Nadere toegang nr. 75

NADERE TOEGANG 75
Lieven Cornelisz. tijkwerker gehuwd met Trijntgen Gerritsdr. heeft verkocht aan Cornelis Aertsz.
zwaardveger ⅓ part van een huis en erf op de Achterweg, belend ten N: Dirck Jansz. koperslager en
ten Z: Aechgen Rochusdr., strekkende van ’s-herenstraat tot achter aan de sloot. De resterende ⅔
parten competeren de koper zelf. Koopsom f 300 carolus, te betalen met £ 50 contant welke de koper
8 jaar op rente zal houden tegen 7 ten 100 in het jaar en de rest op £ 10 per jaar. Vrij en niet belast.
Kanttekening d.d. 08-01-1659. Neeltgen Lenertsdr. huisvrouw van Jan Augustijnsz. als koper van het
huis, exhibeerde de originele kustingbrief, zijnde doorsneden en volledig betaald.
Nr. 425 folio 233v. d.d. 29-08-1608.
Engel Jansz. van Wambeecke wonende Poortugaal is schuldig aan Jacob Willemsz. Verboon
koopman te Leiden de somme van f 100 carolus, spruitende uit een accoord in dato 23-08-1608 door
Claes Bastiaensz. Spruijt schout in Poortugaal, Cornelis Pietersz. Vermaet dijkgraaf van
Alblasserwaard en Willem Nieupoort de oude t.b.v. Louris Christoffelsz. van Hanno gedaan en
hierdoor getrafigeerd. Dit alles in voldoening van een obligatie met de intrest van dien die de voorn.
Hanno aan Jacques de Neve schuldig was en welke met het verlijden van dit te niet is gedaan. Hij
belooft te betalen met f 25 per jaar en verzekert dit op zijn huis en erf in het Broersveld, belend ten N:
Jan Joppen stierman en ten Z: Crijn Jansz. lijndraaier met huis en erf.
Nr. 426 folio 234 d.d. 06-09-1608.
Maertgen Lenertsdr. weduwe Lambert Ariensz. Borsselaer, in leven kapitein ter zee, heeft verkocht
aan Daniel Lenertsz. schipper haar schoonzoon, beiden wonende alhier, een huis en erf achter op de
Haven, belend ten O: Jan Cruijp. Koopsom f 1.400, te betalen met f 50 per jaar. Dit met de servituten
als vermeld in de waarbrief van Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz.
Nr. 427 folio 234 d.d. 09-09-1608.
Cornelis Jacobsz. molenaar constitueert zich borg voor Cornelis Jansz. Schaer schipper van een
karveelschip wonende alhier, voor de betaling van f 400 carolus volgens condemnatie door Cornelis
Barentsz. schipper te Rotterdam op 06-09-1608 voor het gerecht alhier op de voorn. Cornelis Jansz.
geobtineerd. Gesproten uit de ruiling en beterschap van een karveelschip door de voorn. Cornelis
Jansz. met Cornelis Barentsz. geruild tegen zijn krabschuit. Hierop moest worden betaald 3 jaar
paaien. Dit is gedaan onder verband van zijn persoon en goederen. Cornelis Jansz. Schaer belooft
zijn borg te ontlasten met het stellen van sufficante penningborgen, onder verband van het voorn.
karveelschip.
Nr. 428 folio 234v. d.d. 27-09-1608.
Lenert Woutersz. zeevarende man heeft verkocht aan Assewerus Willemsz. mede zeevarende man,
beiden wonende alhier, een huis en erf in de Lange Kerkstraat, belend ten O: Maerten Maertensz. en
ten W: Lenert Jacobsz. Koopsom f 712 carolus, te betalen met f 96 contant en de rest op £ 24 per
jaar. Hij verzekert dit op het gekochte huis en erf en op zijn persoon en goederen. Vrij en niet belast.
De gifte gegeven door Maertgen Jacobs de huisvrouw van de verkoper aan Neeltgen Pieters
huisvrouw van de koper. Waarborgen: Thonis Jansz. timmerman en Dane Woutersz. zeevarende
man. Penningborgen: Jan Willemsz. lijndraaier en Beatris Jansdr. weduwe Pieter Dircxz.
Nr. 429 folio 235 d.d. 22-09-1608.
Mr. Gerrit Luijten chirurgijn is schuldig aan Jan Dircxz. van Colen lakenkoper een losrente van f 56-05-
00 losbaar de penning 16, met een hoofdsom van f 900. Hij verzekert dit op zijn huis, tuin en
boomgaard in Kethel-ambacht. Ter meerdere zekerheid hebben Huijch Woutersz. Bol en Jan Pietersz.
Groenewegen zich borg gesteld voor de hoofdsom en renten, elk voor de helft. Jan Pietersz. verbindt
hieraan zijn huis en erf alhier ter stede op de hoek van de Kerkstraat, belend ten Z: de Kerkstraat en
ten N: Jan en Arien Dircxzonen, gebroeders en koperslagers.
De schout en schepenen van Kethel kennen dat Mr. Gerrit Luijten Henricxz. is gecompareerd en de
bovenstaande rente van £ 56-05-00 per jaar met de hoofdsom heeft verzekerd op zijn huis, tuin en
boomgaard in de ambacht van Kethel in de Nieuwlandse polder, groot 1½ morgen, belend ten Z: de
Heilige Geest van Schiedam, ten W: Jacob Pietersz. van Cleeff, ten N: Claes Dam landman en ten O:
de stadsvest.
Nr. 430 folio 236v. d.d. 25-09-1608.
Cornelis Alewijnsz. burgemeester, Jan Willemsz. oud burgemeester, Jan Dircxz. van Colen
lakenkoper oud weesmeester en Balthasar Quinget mitsgaders Bruijn Ariensz. Cuijper weesvaders
alhier, vervangende Arent Bruijnsz. van der Dussen en Cornelis Jacobsz. Vlaerding mede
weesvaders, geïnstitueerde erfgenamen voor ¾ parten in de helft van de boedel van zaliger Willem
Jan Aertsz., verklaarden te consenteren te vreden te zijn dat de voorsz. Cornelis Jacobsz. als gehuwd
hebbende Grietgen Reijersdr. weduwe geweest zijnde van Dirck Lambrechtsz. Haga, zal aantellen en
aflossen aan Lucas Jansz. kleermaker wonende Leiden als gehuwd hebbende Constantia Eduarts,
nagelaten weeskind van juffrouw Constantia weduwe kapitein Eduert, de somme van f 611-03-00,
door de voorn. Dirck Lambrechtsz. als gewezene voogd van Constantia, eertijds te Delft in de
60