende voor van straat tot achter aan de Zijl. Koopsom f 450, te betalen St.
Maarten f 20 en de rest op f 22 per jaar. Belast met f 0-07-08 per jaar, te ontvangen door degene die
daartoe gerechtigd is. De gifte gegeven door Jan Rochusz. vader van de verkoper welke procuratie
heeft van zijn zoon.
Nr. 526 folio 282v. d.d. 03-05-1609.
Maerten Lenertsz. en Jan Jansz. beiden wonende Rotterdam zjn schuldig aan Mijntgen Bouwens
weduwe Louris Thonisz. de somme van f 270, spruitende uit de koop van een kaagschuit met
toebehoren. Zij beloven te betalen op 2 termijnen van f 100 en de rest van f 70 mei 1612. De
verkopers verzekeren dit op hun personen en goederen en de voorn. kaagschuit onder verband van
waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben Lenert Jansz. en Willem Korsz. beiden wonende
Rotterdam, zich borg gesteld.
Nr. 527 folio 283 d.d. 08-05-1609.
Willem Nieupoort als curator van de boedel van zaliger Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck en Fijtgen
Jacobsdr. heeft getransporteerd aan Crijntgen Dircx Vuijtenbroucxdr., 3 lijfrentebrieven en de helft van
een losrentebrief, als eerst een lijfrentebrief van f 6 per jaar op de stad Delft, staande ten lijve van
Adriaentgen Dircxdr. Vuijtenbrouck wonende te Delft, gehuwd met Isaac Lambrechtsz. van der Well, in
dato 11-10-1564, voor de somme van f 18. Nog een lijfrentebrief van f 6-05-00 op de stad Delft,
staande ten lijve van Frans Henricxz. van Voorhout zoon van Grijetgen Dircx Vuijtenbrouck, in dato
20-10-1586, voor de somme van f 35. Nog een lijfrentebrief van f 6-12-08 op de stad Delft, staande
ten lijve van Dirck Heijndricxz. Duijst van Voorhout zoon van voorn. Grijetgen Dircx, in dato 24-11-
1588, voor de somme van f 40. Eindelijk nog de helft van een losrente van f 6 per jaar, staande op
naam van Joost Jansz., te lossen de penning 16, sprekende op de stad Delft, voor de somme van f
44. De brief is berustende onder Margriete Dircx Vuijtenbroucksdr.
Nr. 528 folio 284 d.d. 09-05-1609.
Maertgen Cornelisdr. weduwe Claes Woutersz. geassisteerd met Wouter Claesz. haar zoon en
gekozen voogd heeft verkocht aan Vrancq Willemsz. metselaar een huis en erf op het Pad, belend ten
N: de gang van Thonis Sijmonsz. alias de Sot en ten Z: de weduwe van Pieter Jansz. Koopsom f 175
in contant geld welke de koper op rente zal behouden tegen de penning 16. Belast met 6 st. per jaar,
te ontvangen door de kerk.
Nr. 529 folio 284v. d.d. eodem die.
Cornelis Adriaensz. Boon vervangende Maertgen Boonen weduwe Jacob Adriaensz. Back zijn zuster,
erfgenamen van Leentgen Sijmons van der Wilde, heeft verkocht aan Cornelis Claesz. kuiper een huis
en erf op de Dam, strekkende voor van de straat tot achter op de haven, belend ten O: Claes Jacobsz.
72

NADERE TOEGANG 75
schipper en ten W: Claes Jansz. Muijs. Koopsom f 600, te betalen met f 200 contant en de resterende
f 400 zal de koper op rente houden tegen de penning 16. Belast met een rente van 20 st. per jaar, te
ontvangen door het Gasthuis. Waarborg: Arent Bruijnsz. van der Dussen. Penningborgen: Dirck
Dircksz. schuitvoerder en Wouter Claesz.
Kanttekening: De rentebrief van de f 400 is gecasseerd op 30-10-1609 aangezien de koper hetzelve
ten volle heeft betaald aan Maertgen Boonen.
Nr. 530 folio 285 d.d. eodem die.
Gerrit Jansz. kleermaker heeft verkocht aan Cornelis Jacobsz. kuiper de helft van een huis en erf op
de Achterweg waarvan de wederhelft de koper zelf toekomt, hem aanbestorven door Ariaentgen
Jansdr. zijn moeder, in leven huisvrouw van de verkoper, belend ten N: Pieter Gerrit snijder en ten Z:
Betgen Cornelisdr. weduwe Thijelman Bastiaensz., strekkende voor van de straat tot achter aan de
sloot. Koopsom f 480, te betalen op f 20 per jaar. Belast het hele huis met f 0-07-08 per jaar, te
ontvangen door de Heilige Geest. Het huis heeft aan de zuidzijde een vrije drop van 5 duimen.
Waarborg: Jan Jansz. metselaar. Penningborg: Thonis Gerritsz.
Nr. 531 folio 285v. d.d. 11-05-1609.
Jacob Bouwensz. heeft verkocht aan Gerrit Roelansz. een karveelschip met toebehoren, groot 18
lasten. Koopsom f 550, te betalen met f 120 op 11-05-1610 en 1611 en de rest met f 100 per jaar. Hij
verzekert dit op het voorn. karveelschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid
hebben Willem Nieupoort de oude en Jacob Reijmbrechtsz. zich borgen gesteld, elk voor de helft.
Nr. 532 folio 286 d.d. 12-05-1609.
Jacob Lambrechtsz. verklaarde t.b.v. Clement Oluffsz. van Herfuus crediteur van een obligatie,
inhoudende 200 rijksdaalders, speciaal verbonden te hebben de somme van f 2.000 die door hem van
Allert Cornelisz. brouwer bedongen over de koop van een portie scheeps en meubele goederen tot de
brouwerij dienende, om de 200 rijksdaalders door hem voor alle andere personele crediteuren daaruit
te ontvangen, waartoe Allert Cornelisz. dezelve somme aan Clement Oloffsz. zal betalen.
Nr. 533 folio 286v. d.d. 16-05-1609.
Crijn Jacobsz. zeevarende man heeft verkocht aan Jacob Pietersz. mede zeevarende man een huis
en erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, strekkende voor van de straat tot achter aan de
sloot, belend ten Z: Thijs Jansz. timmerman en ten N: Neeltgen Cornelis Cruijcx. Koopsom f 1.100
carolus, te betalen met f 150 contant en de rest op f 36 per jaar. Belast met een rente van f 5-01-04
per jaar, met een hoofdsom van f 89, te ontvangen door het Gasthuis.
Nr. 534 folio 287v. d.d. 16-05-1609.
Willem Gerritsz. lakenkoper heeft verkocht aan Thijs Dammisz. lijndraaier een huis en erf in het
Groenendal, belend ten W: Neeltgen Jorisdr. en ten O: Stoffel Jochumsz., strekkende voor van de
straat tot achter aan het Broersveld toe. Mitsgaders nog 4 voeten erf van het Broersveld, om een vrije
uitgang te houden. Dit zoals Willem Gerritsz. hetzelve gekocht heeft op 13-12-1608. Koopsom f 1.063
vlaams, te betalen met f 146 contant, waarvan Willem Gerritsz. f 50 zal ontvangen en de rest te
houden op een rentebrief van f 96 hoofdsom, welke de voorn. Neeltgen Joris op het verkochte huis
sprekende heeft, de rest op termijnen van f 30 per jaar. Belast met 12 st. per jaar, te ontvangen door
degene die daartoe gerechtigd is. Waarborg: Willem Hermansz. Penningborgen: Frans Jacobsz.
Brasser en Cornelis Pietersz., elk voor de helft.
Nr. 535 folio 288 d.d. eodem die.
Henrick Jacobsz. vleeshouwer heeft verkocht aan Jan Fransz. Boon een erf en barg daarop staande
bij de Vlaardingsepoort, belend ten Z: de weduwe van Claes Jansz. Broeck en ten N: Claes Jansz.
Cors, strekkende van de straat tot achter aan de sloot. Belast met een rente van 10 st. per jaar, te
ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. Koopsom f 250, contant geld, welke hij op rente zal
houden tegen de penning 16. Waarborg: Joris Michielsz. Penningborg: Cornelis Pietersz. Scherp.
Nr. 536 folio 288v. d.d. eodem die.
Cornelis Aertsz. Kievit gehuwd hebbende Trijntgen Claesdr. weduwe Maerten Cornelisz. Coij voor de
ene helft en Jacob Cornelis Goetijt broeder en erfgenaam van dezelve Maerten Coij, voor de andere
helft, hebben verkocht aan Rochus Lenertsz. brouwersknecht een huis en erf met nog een ledig erf
daarachter, staande en gelegen over de Haven in het Westnieuweland, belend ten N: Dirck Euwoutsz.
en ten Z: Hubrecht Verbeeck, strekkende voor van de straat tot achter aan een ledig erf toekomende
Arent Dircxz. Niesen. Hebbende een vrije uitgang tot achter aan de stadsvest. Koopsom f 1.006, te
betalen met f 100 contant en de rest op £ 36 per jaar. Belast het erf met een rente van f 7-07-12 per
jaar, te lossen de penning 16 en het huis is belast met 3 st. Penningborg: Dirck Adriaensz. Cuijper.
Nr. 537 folio 289 d.d. 25-05-1609.
Willem Nieupoort de jonge rentmeester van het Weeshuis alhier met procuratie van det weeshuis als
geïnstitueerde erfgenaam in de goederen van zaliger Willem Jan Aertsz., in leven burgemeester
alhier, voor de ene helft, Joost Stevensz. van Malsen voor zichzelf, Lucas Stevensz. van Malsen mede
73

NADERE TOEGANG 75
voor zichzelf en vervangende Annitgen Stevens van Malsen zijn zuster, mitsgaders met procuratie van
Isbrant van Malsen wonende te Amsterdam, Lucas van Malsen en Cornelis van Hogendorp Lenertsz.
nomine uxoris wonende Rotterdam en van Maerten van Aelst Dircxz. en Allert van Aelst Dircxz.,
Jasper Fransz. nomine uxoris, Cornelis van der Werve Cornelisz. nomine uxoris en Volpert Crom
Mathijsz. als gehuwd hebbende Heijltgen van Aelst Dircxdr., allen erfgenamen van zaliger Geertgen
Allertsdr., in leven huisvrouw van Willem Jan Aertsz., voor de andere helft, hebben verkocht aan Claes
Jansz. Muijs een huis en erf op de Dam genaamd tHuijs van Wassenaer, belend ten W: de kolk van
de Sluis en ten O: Pieter Claesz. Pesser. De koper zal tot zijn last nemen en onderhouden de stenen
kade bezijden deze huizing. Belast met opstal van 19 st. per jaar, te ontvangen door degene die
daartoe gerechtigd is. Koopsom f 2.700, te betalen met f 600 contant en de rest op f 150 per jaar. Van
de contante penningen van f 600 zal de koper f 300 mogen behouden tegen de penning 16.
Penningborg: Gerrit Jansz. Vinck.
Kanttekening: Van de f 300 is een rentebrief gemaakt t.b.v. het Weeshuis als geïnstitueerde
erfgenaam van Willem Jan Aertsz.
Nog een kanttekening: Nog is t.b.v. het Weeshuis gemaakt een kustingbrief van de ene helft van de
huizing, inhoudende f 1.015, te betalen met f 75 per jaar.
Nr. 538 folio 290 d.d. 26-05-1609.
Adriaen Willemsz. wonende te Emden als erfgenaam van Anna Crijnendr. zijn grootmoeder, heeft in
die kwaliteit overgedragen aan Baerthout Barentsz. Veris 2/9 parten die hem competeren in een
kustingbrief, verleden voor schepenen alhier door zaliger Cornelis Huijgensz. t.b.v. Anna Crijnen
voorn., over de koop van een huis en erf waar thans possesseur van is Job Thijsz. bootgezel, staande
aan de Achterweg volgens de kustingbrief in dato 22-04-1595, inhoudende nog f 732, te betalen op f
30 per jaar. De 2/9 parten belopen in hoofdsom f 162-13-04. Hij bekent voldaan te zijn met de somme
van f 24.
Nr. 539 folio 290v. d.d. 30-05-1609.
Claes Jansz. Muijs heeft verkocht aan Pieter Claesz. Pesser een huis en erf aan de oostzijde van de
Sluis, geweest zijnde het achterste gedeelte van de huizing door de verkoper gekocht van de
erfgenamen van zaliger Willem Jan Aertsz., strekkende van de Schie tot aan de middengevel. Dezelve
middengevel komt de koper en verkoper half om half toe. Belend ten W: de Sluis en ten O: Pieter
Claesz. Pesser. Vrij en niet belast. Pieter Claesz. Pesser is gehouden over zijn huizing te dragen de
waterloop van het bezijden huisje, door de voorn. Claes Jansz. aan Jan Cornelisz. Moot verkocht.
Claes Jansz. bekent van de koop voldaan te zijn, de eerste penning met de laatste.
Nr. 540 folio 291 d.d. eodem die.
Jan Ruttensz. metselaar heeft verkocht aan Leendert Abrahamsz. zijn zwager een huis en erf op het
Einde, belend ten W: Gerrit Pietersz. Blick stierman en ten O: de straat, strekkende voor uit de straat
tot achter aan het huis van Claes Cornelisz. Goetcoop. Koopsom f 552 carolus, te betalen met f 100
contant welke ontvangen zullen worden door Jonas Pietersz. erfgenaam van zijn moeder Maertgen
Claesdr., welke de koper op intrest zal behouden tegen zeven ten honderd in het jaar, de rest op f 24
per jaar. Vrij en niet belast.
Nr. 541 folio 291v. d.d. 30-05-1609.
Jacob Pietersz. heeft verkocht aan Willem Jansz. een huis en erf op de Gooistraat, strekkende voor uit
de straat tot 11 roede voeten aan de schuur van Sebastiaen Henricxz. Bolleman, belend ten N: Thijs
Hendricxz. en ten Z: de weduwe van Jan Lenertsz. stierman van Zwartewaal. Koopsom f 1.900
vlaams, te betalen met f 350 contant en de rest op f 72 per jaar. Belast door degene die daartoe
gerechtigd is. De koper zal hebben een vrije gang, hoog 6 roede voeten en breed 3 roede voeten,
strekkende van achter het huis tot op de haven door de zuidzijde van de schuur van Sebastiaen
Bolleman, welverstaande dat de possesseurs van de schuur mede hun vrije doorgang door de gang
hebben. Indien de possesseurs van de schuur de 11 voeten gaan betimmeren, zullen er geen lichten
in mogen worden gezet op het erf van de koper. Indien de schuur tot een huis zal worden betimmerd,
zal het secreet in de schuur staande, door Willem Jansz. niet mogen worden gebruikt en zullen de
possesseurs van de schuur de gerechte helft moeten dragen in de goot die Willem Jansz. zal moeten
leggen tot een secreet onder de gang tot 2 voeten door de dwarsmuur. Waarborg: Maerten Willemsz.
Sluijs. Penningborg: Cornelis Bruijnsz.
Nr. 542 folio 292. d.d. eodem die.
Mees Leendertsz. schoenmaker heeft verkocht aan Dirck Lenertsz. wonende Bleiswijk een losrente
van f 3, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 48. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de
Boterstraat, belend ten W: Cornelis Jansz. bleker en ten O: de weduwe van Willem Thomasz.
Kanttekening d.d. 30-06-1633: De principale rentebrief is vertoond, zijnde gecasseerd en afgelost.
Nr. 543 folio 293 d.d. 02-06-1609.
74

NADERE TOEGANG 75
Dirck Aertsz. schuitvoerder is schuldig aan Dirck Arijensz. lakenkoper een losrente van f 9 per jaar,
losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 144. Hij verzekert dit op zijn huis en erf over de Schie,
belend ten O: de weduwe van Jan Michielsz. schuitvoerder en ten W: de gang van het St. Anna
Zusterhuis.
Nr. 544 folio 203v. d.d. 03-06-1609.
Jan Cornelisz. Croontgen heeft overgedragen aan de leproosmeesters t.p.v. het Leprooshuis, de helft
van een huis en erf op de Dam, waarvan de wederhelft zijn comparants dochter, genaamd Claesgen
Jans, is toebehorende, belend ten W: Jan Jacobsz. linnenwever en ten O: Hans van der Veecke
tijkwerker. De leproosmeesters hebben voor deze opdracht aangenomen om Jan Cornelisz.
Croontgen zijn leven lang te alimenteren en zijn dagelijkse mondkost te verzorgen, verder niet. Na zijn
overlijden gaat de boedel naar het Leprooshuis met uitsluiting van de erfgenamen. Waarborg: Jacob
Hendricxz. Bolleman. De gifte gegeven in handen van Willem van Welhouck en Emanuel Spinola
leproosmeesters.
Nr. 545 folio 294 d.d. 05-06-1609.
Michiel Jansz. wonende Haarlem heeft verkocht aan Jacob Bouwensz. een smalkarveel groot 20 of 21
lasten. Koopsom f 2.000 carolus, te betalen met f 300 contant, 2 jaar f 200, 2 jaar f 250 en daarna f
200 per jaar. Hij verbindt hieraan het voorn. karveelschip onder verband van waterrecht en voorts zijn
persoon en goederen. Ter meerdere zekerheid hebben Adriaen Cornelisz. Damen, mitsgaders
Gijsbrecht Sanders, Gerrit Cornelisz. Verlaen en Bouwen Claesz. schipper, zich borgen gesteld voor
de betaling.
Nr. 546 folio 294v. d.d. 06-06-1609.
Cornelis Stevensz. kuiper is schuldig aan Gerrit Gerritsz. molenaar een rente van f 3 per jaar, te
lossen de penning 16 met een hoofdsom van f 48. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in het Broersveld
aan de westzijde van de vaart, belend ten Z: Jan Meesz. en ten N: de teerstoof van Claes Bastiaensz.
Nr. 547 folio 295 d.d. eodem die.
Michiel Maertensz. stierman van een botschip heeft verkocht aan Lenert Dircxz. en Maerten Michielsz.
een botschip met toebehoren. Koopsom f 800 carolus, te betalen op f 200 per jaar. Hij verzekert dit op
het voorsz. botschip onder verband van waterrecht. Ter meedere zekerheid hebben Gerrit Jansz. voor
Lenert Dircxz. en Mees Lenertsz. schoenmaker voor Maerten Michiels., zich borgen gesteld.
Nr. 548 folio 295 d.d. 11-06-1609.
Cornelis Cornelisz. zeevarende man is schuldig aan de weeskinderen van zaliger Jan Maertensz.
verwekt bij Machtelt Arentsdr. een losrente van f 3-11-06 per jaar, losbaar de penning 14 met een
hoofdsom van f 50. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten N: Jacob Ariensz.
schoenmaker en ten Z: Jan Cornelisz. Kunst.
Nr. 549 folio 295v. d.d. 11-06-1609.
Geertgen Arents weduwe Dirck Cornelisz. bootgezel is schuldig aan Jan Fransz. de Bruijcker een
losrente van f 7-02-12 per jaar, losbaar de penning 14 met een hoofdsom van f 100. Zij verzekert dit
op haar huis en erf mitsgaders 2 banen op de Schie, belend ten Z: de stads Doelen en ten N: Pieter
Pietersz. bootgezel.
Nr. 550 folio 296 d.d. 13-06-1609.
Dirck Aertsz. Heeckelaer wonende Boterstraat is schuldig aan Jacob Edes koopman te Amsterdam de
somme van f 400 carolus, spruitende uit de koop en leverantie van vlas. Hij belooft te betalen op f 25
per jaar en verbindt hieraan zijn huis en erf in de Boterstraat, belend ten W: Henrick Jansz. wever en
ten O: Joost Bal tijkwerker, strekkende voor van de straat tot achter aan de Schie. Indien het huis
wordt verkocht, dient hij deze somme af te lossen.
Kanttekening d.d. 16-11-1619: De f 400 zijn afgelost door Dirck Aertsz. Heeckelaer.
Nr. 551 folio 296v. d.d. eodem die.
Lenert Jansz. wonende Rotterdam heeft verkocht aan Lenert Lenertsz. een kaagschuit met
toebehoren voor de somme van f 318, te betalen met f100 per jaar. Hij verzekert dit op de voorsz.
kaagschuit onder verband van waterrecht. Adriaen Reijniersz. en Henrick Allertsz. bakker stellen zich
borg.
Nr. 552 folio 297 d.d. 13-06-1609.
Joris Jansz. kuiper heeft verkocht aan Dirck Michielsz. een huis en erf in de Vlaardingsteeg, belend
ten Z: Michiel Maertesz. en ten N: Pieter Cornelisz. Prins, strekkende voor van de straat tot achter op
de haven. Geconditioneerd is dat Dirck Michielsz. koper gehouden is de loden goot tussen de huizing
van Michiel Maertensz. en de koper, half om half moet worden onderhouden. Koopsom f 1.300
carolus, te betalen met f 225 contant en de rest op f 50 per jaar. Waarborg: Cornelis Alewijnsz.
Penningborgen: Michiel Maertensz. en Pietersz. Claesz. van Arp.
Nr. 553 folio 297v. d.d. eodem die.
75

NADERE TOEGANG 75
Pieter Jansz. voor zichzelf voor ¼ part en Willem Jansz. gehuwd met Neeltgen Jansdr. voor ¼ part,
item Cornelis Jansz. wonende IJzendijk in Vlaanderen voor ¼ part, hebben verkocht aan Arent
Hendricxz. wonende alhier een huis en erf in het Grote Groenendal, belend ten N: Neeltgen en
Maertgen Thonisdrs. en ten Z: Barent Willemsz. De koper komt vanwege zijn vrouw het resterende ¼
part. toe Koopsom f 243 voor de ¾ parten, te betalen met f 13-10-00 per jaar. Voorsproken is dat de
koper zo lang als er nog enige schulden van zijn huisvrouws vaders boedel resteren te betalen, hij dit
zal opleggen aan de verkopers pro rato. Belast met f 0-01-06 per jaar, te ontvangen door de Heilige
Geest. De gifte gegeven door Willem Gerritsz. lakenkoper die procuratie heeft van de verkopers, aan
handen van Maertgen Jans die procuratie heeft van haar man.
Nr. 554 folio 398 d.d. eodem die.
Claes Jansz. Muijs heeft verkocht aan Jan Cornelisz. Moot een gedeelte van een huizing met erf op
de Dam omtrent de Sluis, belend ten O: Pieter Claesz. Pesser en ten W: de voorsz. Muijs, strekkende
voor van de straat van de Dam tot de middengevel van de voorsz. Muijs grote huis. Dit met conditie
dat de koper de kozijnen in de tussenmuur van de verkoper en koper, uitbreekt en alle gaten zal
stoppen of dichtmetselen. De koper zal nog het secreet of privaat tot zijn kosten delven en leiden
onder door de kelder in het privaat van de huizing van de voorsz. Muijs. Bij verstopping zullen de
kosten verdeeld worden door de koper en verkoper half om half. Nog een voorwaarde over de goten
en een over het licht in de kelder. Koopsom f 1.000, te betalen met f 200 contant en de rest op f 42 per
jaar. Penningborg: Gerrit Jansz. Vinck.
Nr. 555 folio 299 d.d. eodem die.
Willem Niepoort notaris als curator gesteld door de schout, burgemeesters en schepenen over de
desolaten boedel van zaliger Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck en Fijtgen Jacobsdr. zijn nagelaten weduwe,
heeft in het openbaar verkocht met decreet i.p.v. waarborg, aan Wouter Pietersz. Knol een huis en erf
op de Dam bij de Oude Vismarkt, belend ten O: Roeloff Jansz. schrijnwerker en ten W: ’s-herensteeg
genaamd Holsteeg, strekkende voor van de straat tot achter aan de zuidmuur van de huizing van
Jacob Lambrechtsz. brouwer. De oude waarbrieven van 18-02-1577 en 02-11-1591, Belast met f 2-
08-00 per jaar, te ontvangen door de kerk 30 st. en de grafelijkheid 18 st. Koopsom f 2.433, te betalen
met f 400 carolus contant en de rest op f 100 per jaar. Penningborgen: Euwout Huijbrechtsz. van der
Vliet en Wouter Reijns.
Nr. 556 folio 299v. d.d. eodem die.
Maritgen Jansdr. weduwe Gerrit Courten schoenmaker heeft verkocht aan Gillis Lambrechtsz. een tuin
of erf met hetgeen daarop gepland is, belend ten O: Jacob Arijensz. schoenmaker en ten W: Henrick
Aertsz. Winter, strekkende voor van de straat tot achter aan de Raamsloot. Koopsom f 160, te betalen
op termijnen van £ 15 per jaar. Belast met een rente van f 5-15-00 per jaar, te lossen de penning 16
en te ontvangen door de stad.
Nr. 557 folio 300 d.d. 19-06-1609.
Pieter Jochumsz. Cabelgaren heeft verkocht aan Willem Huijgensz. wonende Poortugaal een nieuwe
kromstevenschuit zo die van stapel gelopen is. Koopsom f 276, te betalen met f 100 contant en de
rest op 2 termijnen, telkens de helft. Hij verzekert dit op de voorn. schuit onder verband van
waterrecht. Gerrit Theunisz. scheepstimmerman is borg voor de helft.
Nr. 558 folio 300v. d.d. 20-06-1609.
Wouter Pietersz. Knol heeft verkocht aan Pieter Michielsz. bakker, tegenwoordig schepen, de bezijden
keuken van een huis en erf door hem in het openbaar gekocht van Willem Nieupoort notaris als
curator in de boedel van zaliger Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck, met de grond en erf waar hetzelve
opstaat, strekkende voor uit de straat tot achter aan de uiterkant van de bakoven van het kookhuis
van Wouter Pietersz. voorsz. en vandaar raaiende tot omtrent het midden van de muur van het
secreet, toebehorende aan de huizing van Wouter Pietersz. De koper zal in de westzijdemuur mogen
ankeren, mits ophalende ter dikte van de ondermuur en daarop leggen een loden goot. Koopsom f
700, contant geld. Belast met de helft van een opstal, toekomende de kerk en de grafelijkheid. De
koper zal de f 700 mogen houden op rente tegen de penning 16. De koper zal in de achtergevel geen
opslagen mogen maken of lichten op het erf of in de gang van Wouter Pietersz., maar wel op de
zolder of vliering staande lichten met ijzers daarin, Volgen nog enige voorwaarden betreffende het
kookhuisje en secreet. Penningborg: JacobPietersz. van Dijck.
Kanttekening d.d. 13-06-1615: Wouter Pietersz. Knol verklaart uit handen van Pieter Michielsz. bakker
voldaan en betaald te zijn van de hoofdsom van f 700. De brief is gecasseerd.
Nr. 559 folio 301v. d.d. eodem die.
De burgemeesters hebben verkocht aan Henrick Jansz. van Delft een ledig erf in de Breedstraat,
gekomen van het Zusterhuis Overdam, belend ten N: de huizing waar tegenwoordig Jan Willemsz.
nachtwaker in woont en ten Z: ’s-herensteeg of ingang van het convent, strekkende voor van de straat
tot achter aan de sloot, lopende door het Zusterhuis. Koopsom f 78, te betalen met de helft contant en
76

NADERE TOEGANG 75
de andere helft St. Maarten 1609. De buren mogen geen lichten stellen in de muren uitkomende op
het verkochte erf.
Nr. 560 folio 301v. d.d. ten selven dage.
Engel Thijsz. landman wonende te Bleiswijk heeft verkocht aan Cornelis Pietersz. blokmaker een huis
en erf bij de Ketelpoort, strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot, belend ten O: de
weduwe van Gerrit Michielsz. en ten W: Pieter Willemsz. van Bergen, beiden met huis en erf. Dit zoals
de verkoper het eertijds gekocht had van Aert Pietersz. Scholl. Pieter Willemsz. heeft contrarie de
waarbrieven een murage getimmerd. Indien de koper van mening is dat dit afgebroken dient te
worden, zouden de kosten niet in het minst tegen Engel Thijsz. mogen worden gepretendeerd.
Koopsom f 775, te betalen met f 100 contant waarvan de koper de helft op rente zal mogen houden
tegen de penning 16 en de rest op f 36 per jaar. Vrij en niet belast volgens de 2 oude waarbrieven.
Nog een voorwaarde over een goot. Waarborg: Hans van der Veecke tijkwerker. Penningborgen:
Arien Ariensz. in de Blauwe Hant en Pieter Cornelisz., elk voor de helft.
Nr. 561 folio 302v. d.d. eodem die.
Sijmon Melchiorsz. Veris nazaat van Claes Henricxz., in leven schipper, heeft verkocht aan Bastiaen
Hendricxz. Bolleman 1/6 part van een huis en erf op de Dam, belend ten O: Cornelis Joppen en ten W:
Domis Pietersz. stierlieden, strekkende voor uit de straat tot achter op de haven, laatst gepossideerd
en bewoond door Weijntgen Claesdr. weduwe Henrick Alewijnsz. Koopsom f 304-03-05, te betalen
met f 37-10-00 contant en de rest op f 25 per jaar. Dit onder conditie achtervolgende de waarbrief door
Weijntgen Claesdr. van de helft van dit huis t.b.v. de voorsz. koper verleden. Penningborg: Jacob
Hendricxz. Bolleman.
Nr. 562 folio 303 d.d. 26-06-1609.
Cornelis Lenertsz. burger alhier is schuldig aan Jacob Woutersz. Lijeffting wonende Utrecht de somme
van f 168 ter zake van geleverde waren. Hij belooft te betalen op Rotterdamse kermis toekomende en
verzekert dit op zijn kaagschuit welke met niet meer belast is dan f 41½, onder verband van
waterrecht.
Nr. 563 folio 303v. d.d. 29-06-1609.
Jan Dircxz. wonende Zevenhuizen is voldaan van de f 58 die Arien Cornelisz. Boomtgen zijn zwager
uit krachte van de besterfenis van Annetgen Dircxdr. zijn huisvrouw, heeft ontvangen. Hiermede heeft
Adriaen Cornelisz. Boomtgen betaald alle schulden, zo doodschulden als anders van Lijsbeth en
Neeltgen Dircxdrs., zijn comparants beide overleden zusters.
Nr. 564 folio 303v. d.d. 04-07-1609.
Pieter Thonisz. de jonge wonende te Delft is schuldig aan Thonis Pietersz. zijn vader de somme van f
50. Hij belooft te betalen bij vermaning, onder verband van zijn persoon en goederen.
Nr. 565 folio 304 d.d. eodem die.
Thonis Pietersz. weduwnaar en boedelhouder van Grijetgen Dircxdr. verklaarde dat hj aan Jacob
Raets zaliger, in leven gehuwd met Oude Thonis zijn comparants dochter, had aangeteld en geleend
de somme van f 30, mitsgaders aan Willem Thonisz. zijn comparants zoon de somme van f 24.
Hiervan zijn geschriften opgemaakt. Hij begeert dat na zijn overlijden zijn andere kinderen of hun
erfgenamen tegen de 2 sommen worden verdeeld en begroot.
Nr. 566 folio 304v. d.d. eodem die.
Steven Pietersz. Korsavont nomine uxoris, vervangende Jan Crijnsz. mede nomine uxoris en
Maertgen Jansdr. jongedochter, elk voor ⅓ part, hebben gecedeerd aan de gasthuismeesters van het
St. Jacobs Gasthuis een kustingbrief, inhoudende nog f 650, sprekende t.l.v. Adriaen Reijniersz.
waard in de Boot, verleden voor schepenen alhier op 03-05-1608, te betalen met f 40 per jaar. Betaald
met f 250, contant geld.
Nr. 567 folio 304v. d.d. 29-05-1609.
Dirck Jacobsz. Gommersbach met procuratie van Gerrit Beuckelsz. van Santen brouwer in de Drije
Leliën te Delft heeft bij executie verkocht een kaagschuit met toebehoren, waarvan koper is geworden
Anthonis Cornelisz. bakker voor de somme van f 150 claams, op de navolgende condities: De f 150 te
betalen met f 60 contant en de rest op f 40 per jaar. Boven de koopsom zal de koper nog betalen 1
duit van iedere gulden voor de armen en zal hij 2 suffisante penningborgen moeten stellen.
Nr. 568 folio 305 d.d. 12-07-1609.
Sr. Artus van der Voort met aktie van Clement Oluffsz. van Harfuus uit Denemarken heeft
overgedragen aan Joris Morgant Engels koopman wonende Middelburg t.p.v. Ridtsaert Boudelaer
koopman wonende te Londen, een obligatie t.b.v. de voorsz. Clement Oluffsz. verleden op 04-04-1606
door Jacob Lambrechtsz. raad en vroedschap alhier, inhoudende 200 rijksdaalders. Deze 200
rijksdaalders zal Joris Morgant ontvangen van Allert Cornelisz. brouwer in de Hellebaert alhier volgens
schepenkennis daarvan door Jacob Lambrechtsz. op 12-05-1609 voor schepenen alhier verleden.
Nr. 569 folio 305v. d.d. 23-07-1609.
77

