Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Cultureel en agrarisch erfgoed worden in toenemende mate erkend als dragers van<br />
de eigen regionale identiteit waarin ook de hedendaagse landbouw zijn plaats moet<br />
kunnen vinden 3 . Dat standpunt wordt ook volledig onderbouwd in de vernieuwde visie<br />
van het Europees Landbouwbeleid waarin de landbouwer niet alleen als<br />
voedselproducent, maar ook als landschaps- en milieubeheerder en leverancier van<br />
rurale diensten kan fungeren. De uitbouw van de zogeheten tweede pijler van het<br />
landbouwbeleid – een versterking van het platteland via een gericht beleid – moet de<br />
duurzame ontwikkeling van het platteland in al zijn facetten ten goede komen. Onder<br />
meer de nieuwe ruimtelijke organisatielogica, die meer is gericht op de integratie van<br />
de verschillende functies op het platteland dan wel eenzijdig gefocust op de<br />
productivistische landbouw met alle verschraling tot gevolg, kan hiervoor een<br />
fundamentele bijdrage leveren 4 . Op het platteland neemt de alsmaar groeiende groep<br />
‘bezoekers’ de plaats in van de oorspronkelijke gebruikers. En die nieuwe gebruiker<br />
is eerder een consument van het agrarische landschap dan wel een producent.<br />
Landschap en erfgoed zijn niet langer alleen een productiefactor, maar zelf ook een<br />
uniek product dat als zodanig kan worden geëxploiteerd.<br />
De vraag dringt zich bijgevolg op in hoeverre het agrarisch erfgoed in de Vlaamse<br />
publieke collecties een weerspiegeling is van de evolutie die de landbouw in de<br />
laatste eeuw heeft ondergaan. Het is logisch dat de kleinschalige, weinig<br />
gemechaniseerde landbouw tot aan de Tweede Wereldoorlog weinig gemotoriseerde<br />
of hoogtechnologische sporen heeft nagelaten. Maar komt de regionale<br />
verscheidenheid, gebaseerd op de fysische mogelijkheden, wel aan bod? Zien we<br />
dat de samenstelling van de collecties inderdaad een mooi beeld vormt van de<br />
typische gemengde landbouwbedrijven? In hoeverre is de productieverbreding van<br />
de landbouw na 1880 – de opkomst van tuinbouw, fruitteelt en veeteelt zijn daar de<br />
levend(ig)e getuigen van – ook te herkennen in de werktuigen en ander gerei dat<br />
wordt bewaard in collecties allerhande? Of is er een oververtegenwoordiging van<br />
sommige segmenten die in feite niet te verantwoorden is in verhouding tot het<br />
aandeel in de keten?<br />
Onderstaand rapport biedt hierop antwoorden. Het is opgebouwd in vier delen die elk<br />
een aspect van het onderzoekswerk van het voorbije jaar behandelen. Het eerste<br />
deel vertrekt vanuit het uitgangspunt van het project, namelijk de enorme evolutie die<br />
de landbouw de laatste 200 jaar heeft ondergaan en de onvermijdelijke gevolgen<br />
hiervan voor mens en maatschappij. Gezien de omvang en de verspreiding van het<br />
agrarisch erfgoed is noodzakelijkerwijze uitgegaan van een collectieve beschrijving<br />
en niet van een individuele beschrijving. Doel is immers om een globaal beeld te<br />
schetsen van de status van het agrarisch erfgoed in Vlaanderen. Een al te<br />
detaillistische opname zou dit niet mogelijk maken. Tegelijk wordt ook een licht<br />
geworpen op wat er al eerder is gebeurd in min of meer gelijkaardige projecten in<br />
België en de ons omringende landen. In deel twee worden de grenzen van het<br />
onderzoeksdomein vastgelegd. Een afbakening drong zich op 1) in tijd, de periode<br />
tussen 1850 en 1980, 2) in ruimte, Vlaanderen, 3) naar onderwerp, agarisch erfgoed<br />
3 Segers Y., “De relevantie van het verleden. Historici en duurzame landbouw: een tandem voor de<br />
toekomst?”, in: Nevens F. en Dessein J. red., Duurzame landbouw vanuit markante invalshoeken.<br />
Leuven, 2005.<br />
4 Meert H., “Wie construeert het nieuwe Vlaams consumptielandschap”, in: Ruimte en planning, jg. 23<br />
(2003), nr. 2, 80-86.