KUANGELIUMS VAN MATTHEÜS - Tresoar
KUANGELIUMS VAN MATTHEÜS - Tresoar
KUANGELIUMS VAN MATTHEÜS - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
KUANGELIÜMS <strong>VAN</strong> MAÏ'THEUS, 51<br />
What dost thou with thy best apparell on? You, sir,<br />
what Irade are you ?<br />
Cobler. Truely, sir, in respect of a fine worhnan, 1 am<br />
hut, as you would say, a cobler.<br />
Murellus. But 'Ivwat Irade art thou? Answer me directly.<br />
Flavius zegt steeds thon tot de timmerlieden en schoenlappers<br />
, doch als hij den schoenlapper bij vergissing met<br />
sir aanspreekt, zou thou ongepast zijn; hij zegt dus you.<br />
Zoo wel kende en eerbiedigde Shakespeare den genius<br />
der volkstaal.<br />
Ik zal den dichter nog eens laten hooren in eene zamenspraak<br />
tusschen Miranda en haren vader Prospero.<br />
Miranda. Sir, are not you my fatlier ? Prospero. Thy<br />
mother xoas a peece of virtue, and she said thou wart my<br />
daughter. De dochter zegt tegen den vader sir en you;<br />
de vader tegen de dochter thou en thy.<br />
Wanneer men thou gebruikt tot iemand, wien als gentleman<br />
you toekomt, is hij beleedigd. Zoo in de old Morality<br />
of Hycke-Scorner,<br />
Avaunt, catyfe, dost thou thou me f<br />
1 am come of good cynne (4).<br />
Scheer u, ellendeling! spreekt gij mij aan met thou?<br />
(Fr, Doukest dou my?) Ik ben uit eene goede familie.<br />
— Hoe naauw dit luisterde, daarvan verhaalt ons Erasmus<br />
op zijne geestige wijze eene heel aardige ontmoeting.<br />
Hij had een' zeer grooten vriend in Londen, een jongen<br />
Hollander, die zich daar als geneesheer had nedergezet<br />
/ en tot wiens kennissen onder anderen ook<br />
behoorde een schatrijk Engelsclimau, die voor een braaf<br />
{4) Zoo ook in het Duitscii :<br />
Solt du micli dutzen ? Wciszt du tucht<br />
Das ick ein königlicher diener bin?<br />
A, Gryphius , 737.