Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
Eindrapport Veldwerk/Denkwerk - Centrum Agrarische Geschiedenis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Agrarische</strong> hoofd- of deelcollecties die in de loop van het project zijn<br />
verdwenen<br />
In het voorbije jaar – de periode september 2004 tot en met september 2005 oftewel<br />
de duur van het project <strong>Veldwerk</strong>/<strong>Denkwerk</strong> – zijn er in Vlaanderen een aantal (grote)<br />
agrarische erfgoedcollecties verdwenen of verkocht. Het betreft allemaal collecties<br />
die in particuliere handen waren. Er bestaan velerlei redenen voor de opheffing, maar<br />
in feite valt het bijna altijd te herleiden tot het financiële aspect. De verkoop van de<br />
collectie brengt vaak flink wat geld op aangezien er een florerende markt bestaat voor<br />
specifieke collectiestukken. En voor sommige eigenaars die met hun collectie op een<br />
dood punt zijn aanbeland, vormt dit dan ook een gerede aanleiding tot verkoop.<br />
Heemkundig Museum Goetsenhoven 3300 Goetsenhoven deel<br />
Museum Het Alaam 3600 Genk deel<br />
Domein d'Oude Smelterij 8820 Torhout deel<br />
Bijenmuseum Hengelhoef 3530 Houthalen hoofd<br />
Landbouwmuseum 1000 stoomwielen 8750 Zwevezele hoofd<br />
Personen of instellingen met een agrarische hoofd- of deelcollectie die niet<br />
zijn opgenomen in het project<br />
Tenslotte zijn er nog een aantal collecties die absoluut binnen het kader van dit<br />
project passen, maar die helaas niet konden worden opgenomen. De redenen<br />
hiervoor zijn divers: de eigenaar verkoos niet deel te nemen aan het project of<br />
verscheen met zijn collectie liever niet in de openbaarheid. Vooral in de sector van de<br />
tractorenverzamelaars – een flink uitbreidende hobbybranche – was er een zekere<br />
terughoudendheid. Enig speurwerk op het internet levert heel wat resultaten op, maar<br />
concrete gegevens konden we in de context van dit rapport niet opnemen.<br />
3. Methodologie<br />
Hier gaan we dieper in op de manier waarop we de collecties benaderd hebben. Zo<br />
hopen we duidelijk te maken hoe we te werk zijn gegaan, wat dan weer inzicht moet<br />
brengen in de verwerking van de resultaten. Omdat de gegevens werden verwerkt in<br />
een Accesdatabank zijn de grafische mogelijkheden op dat vlak quasi onovertroffen.<br />
In de Bijlagen bevindt zich een exemplaar van het bevragingsmodel waarmee de<br />
collecties werden benaderd. Dit document is in feite de leidraad voor de<br />
onderstaande bladzijden.<br />
Globale collectiebeschrijving<br />
De verschillende collecties hebben we vooreerst geografisch onderverdeeld per<br />
provincie. Deze opdeling biedt het voordeel van duidelijkheid qua afbakening. Dat is<br />
ook de reden waarom we niet voor een opdeling volgens landbouwstreek hebben<br />
gekozen. De grenzen hiervan zijn immers niet altijd zonder discussie vastgelegd. Ook<br />
het erfgoed- en museumveld is op die manier georganiseerd. Bovendien is de<br />
geïnteresseerde lezer sowieso meer vertrouwd met de provinciale grenzen. Het geeft