NADERE TOEGANG 75
Maerten Willemsz. Sluijs en Pieter Sijmonsz. zeilmaker constitueren zich borgen voor Hendrick
Cornelisz. Hertoch schipper, gearresteerde t.b.v. de Grote Visserij. Henrick Cornelisz. mag met deze
borgtocht zijn schip uit het arrest halen en voeren om zijn nering te vervolgen.
Nr. 570 folio 305v. d.d. 25-07-1609.
Susanna Jansdr. jonge dochter oud 25 jaar geassisteerd met haar gekozen voogd Dirck Lambrechtsz.
bakker wonende alhier haar oom, heeft opgedragen aan de Heilige Geest en weesvaders, de helft van
een rentebrief, inhoudende in het geheel £ 25 per jaar, te lossen de penning 16, verleden voor
schepenen van Rotterdam door Dirck Jansz. voor zichzelf en Boudewijn Michielsz. vervangende
Jacob Huijgensz. kleermaker als geordonneerde voogden over Annetgen Jansdr., beiden als
erfgenamen ex testatmento van Heijltgen Claesdr. hunlieder moeie, de ene helft t.p.v. Susanna
Jansdr. voorn. en de andere helft t.b.v. Adriaentgen Jans haar zuster, gedateerd 08-02-1602. Dit
transport is reeds voldaan.
Nr. 571 folio 306 d.d. eodem die.
Claes Bastiaensz. heeft verkocht aan Jan Maertensz. landman een groot huis met een kookhuisje en
loodsje daar achter staande, item nog een klein huisje omtrent de sloot, staande en gelegen in de
Raam, belend ten W: Lenert Arijensz. lijndraaier en ten O: Dirck Sauwers, strekkende voor van de
straat tot achter aan de sloot van het Hofje van Belois. Koopsom f 300, te betalen met f 200 contant
en de rest op f 25 per jaar. Belast met een rente van f 6 carolus met een hoofdsom van f 96,
toekomende de stad. Verder is geconditioneerd dat de grond en eigendom van de gang of lijnbaan,
neffens de huizing gelegen, aan de huizing is behorende, maar dat de possesseur van de huizing voor
dit huis gelegen, een vrije gang daardoor zal hebben.
Nr. 572 folio 306v. d.d. eodem die.
Maertgen Lenertsdr. weduwe en boedelhoudster van Lambrecht Arijensz. Borsselaer, in leven kapitein
te water, heeft overgedragen aan Gerrit Dircxz. van der Wolff koopman alhier, een kustingbrief
inhoudende nog £ 920, verleden voor schepenen alhier op 04-02-1608 t.l.v. Trijntgen Lambrechtsdr.
haar transportantes dochter, weduwe Arien Cornelisz. Calff, te betalen met f 30 per jaar. Betaald met
£ 282.
Nr. 573 folio 307 d.d. 01-08-1609.
Willem Melchiorsz. Welhouck, Emanuel Pietersz. Spinola en Alewijn Cornelisz. houtkoper
leproosmeesters alhier hebben verkocht aan Claesgen Jans jonge dochter geassisteerd met Hubrecht
Vermeer haar broeder, de helft van een huis en erf op de Dam, belend ten W: Jan Jacobsz.
linnenwever en ten O: Jan van der Veecke tijkwerker, waarvan de voorn. Claesgen Jansdr. de andere
helft zelf in eigendom toebehoord. Koopsom f 325, contant geld. Zo vrij en onvrij als het hun was
opgekomen van Jan Cornelisz. Croontgen vader van de voorn. Claesgen Jansdr.
Nr. 574 folio 307v. d.d. 04-08-1609.
Mr. Gullaume van den Manacker heeft overgedragen aan Anthonis Cornelisz. en Jonas Pietersz.
beiden voogden van de kinderen van Lenert Jansz. schipper waar moeder van was Grijetgen
Claesdr., t.b.v. dezelve weeskinderen, de somme van f 674-10-00. Te ontvangen uit een kustingbrief
verleden voor schepenen alhier op 26-04-1608, te betalen met f 40 per jaar. Hij bekent voldaan te zijn
met de somme van f 250.
Nr. 575 folio 308 d.d. 15-08-1609.
Willem Nieupoort notaris als geordonneerde curator in de boedel van wijlen Dirck Dircxz.
Vuijtenbrouck en Fijtgen Jacobsdr. zijn nagelaten weduwe, heeft bij decreet verkocht aan Jacob
Lambrechtsz. een huis en erf in de Lombartsteeg, belend ten W: de huizing van Jacob Lambrechtsz.
voorn. en ten O: Sijbrant Lourisz. timmerman. Koopsom f 300, te betalen met f 48 contant en de rest
op f 20 per jaar. Penningborgen: Pieter Pietersz. van der Burch en Cornelis Alewijnsz. Indien zij uit
deze borgtocht enige schade zouden komen te lijden, zal het huis door hun worden aangenomen voor
gelijke penningen.
Kanttekening d.d. 24-08-1630: Reijer Maertensz. heeft de principale kustingbrief vertoond, zijnde
gecasseerd en voldaan.
Nr. 576 folio 308v. d.d. eodem die.
Maritgen Willemsdr. weduwe Pieter Pietersz. kuiper geassisteerd met Adriaen Cornelisz. Molswijck
notaris haar gekozen voogd is schuldig aan de weesvaders van het Weeshuis alhier de somme van f
75-12-00 in volle betaling van een obligatie door Adriaen Vincenten te Delft en een schuld door Pieter
Mathijsz. te Rotterdam tot haar last t.b.v. het voorn. Weeshuis in de loterij ingelegd. De comparante
belooft te betalen op f 10 per jaar en verzekert dit op haar huis en erf in de Boterstraat, belend ten O:
een huisje gekomen van Elant Adriaensz. zaliger en ten W: Joriaen Hendricxz. Capiteijn.
Nr. 577 folio 309 d.d. 17-08-1609.
Roeloff Jansz. schrijnwerker bekent dat hij in het vergroten en uitzetten van zijn keuken, het dak van
de keuken hoger heeft betimmerd als de waarbrief, verleden door zaliger Anthonis Willemsz. Muijs op
78

NADERE TOEGANG 75
25-10-1578, weergeeft. Dit met consent en bewilliging van Gerard Muijs als possesseur van de
huizing van voorn. Thonis Willemsz. Muijs. Hierin was bepaald dat hij niet hoger mocht timmeren dan
de dorpel van het kozijn van Gerard Muijs zijn keuken.
Nr. 578 folio 309v. d.d. 21-08-1609.
Pieter Arnoutsz. van Brugge kleermaker is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen een losrente van f 6-
05-00 per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 100 carolus. Hij verzekert dit op zijn huis
en erf beneden de Kruisstraat tegenover de Korte Kerkstraat, belend ten N: Trijntgen Jorisdr. weduwe
en ten Z: de huizing van Gerrit de Molen.
Nr. 579 folio 310 d.d. 27-08-1609.
Maertgen Lenerts weduwe Lambrecht Arijensz. Borsselaer, in leven kapitein te water, geassisteerd
met Adriaen Bruijnsz. haar gekozen voogd, heeft opgedragen aan Dirck Ariensz. lakenkoper, eerst
een rentebrief losbaar de penning 15 met een hoofdsom van f 100, verleden op 04-02-1530 voor
schepenen van Brouwershaven door Marrick Marcusz., haar transportante aanbestorven door Adriaen
Willemsz. Borsselaer vader van Lambrecht Arijensz. voorn. en nog een obligatie verleden onder de
hand t.l.v. Lenert Arijensz. Borsselaer t.p.v. Lambrecht Arijensz. Borsselaer voorn. in dato 18-04-1600,
te betalen met f 15 per jaar. Betaald met f 168, contant geld.
Nr. 580 folio 310v. d.d. 28-08-1609.
Lenert Cornelisz. Scharp stelt zich waarborg voor het karveelschip dat Arien Claesz. schipper van
Schoonhoven verkocht heeft aan Jan Maertensz. schipper van Gouda, onder verband van zijn
persoon en goederen.
Nr. 581 folio 311 d.d. 29-08-1609.
Barent Cornelisz. chirurgijn is schuldig aan het Leprooshuis een rente van f 12-10-00 per jaar, losbaar
de penning 16 met een hoofdsom van f 200. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf hetwelk met niet meer
bezwaard is dan f 100 hoofdsom, staande op de Dam, belend ten O: Jop Cornelisz. Soeteman en ten
W: de weduwe van Cornelis Jansz. pottenbakker. Compareerde mede Jan Jorisz. glasmaker en
Daempgen Gerritsdr. weduwe Cornelis Sijmonsz. slotenmaker moeder van Barent Cornelisz.,
mitsgaders Henrick Jacobsz. vleeshouwer, welke zich borgen stelden voor Barent Cornelisz. Jan
Jorisz. verbindt zijn huis en erf in de Kerkstraat, belend ten O: Jacob Lambrechtsz. waarin woont
Pieter Ardes tafelhouder en ten W: de weduwe van Arien Pietersz. mandenmaker. Daempgen
Gerritsdr. verbindt haar huis en erf in de Nieuwstraat, belend ten N: de weduwe van Arien Jansz.
Goetijt en ten Z: Jan Fransz. de Bruijcker nazaat van Hubrecht IJsbrantsz. Sparenburch. Henrick
Jacobsz. verbindt hieraan zijn huis en erf op de Dam, belend ten O: Arien Gerritsz. timmerman en ten
W: de straat.
Nr. 582 folio 312 d.d. 01-09-1609.
Lenert Lenertsz. burger alhier heeft verkocht aan Jan Claesz. Quaethout wonende Maassluis een
kaagschuit voor de somme van f 430, te betalen met f 150 contant en de rest op f 100 per jaar. Hij
verzekert dit op de voorn. kaagschuit onder verband van waterrecht.
Nr. 583 folio 312v. d.d. 05-09-1609.
Lenert Crijnen timmerman heeft verkocht aan Cornelis Arijensz. timmerman een huis en erf met een
vrije gang en aan de noordzijde een bezijden gang, strekkende zo ver de huizing strekt, het huis is
strekkende voor van de straat tot achter op de Schie, staande in de Diefhoek, belend ten N: Jan
Andrijesz. pottenbakker met zijn potoven en ten Z: Pieter Coenen turfman. Koopsom £ 450, te betalen
met £ 225 contant en de rest in 1610. Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen door de Kathuizers
buiten Delft. De verkoper zal aan zich houden 5 voeten erf, gelegen aan het einde van de achtergevel
tussen het verkochte huis en het huis van de verkoper. Hierop zal een heining worden gesteld op
kosten van hun beiden. De oude waarbrieven in dato 29-12-1569 en 19-02-1575.
Nr. 584 folio 313 d.d. 11-09-1609.
Pieter Sijmonsz. Schot bode en roedrager alhier als gemachtigde van Heijman Corstiaensz., de
procuratie verleden voor schepenen alhier op 19-04-1605 en vernieuwd op 12-11-1608, bekent uit
krachte van die procuratie t.o.v. Margriete Claesdr. van der Aa huisvrouw van Heijman Corstiaensz.
verkocht te hebben aan Cornelis Adamsz. Testart te Delft als testamentaire voogd van de kinderen
van de voorn. Heijman Corstiaensz. gewonnen bij Margriete Claesdr. van der Aa, t.b.v. de voorsz.
kinderen een losrente van £ 12-10-00 per jaar, af te lossen wanneer de kinderen tot hun mondige dag
of eerder huwelijk zullen zijn gekomen. Dit onder conditie dat Margriete Claesdr. deze rente tot
onderhoud van de kinderen zal mogen gebruiken. Pieter Sijmonsz. verzekert dit op het huis en erf van
Heijman Corstiaensz. en Margriete Claesdr., staande op de Kruisstraat alhier, belend ten O: ’sherensteeg
en ten W: het huis van zaliger Henrick Bastiaensz. Bolleman, strekkende voor van de
straat tot achter aan de haven.
Nr. 585 folio 314 d.d. 12-09-1609.
79

NADERE TOEGANG 75
Jan Arijensz. van der Marck heeft geconstitueerd t.b.v. Pieter Jansz. van Bodegraven een losrente
van f 6-05-00 per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn
huis en erf in het Broersveld aan de oostzijde van de vaart, belend ten Z: Gerrit de Licht en ten N:
Pieter Jansz.
Nr. 586 folio 314v. d.d. eodem die.
Reijer Arentsz. erfgenaam voor een gedeelte van Anna Reijersdr. heeft getransporteerd aan Allert
Cornelisz. brouwer in de Hellebaert, de erfenis en successie hem aanbestorven bij testament.
Nr. 587 folio 315 d.d. 19-09-1609.
De gasthuismeesters van het St. Jacobs Gasthuis hebben verkocht aan Frederick Fransz.
linnenwever een huis en erf op de Raamsloot, belend ten O: de weduwe van Thijs Dircxz. en ten W:
Jan Andrijesz. pottenbakker, strekkende voor van de sloot tot achter aan het erf van Jan Andrijesz.
voorn. Koopsom f 300, te betalen met f 20 contant en de rest op f 20 per jaar. Penningborgen: Frans
Hermansz. kuiper en Willem Gerritsz. grafmaker.
Nr. 588 folio 215v. d.d. 21-09-1609.
Lenert Jorisz. lijndraaier is schuldig aan Maertgen Boonen weduwe Jacob Adriaensz. Back de somme
van f 108 tegen een intrest van f 7 per jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de Kreupelstraat,
belend ten O: de weduwe van Engel Jansz. Heeckelaer en ten W: Harman Jansz.
Nr. 589 folio 316 d.d. 24-09-1609.
Adriaen Bruijnsz. klerk ter secretarie alhier met procuratie van Gerrit Roelen is schuldig aan Cornelis
Jacobsz. weeskind van Jacob Vassen verwekt bij Maertgen Cornelisdr., de somme van f 48 ter zake
van geleende en gebourseerde penningen. Hij belooft te betalen met f 9 per jaar, met de intrest van
dien tegen de penning 16. Ter verzekering heeft hij gesteld in handen van Barthout Barentsz. voogd
van het weeskind een kustingbrief verleden door Abraham Jansz. voor schepenen alhier op 01-04-
1605 t.b.v. Jannitgen Roelen, overleden zuster van Gerrit Roelen.
Nr. 590 folio 316v. d.d. 03-10-1609.
Bruijn Adriaensz. Cuijper oud burgemeester alhier heeft verkocht aan Daem Dircxz. blokmaker een
huis en erf over de Haven in het Westnieuweland, genaamd de Cleijnen Bruijnvisch, belend ten N: de
schuur en haringplaats genaamd Gatenburch en ten Z: een gang welke de koper en verkoper als
eigenaar van het achterhuis en erf, half om half toebehoren, strekkende voor van de straat van de
haven tot aan het achterhuis van de verkoper, met het kookhuis. Koopsom f 2.400 vlaams, te betalen
met f 500 contant en de rest op f 108 per jaar. Belast met 5 of 5½ st. per jaar, te ontvangen door de
kerk. De koper zal het erf en kookhuis beheinen etc. Nog een aantal voorwaarden over de heining en
waterlozing door de gang. De koper zal indien het achterhuis verkocht wordt, recht van naasting
hebben. Waarborg: Jacob Abrahamsz. Veer. Penningborg: Arien Jansz. schoenmaker.
Kanttekening d.d. 08-03-1611: Bruijn Ariensz. Cuijper welke verklaarde dat de principale kustingbrief
door ongeval verloren is geraakt zodat met consent van Daen Dircxz. een nieuwe wordt gemaakt.
Nr. 591 folio 317. d.d. eodem die.
Samuel Jansz. schoenmaker heeft verkocht aan Jan Jansz. leertouwer een huis en erf in de
Molenstraat, belend ten W: Cornelis Arijensz. timmerman en ten O: Arien Thonisz. keurmeester van
de kennip. Koopsom f 550 carolus welke Jan Jansz. op rente zal houden tegen de penning 16,
belopende f 34-07-08 per jaar. Vrij en niet belast. Penningborgen: Roeloff Jansz. en Cornelis
Maertensz. schoenmaker. Waarborg: Arien Jorisz. timmerman.
Kanttekening d.d. 11-01-1629: Jan Jansz. leertouwer verklaarde tot zijn last genomen te hebben een
rente van f 3-00-13 per jaar, gesproten uit de koop van de grond waar het huis opstaat, door Daniel
Jansz. getimmerd en in de verkoop verzwegen.
Nog een kanttekening d.d. 24-03-1635: Jan Jansz. leertouwer verklaarde aan Heijndrick Verhaer die
transport heeft van Samuel Janssen schoenmaker, de procuratie verleden voor schepenen alhier op
27-06-1613, ter zake van de rest van de f 550 nog schuldig te zijn de somme van f 200 met de rente
van dien. Nadien heeft de voorn. Heijndrick Verhaer verklaard dat de principale brief wordt vermist.
Nr. 592 folio 318 d.d. 04-10-1609.
Lucas Michielsz. schipper tegenwoordig wonende te Amsterdam geeft te kennen dat hij ten achteren
was aan zaliger Neeltgen Michielsdr., eertijds huisvrouw van Lenert Lenertsz. Noereman overleden te
Brouwershaven, de somme van £ 29-10-00 als restant van meerdere somme.
Nr. 593 folio 318 d.d. 05-10-1609.
Bastiaen Bastiaensz. wonende Oud-Mathenesse heeft overgedragen aan Adriaen Pietersz. Spangien
een kustingbrief verleden voor schout en gezworenen van Abtsrecht in Papsou in dato 26-04-1608,
inhoudende nog f 1.100 carolus, te betalen met f 100 per jaar, waarvan de eerste f 550 Adriaen
Pietersz. voorsz. competeren uit zake van de verkoping en leverantie van een huis, erf en barg in
Mathenesse buiten de Rotterdamse poort van Schiedam, volgens de brieven en het register van Oud-
80

NADERE TOEGANG 75
Mathenesse. Adriaen Pietersz. zal uit kracht van dit transport boven de voorsz. f 550 nog ontvangen
zal £ 550 op termijnen.
Nr. 594 folio 318v. d.d. 07-10-1609.
Cornelis Jansz. Schaer heeft verkocht aan Cornelis Barentsz. van Rotterdam een karveelschip met
toebehoren voor de somme als Cornelis Barentsz. uit kracht van de waterpenningbrief verleden voor
schepenen alhier door hem comparant t.b.v. dezelve Cornelis Barentsz. in dato ( niets ingevuld) zijn
competerende, dewelke bij deze teniet is gedaan en gecasseerd. Ter verzekerheid van de waring
heeft Cornelis Jacobsz. molenaar zich waarborg geconstitueerd voor Cornelis Jansz.
Nr. 595 folio 319 d.d. 10-10-1609.
De burgemeesters hebben verkocht aan Pieter Michielsz. bakker tegenwoordig schepen een ledig erf
bij de Raambrug, belend ten N: Joost Jansz. timmerman en ten Z: de straat. Koopsom f 150 en
ettelijke stuivers, waarvan de koper rente zal betalen van f 9-05-12 per jaar.
Nr. 596 folio 319v. d.d. 16-10-1609.
Cornelis Maertensz. schoenmaker stelt zich borg voor de weeskinderen van Jan Vuijtenbrouck voor
de penningen die de voorn. weeskinderen bij preferentie van de boedel van Dirck Dircxz.
Vuijtenbrouck geadjudiceerd zijn, om dezelve te lichten van de curator.
Nr. 597 folio 319v. d.d. 17-10-1609.
Pleuntgen Ghijelen weduwe Willem Francken geassisteerd met Joost Jansz. haar gekozen voogd
heeft verkocht aan Gerrit Arentsz. Voocht een huis en erf bij de Rotterdamse poort, belend ten N: de
huizing van de Roscam en ten Z: de stadsvest, strekkende voor van de straat tot achter aan de
stadsmuur, dit zoals het door de verkoopster gepossideerd is geweest. Belast met een rente van f 0-
03-08 per jaar, toekomende het Gasthuis. Nog een losrente van 12 st. per jaar, te ontvangen door de
stad ter zake van het schuurtje dat op stadsgrond is getimmerd. Koopsom f 1.060, te betalen met f
350 contant, daarenboven zal de koper f 400 mogen houden op rente tegen de penning 16 en de
resterende f 310 op termijnen van f 20 per jaar. Waarborgen: Dirck Aertsz. schuitvoerder en Pieter van
Bergen. Penningborgen: Trijntgen Boons weduwe Jan Bastiaensz. wonende Vlaardinger-broek, Arien
Arentsz. Voocht wonende Vlaardingen en Jan Arentsz. wonende alhier.
Nr. 598 folio 321 d.d. 20-10-1609.
Pieter Arijensz. de Vaeder als geïnstitueerde erfgenaam van Arijen Pietersz. zijn zoon, blijkende bij
dispositie van uiterste wil verleden voor notaris te ’s-Gravenhage op 09-10-1606, heeft
getransporteerd aan Pieter Pietersz. van der Burch oud burgemeester, een rentebrief inhoudende £
400, te lossen de penning 16, verleden voor schepenen van Maasland t.b.v. voorn. Arien Pietersz.
door Jacob Cornelisz. van Velden op 05-02-1589, gehypothekeerd op 5 morgen land in Aalkeet,
waarvan possesseur is Jan Cornelisz. de Graeff, welke beloofde de jaarlijkse rente uit te reiken aan
Pieter Pietersz. van der Burch. Hij bekent van deze transport voldaan te zijn.
Nr. 599 folio 321v. d.d. 22-10-1609.
Willem Nicolaes Engelsman wonende alhier is schuldig aan Aeltgen Cornelisdr. weduwe Balthazar
Quinget de somme van f 90 spruitende van geleverde kennip. Hij belooft te betalen op 4 termijnen op
Bamisdagen telkens £ 22-10-00 en verzekert dit op zijn huis en erf voor de Raam, belend ten Z: Dirck
Jaspersz. in de Vuijck en ten N: Joris Michielsz., beiden met huis en erf.
Nr. 600 folio 322 d.d. 22-10-1609.
Jacob Lambrechtsz. Haga verklaarde dat hij aan Lambrecht Dircxz. Haga koopman te Delfshaven bij
het sluiten van de rekening schuldig is de somme van f 1.150. Hij verzekert dit op zijn meubele
goederen.
Nr. 601 folio 322 d.d. 29-10-1609.
IJsbrant Jansz. waard in de Dubbele Sleutel alhier is schuldig aan de erfgenamen van Claes Henricxz.
Verburch, in leven brouwer te Delft in de Drie Hameren, de somme van f 35 carolus, spruitende uit
geleverde bieren. Hij belooft te betalen op 4 jaar en verbindt hieraan zijn persoon en goederen.
Nr. 602 folio 322v. d.d. 31-10-1609.
Michiel Maertensz. burger alhier heeft verkocht aan Ghijs Pietersz. burger van Rotterdam een
botschip voor de somme van f 1.200, te betalen met f 200 contant, Kerstmis nog f 100, St. Catharina
1610 f 200 en de rest op f 200 per jaar. Hij verzekert dit op het voorsz. schip onder verband van
waterrecht en zijn persoon en goederen.
Nr. 603 folio 323 d.d. 07-11-1609.
Lambrecht Cornelisz. scheepstimmerman wonende alhier is schuldig aan Arien Willemsz. Maen
timmerman de somme van f 168, spruitende van arbeidsloon en geleverd hout tot opbouwing van zijn
huis. Hij belooft te betalen Kerstmis 1609 met ¼ part en de rest op 3 jaren. Hij belooft intrest te betalen
tegen de penning 14 en verzekert dit op zijn voorn. huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten O:
Lenert Crijnen bootgezel en ten W: de banen van Lambrecht Cornelisz. voorn.
Nr. 604 folio 323v. d.d. 10-11-1609.
81

NADERE TOEGANG 75
Gerrit Jansz. Vinck constitueert t.b.v. het Weeshuis alhier als geïnstitueerde erfgenaam van zaliger
Willem Jan Aertsz. een losrente van f 26 per jaar tegen de penning 16. Hij verbindt hieraan zijn huis
en erf op de Hoogstraat, belend ten N: Jacob Rochusz. bakker en ten Z: Jan Cornelisz. Caescooper.
Borg en mede principaal Claes Jansz. Muijs onder hypotheek van zijn huis op de Dam op de Hoek
van de Sluis, belend ten W: de Sluis en ten O: Jan Cornelisz. Moet, nog zijn andere huis op de Dam,
belend ten W: Gerrit Willemsz. schoenmaker en ten O: Cornelis Claesz. kuiper.
Nr. 605 folio 324 d.d. ten zelve dage.
Claes Jansz. Muijs constitueert t.b.v. het Weeshuis alhier als geïnstitueerde erfgenaam van Willem
Jan Aertsz. een losrente van £ 22 per jaar tegen de penning 16. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf op
de Dam op de hoek van de Sluis, belend ten W: de Sluis en ten O: Jan Cornelisz. Moot. Nog op zijn
huis en erf op de Dam, belend ten W: Gerrit Willemsz. schoenmaker en ten O: Cornelis Claesz.
kuiper. Borg en mede principaal Gerrit Vinck onder verband van zijn huis en erf op de Hoogstraat,
belend ten N: Jacob Rochusz. bakker en ten Z: Jan Cornelis Caescooper.
Nr. 606 folio 324v. d.d. 11-11-1609.
Jan Cornelisz. Moot kleermaker wonende alhier heeft geconstitueerd t.b.v. Adriaen Willemsz. van den
Elst een losrente van f 12-10-00 per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 200 carolus.
Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Dam, belend ten O: Pieter Claesz. Pesser en ten W: Claes
Jansz. Muijs. Ter meerdere zekerheid heeft Jan Henricxz. de Gouwe zich borg geconstitueerd onder
verband van zijn persoon en goederen.
Nr. 607 folio 325 d.d. 18-11-1609.
Hans Dircxz. van Mechelen is schuldig aan de kinderen en erfgenamen van Claes Henricxz. Verburch,
in leven brouwer te Delft, de somme van f 105 ter zake van geleverde bieren. Hij belooft te betalen op
3 termijnen van f 36 per jaar. De 1° termijn zal verschijnen ten tijde hij comparant zijn huizing waarin
hij woont, zal verkopen. Hij verzekert dit op zijn voorn. huis en erf op de Achterweg, belend ten Z: de
weduwe van Cornelis Ghijssen en ten N: Henrick Arijensz. Bolleman.
Nr. 608 folio 325v. d.d. 23-11-1609.
Ariaentgen Fransendr. weduwe Allert Jansz. geassisteerd met Willem Jansz. zwager en gekozen
voogd heeft gecedeerd aan Maerten Maertensz. tijkwerker als gehuwd hebbende Maertgen Allertsdr.
haar comparantes dochter, al haar goederen, waartegen de voorn. Maerten Maertensz. belooft
Ariaentgen Francendr. gedurende haar leven bij hem te laten inwonen en haar verzorgen in kleding en
mondkost. Compareerde mede Arent Allertsz. broeder van de voorn. Maertgen Allertsdr. en
verklaarde hiermede te consenteren.
Nr. 609 folio 326 d.d. 30-11-1609.
Arent Henricxz. de Vrijes bootgezel is schuldig aan Willem Gerritsz. lakenkoper de somme van f 152
ter zake van leverantie van wolle lakens en geleende penningen. Hij belooft te betalen op f 18 per jaar
en verzekert dit op zijn huis en erf in het Klein Groenendal, belend ten N: Neeltgen en Maertgen
Thonisdrs. en ten Z: Barent Willemsz. bootgezel.
Nr. 610 folio 326 d.d. eodem die.
Henrick Arijensz. Semelaer heeft verkocht aan Michiel Maertensz. een nieuw botschip zo die van
stapel gelopen is. Koopsom f 600, te betalen met f 200 contant, Lichtmis 1610 f 50, op 01-01-1611 f
200 en de rest op 01-01-1612. Hij verzekert dit op het voorn. botschip onder verband van waterrecht.
Nr. 611 folio 326v. d.d. 05-12-1609.
Ghijsbrecht Lenertsz. steenplaatser vervangende Jan Thomasz. steenkoper wonende Delft, omen en
bloedvoogden van de 2 ongehuwde dochters van Cornelis Thomasz. en Leentgen Lenertsdr., beiden
zaliger, voor ⅔ parten, mitsgaders Arien Arijensz. als gehuwd hebbende Niesgen Cornelisdr. voor het
resterende ⅓ part, hebben verkocht aan Steven Willemsz. de helft van een huis en erf in het
Broersveld, strekkende voor van de straat tot achter aan de stadsvest, belend ten O: Jan Cornelisz. en
ten W: Arien Claesz. zeevarende man. De wederhelft komt de koper zelf toe door overlijden van de
voorn. Leentgen Lenertsdr., zijn huisvrouw en moeder van de voorn. kinderen. Koopsom f 887-10-00,
te betalen met f 100 contant en de rest op f 30 per jaar. Hierin is begrepen de somme van f 100 over
de koop van de helft van een zandschuit. Belast het huis en erf met f 6 per jaar, te ontvangen door het
Gasthuis. De gang bezijden het verkochte huis en het huis van Arien Ariensz. voorn., is een gemene
gang en dient door beiden onderhouden te worden.
Nr. 612 folio 327 d.d. eodem die.
Ghijsbrecht Lenertsz. vervangende Jan Thomasz. in de voorn. kwaliteit en voor gelijke porties hebben
verkocht aan de voorn. Arien Ariensz. een erf in het Broersveld, waarop door de koper een huis is
gemetseld, lang het erf 5 roeden, mitsgaders mede nog een lijnbaan achter het erf gelegen,
responderende van het erf tot achter aan de sloot van de stadswal, breed 4 voeten, tezamen belend
ten W: Sijmon Arijensz. en ten O: Steven Willemsz., waarin het resterende ⅓ hem koper vanwege zijn
huisvrouw is aanbestorven. Koopsom £ 130-13-06, te betalen met £ 13-06-12 per jaar. Belast met f 6
82

NADERE TOEGANG 75
per jaar, te ontvangen door het Gasthuis. De gang tussen het getimmerde huis en het huis van Steven
Willemsz. voorn. zal gemeen zijn evenals de heining tussen hun beiden.
Nr. 613 folio 327v. d.d. 07-12-1609.
Gerrit Thonisz. scheepstimmerman heeft verkocht aan Maerten Michielsz. een nieuw botschip zo die
van stapel gelopen is. Koopsom f 690 carolus, te betalen met f 200 contant en de rest op f 150 per
jaar. Hij verzekert dit op het voorn. botschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid
hebben Gerrit Jansz. kleermaker en Mees Lenertsz. schoenmaker zich borgen geconstitueerd, elk
voor de helft.
Nr. 614 folio 328 d.d. 10-12-1609.
Thomas Romboutsz. heeft geconstitueerd t.b.v. het Leprooshuis een losrente van f 6-05-00 per jaar,
losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de
Boterstraat, belend ten N: Lenert Arentsz. en ten Z: Cornelis Jansz. Lichthart. De huizing is met niet
meer bezwaard dan deze tegenwoordige rente. Ter meerdere zekerheid hebben Floris Jacobsz. en
Arien Reijniersz. zich borgen geconstitueerd, elk voor de helft. Floris Jacobsz. verbindt hieraan zijn
huis en erf in het Groeneweegje, belend ten N: Fob Jacobsz. en ten Z: ’s-herenpad. Arien Reijniersz.
verbindt hieraan zijn huis en erf aan het Marktveld, belend ten Z: Willem van Welhoeck en ten N:
Adriaen Cornelisz. bakker.
Nr. 615 folio 329 d.d. 11-12-1609.
Cornelis Cornelisz. zeevarende man is schuldig aan Adriaen Willemsz. Maen timmerman de somme
van f 116 ter zake van arbeidsloon en leverantie van hout tot opbouwing van zijn huizing waarin hij
tegenwoordig woont. Hij belooft te betalen op f 20 per jaar en verzekert dit op zijn voorn. huis en erf in
het Land van Beloften, belend ten O: Pieter Euwoutsz. de Leijenaer en ten W: de gang van Dirck
Meesz.
Nr. 616 folio 329 d.d. 12-12-1609.
Maertgen Lenertsdr. weduwe kapitein Lambrecht Arijensz. Borsselaer geassisteerd met Willem Muijs
haar gekozen voogd heeft verkocht aan Jeroen Joosten een ledig erf, breed 15 voeten, gelegen in het
Broersveld aan de westzijde van de vaart, omtrent 15 voeten noordwaarts van de zijl, strekkende voor
van de straat tot achter aan de sloot. Koopsom f 167, te betalen op f 12 per jaar. Belast met een rente
van f 3 per jaar, losbaar met f 50, toekomende het Gasthuis.
Nr. 617 folio 329v. d.d. eodem die.
Pieter Jansz. en Cornelis Jansz. Schaer gebroeders hebben overgedragen aan Willem Gerritsz.
lakenkoper, elk ⅓ part van een kustingbrief, belopende de ⅔ parten f 162, sprekende t.l.v. Arent
Henricxz. wonende alhier, in dato 13-06-1609, verleden voor schepenen alhier, inhoudende in het
geheel f 243, te betalen op f 13-10-0 per jaar. Betaald met de somme van f 30, contant geld.
Nr.618 folio 330 d.d. 14-12-1609.
Vrancq Pietersz. waard in de Roscam is schuldig aan Adriaen Dircxz. Fijcq van Bleijswijck brouwer in
de Halve Maen mette Croon te Delft, de somme van f 248 ter zake van geleverde bieren. Hij belooft te
betalen met f 30 per jaar welke hij zal ontvangen van Cornelis Lambrechtsz. van der Well uit de
kusting van £ 78 die hij comparant op de voorn. van der Well sprekende heeft, daarna zal hij de f 30
zelf betalen. Indien hij andere bieren betrekt voordat de somme betaald is, dient hij in één keer af te
rekenen. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf bezijden de Rotterdamse poort, belend ten Z: Gerrit
Arijensz. Voocht en ten N: de Rotterdamse poort.
Nr. 619 folio 331 d.d. 16-12-1609.
Dirck Aertsz. schuitvoerder heeft geconstitueerd t.b.v. de erfgenamen van Job Jansz. Quackernaeck,
in leven wonende Rotterdam, een rente van £ 9-08-08 per jaar, losbaar de penning 16 met een
hoofdsom van f 150. Hij verbindt hieraan zijn huis en erf, mitsgaders barg en schuur over de Schie,
belend ten N: Claesgen Jansdr. en ten Z: ’s-herenpad.
Nr. 620 folio 331v. d.d. 17-12-1609.
Joris Michielsz. zeevarende man heeft geconstitueerd t.b.v. Maertgen Boonen weduwe Jacob
Adriaensz. Back een losrente van f 7-02-08 per jaar, losbaar de penning 14 met een hoofdsom van f
100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf voor de Raam, belend ten N: Abraham Jansz. en ten Z:
Jannitgen Schonckges.
Nr. 621 folio 331v. d.d. eodem die.
Marinus Jansz. stierman van Hamburg is schuldig aan Cornelis Dammisz. wonende alhier de somme
van f 5.400 ter zake van de levering van een gaïng, groot 43 lasten, genaamd Isaacx Benedictie, oud
1 jaar. Hij belooft te betalen met f 2.700 contant en de resterende helft op 17-12-1610. Hij verzekert dit
op het voorn. schip onder verband van waterrecht. Anthonis Cornelisz. stelt zich waarborg.
Nr. 622 folio 332v. d.d. 24-02-1609.
Lenert Jansz. zeevarende man heeft geconstitueerd t.b.v. de weeskinderen van Lucas Huijgensz. van
der Dussen en Soetgen Duijst van Santen, beiden zaliger, een losrente van f 9-07-08 per jaar, losbaar
83

