Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp
Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp
Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2. Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
De bestuursopdracht bevat een feitenrelaas omtrent het ambtelijke en bestuurlijke traject dat<br />
heeft geleid tot de realisatie <strong>van</strong> het plan de Hogenkamp <strong>in</strong> <strong>Goor</strong>. De gestelde vragen hebben<br />
kort samengevat betrekk<strong>in</strong>g op: het niet houden <strong>van</strong> een <strong>in</strong>tegraal <strong>asbest</strong>onderzoek, de wel<br />
gehouden bodemonderzoeken, de gedane <strong>asbest</strong>meld<strong>in</strong>gen en de bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g<br />
die heeft plaatsgevonden.<br />
De eerste onderzoeksvraag, waarom geen <strong>in</strong>tegraal <strong>asbest</strong>onderzoek heeft plaatsgevonden<br />
ten tijde <strong>van</strong> het bouwrijp maken wordt beantwoord <strong>van</strong>uit de ontwikkel<strong>in</strong>gen die hebben<br />
plaats gevonden <strong>in</strong> de zes verschillende betrokken gremia: bouwteam, werkgroep<br />
Hogenkamp, werkgroep ruimtelijke orden<strong>in</strong>g, team grondbedrijf, commissie<br />
grondgebiedzaken en gemeenteraad <strong>van</strong> de voormalige gemeente <strong>Goor</strong>.<br />
Uit de feitelijke weergave <strong>van</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>gen rondom de voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het project de<br />
Hogenkamp blijkt, dat noch <strong>in</strong> de ambtelijke, noch <strong>in</strong> de bestuurlijke overleggen gesproken is<br />
over de vraag of <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> het bouwrijp maken <strong>van</strong> de grond een <strong>in</strong>tegraal<br />
bodemonderzoek naar de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> zou moeten plaatsv<strong>in</strong>den. Dit ondanks<br />
kantteken<strong>in</strong>gen die de prov<strong>in</strong>ciale planolo-gische commissie en de stedebouwkundig<br />
adviseur tijdens de bestemm<strong>in</strong>gsplan-procedure hebben geplaatst.<br />
Aspecten die hierbij mogelijk een rol kunnen spelen zijn, (1) dat het proces <strong>van</strong><br />
bouwgrondexploitatie <strong>in</strong> nieuwbouwwijken destijds <strong>in</strong> het algemeen niet voorzag <strong>in</strong> het houden<br />
<strong>van</strong> een afzonderlijk onderzoek naar de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>, (2) dat er op basis <strong>van</strong> de<br />
verkennende onderzoeken die wel hebben plaatsgevonden kennelijk geen aanleid<strong>in</strong>g werd<br />
gezien om een <strong>in</strong>tegraal onderzoek te laten uitvoeren naar bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong> het<br />
bijzonder naar het voorkomen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>, (3) dat (deel) onderzoeken, die <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> het<br />
aankopen <strong>van</strong> gronden wel hebben plaatsgevonden, het gehele gebied dat tot de<br />
Hogenkamp behoort omvatten, (4) dat de onderzoeksmethodiek ten tijde <strong>van</strong> het bouwrijp<br />
maken <strong>in</strong> 1999 en 2000 niet verschilde <strong>van</strong> die ten tijde <strong>van</strong> de bodemonderzoeken uit 1993-<br />
1994, (5) dat <strong>in</strong> het algemeen als uitgangspunt wordt gehanteerd, dat bodemonderzoeken<br />
geacht worden gemiddeld vijf jaar lang geldig te zijn.<br />
Uit de dossiers blijkt, dat de bodemonderzoeken die wel hebben plaatsgevonden<br />
(onderzoeksvraag 2) op enkele uitzonder<strong>in</strong>gen na gedaan zijn <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> het verwerven<br />
<strong>van</strong> gronden. Aangezien pas <strong>in</strong> 2001 nieuwe normen voor bodemonderzoek <strong>van</strong> kracht zijn<br />
geworden, worden ter beantwoord<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze vraag de bodemonderzoeken getoetst aan de<br />
normen die ten tijde <strong>van</strong> het bouwrijp maken geldend waren. Uit het daar gepresenteerde<br />
feitenrelaas volgt, dat met uitzonder<strong>in</strong>g <strong>van</strong> één verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g de aanbevel<strong>in</strong>gen uit de<br />
onderzoeken zijn overgenomen en (voorzover tot nu toe kon worden nagegaan) zijn<br />
uitgevoerd.<br />
Een feitelijke constater<strong>in</strong>g die daar<strong>in</strong> ook wordt gedaan, is dat wanneer de normen voor<br />
bodemonderzoek <strong>in</strong> de periode 1993 tot 2001 worden vergeleken met de huidige nieuwe<br />
normen, dan met name blijkt dat het historisch onderzoek <strong>in</strong> het verleden een veel beperktere<br />
rol had dan momenteel.<br />
Wat de <strong>asbest</strong>meld<strong>in</strong>gen betreft met betrekk<strong>in</strong>g tot het plan de Hogenkamp (onderzoeksvraag<br />
3), blijkt uit het dossier niet, dat <strong>in</strong> de periode voorafgaand aan het bouwrijpmaken door<br />
iemand <strong>asbest</strong> is gemeld. Na 1 januari 2001 is er meer <strong>asbest</strong> aangetroffen <strong>in</strong> de Hogenkamp,<br />
voornamelijk <strong>in</strong> “de driehoek”. Dit heeft geleid tot een saner<strong>in</strong>g en het beschikbaarstellen <strong>van</strong><br />
een extra krediet door de gemeenteraad.<br />
Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 66