02.09.2013 Views

Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis

Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis

Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Besluit<br />

Heterogeen agrarisch erfgoedveld<br />

Als er één conclusie mag worden getrokken na één jaar onderzoek naar het<br />

agrarisch erfgoed, dan is het wel dat de typische agrarische collectie niet bestaat.<br />

Integendeel betreft het een zeer heterogeen veld – verspreid over heel Vlaanderen –<br />

waarin op velerlei manieren aan collectievorming wordt gedaan.<br />

Onder de 75 collecties die in het kader van dit project werden onderzocht, bestaan<br />

vele verschillen. Sommige hebben een privé-persoon als eigenaar en zijn dan ook<br />

een éénmansoperatie. Andere zijn dan weer eigendom van een vereniging of van<br />

een gemeentelijke dan wel provinciale overheid. Soms betreft het zeer kleine<br />

collecties in volume, over het algemeen tellen de agrarische erfgoedcollecties<br />

evenwel behoorlijk wat stukken. Enerzijds durven het themacollecties te zijn die op<br />

een zeer beperkt item focussen. Anderzijds zijn het typisch generalistische<br />

verzamelingen die naar een globaal – meestal regiogebonden – landbouwbeeld<br />

streven. Nog al te vaak is het vrij pover gesteld met de huisvesting, wat dan weer<br />

gevolgen heeft voor bewaring en inventarisatiemogelijkheden. Daarentegen zijn er<br />

flink wat collecties zonder meer prachtig gehuisvest, gefinancierd door de lokale<br />

overheid of evengoed door een privé-verzamelaar. De dynamiek die de eigenaar of<br />

de beheerder van de collectie op het vlak van publiekswerking, inventarisatie of<br />

conservering tentoonspreidt, verschilt eveneens zonder dat daar een algemene lijn in<br />

valt te ontwaren. In vele gevallen is het bovendien de gemeente die mee de kar trekt<br />

en rond de agrarische collectie een echte museumwerking uitbouwt. Langs de andere<br />

kant durft de desinteresse of zelfs tegenwerking van de lokale overheid een meer dan<br />

remmende factor te zijn.<br />

Relatief beperkte focus<br />

Het soort collectie mag dan misschien wel enorm varieren, grotere uniformiteit<br />

bestaat er in de inhoudelijke focus. Het gros van de collecties bevat immers<br />

werktuigen en machines uit de periode 1900 tot 1960. De verklaring ligt voor de<br />

hand: de meeste relicten zijn bewaard en bovendien nog actief uit de eerste hand te<br />

verkrijgen van de originele eigenaars of gebruikers. Indien men teruggaat tot voor<br />

1900 wordt dit al moeilijker. Omdat precies de periode 1900-1960 is<br />

oververtegenwoordigd, komt in feite ook het gemengde, kleinschalige<br />

landbouwbedrijf – dat toen dominant was – te veel aan bod. Dit wordt evenwel<br />

ondervangen door de themacollecties die één specifiek aspect centraal plaatsen.<br />

De periode na 1960 past dan weer minder in het vaak nostagische opzet om de<br />

‘oude’ landbouw te tonen en te verzamelen. Bovendien zijn die overwegend<br />

gemechaniseerde tuigen vaak groot in omvang en behoorlijk duur in aanschaf wat<br />

dan weer de financiële draagkracht van de meeste instellingen te boven gaat.<br />

Binnen die chronologische focus blijkt uit de grafieken overduidelijk dat behalve<br />

werktuigen of machines die voor meerdere doeleinden konden worden gebruikt,<br />

vooral deze voor de graanoogst, de verwerking van graan en boter en paardengetuig<br />

bewaard zijn gebleven. In feite zou hier diepgaander onderzoek naar moeten worden

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!