NADERE TOEGANG 75
de penning 16 met een hoofdsom van f 150. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Raamsloot
achter de Verbrande Erven, belend ten O: Lenert Gerritsz. de zandman en ten W: Lenert Crijnen.
Deze huizing is alleen belast met deze rente. Ter meerdere zekerheid heeft Willem Henricxz.
zeevarende man zich borg geconstitueerd voor Lenert Jansz. onder verband van zijn huis en erf in de
oude Molenstraat, belend ten O: Henrick Jansz. en ten W: Jan Henricxz. smid.
Nr. 623 folio 333 d.d. 28-12-1609.
Jan Lenertsz. schipper heeft ontvangen van Michiel Jansz. van Waert als beschadigde borg van
Liedewij Rutten zijn moeder, de somme van f 50 carolus in volle betaling van een waterpenningbrief
t.b.v. hem comparant door Jan Michielsz. verleden op 30-04-1579, waarvoor Michiel van Waert zich
naast Ruth Jansz. schipper borg had gesteld. Compareerde mede Adriaen Willemsz. van der Elst en
heeft de voorn. Michiel Jansz. cessie gegeven van de somme f 36 welke Michiel Jansz. aan de voorn.
Adriaen Willemsz. als mede beschadigde borg van Liedewij Rutten heeft betaald over 2 jaren verlopen
rente tot f 18 per jaar volgens de rentebrief door Jan Michielsz. verleden t.b.v. Willem Allertsz.
weeskind in dato 04-12-1593.
Nr. 624 folio 333v. d.d. eodem die.
Willem Gerritsz. lakenkoper als voogd van de weeskinderen van zaliger Mathijs Sebastiaensz.
metselaar en Jacob Florisz. metselaar als gehuwd gehad hebbende Hester Mathijsdr., een van de
weeskinderen en gaven mitsdesen actonen sessam aan Lambrecht Dircxz. Haga van zodanige
penningen als Arijen Willemsz. van der Elst uit naam van zijn moeder op 21-12-1609 door het gerecht
alhier zijn toegewezen, te ontvangen voor alle anderen uit het overschot van de penningen
competerende Jacob Lambrechtsz. uit de preferentie op 18-10-1609 i.p.v. de voorsz. weeskinderen
heeft getransporteerd. Dit tot de ontlasting van Lambrecht Dircxz. voorsz. voor zoveel dezelve mogen
strekken, onverminderd de voorn. Willem Gerritsz. en Jacob Florisz. in de voorsz. kwaliteit tegen
Lambrecht Dircxz. als borgen voor Dirck Dircxz. Vuijtenbrouck voor het gerecht alhier uitstaande
hebben.
Nr. 625 folio 334 d.d. 02-01-1610.
Cornelis Jansz. zeevarende man is schuldig aan Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz.
een losrente van f 6 met een hoofdsom van f 150. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Laan aan
de Achterweg, belend ten Z: Claes Henricxcz. Schaper en ten N: Neeltgen Henricxdr. weduwe.
Nr. 626 folio 334v. d.d. 06-01-1610.
Michiel Maertensz. heeft verkocht aan Thijs Jorisz. voor de ene helft en Gijsbrecht Pietersz. voor de
andere helft, een botschip met toebehoren voor de somme van f 1.200 carolus, te betalen met £ 250
per jaar. Zij verzekeren dit op het voorsz. schip onder verband van waterrecht. Ter meerdere
zekerheid hebben Bruijn Arijensz. Cuijper oud burgemeester en Cornelis Jansz. Ceelen kapitein, zich
tot penningborgen geconstitueerd voor de helft van de voorn. somme voor Thijs Jorisz., onder verband
van hun persoon en goederen.
Kanttekening d.d. 01-02-1610: Jan Cornelisz. stelt zich borg voor Ghijsbrecht Pietersz. t.b.v. Michiel
Maertensz. voor de andere helft van de penningen, onder verband van zijn persoon en goederen.
Nr. 627 folio 335 d.d. 13-01-1610.
Cornelis Cornelisz. jonge Calff heeft verkocht aan Henrick Euwoutsz. voor de helft, mitsgaders
Huijbrecht Jansz. Craell en Cornelis Jansz. Crael, voor de andere helft, een nieuw botschip zo die van
stapel gelopen is, voor de somme van f 525 carolus, te betalen op termijnen van f 75 per jaar. Zij
verzekeren dit op het voorn. botschip onder verband van waterrecht.
Nr. 628 folio 335v. d.d. 19-01-1610.
Willem Cornelisz. houtzager is schuldig aan Pieter Pietersz. van der Burch een losrente van f 6-05-00
per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf aan
de Achterweg aan de zuidzijde van de Laan, belend ten N: de bansloot en ten Z: Pieter Jacobsz.
Bonxtoe, strekkende tot achter aan het erf van de kinderen van Grijetgen Sijmonsdr.
Nr. 629 folio 336 d.d. 18-01-1610.
Pieter Rochusz. Swardelbosch is schuldig aan de leproosmeesters t.b.v. het Leprooshuis een losrente
van f 3-07-08 per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 54. Hij verzekert dit op zijn
huis, erf en lijnbanen in de St. Sebastiaans doelen, belend ten W: de weduwe van Rochus Joppen en
ten O: de weduwe van Ritsert Maertensz. Het verzekerde is nog belast met f 7-10-00 per jaar, te
ontvangen door Sijmon Ghijssen te Delfshaven.
Nr. 630 folio 336v. 21-01-1610.
Pieter Cornelisz. kuiper is schuldig aan Herman Claesz. te Dordrecht de somme van f 156, spruitende
uit de koop en leverantie van 2.000 klaphout volgens obligatie in dato 02-06-1609. Hij belooft te
betalen Jacobij toekomende en verzekert dit met het in handen stellen van meubele goederen ten
huize van Cornelis Cornelisz. zijn comparants vader. Volgt een lijst van de goederen. Compareerde
mede de voorn. Cornelis Cornelisz. en belooft bij faulte van betaling de voorn. goederen te stellen in
84

NADERE TOEGANG 75
handen van Herman Claesz. om daaraan zijn achterwezen te verhalen, mits dat daar eerst vanaf zal
gaan de somme van f 40 die Cornelis Cornelisz. daaruit competeren volgens uitspraak van goede
mannen.
Kanttekening d.d. 13-09-1610: Hermanus Claesz. wonende Dordrecht bekent betaald te zijn van de
somme van f 156, gevende aan Dirck Gommersbach actronen cessam mitsdeze van de somme van f
20 die hij comparant uit handen van dezelve Gommersbach in betaling van de f 156 ontvangen heeft.
Dirck Gommersbach heeft dit verhaald aan de meubele goederen die verbonden waren.
Nr. 631 folio 337v. d.d. 25-07-1610.
Jacob Rochusz. Swardelbosch burger alhier verklaart dat hij aan zijn crediteuren had bewilligd om hun
achterstad te ontvangen bij loting uit een kustingbrief door Elias Lenertsz. t.p.v. hem comparant voor
schepenen alhier verleden op 09-06-1607, inhoudende nog £ 596, te betalen op f 30 per jaar. Hij is
aan de crediteuren schuldig de somme van £ 557-09-00. Eerst aan Annitgen Gijsbrechtsdr. weeskind
van Gijsbrecht Jeronimusz. de somme van £ 87-04-00 over een rentebrief van £ 54-15-00 hoofdsom,
met alle verlopen renten van dien tegen de penning 14. Aan Jan Cornelisz. Loij de somme van £ 16-
18-00 over de koop van garen. Aan Pietertgen Claes in de Raam f 10. Aan Beatrix weduwe Gerrit
Stevensz. wonende in de Dirck Langekenssteeg te Delft een obligatie met de intrest van dien. Aan
Arent Dircxz. Gool te Leiden een rentebrief van f 150 hoofdsom om te lossen met £ 24 per jaar. Aan
de erfgenamen van Gerrit Jansz. Molen ter zake van de leverantie van laken f 55. Aan Lucas
Michielsz. van geleend geld £ 16. Aan Maerten Willemsz. Sluijs over de leverantie van kennip aan de
moeder van zijn eerste huisvrouw geleverd, de somme van £ 14-07-08. Aan de erfgenamen van
Barbara van Breda over de rest van meerdere somme van een kustingbrief van f 3 per jaar, de somme
van f 40. Aan de erfgenamen van Cornelis Willemsz. den Druijt over leverantie van hout, de somme
van f 14. Aan Lenert Arijensz. lijndraaier wonende in de Raam van de leverantie van want £ 18. Ten
laatste aan de erfgenamen van Trijntgen Thonisdr. over de koop van vlees f 18. Deze erfgenamen zijn
gehouden de kustingbrief te leveren in handen van de comparant of zijn erfgenamen.
Nr. 632 folio 339 d.d. 28-01-1610.
Pleuntgen Chijelen weduwe Willem Vrancken geassisteerd met haar gekozen voogd Gerard Muijs is
schuldig aan Daen Jacobsz. schipper de somme van f 300. Zij belooft te betalen met f 20 per jaar, dit
in volle betaling van de kustingbrief als Joost Jacobsz. t.p.v. Daen Jacobsz. op 05-01-1608 voor
schepenen alhier heeft verleden en waarop nog gelijke f 300 resteert.
Nr. 603 folio 339v. d.d. 30-01-1610.
Willem Rijckertsz. anders genaamd Quillaume, schoenmaker heeft verkocht aan Andrijes Reijniersz.
mede schoenmaker een huis en erf in de Zwaansteeg, belend ten O: de Roosbeek en ten W: de gang
van Vrijes Henricxz. schipper. Andrijes Reijniersz. neemt van deze koop tot zijn last te betalen de
kustingbrief welke Willem Arijensz. Speldernieuwen haring daarop sprekende heeft, gedateerd 24-03-
1607, inhoudende in het geheel f 750, waarop niet meer betaald is dan £ 28, zijnde de eerste paai.
Belast met f 1-06-04 per jaar, te ontvangen door de Heilige Geest en nog door de Sang of kerk f 0-05-
04 op erfpachtsrecht. Het muurtje staande op het erf van Vrijes Henricxz., waarop getimmerd is het
achtergeveltje van het voorsz. huis, mag door Vrijes Henricxz. worden afgebroken, achtervolgende de
oude waarbrieven.
Nr. 604 folio 340 d.d. 01-02-1610.
Maertgen Jansdr. weduwe Gerrit Courten schoenmaker heeft verkocht aan Roeloff Jansz.
schrijnwerker de helft van een huis en erf op de Dam, belend ten O: Gerard Muijs secretaris en ten W:
Wouter Pietersz. Cnoll, haar aangekomen door overlijden van Gooltgen Gerritsdr. haar moeder en
waarvan Roeloff Jansz. de wederhelft in eigendom toebehoord, met de servituten zoals hij het thans
bewoond. Koopsom voor de helft f 500 carolus, te betalen met £ 24 per jaar.
Nr. 635 folio 340v. d.d. 06-02-1610.
Gerrit Lourissz. timmerman heeft verkocht aan Rochus Gerritsz. Schuijffhoeck een ledig erf op de
Laan in het Korte Groenendal, belend ten Z: Jacob Jansz. en ten N: Geertgen Gerritsdr., beide met
huis en erf. Koopsom f 96, contant geld. Vrij en niet belast.
Nr. 636 folio 341 d.d. 16-02-1610.
Mees Gerritsz. gehuwd met Aechgen Jacobsdr., in de kwaliteit erfgenaam in de helft van de goederen
van Maertgen Philipsdr. moeder van zijn huisvrouw, consenteert dat Ariaentgen Joosten zuster van de
voorn. Aechgen Jacobsdr., geassisteerd met haar gekozen voogd Cornelis Stoffelsz. timmerman,
alleen zal aanvaarden zeker huisje met erf aan de Achterweg aan het eind van het erf van Jan
Thonisz., belend ten N: Evert Cornelisz. en ten Z: Jop Henricxz. stierman, door overlijden de voorn.
Maertgen Philipsdr. geruimd en nagelaten. Hij belooft hierop geen recht te laten gelden. Ariaentgen
Joosten verklaarde van deze opdracht voldaan en vernoegd te zijn van hetgeen Mees Gerritsz. of zijn
huisvrouw ten achteren was.
Nr. 637 folio 341 d.d. eodem die.
85

NADERE TOEGANG 75
Arent Bruijnsz. van der Dussen als generaal collecteur te Schiedam van de loterij voor het Fraterhuis
te Delft, heeft opgedragen aan de leproosmeesters t.b.v. het Leprooshuis een rentebrief van f 3 per
jaar, losbaar de penning 16, gehypothekeerd op een huis en erf op de Dam alhier, waar thans
possesseur van is Cornelis Claesz. kuiper, verleden voor schepenen alhier op 01-04-1553. Deze
rentebrief is in de loterij op zijn comparants register ingelegd door Pieter Claesz. Pesser en Aeltgen
Cornelisdr. weduwe Balthasar Quinget. Hij cedeert in die kwaliteit t.b.v. als boven het recht en
aanspraak van het Fraterhuis en bekent voldaan en betaald te zijn.
Nr. 638 folio 341v. d.d. 18-02-1610.
Roelant Bouwensz. van Noort brouwer in het Hoeffijser te Dordrecht is schuldig aan Henrick Otten de
Bruijn ter zake van gekochte kleding en inboedel, tot zekerheid van de borgtocht waarvoor hij zich
voor de comparant verbonden heeft, tezamen de somme van f 770. Voorts is hij schuldig aan Cornelis
Willemsz. blokmaker de somme van f 350 van geleend geld. Hij veronderpandt t.b.v. de voorn. de
Bruijn een bezegelde kustingbrief door Sander Davids Roffel te Vianen verleden voor de comparant
ter somme van f 300, te betalen met f 100 op ieder half jaar, gedateerd 09-03-1609 stilo veteri. Voorts
dezelve de Bruijn en Cornelis Willemsz. tezamen veronderpanden al zijn comparants inboedel,
mitsgaders het gereedschap tot de brouwerij dienende. Uit de boedel is gehaald 2 bedden met
toebehoren welke toekomen zijn huisvrouws moeder. Voorts wordt de inboedel van Abraham
Willemsz. veronderpand.
Nr. 639 folio 342v. d.d. eodem die.
Roelant Bouwensz. van Noort brouwer in het Hoeffijser te Dordrecht is schuldig aan Abraham
Willemsz. zijn zwager over het onderoud van zijn kind en geleend geld, de somme van f 350, welke hij
belooft te betalen bij vermaning. Ter zekerheid stelt hij in handen van zijn zwager een obligatie van f
210, sprekende op Anthonis Pietersz. Visscher wonende te Vianen, te verschijnen op 4 halve jaren, in
dato 16-08-1609. Nog f 58 over zijn comparants portie in een andere obligatie, inhoudende f 200
sprekende t.l.v. Pietertgen Meijners, mede wonende te Vianen, te vervallen als voren, gedateerd ut
supra. Nog een obligatie van f 28 sprekende op Jan van Gich wonende Dordrecht op de Vaart bij
Utrecht, gedateerd als voren. Nog het beste bed van de comparant in de zaal van zijn voorsz. huizing,
met peluw, 2 wollen oorkussens en een deken, gordijnen, een uittrektafel met een kleed daarover.
Nr. 640 folio 343 d.d. eodem die.
Roelant Bouwensz. van Noort brouwer in het Hoeffijser te Dordrecht is schuldig aan Grijetgen Vincken
van geleend geld als gedebouseerde penningen, de somme van f 125, te betalen bij vermaning. Ter
zekerheid veronderpand hij een schepenen condemnatie waarbij Frans Mathijsz. gecondemneerd is
de comparant te betalen f 128-10-00. Nog een schepenen condemnatie van f 55-16-00, houdende
t.l.v. Jan de Vrijes.
Nr. 641 folio 343v. d.d. 27-02-1610.
Mr. Jacob Gast chirurgijn heeft verkocht aan Dirck Arijensz. Cuijper brouwer een erf achter Mr.
Jacob’s huizing, waarvan tegenwoordig een gedeelte van de brouwerij van Dirck Arijensz.
opgetimmerd is, strekkende tot achter op de straat van de haven. Hij belooft aan Mr. Jacob te betalen
de somme van f 600 carolus, te betalen op Lichtmis 1607 f 100 en de rest op f 100 per jaar. Mr. Jacob
Gast zal behouden een uitgang bezijden de voorsz. brouwerij, strekkende tot achter aan de straat van
de haven. Mr. Jacob zal tot zijn last nemen de rente van de stenen kade, responderende aan zijn
poort langs de haven. Waarborg: Jan Lenertsz. Waterman. Penningborg: Arien Jorisz.
Nr. 642 folio 344 d.d. 04-03-1610.
Roeloff Jansz. schipper te Schiedam heeft verkocht aan Thijeman Michielsz. schipper van Gouda een
boijertgen, groot 28 lasten. Koopsom f 1.085, te betalen op 04-03-1611. Hij verzekert dit op het
verkochte schip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben Martin Jorisz. Coij
voor de helft, mitsgaders Jan Willemsz. van Haerlem vervangende Dirck Claesz. Pansser voor de
andere helft, zich borgen gesteld voor de voorn. Thijmen Michielsz. Compareerde mede Wolphert
Lubbersz. vervangende Roeloff Jansz. en beloofde het voorn. schip te vrijen en waren.
Nr. 643 folio 344v. d.d. 10-03-1610.
Susanna Ascop bekent uit handen van Willem Rijckertsz. schoenmaker ten volle vernoegd te zijn van
het ⅓ part in zekere landen gelegen te Axel in het land van Aalst in Vlaanderen, mitsgaders van het ⅓
part in een huizing in de stad Gent. In welke landen en huizing de voorn. Willem Rijckertsz. als
gehuwd hebbende Josina Ascop, gelijke ⅓ part is competerende en het resterende ⅓ part Sara Ascop
nog onmondig. De comparante belooft aan de voorn. goederen geen recht of aktie te pretenderen,
noch de voorn. Willem Rijckertsz. ter zake van dien te molesteren, maar hem daarvan te bevrijden.
Nr. 644 folio 345 d.d. 12-03-1610.
Jan Joppen stierman met zijn gemene reders heeft verkocht aan Pouwels Crijnsz. stierman van
Vlaardingen een buisschip met toebehoren, voor de somme van f 2.100, te betalen de helft contant en
de andere helft Kerstmis 1610. Hij verzekert dit op het voorn. buisschip onder verband van waterrecht.
86

NADERE TOEGANG 75
Ter meerdere zekerheid heeft Jan Willemsz. van Haerlem oud burgemeester zich borg gesteld. Pieter
Arijensz. de Vader, Michiel Maertensz. en Jacob Engelsz. beloven Jan Willemsz. van Haerlem van
deze borgtocht te indemneren en schadeloos te houden.
Nr. 645 folio 345 d.d. 20-03-1610.
Maertgen Jacobsdr. weduwe Jan Jansz. Poth geassisteerd met haar gekozen voogd Jacob Arentsz.
heeft verkocht aan Claes Clementsz. een huis en erf in de Breedstraat, belend ten N: Floris Arijensz.
de waker en ten Z: de huizing van Sijmon Hubrechtsz. Cnoeij, zoals het tegenwoordig betimmerd en
bemetseld staat met de servituten als de waarbrief mede brengt. Koopsom f 594, te betalen met f 50
contant en de rest op f 23 per jaar. Geconditioneerd is dat de muur tussen het verkochte huis en dat
van Sijmon Cnoeij een gemene muur is welke door beiden onderhouden zal worden.
Nr. 646 folio 345v. d.d. 20-03-1610.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Gerrit Dircxz. van der Wolff de somme van f 344 ter zake van
gelikwideerde schuld. Deze schuld zal hij op rente behouden tegen de penning 16, belopende f 21-10-
00 en verzekert dit op zijn gehele huizing, zo voor als achter, staande in de Korte Kerkstraat, belend
ten O: de erfgenamen van Sijbrant Lourisz. timmerman en ten W: Jan Jorisz. glasmaker.
Nr. 647 folio 346 d.d. 22-03-1610.
Gerrit Cornelisz. metselaar heeft verkocht aan Claes Roelen een huis en erf in het Broersveld aan de
westzijde van de vaart, strekkende van de straat tot achter in de sloot, belend ten Z: Pouwels Meesz.
bootgezel en ten N: Arien Sijmonsz. Dit met de servituten zoals hij verkoper het tot nu heeft bewoond.
Koopsom f 500, te betalen met f 60 contant en de rest op f 21 per jaar. Belast met 30 st. per jaar, te
lossen de penning 16 toekomende het Gasthuis. Geconditioneerd is dat de loden goot tussen dit huis
en dat van Pouwels Meesz. door beiden half om half onderhouden dient te worden. Nog een
voorwaarde over een gemeenschappelijke muur en een over het maken van een poort.
Nr. 648 folio 347 d.d. 27-03-1610.
Dirck Arijensz. schipper van Gorkum houder van een waterbrief door Gerrit Claesz. Sas t.b.v. hem
comparant verleden op 09-10-1608 voor schepenen alhier ter somme van f 500, te betalen met f 200
contant en voorts met f 100 per jaar. Hij bekent dat de f 200 zijn betaald en de f 100 op 08-10-1609
verschenen was. Gerrit Sas mag dit nog onder zich houden voor de tijd van 3 maanden. De
aangegane borgtocht wordt vernieuwd. Lenert Cornelisz. Scharp is borg voor de 1º termijn van f 100.
Nr. 649 folio 347v. d.d. eodem die.
Lenert Cornelisz. Scharp constitueert zich waarborg t.b.v. Jan Cornelisz. Palingman schipper van
Goes voor Gerrit Claesz. Sas. Hij belooft de voorn. Palingman te vrijen en waren van een krabschuit
die Jan Cornelisz. Palingman van Gerrit Sas in mangeling aangenomen heeft. Hij verbindt hieraan zijn
persoon en goederen. Jan Cornelisz. Palingman belooft t.b.v. Gerrit Sas suffisante waarborg te
stellen. voor de mangeling van een karveelschip.
Nr. 650 folio 348 d.d. eodem die.
Arent Pietersz. van der Meer bleker te Delft heeft verkocht aan Claes Allertsz. van Hitland een huisje
op de Schie alhier, belend ten N: Cornelis Sieren en ten Z: het hoekhuis toebehorende Arent Pietersz.
kuiper. Koopsom f 310, te betalen St. Jacob f 60 en de rest op f 24 per jaar.
Nr. 651 folio 348v. d.d. 29-03-1610.
Ghijsbrecht Bastiaensz. schoenmaker burger alhier is schuldig aan Claes Lenertsz. tegenwoordig
wonende te Leiden, de somme van f 400, spruitende uit leverantie van bieren. Hij belooft te betalen op
f 50 per jaar. Dit in volle betaling van een schuldbrief door hem comparant uit voorgemelde oorzaak op
12-09-1595 t.b.v. Claes Lenertsz. gepasseerd voor schepenen alhier, inhoudende gelijke £ 400 welke
hierbij is gecasseerd. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op het Einde achter op de haven, belend ten
Z: de schuur van Claes Jansz. Koeckeeter en ten N: de schuur van Lenert Jansz. van Delft.
Nr. 652 folio 349 d.d. 30-03-1610.
Jan Adriaensz. wonende voor de Raam constitueert zich borg t.b.v. Jan Dircxz. van Coelen voor
Adriaen Joosten timmerman te Vlaardingen, voor de hoofdsom van f 100 en de rente van dien tegen
de penning 16, achtervolgende de rentebrief door de voorn. Arien Joosten t.p.v. Jan Dircxz. van
Coelen op 20-12-1609 verleden voor schepenen van Vlaardingen. Hij comparant verbindt hieraan zijn
huis en erf voor de Raam, belend ten O: Pieter Michielsz. en ten W: Willem Meesz.
Nr. 653 folio 349v. d.d. eodem die.
Jan Dircxz. van Coelen en Gerard Muijs secretaris alhier hebben zich penningborgen gesteld voor Jan
Jacobsz. de Recht voor de somme van f 724, te betalen ⅓ part contant, ⅓ part op 01-04-1611 en de
rest op 01-04-1612. Zijnde de kooppenningen van 4 gemeten weiland in het kwartier van Abbewerven
in de heerlijkheid van Heenvliet, belend ten N: de Rijtwaardsedijk en ten ZW: de kinderen van Jan
Cornelisz. schoenmaker in Brielle cum suis. Gekomen van zaliger Jacob Adriaensz. de Grande en
Trijntgen Dircxdr. zijn nagelaten weduwe. Jan Jacobsz. de Recht heeft de 4 gemeten op 13-03-1610
voor schout en schepenen van Heenvliet gekocht bij willig decreet.
87

NADERE TOEGANG 75
Nr. 654 folio 350 d.d. 02-04-1610.
Willem Willemsz. Nieupoort de oude constitueert zich appelant of reformant aan het Hof van Holland
van zeker vonnis door die van het gerecht van de stad Gouda gewezen in de zaak tussen Jacob
Jacobsz. makelaar en hem comparant.
Nr. 655 folio 350 d.d. 03-04-1610.
Jan Cornelisz. Decker heeft verkocht aan Henrick Vrijesen een huis en erf in de Gooistraat, belend ten
Z: Jan Michielsz. en ten N: Dirck Joppen. Dit zoals het tegenwoordig belend en betimmerd staat en
met de servituten als Jan Cornelisz. het gepossideerd heeft. Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen
door degene die daartoe gerechtigd is. Koopsom f 975, te betalen met f 150 contant en de rest op
termijnen van f 30 per jaar. Waarborg: Pieter Jansz. Lis. Penningborgen: Vrijes Henricxz. en Jacobgen
Willems huisvrouw van Lucas Michielsz. met procuratie van haar man.
Kanttekening: Deze penningbrief is gemaakt t.p.v. het ambacht Hof van Delft.
Nr. 656 folio 350v. d.d. eodem die.
Jacob Lambrechtsz. heeft verkocht met willig decreet van het Hof van Holland i.p.v. waarborg aan
Allert Cornelisz. van Berkel een brouwerij met huis en erf genaamd het Hellebaert mette Croon,
gelegen over de Haven in het West-Nieuweland, belend ten W: de haringplaats genaamd het Rophuijs
toebehorende Cornelis Alewijnsz. oud burgemeester cum suis en ten O: de haringplaats van Arent
Bruijnsz. van der Dussen, strekkende voor van de straat van de haven tot achter aan de Molenstraat.
Dit zoals het beheind en betimmerd staat en door Jacob Lambrechtsz. gepossideerd is geweest,
achtervolgende de waarbrieven daarvan zijnde. Koopsom f 6.000, te betalen met f 1.000 contant en
de rest op f 1.000 per jaar.
Nr. 657 folio 351 d.d. eodem die.
Gerrit Claesz. Sas is schuldig aan Maertgen Thijsdr. weduwe Claes Arijensz. wonende in Nieupoort,
zijn comparants moeder, de somme van f 600 carolus, spruitende ter zake van aangetelde penningen.
Hij belooft te betalen op termijnen van f 50 en verzekert dit op zijn huis en erf in de Gooistraat, belend
ten Z: Sebastiaen Bolleman en ten N: Gerrit Lourisz. Bonxtoe, mitsgaders op zijn karveelschip, groot
18 lasten, onder verband van waterrecht.
Nr. 658 folio 351 d.d. 05-04-1610.
Pieternelle Gerrits laatst weduwe kapitein Jacob Henricxz. geassisteerd met haar gekozen voogd
Lenert Jansz. schipper haar schoonzoon, heeft verkocht aan Lubbert Wolphertsz. lakenkoper een huis
en erf met halve achteruitgang, staande in de Gooistraat, belend ten N: het huis en erf van Jan
Willemsz. van Haerlem hergekomen van ouds van Arent Danckertsz., in leven burgemeester en ten Z:
het huis en erf van Cornelis Barentsz. Koopsom f 2.800, te betalen met f 350 contant en de rest op f
120 per jaar. Pieternelle Gerrits Well bekent de contante penningen ontvangen te hebben en de
resterende f 2.450 zullen ontvangen worden door de voorsz. Lenert Jansz. haar schoonzoon, voor
zichzelf alsmede voor Joris Lenertsz. haar zoon, in betaling en mindering van hetgeen zij dezelfden
schuldig is van het bewijs hun voor hun patrimoniale goederen alhier ter weeskamer gedaan en
bewezen. Het huis is belast met 30 st. provepacht, nu ontvangen wordende door Camerling en nog f
1-04-08 per jaar, te ontvangen door de kerk, behalve nog f 0-18-12 per jaar, te ontvangen door de
Heilige Geest dat overgezet is op het achterhuis, gekocht van haar door Jan Joppen stierman. Voorts
met de servituten als Pieternelle Gerritsdr. het gepossideerd heeft, te weten welke begrepen zijn in de
brief van Arent Danckertsz. voor schepenen alhier verleden op 18-05-1557, alsmede tussen zijn
nazaat Dirck Lambrechtsz. Haga en de voorn. Pieternelle en haar voorzaten en voorts in een
waarbrief door Pieternelle Gerrits verleden aan de voorn. Jan Joppen in dato 11-03-1595. Waarborg:
Lenert Jansz. Penningborg: Joris Jansz.
Nr. 659 folio 352 d.d. 05-04-1610.
Hubrecht Lenertsz. Focker heeft verkocht aan Antoni van Daelen wijnverlater een huis en erf in de
Gooistraat, belend ten Z: Henrick Bastiaensz. Verwell en ten N: Vrijes Henricxz. schipper. Koopsom f
1.300, te betalen met f 225 contant en de rest op f 42 per jaar. Belast met 22½ st. per jaar, te
ontvangen door het Gasthuis, achtervolgende de oude waarbrief van 14-12-1585. Waarborgen: Lenert
Jansz. schipper en Roeloff Jansz. kleermaker. Penningborgen: Gerrit Dircxz. van der Wolff en Mr.
Gerrit Luijten. De koper Anthonij van Daelen bekent dat de 3 weeskinderen van wijlen Lijsbeth
Fransdr. hem verstrekt hebben de voorn. f 225. Hij belooft de weeskinderen daarvan te geven rente
tegen de penning 16, belopende f 14-01-04 per jaar en verzekert dit op het voorsz. huis en erf.
Borgen: de voorn. Gerrit Dircxz. van der Wolff en Mr. Gerrit Luijten. De voorn. van der Wolff verbindt
hieraan zijn huis en erf in de Gooistraat, belend ten N: Elias Maerlant en ten Z: Jan Gerritsz. Molen.
Mr. Gerrit Luijten verbindt hieraan voor het gerecht van Kethel zijn huis en boomgaard waarin hij
woont, gelegen aan de singel buiten de Ketelpoort, belend voor met de singel en achter het land van
Jacob van Cleeff, ten N: het land can Claes Dammisz. en ten Z: het land van de Heilige Geest.
88

