Download het volledig rapport (238 p.) - KCE
Download het volledig rapport (238 p.) - KCE
Download het volledig rapport (238 p.) - KCE
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8 Evaluatie van de referentiebedragen <strong>KCE</strong> reports vol. 17A<br />
voldoen de APR-DRGÊs aan beide principes, op voorwaarde dat alle verblijfsuitgaven in rekening<br />
worden gebracht.<br />
Een opsplitsing naar 3 prestatiegroepen doet de variantie toenemen en dus ook <strong>het</strong> risico op<br />
precisiefouten. Afzonderlijke prestatiegroepen hebben inderdaad een lager uitgavenvolume en<br />
dus kleinere ÂbufferÊ en dit verhoogt <strong>het</strong> risico dat relatief dure, maar medisch gerechtvaardigde<br />
prestaties toch ÂbestraftÊ worden.<br />
De uitgavenvarianties voor de prestaties in de referentiebedragen, berekend per prestatiegroep<br />
apart, vallen aanzienlijk hoger uit in de chirurgische APR-DRGÊs dan in de medische. Het gevolg<br />
hiervan is dat vooral in deze APR-DRGÊs <strong>het</strong> risico op recuperatie hoger is.<br />
Zowel voor chirurgische als voor medische APR-DRGÊs blijkt duidelijk dat, indien men de<br />
uitgaven van de 3 prestatiegroepen eerst totaliseert, dit de variantie sterk doet afnemen en dus<br />
de precisie evenredig doet toenemen. Dit is nog meer uitgesproken wannneer men <strong>het</strong><br />
uitgavenvolume vergroot door opname van alle honoraria.<br />
Invloed van patiëntenleeftijd, urgentiegraad van de opname en afstand woonplaats<br />
patiënt ziekenhuis<br />
Een zekere correlatie bestaat tussen leeftijd en de nationaal gemiddelde verblijfsuitgave voor alle<br />
APR-DRGÊs, severity 1 & 2 samen. Nationaal, per individuele APR-DRG-severity, vallen de<br />
correlaties terug tot matig positief of zwak negatief. Op ziekenhuis-APR-DRG-severity niveau<br />
lopen de correlaties nog verder uiteen zonder enig duidelijk patroon.<br />
Voor urgente opnamen zijn de gemiddelde verblijfsuitgaven op APR-DRG-severity niveau bij<br />
sommige ziekenhuizen groter dan voor niet urgente verblijven. Voor andere ziekenhuizen geldt<br />
<strong>het</strong> omgekeerde.<br />
De afstand woonplaats patiënt-ziekenhuis werd gegroepeerd in drie klassen (minder of gelijk aan<br />
25 km, tussen 25 en 50 km en meer dan 50 km). Op nationaal APR-DRG*severity niveau heeft de<br />
afstand patiënt-ziekenhuis een wisselende en zelden significante invloed op de grootte van de<br />
verblijfsuitgaven. Op ziekenhuisniveau hadden slechts twee ziekenhuizen meer dan 10% patiënten<br />
in de hoogste klasse. Deze ziekenhuizen vertoonden in hun belangrijkste APR-DRGÊs geen<br />
significant verschil op de gemiddelde verblijfsuitgaven tussen de drie klassen.<br />
Subgroepanalyses op de chirurgische APR-DRGÊs<br />
Voor bijna alle chirurgische APR-DRGÊs duikt in één of meerdere aspecten een probleem van<br />
<strong>het</strong>erogeniteit op. Dit fenomeen doet zich vooral voor :<br />
bij de onderliggende APR-DRG-specifieke ingreep voor APR-DRGÊs liesbreukherstel en<br />
cholecystectomie of de begeleidende, niet-chirurgische invasieve procedures, inz. bij de<br />
cholecystectomies voor ERCP;<br />
<strong>het</strong> type verblijf op basis van bedindex; enkelvoudig (monodisciplinair) of samengesteld<br />
(pluridisciplinair), in <strong>het</strong> bijzonder voor de APR-DRGÊs appendectomie, cholecystectomie,<br />
totale knie- & totale heupprothese, transurethrale prostaatresectie;<br />
preoperatieve ligduur: in <strong>het</strong> bijzonder APR-DRGÊs verwijdering van keelamandels,<br />
cholecystectomie, transurethrale prostaatresectie en vaginale bevalling.<br />
In alle chirurgische APR-DRGÊs komen in beperkte mate zgn. ÂrestgroepverblijvenÊ voor zonder<br />
APDRG-specifieke nomenclatuurcode. Theoretisch kan dit fenomeen berusten op vier mogelijke<br />
oorzaken: Âcreatieve tariferingÊ door de verstrekker, gebrekkige MKG-registratie in de<br />
ziekenhuizen, foutieve MKG-MFG koppeling of problemen met de 3M TM -grouper toegepast op<br />
de Belgische ziekenhuisverblijven. Het verder uitdiepen van deze problematiek valt echter buiten<br />
<strong>het</strong> bestek van <strong>het</strong> huidig project.<br />
Subgroepanalyses op de medische APR-DRGÊs<br />
Voor eenzelfde medische APR-DRG blijkt er geen opvallende <strong>het</strong>erogeniteit met betrekking tot<br />
de hoofddiagnosen te bestaan. Beduidende uitgavenverschillen zijn wel terug te vinden m.b.t. <strong>het</strong><br />
al dan niet voorkomen van cardioangiografische procedures. De impact hiervan wordt verder<br />
besproken onder exclusie versus inclusie van de angiografieën .