22.08.2013 Views

Dichter bij diabetes - Bvvde

Dichter bij diabetes - Bvvde

Dichter bij diabetes - Bvvde

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

duizend patiënten per jaar gevonden onder type-2-diabeten die met een sulfonylureumderivaat werden<br />

behandeld. Het betrof in dit onderzoek een ernstige hypoglykemie waarvoor opname in het ziekenhuis<br />

noodzakelijk was. Een vergelijkbaar onderzoek in Duitsland vond voor ernstige hypoglykemie een<br />

incidentie van 6,8 per i000 patiënten per jaar. De werkingsduur (in uren) van de verschillende SUderivaten<br />

verschilt onderling. Vooral <strong>bij</strong> gebruik van de langwerkende SU-preparaten zoals<br />

glibenclamide (werkingsduur 15 uur) of tabletten met gereguleerde afgifte zoals gliclazide tabletten met<br />

gereguleerde afgifte en preparaten die worden omgezet in actieve metabolieten (glimepiride), bestaat<br />

een reëel risico op het ontstaan van hypo’s, zeker wanneer maaltijden worden overgeslagen of alcohol<br />

wordt gebruikt. Vooral orale middelen die ook weer een omzetting in actieve metabolieten kennen, zijn<br />

berucht voor een verlengde werking en de daarmee samenhangende kans op diepe, langdurige en ook<br />

na adequate behandeling recidiverende hypoglykemie. Oudere patiënten en mensen met een<br />

verminderde nierfunctie lopen <strong>bij</strong> gebruik van SU-derivaten een verhoogd risico op hypoglykemie.<br />

De andere categorieën van orale bloedglucoseverlagende middelen (biguaniden, thiazolidinedionen, op<br />

incretine gebaseerde behandeling) geven minder risico op het ontstaan van hypoglykemie, doordat een<br />

direct effect op de pancreas ontbreekt. Metformine kan eigenlijk alleen <strong>bij</strong>dragen aan een verhoogd<br />

risico op hypoglykemie wanneer het in combinatie met een sulfonylureumderivaat of insuline wordt<br />

gebruikt. Ook de recent geïntroduceerde middelen zoals de DPP-4-remmers geven in monotherapie<br />

geen kans op hypoglykemie, omdat de werking ervan afhankelijk is van de hoogte van de bloedglucose.<br />

4.8 Hypoglykemie en insulinetherapie<br />

Het risico op hypoglykemie neemt toe zodra door toevoeging van insuline de behandeling wordt<br />

geïntensiveerd. Bij patiënten met type-2-<strong>diabetes</strong> uit de UKPDS die op insuline waren ingesteld,<br />

was het risico op ernstige hypoglykemie vier- tot vijfmaal verhoogd (UKPDS 33). Het zijn vooral de<br />

patiënten met een lang bestaande type-2-<strong>diabetes</strong> - die op behandeling met insuline zijn<br />

aangewezen omdat de bètacelfunctie van de pancreas sterk is teruggelopen - die een risico lopen<br />

op het optreden van hypoglykemie. Insulinebehandeling betekent voor <strong>diabetes</strong>patiënten<br />

intensivering van de behandeling. Hoe meer therapeutische inspanning nodig is om een gestelde<br />

streefwaarde voor glykemische instelling te bereiken, des te groter is het risico op hypoglykemie. In<br />

zekere zin is het verhoogde risico op hypoglykemie de keerzijde van een scherpe glucoseregulatie.<br />

Daarnaast zijn er specifieke factoren denkbaar die het risico op hypoglykemie kunnen versterken:<br />

vertraagd vrijkomen van insuline uit spuitinfiltraten (defecten);<br />

vertraagd vrijkomen van genuttigd voedsel uit de maag <strong>bij</strong> diabetische gastroparese;<br />

‘mismatch’ tussen insulinetoediening en het nuttigen van een maaltijd en/of inspanning.<br />

De risico’s van hypoglykemie <strong>bij</strong> verschillende insulines<br />

NPH-insuline is insuline waar<strong>bij</strong> op grond van een binding aan het eiwit protamine een verlengde<br />

werking wordt gegeven. Vanuit de subcutis vindt na vrijkomen van de insuline een ver-traagde<br />

afgifte plaats. Dit kan door een niet onbelangrijke in-tra- en interindividueel variabele resorptie<br />

soms voor onvoor-spelbare profielen zorgen met hypoglykemie als gevolg. De moderne<br />

langwerkende insulineanaloga hebben dit risico veel minder, vanwege een beter voorspelbare<br />

resorptie en een vlak profiel. De pre-mix analoge insulines geven, door hun met de<br />

maaltijdgerelateerde glucosepiek synchroon lopende piek van snelwerkende insuline, minder kans<br />

op late hypoglykemie dan de humane mix-insulines.<br />

Samengevat kan hypoglykemie <strong>bij</strong> insulinetherapie ontstaan op grond van het insulineprofiel, het<br />

moment of de hoeveelheid van voedselinname, lichamelijke activiteit, het moment van toediening<br />

van insuline of fouten in de toedieningswijze ervan. Niet zelden betreft het een combinatie van<br />

factoren.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!