01.08.2013 Views

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

22 H. ENNO VAN GELDER<br />

Nedersticht geslagen zouden worden, al schijnt het door zijn dood niet meer tot<br />

werkelijke aanmunting gekomen te zijn. Ookte Wijk was intussenaan de inflatoire<br />

emissies een einde gekomen. Nadat met Kerstmis 1489 de Bourgondische regering<br />

tot deflatie overgegaan was, moest ook het Nedersticht volgen, ongetwijfeld<br />

goeddeels op aandringen <strong>van</strong> de stadsregering <strong>van</strong> Utrecht. Begin februari<br />

1490 kwam tussen <strong>bisschop</strong> en stad een overeenkomst tot stand: de stad kondigde<br />

een nieuwe valuatie af, die evenals de onmiddellijk voorafgaande Bourgondische<br />

het koersniveau drastisch verlaagde tot het niveau <strong>van</strong> omstreeks<br />

1464 en de <strong>bisschop</strong> verplichtte zich tegelijk nieuwe <strong>mun<strong>ten</strong></strong> <strong>van</strong> goede kwaliteit,<br />

in overeenstemming met dit tarief, te la<strong>ten</strong> slaan. <strong>De</strong> emissie is in feite zeer weinig<br />

om<strong>van</strong>grijk gebleven, evenals trouwens de Bourgondische <strong>van</strong> 1489.<br />

<strong>De</strong> muntslag te Wijk leefde pas weer op toen in de Nederlanden in 1492 de<br />

maatregelen <strong>van</strong> 1489, die zeer veel verzet hadden opgewekt, enigszins gemitigeerd<br />

werden met de uitgifte <strong>van</strong> de vuurijzers <strong>van</strong> 1492. Bisschop <strong>David</strong> sloot<br />

zich daar nauw bij aan: in 1492 en 1494 hadden vrij om<strong>van</strong>grijke emissies plaats<br />

<strong>van</strong> <strong>mun<strong>ten</strong></strong>, die in muntvoet en typen bijzonder getrouwe copieën zijn <strong>van</strong> de<br />

gelijktijdige Bourgondische <strong>mun<strong>ten</strong></strong>; slechts de opvallende aan de psalmen ontleende<br />

omschrif<strong>ten</strong> <strong>van</strong> het <strong>Utrechtse</strong> zilvergeld en de beeldenaar met koning<br />

<strong>David</strong> <strong>van</strong> de gouden <strong>mun<strong>ten</strong></strong> onderscheiden deze <strong>van</strong> de Bourgondische prototypen.<br />

<strong>De</strong> Nederstichtse munt was hiermee opnieuw volledig in afhankelijkheid<br />

<strong>van</strong> die <strong>van</strong> de Nederlanden gekomen en in de laatste dertig jaren <strong>van</strong> de politieke<br />

onafhankelijkheid <strong>van</strong> dit gebied zou daarin nauwelijks nog verandering<br />

komen.<br />

<strong>De</strong> <strong>bisschop</strong>pelijke <strong>mun<strong>ten</strong></strong><br />

Een vaste grondslag voor de indeling <strong>van</strong> de overgeleverde <strong>mun<strong>ten</strong></strong>geeft het z.g.<br />

Liber Officiatorum <strong>van</strong> <strong>bisschop</strong> <strong>David</strong>, een tot nu toe onuitgegeven register<br />

waarin afschrif<strong>ten</strong> (in een enkel geval uittreksels) zijn opgenomen <strong>van</strong> aanstellingen<br />

<strong>van</strong> <strong>bisschop</strong>pelijke amb<strong>ten</strong>aren <strong>van</strong> allerlei aard 13<br />

. Hierin is ook een lange<br />

reeks commissies voor de muntmeesters te vinden. <strong>De</strong>ze aanstellingsbrieven<br />

vermelden gewoonlijk de muntsoor<strong>ten</strong> die de muntmeester in het verkeer mocht<br />

brengen met een specificatie <strong>van</strong> gewicht en gehalte, benevens de verdere voorwaarden,<br />

o.a. het bedrag <strong>van</strong> de aan de <strong>bisschop</strong> af te dragen sleischat. Zoals<br />

regel is bij dergelijke commissies ontbreekt iedere beschrijving <strong>van</strong> de beeldenaar<br />

<strong>van</strong> de uit te geven <strong>mun<strong>ten</strong></strong>. Rekeningen betreffende de muntslag zijn in het<br />

geheel niet bewaard, zodat niet kan worden nagegaan hoeveel stuks <strong>van</strong> iedere<br />

soort in omloop zijn gebracht; zelfs is het niet zeker dat alle in de commissies<br />

genoemde soor<strong>ten</strong> inderdaad geslagen zijn..<br />

1 3<br />

Overigens schijnt het register, vooral tegen het einde <strong>van</strong> de regeringsperiode,<br />

Rijksarchief Utrecht, Bisschoppelijk archief no 373.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!