01.08.2013 Views

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

UTRECHTSE MUNTEN DAVID VAN BOURGONDIË 29<br />

<strong>De</strong> instructie <strong>van</strong> juli 1488 geeft nog een extra probleem, omdat de overgeleverde<br />

tekst kennelijk corrupt is. Voorgeschreven worden <strong>mun<strong>ten</strong></strong> <strong>van</strong> 6 en 3<br />

wit en l stuiver). Het in de tekst voor de halve stuiver genoemde gewicht en<br />

gehalte zijn in 1488 zeer aanvaardbaar, maar een niet reeds elders geclassificeerd<br />

muntstuk <strong>van</strong> dit gewicht is niet bekend. Voor de kwart stuiver worden daarentegen<br />

een gewicht en gehalte opgegeven dat veel te laag is (welk <strong>van</strong> beide cijfers<br />

een verschrijving bevat is niet te raden). Slechts één muntje, waarvoor in geen<br />

enkele andere reeks redelijkerwijze een plaats te vinden is, kan met grote reserve<br />

hier geplaatst worden (no 24). Het is een type dat aan de stukken <strong>van</strong> 1469/70<br />

herinnert, maar blijkens het aan Bourgondische <strong>mun<strong>ten</strong></strong> uit de jaren '80 ontleende<br />

leliekruis op de kz. later geslagen moet zijn.<br />

Voor de emissie <strong>van</strong> 1490 is de eigenlijke instructie niet in het commissieboek<br />

ingeschreven, noch elders teruggevonden. Wel is bekend 22<br />

de aanstelling op 1<br />

februari <strong>van</strong> een nieuwe muntmeester, waarin diens verplichtingen slechts in het<br />

algemeen omschreven worden, en een overeenkomst met de stad Utrecht <strong>van</strong> 3<br />

februari, waarin de <strong>bisschop</strong> op zich neemt nieuwe <strong>mun<strong>ten</strong></strong> te la<strong>ten</strong> slaan, nl.<br />

guldens, stuivers, halve en kwart stuivers, alles in overeenstemming met het<br />

nieuwe munttarief dat in navolging <strong>van</strong> de Bourgondische revaluatie <strong>van</strong> Kerstmis<br />

1489 tegelijk werd afgekondigd. Uit dit laatste volgt dat gewicht en gehalte<br />

<strong>van</strong> de nieuwe <strong>mun<strong>ten</strong></strong> ongeveer gelijk aan die <strong>van</strong> de Bourgondische reeks <strong>van</strong><br />

1489 geweest moe<strong>ten</strong> zijn. Verder blijkt uit <strong>Utrechtse</strong> tarieven dat inderdaad in<br />

1490 een muntslag heeft plaats gehad: uitdrukkelijk worden genoemd een<br />

<strong>Utrechtse</strong> halve stuiver „anno XC gemunt" en stuivers die in het eerstvolgende<br />

tarief na 1490 als „laetst gemunt" worden aangeduid; deze stukken worden in<br />

waarde gelijk gesteld aan de overeenkomstige Bourgondische <strong>mun<strong>ten</strong></strong> <strong>van</strong> 1490.<br />

<strong>De</strong> in 1490 geslagen halve stuiver kan met enig vertrouwen herkend worden in<br />

een stuk <strong>van</strong> het vereiste gewicht, met samengesteld wapen in het veld (no 27) en<br />

zeer waarschijnlijk sluit daarbij aan een kwart stuiver die weliswaar een ander<br />

wapen draagt (no 28), maar dezelfde interpunctie heeft en de op geen andere<br />

<strong>mun<strong>ten</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>bisschop</strong> <strong>David</strong> gebruikte spreuk „Sit nomen Domini benedictum".<br />

<strong>De</strong> ongetwijfeld eveneens geslagen stuiver is niet teruggevonden en <strong>van</strong> de gulden<br />

ontbreekt zelfs iedere aanwijzing dat uitgifte inderdaad heeft plaats gevonden.<br />

In tegenstelling tot de voorafgaande emissies zijn de <strong>mun<strong>ten</strong></strong> geslagen krach<strong>ten</strong>s<br />

de instructie <strong>van</strong> 1492 weer vrij gemakkelijk aan te wijzen. Zij zijn te herkennen<br />

aan het jaartal. Van de in de instructie voorgeschreven stukken is alleen<br />

de dubbele stuiver niet teruggevonden. Voor de hele en halve gulden werd een<br />

nieuwe beeldenaar ontworpen, waarin de afbeelding <strong>van</strong> koning <strong>David</strong>, evenals<br />

2 2<br />

Van der Chijs, Utrecht, p. 305.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!