01.08.2013 Views

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

UTRECHTSE MUNTEN DAVID VAN BOURGONDIË 23<br />

niet zeer nauwkeurig te zijn bijgehouden. Er zijn aanwijzingen dat <strong>ten</strong>minste<br />

één commissie ontbreekt.<br />

In de tabel hierachter worden de gegevens <strong>van</strong> de commissies samengevat.<br />

Enkele <strong>van</strong> deze teks<strong>ten</strong> zijn indertijd volledig of in excerpt gedrukt door Enklaar<br />

14<br />

; deze gaf ook een overzicht <strong>van</strong> de gegevens betreffende alle gouden<br />

muntsn, dat echter niet geheel nauwkeurig en volledig is. Van sommige stukken<br />

zijn reges<strong>ten</strong> afgedrukt in Muller's catalogus <strong>van</strong> het <strong>bisschop</strong>pelijke archief 15<br />

.<br />

Aan de in ac<strong>ten</strong> voorkomende gegevens betreffende gewicht en gehalte is hier<br />

een omrekening in grammen <strong>van</strong> het bruto-gewicht <strong>van</strong> iedere munt en <strong>van</strong> het<br />

gewicht aan fijn goud, c.q. zilver dat deze bevat<strong>ten</strong> moes<strong>ten</strong>, toegevoegd. In de<br />

ac<strong>ten</strong> wordt het gewicht uitgedrukt in stukken per mark Troois; het gehalte <strong>van</strong><br />

gouden <strong>mun<strong>ten</strong></strong> wordt gegeven in kara<strong>ten</strong> de Engelse nobel gerekend voor fijn<br />

(d.w.z. 23f karaat als fijn goud beschouwd), <strong>van</strong> de zilveren aan<strong>van</strong>kelijk meestal<br />

in penningen koningszilver (d.w.z. 23/24 als fijn zilver beschouwd), later in<br />

penningen fijn zilver.<br />

Behalve de genoemde commissies zijn in het register bovendien ingeschreven<br />

een aantal zg. recesbrieven, ac<strong>ten</strong> waarin de <strong>bisschop</strong> verklaart dat de muntmeester<br />

over een bepaalde periode de verschuldigde sleischat heeft voldaan.<br />

Ook hierin wordt geen specificatie <strong>van</strong> de geslagen <strong>mun<strong>ten</strong></strong> gegeven; slechts<br />

wordt een enkele maal het totale afgedragen bedrag genoemd. <strong>De</strong> reeks loopt<br />

met enkele kleine hia<strong>ten</strong>, die het gevolg kunnen zijn <strong>van</strong> <strong>tijde</strong>lijke stilstand in de<br />

werkzaamheden, door tot midden 1487; daarna zijn geen recesbrieven meer ingeschreven.<br />

Uit deze gegevens kan de reeks <strong>van</strong> de <strong>bisschop</strong>pelijke muntmeesters worden<br />

afgeleid. <strong>De</strong> eerste aanstelling wordt in 1457 gegeven aan Danys <strong>van</strong> Levendael<br />

(ook Lievedael of Leefdael). Of deze ook reeds onder <strong>David</strong>s voorganger, <strong>bisschop</strong><br />

Rudolf <strong>van</strong> Diepholt, de munt beheerde, is niet bekend. In 1467 treedt<br />

in zijn plaats op zijn broer, Lodewijk <strong>van</strong> Levendael. Maar in 1472 wordt<br />

Danys opnieuw aangesteld, om in 1477 wederom door Lodewijk te worden ver<strong>van</strong>gen.<br />

Lodewijk <strong>van</strong> Levendael verkreeg 13 sept. 1481 toestemming om het muntmeesterambt<br />

<strong>tijde</strong>lijk te doen waarnemen door Gerrit Claeszoon <strong>van</strong> Haarlem,<br />

die verantwoordelijk was voor de <strong>bisschop</strong>pelijke <strong>mun<strong>ten</strong></strong> <strong>van</strong> 1482. <strong>De</strong> in het<br />

stuk aangeduide reden dat het hem „nyet gelegen is onse munte voirs. selve<br />

voirt te bedienen", zal wel in de politieke situatie <strong>van</strong> deze jaren te zoeken zijn.<br />

1 4<br />

1 5<br />

Bijdragen en Mededeelingen Historisch Genootschap te Utrecht Al (1928), p. 27-52. <strong>De</strong> daar<br />

aangekondigde algemene studie is niet verschenen. Een kort résumé in RBN 76 (1924), p.<br />

86-90.<br />

S. Muller Fzn., Reges<strong>ten</strong> <strong>van</strong> het archief der <strong>bisschop</strong>pen <strong>van</strong> Utrecht (722-1528), Utrecht<br />

1917-1922.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!