Arbobalans 2000
Arbobalans 2000
Arbobalans 2000
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1.4 Arbeidsongeschiktheid<br />
De instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen WAO en WAZ bedroeg in 1999 ruim 99.000 personen,<br />
ofwel 1,4% van de verzekerde populatie. 21 Het totaal aantal nieuwe uitkeringen WAO en WAZ is<br />
in 1999 grosso modo gelijk gebleven aan die in 1998. 22<br />
Reden van WAO-instroom<br />
De grootste instroom in de WAO en WAZ vond in 1999 plaats wegens psychische klachten: ruim 32.000<br />
uitkeringen (32,6%). Dit is ruim 3000 uitkeringen meer dan in 1998. Psychische klachten vormen daarmee<br />
de enige aandoening waarvan de WAO-instroom in 1999 is gegroeid. Het aantal nieuwe WAO-uitkeringen<br />
wegens klachten aan het bewegingsapparaat nam in 1999 licht af. Verhoudingsgewijs groeide<br />
de groep nieuwe echter tot een kwart van de instroom. Daarmee zijn psychische klachten en aandoeningen<br />
aan het bewegingsapparaat samen verantwoordelijk voor bijna 60% van de nieuwe WAO en WAZ<br />
uitkeringen (zie tabel 8 in de bijlage).<br />
Vrouwen vaker in de WAO<br />
De instroom van vrouwen in de arbeidsongeschiktheidsregelingen is aanzienlijk groter dan die van mannen.<br />
In 1999 bedroeg het instroompercentage in WAO en WAZ van vrouwen 1,6% en van mannen 1,1%. 23<br />
Instroom en lopend bestand WAO/WAZ naar geslacht,1996-1999 (x 1000)<br />
1996 1997 1998 1999<br />
man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw<br />
Instroom WAO en WAZ 38,2 40,2 41,8 43,2 49,4 60,1 46,1 53,1<br />
Ultimo jaarstand WAO en WAZ<br />
Lisv, <strong>2000</strong><br />
481,8 269 474,6 279,4 481 305,6 477,2 323,8<br />
Waarom stromen vrouwen vaker in de WAO? Een eerste belangrijke verklaring ligt in het verschil in arbeidsmarktpositie<br />
tussen mannen en vrouwen. Vrouwen werken doorgaans in andere sectoren en beroepen<br />
dan mannen. En als ze wel in dezelfde sector werken of hetzelfde beroep hebben, zitten zij gemiddeld<br />
in een lagere functie, werken ze tegen een lager salaris, meer in deeltijd en vaker op flexcontract. 24 Deze arbeidsmarktpositie<br />
gaat vaak samen met ongunstige arbeidsomstandigheden.<br />
Recent onderzoek toont dan ook aan dat ongeveer de helft van de grotere kans op WAO-instroom van<br />
vrouwen ten opzichte mannen kan worden verklaard door het verschil in arbeidsomstandigheden. 25<br />
Vrouwen werken vaker in fysiek en psychisch zwaar belastende sectoren als de zorg en onderwijs. 26 Zij<br />
werken vaker in beroepen met weinig promotiekansen, weinig ontplooïngsmogelijkheden of autonomie<br />
en een ongezonde werkdruk. Daarbij komt dat sommige arbeidsomstandigheden een groter<br />
WAO-risico inhouden voor vrouwen dan voor mannen, zoals een slechte werksfeer, geen plezier hebben<br />
in het werk en fysiek zwaar werk. Hoewel deze risico’s niet vaker voorkomen bij vrouwen, vallen zij er wel<br />
vaker langdurig door uit.<br />
Ongunstige arbeidsomstandigheden dragen daardoor op twee manieren bij aan de grotere kans op<br />
WAO-instroom onder vrouwen. Ten eerste omdat de WAO-instroomkans voor meer dan 50% veroorzaakt<br />
wordt grotendeels in of door het werk ontstane aandoeningen. 27 Ten tweede zorgen ongunstige<br />
ervaringen met werk voor een hogere werkhervattingsdrempel, daardoor voor langduriger ziek zijn en<br />
dus een grotere kans op WAO-instroom. 28<br />
Ongunstige arbeidsomstandigheden verklaren evenwel nog maar voor de helft waarom vrouwen vaker in<br />
de WAO instromen. Een mogelijke andere verklaring wordt vaak gezocht in de dubbele belasting van<br />
vrouwen die werken en de zorg voor een gezin combineren. Dit is moeilijk aantoonbaar gebleken. Jonge<br />
vrouwen met kinderen hebben wel een verhoogde WAO-instroomkans, maar dit geldt ook voor jonge<br />
vaders, waardoor het geen verklaring geeft voor het verschil in WAO-instroomkans tussen mannen en<br />
vrouwen. Nog een mogelijke verklaring is dat vrouwen en hun omgeving, zoals werkgevers, arbodiensten, en<br />
het thuisfront, anders omgaan met ziekteverzuim en WAO-intrede dan mannen en hun omgeving. Dit wordt<br />
momenteel onderzocht in opdracht van het ministerie van SZW. Tenslotte is een mogelijke verklaring dat er<br />
wellicht tussen mannen en vrouwen verschillen zijn in belastbaarheid die het verhoogde ziekteverzuim en de<br />
verhoogde WAO-instroom van vrouwen zouden kunnen verklaren. Ook hiervoor is nader onderzoek uitgezet<br />
door SZW.<br />
<strong>Arbobalans</strong> 2OOO 11<br />
21 Lisv, <strong>2000</strong><br />
22 Directie A&O ministerie SZW.<br />
In de cijfers van het Lisv lijkt het<br />
aantal nieuwe uitkeringen in de<br />
WAO en WAZ ruim 10% lager<br />
te liggen dan in 1998. Deze daling<br />
is echter slechts schijn omdat in<br />
de cijfers van 1998 onbedoeld<br />
ongeveer 10.000 reeds lopende<br />
uitkeringen als nieuwe instroom<br />
zijn meegeteld.<br />
23 In de berekening is het aantal in<br />
1999 toegekende WAO en WAZ<br />
uitkeringen gedeeld op de door<br />
het CBS geregistreerde aantal<br />
werkzame personen 1999<br />
(inclusief werkenden met een<br />
baan van minder dan 12 uur).<br />
24 Jongerius & Sombroek, <strong>2000</strong><br />
25 Van der Giezen, <strong>2000</strong><br />
26 Van Veldhoven, 1999,<br />
Van der Giezen, <strong>2000</strong><br />
27 Gründeman & Nijboer, 1998<br />
28 Van der Giezen & Cuelenaere<br />
1998, Van der Giezen <strong>2000</strong>