Papuaweb: Landman (2005) Thesis - 'The Devil's Own Country'
Papuaweb: Landman (2005) Thesis - 'The Devil's Own Country'
Papuaweb: Landman (2005) Thesis - 'The Devil's Own Country'
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.3 Wetenschappelijk imperialisme?<br />
Hoe moeten we deze periode waarin de internationale belangstelling voor het eiland<br />
enorm toenam plaatsen binnen het proces dat uiteindelijk culmineerde in de<br />
erkenning van de Nederlandse machtsaanspraken in 1885?<br />
In de eerste plaats werd het land wederom geconfronteerd met haar kwetsbare<br />
positie als koloniale grootmacht met beperkte machtsmiddelen. Iedereen was ervan<br />
doordrongen dat het buiten de mogelijkheden van het kleine Nederland lag om alle<br />
delen van de Archipel tegelijk te ontwikkelen, maar dat wilde nog niet zeggen dat<br />
men zondermeer afstand wenste te doen van die eilanden in de Archipel waarop geen<br />
rechtstreeks bestuur gevestigd was. Deze houding werd in het vorige hoofdstuk reeds<br />
aan de hand van het optreden van minister van koloniën Baud in 1843 geschetst,<br />
maar lijkt ook in deze periode ten aanzien van Nieuw-Guinea te gelden.<br />
Om te voorkomen dat buitenlandse avonturiers of wetenschappers (de<br />
scheidslijn viel soms moeilijk te trekken) hun eventuele ontdekkingen als<br />
propagandamiddel zouden kunnen gebruiken om andere Europese regeringen te<br />
bewegen om tot annexatie van grondgebied in het Verre Oosten over te gaan, zoals<br />
later bij de deling van Afrika zou gebeuren 115 , probeerde de Nederlandse regering<br />
haar machtsaanspraken op die gebieden, die veelal op oudere contracten met lokale<br />
potentaten berustten, kracht bij te zetten door ook haar aandeel in de<br />
wetenschappelijke exploratie van de regio te leveren. Het lijkt mij echter voorbarig<br />
om hier al van een wetenschappelijk imperialisme te spreken zoals J.J.P. de Jong die<br />
voor het laatste decennium van de negentiende eeuw beschrijft. 116 Waarschijnlijk is<br />
hier veeleer sprake geweest van een preventief beleid gericht op het kweken van<br />
‘goodwill’ in het buitenland en het versterken van de rechtsgronden van het<br />
Nederlandse bezit op Nieuw-Guinea tegen minimale kosten.<br />
Bij dit alles lijkt de achterliggende gedachte te zijn geweest dat Nederland<br />
‘het niet kan gedoogen of verlangen, dat zijne stelling in den Archipel worde<br />
bedorven door de hebzucht van vreemden. Aan het toeval of aan de door<br />
verschillende omstandigheden beheerschte ondernemingsgeest of zucht naar<br />
avonturen van gelukszoekers, moet zoo weinig [mogelijk] worden overgelaten’. 117<br />
115 H.L. Wesseling, Verdeel en heers. De deling van Afrika, 1880-1914 (Amsterdam 1991) oa 234-237<br />
116 De Jong, Waaier van het fortuin 246-247<br />
117 Nederlandsche Staatscourant 4 mei 1875, ARA, Kol, ov. 22-6-1875, inv. nr. 2.10.02/ 2795<br />
33