Arbobalans 2000
Arbobalans 2000
Arbobalans 2000
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.2.3 Seksuele intimidatie,agressie en geweld<br />
Sinds 1 oktober 1994 zijn werkgevers door de Arbowet (artikel 4, lid 2) verplicht om te zorgen voor<br />
zoveel mogelijk bescherming van hun werknemers tegen seksuele intimidatie, agressie en geweld, en<br />
tegen de nadelige gevolgen ervan.<br />
In 1995 zijn de inspanningen van werkgevers met betrekking tot seksuele intimidatie, agressie en geweld<br />
onderzocht. Dit onderzoek wees uit dat ongeveer een derde van de werkgevers op dit punt beleid had<br />
ontwikkeld. In 1999 is opnieuw onderzoek gedaan. Doel van dit onderzoek was evaluatie van de Arbowet-artikelen<br />
over seksuele intimidatie, agressie en geweld. Er is onderzocht in hoeverre werkgevers vijf<br />
jaar na invoering van de betreffende Arbowet-artikelen preventieve maatregelen hebben genomen en opvang<br />
voor eventuele slachtoffers hebben geregeld. Daarnaast is getracht een eerste indruk te krijgen van<br />
het voorkomen van seksuele intimidatie, agressie en geweld op de werkvloer. Daarbij is ook het onderwerp<br />
pesten meegenomen.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat ruim een derde van alle werknemers op het werk weleens te maken heeft met<br />
agressie en geweld. Eén op de tien werknemers heeft last gehad van seksuele intimidatie en 16% van de<br />
werknemers wordt soms gepest. Veel slachtoffers melden hun ervaring aan een persoon of instantie die<br />
actie kan ondernemen. Desondanks verandert er vaak niets op het werk of voor het slachtoffer.<br />
Verbaal geweld is de meest voorkomende vorm van agressie. Vooral werknemers die direct contact met<br />
publiek hebben, zoals baliemedewerkers, telefonisten en verpleegkundigen, hebben hier mee te maken.<br />
In de gezondheidszorg heeft de helft van de werknemers met agressief gedrag te maken. Andere bedrijfstakken<br />
met veel agressie en geweld zijn vervoer, handel en horeca. Bij seksuele intimidatie gaat het<br />
onder andere om het maken van dubbelzinnige opmerkingen, handtastelijkheden, pornografische posters<br />
en tijdschriften op het werk. Een sterk hiërarchische sfeer of machocultuur maakt een organisatie gevoelig<br />
voor seksuele intimidatie. Werknemers die op enige wijze niet passen binnen de groep lopen een<br />
grotere kans om te worden lastiggevallen. Bij pesten gaat het vooral om opmerkingen en grapjes ten koste<br />
van het slachtoffer, ongelijke behandeling, negeren, intimideren, openlijk terechtwijzen en eigendommen<br />
beschadigen. Bijna tweederde van de slachtoffers werd door collega’s gepest, één op de tien<br />
door een leidinggevende.<br />
Uit het onderzoek komt naar voren dat van alle slachtoffers van pesterijen 22% als gevolg van het pesten<br />
enige tijd ziek thuis is gebleven. Dit verzuimpercentage is aanmerkelijk hoger dan het verzuim van slachtoffers<br />
van agressie en geweld (9%) en seksuele intimidatie (7%). Het is moeilijk om de ware omvang van<br />
het verzuim als gevolg van confrontatie met agressie en geweld, seksuele intimidatie en pesten op de<br />
werkvloer te bepalen, zo blijkt uit het onderzoek. Dit komt omdat er geen goed registratiesysteem is, niet<br />
alle incidenten gemeld worden en melding vaak niet tot verbetering leidt. Voor werkgevers is het mede<br />
daardoor moeilijk om de kosten van mogelijke investeringen af te wegen tegen de kosten van verzuim. In<br />
vergelijking met een nulmeting in 1995 blijkt dat 11% méér werkgevers de opvang en nazorg hadden<br />
verbeterd en het gevoerde beleid in een handboek of een procedure hadden vastgelegd. Het bespreken<br />
van seksuele intimidatie in het werkoverleg en aandacht in het personeelsblad zijn de belangrijkste<br />
preventieve maatregelen. Een meldpunt en het aanstellen van een vertrouwenspersoon zijn de meest<br />
genomen maatregelen voor opvang en nazorg. Dit laatste gebeurt vooral in grotere organisaties.<br />
<strong>Arbobalans</strong> 2OOO 21