U gelooft in een Kristallen Paleis - Soren Kierkegaard
U gelooft in een Kristallen Paleis - Soren Kierkegaard
U gelooft in een Kristallen Paleis - Soren Kierkegaard
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
normale belangen. 127 Dit is voor de ondergrondse man niet te verkroppen. Wat<br />
schort er aan dat <strong>Kristallen</strong> <strong>Paleis</strong>? “Ik ben misschien juist zo bang voor dat<br />
gebouw omdát het van kristal is en onverwoestbaar en je er zelfs niet stiekem<br />
je tong tegen kunt uitsteken.” 128<br />
Ofschoon de ondergrondse man goede redenen heeft zich tegen het<br />
determ<strong>in</strong>istische denken te verzetten is zijn houd<strong>in</strong>g er <strong>een</strong> van opstandigheid.<br />
Hij zou alles dat hem <strong>in</strong> kan perken verwerpen vanuit die opstandigheid. Ten<br />
grondslag aan zijn opstand ligt niet <strong>een</strong> levensovertuig<strong>in</strong>g die verdedigd dient<br />
te worden tegen alles. Hij wil enkel beschikken over autonomie, hij wil zichzelf<br />
de wet stellen. <strong>Kierkegaard</strong>iaans gesproken wil hij zijn zelf. “En dat zelf wil hij<br />
vertwijfeld zijn, het zelf losrukkend van elke verhoud<strong>in</strong>g tot <strong>een</strong> macht die het<br />
heeft gesteld, of het losrukkend van de voorstell<strong>in</strong>g dat <strong>een</strong> dergelijke macht<br />
bestaat.” 129<br />
<strong>Kierkegaard</strong> maakt <strong>in</strong> deze laatste bepal<strong>in</strong>g tot slot nog <strong>een</strong> onderscheid;<br />
<strong>een</strong> onderscheid tussen het vertwijfelde maar handelende zelf en het<br />
vertwijfelde lijdende zelf. Dostoievski‟s ondergrondse man heeft dan weer<br />
trekken van het handelende zelf, dan weer het lijdende. Hij is <strong>een</strong> handelend<br />
zelf <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> dat hij zich verhoudt, “eigenlijk all<strong>een</strong> maar experimenterend tot<br />
zichzelf, wat het onderneemt, hoe groots […] ook. Het erkent g<strong>een</strong> enkele<br />
macht boven zich.” 130 Maar “verre van er<strong>in</strong> te slagen steeds meer zichzelf te<br />
worden, wordt het steeds duidelijker dat het all<strong>een</strong> om <strong>een</strong> hypothetisch zelf<br />
gaat. Het zelf is zijn eigen meester […]. Bij nader toezien merk je nochtans<br />
gemakkelijk dat die absolute heerser <strong>een</strong> kon<strong>in</strong>g zonder land is. Hij regeert<br />
eigenlijk nergens over.” 131 Ja, behalve dan <strong>in</strong> zijn fantasie!<br />
Maar wat is dan, <strong>in</strong>dien hij <strong>een</strong> kon<strong>in</strong>g zonder land is, zijn <strong>in</strong>steek en zijn<br />
oogmerk? Zoals het de opstandig vertwijfelde betaamt, is het hem erom te<br />
doen heer en meester vooral over zichzelf te zijn. Dat is zijn wil. “Het enige dat<br />
de mens nodig heeft, is: zelfstandig te beslissen wat hij wil.” 132 <strong>Kierkegaard</strong><br />
spreekt de fundamentele gedachte van de ondergrondse man treffender uit<br />
dan hij zelf kan.<br />
127 Idem. p. 48<br />
128 Idem. p. 52<br />
129 <strong>Kierkegaard</strong>, S. (2010) De ziekte tot de dood. p. 84<br />
130 Ibid.<br />
131 Idem. p. 85<br />
132 Dostoievski, F. (2010) Aanteken<strong>in</strong>gen uit het ondergrondse. p. 41<br />
~ 46 ~