NADERE TOEGANG 75
Kanttekening: Hiervan zijn 5 penningbrieven bezegeld, volgens de memorie 2 brieven hierna
geïnsereerd.
Nr. 660 folio 353 d.d. 05-04-1610.
Roeloff Jansz. kleermaker gehuwd met Neeltgen Huijbrechtsdr., mitsgaders Cornelis Willemsz.
Penning als voogd van Arien Hubrechtsz., in die kwaliteit houders van een kustingbrief sprekende t.l.v.
Hubrecht Lenertsz. Focker, inhoudende als restant f 305, te betalen met f 15 per jaar, waarvan 12
termijnen verlopen zijn achtervolgende de voorsz. kustingbrief in dato 10-12-1590, verzekert op zijn
huis en erf in de Gooistraat hetwelk hij nu verkocht heeft aan Anthonij van Dalen wijnverlater ter ene
zijde en Maertgen Pietersdr. weduwe Isbrant Willemsz. welke mede op Hubrecht Lenertsz. sprekende
heeft gelijke kustingbrief, gedateerd alsvoren en verzekerd idem, inhoudende als restant f 215, ter
andere zijde. Zij zijn met de voorsz. Hubrecht Lenertsz. geaccordeerd bedragende hun achterstand, te
ontvangen uit de kooppenningen van Anthonij van Daelen, namelijk dat Roeloff Jansz. eerst alleen zal
ontvangen de 2 eerste termijnen die verschenen zullen zijn mei 1610 en 1611, elk van f 42. De 2
volgende termijnen zullen ontvangen worden door Cornelis Willemsz. Penning in de voorsz. kwaliteit
en de voorn. Maertgen Pietersdr., elk de helft. De resterende achterstand zal half om half bij egale
porties ontvangen worden en welke Anthonij van Dalen bekent schuldig te zijn i.v.m. de koop van het
huis. Van de achterstand zullen brieven worden gemaakt volgens accoord. Maertgen Pietersdr. heeft
de voorn. Hubrecht Lenertsz. nu ₤ 20 op intrest tegen de penning 16 aangeteld tot aflossing van de
speciale last op het huis staande. Hij belooft Maertgen Pietersdr. de ₤ 20 met de intrest van dien te
laten ontvangen uit de penningen door Anthonij beloofd, boven de 2 kustingbrieven.
Nr. 661 los vel tussen folio 353v. en 354 d.d. niet gedateerd.
Memorie.
Nadat hierop betaald waren de contante penningen, te weten f 225, zijn hiervan gemaakt de
navolgende kustingbrieven. De 1° t.b.v. Roeloff Jansz. kleermaker nomine uxoris, inhoudende f 152-
10-00. De 2° t.p.v. Cornelis Willemsz. Penning als voogd van Arijen Huijbrechtsz., inhoudende mede
gelijke f 152-10-00. De 3° t.p.v. Maertgen Pietersdr. Penningh weduwe Isbrant Willemsz., inhoudende
f 215. De 4° t.b.v. dezelfde Maertgen Pietersdr. Penningh in betaling van f 120 contant geld, door haar
uitgelegd, inhoudende f 346. De 5° t.b.v. Huijbrecht Leenertsz. Focker zelf, inhoudende f 209.
Nr. 662 folio 354 d.d. eodem die.
Adriana Anthonisdr. weduwe Jop Arijensz. stierman ter ene zijde, mitsgaders Jan Joppen en Arien
Joppen, beiden stierlieden, zonen en erfgenamen van dezelve Jop Arijensz. ter andere zijde. Zij zijn
geaccordeerd en hebben geschift en gescheiden de nagelaten boedel van Jop Arijensz.
Nr. 663 folio 354v. d.d. eodem die.
Gerrit Thonisz. scheepstimmerman en Pieter Sijmonsz. zeilmaker constitueren zich borgen voor het
gewijsde van schepenen t.b.v. Cornelis Amen voor Arijen Arijensz. stierman van een hoeker, uit
krachte de cautie de voorn. Arien Arijensz. schip ontslagen te wordt van arrest daarop door de voorsz.
Cornelis Amen gedaan. De borgen verbinden hieraan hun personen en goederen.
Nr. 664 folio 354v. d.d. 13-04-1610.
Anthonie de Vrijese weduwnaar Cathaline de Boute, dochter van Olijvier de Boute heeft opgedragen
aan Jaspar Cornelisz. de Gorter en Jacobmijntgen Arijensdr. van Veerdegen zijn huisvrouw, zijnde
een dochter van Jacobmijntgen Arijensdr. de Boute die zuster was van de voorsz. Cathaline de Boute,
1/7 part van de boedel welke Cataline BoUten met de dood heeft nagelaten. Gelegen in Vlaanderen,
alles niettegenstaande zekere dispositie van uiterste wil door hem en zijn huisvrouw voor notaris te
Leiden verleden, waarbij zij de langstlevende over en weer hebben benoemd in de nagelaten
goederen. Hij comparant cedeert het 1/7 part van deze goederen.
Nr. 665 folio 355 d.d. 17-04-1610.
Jan Gerritsz. molenaar heeft verkocht aan Dirck Thonisz. karreman een huis en erf in de Boterstraat,
belend ten N: Loij Bastiaensz. kuiper en te Z: Arent Dircxz. Niesen. Koopsom f 1.100 carolus, te
betalen met f 100 contant en de rest op f 36 per jaar. Vrij en niet belast volgens de oude waarbrief.
Penningborgen: Huijch Bastiaensz. en Dirck Aertsz. schuitvoerder.
Nr. 666 folio 355v. d.d. eodem die.
Maertgen Rochusdr. weduwe Joris Maertensz. Coij, in leven oud burgemeester heeft verkocht aan
Martin Henricxz. een erf zoals het tegenwoordig beplant is, gelegen tussen de steenplaatsen en het
Hoofd buiten de Hoofdpoort, zijnde het 2° en 3° erf, breed 60 roede voeten, lang ten noorden 26
roeden 1 voet 9 duimen en ten zuiden 25 roeden 4 voeten 9 duimen. Koopsom f 700 carolus, te
betalen alle nieuwjaarsdagen f 45. Belast met een losrente van f 25-16-10 per jaar, te ontvangen door
de stad, losbaar de penning 16.
Nr. 667 folio 356 d.d. eodem die.
Jacob Jansz. Scharp is schuldig aan de kinderen en erfgenamen van Anthonis Lambrechtsz., in leven
koekenbakker te Delft, de somme van f 149 ter zake van gelikwideerde schuld. Hij belooft te betalen
89

NADERE TOEGANG 75
op f 50 per jaar onder verband van zijn persoon en goederen. Jan Sijmonsz. Bolijn zijn vader stelt zich
borg.
Nr. 668 folio 356 d.d. 23-04-1610.
Harman Jacobsz. varende man constitueert t.b.v. Maertgen Bonen weduwe Jacob Adriaensz. Back
een losrente van f 100 hoofdsom, losbaar de penning 14. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in het
Kleine Groenendal, belend ten O: Carel Willemsz. en ten W: Dominicus Jansz. Ter meerdere
zekerheid heeft Arent Pietersz. zich borg geconstitueerd.
Nr. 669 folio 356v. d.d. 24-04-1610.
De burgemeesters hebben verkocht aan Arien Jansz. metselaar een erf waarop een oud vervallen
huis staat, mede in deze koop bedongen, gelegen in het Zusterhuis Overdam achter de huizing van
de koper, onder voorwaarden als volgt; de koper zal moeten laten over de sloot tussen de kade aan
de zijde van het Zusterhuis, een roe erf welke de koper zal mogen afheinen tot zijn believe en
hetzelve gebruiken mits hij een bruggetje over de sloot zal leggen om op zijn erf te komen, zo hoog
dat men met een schuit daar onderdoor kan varen. Alles tot zijn last. Nog enige voorwaarden indien
men een toepad zal maken langs de sloot. Koopsom f 240 welke de koper op rente behouden zal
tegen de penning 16.
Nr. 670 folio 357 d.d. eodem die.
Jan Lenertsz. heeft verkocht aan Jan Michielsz., beiden zeevarende lieden, een huis en erf op de
Hoogstraat, belend ten N: Jan Decker en ten Z: Claes Hubrechtsz., beiden met huis en erf, strekkende
van de Hoogstraat tot achter aan de bansloot. Koopsom f 800 carolus, te betalen met £ 30 per jaar.
De goot aan de zijde van Jan Decker zal half om half onderhouden worden. Penningborgen: Cornelis
Jansz. kleermaker en Gerrit Ariensz. Schoon, beiden voor de helft. Waarborg: Arien Vassen. De gifte
gegeven aan de huisvrouw van de koper.
Nr. 671 folio 357v. d.d. 24-04-1610.
Cornelis Ariensz. zeevarende man voor zichzelf voor de ene helft en vervangende Maertgen Ariens
weduwe Chijel Jacobsz. voor de andere helft, heeft verkocht aan Jacob Jansz. Schotsman wonende
alhier, een huis en erf over de Schie beneden de Sluis, belend ten N: Willem Gerritsz. kagenaar en ten
Z: het huis van Thijelman Oim Damielsz., strekkende voor uit de straat tot de steeg toe. Koopsom f
1.050, te betalen met £ 100 contant en de rest op f 30 per jaar. Belast met 38 st. per jaar, te
ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. Penningborg: Bruijn Ariensz. Cuijper. Waarborg:
Cornelis Jansz.
Nr. 672 folio 358 d.d. 29-04-1610.
Jan Willemsz. van Haerlem en Pieter Claesz. Pesser constitueren zich borgen t.b.v. Allert Cornelisz.
brouwer, voor de somme van £ 430-02-08 waarmee de weesvaders van het Weeshuis op de brouwerij
van Jacob Lambrechtsz. zijn gepretendeerd blijkens de sententie. Zij beloven Allert Cornelisz. te
bevrijden van namaning van dien.
Nr. 673 folio 358v. d.d. 08-05-1610.
Jan Jorisz. zeilmaker wonende alhier is schuldig aan Pieter Cornelisz., Jan Cornelisz., Willem
Cornelisz. en Doe Cornelisz. van der Wielen, omen en bloedvoogden van Sijburch Jansdr. weeskind
van de voorn. Jan Jorisz., verwekt bij zaliger Annitgen Cornelisdr. zuster van de voorn. voogden, de
somme van f 600 uit krachte en voldoening van een testament door de echtelieden verleden te
Rotterdam op 20-01-1602. Hij verbindt hieraan de navolgende goederen; eerst een bed met
toebehoren, een kist, een koffer, linnen en wol, tin, koper en ijzerwerk.
Nr. 674 folio 359 d.d. 07-05-1610.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Reijer Arentsz. Boott koopman te Delft de somme van f 1.980 ter
zake van de koop van 60 hoet winter- en zomermout, het hoet f 33 te betalen op 3 maal 4 maanden,
ingaande 01-12-1607. Hij belooft te betalen intrest van acht ten honderd in het jaar. Voor deze schuld
heeft Lambrecht Dircxz. Haga koopman wonende Delfshaven zich borg geconstitueerd blijkens de
obligatie van 01-12-1607. Aangezien hij comparant dit naarder wil verzekeren, verbindt hij tot een
hypotheek de huizen en erven hierna volgende; namelijk het huis en erf waarin hij woont met nog 2
andere huizen, staande naast elkaar in de Holsteeg, belend het voorsz. huis en erf waarin hij woont
ten Z: Wouter Pietersz. Knoll en ten N: de gang van Gerard Muijs secretaris alhier. Item nog een huis
en erf waarin de stadstafelhouder woont, zo voor als achter, belend ten O: de erfgenamen van
Sijbrant Lourisz. timmerman en ten W: Jan Jorisz. glasmaker. Nog een bouwhuis in het convent van
Leliëndaal met de banen en erf van dien. Dit alles is belast met f 2.104, waarvan Pieter Pietersz. van
der Burch oud burgemeester f 1.600 en Dirck Claesz. Pansser deszelfs zwager, de resterende f 504
competeren.
Nr. 675 folio 380 d.d. 08-05-1610. (verschrijving in de nummering).
Lenert Pietersz. heeft verkocht aan Warnaert Barthoutsz. een huis en erf op de Verbrande Erven,
belend ten O: Grijetgen Thijssendr. weduwe en ten W: Philips Pietersz. De gang lopende doorgaans
90

NADERE TOEGANG 75
onder het verkochte huis zal een openbare gemene doogang zijn, zoals het tot nu toe geweest is. De
koper zal het licht en kruiskozijn van Philips Pietersz., staande in zijn westmuur responderende over
de plaats van het verkochte huis, niet mogen bezetten volgens gebuurlijk accoord door philips
Pietersz. en Lenert Jansz. lijndraaier daarvan gemaakt. Koopsom f 300, te betalen op f 12 per jaar.
Vrij en niet belast. Waarborgen: Assuerus Willemsz. en Cornelis Jansz. Penningborg: Barthout
Warnaertsz.
Nr. 676 folio 380v. d.d. eodem die.
Daniel Danielsz. heeft verkocht aan Arent Allertsz. een huis en erf in het Broersveld aan de oostzijde
van de vaart, belend ten Z: Cornelis Pietersz. Trommelslager en ten N: Wessel Vrancken, beiden met
huis en erf, strekkende voor uit de straat tot achter aan de looituin van Samuel Jansz. schoenmaker.
Belast met een losrente van f 4-06-00 per jaar, toekomende het Gasthuis, te lossen de penning 16.
Koopsom f 590, te betalen met f 75-04-00 contant en de rest op f 10 per jaar. De contante penningen
en kustingen zullen ontvangen worden door Willem Gerritsz. lakenkoper als actie hebbende van de
koper.
Kanttekening: De penningbrief is gemaakt t.p.v. Willem Gerritsz. lakenkoper.
Nr. 677 folio 381 d.d. eodem die.
Lenert Crijnen timmerman heeft verkocht aan Willem Gerritsz. lakenkoper een huis en erf op de Schie,
belend ten N: de gang behorende aan het huis van Cornelis Arijensz. timmerman en ten Z: Pieter
Coenen turfman. Koopsom f 500, te betalen met f 90 contant en de rest op f 22 per jaar. Vrij en niet
belast. De koper zal aan deze huizing in eigendom volgen 5 voeten erf daarachter gelegen, welke
gesmaldeeld zal worden van het erfje gelegen voor de huizing van Cornelis Arijensz. De verkoper zal
de voorsz. gang zijn leven lang gebruiken om zijn hout te halen.
Nr. 678 folio 381v. d.d. eodem die.
Haesgen Claesdr. weduwe Lambrecht Gerritsz. slotenmaker voor de ene helft en Jacob Jacobsz.
gehuwd gehad hebbende oude Trijntgen Lambrechtsdr. en vervangende Maertgen Lenertsdr. weduwe
Gerrit Lambrechtsz. en mede voor jonge Trijntgen Lambrechtsdr., kinderen en erfgenamen van de
voorn. Lambrecht Gerritsz., tezamen voor de andere helft, hebben verkocht aan Claes Bastiaensz.
metselaar een huis en erf over de Schie, belend ten O: dezelve Claes Bastiaensz. en ten W: Bastiaen
Arijensz. kagenaar. Koopsom f 150, contant geld. Belast met f 53, toekomende Aeltgen Barentsdr.
weduwe Willem Jansz. Foock, rentende de penning 16. De koper neemt mede tot zijn last de
hoofdsom van f 20 van de stenen kade, met alle verlopen renten van dien, maar niet meer dan 3 jaar.
De oude waarbrief in dato 22-04-1595.
Nr. 679 folio 382 d.d. eodem die.
Willem Willemsz. van der Vecht heeft verkocht aan Lenert Pietersz. lijndraaier een huis en erf in de
Lange Kerkstraat, strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot, belend ten Z: de voorsz.
straat, ten W: Herman Cornelisz., ten N: de voorsz. sloot en ten O: Aechgen Jacobs. Koopsom f 1.200
carolus, te betalen met f 200 contant en de rest op f 38 per jaar. Waarborgen: Hubrecht Cornelisz. en
Jan Gerritsz. Molen. Penningborgen: Assuerus Willemsz. en Cornelis Jansz.
Nr. 680 folio 382v. d.d. eodem die.
Cornelis Arijensz. timmerman heeft verkocht aan Willem Gerritsz. lakenkoper een huis en erf met een
vrije gang daarachter, beginnende benoorden dezelve huizing en strekkende schierwaards op tot
beneffens de huizing door de voorn. Willem Gerritsz. van Lenert Crijnen timmerman gekocht, staande
in de Diefhoek, belend ten N: Jan Andrijesz. pottenbakker en ten Z: Henrick Coenen turfman. De oude
waarbrief in dato 05-09-1609, door Lenert Crijnen t.b.v. de verkoper verleden. Koopsom f 500, contant
geld. Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen door de Kathuizers buiten Delft.
Nr. 681 folio 383 d.d. eodem die.
Sijmon Melchiorsz. Veris heeft verkocht aan Hendrick Willemsz. Juijst zijn huis en erf in het West-
Nieuweland, belend ten W: de haringplaats van Willem Jacobsz. Brasser en ten O: de plaats van de
koper Hendrick Willemsz. Belast met een rente van f 49-13-12 per jaar. Koopsom f 4.090, te betalen
met f 205 contant en de rest op f 150 per jaar. Penningborg: Jacob Henricxz. Bolleman.
Nr. 682 folio 383v. d.d. 08-05-1610.
Adriaen Cornelisz. Molswijck curator gesteld door het gerecht over de desolate boedel van zaliger
Pieter Lijevensz. metselaar, verkoopt t.o.v. de hoofdcrediteuren en decreet een huis en erf van Pieter
Lijevensz. op de Gooistraat, belend ten N: Willem Gerritsz. lakenkoper en ten Z: Willem Nieupoort de
jonge, beiden met huis en erf. Belast met een opstal van 3 of 5 groten per jaar, te ontvangen door de
kerk. De koper zal het betalen met f 200 contant waarvan hij f 100 op rente zal behouden tegen de
penning 16 en de rest op f 72 per jaar. De koper zal 2 suffisante penningborgen moeten stellen. Koper
is geworden Servaes Arijensz. voor de somme van f 1.280. Penningborg: Arien Pietersz. Spangien.
Nr. 683 folio 384 d.d. eodem die.
91

NADERE TOEGANG 75
Gerrit Lourisz. timmerman heeft verkocht aan Adriaen Cornelisz. boekdrukker een huis en erf op de
Haven, belend ten N: de huizing van de erfgenamen van Aechte Pieters en ten Z: Cornelis Rochusz.
koekenbakker. Dit in manieren en servituten als het huis bij kaveling hem bij loting te beur is gevallen.
Koopsom f 1.800 carolus, te betalen met f 300 contant en de rest op termijnen van f 72 per jaar.
Belast met de helft van f 3-05-00 voor het maken van de stenen kade. Waarborg: Pieter Jacobsz.
Penningborgen: (Thinus Jansz. Pick) brouwer te Delft en Jan Cornelisz. moutmaker.
Kanttekening: De penningbrief is met consent van Gerrit Lourisz. timmerman gemaakt t.b.v. Jan
Dircxz. van Coolen en Gerrit Lourisz. zelf voor de kooppenningen als borg, naast de penningborgen in
de tekst genoemd.
Nr. 684 folio 384v. d.d. eodem die.
Jan Jacobsz. de Recht als geordonneerde curator in de boedel van zaliger Jacob Adriaensz. le
Grande en Trijntgen Dircxdr. deszelfs nagelaten weduwe, wil in het openbaar verkopen met willig
decreet de helft van een huizing van de voorn. Jacob Adriaensz. op de hoek van de oude Vismarkt,
belend ten O: Maertgen Matheusdr. weduwe Henrick Sebastiaensz. Bolleman en ten W: de oude
Vismarkt. De koper zal boven de kooppenningen aannemen de helft van een rente van f 11-05-00,
losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 180 welke Jan Dircxz. van Coelen op het voorsz. huis
en het geheel sprekende heeft. Nog met de opstal van 30 st. per jaar, toekomende het weeshuis.
Mitsgaders nog de helft van de opstal van 10 st. per jaar, te ontvangen door de kerk. De koper belooft
te betalen met f 100 contant en de rest op f 72 per jaar. Koper is gebleven Arien Jacobsz. voor de
somme van f 663. Penningborgen: Jacob Arijenszs. en Arien Dircxz. bakker.
Kanttekening d.d. 05-02-1621: Adriaen Jacobsz. schoenmaker heeft vertoond de originele schuldbrief,
zijnde doorsneden en gecasseerd.
Nr. 685 folio 385 d.d. eodem die.
Dezelfde Jan Jacobsz. de Recht in de voorsz. kwaliteit wil met willig decreet verkopen de wederhelft
van de voorsz. huizing en erf achter op de Haven, belend ten O: Maertgen Matheus weduwe en ten
W: de oude Vismarkt, op de navolgende condities. “De cooper sall vermogen gelijcke leuijff ofte
vuijtstock te mogen doen maecken aen dese huijsinge, gelijck aen dandere sijde tegenover aldaer bij
Gerrit Gerritsz. jonge Moelen gemaect is volgens dacte van schout, burgemeesteren en schepenen
daervan sijnde in date den 9° Aprilis 1605”. Het zal mogen raaien achter op de haven van de
westhoek van het huis van deze huizing blijkens de acte van permissie van schout, burgemeesters en
schepenen van dato 20-02-1610. Belast met de helft van een rente van f 11-05-00 per jaar, losbaar de
penning 16 met een hoofdsom van f 180 welke Jan Dircxz. van Coelen op het hele huis sprekende
heeft, alles volgens de teneur van de rentebrief. Nog met de opstal van 30 st. per jaar, toekomende
het weeshuis. Mitsgaders nog de helft van de opstal van 10 st. per jaar, te ontvangen door de kerk,
waarmede deze huizing geheel belast is. De koper zal de kooppenningen betalen met f 100 contant
en de rest met f 72 per jaar. Koper is gebleven Bastiaen Arentsz. voor de somme van f 600.
Penningborgen: Willem Gerritsz. en Gerrit Willemsz.
Nr. 686 folio 386 d.d. eodem die.
Idem voor zichzelf en als curator voorsz. voor de andere helft en met willig decreet leveren zekere tuin
met een huisje daarop staande, gelegen bezijden het pesthuis, belend te O: de tuin van Henrick
Winter en ten W: het voorn. pesthuis, op de navolgende condities. De verkoper zal tot zijn last nemen
een rente van f 6-11-04 per jaar, te ontvangen door de stad, losbaar de penning 16. De koopsom te
betalen met f 20 contant en de rest op f 12 per jaar. Koper is gebleven Jacob Arijensz. schoenmaker
voor de somme van f 120. Penningborgen: Gerrit en Arien Jacobszonen.
Nr. 687 folio 386v. d.d. eodem die.
Lubbert Wolphertsz. heeft verkocht aan Cornelis Hubrechtsz. kuiper een huis en erf op het Einde,
belend ten O: Machtelt Arentsdr. den Haen en ten W: Cornelis Lenertsz. Veen, strekkende voor van
de straat tot achter op de haven. Belast met 7½ groot, toekomende de kerk. Koopsom f 1.800, te
betalen met f 200 contant en de rest op £ 54 per jaar. De koper neemt tot zijn last te betalen de last
van de stenen kade achter de voorsz. huizing. Nog een voorwaarde over de goot. Waarborgen: Jan
Willemsz. van Haerlem en Henrick Verwel. Penningborgen: Hubrecht Cornelisz. en Lenert Cruijck uit
kracht van een procuratie door zijn huisvrouw geëxhibeerd.
Nr. 688 folio 387 d.d. 10-05-1610.
Adriaen Sijmonsz. minister te Charlois heeft verkocht aan Jan Adriaensz. een huis en erf in het
Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: Allert Jansz. brouwersknecht en ten Z: een
gang toebehorende Gerrit Cornelisz. metselaar, strekkende voor van de vaart tot achter aan de sloot.
Koopsom f 800, te betalen met f 72 contant en de rest op f 25 per jaar. Belast met £ 3-10-00, te
ontvangen door het gasthuis. Waarborg: Pieter Jansz. Lis. Penningborgen: Pleun Arijensz. en Cornelis
Arijensz. timmerman.
Kanttekening: De kustingbrief is gemaakt t.b.v. Claes Bastiaensz. landmeter.
92

NADERE TOEGANG 75
Nr. 689 folio 387v. d.d. eodem die.
Maerten Willemsz. Sluijs koopman alhier heeft verkocht aan Sijmon Claesz. Pesser brouwer in de
Dubbelde Lelije een huis en erf op de Hoogstraat genaamd de Schaer, belend ten N: Jacob Cornelisz.
bakker in het Hemelrijck en ten Z: Pieter Jansz. Tertolen, strekkende voor van de straat tot achter aan
de straat van de haven. Koopsom f 3.336, te betalen met f 500 contant en de rest op f 120 per jaar.
Belast met 1 st. 2 blank per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. De goot tussen
dit huis en dat van Pieter Jansz. Tertolen dient half om half onderhouden te worden. Waarborg: Pieter
Jansz. Tertolen. Penningborg: Henrick Sebastiaensz. van der Wel.
Kanttekening: De penningbrief is gemaakt t.p.v. Hillegond Jans weeskind van Hillegond Coenen waar
vader van is Jan Reijniersz.
Nr. 690 folio 388 d.d. eodem die.
Gerard Muijs secretaris constitueerde zich borg voor Franchois Persijn dokter ordinaris medicine te
Dordrecht t.b.v. Cornelis Jansz. van Delft, voor alle namaningen en preferentien die dezelve Cornelis
Jansz. uit kracht van een kustingbrief door hem t.p.v. Henrick Geerloffsz. voor schepenen alhier
verleden op 28-07-1591, in enige manieren zou mogen worden aangedaan.
Nr. 691 folio 388v. d.d. 13-05-1610.
Herman Jacobsz. zeevarende man ter ene zijde en Arent Pietersz. gehuwd met Commertgen
Hermansdr., Lenert Thijsz. gehuwd met Trijntgen Hermansdr. en Salomon Jansz. gehuwd met
Aechgen Hermansdr., vervangende Gerrit Willemsz. gehuwd hebbende Lijsbeth Hermansdr., allen
kinderen van de voorn. Herman Jacobsz., verwekt bij Betgen Willemsdr. zaliger, ter andere zijde. Zij
zijn geaccordeerd ter zake van het moederlijk bewijs van de kinderen, volgens de vertichting gemaakt
voor schepenen alhier op 01-06-1607. Op deze vertichting resteert nog te betalen f 386-10-00 welke
Herman Jacobsz. bekent schuldig te zijn. Hij belooft te betalen op f 12 per jaar en verzekert dit op zijn
huis en erf op het Einde in het Korte Groenendaal, belend ten W: Dominicus Jansz. en ten O: Carel
Willemsz. Hierbij is de vertichting gecasseerd, mede de clausule waarbij geconditioneerd is dat
Grijetgen Henricxdr. huisvrouw van Herman Jacobsz. indien hij het eerst zou overlijden, zou zij blijven
bezitten en gebruiken het voorsz. huis met alle verdere goederen, dit is eveneens gecasseerd.
Nr. 692 folio 389 d.d. 15-05-1610.
Henrick Pietersz. heeft verkocht aan Lenert Thijsz. van Brugge een huis en erf over de Schie, belend
ten O: Maertgen Michiels en ten W: het huis van Pieter Jansz. Broot int Tresoor. Koopsom f 600, te
betalen op f 24 per jaar. Belast met een opstal van de stenen kade, bedragende in hoofdsom £ 20-03-
14, belopende £ 1-05-04 per jaar. Waarborg: de oude waarbrief. Penningborgen: Herman Jacobsz. en
Arent Pietersz., elk voor de helft.
Kanttekening d.d. 18-05-1652: Jan Leendertsz. van Brugge vertoonde de originele kustingbrief, zijnde
doorsneden en ten volle betaald.
Nr. 693 folio 389v. d.d. 17-05-1610.
Willem Jansz. heeft verkocht aan Abraham Sauwers een huis en erf in de Raam, belend ten Z: Pieter
Claesz. van Arp en ten N: Cornelis Cornelisz. den Boeff. Belast met een rente van f 12 per jaar,
losbaar de penning 16 toekomende de stad. Koopsom f 1.200 carolus, te betalen met f 200 contant en
de rest op f 45 per jaar. Waarborgen: Arien Pietersz. en Jan Willemsz. Penningborgen: Dirck Sauwers
en Adriaen Sauwers.
Nr. 694 folio 390 d.d. 17-05-1610.
Joachim Arentsz. van Rotterdam voor zichzelf en vervangende Grijetgen Jans weduwe Pieter
Cornelisz. Berchman voor de ene helft en Gerrit Wiggersz. mede voor zichzelf, mitsgaders Jan
Lenertsz. en Gerrit Claesz. vervangende Jan Aelbrechtsz., allen erfgenamen van Grijetgen Cornelisdr.
in leven huisvrouw van Joris Engelsz. wonende alhier, voor de andere helft, hebben verkocht aan
dezelve Joris Engelsz. de helft van een huis en erf bij de Overschiese poort, belend ten W: Gerrit
Arijensz. en ten O: de stadsvest. Joris Engelsz. competeert de wederhelft door het overlijden van zijn
huisvrouw. Koopsom f 300, te betalen op f 24 per jaar.
Nr. 695 folio 390v. d.d. 19-05-1610.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Willem Cornelisz. van Voorstat te Delft de somme van f 600 over
de koop van gerst en mout. Hij belooft te betalen op 10 jaar met 1/10 per jaar en de intrest van dien
tegen de penning 16. Hij verzekert dit op de huizen en erven hierna genoemd, te weten; het huis en
erf waarin hij woont met nog 2 andere huisjes, staande naast elkaar in de Holsteeg, belend ten Z:
Wouter Cnoll en ten N: de gang van Gerard Muijs secretaris. Item nog een huis en erf waarin de
stadstafelhouder in woont, staande in de Korte Kerkstraat, belend ten O: de erfgenamen van zaliger
Sijbrant Lourisz. en ten W: Jan Jorisz. glasmaker. Nog een bouwhuis in het convent van Leliëndaal
met de banen en erven van dien. Voorts op zijn persoon en goederen.
Nr. 696 folio 391 d.d. eodem die.
93

NADERE TOEGANG 75
Jacob Lambrechtsz. voorn. is schuldig aan Dirck Evertsz. van der Poll te Delft de somme van f 404-
05-00 als restant van f 804-05-00 over de koop van 20 hoet en 28 achtendeel mout tot f 34 het hoet,
mitsgaders van 2 hoet 20 achtendeel mout tot f 36 het hoet. Hij belooft de voorsz. somme te betalen
op 10 jaar, telkens 1/10 part met de intrest van dien tegen de penning 16. Hij verbindt hieraan tot
hypotheek de huizen en erven hierna genoemd. Eerst het huis en erf waarin hij woont, belend etc.,
alles zoals voornoemd. Dit onder voorwaarde dat de obligatie van 25-06-1608 door hem comparant
als principaal en Lambrecht Dircxz. Haga als borg t.b.v. de voorsz. Dirck Evertsz. verleden, hierdoor
niet zal worden veranderd, maar dat dezelve obligatie met de borgtocht daarin begrepen zal zijn en
blijven onveranderd en dat in alle delen en elk punt van dien en dat deze hypotheek alleen zal
accederen en toekomen tot de voorsz. obligatie tot meerdere zekerheid van de voorn. van der Pol.
Nr. 697 folio 392 d.d. eodem die.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Matheus Jansz. Onderwater brouwer te Delft de somme van f 240
als restant van f 480 over de koop van 12 hoet Schotse gerst, het hoet f 40. Hij belooft te betalen op
10 jaar, telkens 1/10 part met de intrest van dien. Hij verzekert dit op de huizen en erven hierna
genoemd, eerst op het huis en erf waarin hij woont, etc.
Nr. 698 folio 392 d.d. eodem die.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Jacob Sijmonsz. de Mulder de somme van f 291-18-00 over de
koop van mout. Hij belooft te betalen op de verschijndagen en onder hypotheek als voren.
Nr. 699 folio 392 d.d. eodem die.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Jeroen Jacobsz. de somme van f 266 over de koop van mout, te
betalen op 10 termijnen, etc.
Nr. 700 folio 392v. d.d. eodem die.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Adriaen Sijmonsz. Groenewegen de somme van f 150 over de
koop van mout. Hij belooft te betalen op 10 jaar tegen de penning 16 en verzekert dit, etc.
Nr. 701 folio 392v. d.d. eodem die.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Gerrit Jansz. Graswinckel de somme van f 116 als restant van
bier, te betalen op de verschijndagen, onder verband etc.
Nr. 702 folio 392v. d.d. eodem die.
Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Allert Woutersz. van Santen de somme van f 614-04-14 van de
koop van Mout, te betalen op de verschijndagen onder hypotheek, etc.
Nr. 703 folio 393 d.d. 22-05-1610.
Cornelis Hubrechtsz. stierman voor zichzelf en Claes Henricxz. nomine uxoris, mitsgaders dezelfde
personen als voogden van de weeskinderen van wijlen Dirck Hubrechtsz. stierman, allen erfgenamen
van Aeltgen Hubrechtsdr., hebben verkocht aan Cornelis Jansz. Poort stierman burger alhier, een huis
en erf in de Westmolenstraat, belend ten W: een erf toebehorende Jan Jacobsz. Morou schoenmaker
en ten O: Frederick Arijensz.kuiper, strekkende voor van de straat tot achter op de bansloot. Koopsom
f 682 carolus, te betalen met f 50 contant en de rest op f 28 per jaar. Belast de grond van de huizing
met een losrente van f 7 per jaar, losbaar de penning 16, competerende de stad. Waarborg: Cornelis
Hubrechtsz. Penningborgen: Jacob Rembrantsz. en Jan Lourisz. van Wijck.
Nr. 704 folio 393v. d.d. 22-05-1610.
Jan Adriaensz. den Boer heeft verkocht aan Cors Cornelisz. zeevarende man een huis en erf in de
Breedstraat, belend ten N: Arien Jacobsz. en ten Z: Willem Arijensz. Koopsom f 900 min f 24, te
betalen met f 100 contant en de rest op f 26 per jaar. Belast met f 4 per jaar, te ontvangen door het
gasthuis, te lossen de penning 16 volgens de rentebrief die het gasthuis op het huis sprekende heeft.
Waarborg: Dirck Euwoutsz. Penningborgen: Jacob Rembrantsz., Gerrit Arijensz. Schoone en Pieter
Cornelisz. houtkramer.
Nr. 705 folio 393a d.d. 22-05-1610.
Dokter Franchois Persijn heeft verkocht aan Lenert Jansz. van Delft een boomgaard met een
tuinhuisje daarop staande in het Groeneweegje, strekkende voor van het kleine huisje van de
verkoper hetwelk tegenwoordig bewoond wordt door Maertgen Crijnen weduwe Joris Spil tot achter
aan de vest, belend ten O: de stadsvest en ten W: Cornelis Jansz. van Delft, met een vrije ingang voor
van het Groeneweegje nevens het voorsz. kleine huisje. Vrij en niet belast. Koopsom f 300 vlaams
welke de koper op rente zal behouden tegen de penning 16. De gifte gegeven door Dirck
Gommersbach met procuratie van Dr. Franchois Persijn.
Kanttekening d.d. 06-06-1618. Cornelis Aertsz. Kievit possesseur en eigenaar van de boomgaard en
tuinhuisje welke de rentebrief vertoonde die is afgelost en gecasseerd.
Nr. 706 folio 394 d.d. 24-05-1610.
Judick Pouwelsz. weduwe Jan Gerritsz. Cramer mitsgaders de kinderen en erfgenamen van dezelve
Jan Gerritsz., hebben verkocht aan Wijnant Gillisz. kaaskoper een huis en erf op de Verbrande Erven,
belend ten N: ’s-herenstraat genaamd de Breedstraat en ten Z: Arien Jansz., strekkende voor uit de
94

