Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp
Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp
Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
33.500 m 2 . De dikte <strong>van</strong> de afvallaag liep per weg uiteen <strong>van</strong> enkele<br />
centimeters tot een meter en is zowel crocidoliet- (buisafval) als<br />
chrysotielhoudend (plaatafval). Soms ligt het afval aan de oppervlakte en<br />
soms is het verborgen onder een laag zand, gr<strong>in</strong>d of pu<strong>in</strong>. Het rapport noemt<br />
het draaisel (los <strong>asbest</strong>) en de resten <strong>asbest</strong>cementafval een potentiële bron.<br />
Het losse <strong>asbest</strong> kan door verstuiv<strong>in</strong>g vrijkomen. Door verwer<strong>in</strong>g of door<br />
voertuigbeweg<strong>in</strong>gen kan de cementmatrix <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong>cementafval<br />
verpulverd worden en <strong>in</strong> droge perioden, zowel <strong>in</strong> de zomer als <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>ter,<br />
kunnen <strong>asbest</strong>vezels <strong>in</strong> de lucht vrijkomen. De bronsterkte zal afhankelijk zijn<br />
<strong>van</strong> meteorologische omstandigheden, verkeers<strong>in</strong>tensiteit, wegoppervlakte<br />
en de mate waar<strong>in</strong> het <strong>asbest</strong>houdende afval aan het wegoppervlakte ligt.<br />
Dit onderzoek heeft een kwalitatieve opzet. Er zijn geen met<strong>in</strong>gen verricht<br />
naar de <strong>asbest</strong>emissie.<br />
Asbestverharde wegen regio <strong>Goor</strong>, met<strong>in</strong>gen TNO<br />
De TNO hoofdgroep Maatschappelijke Technologie (MT) heeft de emissie<br />
aan <strong>asbest</strong>vezels <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>verharde wegen gekwantificeerd <strong>in</strong> opdracht<br />
<strong>van</strong> Prov<strong>in</strong>ciale Waterstaat <strong>Over</strong>ijssel (Boeft, 1985; Boeft, 1987). De opdracht is<br />
een vervolg op het onderzoek <strong>van</strong> Hennekam ea, 1984.<br />
Volgens MT-TNO komt bij de fabricage <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementproducten<br />
ongeveer 40 kg vast afval vrij per 1000 kg product. Vanaf de start <strong>van</strong> de<br />
fabriek <strong>in</strong> 1935 is het <strong>asbest</strong>afval door gemeenten en particulieren gebruikt<br />
voor de verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wegen, opritten, erven en <strong>in</strong> beperkte mate voor het<br />
verharden <strong>van</strong> vloeren <strong>in</strong> schuren en stallen. Na 1975 zou het grove afval<br />
vermalen worden en zoveel mogelijk worden hergebruikt <strong>in</strong> de productie. Het<br />
resterende steekafval zou gecontroleerd gestort worden. In de periode 1935-<br />
1975 kan de totale hoeveelheid <strong>asbest</strong>cementafval geschat worden op 1700<br />
à 17000 m 3 . Uitgaande <strong>van</strong> een dichtheid <strong>van</strong> 1800-2200 kg/m 3 en een<br />
<strong>asbest</strong>gehalte <strong>van</strong> circa 12% komt dit overeen met een potentiële bron <strong>van</strong><br />
360 10 3 – 4.400 10 3 kg, zowel bestaande uit chrysotiel als uit crocidoliet.<br />
Er zijn twee verschillende soorten met<strong>in</strong>gen verricht. Allereerst langdurige<br />
met<strong>in</strong>gen bij <strong>asbest</strong>verharde wegen, die op een vergelijkbare manier zijn<br />
uitgevoerd en geanalyseerd als tijdens het landelijke onderzoek (Boeft en<br />
Lant<strong>in</strong>g, 1981). Een tweede type stationaire met<strong>in</strong>gen zijn kortdurend geweest<br />
en hebben tot doel de <strong>asbest</strong> emissie <strong>in</strong> de stofpluim te meten, die achter<br />
een rijdende voertuigen ontstaat. De meetduur bedroeg 30 m<strong>in</strong>uten tot 3 uur<br />
met een debiet <strong>van</strong> 2 l/m<strong>in</strong>uut en de analyse <strong>van</strong> de monsters is met een<br />
fasecontrastmicroscoop uitgevoerd. Het onderzoek is gestart <strong>in</strong> 1985. In die<br />
periode lagen de meetwaarden op of onder de detectiegrens. Door de<br />
slechte meteorologische condities tijdens de meetperiode, met name de<br />
overvloedige regenval, was tijdens het onderzoek geen sprake <strong>van</strong><br />
verstuiv<strong>in</strong>g en zijn de met<strong>in</strong>gen tijdelijk gestopt (Boeft, 1985) en een jaar later<br />
hervat (Boeft, 1987).<br />
Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 111