Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2. Scope van het project<br />
Een goede verstaander is er twee waard. <strong>Veldwerk</strong>/<strong>Denkwerk</strong> beoogt een globaal<br />
overzicht van het roerend agrarisch erfgoed, bewaard in Vlaamse, publieksgerichte<br />
instellingen en collecties voor de periode 1850 tot1980.<br />
Binnen die afbakening staat de collectie in zijn geheel en niet zozeer het<br />
collectiestuk op zich centraal. We willen in de eerste plaats een beeld geven van het<br />
zwaartepunt van de verschillende landbouwcollecties. Betreft het een collectie gericht<br />
op akkerbouw of veeleer fruitteelt is een vraag die misschien al vooraf kan worden<br />
beantwoord. Als je naar een fruitteeltmuseum in Borgloon gaat, lijkt het logisch wat je<br />
kan verwachten. Nochtans zijn we vaak voor aangename verrassingen komen te<br />
staan omdat heel wat verzamelingen veel diverser zijn samengesteld dan in eerste<br />
instantie gedacht. Maar binnen dat zwaartepunt hebben we dieper willen uitspitten<br />
waar de focus ligt. Is het een collectie met het zwaartepunt na 1950 of rond 1900? Is<br />
de collectie eerder op graanteelt dan wel op bietenteelt gericht? Telt de collectie<br />
vooral handwerktuigen of zijn er ook gemechaniseerde werktuigen voorhanden?<br />
Tegelijk worden ook een aantal museale aspecten doorgelicht. Inderdaad hebben we<br />
er van geprofiteerd om tijdens onze bezoeken ter plaatse ook telkens een meer<br />
globaal beeld van de collectie of de instelling te verkrijgen. Aan de hand van enkele<br />
gerichte vragen omtrent verwerving, beheer, behoud en publiekswerking willen we op<br />
die manier ook de omgevingsfactor van de collectie op zich beter in beeld brengen.<br />
Vragen naar het eigendomsstatuut van collectie en gebouwen, de bewaaromgeving,<br />
de bezoekersaantallen of het al dan niet bestaan van samenwerkingsverbanden met<br />
andere instellingen komen op die manier aan bod.<br />
Het project beoogt dus geen individuele identificering van elk collectiestuk in elke<br />
verzameling. Een gedetailleerde opsomming en beschrijving is onmogelijk binnen het<br />
tijdskader van het project. Dit was wel mogelijk geweest indien we ons hadden<br />
beperkt tot slechts enkele collecties, maar dan hadden we het vooropgestelde doel<br />
van het project – een overzicht van de agrarische collecties in Vlaanderen – niet<br />
kunnen waarmaken. Precies omdat we een overzicht nastreven, zijn de genoteerde<br />
aantallen niet absoluut juist, maar eerder richtinggevend. Voor de grotere toestellen<br />
of machines is een exacte telling nastreefbaar, maar voor de handwerktuigen die<br />
vaak her en der verspreid liggen of met meerdere tegelijk ‘gestapeld’ zijn, is dit<br />
onmogelijk.<br />
Of er in museum X nu 16 dan wel 17 aardappelrieken aanwezig zijn, is trouwens<br />
binnen de context van het project niet van groot belang. Evenmin hebben we<br />
onderscheid gemaakt tussen de verschillende modellen die in die collectie aanwezig<br />
zijn. Veel belangrijker is aan te tonen dat in de collectie van museum X een<br />
significant deel gericht is op akkerbouw en meer bepaald de niet-gemechaniseerde<br />
aardappelteelt. Op die manier is het perfect mogelijk om aan te geven waar de<br />
zwaartepunten van deze collectie liggen.