Nadere toegang nr. 75

NADERE TOEGANG 75
kromsteven schuit aan de voorn. Bout. Hij belooft te betalen met £ 150 contant en de rest op £ 150
per jaar en verbindt hieraan het voorn. karveelschip onder verband van waterrecht. Ter meerdere
zekerheid hebben Jan Lenertsz. Waterman en Pieter Jacobsz. schipper, beiden wonende alhier, zich
borgen gesteld voor Arien Lenertsz., ieder voor de helft.
Nr. 310 folio 168v. d.d. 27-10-1607.
Lenert Pleunsz. Capiteijn heeft getransporteerd t.b.v. Jan Willemsz. van Haerlem oud burgemeester
een scheepsschuldbrief, verleden op 26-05-1607 door Joost Jansz. van Schiedam voor Jacob van der
Meer baljuw, Claes Ariensz. en Job Gillisz. schepenen van Heenvliet ten zijne profijt, inhoudende nog
£ 275, te betalen met £ 50 per jaar. Ter meerdere zekerheid van de waring heeft Claes Henricxz.
schipper wonende alhier, zich borg geconstitueerd.
Nr. 311 folio 169 d.d. 27-10-1607.
Heijnrick Jansz. van Delft vervangende Jan Joosten Sijs gehuwd met Commertgen Cornelisdr. voor ⅓
part en als voogd van Arien Cornelisz. weeskind van zaliger Cornelis Ariensz. en Neeltgen Jansdr.
voor ⅓ part, heeft met advies van de weesmeesters alhier verkocht aan Abraham Willemsz. Molijn
gehuwd met Pleuntgen Cornelisdr. een huis en erf waarvan de koper het resterende ⅓ part
competeerd, staande op het Einde, belend ten N: de Taansteeg en ten Z: Gerrit Jampone, strekkende
voor van de straat tot achter op de haven met een uitgang. Dit met de servituten als hun zaliger
ouders het gecompeteerd hebben. Koopsom voor de ⅔ parten £ 893-06-10 vlaams, te betalen op f 40
per jaar. Belast met een losrente van £ 1-18-05 per jaar, losbaar de penning 16, spruitende uit het
maken van de stenen kade. Mitsgaders nog 6 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe
gerechtigd is. Penningborgen: Henrick Jansz. kuiper en Maerten Willemsz. Molijn.
Nr. 312 folio 170 d.d. 02-11-1607.
Cornelis Cornelisz. Calff de jonge heeft verkocht aan Servaes Coppensz. wonende Veere in Zeeland
een nieuw botschip zo die van stapel gelopen is. Koopsom £ 80 gr. vlaams. Hij belooft te betalen op 3
termijnen en verzekert dit op het voorn. schip onder verband van waterrecht. Ter meerdere zekerheid
heeft Corstiaen Cornelsz. wonende Veere zich borg geconstitueerd.
Nr. 313 folio 170v. d.d. 07-11-1607.
Arien Jansz. schoenmaker burger alhier is schuldig aan Pieter Pietersz. van der Burch een losrente
van f 12-10-00 vlaams, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 200. Hij verzekert dit op zijn
huis en erf beneden de Kruisstraat, belend ten Z: Dignum Pietersdr. en ten N: de weduwe van Gerrit
Jansz. Molen, mitsgaders zijn looituin en huizing over het St. Anna Zusterhuis, belend ten O: Pieter
Jansz. alias Goe Pieter en ten W: Cent (niet verder ingevuld).
Kanttekening. Op 05-01-1643 compareerde Jan Wilsoets en exhibeerde de originele kustingbrief,
zijnde doorsneden en gecasseerd.
Nr. 314 folio 171 d.d. 08-11-1607.
Jacob Maertensz. kleermaker is schuldig aan Pieter Pietersz. van Dijck de somme van f 100 carolus,
spruitende over verschoten penningen en betaalde arbeidslonen, door Pieter Pietersz. aan steen,
kalk, hout en ijzerwerk geleverd aan het huis van Jacob Maertensz. dat hiermede gerepareerd is. Hij
belooft te betalen binnen 7 jaren. Ingeval Jacob Maertensz. of zijn huisvrouw Woutertgen Jansdr.
binnen 7 jaren komt te overlijden, zal de langstlevende de resterende penningen ten enemale betalen
alsof daar intrest van werd gegeven. Dit tegen de penning 16. Indien zij beiden nog leven dan tegen
gelijke intrest. Ter meerdere zekerheid belooft hij Jacob Maertensz. zijn voorn. huis, staande op het
Einde, belend ten Z: Aeltgen Fransdr. en ten N: Dirck Jacobsz., niet te verkopen, belasten of
bezwaren voordat de hoofdsom is afgelost.
Nr. 315 folio 171v. d.d. 10-11-1607.
Gijsbrecht Dircxz. van Emden kleermaker nomine uxoris voor ¼ part, Gerrit Pouwelsz. en Pieter
Marcusz. mede kleermaker wonende Delft, voogden van Jan Lenertsz. weeskind van zaliger Neeltgen
Dircxdr. voor ¼ part, erfgenamen van Neeltgen Jansdr. weduwe Arien Vrancken, in leven wonende
alhier, hebben in hun kwaliteit verkocht aan Arent Pietersz. van der Meer bleker wonende te Delft. de
helft van een huis en erf door Maritgen Jansdr. met de dood geruimd, staande alhier ter stede, belend
ten N: Cornelis Sieren en ten Z: het hoekhuis toebehorende Arien Pietersz. kuiper en waarvan de
koper nomine uxoris door overlijden van Maertgen Jansdr. de resterende helft is aanbestorven.
Koopsom £ 112-10-00, contant geld.
Nr. 316 folio 172 d.d. 19-11-1607.
Frans Jansz. geboren te Schoonhoven en gehuwd met Cornelisgen Claesdr. wonende Amsterdam,
verklaarde dat tussen hem en zijn huisvrouw ernstige kwestie en verschillen zijn ontstaan welke zij
met elkaar geaccordeerd en verdragen hebben, te weten dat zij van elkaar zullen scheiden in
huishouding. Cornelisgen Claesdr. zal de gehele boedel met in- en uitschulden behouden, zonder dat
hij of zijn erfgenamen na het overlijden van Cornelisgen Claesdr. mogen eisen of pretenderen.
44