NADERE TOEGANG 75
straat tot achter aan zekere houten heining. Koopsom f 1.440, te betalen met f 200 contant en de rest
op f 50 per jaar. Vevoorwaard is dat Arien Jansz. zeker erf door hem gekocht, gelegen aan de
zuidzijde van dit huis zal moeten ommuren op zijn kosten. Item dat Arien Jansz. voorn. gelegen aan
de zuidzijde van de muur van deze huizing, vrij zal mogen ankeren. Nog een voorwaarde over een
goot en over de waterlozing van het erf van Cornelis Verheul, strekkende in het Rode Meer. Belast
met f 0-19-06, toekomende de Grafelijkheid. Penningborgen: Arien Jansz. en Cornelis Cornelisz.,
respectivelijk zoon en zwager van Jan Gerritsz. zaliger.
Nr. 707 folio 394v. d.d. eodem die.
Wijnant Gillisz. kaaskoper heeft verkocht aan Pouwels Balten Verbeeck tijkwerker een huis en erf in
de Gooistraat, belend ten Z: de weduwe van Salomon Jansz. timmerman en ten N: Jan Dircxz. van
Coelen. Dit zoals hij het gekocht heeft van de erfgenamen van Hadewij Euwoutsdr. volgens de oude
waarbrief. Koopsom f 2.300, te betalen op termijnen van f 150 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg:
Frans Maes. Penningborg: Maijken Verbrugge.
Nr. 708 folio 395 d.d. 29-05-1610.
Ghijsbert Ghijsbertsz. hoefsmid burger van Rotterdam heeft verkocht aan Huijch Pietersz. smid alhier
2 huizen en erven genaamd het Emaus, staande aan de Afrol bij de Ketelpoort waarin de koper is
wonende, belend ten O: Jan Jacobsz. wever en ten W: de Breedstraat, achtervolgende het contract
van separatie door de erfgenamen onderling gemaakt. Belast met 5 gr. per jaar van gravenpacht.
Koopsom f 975, te betalen met f 275 contant waarvan hij f 125 op rente zal behouden tegen de
penning 16 en de rest op f 50 per jaar.
Nr. 709 folio 395v. d.d. 02-06-1610.
Crijn Cornelisz. zeevarende man heeft overgedragen aan Willem Gerritsz. lakenkoper een kustingbrief
verleden door Henrick Joosten timmerman voor schepenen van Vlaardingen t.b.v. hem comparant op
11-06-1608, inhoudende de somme van f 300 en waarop f 18 is betaald. Dit ter zake van een
hijpotheek op zijn huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten Z: Gooltgen Vrijesen en ten N: Claes
den decker. Hij bekent van dit transport voldaan te zijn met de somme van f 162, contant geld.
Nr. 710 folio 396 d.d. 05-06-1610.
Joost Jacobsz. zeevarende man is schuldig aan Henrick Verhaer schrijnwerker een losrente van f 3-
02-08 per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 50. Hij verzekert dit op een ledig erf
over de Haven, belend ten N: Gerrit Lourisz. Bonckstoe en ten Z: Jan Ruttensz. metselaar, beiden met
huis en erf. Dit onder het recht van de weeskamer waarbij is bepaald dat bij insuffisantheid de
hoofdsom en rente zal worden betaald uit de goederen die Neeltgen Cornelisdr. zijn comparants
huisvrouw door overlijden van Machtelt Arents haar moeder zal komen te erven.
Nr. 711 folio 396v. d.d. eodem die.
Gerrit Lourisz. timmerman heeft verkocht aan Joost Jacobsz. zeevarende man een ledig erf bij de
Vrouwenpoort, belend ten N: het erf van Jan Ruttensz. en ten Z: het ledige erf van de verkoper.
Welverstaande dat het verkochte erf alsnog met 2 andere erven onafgepaald en gescheiden in het
gemeen is gelegen, breed moet blijven zo wanneer de koper 2 zijmuren, elk van een steen dik, daarop
zal opgehaald hebben, 12 roede voeten binnen dezelfde muren, strekkende hetzelve erf voor van de
straat of kade volgens de raaiïng zo verder zijn verkopers wederhelft is strekkende. Vrij en niet belast.
Koopsom f 150 carolus, contant geld welke de koper op rente zal behouden tegen de penning 16.
Nr. 712 folio 397 d.d. eodem die.
Gerrit Lourisz. timmerman heeft verkocht aan Jan Ruttensz. stadsmetselaar een ledig erf bij de
Vrouwenpoort, belend ten N: de huizing van Marinus de schuitvoerder en ten Z: het ledige erf van de
verkoper. Het verkochte erf is gemeen gelegen en moet in de breedte wijd blijven, etc. Strekkende het
erf voor van de straat of kade volgens de raaiïng of verkopers wederhelft is strekkende. Vrij en niet
belast. Koopsom f 150, contant geld wat de koper op rente zal houden tegen de penning 16 zolang
het hem beliefd.
Nr. 713 folio 397v. d.d. eodem die.
Barbar Claesdr. huisvrouw van Gerrit Claesz. Sas met procuratie van haar man, verleden voor
Hubrecht Balis notaris te Dordrecht op 02-06-1610, heeft gecedeerd aan Maria Thonisdr. weduwe
Claes Adriaensz. wonende in Nieupoort, alle vrijdommen en acties als de voorsz. Gerrit Sas
competeert in een huis en erf op de Hoogstraat alhier genaamd de Harde Bollen, belend ten Z:
Bastiaen Henricxz. Bolleman en ten N: Gerrit Lourisz. timmerman, met de appendatiën van voren tot
achter op de haven, door de voorn. Maria Thonis daarin gevestigd. Dit met de vrijdommen volgens de
oude waarbrief waarbij de voorn. Sas de huizing heeft gekocht. De verkoopster bekent van de koop
voldaan te zijn, behoudelijk dat de voorsz. Maria Thonisdr. verbonden blijft alle resterende paaien,
kustingen en rente op het huis en erf staande, tot haar last te nemen.
Kanttekening: Hiervan is geen 40° penning betaald alzo schepenen hetzelve in advies gehouden
hebben.
95

NADERE TOEGANG 75
Nr. 714 folio 398v. d.d. eodem die.
Sijmon Arijensz. scheepstimmerman wonende Rotterdam en Sijmon Arijensz. de Holster wonende
alhier gehuwd met Pietertgen Ariensdr. zuster van de voorn. Sijmon Arijensz. scheepstimmerman,
zoon en dochter respectivelijk van Aechgen Rochusdr., dochter van Rochus Pietersz. de Vrijes hun
schoonvader, voor hunzelf en vervangende de mede erfgenamen van Rochus Pietersz., hebben
ontvangen op 15-07-1608 uit handen van Jan Copijer wonende alhier, de somme van f 100 welke de
kinderen en kindskinderen van Rochus Pietersz. Vrijes door Pieter Hessels overleden te Duinkerken,
besproken waren achtervolgende zijn uiterste wil in dato 30-03-1607. Van deze f 100 geven zij
comparanten dezelve Jan Copijer cessie om dezelve te lichten en ontvangen te Duinkerken van
Michiel Cock als executeur van het testament.
Nr. 715 folio 399 d.d. 06-06-1610.
Pietertgen Claesdr. weduwe Maerten Pietersz. geassisteerd met Willem Muijs haar gekozen voogd is
schuldig aan Jan Fransz. Bruijcker de somme van f 323 ter zake van afgerekende schuld. Zij belooft te
betalen met £ 161-10-00 per jaar met de intrest tegen de penning 14 pro rata en verzekert dit op haar
huis en erf in de Raam, belend ten W: het erf van Lijsbet de verfster en ten O: de weduwe van Jan
Pietersz. spinder. Nog op een erf voor haar huizing, strekkende tot op ’s-herenstraat. Ter meerdere
zekerheid hebben Claes Maertensz., Pieter Maertensz. en Theus Maertensz., haar comparantes
kinderen, zich borg gesteld.
Nr. 716 folio 399v. d.d. 07-06-1610.
Jan Cornelisz. timmerman als oom en voogd, Pieter Arijensz. molenaar oom nomine uxoris, Henrick
Jacobsz. van Vlaardingen oom en bloedvoogd en Lenert Fransz. Boomgaert oom en voogd mede
nomine uxoris van Lenert Cornelisz. weeskind van Cornelis Jacobsz. molenaar en Neeltgen Lenertsdr.
oud 15 jaar, erfgenamen nevens het weeskind van Maertgen Jacobsdr., in leven huisvrouw van Jan
Arijensz. en in deze vervangende Jochum Stoffelsz. mede oom nomine uxoris. Zij zijn geaccordeerd
voor hunzelf als mede voor het weeskind, met Jan Arijensz. voorsz. nopens de erfenis hun in de
voorsz. kwaliteit aanbestorven door de voorsz. Maertgen Jacobsdr., namelijk dat de voorsz.
comparanten bij deze afstand doen en renunciëren de voorsz. erfenis, mits Jan Arijensz. zal betalen
aan het weeskind de somme van £ 5 vlaams, te verschijnen over 12 jaar. Indien het weeskind
voortijdig komt te overlijden vervalt de £ 5 op Jan Arijensz.
Nr. 717 folio 400v. d.d. eodem die.
Arien Jansz. metselaar heeft verkocht aan Cornelis Jorisz. een huis en erf in de Breedstraat, belend
ten N: de verkoper en ten Z: de waterput van de woning van Cornelis Verheul, strekkende voor uit de
Breedstraat tot achter aan de sloot van het Zusterhuis. Koopsom f 825, te betalen met f 108 contant
en de rest op f 30 per jaar. De kustingpenningen zullen ontvangen worden door Adriaen Willemsz. van
der Elst, welke aktie heeft van de verkoper. Vrij en niet belast. Indien de koper komt te overlijden of te
verarmen, zodat hij, zijn weduwe of nazaat de kustingpenningen niet kan opbrengen of voldoen, de
verkoper de resterende kustingpenningen bij prijsering van goede mannen, het huis en erf in betaling
de achterstand zullen mogen aannemen.
Kanttekening: De kustingbrief is gemaakt t.p.v. Adriaen Willemsz. van der Elst, afgetrokken de
contante penningen welke de verkoper ontvangen heeft.
Nr. 718 folio 401 d.d. eodem die.
Dijewertgen Crijnen weduwe Pieter Jasparsz. metselaar geassisteerd met haar gekozen voogd Fob
Jacobsz. en Cornelis Jasparsz. als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van de voorn.
Pieter Jasparsz. heeft verkocht aan Dijert Pietersz. t.b.v. zijn moeder Trijntgen Francen weduwe Pieter
Dijerten, in leven schout tot Zevenhuizen, een huis en erf op de Raamsloot, belend ten O: Vrijes
Dircxz. kuiper en ten W: een gang van Arien Jansz. mede kuiper, mitsgaders de erfjes gelegen achter
de huisjes staande in de Raam, gekomen van Jan Hugensz. Vrij en niet belast. Koopsom f 700, te
betalen met f 400 contant en de rest op f 24 per jaar. Waarborgen: Cornelis Jasparsz. en Fob
Jacobsz. beiden voorn.
Kanttekening d.d. 13-10-1623: Compareerde de voorn. Cornelis Jaspersz. en bekende van deze
kusting voldaan te zijn uit handen van Trijntgen Fransgen en Diert Pietersz., de brief is gecasseerd en
doorsneden.
Nr. 719 folio 401v. d.d. 08-06-1610.
Sijmon Cornelisz. de zoon van Cornelis Jansz. van Delft constitueert zich borg voor zijn vader t.b.v.
Franchois Persijn dokter medicine te Dordrecht voor de somme vn f 120, begrepen in een verbaal uit
een akte van 04-02-1610. Hij belooft bij gebrek van betaling dit te voldoen onder verband van zijn
persoon en goederen.
Nr. 720 folio 402 d.d. 09-06-1610.
Arien Jansz. vleeshouwer heeft geconstitueerd t.b.v. Neeltgen Joris weduwe Willem Adriaensz. een
losrente van f 31-05-00 per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 500. Hij verbindt
96

NADERE TOEGANG 75
hieraan zijn huis en erf in de Breedstraat, belend ten Z: Cornelis Jorisz. en ten N: Grijete Cornelis. Ter
meerdere zekerheid heeft Maerten Jansz. de Helt zich borg geconstitueerd voor Arien Jansz. onder
hypotheek van zijn huis en erf omtrent de Vlaardingse poort op de haven, belend ten Z: de huizing van
Henrick Jansz. van Delft en ten O: Michiel Maertensz.
Nr. 721 folio 402v. d.d. 11-06-1610.
Arijen Arijensz. constitueert zich borg voor Arien Jacobsz. t.b.v. Domis Pietersz. stierman voor de helft
van de somme van f 100, voor welke somme zich in het geheel borg had geconstitueerd Arien
Sijmonsz., zodat de voorsz. Arijen Sijmonsz. en Arien Arijensz. nu elk voor de helft van de voorn.
somme van f 100 als borgen verbonden blijven, onder verband van hun personen en goederen.
Nr. 722 folio 403 d.d. 11-06-1610.
Jacob Arijensz. wonende in Maasland heeft overgedragen aan Jan Dircxz. van Coelen een
kustingbrief door Cornelis Jansz. wonende in de polder, verleden ten zijne behoeve voor schout en
schepenen van Kethel op 26-03-1603, inhoudende als restant f 625, te betalen op f 50 per jaar. Hij
bekent voldaan te zijn de laatste penning met de eerste.
Nr. 723 folio 403 d.d. 11-06-1610.
Roeloff Jansz. schipper is schuldig aan Claes Cornelisz. mede schipper wonende te Amsterdam de
somme van f 2.025 als restant van de koop van een nieuwe boeier zo die van stapel gelopen is, met
de gereedschappen van dien. Dit volgens een notarieel contract door Roeloff Jansz. en Claes
Cornelisz. te Amsterdam onderling gemaakt op 13-03-1610. Hij belooft te betalen op 15-06-1611 en
verzekert dit op de voorn. boeier onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid hebben
Maerten Coij koopman alhier en Lubbert Wolphertsz. mede koopman, zich borgen gesteld.
Nr. 724 folio 403v. d.d. 14-06-1610.
Willem Cornelisz. stierman wonende alhier is schuldig aan Pieter Jansz. Lis de somme van £ 433-09-
00 ter zake van geleende penningen. Hij belooft te betalen bij vermaning en verzekert dit op zijn
huizing en erf in de Boterstraat, belend ten O: kapitein Joriaen Henricxz. en ten W: de weduwe van
Cornelis Thomasz. wielmaker, mitsgaders op zijn portie in de penningen geprocedeerd van een huis
te Leiden op de Rijn omtrent de Korenbrug, hem comparant aanbestorven door zijn bestemoeder.
Item op zijn comparants contingent in de penningen gekomen van het huis alhier op het Einde, waar
thans possesseur van is Jacob Pietersz. kleermaker, belend ten O: Aeltgen Francen in de Helm en ten
W: Dirck Jacobsz. Mitsgaders nog op zijn comparants gedeelte van de verkoping van een huis en erf
op de Gooistraat, belend ten O: Dirck Huijgen bootsman en ten W: Arien Jansz. schrijnwerker, hem
aanbestorven door Annetgen Warnaerts zijn zaliger moeder. Voorts op zijn meubele goederen.
Nr. 725 folio 404v. d.d. 19-06-1610.
Bruijn Adriaensz. Cuijper oud burgemeester alhier heeft opgedragen aan de weesvaders t.b.v. het
weeshuis een kustingbrief sprekende op Daen Dircxz. blokmaker, inhoudende nog de somme van f
1.900, te betalen op f 108 per jaar, verleden voor schepenen alhier op 03-10-1609. Hij is van dit
transport betaald de laatste penning met de eerste en belooft voor Daen Dircxz. in te staan bij
insuffisantheid, welverstaande dat hij aan zich houdt zijn aktie op Arien Jansz. Pansser schoenmaker
als borg volgens de teneur van de voorn. kustingbrief.
Nr. 726 folio 405 d.d. 21-06-1610.
Mathijs van Muijlwijck oud burgemeester alhier heeft verkocht aan Ghijsbrecht Lenertsz. een gedeelte
van een boomgaard, strekkende van het midden van het middenpad van dezelve boomgaard tot
achter aan de sloot, breed met de sloot (welke de koper mag indammen), als voor aan ’s-herenweg
gelegen buiten de Hoofdpoort omtrent de steenplaatsen, belend ten N: Pieter Maertensz. en ten Z: ’sherenweg.
Koopsom f 210, contant geld. Er zal een heining gesteld worden in het midden van het
middenpad en bekostigd half om half. De koper zal tot zijn last nemen de rente van f 8 die de stad op
het gehele erf sprekende heeft.
Nr. 727 folio 405v. d.d. 29-06-1610.
Arien Jacobsz. de Recht wonende te Alblas zoon en erfgenaam van Jacob Jacobsz. de Recht heeft
overgedragen aan Jan Jacobsz. de Recht burgemeester alhier zijn oom, 1/6 part in een rentebrief van f
21-10-00 per jaar, losbaar de penning 16, sprekende op de 6 grote steden van Holland gedateerd 17-
12-1557, bedragende het 1/6 part f 3-15-00 per jaar. Mitsgaders nog 1/6 part in een reductie,
inhoudende in hoofdsom f 135, belopende de intrest f 8-08-09 per jaar en het 1/6 part 28 st. Hij bekent
van dit transport voldaan te zijn de laatste met de eerste penning.
Nr. 728 folio 406 d.d. 02-07-1610.
Jacob Bouwensz. gehuwd hebbende Maertgen Cornelisdr., mitsgaders Annetgen Cornelisdr. jonge
dochter, kinderen en erfgenamen van Cornelis Dircxz. en Neeltgen Cornelisdr. beiden zaliger,
bekennen voldaan te zijn uit handen van Bouwen Claesz. schipper, ter zake van hun patrimoniale
goederen, elk met de somme van f 50.
Nr. 729 folio 406 d.d. 10-07-1610.
97

NADERE TOEGANG 75
Cornelis Cornelisz. dictus Calff de oude transporteert aan Philips van Slingerlant Henricxz. in
mindering van hetgeen hij de voorn. Slingerlant schuldig is, de somme van f 800 welke hem zijn
competerende van Pieter Rutsersz. te Brouwershaven over het restant van de betaling van een
nieuwe “gaengbuijsch”, die hij comparant voor hem en Job Willemsz. Schotsman gemaakt heeft in
1607.
Nr. 730 folio 406v. d.d. 13-07-1610.
Gleijn van Stapels gehuwd gehad hebbende Francijntgen Ardes zaliger heeft afstand gedaan t.b.v.
Pieter Ardes broeder van dezelve Francijntgen, van alle aktien en preferentien als hem comparant
toekomt uit krachte van de donatie van wijlen Mr. Jan Pgijers, gedaan aan de kinderen van zaliger
Isabeau Ogijers zijn dochter. Hij belooft zijn hand daarvan af te trekken en cedeert alle aktie en
aanspraak hem competerende.
Nr. 731 folio 406v. d.d. 14-07-1610.
Maertgen Arijensdr. weduwe Lenert Willemsz. stierman geassisteerd met haar gekozen voogd Willem
Muijs is schuldig aan Claes Bastiaensz. landmeter een losrente van f 3-08-08 per jaar, losbaar de
penning 14 met een hoofdsom van f 48. Zij verzekert dit op haar huis en erf op de Dam, belend ten O:
Huijch Sijmonsz. stierman en ten W: Claes Bastiaensz. voorn., strekkende voor van de straat tot
achter op de haven.
Nr. 732 folio 407 d.d. 17-07-1610.
Pieter Jochumsz. Cabelgaren heeft verkocht aan Cornelis Corsz. van Maaslsluis een nieuwe
kromsteven waterschuit zo die van stapel gelopen is. Koopsom f 174, te betalen de helft 17-07-1611
en de andere helft 17-07-1612 en verzekert dit op de voorn. schuit onder verband van waterrecht.
Nr. 733 folio 407v. d.d. 20-07-1610.
Warnaert Baerthoutsz. en Maerten Jacobsz. beiden burgers en inwonende poorters alhier hebben
zich borgen geconstitueerd voor Aeltgen Jorisdr. jonge dochter, mitsgaders voor Willempgen Jorisdr.
huisvrouw van Vas Cornelisz. en voor Jan Jorisz., broeder en zusters van Gerrit Jorisz., overleden op
reis naar Oost-Indië en dit voor de somme als Gerrit Jorisz. van de bewindhebbers van de V.O.C.
competeerd.
Nr. 734 folio 408 d.d. eodem die.
Sijmon Cornelisz. Bouman burgemeester alhier heeft in erfpacht uitgegeven een tuin of erf gelegen op
het Bolwerk buiten de stad aan de Buitenweg tussen de Vlaardingse en Ketelpoort, zijnde een
gedeelte van het Bolwerk, eertijds door de voorn. burgemeester Bouman en Mathijs van Muijlwijck oud
burgemeester, in het geheel in erfpacht genomen volgens de erfpachtbrief van 13-11-1592 en tussen
hun onderling gesepareerd. De voorsz. tuin is een gedeelte van de kavel of aandeel van de voorn.
Bouman, gelegen in de vorm van een triangel in het midden van het Bolwerk, belend ten ZW: de vijver
eertijds geweest zijnde de gracht van het Bolwerk, ten N: en NW: de voorn. Bouman en ten O: en ZO:
de voorn. Muijlwijck met een uitgang van 6 voeten wijd tussen beide tuinen, strekkende van de tuin of
poort van Pieter Ardes tot op de Buitenweg. Welke gang dezelve Pieter Ardes van zijn tuin af op de
lengte van 5 voeten 5 roeden in vrije eigendom zal mogen afsluiten. Pieter Ardes zal betalen tot
erfpacht aan de stad de somme van f 6. Hij dient de heining half om half te onderhouden.
Nr. 735 folio 408v. d.d. 24-07-1610.
Cornelis Jacobsz. kuiper en Thonis Geratsz. lijndraaier, beiden wonende alhier constitueren zich
borgen voor Jannitgen Jansdr. huisvrouw van Cornelis Lenertsz. Weuster wonende in de lijnbaan
alhier, enige moeie van Gerrit Jorisz. overleden op reis naar Oost-Indië, voor de somme van f 100
welke aan Jannitgen Jansdr. besproken was door Gerrit Jorisz., te ontvangen van de bewindhebbers
van de V.O.C.
Nr. 736 folio 409 d.d. 26-07-1610.
Jan Dammisz. olieslager is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen een losrente van f 50 carolus, losbaar
de penning 16 met een hoofdsom van f 800. Hij verzekert dit op zijn huizing, erf en oliemolen in de
Boterstraat, belend ten W: Cornelis Cornelisz. Bom en ten O: Jan Jorisz., strekkende voor van de
straat tot achter op de Schie.
Kanttekening d.d. 28-04-1612: Goossen Sijmonsz. burger alhier verklaarde Jan Dammisz. te ontslaan
van de f 800 daar de hoofdsom staat t.l.v. Goossen Sijmonsz. De hypotheek blijft van kracht.
Nr. 737 folio 409v. d.d. 29-07-1610.
Sijmon Melchiorsz. Veris vroedschap alhier verklaarde zich te laten verborgen op de aanstaande
verpachting van de gemene middelen binnen de stad Gorkum met de intentie om aldaar enige impost
te pachten. Om behoorlijk borg te stellen compareerden mede Wouter Pietersz. Cnol, Barthout
Barentsz. Veris, Cornelis Aertsz. Kievith en Jan Fransz. Bruijcker, allen wonende alhier en stellen zich
medestanders en borgen voor de impost die Sijmon Veris aldaar zal pachten voor de somme van f
20.000.
Nr. 738 folio 410 d.d. 07-08-1610.
98

NADERE TOEGANG 75
Willem Gerritsz. lakenkoper en Abraham Evertsz. als voogden van de weeskinderen van Mathijs
Bastiaensz. metselaar, in die kwaliteit geobtineerd hebbende condemnatie op de kinderen en
erfgenamen van Bruijn Rembrantsz. in dato 27-02-1610 ter somme van f 600 hoofdsom en f 264-04-
00 van verlopen renten, mitsgaders verdere renten tot de volle betaling toe, als zijnde possesseurs
van ⅓ part van de plaats en erf genaamd Gatenburch. Zij willen uit kracht van de condemnatie als
gesproten zijnde uit de zaak van een rentebrief van f 600 hoofdsom door Dirck Vuijtenbrouck ter
weeskamer op rente genomen in dato 27-08-1601, waarvoor Lambrecht Dircxz. Haga hetzelve ⅓ part
als borg tot speciaal hypotheek gesteld had. Het ⅓ part van Gatenburch wordt met decreet verkocht,
staande over de Haven in het West-Nieuweland, belend ten Z: de plaats en huis van Bruijn Arijensz.
en ten N: Cornelis Jacobsz. van Vlaerdinghen, op de navolgende condities: De kopers zullen de
kooppenningen betalen met contant geld. Na opveiling is koper gebleven Cornelis Jacobsz. van
Vlaerdinghen voor de somme van f 400. Borgen: Hendrick Willemsz. Juijst en Pieter Jacobsz.
Bonckstoe.
Nr. 739 folio 411 d.d. eodem die.
Jan Huijgensz. wonende Overschie gehuwd met Cuniertgen Lourisdr., mitsgaders Jan Dircxz. van
Coelen en Gerrit Dircxz. van der Wolff, gekozen testamentaire voogden over de boedel van zaliger
Sijbrant Lourisz. huistimmerman, hebben verkocht aan Pieter Pietersz. van der Burch het huis en erf
genaamd de Koegroep achter op de Haven, belend ten Z: de uitgang van het taanhuis van Pieter
Pietersz. van der Burch en ten N: Willem Jujaensz. Koeijen met huis en erf. Koopsom f 1.000 carolus,
contant geld. De koper neemt tot zijn last een rente van f 0-09-06 per jaar, te ontvangen door het St.
Anna gilde en de kerk. De waring wordt verzekerd op de goederen van de boedel van Sijbrant Lourisz.
De gifte gegeven door Adriaen Cornelisz. Molswijck die hiertoe procuratie heeft in dato 06-08-1610 in
handen van Anthonis van der Burch nomine patris.
Nr. 740 folio 411v. d.d. 14-08-1610.
Jan Lourisz. van Wijck met procuratie van kapitein oom Kees heeft verkocht aan Jacob Cornelisz.
Goetijt grootschipper een huis, erf en tuin daarachter gelegen in het West-Nieuweland over de Haven,
belend ten W: Jan Crijnsz. stierman en ten O: Pieter Cornelisz. kuiper, strekkende voor van de straat
tot achter aan de stadsvest. Koopsom f 1.950, te betalen met f 272 contant en de rest op f 72 per jaar.
Belast met een rente van f 4-03-08 per jaar, te ontvangen door de stad en nog een rente van f 3-12-
08, mede te ontvangen door de stad. Waarborgen: Jan van Wijck en Engel Thijsz. Penningborgen:
Cornelis Jacobsz. Vlaerding en Cornelis Aertsz. Kievit.
Nr. 741 folio 412 d.d. eodem die.
Willem Allertsz. Sas heeft verkocht aan Daniel van der Houve baljuw alhier de helft van een huis en
erf waarin de voorn. van der Houve tegenwoordig woont, staande op de Dam, belend ten W: Arien
Thonisz. keurmeester van de haring en ten O: de erfgenamen van Cuniere van Beveren. De
wederhelft is de voorn. van der Houve zelf competerende. Belast in het geheel met de opstal van f 1-
02-02 per jaar, te ontvangen door de Grafelijkheid met 4½ st., de kerk f 0-01-02 en de rest door het
convent van Koningsveld buiten Delft. Koopsom voor de helft f 1.050, te betalen met f 178 contant aan
de erfgenamen van Maertgen Ploenen of aan Jan Willemsz. als rest van de ene helft van de oude
kustingbrief en de resterende f 872 op f 42 per jaar, te betalen aan Willem Sas voorn. Vrij van de 40°
penning, armengeld en het maken van brieven.
Nr. 742 folio 412v. d.d. 21-08-1610.
Daniel Danielsz. zeevarende man heeft verkocht aan Cornelis Lenertsz. een huis en erf, mitsgaders
een vrije baan gelegen aan de zuidzijde van deze huizing, responderende voor tot op de straat,
staande en gelegen in het Broersveld aan de oostzijde van de vaart, belend ten N: Gerrit Jansz. de
Licht en ten Z: Willem Pouwelsz., strekkende oostwaarts op van de huizing van Dirck Pietersz. tot aan
de sloot van de vest. Koopsom f 135, te betalen met f 16 per jaar. Belast met een losrente van f 8 per
jaar, toekomende Aeltgen Lenertsdr. weduwe Maerten Sijmonsz. Bevoorwaard is dat de poort staande
op de scheiding van deze huizing en het gemene pad, mitsgaders de straat, tot kosten van de koper
en Dirck Pietersz. half om half zal worden onderhouden.
Nr. 743 folio 413 d.d. 22-08-1610.
Cornelis Theunisz. de Helt schipper gehuwd met Commertgen Joppendr. en dienvolgend mede
erfgenaam voor de ene helft in de nagelaten goederen van Job Jansz. stierman zijn huisvrouws
zaliger vader, heeft gecedeerd aan Aeltgen Cornelisdr. weduwe Balthasar Quinget de somme van f
233, te ontvangen uit een kustingbrief door Dirck Joppen Fabri als principaal en zijn borgen op 03-05-
1603 alhier verleden t.b.v. de voorsz. Jop Jansz., dit op termijnen van f 16-10-00 per jaar. Hij verbindt
hieraan zijn persoon en goederen en bekent voldaan te zijn de laatste penning met de eerste.
Nr. 744 folio 413v. d.d. 29-08-1610.
Jannitgen Ariensdr. weduwe Hendrick Jansz. metselaar geassisteerd met haar gekozen voogd als
principaal, mitsgaders Arent Hendricxz. metselaar haar zoon als borg en mede principaal, heeft
99

NADERE TOEGANG 75
verkocht aan Jan Dircxz. van Coelen een losrente van f 12-10-00 per jaar met een hoofdsom van f
200. Zij verzekert dit op haar huis en erf in de Koningstraat, belend ten W: de stadsdoelen en ten O:
Hendrick Hendricxz. den Trarum, strekkende voor van de straat tot achter aan de Doelsloot. Deze
huizing is verder niet belast.
Nr. 745 folio 414v. d.d. 04-09-1610.
Arien Hubrechtsz. Boomgaert burger alhier heeft verkocht aan Maertgen Arijens ongehuwde dochter,
17 duimen erf buiten de drop, strekkende van haar koopsters 3½ voet erf tot de binnenkant van de
deurkozijn van de verkoper toe. Vrij en niet belast. In deze koop is begrepen een schoorsteentje op de
muur van de 17 duimen. Koopsom f 14, contant geld.
Nr. 746 folio 415 d.d. 17-08-1610.
Sebastiaen Hendricxz. en Jacob Hendricxz. Bolleman constitueren zich waarborgen t.b.v. Jacob van
Cleeff voor het huis en erf waarin de baljuw Daniel van der Houve tegenwoordig woont, staande op de
Dam, belend ten W: Adriaen Thonisz. keurmeester van de haring en ten O: de erfgenamen van
Cuniere van Beveren.
N A A M L I J S T
Aa Margrieta Claasdr. van der 584
Aalbrechtsz. Arien 330
Jan 694
Cornelis 31-403
Aelst Allert Dirksz. van 537
Heiltgen Dirksdr. van 527
Maarten Dirksz. van 537
Aartsz. Dirk 200-238-252-462-543-597-619-665-677
Dirk – Heeckelaer 550
Govert 276
Heindrik – de Winter 11-556
Willem Jan 36-57-75-264-266-430-520-537-539-604-605
Cornelis 194-233-252-424-487
Cornelis – Kievit 36-41-277-391-536-705-737-740
Abelsz. Cornelis 261
Abrahamsz. Jacob – Veer -277a-386-590
Cornelis 88
Lenert 540
Acronius Ruardus 40-204
Adamsdr. Annetgen 204
Cuniera 204
Hester 204
Maritgen 330
Rachel 204
Adamsz. Cornelis 663
Cornelis – Testart 584
Adrichem Jacob Ariensz. van 244
Alewijnsz. Heindrik 439-561
Cornelis 4-18-41-42-46-73-118-205-297-329-338-366-400-422-430-552-575-656
Allertsdr. Geertgen 537
Maritgen 144-608
Allertsz. Adam 204
Arend 52-199-320-608-676
Arend – van der Wielen 66
100

Gerrit – Sas 34-352
Gillis 16
Heindrik 215-551
Claas 11-335-650
Cornelis 271
Pieter 101
Willem 623
Willem – Sas 185-226-264-741
Alphen Joris Lenertsz. van 191
Lenert Jorisz. van 83-84-85-191-442
Andriesdr. Neeltgen 178-392
Teetgen 392
Andriesz. Eland 143
Gerrit 31-69-86-384
Jan 143-583-587-680
Claas 331
Marinus 143
Mathijs – Speelman 254-391-471
Anthonia schoon 29
Anthonisdr. Ariaantgen 662
Baartgen – Muijs 371
Maritgen 525-553-609-713
Neeltgen 553-609
Oude 565
Trijntgen 631
Anthonisz. Arien 220-296-520-591-741-746
Dirk 355-665
Gerrit 109-111-145-459-485-557-613-663
Jacob 355
Jacob – de Helt 272
Jan 173-393-636
Jan – Fiool 165-166
Jan – de Visscher 457
Cornelis 28
Cornelis – de Helt 272-327-485-743
Louris 526
Lubbert 411
Pieter 48-161
Pieter – de jonge 564
Pieter – de Helt 55-272-359-362
Pleun 374
Pouwels 436
Willem 565
Ardes Francijntgen 730
Pieter 18-32-190-581-730-734
Arendsdr. Geertgen 5-98-234-549
Jannitgen 81
Liefgen 51
Machtelt 499-548-710
Machtelt – den Haen 687
Neeltgen 8
Arendsz. Aper 475
Arend 376
Arien – Voocht 597
Gerrit – Voocht 597
Jacob 148-220
Jan 26-597-645
Jan – Dwinglo 359
Jop 121-122-187
Claas 26
NADERE TOEGANG 75
101

