02.08.2013 Views

hoofdstuk - ImageEvent

hoofdstuk - ImageEvent

hoofdstuk - ImageEvent

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

elangrijkste werken in zijn geboortestad zijn de beelden en reliefs voor het Koninklijk Paleis te Laeken en<br />

het fronton van het Paleis der Natie (1781-1784).<br />

Een Noord-Nederlandse beeldhouwer die - ondanks zijn relatief hoge leeftijd - de nieuwe klassieke stijl<br />

wel omarmde was Willem Hendrik van der Wall (1716-1790). Zijn Galateia uit 1782 is een buitengewoon<br />

geslaagd voorbeeld van edele eenvoud: de schrijlings op een dolfijn gezeten naakte zeegodin vormt een<br />

kruiscompositie met de vis, waardoor de nadruk op de fraaie contour van het beeld is komen te<br />

liggen.(afb. 93)<br />

Terwijl de grondslag voor het neo-classicisme werd gelegd door de generatie beeldhouwers, die het<br />

rococo nog volop hadden meegemaakt, was het de volgende generatie Zuid-Nederlanders die de stijl<br />

werkelijk eigen maakte. Zonder uitzondering werkten zij korte of langere tijd in Rome, waar het artistieke<br />

toneel werd beheerst door twee grootheden: de Italiaan Antonio Canova en de Deen Bertel Thorwaldsen.<br />

De beeldhouwer Matthieu Kessels (1784-1836) kan worden gezien als de belangrijkste van deze Zuid-<br />

Nederlandse neo-classicisten. Hij werd in Maastricht geboren en doorliep een internationale opleiding,<br />

aanvankelijk als zilversmid in Parijs, Hamburg en St.Petersburg en vanaf 1817 als beeldhouwer bij<br />

Thorwaldsen in Rome. Omstreeks 1820 vestigde hij zich in Rome als zelfstandig beeldhouwer, waar hij<br />

twee jaar later groot succes had met een beeld van een discuswerper. Het marmeren beeld werd<br />

ondermeer gekocht door de Hertog van Devonshire en bevindt zich temidden van werken van Canova en<br />

Thorwaldsen op het kasteel Chatsworth. Geheel in de geest van zijn tijd koos Kessels een bestaand antiek<br />

beeld als uitgangspunt, maar hij wijzigde de oorspronkelijke compositie volkomen. Zijn discuswerper staat<br />

op het punt van houding te veranderen waardoor het beeld een grote spanning uitstraalt, terwijl het toch<br />

in houding en door de naakte, atletische gestalte trouw blijft aan de heldere principes van de neoclassicisten.<br />

Van het beeld werden verschillende gipsen gaegoten en twee bronzen versies.(afb. 94)<br />

Andere Vlamingen die in deze tijd in Rome verbleven waren Eugene Simonis (1810-1882), Jean-Louis<br />

van Geel (1787-1852), Jean-Antoine van der Ven (1799-1866) en Louis Royer (1793-1868). In<br />

tegenstelling tot Kessels, die tot zijn dood in Rome bleef, keerden deze kunstenaars terug naar hun<br />

vaderland waar ze sterk hebben bijgedragen aan de verspreiding van de neoclassicistische idealen in de<br />

beeldhouwkunst.<br />

Waren het vooral de architecten die het neo-classicisme op monumentale schaal in Nederland<br />

introduceerden, zowel in de architectuur als de interieurs, in de kunstnijverheid verliep de invloed van de<br />

nieuwe stijl minder eenduidig. Allerhande luxe 'antieke' voorwerpen werden vanuit het buitenland<br />

ingevoerd, bijvoorbeeld Wedgewood aardewerk en Sèvres porselein, Franse marqueterie meubelen en<br />

verguld bronzen klokkenkasten. De vormgeving à la Grecque van deze voorwerpen moet een grote indruk<br />

hebben gemaakt op de lokale nijverheidskunstenaars. In kleine porseleinfabrieken die in de loop van de<br />

18de eeuw werden opgericht in Loosdrecht (afb. 95), Den Haag en Weesp werd zeker gekeken naar het<br />

buitenlandse porselein. Een ambitieus stuk als de urn die omstreeks 1780 in Den Haag werd beschilderd<br />

op geimporteerd porselein uit Tournai is duidelijk geinspireerd door een voorbeeld uit Sèvres in bleu du roi<br />

caillouté.(afb. 96)<br />

Den Haags leidende positie in het rococo-zilver werd aan het eind van de 18de eeuw door Amsterdam<br />

overgenomen voor het neoclassicistische zilver. De leidende zilversmid was hier echter geen Nederlander,<br />

maar een Zweed: Johannes Schiotling (1730-1799). Voor de Amsterdamse koopman en bankier John<br />

Hope maakte Schiotling verschillende monumentale stukken zilver, waaronder een aantal terrines die het<br />

Amsterdamse neoclassicisme op zijn fraaist tonen.(afb. 97) Gezaagde, gegraveerde en gegoten<br />

26<br />

Genootschap gesticht in 2002 voor studie en behoud pvan beeldhouwkunst uit de Lage Landen<br />

www.lowcountriessculpture.org • info@lowcountriessculpture.org

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!