Nadere toegang nr. 75

NADERE TOEGANG 75
Lieven Cornelisz. gehuwd met Trijntgen Gerritsdr. en Cornelis Ariensz. gehuwd met Annetgen
Gerritsdr., in die kwaliteit erfgenamen van Maertgen Jansdr. moeder van de voorn. Trijntgen en
Annitgen Gerritsdr., zijn schuldig aan Mees Gerritsz. hun schoonbroeder de somme van £ 184-05-12,
spruitende ter zake van de erfenis van het huis, door zijn moeder Maertgen Jansdr. met de dood
geruimd en waarin zij comparanten voor ⅓ part zijn gerechtigd. Het huis is door hun huisvrouwen in
1599 gekocht voor de somme van f 900, waarvan Mees Gerritsz. van de verdere penningen volgens
besterfenis voor ⅓ part is competerende en bekent voldaan te zijn de eerste met de laatste penning.
De comparanten beloven de somme van £ 184-05-12 te voldoen op termijnen van f 10 per jaar en
verzekeren dit op hun huis en erf op de Achterweg aan de oostzijde van de straat, belend ten N: Dirck
de ketelboeter en ten Z: Aechgen Roockes.
Nr. 159 folio 79v. d.d. 01-04-1606.
Jannitgen Roelendr. weduwe Maerten Heijndricxz. lijndraaier geassisteerd met Gerrit Roelen haar
broeder en gekozen voogd heeft verkocht aan Abraham Jansz. zeevarende man een huis en erf in de
Molenstraat, belend ten Z: Jan Heijndricxz. smid en ten O: Jacob Heijndricxz. weeskind van Heijndrick
Gerritsz., zo het door haar verkoopster gebruikt en gepossideerd is geweest. Koopsom f 400 carolus,
te betalen met f 18 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg: de oude waarbrief van 15-12-1590.
Penningborgen: Jan Thijsz. houtzager en Jan Jansz. schipper.
Nr. 160 folio 80 d.d. 03-04-1606.
Jan Cornelisz. Decker is schuldig aan Lubbert Wolphertsz. een losrente van f 14-01-04 per jaar tegen
de penning 16 met een hoofdsom van f 225. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Hoogstraat,
belend ten Z: Pieter Arijensz. metselaar en ten N: de weduwe van Arijen Dircxz. bakker.
Kanttekening d.d. 13-06-1613. In mindering van de f 225 hoofdsom en 5 jaar rente, belopende
tezamen f 295-06-04, is betaald f 214-19-14 zodat resteert f 80-06-06, welk restant ter weeskamer is
gebracht t.o.v. de weesmeesters Jan Willemsz. van Haerlem burgemeester en Heijndrick
Sebastiaensz. Verwel, testamentaire voogden van de kinderen van Jan Claesz. Coucketer
erfgenamen van Maritgen Claesdr. hun moeie. Geaccordeerd is dat betaald zal worden zonder enige
intrest na het overlijden van Trijntgen Dircxdr. weduwe Jan Cornelisz. Decker debitrice, uit haar
gereedste goederen, mits dat de hypotheek in deze rentebrief daarvan ontslagen wordt. Blijvende
generaal verband op de persoon en goederen van Trijntgen Dircxdr. van kracht, om na haar overlijden
voor alle andere crediteuren recht hebbende voor de somme van f 80-06-06.
Nr. 161 folio 80v. d.d. 06-04-1606.
Gerrit Gerritsz. lijndraaier burger alhier als principaal en Pieter Thonisz. en Joost Pietersz. beide
zeevarende lieden als borgen, is schuldig aan Huijch Pietersz., Jan Jansz. en Leendert Willemsz.,
allen wonende te Reeuwijk, de somme van f 96 carolus, te weten f 58 aan Huijch Pietersz. f 20 aan
Jan Jansz. en f 18 aan Leendert Willemsz., spruitende tezamen uit de koop van kennip. Hij belooft te
betalen met f 400 op St. Jacob 1606, St. Jacob 1607 nog f 40 en de rest St. Jacob 1608.
Nr. 162 folio 81 d.d. 08-04-1606.
Baell Jans weduwe Arijen Thijsz. geassisteerd met Thijs Arijensz. haer zoon en gekozen voogd, heeft
verkocht aan Jan Willemsz. bootgezel, een huis en erf tegenover het Heilige Geestturfhuis, belend ten
O: Pouwels Pietersz. en ten N: Claes Bastiaensz. metselaar. Koopsom f 475, te betalen met f 30
contant en de rest op f 18 per jaar. Vrij en niet belast. Twee oude waarbrieven van d.d. 26-11-1583 en
26-05-1590. Waarborgen: Thijs Arijensz. en Jan Arijensz. Penningborgen: Willem Jansz. Organist en
Jan Cornelisz. Schoonkint.
Nr. 163 folio 81v. d.d. 08-04-1606.
Willem Nieupoort notaris als rentmeester van het weeshuis heeft met advies van de weesmeesters
verkocht aan Jacob Fransz. bootgezel burger alhier een huis en erf voor de Raam, belend ten Z:
Cornelis Florisz. en ten N: Gerrit Courten. Koopsom f 250, te betalen met £ 4 vlaams en de rest op f
18 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg; de oude waarbrief. Penningborgen: Jan Cornelisz. en Pieter
Dammisz. lijndraaier.
Nr. 164 folio 82 d.d. eodem die.
Jujaen Lenertsz. voor zichzelf, Willem Jujaensz. gehuwd met Soetgen Lenertsdr., Arijen Cornelisz.
Danen voor zichzelf, mitsgaders als oom en voogd van de kinderen van zaliger Cornelis Cornelisz.
alias Cornelis Jujaensz. en Cornelis Jansz. kleermaker zoon van zaliger Maritgen Cornelisdr., allen
kinderen en kindskinderen van zaliger Neeltgen Jujaensdr. laatst huisvrouw van zaliger Lenert
Arijensz. Koeman, hebben gepart en gedeeld de nagelaten boedel van Neeltgen Jujaensdr. Te weten
Jujaen Lenertsz. is te beur gevallen het huis en erf op het Einde waarin hij tegenwoordig woont,
strekkende voor van de straat tot achter op de Haven, met al het huisraad en meubels in het huis
staande. Hiertegen worden de verdere erfgenamen begroot en vergoed.
Nr. 165 folio 82v. d.d. eodem die.
23