Commer 350
Cornelis 251
Cornelis – Loij 56
Lenert 35-614
Louris – anders genaamd Lou Lickebier 30-274
Maarten – Kivith 70
Reier 586
Reier – Boot 674
Rochus 271-335
Sebastiaan 685
Willem 103-271
Ariaantgen 497
Ariensdr. Agatha 331-464
Annetgen 239-480
Geertgen 82-251-279
Heindrikgen 407
Jacoba – de Boute 664
Jacoba – van Veerdegen 664
Janneken 396
Jannitgen 183-319-372-744
Lijsbeth 514-515
Maritgen 99-201-254-321-353-471-671-731-745
Maritgen – Cockhille 420
Pietertgen 193-261-330-714
Soetgen – Duijst 201
Trijntgen 330
Ariensz. Anthonis 187-245-267
Arien 17-58-181-323-420-560-611-612-663-721
Arien – Speldernieuwen haring 5-98-234
Aris 45-332-350
Baarthout 140-408
Bruin 142-148-149-182-738
Bruin – Cuijper 153-277a-361-386-397-430-512-590-626-671-725
Daniel 501
Dirk 37-51-62-98-171-228-423-432-508-543-579-648
Dirk – in Abraham 399
Dirk – Fonckert 379
Dirk – Cuijper 536-641
Dirk – Visscher 127
Eland 142-143-576
Floris 169-645
Gerrit 123-262-415-456694
Gerrit – den Braber 89
Gerrit – de Munnick 15-405
Gerrit – Schoone 186-670-704
Gerrit – Voocht 618
Govert 474
Heindrik – Bolleman 607
Heindrik – Semelaer 277a-610
Huibrecht 493
Jacob 218-224-251-341-342-448-449-548-556-684-686-722
Jacob – van Adrichem 244
Jacob – Back 466-588-620-668
Jacob – de Grande 24-653-684
Jan 60-69-70-86-140-162-294-307-412-652-688-716
Jan – den Boer 704
Jan – van der Marck 225-354-585
Jan – Pansser 172
Joachim 694
Joost 445
NADERE TOEGANG 75
102

Joost – Bals 423
Jop 245-662
Joris – Banck 441
Claas 218-238-310-398-411-657-713
Claas – Heet 48
Commer 45
Constantijn 259
Cornelis 110-158-217-239-311-583-591-671-677-680-688
Cornelis – Boon 529
Cornelis – Speldernieuwen haring 234-408
Cornelis – Swart 330
Crijn 151-330
Lambrecht – Borsselaer 344-401-425-456-483-579-615
Lenert 167-446-498-571-631
Lenert – Borsselaer 579
Lenert – Koeman 164-166
Louris 445
Mathijs 71-161-167-345
Mathijs – den Boer 390
Okker 16
Pancras 321-377
Pieter 64-86-141-160-516-716
Pieter – Cockhille 325
Pieter – Vader 170-598-644
Pleun 254-471-688
Pouwels 103
Pouwels – Verheul 503
Rochus 260
Sebastiaan 678
Servaas 6u82
Simon 136-330-356-612-714
Simon – den Holster 330-356-714
Vrederik 454-703
Willem 136-335-360-392-704-720
Willem – Borsselaer 483
Willem – Fonckert 379
Willem – Speldernieuwen haring 5-234-265-408-409-633
Willem – Swart 37-330-403
Arckel Pieter Cornelisz. van 378
Arnhem Gijsbert Jansz. van 3-57
Arnoutsz. Pieter – van Brugge 578
Arp Pieter Claasz. van 172-181-552-693
Arrisz. Claas 381
Ascop Josina 643
Sara 643
Susanna 643
Assendelft Cornelis Crijnsz. 481-482
Augustijnsz. Jan 424
Baarthoutsz. Wernaart 169-338-675-733
Baeten Cornelis Lenertsz. 192
Back Gerrit 65-183
Jacob Ariensz. 466-588-620-668
Backhart Jan 329
Bal Joost 508-550
Balis Huibrecht 713
Bals Joost Ariensz. 423
Baltensz. Anthonis 126
Pouwels – Verbeeck 707
Banck Joris Ariensz. 441
Barber Jan Pietersz. 385
NADERE TOEGANG 75
103

Barendsdr. Alida 502-678
Barentgen 179-181
Barendsz. Baarthout 589
Baarthout – Veris 538-737
Heindrik – Noortberch 363
Cornelis 427-594-658
Cornelis – Guldeknecht 259-505
Barger Lenert Jansz. 523
Beatrix 631
Beest Jan van 238
Bel Jacob 300
Berber Jan 224
Berch Claas Willemsz. van den 218
Bergen Pieter van 597
Pieter Willemsz. van 467-560
Berchman Pieter Cornelisz. 694
Beukelsz. Gerrit – van Santen 275-567
Beveren Cunera van 124-268-287-741-746
Cunera Heindriksdr. van 105
Heindrik van 105
Jacoba van 105
Jan van 226
Claas van 105
Maritgen van 385
Bije Claas Pietersz. alias Claas 229
Blacken Arien 525
Bleijswijck Hugo van 297
Blick Gerrit Pietersz. 135-540
Blijfhier Jacob Jansz. 64
Bouff Cornelis Jacobsz. den 238
Cornelis Cornelisz. den 693
Boeling Jan Simonsz. 7-21
Boer Jan Ariensz. den 704
Jan Jacobsz. den 441-444
Claas den 385
Mathijs Ariensz. den 390
Boertgen Cornelis Cornelisz. ‘t 181
Boggen Heindrik Dirksz. 270
Bol Huig Woutersz. 112-183-287-429
Bolleman Euwout 41-277
Heindrik 287
Heindrik Ariensz. 607
Heindrik Sebastiaansz. 206-584-684
Jacob Heindriksz. 192-392-439-459-484-544-561-681-746
Pieter Willemsz. 405
Sebastiaan 657
Sebastiaan Heindriksz. 61-258-278-304-367-439-541-561-713-746
Bolletgen Arien Cornelisz. 108
Bolijn Jan Sijmonsz. 667
Bom Dirk Sebastiaansz. 374
Jan Jansz. 202
Jan Sebastiaansz. 374
Cornelis Cornelisz. 2-37-40-49-257-438-736
Bonefaasdr. Maritgen 466
Bonstoe Gerrit Lourisz. 657-710
Pieter Jacobsz. 452-628-738
Bontgen Jan 26
Boomgaert Arien Huibrechtsz. 745
Lenert Fransz. 716
Boomtgen Arien Cornelisz. 563
NADERE TOEGANG 75
104

NADERE TOEGANG 75
Boon Jan Fransz. 289-535
Cornelis Ariensz. 529
Maritgen 529-588-620-668
Boons Trijntgen 597
Boot Reier Arendsz. 674
Borselaer Arien Willemsz. 579
Lambrecht Ariensz. 344-401-416-456-483-572-579-616
Lenert Ariensz. 579
Trijntgen Lambrechtsdr. 344
Willem Ariensz. 483
Borst Lenert Cornelisz. 298
Boshuijsen Mr. Samuel van 47
Boudelaer Ritsaart 568
Bouman Mr. Maximiliaan 277a-278
Machtelt Cornelisdr. 464
Simon Cornelisz. 192-250-288-384-418-518-734
Bout Claas Gerritsz. den 309-465
Boute Jacoba Ariensdr. de 664
Cathaline de 664
Olivier de 664
Bouwensdr. Mijntgen 526
Bouwensz. Jacob 346-455-531-545-728
Pieter 107
Roeland – van Noort 638-639-640
Braber Gerrit Ariensz. den 89
Cornelis Heindriksz. 177-285
Pieter Pietersz. 118
Brasser Frans Jacobsz. 258-288
Jacob Willemsz. 50-361-397
Willem Jacobsz. 6-128-130-195-247-248-250-534-681
Breda Barbara van 631
Broeck Claas Jansz. 74-115-384-512-535
Broer Jan 21
Jan Jansz. alias Jan 336
Broers Cornelis de 249
Broot int Tresoor Pieter Jansz. 239-480-692
Brouwer Pieter Dammisz. 348
Brugge Jan Lenertsz. van 692
Pieter Arnoutsz. van 578
Bruijcker Jan Fransz. (de) 500-549-581-715-737
Bruijn Heindrik Ottensz. de 638
Maritgen Gerritsdr. de 263
Bruijn van Berendrecht Gerrit 379
Bruinsz. Arend 46
Arend – van der Dussen 4-18-42-65-73-118-205-244-248-290-297-400-430-437-495-529-
637-656
Arien 483-579-589
Daniel 273-321-328
Cornelis 541
Buchanan Johan 509
Burch Annitgen Pietersdr. van der 59
Anthonis van der 739
Maria Pietersdr. van der 205
Niclaas Heindriksz. van der 80-601-606
Pieter Pietersz. van der 4-14-25-50-59-60-73-101-112-120-122-124-137-147-149-182-220-
268-279-293-305-313-326-452-471-488-505-510-575-598-628-674-739
Pieter Pietersz. van der – de jonge 178-422
Vrank Heindriksz. van der 447
Buijes Johan 46
Buijren Jan Cornelisz. 263
105

Celen Claas Jansz. 44
Cornelis Jansz. 44-339-626
Copier Jan 328
Cijs Jan 165
Dach Daniel 285
Daemen Abraham 20
Dalen Anthonis van 659-660
Dam Claas 429
Dammen Abraham 19-150
Dammisz. Geland 201
Jan 438-736
Claas 49-287-519-659
Cornelis 349-621
Mathijs 534
Pieter 163-167-349
Pieter – Brouwer 348
Pool 22-97
Reier 202
Danen Arien Cornelisz. 1-31-33-164-348-455-545
Cornelis 298-402
Cornelis Cornelisz. 37
Danielsdr. Maritgen 21
Danielsz. Daniel 676-742
Gillis 171
Tielman Oem 414-671
Dankertsdr. Geertgen 180-240-352
Dankertsz. Arend 658
Jan 464
Crijn 485-486
Davidsz. Sander – Roffel 638
Decker Jan 670
Jan Cornelisz. 113-129-160-381-655
Delft Heindrik Jansz. van 8-219-255-311-323-468-510-559-720
Cornelis Jansz. van 365-690-719
Lenert Jansz. van 214-651-705
Delven Lenert Heindriksz. van 305
Deruijn Jan Dingemansz. 415
Deumisz. Louris 325
Devoir Pieter Pietersz. 16-22
Diertensz. Jan 331-464
Cornelis 141
Pieter 138-718
Diggissoij Rogier 195
Dingemansdr. Soetgen 33
Dingemansz. Jan – Deruijn 415
Jan – Eervin 276
Dirk – de ketelboeter 158
Dirksdr. Annitgen 563
Ariaantgen 469
Ariaantgen – Vuijtenbrouck 527
Dieuwertgen 230
Geertgen 204
Grietgen 565
Grietgen – Vuijtenbrouck 527
Heiltgen – van Aelst 537
Crijntgen – Vuijtenbrouck 527
Liedewij 45-332-350
Lijsbeth 203-563
Margaretha – Vuijtenbrouck 46-527
Maritgen 37-284-330-334
NADERE TOEGANG 75
106

NADERE TOEGANG 75
Neeltgen 114-315-419-563
Trijntgen 24-160-653-684
Trijntgen – de Grande 11
Dirksz. Allert – van Aelst 537
Arend 30-437
Arend – Gool 631
Arend – Niesen 74-128-130-179-409-515-536-665
Arien 43-160-183-187-245-362-429-443-524-684
Arien – Fijck van Bleijswijck 618
Bouwen 489
Daniel 590-725
Dirk 123-297-342-529
Dirk – Rapecnoll 89
Dirk – Vuijtenbrouck 4-18-42-46-59-73-118-205-400-473-527-555-558-575-595-624
Euwout 453
Frans 470-521
Frans – van der Vivres 119-217-368
Frans – van der Vijver 522
Gerrit – van der Wolff 18-67-143-572-646-659-739
Gijsbrecht – van Emden 315
Hans – van Mechelen 607
Heindrik – Boggen 270
Huig 369
Jacob 199-563
Jacob – Muijs 469
Jacob – Vuijtenbrouck 43
Jan 100-178-429-519-524
Jan – van Keulen 88-115-132-207-208-209-210-219-222-223-240-253-256-263-270-299-302-
322-326-337-353-354-364-371-374-393-417-429-430-432-470-578-652-653-683-684-685-
707-722-736-739-744
Jan – Muijs 469
Jan – Snoij 219-337
Joris – Spil 259
Cornelis 296-410-500-728
Cornelis – Manezee 43
Crijn 252
Lambrecht 474-491
Lambrecht – Haga 492-600-624-674-696-738
Lenert 547
Maarten – van Aelst 537
Mathijs 587
Pieter 428
Sijbrant 334-516
Vries 718
Doelman Michiel Cornelisz. 368
Doemisz. Cornelis 513
Doensdr. Maritgen 299
Doesen Arend 131
Dominicus 71-98
Jacob Rochusz. 79
Jan 273
Pieter Rochusz. 80
Rochus Pietersz. 234
Dorst Cornelis Cornelisz. den 26
Draijer Huibrecht Cornelisz. den 461
Dronckaert Pellegrom van 423
Drooch Arien Cornelisz. 484
Druijt Cornelis Willemsz. den 631
Duijffvoet Marcus Willemsz. 291
Dunckelspell Lambrecht 46
107

NADERE TOEGANG 75
Dussen Arend Bruinsz. van der 4-18-42-65-73-118-205-244-248-290-297-400-430-437-495-529-
637-656
Lucas Huigensz. van der 201-303-304-327-397-481-482-622
Duijst Soetgen 397
Soetgen Ariensdr. 201
Duijst van Santen Soetgen 303-304-327-481-622
Duijst van Voorhout Dirk Heindriksz. 527
Frans Heindriksz. 46-527
Heindrik Fransz. 43-46-59
Pieter Heindriksz. 46
Dwinglo Jan Arendsz. 359
Dijck Jacob Pietersz. van 467-487-558
Pieter Cornelisz. van 403
Pieter Pietersz. van 134-146-196-275-314-346
Wijnant Jacobsz. van 24
Dijckhuijsen Pieter Corsz. van 157
Edes Jacob 550
Eduart kapitein 430
Eduartsdr. Constantia 430
Eelgis Pieter 110
Eervin Jan Dingemansz. 276
Elandt Allert Jansz. 232
Arien Jansz. 232
Jacob Jansz. 232
Jan Cornelisz. 232
Cornelis Jansz. 232
Elandsz. Jan 143
Elst Arien Willemsz. van der 326-606-623-624-717
Emden Gijsbrecht Dirksz. van 315
Enden Jan Jansz. van 279
Engebrechtsz. Pieter 72-198-410
Willem 431
Engelsdr. Lijsbeth 271-284
Engelsz. Jacob 644
Joris 694
Essen Dirk Pietersz. van 287
Euwoutsdr. Annitgen 353
Hadewij 240-352-707
Jannitgen 84-85
Euwoutsz. Dirk 37-74-102-453-476-536-704
Floris – van Colster 178-392
Heindrik 627
Jacob 460
Louris 169-432-474
Pieter – Leijenaar 169-305-615
Evertsdr. Alida 399
Geertgen 30
Evertsz. Abraham 509-738
Dirk – van der Pol 463-696
Jacob 36
Fabri Dirk Joppensz. 79-743
Jop Joppensz. 79
Fenne 446
Fiool Jan Anthonisz. 165-166
Florisdr. Maritgen 34
Florisz. Willem 414
Flint Heindrik 378
Florisz. Jacob 624
Jan 57
Jan – Snol 436
108

Cornelis 163
Cornelis – Lants 2-72-198
Lenert 71
Lenert – Sulleman 345
Pieter 171
Willem 294-406
Focker Huibrecht Lenertsz. 39-659-660-661
Fonckert Dirk Ariensz. 379
Willem Ariensz. 379
Fonteijn Willem 178
Foock Willem Jansz. 678
Fransdr. Alida 314-458-724
Ariaantgen 146-320-608
Lijsbeth 659
Maritgen 172
Trijntgen 718
Fransz. Dirk 470
Frans 242-285-301-373-458
Heindrik 46-475
Heindrik – Duijst 46
Heindrik – Duijst van Voorhout 43-59
Jacob 163-410
Jan 240-352-450-490
Jan – (de) Bruijcker 500-549-581-715-737
Jan – Boon 289-535
Jasper 537
Lenert – Boomgaert 716
Vrederik 587
Willem 287
Fijck van Bleijswijck Arien Dirksz. 618
Fijnenburger Arend Cornelisz. 364
Galeinsz. Gillis 384
Pieter 240-352
Garbrantsz. Luitgen 153
Gast Mr. Jacob 641
Geerlofsdr. Anne 294-406-414
Geerlofsz. Heindrik 690
Geest Anthonis de 175
Gelandsdr. Grietgen 67
Gelder Gerrit Mathijsz. van 65
Gerritsdr. Ariaantgen 158
Betgen 279
Daampgen 581
Geertgen 134-436-635
Gooltgen 634
Maritgen – de Bruijn 263
Neeltgen 263-363
Niesgen 45
Petronella 146-505
Petronella – Well 658
Trijntgen 158-424
Gerritsz. Adam – Vinck 204
Anthonis 395-453-530-735
Arien 324-366-581
Dirk 53
Euwout – Molen 105
Gerrit 161-194-232-233-235-546
Gerrit – Molen de jonge 685
Heindrik 54-101-159-375-523
Jan 271-302-340-512-665
NADERE TOEGANG 75
109

NADERE TOEGANG 75
Jan – Cramer 294-406-706
Jan – de Molen 124-208-385-442-659-679
Claas 219-337
Claas – den Bout 309-465
Cornelis 171-241-242-373
Cornelis – Schoonweer 176-416
Lambrecht 502-678
Lenert 224-622
Mees 75-158-457-636
Melis 374
Michiel 110-286
Nisius – Stockhouwer 43
Pieter 8-135-165-498-530
Pieter – Vinck 204
Rochus 7
Rochus – Schuijfhoeck 635
Roelof 69-331-464
Sebastiaan 147-326
Tobias 78
Willem 9-27-64-119-226-246-269-320-445-448-460-461-462-521-522-534-553-587-609-
617-624-671-676-677-680-682-685-709-738
Willem – Luijt 288
Gesel Govert Jansz. van 137-142
Gich Jan van 639
Gillisz. Jan 226
Job 310
Willem 55
Wijnant 240-706-707
Goepijer Jan 442
Goetcoop Claas Cornelisz. 540
Goetijt Arien Jansz. 581
Jacob Cornelisz. 536-740
Gommersz. Dirk 498
Jan 434
Gommersbach Dirk 630-705
Dirk Jacobsz. 221-567
Jacob 221
Gool Arend Dirksz. 631
Goosensdr. Alida 204
Goossensz. Pieter 519
Gorisdr. Grietgen 399
Gorisz. Arien 330-356
Barend 294-414
Gorter Jan de 321
Jasper Cornelisz. 507-664
Goude Jan Heindriksz. 230-231
Gout Maritgen Jansdr. 2-10
Gouwe Jan Heindriksz. de 31-37-606
Govertsdr. Engeltgen 71-345
Govertsz. Claas 26-238
Goijer Joris Willemsz. 173
Willem de 305
Goijersdr. Maritgen 305
Graeff Jan Cornelisz. de 598
Grande Jacob Ariensz. de 24-653-684
Trijntgen Dirksdr. de 11
Graswinckel Abraham Jansz. 396
Gerrit Jansz. 120-701
Groenewegen Arien Simonsz. 700
Jan Pietersz. 429
110

NADERE TOEGANG 75
Guldeknecht Cornelis Barendsz. 259-505
Gulliaam -- de schoenlapper 500
Gijsbrechtsdr. Anneken 447
Annitgen 475-631
Maritgen 203
Weintgen 224
Gijsbrechtsz. Bartel 203
Gijsbrecht 45-708
Jacob 25-430
Cornelis 607
Pouwels – van der Loock 203
Simon 629
Gijsen Jan Pietersz. 339
Haen Gabriel 38
Machtelt Arendsdr. den 687
Haerlem Jan Willemsz. van 5-98-101-136-146-152-160-185-197-294-306-310-414-520-642-644-658-
672-687
Haga Dirk Lambrechtsz. 430-658
Jacob Lambrechtsz. 600
Lambrecht Dirksz. 492-600-624-674-696-738
Ham Jan Jansz. 209
Jan Jansz. – de jonge 209
Hanno Louris Christoffelsz. van 425
Hardenberch Jannitgen Claasdr. van 446
Harmensdr. Agatha 286-691
Commertgen 286-691
Lijsbeth 286-691
Trijntgen 286-691
Harmensz. Frans 48-587
Heindrik 48
Jan 26-167-363
Willem 133-234-534
Heddens Weijbe 367
Heeckelaer Dirk Ariensz. 508-550
Engel Jansz. 588
Heemskerck Jan Vrankensz. van 147
Heet Claas Ariensz. 48
Heindriksdr. Agatha 81
Ariaantgen 330
Cunera – van Beveren 105
Grietgen 81-286-319-691
Janneken 410
Jutgen 431
Maritgen 55
Neeltgen 625
Pietertgen 321
Pleuntgen 298
Trijntgen 81-239
Vroutgen 324
Heindriksz. Alewijn 4-128-130-179-208-217-439-440-484
Allert 172-193
Anthonis 13-63-184
Anthonis – Vingeren 409
Arend 466-553-744
Arend – de Vrijes 609
Arien 445-617
Arien – van Roon 379
Dirk – alias koopman Dirk 270
Dirk – Duijst van Voorhout 527
Frans 324-366
111

Frans – Duijst van Voorhout 46-527
Frans – Maes 9-269-380-391
Gerrit 8-120-328
Gerrit – Luijten 429
Gijsbrecht 224
Harman 45
Heindrik 37-346
Heindrik – den Trarum 390-744
Huibrecht – van der Meulen 7
Jacob 159-658
Jacob – Bolleman 192-392-439-459-484-544-561-681-746
Jacob – Capiteijn 505
Jan 81-83-159-271-406-431-456-466-486-499-523-622
Jan – Goude 230-231
Jan – anders genaamd Gouwe Jan 31
Jan – de Gouwe 37-606
Jan – van Leendt 323
Jop 81-457-636
Joriaan – Capiteijn 506-576-724
Joris 445
Claas 16-36-56-187-199-258-306-310-514-515-561-703
Claas – van der Burch 80-601-607
Claas – Schaper 625
Claas – Vogelaer 437
Cornelis – Braber 177-285
Cornelis – Kesa 69-204
Cornelis – Stockum 407
Cunier 226
Lenert 206
Lenert – van Delven 305
Maarten 159-404-407-666
Mathijs 541
Michiel 34
Philips – van Slingerlant 729
Pieter 133-229-324-332-366
Pieter – Duijst van Voorhout 46
Sebastiaan – Bolleman 61-258-278-304-367-439-541-561-713-746
Simon 324-332-366-467
Vrank – van der Burch 447
Vries 265-633-655-659
Willem 324-366-523-622
Heijnsberch Mr. Carel Lambrechtsz. van 41-277-416-447
Lambrecht Carelsz. 208-277
Helt Anthonis Pietersz. 359
Arend Pietersz. 359
Jacob Anthonisz. de 272
Cornelis Anthonisz. de 272-327-485-743
Maarten Jansz. den 468-720
Pieter Anthonisz. de 55-272-359-362
Heronimusz. Gijsbrecht 447-475
Hertich Heindrik Cornelisz. 569
Cornelis Lenertsz. 154-324
Hessel Franchois 191
Hessels Pieter 714
Hessinge ofte Muggen Joachim te 446
Hoeffgen Cornelis ‘t 355
Hoflant Arend Claasz. 263
Hogendorp Cornelis Lenertsz. van 537
Pieter Jansz. van 379
Holster Simon den 327
NADERE TOEGANG 75
112

Simon Ariensz. den 330-356-714
Holij Pieter Willemsz. 510
Hooft Jan Jorisz. t 50
Cornelis Jansz. t 234
Hooch Heindrik Jansz. van der 400
Crijn Jansz. van der 440
Hoochmoet kapitein 391
Hopkinis Jan 190
Hopkints Jan 32
Houck Gerrit Jansz. 512
Grietgen Jansdr. 512
Houve Daniel van der 439-741-746
Huibrechtsdr. Alida 703
Geertgen 437
Neeltgen 660
Huibrechtsz. Arien 493-660-661
Arien – Boomgaert 745
Dirk 180-703
Euwout 39-66-83-84-85-240-352-442
Euwout – van der Vliet 555
Huibrecht 282
Claas 485-670
Cornelis 349-687-703
Lenert 89
Simon – Cnoeij 645
Thomas 168
Huigensdr. Haasgen 501
Soetgen 199
Huigensz. Arien 307
Dirk 71-345-392-476-724
Jacob 357-570
Jan 101-153-369-718-739
Cornelis 502-538
Lucas – van der Dussen 201-303-304-327-397-481-482-622
Pieter 357
Willem 557
Iemandsz. Willem 157
Jaeijsz. Jarrich 153
Jacobsdr. Agatha 112-273-636-679
Alida 193
Fijtgen 303-473-527-555-575
Grietgen 146-471-472
Lijsbeth 262
Maritgen 64-216-253-260-393-428-469-645-715-716
Neeltgen 2
Trijntgen 458
Jacobsz. Allert 293-505
Anthonis 80
Arend 197
Arien 45-155-227-459-684-686-704-721
Arien – de Recht 727
Arien – Schipper 355
Daniel 306-333-474-632
Dirk 275-314-724
Dirk – Gommersbach 221-567
Floris 222-614
Fop 614
Frans 75-207
Frans – Brasser 258-288-534
Gerrit 120-216-220-686
NADERE TOEGANG 75
113

NADERE TOEGANG 75
Gerrit – Cooren 103
Harmen 65-124-286-423-668-691-692
Heindrik 114-115-146-225-324-328-362-535-716
Jacob 519-654-678
Jacob – alias Joncxstekint 393
Jacob – de Recht 727
Jacob – de Rije 493
Jan 8-103-196-204-238-243-331-411-544-573-708
Jan – den Boer 441-444
Jan – Cuijp 66
Jan – Morouw 144-383-703
Jan – de Recht 11-101-141-186-653-684-685-686-727
Jeroen 699
Joost 333-632-710-711
Joris 165-166-188-298-344-496
Claas 235-350-472-480-495-513-529
Cornelis 29-44-141-176-216-220-263-393-395-416-427-453-530-589-594-716-735
Cornelis – den Bouff 238
Cornelis – Vlaerding 50-192-430-738-740
Crijn 480-514-515-533
Lenert 114-298-428-446
Louris 287
Maarten 102-104-733
Michiel 239-671
Pieter 151-309-474-683
Pieter – Bonstoe 452-628-738
Pieter – Taurinus 172
Sebastiaan 40-215-353-382-387
Sebastiaan – Coon 243-278
Vop 718
Willem 363
Willem – Brasser 6-128-130-195-247-248-250-681
Wouter – Scherp 7-244
Wijnant 204
Wijnant – van Dijck 24
Jager Cornelis Claasz. 290
Jampone Gerrit 311
Gerrit Jansz. 6
Jansdr. Agatha 330
Annitgen 570
Ariaantgen 530-570
Baaltgen 162
Beatris 428
Dieuwertgen 255
Engeltgen 308-330
Grietgen 694
Grietgen – Houck 512
Hillegonda 481-482-502-689
Ingel 458
Jannitgen 142-143-735
Claasgen 393-402-544-573-618
Commertgen 330
Cuniera 399
Machtelt 110-273
Maritgen 39-51-158-172-228-300-315-336-354-468-509-516-553-556-566-634
Maritgen – Gout 2-10
Neeltgen 134-177-249-311-315-317-553
Steventgen 255
Susanna 570
Sijburch 673
114

Jansz. Abraham 159-271-371-392-523-620
Abraham – Graeswinckel 396
Allert 320-373-608-688
Allert – Elandt 232
Andries 19
Anthonis 72-80-198-410-428-443-450-514-515-518
Arend 26-212-213-284
Arien 17-58-168-169-219-274-313-337-432-476-590-669-706-717-718-720-724
Arien – Elandt 232
Arien – Goetijt 581
Arien – Pansser 725
Arien – Schaer 594
Daniel 591
David 525
Diert 331
Dirk 89-141-203-302-340-345-424-570
Dirk – Muijs 253-469
Dirk – Rijck 83
Dirk – Vuijtenbrouck 43-59
Dominicus 70-87-668-691
Douwe 114
Elias 174
Engel – Heeckelaer 588
Engel – Wambeecke 425
Floris 519
Frans 303-316
Gerrit 108-308-339-340-394-530-547-613
Gerrit – Graswinckel 120-701
Gerrit – Houck 512
Gerrit – Jampone 6
Gerrit – (de) Licht 354-742
Gerrit – Molen 224-226-313-385-631
Gerrit – Vinck 204-352-413-458-488-537-554-604
Gerrit – van Woerden 226
Goris 106-454
Govert – van Gesel 137-142
Gijsbert – van Arnhem 3-57
Harman 51-81-372-588
Heindrik 22-28-56-81-83-311-319-372-460-550-622-744
Heindrik – van Delft 8-219-255-311-323-468-510-559-720
Heindrik – van der Hooch 400
Heindrik – Pansser 36-64-101-125-134-172-284-391
Heindrik – taander 411
Huibrecht 39-244
Huibrecht – Crael 627
Huig 2-69-348
Isaak 330
Jacob 138-193-236-239-253-502-635-671
Jacob – Blijfhier 64
Jacob – Elandt 232
Jacob – Scharp 667
Jacob – Waerde 228-300
Jan 48-72-159-161-198-375-469-526-530-591
Jan – Bom 202
Jan – alias Jan Broer 336
Jan – van Enden 279
Jan – Ham 209
Jan – Ham de jonge 209
Jan – Kunst 302-340
Jan – Nagel 363
NADERE TOEGANG 75
115

NADERE TOEGANG 75
Jan – Oth(en) 100-178-322-392-417-524
Jan – Poth 64-645
Jan – Roos 230
Jan – Seijckes 478
Joost 100-310-392-417-418-527-595-597
Jop 79-743
Jop – Quackernaeck 619
Joris 27-238-295-298-330-461-552-658
Claas 246-308-347-488
Claas – Brouck 74-115-384-512-535
Claas – Caescooper 488
Claas – Celen 44
Claas – Coeckeeter 651
Claas – Cors 535
Claas – Muijs 69-458-529-537-539-554-604-605-606
Claas – van der Wout 36-438
Coen 6-194-233-299-489
Cornelis 22-39-97-103-164-171-202-240-321-352-377-392-419-454-506-507-524-542-553-
581-625-670-671-675-679-722
Cornelis – Celen 44-339-626
Cornelis – van Delft 365-690-719
Cornelis – Elandt 232
Cornelis – tHooft 234
Cornelis – Crael 627
Cornelis – Lichthart 614
Cornelis – van Oostende 369
Cornelis – Poort 330-464-703
Cornelis – Schaer 54-427-617
Cornelis – Schim 188
Cornelis – Vlaerding 74
Cornelis – Vos 506
Crijn 425
Crijn – van der Hooch 400
Lambrecht 101-156-186-274
Lenert 385-390-403-551-574-622-659
Lenert – van Delft 214-651-705
Lenert – Versijden 99-146
Louris 33-44-156-186-464
Louris – van Woerden 374
Lambrecht 375
Lenert 21-247-380-526-659-675
Lenert – Barger 523
Lucas 430
Maarten 100-222-224-295-431-466-499
Maarten – den Helt 468-720
Marinus 322-621
Martinus – Pick 683
Matheus – Onderwater 697
Mathijs 533
Michiel 65
Michiel – van Waert 151-334-378-391-441-444-509-623
Pieter 10-34-61-133-189-240-259-328-347-352-354-385-449-453-528-553-585
Pieter – alias Goe Pieter 313
Pieter – Broot int Tresoor 239-480-692
Pieter – Hogendorp 379
Pieter – Lis 41-101-113-129-146-197-200-208-217-277-300-354-358-368-375-440-655-688-
724
Pieter – Muijs 363
Pieter – Schaer 363-617
Pieter – Tertolen 22-23-97-113-138-689
116

Pieter – Wildeman 402
Pouwels 317-346-406
Robbrecht 104
Rochus 56-177
Roelof 46-47-220-296-304-516-521-555-577-591-634-642-659-660-661-723
Ruth – van Waert 151-623
Salomon 240-691-707
Samuel 591-676
Schrevel 44
Sebastiaan 336
Sebastiaan – Vermeulen 57-75
Tobias 171
Willem 179-204-469-541-545-553-608-693
Willem – Aartsz. 36-57-75-264-266-430-520-537-539-604-605
Willem – Foock 678
Willem – Organist 146-162
Willem – Schim 188
IJsbrant 601
Jaspersdr. Trijntgen 131
Jaspersz. Dirk 127-376-599
Cornelis 718
Pieter 718
Jeroensdr. Dirkgen 187-245
Jeronimusz. Gijsbrecht 631
Jochumsz. Pieter – Cabelgaren 12-17-58-77-126-145-170-291-435-517-557-732
Stoffel 534
Jonasz. Claas Pieter 8-104-108-235-245-412-426625
Jongeneel Jan Cornelisz. 204
Joncxstekint Jacob Jacobsz. alias 393
Joostensdr. Ariaantgen 636
Joostensz. Arien 652
Egbert 124
Gabriel 266-329-494
Heindrik 709
Jacob 493
Jan 8-296-446
Jan – Sijs 311
Jeroen 616
Simon 174
Willem 44
Joppendr. Anthonia 79
Commertgen 743
Joppensz. Abraham 255-480
Allert 409
Arend 187-245-351
Arien 514-518-662
Dirk 381-655
Dirk – Fabri 79-743
Frans 21
Jaan 367
Jan 44-425-644-658-662
Jop – Fabri 79
Claas 522
Cornelis 133-272-279-439-501-561
Maarten 355
Rochus 9-269-629
Jorisdr. Alida 733
Grietgen 298
Haasgen 298
Neeltgen 168-461-534-720
NADERE TOEGANG 75
117

