hoofdstuk - ImageEvent
hoofdstuk - ImageEvent
hoofdstuk - ImageEvent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verschillende modellen die het glashuis kon leveren. Een bol, transparant glas op ronde voet, geheel<br />
versierd met kleine leeuwemaskers komt in verwante vorm ook voor in de Colinet catalogus als een<br />
'cibore', een oude naam voor een glas voor bier of wijn.(afb. 10, 11) Ze werden naar keuze met of zonder<br />
deksel geleverd. Het model en de decoraties werden in dit geval waarschijnlijk aan een voorbeeld in zilver<br />
ontleend. Dat de glasblazers die het façon de Venise maakten zo goed in staat waren dergelijke modellen van<br />
edelmetaal te reproduceren bewijst hun grote technische vaardigheid. Karakteristieken van dit verfijnde en<br />
elegante glas zijn de heldere, dunne glaswand en de subtiele decoratieve accenten, de ribben, de<br />
reliëfmaskers, de kleine turquoise glasparels en de verguldinag.<br />
In 1581 vestigde de eerste 'glasmaker Venetiaanse stijl' zich vanuit Antwerpen in de Noordelijke<br />
Nederlanden: Govaert van der Haghe kreeg van de stad Middelburg een vestigingsvergunning en een<br />
jaarlijkse subsidie. Zijn glashuis beheerste binnen tien jaar de hele markt van de Noordelijke Nederlanden<br />
voor façon-glas. Bij zijn dood in 1605 nam een Italiaan, Antonio Miotti, de glasfabriek over. Het bedrijf<br />
had toen, naast de glasblazers, ongeveer zestig kinderen en weduwes in dienst! Na Middelburg volgden<br />
andere steden: Amsterdam in 1597, Rotterdam en Den Haag in de vroege 17de eeuw gevolgd door<br />
kleinere en vaak weinig succesvolle bedrijfjes in kleinere plaaatsen als Gorkum, Nijmegen of Zutphen.<br />
Een verwante kunsttak, die zich vooral in Antwerpen ontplooide, was het beschilderen van glasruitjes,<br />
vaak in serie. Het merendeel van de productie werd gedaan door anonieme glasschilders, die gebruik<br />
maakten van ontwerpen van andere kunstenaars of van bestaande grafische voorbeelden. Van enkele<br />
kunstschilders is eigenhandig glasschilderwerk bekend, zoals Dirck Crabeth (werkzaam c. 1540-1570) uit<br />
Gouda en de oudere Dirck Vellert (ca. 1480-1540) uit Antwerpen. Met de precisie van een pentekenaar<br />
schilderde de laatste de Triomf van de eeuwigheid, een voorstelling uit een reeks naar I Trionfi van Petrarca.(afb.<br />
12) Op een triomfwagen, getrokken door de vier symbolen van de evangelisten - engel, adelaar, stier en<br />
leeuw - troont de Drieëenheid als symbool van de eeuwigheid. Het ruim 20 centimeter hoge ruitje is<br />
gesigneerd DV en gedateerd 1517, wat wijst op het hoge belang dat aan dergelijk werk werd gehecht. De<br />
oorspronkelijke bestemming van dit glaspaneeltje is onbekend; wel zijn series ruitjes met de Trionfi bekend<br />
uit woonhuizen van vermogende burgers. Gezien het onderwerp zal de opdrachtgever een humanistische<br />
achtergrond hebben gehad.<br />
Renaissance in de beeldhouwkunst<br />
De eerste sporen van de nieuwe Renaissance-stijl, die op de klassieke Oudheid teruggreep en via Italië en<br />
Spanje de Nederlanden bereikte, worden gevonden in het zuiden. Via de adel als opdrachtgever<br />
verspreidde de stijl zich in de eerste helft van de 16de eeuw over het hele land. Mechelen, waar<br />
landvoogdes Margaretha van Oostenrijk in 1507 haar hof vestigde, speelde bij de intrede van de nieuwe<br />
stijl een hoofdrol als cultureel en intellectueel middelpunt van noordelijke renaissance-stijl en van het<br />
humanisme. Margaretha trok belangrijke buitenlandse kunstenaars aan die een moderne Italiaans<br />
geinspireerde hofstijl introduceerden. Beeldhouwers als Conrad Meit en Jan Mone van Metz vonden bij<br />
haar emplooi. Meit was afkomstig uit Worms (Duitsland). Hij werkte eerst in Middelburg voor admiraal<br />
Philip van Bourgondië en trad vervolgens in dienst van het Mechelse hof (1514-1530). Daar legde hij zich<br />
toe op kleine portretten in hout en op bronzen beeldjes naar Italiaans voorbeeld, bedoeld voor de<br />
kunstcollectie van de landvoogdes of als diplomatieke geschenken. Zijn monumentale hoofdwerk zijn de<br />
graftombes voor Margaretha van Oostenrijk, Margaretha van Savoyen en Philibert van Savoyen in Brou<br />
(Bourg-en-Bresse) uit 1526-1531. Hier domineert in de grafarchitectuur nog een flamboyante late gotiek,<br />
terwijl de gebeeldhouwde figuren - vooral de putti - een nieuawe, Italiaanse geest uitstralen.<br />
6<br />
Genootschap gesticht in 2002 voor studie en behoud pvan beeldhouwkunst uit de Lage Landen<br />
www.lowcountriessculpture.org • info@lowcountriessculpture.org