hoofdstuk - ImageEvent
hoofdstuk - ImageEvent
hoofdstuk - ImageEvent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
kiezen waren ze in staat hun majolica dunner te maken; bovendien gingen ze ook over op beschilderingen<br />
in blauw op witte ondergrond en tenslotte namen ze ook de motieven en patronen van het Chinese<br />
porselein geheel of gedeeltelijk over. Het resultaat werd wel aangeduid als 'Hollantsch porceleyn'. Deze<br />
ontwikkeling vond plaats tussen 1625 en 1640, voornamelijk in de steden Haarlem en Delft. Het nieuwe,<br />
verbeterde product ('faïence de Delft') zou de concurrentieslag met het oosterse porselein overleven en<br />
kwam zelfs tot een nieuwe bloei in Delft, na 1650. De stad groeide omstreeks 1680-1700 uit tot het<br />
belangrijkste centrum voor luxe ceramiek in Europa met ruim twintig pottenbakkerijen die leverden aan<br />
klanten in heel Europa. De Delftse pottenbakkers waren in staat het oosters porselein op het oog perfect<br />
te imiteren, maar ze produceerden daarnaast ook een veelheid van voorwerpen, beschilderd in westerse<br />
stijl maar in het oosterse, blauwwitte palet. De schotel met een diameter van ruim 50 centimeter uit de<br />
fabriek De Paeuw in Delft is een proeve van het hoge technische niveau dat de Hollandse 'porceleyn'makers<br />
hadden bereikt.(afb. 34)<br />
Kwabstijl<br />
In de 17de-eeuwse Hollandse edelsmeedkunst zette het 16de-eeuwse Antwerpse niveau zich in zekere<br />
zin voort. Aanvankelijk lag het accent nog sterk op gegoten sculpturale decoraties, maar kort na 1600<br />
kreeg het drijfwerk in zilver de overhand. De Hollandse zilversmeden pasten spoedig een zeer eigen stijl<br />
toe, de zogenaamde kwabstijl. Deze was gebaseerd op grillige en weke, organische vormen die in gedreven<br />
zilver maximaal tot hun recht kwamen. De Utrechtse zilversmeden Paulus en Adam van Vianen worden<br />
gezien als de bedenkers van de kwab-ornamentiek, die in de 17de eeuw werd aangeduid met de term<br />
'snakerijen'. Terwijl Paulus van Vianen in Praag werkte voor keizer Rudolf II, was zijn broer Adam in<br />
Utrecht werkzaam. Het hoogtepunt van de kwab-ornamentiek in zilver is de kan die Adam in opdracht<br />
van het Amsterdamse gilde van zilversmeden maakte ter nagedachtenis van zijn broer, die in 1613 in<br />
Praag was overleden.(afb. 35) Deze uitzonderlijke opdracht geeft uitdrukking aan het hoge aanzien dat<br />
Paulus van Vianen in zijn geboorteland genoot, maar het is evenzeer een uiting van de nationale trots van<br />
de Hollandse zilversmeden. Adam van Vianen maakte een kan die één kwabornament lijkt te zijn;<br />
daarmee werd het voorwerp een waardig eerbetoon aan zijn broer, met wie hij hier in zekere zin ook in<br />
artistieke wedijver lijkt te zijn. Was Paulus vermaard om zijn in zilver gedreven reliëfs, Adams roem was<br />
gebaseerd op het feit dat hij een voorwerp uit één stuk metaal kon drijven. Bij deze kan is het lichaam<br />
inderdaad uit één plaat zilver gehamerd. De afzonderlijke, functionele delen van de kan vloeien organisch<br />
in elkaar over en zelfs enkele figuratieve elementen, zoals het oor van de kan dat de vorm heeft van het<br />
haar van een voorovergebogen vrouw, laten zich nauwelijks als zodanig hernnen. De kan was in zijn tijd al<br />
zeer beroemd; hij werd geregeld op schilderijen afgebeeld ena opgenomen in beschrijvingen.<br />
De kwabstijl vond onder Hollandse zilversmeden vanaf de jaren '20 meer en meer ingang. Omstreeks<br />
1650 was de stijl op zijn hoogtepunt. Vooral de Amsterdamse zilversmid Johannes Lutma toonde zich een<br />
waardig erfgenaam van de Van Vianens. Zijn vier zoutvaten uit 1639 bestaan alle uit een grillig gevormde<br />
voet in kwabstijl, waarop een putto zit die een dolfijn berijdt.(afb. 36) De schaal die de putto op zijn hoofd<br />
houdt lijkt op een schelp maar is feitelijk een gefantaseerd, abstract kwabornament. Nog manifester is het<br />
kwabwerk in de schaal die Lutma twee jaar later maakte. Het voorwerp is opgevat als een opengesperde<br />
muil met aan de bovenrand een reptielachtig dier dat uit de schaal lijkt te willen drinken.(afb. 37) Abstracte<br />
kwabornamentiek gaat hier over in een fantasie van een monsterachtig wezen. Het feit dat Lutma de<br />
schaal voluit signeerde (en niet met zijn meesterteken als zilversmid) bewijst dat hij het werk als een<br />
autonoom kunstwerk zag, als een sculptuur in zilver.<br />
14<br />
Genootschap gesticht in 2002 voor studie en behoud pvan beeldhouwkunst uit de Lage Landen<br />
www.lowcountriessculpture.org • info@lowcountriessculpture.org