NADERE TOEGANG 75
Trijntgen 33-578
Willempgen 733
Jorisz. Anthonis – Post 44-186
Arien 106-186-218-302-354-591-641
Doe 277-421-446
Gerrit 733-735
Heindrik 297
Jacob 138
Jan 18-205-298-336-400-438-509-512-581-646-673-674-695-733-736
Jan – tHooft 50
Joost 358
Claas 134
Cornelis 717-720
Lenert 588
Lenert – van Alphen 83-84-85-191-442
Maarten – Knapper 392
Maarten – Coij 31-166-211-642
Mathijs 626
Pouwels 123-174-354-506
Juijst Heindrik Willemsz. 379-681-738
Jujaansdr. Neeltgen 164
Jujaansz. Cornelis 348
Cornelis Cornelisz. alias Cornelis 164
Willem 164-261-454
Willem – Koeijen 739
Caerdever Henrij 32
Caescooper Jan Cornelisz. 604-605
Claas Jansz. 488
Cabelgaren Pieter Jochumsz. 12-17-58-77-126-145-170-291-435-517-557-732
Cagenaer Pieter 342
Kalff Arien Cornelisz. 344-353-511-572
Jan Cornelisz. 411
Cornelis Cornelisz. 78
Cornelis Cornelisz. – de jonge 135-213-227-312-351-627
Cornelis Cornelisz. – de oude 107-175-347-357-729
Camerling 658
Canarij Willem Willemsz. 405-409
Capiteijn Jacob Heindriksz. 505
Joriaan Heindriksz. 506-576-724
Lenert Pleunsz. 310
Carelsz. Lambrecht 268
Lambrecht – van Heijnsberch 208-227
Carpentier Benjamin Pietersz. 228
Cassenaer Huibrecht 100-178
Christiaansz. Jacob 491-492
Christoffelsz. Louris – van Hanno 425
Kees oom 403-434
Kesa Heindrik Cornelisz. 113-129-342
Cornelis Heindriksz. 69-204
Keulen Jan Dirksz. van 88-115-132-207-208-209-210-219-222-223-240-253-256-263-270-299-302-
322-326-337-353-354-364-371-374-393-417-429-430-432-470-578-652-653-683-684-685-
707-722-736-739-744
Kievit Cornelis Aartsz. 36-41-277-391-536-705-737-740
Arien 100
Kivith Maarten Arendsz. 70
Claas -- de dekker 490-709
-- schipper 106
-- smid 388
Claasdr. Ariaantgen 25-116-117-256-257
Barbara 713
118

Dieuwertgen 307
Grietgen 574
Haasgen 502-678
Heiltgen 570
Jannitgen – van Hardenberch 446
Cornelisgen 316
Liedewij 116-256
Margrieta – van Aa 584
Maritgen 26-160-358-540
Neeltgen 184
Neeltgen – tSustertgen 327
Pietertgen 52-225-320-490-631-715
Remburg 221
Trijntgen 384-536
Weintgen 439-440-561
Claasz. Arend – Hoflant 263
Arien 172-184-344-353-511-580-611
Arien – Nielen 117-257
Bouwen 545-728
Dirk – Pansser 121-205-642
Gerrit 694
Gerrit – Sas 278-432-474-504-648-649-657-674-713
Gillis 263
Gijsbrecht 469
Harman 630
Heindrik 372
Huibrecht 423
Ingen 308
Jacob 57-305
Jan 154-176-218-319-458
Jan – Coucketer 160-177
Jan – Quaethout 582
Claas 12-13-45-441
Claas Lambrechtsz. anders genaamd Muggen 446
Cornelis 12-77-342-358-529-604-605-637
Cornelis – Jager 290
Cornelis – in de Thuijn 200
Ocker 218
Pieter 13-63-212-216-477
Pieter – van Arp 172-181-552-693
Pieter – Pesser 131-143-244-529-537-539-554-606-636-672
Simon – Pesser 149-182-211-393-689
Willem 398-410
Wouter 358-528-529
Cleeff Jacob van 659-746
Jacob Pietersz. van 105-149-182-208-429-471
Clementsz. Claas 645
Cleijwech Allert Cornelisz. 46-400
Clinckert Frans 342
Knapper Joris Maartensz. 238-471-493
Maarten Jorisz. 392
Cnoeij Simon Huibrechtsz. 645
Knol Wouter 695
Wouter Pietersz. 555-558-634-674-737
Coeijen Willem Jujaansz. 739
Coecketer Jan Claasz. 160-177
Claas Jansz. 651
Koeman Lenert Ariensz. 164-166
Coenendr. Hillegond 689
Coenensz. Jan 377-680
NADERE TOEGANG 75
119

Pieter 468-583-677
Coertensdr. Geertgen 140
Coertensz. Gerrit 47-163-509-516-556
Cock Michiel 714
Cockhille Arien Pietersz. 234
Cornelis Pietersz. 328-405
Maritgen Ariensdr. 420
Pieter Ariensz. 325
Colster Floris Euwoutsz. van 178-392
Coninck Agatha Maartensdr. 293
Crijn Cornelisz. 141
Maarten Tielmansz. 293
Tielman Maartensz. 293
Constantia 430
Kool Gerrit 325
Claas Pietersz. 132
Coolwijck Cornelis van 84-85
Coon Jacob Cornelisz. 34
Sebastiaan Jacobsz. 243-278
Copier Hans 500
Jan 714
Coppelle Claas Cornelisz. van 471
Coppen Cornelis 184
Coppensz. Servaas 312
Coren Gerrit Jacobsz. 103
Corff Jan Cornelisz. 218
Corffgen Pieter Cornelisz. 103
Cornelis -- de zwaardveger 356
Cornelisdr. Alida 201-599-636-743
Alida – Schoonweer 257
Annitgen 728
Annitgen – van der Wielen 673
Ariaantgen 29
Betgen 530
Dignum 454
Engeltgen 481-482
Evertgen 240-352
Fransgen 342
Grietgen 202-509-694-720
Jannitgen 3-57
Claasgen 476
Commertgen 311
Cornelisgen 100
Leentgen 390
Liedewij 103
Machtelt 240-352-491
Machtelt – Bouman 464
Maritgen 164-252-283-358-393-476-528-589-728
Neeltgen 131-392-710-728
Neeltgen – Cruijck 533
Niesgen 611
Ormpgen 14-307
Pleuntgen 29-311
Tieltgen 296
Trijntgen 100-178-392
Woutertgen 314
Cornelisz. Abraham 284-391-476
Adam 8-165
Alewijn 459-573
Allert 532-568-586-656-672
NADERE TOEGANG 75
120

NADERE TOEGANG 75
Allert – Cleijwech 46-400
Anthonis 1-28-137-149-370-379-392-451-567-574-621
Anthonis – alias come Teun 228
Arend 360-383
Arend – Fijnenburger 364
Arien 140-146-155-171-299-302-311-319-337-350-410-614-683
Arien – Bolletgen 108
Arien – Boomtgen 563
Arien – Danen 1-31-33-164-348-455-545
Arien – Drooch 484
Arien – Kalff 344-353-511-572
Arien – Molswijck 576-682-739
Arien – Verheul 503
Balaam 127-376
Barend 581
Bartholomeus 112-183-516
Daniel – Buijren 263
Daniel – Vacca 146
Dirk 83-85-445-461-549
Dirk – Stolck 168
Doe – van der Wielen 673
Euwout 240-352
Evert 57-75-457-636
Floris – Lants 10
Frans 392
Gerrit 62-86-101-184-393-647-688
Gerrit – Verlaen 545
Glein 521
Harman 45-405-679
Heindrik – Hertoch 569
Heindrik – Keesa 113-129-342
Huibrecht 25-29-430-445-521-679-687
Huibrecht – den Draijer 461
Jacob 246-522-689
Jacob – Goetijt 536-740
Jacob – Coon 34
Jacob – van Moerkercken 430
Jacob – van Velden 598
Jan 163-178-202-240-321-352-382-387-389-413-422-604-611-626-653-683-716
Jan – Decker 113-129-160-381-655
Jan – Elandt 232
Jan – de Graeff 598
Jan – Jongeneel 204
Jan – Caescooper 604-605
Jan – Calff 411
Jan – Corff 218
Jan – Croon(tgen) 238-544-573
Jan – Cruijsert 6-229-343-423-489
Jan – Kunst 548
Jan – Loij 56-234-370-412-631
Jan – Moot 539-554-604-605-606
Jan – Palingman 504-649
Jan – Ruijl 195
Jan – Schoonkint 162
Jan – van der Wielen 673
Jasper 89-292
Jasper – Gorter 507-664
Jop 249-519
Jop – Soeteman 581
Joris 15
121

NADERE TOEGANG 75
Claas 45-307-522-723
Claas – Goetcoop 540
Claas – van Coppelle 471
Cornelis 56-78-103-119-180-223-349-402-403-418-423-468-476-508-548-615-630-704-
706
Cornelis – de jonge 421
Cornelis – de oude 421
Cornelis – alias Cornelis Jujaansz. 164
Cornelis – anders genaamd Cornelis Tijelen 238
Cornelis – ’t Boertgen 181
Cornelis – Bom 2-37-40-49-256-438-736
Cornelis – den Bouff 693
Cornelis – Danen 37
Cornelis – den Dorst 26
Cornelis – Kalff 78
Cornelis – Calff de jonge 135-213-227-312-351-627
Cornelis – Calff de oude 107-175-347-357-729
Cornelis – Cuijp 25-450
Cornelis – Stuling 83
Cornelis – van der Werve 537
Corstiaan 312-393
Crijn 223-259-261-283-409-709
Crijn – Coninck 141
Lambrecht 14-109-603
Lenert 209-409-716
Lenert – Borst 298
Lenert – Cruijck 341
Lenert – Scherp 278-580-648-649
Lenert – Steen 51
Lenert – Tollenaer 227
Lenert – Weuijster 102
Lieven 158-424-487
Lodewijk 202
Louris 380
Maarten 223
Maarten – Coij 74-536
Marinus 468
Mees 188-307
Michiel – Doelman 369
Pieter 21-74-131-134-285-560-630-704-740
Pieter – van Arckel 378
Pieter – Berchman 694
Pieter – van Dijck 403
Pieter – Corffgen 103
Pieter – Couwenhoven 434
Pieter – van der Poth 101-284
Pieter – Prins 552
Pieter – Verheul 99-287
Pieter – van der Wielen 673
Reier 458
Sander 382-387
Simon 99-365-389
Sebastiaan 216
Simon 719
Simon – Bouman 192-250-288-384-418-518-734
Steven 355
Sijbrant 342
Thomas 378
Tielman 149-182
Vas 733
122

Willem 200-452-476-628-724
Willem -- van Voorstat 695
Willem – van der Wielen 673
Cors Claas Jansz. 535
Korsavont Steven Pietersz. 566
Corstiaansz. Heiman 15-584
Heiman – van der Mast 287
Jan 318-441
Jan – tHooft 50
Claas 115-477
Cornelis 732
Mees 127-376
Pieter 34-253-412-469-477
Pieter – van Dijckhuijsen 157
Willem 526
Corte Cornelis Pietersz. de 74
Couwenhoven Pieter Cornelisz. 434
Coij Joris 496
Joris Maartensz. 147-326-666
Maarten 723
Maarten Jorisz. 31-166-211-642
Maarten Cornelisz. 74
Coijen Trijntgen 490
Crael Huibrecht Jansz. 627
Cornelis Jansz. 627
Cramer Jan Gerritsz. 294-406-706
Crom Volpert Mathijsz. 537
Croon(tgen) Jan Cornelisz. 238-544-573
Cruijer Claas Willemsz. 283
Cruijp Jan 426
Cruijck Lenert 687
Lenert Cornelisz. 341
Neeltgen Cornelisdr. 533
Cruijsert Jan Cornelisz. 6-229-343-423-489
Crijnsdr. Anna 538
Barbara 283
Dieuwertgen 718
Maritgen 259-409-705
Pleuntgen 47-409
Crijnsz. Jan 31-342-566
Frans 60-249
Jan 434-741
Cornelis 409
Cornelis – Assendelft 481-482
Cornelis – Pluijm 414
Lenert 146-583-603-622-677-680
Maarten – Voijs 157
Pieter 54-82
Pouwels 644
Cuijp Jan Jacobsz. 66
Cornelis Cornelisz. 25-450
Cuijper Anthonij de 38
Bruin Ariensz. 153-277a-361-386-397-430-512-590-626-671-725
Dirk Ariensz. 536-641
Kunst Jan Jansz. 302-340
Jan Cornelisz. 548
Lambrechtsdr. Trijntgen 344-353-511-572
Trijntgen – de jonge 678
Trijntgen – de oude 678
Lambrechtsz. Anthonis 436-667
NADERE TOEGANG 75
123

NADERE TOEGANG 75
Dirk 146-260-338-416-570
Dirk – Haga 430-658
Gerrit 678
Gillis 556
Isaac 46
Isaac – van der Wel 43-527
Jacob 18-42-46-73-118-205-263-297-358-400-404-407-440-463-532-555-568-575-581-
624-646-656-672-674-695-696-697-698-699-700-701-702
Jacob – Haga 600
Carel 36
Mr. Carel – van Heijnsberch 41-277-416-447
Claas – anders genaamd Muggen Claasz. 446
Cornelis – van der Well 618
Sebastiaan 307
Lants Floris Cornelisz. 10-72-198
Cornelis 10
Cornelis Florisz. 2
Pieter Pietersz. 274
Leendt Jan Heindriksz. van 323
Leeuwen Arend van 80
Leijenaar Pieter Euwoutsz. 169-305-615
Lenert – in de Turff 45
Lenertsdr. Alida 197-292-394-395-421-442-742
Leentgen 611
Maritgen 214-401-426-456-483-572-579-616-678
Neeltgen 141-424-716
Soetgen 164
Lenertsz. Arend 136
Arien 309-321-341-359-465
Arien – Versijden 99
Daniel 426-483
Dirk 542
Elias 135-288-631
Gijsbrecht 379-451-611-612-726
Heindrik 196
Heindrik – Versluijs 475
Huibrecht 38
Huibrecht – Focker 39-659-660-661
Jan 62-72-109-145-178-198-315-343-381-391-410-541-623-670-694
Jan – van Brugge 692
Jan – Waterman 309-641
Joris 658
Joris – van Alphen 191
Jujaan 164-261-348
Claas 651
Cornelis 62-562-742
Cornelis – Baeten 192
Cornelis – Hertich 154-324
Cornelis – van Hogendorp 537
Cornelis – Veen 56-74-441-687
Cornelis – Weuster 735
Lenert 193-215-382-383-387-525-551-582
Lenert – Noereman 592
Lieven 193-215
Maarten 526
Mees 419-542-547-613
Pieter – Steen 51
Raas 196
Rochus 536
Licht Gerrit de 585
124

NADERE TOEGANG 75
Gerrit Jansz. (de) 354-742
Lichthart Cornelis Janswz. 614
Liefting Jacob Woutersz. 562
Lievensz. Allert – van der Voocht 204
Pieter 109-682
Pieter – Schot 231-280-497
Lickebier Louris Arendsz. anders genaamd Lou 30-274
Lis Gillis Pietersz. 33-337-396
Pieter Jansz. 41-101-113-129-146-197-200-208-217-277-300-354-358-368-375-440-655-688-724
Loock Pouwels Gijbrechtsz. van der 203
Louris – de smid 228-300
Lourisdr. Emmetgen 21
Cunera 739
Maritgen 325
Trijntgen 325
Lourisz. Gerrit 67-101-183-322-417-635-683-711-712-713
Gerrit – Bonxtoe 657-710
Heindrik 308-464
Jan – van Wijck 31-348-434-455-464-703-740
Corstiaan 110
Stoffel 325
Sijbrant 18-205-354-400-575-646-674-695-739
Willem 255
Loij Jan Cornelisz. 56-234-370-412-631
Cornelis Arendsz. 56
Lubbertsz. Wolphert 237-642
Lucasz. Jan 321
Luijt Willem Gerritsz. 288
Luijten Mr. Gerrit 659
Gerrit Heindriksz. 429
Luitendr. Maritgen 114
Lijsbeth -- de verster 715
Maecker Cornelis Segersz. 104
Maen Arien Willemsz. 200-438-603-615
Maerlant Elias 508-659
Elias Pietersz. 287-358-418
Maartensdr. Agatha 293
Maartijntgen 29
Neeltgen 83-100
Trijntgen 369
Maartensz. Arien 172
Huig 184-414
Jacob 275-314-342
Jan 26-83-193-499-548-571-580
Jop 26-184
Joris – Knapper 238-471-493
Joris – Coij 147-326-666
Claas 33-83-112-273-328-715
Cornelis 33-377-591-596
Maarten 307-428-608
Matheus 715
Michiel 111-295-468-547-552-602-610-626-644-720
Pieter 266-451-494-715-726
Reier 575
Ritsert 629
Ruth 49
Tielman – Coninck 293
Maes Frans 139-707
Frans – Heindriksz. 9-269-380-391
Willem 203
125

Malsen Annitgen Stevensdr. van 537
Joost Stevensz. van 308-537
Lucas van 537
Lucas Stevensz. van 537
IJsbrant van 537
Manacker Guillame de 35-178-377-469-574
Manezee Cornelis Dirksz. 43
Marcelisz. Jan 229
Marinus -- de schuitvoerder 712
Marinusz. Andries 142-143-361-397
Frans 173-174-200-476
Willem 433
Marcusz. Jan 137-290
Marrick 579
Pieter 315
Marck Jan van der 460
Jan Ariensz. van der 225-354-585
Mast Heiman Corstiaansz. van der 287
Matheusdr. Maritgen 303-684-685
Mathijsdr. Grietgen 109-348-675
Hester 624
Maritgen 657
Trijntgen 14
Mathijsz. Arien 162
Engel 45-241-282-289-421-560-740
Frans 640
Gerrit 183-405
Gerrit – van Gelder 65
Huibrecht 197
Jacob 363
Jan 47-81-159-271-335-360
Job 443-538
Lenert 691-692
Michiel 204
Pieter 576
Steven 418-468
Volpert – Crom 537
Maximiliaansdr. Jannitgen – Pierling 151
Mechelen Hans Dirksz. van 607
Medekercken kapitein 190
Meer Arend Pietersz. van der 315-650
Jacob van der 310
Maarten Pietersz. van der 490
Meesdr. Maritgen 128
Neeltgen – Visch 137
Meesz. Dirk 167-402-615
Gerrit – Visch 15-149-182-290-303-304
Jan 546
Cornelis 506
Pieter 185-359-362
Pouwels 647
Willem 652
Meindersdr. Pietertgen 639
Melchiorsdr. Aafgen 363
Grietgen 363
Hillegonda 363
Melchiorsz. Simon – Veris 264-514-515-518-520-561-681-737
Willem – van Welhouck 60-124-131-178-211-369-383-510-516-573
Melisant Willem van 299
Meul Alida 379
NADERE TOEGANG 75
126

NADERE TOEGANG 75
Meulen Huibrecht Heindriksz. van der 7
Michielsdr. Maritgen 692
Neeltgen 592
Pleuntgen 596-632
Michielsz. Boudewijn 570
Dirk 552
Floris 421
Gerrit 110-282-398-560
Heindrik 392
Jan 22-23-97-371-393-402-543-599-623-655-670
Job 392
Joris 535-620
Cornelis 22-23-97
Lucas 87-108-592-631-655
Maarten 547-613
Pieter 558-595-652
Reinier 392
Tieman 642
Moerkercken Jacob Cornelisz. van 430
Mol Harman Pietersz. 262
Molen Euwout Gerritsz. 105
Gerrit de 49-99-578
Gerrit Jansz. 224-226-313-385-631
Gerrit Gerritsz. – de jonge 685
Jan Gerritsz. de 124-208-385-442-659-679
Molenijser Frans 465
Mollitgen Claas 132
Molswijck Arien Cornelisz. 576-682-739
Molijn Abraham Willemsz. 311
Maarten Willemsz. 311
Moot Jan Cornelisz. 539-554-604-605-606
Morgant Joris 568
Morouw Jan Jacobsz. 144-383-703
Mouringsz. Willem 109-145-291-474
Muggen Alida 446
Anna 446
Barend 446
Geert 446
Jenne 446
Joachim te Hesinge ofte 446
Mulder Jacob Simonsz. de 698
Muijlwijck Mathijs van 379-451-726-734
Mathijs Willemsz. 303-304
Muijs Anthonis Willemsz. 577
Ariaantgen Dirksdr. 469
Baartgen Anthonisdr. 371
Dirk Jansz. 253-469
Gerard 18-141-205-220-277a-278-293-400-480-520-575-632-634-653-674-690-695
Heindrik 437
Jacob Dirksz. 469
Jan Dirksz. 469
Claas Jansz. 69-458-529-537-539-554-604-605-606
Pieter Jansz. 363
Willem 456-490-616-715-731
Munnick Gerrit Ariensz. de 15-405
Nagel Jan Jansz. 363
Neve Jacques de 415
Nicolaes Willem 599
Nielen Arien Claasz. 117-257
Niesen Arend Dirksz. 74-128-130-179-409-515-536-665
127

Nieupoort Willem 41-54-57-65-82-163-183-226-238-259-277-439-446-527-555-558-575
Willem – de jonge 3-232-293-344-434-537-682
Willem – de oude 36-183-193-277-425-502-531-654
Willem Willemsz. – de jonge 447-471
Willem Willemsz. – de oude 172-433
Noereman Lenert Lenertsz. 592
Noort Roeland Bouwensz. van 638-639-640
Noortberch Heindrik Barendsz. 363
Oem Tielman – Danielsz. 414-671
Ogiers Isabaeu 730
Mr. Jan 730
Ockersz. Cornelis 218
Olofsz. Claas 69-70
Clemert 532-568
Onderwater Matheus Jansz. 697
Oostende Cornelis Jansz. van 369
Ophoven Joan van 371
Organist Willem Jansz. 146-162
Osiersdr. Maritgen 287
Osiersz. Matheus 185
Oth(en) Jan Jansz. 100-178-322-392-417-524
Ottensz. Heindrik – de Bruijn 638
Jan 377
Palingman Jan Cornelisz. 504-649
Pancrasz. Arien 321
Pansser Arien Jansz. 725
Dirk 371
Dirk Claasz. 121-205-642-674
Heindrik Jansz. 36-64-101-125-134-172-284-391
Jan Ariensz. 172
Jan Pietersz. 379
Pantenier Philips Pietersz. 47-273
Passchiersz. Jacob 223
Penning Cornelis Willemsz. 660-661
Maritgen Pietersdr. 661
Pieter Willemsz. 107-247-250-341
Sebastiaan Willemsz. 304
Perscijnen Maritgen 221
Persijn Dr. Franchois 10-690-705-719
Pesser Jan Pietersz. 76
Pieter Claasz. 131-143-244-529-537-539-554-606-636-672
Simon Claasz. 149-182-211-393-689
Philipsdr. Maritgen 636
Pieckesz. Jan 496
Pierling Jannitgen Maximiliaansdr. 151
Pieter Pieter Jansz. alias Goe 313
Pietersdr. Agatha 683
Anneken 206
Annitgen 43
Annitgen – van der Burch 59
Dignum 313
Heiltgen 249-519
Janneken 131
Clara 423
Lijsbeth 262
Maria – van der Burch 205
Maritgen 80-360-660
Maritgen – Penning 661
Neeltgen 293-428
Trijntgen 41
NADERE TOEGANG 75
128

Pietersz. Aart – Schol 282-560
Anthonis 564-565
Anthonis – de Helt 359
Anthonis – Visscher 639
Arend 286-315-650-668-691-692
Arend – de Helt 359
Arend – van der Meer 315-650
Arien 60-86-146-179-471-581-693
Arien – Cochille 234
Arien – Schoonderloo 254-493
Arien – Spangien 509-593-682
Arien – Vader 598
Benjamin – Carpentier 228
Dammis 167-409
David 38
Diert 44-156-186-718
Dirk 351-394-742
Dirk – van Essen 287
Dominicus 130-439-443-561-721
Elias – Maerlant 287-358-418
Emanuel – Spinola 573
Engebrecht 201-230-236
Frans 44-125
Gerrit – Blick 135-540
Gillis 219
Gillis – Lis 33-337-396
Gijsbrecht 279-602-626
Harman – Mol 262
Heindrik 332-467-692
Heindrik – Sterrenburch 290
Huig 161-388-708
Jacob 262-308-489-513-533-541-724
Jacob – van Dijck 467-487-558
Jacob – van Cleeff 105-149-182-208-429-471
Jacob – van Suijt 303
Jacob – Taurinus 172
Jan 34-36-490-715
Jan – Barber 385
Jan – Groenewegen 429
Jan – Gijsen 339
Jan – Pansser 379
Jan – Pesser 76
Jan – Schaer 173
Jan – Trommelslager 125
Jan – Verius 262
Jasper 53-420
Jasper – Wallendal 300
Jochum 145
Jonas 128-130-243-337-540-574
Joost 161-187-219-396-476
Joris – Schuijter 68-226-246
Claas 517
Claas – Jonasz. 8-104-108-235-245-412-426-625
Claas – alias Claas Bije 229
Claas – Kool 132
Cornelis 25-27-237-308-435-534-560
Cornelis – anders genaamd Oom Kees 31-740
Cornelis – Cockhille 328-405
Cornelis – de Corte 74
Cornelis – Prins 521
NADERE TOEGANG 75
129

NADERE TOEGANG 75
Cornelis – Scherp 278-289-307-441-535
Cornelis – Trommelslager 676
Cornelis – Vermaet 425
Corstiaan 144
Crijn 82-251
Lenert 210-675-679
Lenert – Ruijchrock 48
Mr. Lenert – van Slich 481-482-502
Lenert – in de Turff 99
Lodewijk 405
Louris 323
Maarten 52-225-320-715
Maarten – van der Meer 490
Marinus 44-222
Marinus – Schoentgen 462
Mathijs 25
Olof 261
Philips 385-406-675
Philips – Pantenier 47-273
Pieter 30-104-167-281-355-412-441-506-549-576
Pieter – de jonge 281
Pieter – Braber 118
Pieter – van der Burch 4-14-25-50-59-60-73-101-112-120-122-124-137-147-149-182-220-
268-279-293-305-313-326-452-471-488-505-510-575-598-628-674-739
Pieter – van der Burch de jonge 178-422
Pieter – Devoir 16-22
Pieter – van Dijck 134-146-196-275-314-346
Pieter – Lants 274
Pouwels 162
Rochus – Doesen 234
Rochus – de Vries 714
Roelof 371
Rommert 508
Simon 495
Steven – Korsavont 566
Vrank 333-618
Willem 270-330
Wouter – Knol 555-558-634-674-737
Pick Martinus Jansz. 683
Plaet Pieter Willemsz. 293
Pleunensdr. Maritgen 185-741
Pleunensz. Arien 254-471
Lenert 58-310
Pluijm Cornelis Crijnsz. 414
Pol Dirk Evertsz. van der 463-696
Poort Cornelis Jansz. 330-464-703
Post Anthonis Jorisz. 44-186
Poth Jan Jansz. 64-645
Pieter Cornelisz. van der 101-284
Pouwelsdr. Geertgen 9-269-305
Judith 706
Trijntgen 317
Pouwelsz. Anthonis 140-220-296
Gerrit 315
Jan 261-346-383
Cornelis 647
Pieter 430
Willem 233-235-292-299-395-742
Prel Arien 167
Prins Cornelis Pietersz. 521
130

Pieter Cornelisz. 552
Provoost Guilliaume 19-20-150
Pijps Grietgen 28-115
Quackernaeck Jop Jansz. 619
Qauethout Jan Claasz. 582
Quinget Balthasar 128-130-201-244-287-430-599-636-743
Raets Jacob 565
Rademaecker Claas 337
Rapecnoll Dirk Dirksz. 89
Recht Arien Jacobsz. de 727
Jacob Jacobsz. de 727
Jan de 416
Jan Jacobsz. de 11-101-141-186-653-684-685-686-727
Reiersdr. Anna 218-238
Grietgen 430
Reiersz. Dammis 469
Jan 123-218-219-269-337
Reiniersz. Andries 633
Arien 383-551-566-614
Govert 144
Jan 689
Wouter 555
Wouter – Scherp 491-492
Rekersz. Lenert 446
Rembrantsz. Bruin 46-259-505-738
Jacob 289-330-403-531-703-704
Riddersz. Heindrik 501
Cornelis 501
Robbert David 194-233
Rochus 214
Rochusdr. Agatha 158-356-424-714
Jannitgen 33-218-219-396
Maritgen 337-666
Rochusz. Aalbrecht 37
Anthonis 305
Arend 370
Barend 392
Jacob 488-520-604-605
Jacob – Doesen 79
Jacob – Swardelbosch 261-288-631
Jan 119-525
Cornelis 683
Pieter 305
Pieter – Doesen 80
Pieter – Swardelbosch 629
Roel Jan 195
Roelandsz. Gerrit 531
Vrederik 388
Roelendr. Jannitgen 159-523-589
Roelensz. Gerrit 159-589
Claas 647
Pieter 133
Roelofsz. Anthonis 189
Roffel Sander Davidsz. 638
Romboutsz. Thomas 614
Romen Cornelis van 292-395
Rommersz. Pieter 249-519
Roode Heindrik Willemsz. de 221
Roon Arien Heindriksz. van 379
Roos Jan Jansz. 230
NADERE TOEGANG 75
131

Ruijchrock Lenert Pietersz. 48
Ruijge Joris 339
Ruijl Jan Cornelisz. 195
Rutsersz. Pieter 729
Ruttendr. Liedwij 623
Ruttensz. Jan 2-230-231-236-280-336-540-710-711-712
Servaas 266-329-494
Rij Mathijs van 139
Rije Jacob Jacobsz. de 493
Rijck Dirk Jansz. 83
Rijkensz. Pieter 308
Willem 643
Willem – ander genaamd Guilliame 265-633
Rijswijck Arien Willemsz. 379
Sandersz. Gijsbrecht 12-455-516-545
Sanger Huibrecht Willemsz. de 258
Santen Allert Woutersz. van 702
Gerrit Beukelsz. van 275-567
Sas Gerrit Allertsz. 34-352
Gerrit Claasz. 278-432-474-504-648-649-657-713
Willem 520
Willem Allertsz. 185-226-264-741
Sauwers Abraham 693
Arien 693
Dirk 571-693
Schaer Arien Jansz. 594
Cornelis Jansz. 54-427-617
Jan Pietersz. 173
Pieter Jansz. 363-617
Schans Louris 388
Schaepecaes Willem Willemsz. 523
Schaper Claas Heindriksz. 625
Scheepere Johan de 446
Scherp Jacob Jansz. 667
Cornelis Pietersz. 278-289-307-441-535
Lenert Cornelisz. 278-580-648-649
Wouter Jacobsz. 7-244
Wouter Reiniersz. 491-492
Schim Cornelis Jansz. 188
Willem Jansz. 188
Schipper Arien Jacobsz. 355
Schoentgen Marinus Pietersz. 462
Schol Aart Pietersz. 282-560
Schonckges Jannitgen 371-450-620
Schoonderloo Arien Pietersz. 254-493
Schoone Gerrit Ariensz. 186-670-704
Schoonkint Jan Cornelisz. 162
Schoonweer Alida Cornelisdr. 256
Cornelis Gerritsz. 176-416
Schot Pieter Lievensz. 231-280-497
Pieter Simonsz. 506-509-516-584
Schots Willem Jansz. 356
Schuijffhoeck Rochus Gerritsz. 635
Schuijter Joris Pietersz. 68-226-246
Sebastiaansdr. Anneken 304
Jannitgen 125
Leentgen 307
Sebastiaansz. Aart 252
Dirk – Bom 374
Floris 490
NADERE TOEGANG 75
132

Gerrit 177
Gijsbrecht 241-242-285-373-651
Heindrik 399
Heindrik – Bolleman 206-584-684
Heindrik – Verwel 39-160-659
Heindrik – van der Wel 689
Huig 665
Jacob 152
Jan 13-63-100-204-322-417-597
Jan – Bom 374
Claas 162-174-196-242-301-318-346-398-414-502-546-571-678-731
Claas – Spruijt 425
Lenert 259
Loij 665
Mathijs 624-738
Pieter 325
Sebastiaan 318-593
Tielman 530
Segersz. Cornelis 109-349
Cornelis – Maecker 104
Seijckes Jan Jansz. 478
Semelaer Heindrik Ariensz. 277a-610
Siersz. Cornelis 650
Simonsdr. Annitgen 149-182
Grietgen 452-628
Ceuntgen 21
Leentgen – van der Wilde 529
Simonsz. Anthonis 462
Anthonis – alias de Sot 528
Arend 373-394
Arien 241-242-267-301-330-356-647-688-721
Arien – Groenewegen 700
Goossen 13-40-63-116-117-204-256-257-438-736
Heindrik 308
Huig 353-369-479-731
Jacob 363
Jan – Boeling 7-21
Jan – Bolijn 667
Jan – de Mulder 698
Jan – Soutmaet 484
Cornelis 581
Lenert 348-488-513
Maarten 197-246-292-394-395-421-442-481-482-522-742
Pieter 568-663
Pieter – Schot 506-509-516-584
Skie Robert 195
Slich Mr. Lenert Pietersz. van 481-482-502
Slingerlant Philips Hjeindriksz. van 729
Sluijs Maarten Willemsz. 290-352-446-541-569-631-689
Simon Willemsz. 45-412
Snol Jan Florisz. 436
Snoij Jan Dirksz. 219-337
Soeteman Jop Cornelisz. 581
Solins Nicolaas 46
Sot Anthonis Simonsz. alias de 528
Soutmaet Jan Simonsz. 484
Spangien Arien Pietersz. 509-593-682
Sparenburch Huibrecht IJsbrantsz. 156-184-271-581
Isaac van 76
Speecke Cornelis Willemsz. 244
NADERE TOEGANG 75
133

