Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de mogelijkheid om overzichtelijke regionale conclusies te trekken die voor iedereen<br />
hanteerbaar zijn.<br />
Vervolgens hebben we de agrarische collecties onderverdeeld naar belangrijkheid:<br />
betreft het hier om een hoofdcollectie, een deelcollectie of een minimale agrarische<br />
collectie? Op die manier konden we bepalen welke collecties vanop afstand<br />
noodzakelijk moesten worden bezocht. Een definitieve conclusie kon evenwel pas na<br />
het bezoek worden getrokken. Maar al te vaak bleek de perceptie vooraf niet<br />
helemaal overeen te komen met de reële status. Niettemin denken we alle relevantie<br />
agrarische collecties in onze lijst te hebben opgenomen.<br />
Met belangrijkheid bedoelen we zowel het volume van de collectie als de intrinsieke<br />
relevantie ervan. Vanzelfsprekend zijn die collecties die volledig aan het agrarische<br />
gewijd zijn steeds als hoofdcollectie vermeld. Maar ook de collecties die in volume<br />
voor minstens vijftig procent op landbouw gericht zijn, werden als hoofdcollectie<br />
beschouwd. Dit is ook gerechtvaardigd: vaak is de halve collectie van een grote<br />
instelling groter in volume en waardevoller van inhoud dan de volledige collectie van<br />
een klein museum.<br />
Met agrarische deelcollectie willen we aangeven dat het gaat om collecties die<br />
slechts ten dele de focus van een breder geheel vormen en die bovendien in volume<br />
en relevantie duidelijk een trapje lager staan dan de hoofdcollecties 17 . De grens<br />
tussen beide is niet altijd even duidelijk en soms ook subjectief. De functie van de<br />
opsplitsing tussen hoofd- en deelcollectie ligt dan ook voornamelijk in de noodzaak<br />
tot onderverdeling om het veld behapbaar te houden. Voor het project zijn<br />
deelcollecties namelijk even relevant, alleen is hun impact op het geheel iets minder<br />
groot. Alle deelcollecties hebben we trouwens ook persoonlijk bezocht.<br />
Tenslotte maken we nog een derde onderverdeling: de minimale agrarische<br />
collecties. Dit betreft collecties die duidelijk niet tot de focus van de totale verzameling<br />
behoren, die bovendien zelden iets apart te bieden hebben en die vaak ook te klein<br />
en te weinig coherent zijn om van een echte agrarische collectie te spreken.<br />
Sommige hiervan werden toch persoonlijk bezocht omdat in eerste instantie en vanop<br />
afstand de collectie anders werd gepercipieerd. Het liet ons tegelijk toe om inderdaad<br />
bevestigd te zien dat het in het kader van het project niet nodig was om ook zoveel<br />
mogelijk minimale agrarische collecties persoonlijk te bezoeken. Een aanvulling werd<br />
gezocht in het versturen van een schriftelijke vragenlijst die door een vijftiental<br />
instellingen (op 95 verzonden exemplaren) werd ingevuld en terugbezorgd.<br />
Zowel de hoofdcollecties, de deelcollecties als de minimale collecties werden tijdens<br />
ons bezoek op dezelfde, drieledige manier bevraagd: volgens periode, volgens graad<br />
van mechanisering en volgens functie. De datering in periodes moest natuurlijk<br />
passen binnen het tijdskader van het project – de periode 1850-1980. Hierin noteren<br />
we vier periodes die van elkaar worden onderscheiden door een aantal<br />
17 Onder een deelcollectie verstaat men een groep objecten die samenhang met elkaar vertonen. Dat<br />
kan doordat ze dezelfde functie hebben (bv. landbouwwerktuigen), uit hetzelfde materiaal bestaan (bv.<br />
zilverwerk) of over hetzelfde onderwerp gaan (bv. Tweede Wereldoorlog). Zie: www.musip.nl.