01.08.2013 Views

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

De Utrechtse munten ten tijde van bisschop David van Bourgondië

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

UTRECHTSE MUNTEN DAVID VAN BOURGONDIË ' 15<br />

koersen wezenlijk te beïnvloeden, iets waartoe deze in feite allerminst in staat<br />

was.<br />

Kolom 5 geeft <strong>ten</strong>slotte de koersen <strong>van</strong> de gouden Rijnse gulden in de tariefplakka<strong>ten</strong><br />

<strong>van</strong> de Bourgondische Nederlanden 7<br />

. Ook hier blijkt weer - afgezien<br />

<strong>van</strong> kleine discrepanties veroorzaakt door uiteenlopende publicatiedata - de<br />

ontwikkeling volkomen gelijk te lopen.<br />

<strong>De</strong>ze parallellie is voor de beoordeling <strong>van</strong> de <strong>Utrechtse</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> bijzonder<br />

belang. Immers, wanneer het waardeverloop <strong>van</strong> de zilveren stuiver -<br />

want daar komen deze cijfers in feite op neer - in het grote gebied <strong>van</strong> de<br />

Bourgondische Nederlanden en in het in vergelijking zeer kleine <strong>Utrechtse</strong><br />

Nedersticht dezelfde blijkt te zijn, mag wel aangenomen worden, dat de oorzaken<br />

<strong>van</strong> deze ontwikkeling niet in Utrecht, maar in de Nederlanden liggen.<br />

Met andere woorden, de zilveren stuiver die de basis <strong>van</strong> het <strong>Utrechtse</strong> geldwezen<br />

vormt, is niet een afzonderlijke <strong>Utrechtse</strong> munt, maar de zilveren stuiver<br />

<strong>van</strong> de Bourgondische Nederlanden. Dit was ook trouwens wel te verwach<strong>ten</strong>.<br />

Alleen al het woord stuiver, dat in de <strong>Utrechtse</strong> rekeningen tegen 1450 opduikt<br />

ter aanduiding <strong>van</strong> een concreet zilverstuk, is aan<strong>van</strong>kelijk alleen gebruikt als<br />

naam <strong>van</strong> de in 1434 door Philips de Goede ingevoerde munt <strong>van</strong> vierlandertype.<br />

In dezelfde richting wijzen de Nederstichtse muntvonds<strong>ten</strong>, waarin gedurende<br />

de gehele periode <strong>van</strong> <strong>David</strong> Bourgondische <strong>mun<strong>ten</strong></strong> de grootste homogene<br />

groep vormen. Kennelijk heeft het Bourgondische geld het verkeer in het<br />

Nedersticht, dat toch altijd al zo nauw met Holland verbonden was, beheerst.<br />

<strong>De</strong> muntslag te Wijk in opdracht <strong>van</strong> <strong>bisschop</strong> <strong>David</strong> heeft aan de circulatie<br />

geen eigen karakter gegeven, waarbij de vraag voorlopig in het midden gela<strong>ten</strong><br />

kan worden of deze muntslag vrijwillig dan wel noodgedwongen aan het Bourgondische<br />

voorbeeld aangepast werd.<br />

In ieder geval is de munt <strong>van</strong> de Bourgondische Nederlanden bepalend geweest<br />

voor het Nedersticht. <strong>De</strong> geschiedenis <strong>van</strong> deze munt 8<br />

dient dan ook hier<br />

in hoofdtrekken in herinnering geroepen te worden. <strong>De</strong> invoering <strong>van</strong> de stuiver<br />

had in 1434 eenheid <strong>van</strong> munt gebracht in de gewes<strong>ten</strong> die onder bewind <strong>van</strong><br />

Philips de Goede stonden. Na een zeer overvloedige aanmunting in de jaren<br />

1434 - ca 1440, waardoor de meeste oudere zilverstukken versmol<strong>ten</strong> werden,<br />

trad een periode <strong>van</strong> zeer geringe productie in. In de volgende kwart eeuw ging<br />

de gemiddelde waarde <strong>van</strong> de omlopende stuivers, zoals hiervoor beschreven,<br />

achteruit door slijtage, door snoeien enz. en door bijmenging <strong>van</strong> minderwaar-<br />

7<br />

8<br />

Bijeen te vinden in: C. R. Hermans, Nederlandsche Munt-evaluatien uit de jaren 1474-1499,<br />

's-Hertogenbosch 1846.<br />

P. Spufford, Monetary Problems and Policies in the Burgundian Netherlands 1433-1496,<br />

Leiden 1970 en H. Enno <strong>van</strong> Gelder in JMP 38 (1951), p. 42-54.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!