Speelman Mathijs Andriesz. 254-391-471
Speldernieuwen haring Arien Ariensz. 5-98-234
Cornelis Ariensz. 234-408
Willem Ariensz. 5-234-265-408-409-633
Spil Joris 705
Joris Dirksz. 259
Spinola Emanuel 544
Emanuel Pietersz. 573
Spruijt Claas Sebastiaansz. 425
Michiel 284
Stalpaert Evert 40
Jacob 40
Jan 40
Mr. Joost 40
Stalpart van der Wielen Augustijn 131
Jan 131
Joost 204
Stapels Galein van 730
Steen Lenert Cornelisz. 51
Pieter Lenertsz. 51
Steinhouwer Allert 446
Sterrenburch Heindrik Pietersz. 290
Stevensdr. Annitgen – van Malsen 537
Stevensz. Gerrit 631
Joost – van Malsen 308-537
Cornelis 99-546
Lucas – van Malsen 537
Stoffelsz. Jochum 53-477-512-716
Cornelis 636
Stockhouwer Nisius Gerritsz. 43
Stockum Cornelis Heindriksz. 407
Stolck Dirk 432
Dirck Cornelisz. 168
Cornelis 499
Stuling Cornelis Cornelisz. 83
Suijt Jacob Pietersz. 303
Sulleman Lenert Florisz. 345
Sustertgen Neeltgen Claasdr.’t 327
Swardelbosch Jacob Rochusz. 261-288-631
Pieter Rochusz. 629
Swart Cornelis Ariensz. 330
Willem Ariensz. 37-330-403
Sweijden Robert 195
Sijs Jan Joostensz. 311
Sijvertsz. Vrederik 144
Taurinus Jacob Pietersz. 172
Pieter Jacobsz. 172
Testart Cornelis Adamsz. 584
Tertolen Pieter Jansz. 22-23-97-113-138-689
Teun Anthonis Cornelisz. alias come 228
Thomasz. Jan 611-612
Cornelis 35-200-377-419-611-724
Willem 542
Tiaffis Oime 148
Tielen Cornelis Cornelisz. anders genaamd Cornelis 238
Martitgen 402
Tielmansz. Maarten – Coninck 293
Tilburg heer van 299
Tobiasz. Arien 78-349-476
Tollenaer Lenert Cornelisz. 227
NADERE TOEGANG 75
134

NADERE TOEGANG 75
Trarum Heindrik den 81
Heindrik Heindriksz. den 390-744
Trommelslager Jan Pietersz. 125
Cornelis Pietersz. 676
Tromp Jacob Willemsz. 239
Tsalings Tjaerincken 152
Tuijn Cornelis Claasz. in de 200
Turff Lenert Pietersz. in de 99
Tuwaerts Bonaventura 511
Uijtenbrouck Ariaantgen Dirksdr. 527
Dirk 738
Dirk Dirksz. 4-8-18-42-46-59-73-118-205-400-471-527-555-558-575-595-624
Dirk Jansz. 43-59
Grietgen Dirksdr. 527
Jacob Dirksz. 43
Jan 595
Crijntgen Dirksdr. 527
Margaretha Dirksdr. 46-527
Vacca Daniel Cornelisz. 146
Vader Arien Pietersz.
Pieter Ariensz. 170-598-644
Vassensz. Arien 128-214-670
Jacob 146-589
Vecht Willem Willemsz. van der 47-679
Veecke Hans van der 386-544-560-573
Veen Cornelis 37
Cornelis Lenertsz. 56-74-441-687
Veer Jacob Abrahamsz. 277a-386-590
Veerdegen Jacoba Ariensdr. van 664
Velden Jacob Cornelisz. van 598
Verbeeck Heindrik 536
Louris 392
Maaiken 707
Pouwels Baltensz. 707
Verboon Jacob Willemsz. 425
Verelst Arien Willemsz. 318
Verester Lijsbeth de 490
Verhaer Heindrik 45-591-710
Verheul Arien Cornelisz. 503
Cornelis 706-717
Pieter Cornelisz. 99-287
Pouwels Ariensz. 503
Veris Baarthout 500-520
Baarthout Barendsz. 538-737
Simon 371
Simon Melchiorsz. 264-514-515-518-520-561-681-737
Verius Jan Pietersz. 262
Verlaen Gerrit Cornelisz. 545
Verle Thomas 228-300
Vermaet Cornelis Pietersz. 425
Vermeer Hubrecht 573
Vermeul Alida 379
Arien 379
Vermeulen Sebastiaan Jansz. 57-75
Vermij Jan Willemsz. 185
Verpelt Maarten 68
Verru Blaeu 202
Versluijs Heindrik Lenertsz. 475
Verstael Jan 262
Versijden Arien Lenertsz. 99
135

Lenert Jansz. 99-146
Verwel Heindrik 687
Heindrik Sebastiaansz. 39-160-659
Vincentsdr. Annitgen 119
Vincentsz. Arien 576
Louris 179
Vingeren Anthonis Heindriksz. 409
Vinck Adam Gerritsz. 204
Gerrit 605
Gerrit Jansz. 204-352-413-458-488-537-554-604
Pieter Gerritsz. 204
Vincken Grietgen 640
Visch Gerrit Meesz. 15-149-182-290-303-304
Neeltgen Meesdr. 137
Visscher Anthonis Pietersz. 639
Dirk Ariensz. 127
Jan Anthonisz. de 457
Vivres Frans Dirksz. van der 119-217-368
Vlaerding Cornelis Jacobsz. 50-193-430-738-741
Cornelis Jansz. 74
Vliet Euwout Huibrechtsz. van der 555
Jeremias van 291
Vogelaer Claas Heindriksz. 437
Volkertsz. Aalbrecht 384
Sebastiaan 1
Voocht Allert Lievensz. van der 204
Arien Arendsz. 597
Gerrit Arendsz. 597
Gerrit Ariensz. 618
Voorhout Zacharias van 46
Voorstat Willem Cornelisz. van 695
Voort Artus van der 568
Voppensz. Adam 236
Vos Cornelis Jansz. 506
Voijs Maarten Crijnsz. 157
Vrankendr. Fijtgen 304
Vrankensz. Arien 315
Jan – van Heemskerck 147
Vrank 326
Wessel 676
Willem 402-403-597-632
Vrederiksdr. Neeltgen 145
Willempgen 307
Vries Arend Heindriksz. de 609
Jan de 640
Rochus Pietersz. de 714
Vriese Anthonie de 664
Vriesdr. Gooltgen 261-709
Vriesz. Heindrik 655
Pieter 522
Vijver Frans Dirksz. van der 522
Waerde Jacob Jansz. 228-300
Waert Michiel Jansz. van 151-334-378-391-441-444-509-623
Ruth Jansz. van 151
Wal Arend van der 414
Walcheren Philips 212
Walingsdr. Aafgen 392-409
Walingsz. Frans 47-322-409-417
Wallendal Jasper Pietersz. 300
Walten Simon 500
NADERE TOEGANG 75
136

NADERE TOEGANG 75
Wambeecke Engel Jansz. van 425
Warnaartsdr. Annitgen 476-724
Warnaartsz. Barthout 675
Wasmaker Philips de 328
Waterman Jan Lenertsz. 309-641
Wel Isaac Lambrechtsz. van der 43-527
Heindrik Sebastiaansz. van der 689
Cornelis Lambrechtsz. van der 618
Petronella Gerritsdr. 658
Welhouck Willem van 471-544-614
Willem Melchiorsz. van 60-124-131-178-211-369-383-510-516-573
Werve Cornelis Cornelisz. van der 537
Westerbeeck heer van 299
Weuijster Cornelis Lenertsz. 735
Lenert Cornelisz. 102
Wielen Annitgen Cornelisdr. van der 673
Arend Allertsz. van der 67
Doe Cornelisz. van der 673
Jan Cornelisz. van der 673
Pieter Cornelisz. van der 673
Willem Cornelisz. van der 673
Wiggersz. Gerrit 694
Heiman 179-321-403
Wilde Leentgen Simonsdr. van der 529
Wildeman Pieter Jansz. 402
Willemsdr. Barbara 191
Bastiaantgen 298
Betgen 286-691
Grietgen 324-366-521
Immetgen 211
Jacoba 655
Maritgen 576
Neeltgen 108-235-245-281-353-390-412-426-511-625
Willemsz. Abraham 8-638-639
Abraham – Molijn 311
Anthonis 525
Anthonis – Muijs 577
Arien 21-51-143-206-294-406-505-538
Arien – Borsselaer 579
Arien – van der Elst 326-606-623-624-717
Arien – Maen 200-438-603-615
Arien – Rijswijck 379
Arien – Verelst 318
Assewerus 428-675-670
Barend 553-609
Danecop 177
Gerrit 69-70-488-604-605-685-691
Gijsbrecht 325
Harman 475
Heindrik 55-103
Heindrik – Juijst 379-681-738
Heindrik – de Roode 221
Huibrecht 228
Huibrecht – de Sanger 258
Jacob – Brasser 50-361-397
Jacob – Tromp 239
Jacob – Verboon 425
Jan 40-45-46-162-229-301-307-393-399-428-430-461-559-693-729-741
Jan – van Haerlem 5-98-101-136-146-152-160-185-197-294-306-310-414-521-642-644-
658-672-687
137

Jan – Vermij 185
Jeman 87
Joris – Goijer 173
Carel 668-691
Claas 176
Claas – van den Berch 218
Claas – Cruijer 283
Cornelis 146-157-184-322-325-417-476-638
Cornelis – den Druijt 631
Cornelis – Penning 660-661
Cornelis – Speecke 244
Lenert 161-731
Maarten 53-65-240
Maarten – Molijn 311
Maarten – Sluijs 290-352-446-541-569-631-689
Marcus – Duijffvoet 292
Marinus 291
Mathijs 505
Mathijs – van Muijlwijck 303-304
Mees 55-362
Pieter 45-282-308-349
Pieter – van Bergen 467-560
Pieter – Bolleman 405
Pieter – Holij 510
Pieter – Penning 107-247-250-341
Pieter – Plaet 293
Sebastiaan – Penning 304
Simon – Sluijs 45-412
Steven 611-612
Vrank 528
Willem 460
Willem – Canarij 405-409
Willem – Nieupoort de jonge 447-471
Willem – Nieupoort de oude 172-433-654
Willem – Schaepencaes 523
Willem – van der Vecht 47-679
IJsbrand 660-661
Wilsoets Jan 313
Winter Heindrik 686
Heindrik Aartsz. de 11-556
Woerden Gerrit Jansz. van 226
Louris Jansz. van 374
Wolff Gerrit Dirksz. van der 18-67-143-572-646-659-739
Wolphertsz. Lubbert 160-237-687-723
Wout Claas Jansz. van der 36-438-658
Woutersz. Allert – van Santen 702
Daniel 428
Huig – Bol 112-183-287-429
Jacob – Lijeffting 562
Jan 263
Claas 358-468-528
Lenert 401-428-456
Wijck Jan Lourisz. van 31-348-434-455-464-703-740
Wijnantsz. Harman 519
IJsbrantsdr. Maritgen 239
IJsbrantsz. Huibrecht 220-284-500
Huibrecht – Sparenburch 156-184-271-581
Cors 236-355-411
Zevender Willem van 262
NADERE TOEGANG 75
138

G E O G R A F I S C H E N A M E N
NADERE TOEGANG 75
Aalkeet 598
Aalst 643
Abbenbroek 126-435
Abbewerven 652
Abtsrecht 593
Alblasserwaard 425-727
Albrantswaard 293
Alphen 294
Amsterdam 19-20-38-148-150-156-186-195-246-272-316-416-423-537-550-592-723
Arnhem 3-57
Axel 643
Bergambacht 262
Berkel 99-656
Bleiswijk 255-282-480-542-560
Bodegraven 10-189-481-502-585
Bommel 382-387
Brabant 478
Breda 276-415
Brielle 284-391-403-505-653
Brouwershaven 579-592-729
Brugge 578
Carnisse 308
Charlois 241-242-267-299-301-688
Danzig 208-268
Delfgauw 381
Delfshaven 36-44-116-117-144-177-256-257-309-347-438-465-491-492-600-629-674
Delft 43-45-46-59-61-62-65-77-80-83-120-176-191-197-212-216-244-270-275-285-297-299-300-315-
331-362-392-396-400-407-430-436-447-463-474-527-564-567-576-583-584-601-607-618-631-
637-650-667-674-680-683-695-696-697-741
Denemarken 568
Dordrecht 29-41-101-237-277a-278-290-325-458-465-630-638-639-640-690-713-719
Duinkerken 714
Edam 1
Elst 378
Emden 315-538
Friesland 367-489-496
Gelderland 378
Gent 643
Genua 38
Goeree 485-486
Goes 244-504-649
Gorkum 175-433-648-737
Gouda 330-356-494-580-642-654
’s-Gravenhage 31-262-506-598
Haarlem 143-221-229-545
Hamburg 293-370-621
Hardenberg 446
Harg 283
Heenvliet 310-319-652
Harfuus in Denemarken 532-568
Hillegersberg 218-263
Hindelopen 152-153-489
Hitland 650
Hof van Delft 381-655
Holierhoek 501
139

NADERE TOEGANG 75
Holland 19
Hoorn 154-484-495
Katwijk op Zee 258
Kethel 99-144-283-287-503-659-722
Kethel-ambacht 210-223-429
Kethel-polder 45-722
Koningsbergen 290
Korpershoek te Schipluiden 218
Kortland 293
Kralingen 493
Leiden 144-169-294-406-425-430-631-651-664-724
Lekkerkerk 173
Londen 568
Maasland 45-598-722
Maassluis 188-213-317-517-582-732
Maastricht 204
Mathenesse 593
Mechelen 6-7
Middelburg 106-568
Nieuwlandse polder 287-429
Nieuwpoort 194-233-657-713
Nootdorp 45
Oostende 369
Oost-Indië 733-735
Ootmarsum 446
Oud-Mathenesse 471-593
Overmaas 220-245-267
Overschie 44-293-507-739
Papsou 89-364-593
Pernis 220-245-293
Poortugaal 232-293-425-557
Pijnacker 45-211-229
Reeuwijk 161
Robbenoord 299
Rotterdam 15-16-17-19-22-40-45-50-58-69-70-76-83-85-86-87-97-137-149-177-202-223-226-239-
263-284-290-303-307-330-356-363-377-386-427-491-492-525-526-537-551-570-576-594-
602-619-673-694-708-714
Schieveen 45
Schipluiden 218
Schoonhoven 262-316-580
Spijkenisse 298
Stockt 478
Strijen 131
Ter Heide 454
Turnhout 478
Utrecht 562-639
Veere 107-142-143-312
Vianen 638-639
Vlaanderen 553-643-664
Vlaardingen 25-34-148-157-170-188-293-325-342-357-359-470-510-597-644-652-709-716
Vlaardinger-ambacht 270-501
Vlaardinger-broek 597
Vlissingen 87
Voorne 284-391-435
Wassenaar 67
West-Barendrecht 308
Woerden 202-374
Workum 496
IJzendijk in Vlaanderen 553
Zeeland 19-312
140

Zevenhuizen 44-125-156-184-186-563-718
Zierikzee 285
Zoetermeer 44
Zouteveen 88-209-223
Zuidbuurt van Vlaardinger-ambacht 270
Zwartewaal 192-227-240-352-459-541
Zwolle 434
S T R A T E N, V A A R W E G E N, E T C.
NADERE TOEGANG 75
Achter op de Haven 165-166-177-341-348-426-685-739
Achterweg 18-55-56-57-75-132-158-305-325-327-339-344-353-356-424-443-452-511-525-530-538-
607-625-628-636
Afrol van de Dam 48-708
Afrol van het Broersveld 141
Beestenmarkt 377
Bolwerk 734
Boterstraat 35-40-65-82-176-178-183-200-204-253-254-256-377-392-418-419-423-438-446-469-471-
493-506-508-524-542-550-576-614-665-724-736
Breedstraat 167-168-169-178-271-422-432-503-559-645-704-706-708-717-720
Broerhuislaan te Delft 83
Broerstuin 411-453
Broersveld 53-54-60-86-89-102-123-133-136-138-141-174-187-194-196-233-241-242-292-301-346-
354-373-374-394-395-401-425-453-456-461-512-514-515-518-533-534-546-585-611-612-
616-647-676-688-742
Buitenweg 734
Dam 25-46-48-69-70-80-114-208-238-264-268-279-287-324-353-430-438-488-513-520-529-537-
544-554-555-561-573-581-604-605-606-634-636-731-741-746
Diefhoek 583-680
Diefsteeg 166
Dirck Langekenssteeg te Delft 631
Doelsloot 744
Einde 8-34-141-164-281-286-288-311-314-333-340-540-651-687-691-724
Gasthuislaan te Delft 43
Groenendal 104-298-461-534
Groeneveld 35-204
Groeneweegje 10-186-189-222-365-448-614-705
Gooistraat 7-33-39-83-84-85-141-219-220-240-246-259-278-290-302-331-337-352-381-396-420-437-
442-464-476-505-522-541-655-657-658-659-660-682-707-724
Grote Groenendal 134-281-553
Hoge Mathenesseweg 471
Hogenoord te Amsterdam 272
Holsteeg 18-46-205-297-400-555-674-695
Hoofd 147-213-227-326-451-666
Hoogstraat 160-214-219-234-243-251-275-488-548-604-605-670-689-713
In de Raam 198-410-490-571-631-693-715-718
Kerkhof 171-363
Kerksloot 100-178
Kerkstraat 429-581
Kipstraat te Rotterdam 307
Klein Groenendal 609-668
Koningstraat 274-744
Korte Achterweg 500
Korte Groenendal 173-286-635-691
Korte Kerkstraat 18-112-205-273-328-400-578-646-695
Korte Vest 332
Kreupelstraat 26-51-82-184-355-588
141

NADERE TOEGANG 75
Kruisstraat 65-183-313-578-584
Laan 55-134-362-452-625-628-635
Laansloot 328
Lage Mathenesseweg 471
Land van Beloften 21-318-336-374-411-441-444-460-615
Lange Achterweg 457
Lange Kerkstraat 266-329-405-428-494-516-679
Lombardsteeg 18-205-400-575
Marktveld 36-41-186-277-284-302-383-384-391-516-614
Mathenessesingelweg 471
Molendijk te Goes 244
Molensteeg 137-159
Molenstraat 14-205-217-271-297-400-409-523-590-656
Nieuwe Molenstraat 47
Nieuwe Visstraat 277a-421
Nieuwstraat 172-193-230-352-519-581
Noordvest 10-189
Op de Haven 37-50-164-228-277a-285-300-641-683-720
Op de Schie 71-81-156-383-390-583-650-677
Oudendijk te Kethel 287
Oude Vismarkt 555-684-685
Over de Haven 41-42-73-74-142-205-208-297-397-400-403-434-440-536-590-656-710-738-740
Over de Schie 44-101-146-179-186-239-345-375-392-393-414-502-543-619-671-678-692
Pad 222-402-462-468-528
Peperstraat 124-200
Pieterssteeg 25
Raamsloot 14-224-449-556-587-718
Raamstraat 218
Rodemeer 168-706
Roosbeek 265
Rijtwaardsedijk in Heenvliet 653
Schie 36-40-41-44-45-186-256-277-321-418-438-471-493-501-539-550-736
Sluis 208-226-537-539-554-604-605-671
Stadsvest 37-74-102-217-287-291-361-395-421-429-536-611-694-705-740
Steeg in het Groeneveld 204
Steeg van Louw de smid 228-300
Taansteeg 311
Verbrande Erven 14-109-261-317-338-380-385-431-466-490-499-523-603-675-706-709
Vlaardingsteeg 27-28-114-115-295-369-521-552
Vlaardingsestraat 323
Voor de Raam 72-103-127-163-271-371-376-450-620-652
Watersloot te Delft 176
Westmolenstraat 34-703
West-Nieuweland 4-18-37-42-46-50-73-74-118-205-208-297-361-397-400-403-536-590-656-681-
738-740
Zwaansteeg 140-220-265-296-500-633
Zijl 525
De Aecker te Delft 285-396
Abraham 399
Blauwe Hant 369-560
Blauwe schuur 290
Blauwhuis 289
Boot 360-383-566
Buijsch 436
N A M E N V A N O N R O E R E N D E G O E D E R E N
142

Buijs te Delft 212
Chastilien te Delft 202
Dordrecht 36
De Drie Aeckeren 516-601
De Drie Houffijseren te Delft 407
De Drie Hameren te Delft 80
De Drie Lelijen te Delft 275-567
De Dubbelde Lelije 689
Dubbele Sleutel 601
Emaus 708
Gatenburch 590-738
Harde Bollen 713
Halve Maen mette Croon te Delft 618
Heilige Geesthuis 380
Heilige Geest turfhuis 99-162
Hellebaert 568-586
Hellebaert met de Croon 46-118-205-297-400-407-656
Helm 724
Hemelrijck 689
Hoeffijser te Dordrecht 638-839-640
Hoofdpoort 147-197-291-293-322-417-666-726
Huijs van Wassenaer 537
Hulck 390
Kerkhuis 100-178
Ketelpoort 45-282-289-388-398-467-560-659-708
Kickert 189
Cleijnen Bruijnvisch 590
Clock te Delft 300
Koegroep 739
Korenbrug te Leiden 724
Laensloot 207
Lagebrug 300
Luijs 405
Mennepoort 271-404
Moeriaens Hooft 39
Noordmolen 393
Oliemolen 256-438-736
Oijevaer te Delft 447
Overschiese poort 321-399-694
Paeu 65
Papiermolen 167
Pastorietuin 171
Poort van de Doelen 81
Potoven 583
Rophuis 440-656
Roscam 333-597-618
Roskorenmolen 217
Rosmolen 218
Rotterdamse poort 104-281-412-593-597-618
Schaer 689
Stadstimmerhuis 41-208
Stadswal 374-397-612
Steenplaats 147-197-379-451-666-726
Taanhuis 739
Teerstoof 546
Trophuijs 41
Truweel te Delft 197
Turff 45-99
Vlaardingse poort 119-535-720
Vogelstruijs te Leiden 406
NADERE TOEGANG 75
143

Vrouwenpoort 711-712
Vuijck 127-376-599
Westmolen 119
Windkorenmolen 218
Witte Leuw te Breda 276-415
Witte Lelie 36
Het Groene Hert 367
Den Heijnchst 496
Den Jonas 16-495
Den Ladt 154
Den Palmboom 272
St. Paulus 6
Puali Bekeringe 489
Het Roode Hert 237
Roemeer 16
De Samaritaen 370
De Swaen 152-192
De Winthondt 195
N A M E N V A N B O T E N
I N S T E L L I N G E N
NADERE TOEGANG 75
St. Anna gilde 739
St. Anna Zusterhuis 313-501-543
Bagijnhof 296-418
Compagnie van Henrij Caerdever 32
Compagnie van kapitein Medekercken 190
Convent van de Kathuizers buiten Delft 65-583-680
Convent van Koningsveld te Delft 362-741
Convent van de Kruisbroeders 393
Convent van Leliëndaal 18-404-674-695
Diaconie 71-79-345-420
Doelen 30-36-81-101-156-186-193-375-390-549-744
Gasthuis 54-60-65-86-104-123-174-196-233-241-242-271-344-346-373-390-401-443-476-514-515-
529-533-597-611-612-616-647-659-676-688-704
Gasthuis van Gouda 494
Gemene Land 97
Gemene middelen te Gorkum 737
Gilde van de kleermakers 202
Grafelijkheid 183-385-439-520-555-558-741
Grote Visserij 569
Heilige Geest 124-127-234-246-259-265-277-323-333-376-393-419-423-429-471-516-522-530-553-
570-633-658
Hof van Holland 46-69-142-143-280-386-653-654-656
Hofje van Belois 571
St. Jacobs Gasthuis 172-288-368-566-587
Kerk 65-71-72-79-127-165-171-198-220-246-265-298-302-324-369-376-383-405-439-493-519-522-
528-541-555-558-590-633-658-682-684-685-687-739-741
Kerk van Overschie 293
Kerkeraad 420
Leprooshuis 211-423-437-478-501-508-544-581-614-629-637
144

NADERE TOEGANG 75
Loterij t.b.v. het Fraterhuis te Delft 637
Loterij t.b.v. het weeshuis 18-244-273-274-472-576
Memorie 352
Memorie in de St. Jacobskerk te ’s-Gravenhage 262
Oude Manhuis 4-73-361-383-390-397
Oude Manhuis te Gouda 494
Oude manhuis te Haarlem 221-229
Pacht op de gruit 293
Pesthuis 11-686
Rotterdamse kermis 562
Schoorsteengeld 24
St. Sebastiaans doelen 49-51-274-305-629
Stadhuis 277-360
Tafel van Lening 18
V.O.C. 733-735
Vrouwen altaar 471-511
Waag 519
Weeshuis 18-35-41-43-53-54-76-114-125-163-169-244-254-264-266-274-277-290-291-296-300-307-
353-363-377-423-471-537-570-576-604-605-672-684-685-725
Weeshuis van Rotterdam 69-70
Weeskamer 3-23
Zang 265-471-511-633
Zeven Getijden 471
Ziekenhuis 449
Zusterhuis 127-376-717
Zusterhuis Overdam 559-669
B E R O E P E N E N / O F F U N C T I E S
Antieksnijder 331
Apotheker 83-85
Arbiter 354
Bakker 61-80-119-141-146-149-160-176-215-232-246-260-284-302-331-338-352-360-383-393-416-
418-420-436-437-464-488-513-522-551-558-567-570-595-604-605-684-689-692
Baljuw 310-741-746
Blauwverver 303
Bleker 315-542-650
Blokmaker 74-241-242-373-560-590-638-725
Bode 46-284-584
Boekdrukker 683
Boekhouder 148-153-347-367
Bootgezel 21-26-30-34-55-56-60-72-102-103-104-108-110-123-134-162-163-196-198-222-292-305-
323-325-337-339-344-376-394-395-399-410-412-431-445-469-477-538-549-603-609-647
Bootsman 724
Bouwman 173
Brouwer 18-42-43-46-59-80-118-197-205-212-244-263-275-276-285-297-300-357-396-400-404-407-
415-447-463-532-555-567-568-586-601-607-618-638-639-640-641-672-683-689-697
Brouwersknecht 167-402-536-688
Burgemeester 14-34-57-61-73-75-120-122-136-137-142-143-157-186-192-194-220-233-277a-279-
291-293-294-305-306-310-329-338-361-366-384-397-422-430-488-505-518-537-590-
597-626-644-656-658-666-674-725-726-727-734
Chirurgijn 47-277a-278-416-429-447-481-502-581-641
Collecteur 637
Conciërge 101-156-186-274-375
Curator 3-37-57-60-65-101-183-220-234-527-555-558-575-682-684-685-686
Dekker 709
Dokter 10-40-204-690-705-719
145

NADERE TOEGANG 75
Dominee 204-241-242-267-301-373
Dijkgraaf 425
Engelsman 228-300-599
Gezworene 229
Glasmaker 18-205-273-321-328-400-509-581-646-674-695
Gorter 89-507
Goudsmid 391
Grafmaker 100-320-322-417
Grootschipper 472-740
Heemraad 308
Heer van Tilburg 299
Heer van Westerbeek 299
Heilige geestmeester 294
Hekelaar 423-508-550-588
Herendienaar 242-285-301-373
Hoedenmaker 500
Hoedenstoffeerder 328-442-500
Hoefsmid 423-708
Hoofdman 193
Houtkoper 113-138-146-156-259-325-417-449-459
Houtkramer 378-704
Houtzager 81-159-271-307-359-452-523-628
Hovenier 405
Huistimmerman 72-174-198-322-354-739
Kaaskoper 234-240-352-413-519-706-707
Kagenaar 215-275-288-382-387-522-671-678
Kapitein 44-53-339-391-401-426-434-456-572-579-616-626-658-724-740
Karreman 355-665
Ketelboeter 158
Keurmeester van de haring 421-741-746
Keurmeester van de kennip 591
Klapwaker 462
Kleermaker 22-39-56-75-97-100-164-177-178-183-202-220-253-275-296-303-304-314-315-322-340-
352-377-405-417-430-454-524-530-570-606-613-659-660-661-670-724
Klerk 337-410-589
Koekenbakker 436-667-683
Koopman 19-148-214-219-228-228-250-262-270-290-337-370-386-425-484-489-491-492-550-568-
572-600-674-689-723
Koperslager 183-203-296-424-429-446-453-524
Korenkoper 118-331-360
Kramer 271-294-321-406
Kruidenier 219-337
Kuiper 8-25-27-46-48-56-69-83-89-103-123-165-179-220-241-243-246-259-289-294-295-296-311-
315-321-330-363-388-395-402-403-414-421-430-453-454-458-469-506-520-522-529-530-
546-552-576-587-604-605-637-650-665-687-703-718-735-740
Lakenbereider 226
Lakenkoper 27-39-51-64-83-84-85-88-98-115-119-140-171-209-210-222-223-228-226-240-246-256-
263-270-294-353-399-406-429-430-445-448-460-461-462-521-522-534-543-553-609-
617-658-676-677-680-682-709-738
Landman 49-71-270-282-287-298-404-407-411-429-519-560-571
Landmeter 398-688-731
Leertouwer 591
Leidekker 266-494
Leproosmeester 211-508-544-573
Linnenwever 48-133-544-573-587
Lijndraaier 9-10-21-100-109-110-127-136-159-161-163-178-179-189-194-206-233-235-241-242-259-
266-269-301-318-346-353-363-376-380-399-409-425-428-446-534-571-588-631-675-679-
735
Makelaar 654
Mandenmaker 60-86-581
146

NADERE TOEGANG 75
Meesterknecht 21
Messenmaker 246
Metselaar 2-17-26-43-58-81-86-102-109-123-160-162-167-168-169-171-172-185-201-230-231-223-
236-259-280-319-336-359-362-363-414-432-453-456-502-528-530-540-647-669-678-682-
688-710-717-718-738-744
Molenaar 119-141-218-238-308-427-501-522-546-594-665-716
Moutmaker 297-683
Nachtwaker 559
Notaris 3-46-54-57-82-163-183-221-232-226-238-259-277-293-434-439-555-558-575-713
Olieslager 13-40-63-116-204-256-263-438-469-736
Ontvanger 84-85
Opperbrouwer 373
Opperman 51
Pontgaarder 463
Pottenbakker 103-583-587-680
Predikant 688
Priester 262
Raad 41-46-264-368-375-568
Reder 121-122-128-152-247-250-258
Regent 291
Rentmeester 60-69-70-163-537
Richter 446
Rietdekker 321
Roededrager 584
Scheepstimmerman 1-12-14-31-37-57-58-74-77-109-111-126-170-175-181-213-227-249-291-322-
347-403-433-435-459-461-474-519-522-557-603-613-663-714
Schepen 41-264-287-297-310-358-446-471-558-595
Schipper 1-13-16-17-48-58-62-63-65-78-80-87-97-99-106-108-111-120-133-148-151-152-156-159-
175-186-194-212-216-227-233-237-265-276-302-306-309-310-333-340-341-342-343-346-
350-354-377-381-403-415-417-426-427-432-433-445-455-465-474-480-483-485-486-489-
495-496-504-513-529-545-561-569-574-580-592-632-633-642-648-658-659-723-728-743
Schoenlapper 419-500-519
Schoenmaker 33-34-47-69-70-140-144-151-177-219-220-226-241-242-251-265-285-287-313-321-
337-373-377-383-392-408-409-419-448-449-488-506-520-524-542-547-548-556-590-
591-596-604-605-613-633-634-643-651-653-676-684-686-703-725
Schoolmeester 377
Schotsman 129-671-729
Schout 36-99-229-287-308-425-471-718
Schrijnwerker 45-46-47-144-219-240-337-352-476-555-577-634-710-724
Schrijver 434
Schuitvoerder 40-44-200-204-238-291-301-322-375-393-402-462-474-529-543-597-619-665-712
Secretaris 18-41-67-205-220-277a-278-293-359-400-634-653-674-690-695
Sergeant 32
Slager 167
Slotenmaker 519-581-678
Smid 33-45-69-86-159-271-300-384-388-456-464-475-486-523
Snijder 57-183-302-457-469-530
Soldaat 457
Spinder 490-715
Stadhouder van Brielle 391
Stadsbode 24-244-516
Stadsmetselaar 712
Stadsroeper 11-498
Stedehouder 284
Steenkoper 611
Steenplaatser 104-281-611
Steenvormer 197
Stierman 8-15-26-31-44-56-77-79-107-120-121-122-128-130-133-148-153-154-155-165-166-180-
187-188-192-194-196-199-213-214-233-238-245-247-250-258-262-272-325-342-347-348-
353-367-369-370-425-439-443-454-477-479-483-502-540-541-547-561-621-636-644-658-
147

NADERE TOEGANG 75
662-703-721-724-731-740-743
Stoeldraaier 193-249-519
Straatwerker 184-233
Taander 273-411
Tafelhouder 18-32-190-581-674-695
Tapper 43
Timmerman 56-67-101-123-146-157-169-176-186-187-200-205-216-217-218-245-294-302-324-338-
366-375-400-417-428-438-476-506-514-515-533-575-581-583-591-595-603-615-635-
636-646-652-674-677-680-683-688-707-709-711-712-713-716
Tingieter 65-183
Turfman 423-468-508-583-677-680
Tijkwerker 68-139-181-238-355-418-423-424-487-508-550-560-573-608-707
Vaandrig 190
Varensgezel 219-519-668
Varkenslager 225-409
Verfster 715
Vleeshouwer 28-114-115-138-146-240-324-384-535-581-720
Voerman 282-402-403
Vroedschap 264-368-375-568-737
Waard 41-326-333-383-436-566-601-618
Waker 645
Wasmaker 328
Weeshuismeester 70-244
Weesmeester 160-393-430
Weesvader 430
Werkmeester 13-63
Wever 238-253-307-325-550-708
Wielmaker 35-200-377-419-724
Wollenaaister 321
Wijnverlater 659-660
Zandman 236-411
Zeevarende man 34-36-38-49-52-64-66-75-86-114-127-133-134-138-159-161-173-178-187-189-198-
199-200-224-245-260-261-271-286-295-296-328-332-336-346-351-371-372-381-
389-390-398-401-403-405-409-410-422-428-453-457-460-461-466-467-476-480-
498-500-514-518-523-533-548-611-615-620-625-670-671-691-704-709-710-711-742
Zeilmaker 16-36-206-227-258-569-663-673
Zilversmid 284
Zuivelerkoper 240
Zwaardveger 69-331-356-424-464-487
IJzerkramer 378
148