Nadere toegang nr. 75

NADERE TOEGANG 75
dient 2 suffisante borgen te stellen. Pieter Jansz. Lis is koper gewoorden voor de somme van f 600.
Penningborgen: Gerrit Lourisz. timmerman en Heijndrick Jansz. Pansser.
Nr. 102 folio 51v. d.d. 10-12-1605.
Dirck Euwoutsz. metselaar heeft verkocht aan Maerten Jacobsz. bootgezel een ledig erf in het
Broersveld aan de oostzijde van de vaart, breed 16 voeten, zijnde het 6° erf, belend ten N: Lenert
Cornelisz. Weuijster en ten Z: de verkoper, beiden met huis en erf, strekkende voor van de straat tot
achter aan de stadsvest. Belast met een rente van £ 8 per jaar, te lossen de penning 16, toekomende
de stad.
Nr. 103 folio 52 d.d. 12-12-1605.
Cornelis Cornelisz. kuiper wonende alhier gehuwd met Liedewij Cornelisdr. eertijds huisvrouw van
Pieter Cornelisz. Corffgen heeft verkocht aan Jan Jacobsz. bootgezel te Schiedam, een huis en erf
voor de Raam, belend ten O: Willem Arentsz. en ten W: Gerrit Jacobsz. Cooren, strekkende voor van
de Raam tot achter aan een sloot. Koopsom f 550 carolus, te betalen met f 72 contant en de rest op f
20 per jaar. Belast met 4 st. per jaar. De oude waarbrief in dato 30-04-1598. Waarborg: Cornelis
Jansz. pottenbakker. Penningborgen: Heijndrick Willemsz. en Pouwels Ariensz., elk voor de helft.
Nr. 104 folio 52v. d.d. eodem die.
Maerten Jacobsz. burger alhier heeft verkocht aan Robbrecht Jansz. bootgezel een huis, erf en
lijnbaan daar achter gelegen, mitsgaders een vrije uitgang van 4 voeten breed aan dezelve lijnbaan
behorende, staande en gelegen in het Groenendal bij de Rotterdamse poort, belend ten O: Pieter
Pietersz. steenplaatser en ten W: Cornelis Zegersz. Maecker, strekkende van ’s-herenstraat tot achter
aan de banen van Pieter Pietersz. steenplaatser. Koopsom f 591 carolus, te betalen met f 25 contant
en de rest op f 25 per jaar. Belast met 10 st. per jaar, te ontvangen door de weduwe van Claes Pieter
Jonasz., mitsgaders nog een rente van 25 st. per jaar, te ontvangen door het Gasthuis, losbaar de
penning 16. De oude waarbrieven in dato 27-02-1593 en 31-01-1604.
Nr. 105 folio 53 d.d. 13-12-1605.
Cuniere van Beveren Heijndricxdr. weduwe Claes (van) Beveren verklaarde dat Jaepgen van Beveren
huisvrouw van Euwout Gerritsz. Molen haar dochter, mitsgaders het onderhoud ten hare huize van de
kinderen, alsmede de kinderen van zaliger Henrick van Beveren haar comparants zoon, dat het haar
wil is dat hetgeen Jaepgen van Beveren en haar kinderen, mitsgaders de kinderen van Heijnrick van
Beveren ten hare huize verteerd en van haar genoten hebben, alsmede hetgeen zij comparante voor
haar dochter Jaepgen aan Jacob Pietersz. van Cleeff haar zwager of aan iemand anders ter zake van
borgtocht betaald of verschoten heeft, dat alle hetzelve geremitteerd en kwijtgescholden is. Dit in
voegen dat haar andere kinderen en kindskinderen, na haar comparants overlijden, Jaepgen en haar
kinderen en de kinderen van Heijnrick van Beveren, niet zullen mogen eisen of korten anders dan £
25 vlaams welke Jaepgen zal inbrengen of haar comparants andere kinderen en erfgenamen haar
zullen korten aan haar portie die aan de inkomende renten welke na haar overlijden in de boedel
bevonden zullen worden en dat op £ 3 vlaams per jaar.
Nr. 106 folio 53v. d.d. 15-12-1605.
Arien Jorisz. schipper wonende alhier als principaal, mitsgaders Goris Jansz. mede schipper alhier als
borg, beloven Claes schipper te Middelburg te vrijen en waren van een kaagschuit, door de voorn.
Arijen Joris aan Claes een jaar geleden verkocht.
Nr. 107 folio 53v. d.d. 24-12-1605.
Pieter Bouwensz. stierman wonende Veere als principaal, mitsgaders Pieter Willemsz. Penning burger
alhier als borg, is schuldig aan Cornelis Cornelisz. Calff de oude, de somme van f 400 carolus, ter
zake van de leverantie van een hoekboot zo die van stapel gelopen is, groot 10 lasten. Hij belooft te
betalen Kertsmis 1606 en zal Cornelis Kalff binnen een jaar leveren een ton vis. Hij verzekert dit op de
voorsz. hoekboot onder verband van waterrecht.
Nr. 108 folio 54 d.d. 29-12-1605.
Gerrit Jansz. bootgezel is schuldig aan Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz. de somme
van f 75-09-00, spruitende uit de koop van want en aan Lucas Michielsz. schipper de somme van f
275-02-00 ter zake van geleende penningen, maken tezamen f 350-11-00 waarin £ 7-01-08
verschoten van de 40° penning en het maken van deze brief. Hij belooft te betalen uit een rentebrief
verleden voor schepenen alhier door Arijen Cornelisz. Bolletgen t.b.v. hem comparant, inhoudende
nog f 475, te betalen op f 24 per jaar, gedateerd 03-02-1596.
Nr. 109 folio 54v. d.d. 02-01-1606.
Pieter Lievensz. metselaar met procuratie van Lambrecht Cornelisz. scheepstimmerman burger alhier,
de procuratie verleden op 15-12-1605, heeft opgedragen aan Jan Leendersz. lijndraaier een huis en
erf op de Verbrande Erven, belend ten O: de lijnbaan van Grietgen Thijsdr. en ten W: Lambrecht
Cornelisz. voorn. met huis en erf, strekkende voor van ’s-herenstraat tot achter aan de gang
toekomende dezelve Lambrecht Cornelisz. Dit zoals het tegenwoordig beheind en bepaald staat en
16