Gebrekkige educatie
Gebrekkige educatie
Gebrekkige educatie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DE TOEKOMST<br />
het gedurende den oorlog en ook daarna veel zal moeten<br />
blijven betrekken. Door middel van het aan het groot aandeelenbezit<br />
verbonden medezeggingschap, zal Nederland bij<br />
de uitvoerpolitiek, welke deze maatschappijen huldigen, recht<br />
van medespreken krijgen. Welke waarde zulk een recht op<br />
gegeven oogenblikken kan hebben, ligt voor de hand. Dat de<br />
minister overigens het oordeel aan zich wil houden, wat aan<br />
buitenlandsche waarden mag worden geïntroduceerd, valt in<br />
zekeren zin te billijken, al dient niet uit het oog verloren, dat<br />
zulk een censorschap den handel in deze waarden uitermate<br />
bemoeilijken zou. Indien wij nagaan wat in de laatste jaren,<br />
vóór en tijdens den oorlog, door het Nederlandsche<br />
publiek aan Duitsche waarden is opgenomen, dan leidt onze<br />
globale berekening tot de conclusie, dat ons publiek zich in<br />
het bezit heeft gesteld van naar men schat een totaal van<br />
200 a 300 millioen van verschillende prima 5 % obligatiën<br />
van steden als Frankfort a./M., Leipzig, München, enz., pandbrieven<br />
van Duitsche hypotheekbanken, voorts van eerste klasse<br />
industrieele maatschappijen, waaronder Mijnbouwondernemingen,<br />
Waggonfabrieken, Kali-ondernemingen, Scheepswerven,<br />
met name de kapitaalkrachtigste, best-bestuurde en rendeerende<br />
bedrijven van Duitschland. Al deze uitnemend gesecureerde<br />
obligatiën en pandbrieven van steden en stedelijke<br />
hypotheekbanken en oorlogsleeningen, al deze eerste klasse<br />
industrieele waarden zijn grootendeels bij zulk een lagen<br />
markenkoers opgenomen, dat bij een weder normaal intredend<br />
peil van den markprijs alleen daarin reeds een kapitaalwinst<br />
van 50 a 60 % of meer nog ligt opgesloten.<br />
Dat aan de nakoming van verplichtingen dezer steden of<br />
wel van geheel Duitschland niet getwijfeld behoeft te worden,<br />
ligt voor de hand ; ook staat het risico bij de groote Duitsche<br />
nijverheidsondernemingen zeer zeker niet ten achter bij onze<br />
eigen Hollandsche ondernemingen. Het verdient o. i. bijzondere<br />
aandacht, dat van de iste tot de 8ste Duitsche Oorlogsleeningen<br />
alle stukken niet onder 98 % te Berlijn genoteerd zijn;<br />
daaraan mag te onzent zeer zeker een voorbeeld worden genomen,<br />
waar de nieuwe staatsleening een aantal weken na de<br />
emissie een disagio van 8 % moest aanwijzen.<br />
Inmiddels dient er op gewezen, dat een groot deel der<br />
geïntroduceerde leeningen en aandeelen betaald zijn met het<br />
aanzienlijk Markentegoed dat Nederland had, zoodat niet<br />
Nederlandsch geld naar het buitenland is gegaan, maar deze<br />
Marken m prima rentegevende obligatiën of dividend-betalende<br />
aandeelen zijn omgezet. Wij willen de vraag of Duitschland<br />
- beurzen vergelijken met de houding der Amsterdamsche beurs<br />
van den laatsten tijd, dan valt een schrille tegenstelling zeker<br />
niet te ontkennen. Wij kunnen dan ook gerust zeggen, dat<br />
wie Nederlandsche guldens had in 1917, en daarmede Marken<br />
kocht ter belegging in Duitsche industriewaarden en obligaties,<br />
het Nederlandsch kapitaal heeft verrijkt in plaats van verarmd,<br />
en tevens „de kans op willekeur" van Duitschland ten opzichte<br />
van ons land heeft doen verminderen. Als wij hier spreken<br />
van willekeur, dan bedoelen wij daarmede het volgende. Op<br />
dit oogenblik levert Duitschland ons kolen, ijzer enz., en betrekt<br />
van ons verschillende artikelen, als levensmiddelen, paarden,<br />
enz., waartegenover betaling of verrekening moet plaats vinden.<br />
Deze betaling geschiedde gedeeltelijk o. a. in plaatsing van<br />
e n<br />
5 % 4 J<br />
/ 2 % obligatiën, als bovenvermeld, en beide pargtijen<br />
waren hiermede gediend en tevreden. De fmancieele politiek<br />
ging dus nauw samen met de economische. Nu zal deze<br />
wet hierin plotseling verandering brengen. Bestaat nu niet de<br />
kans, dat Duitschland zijn kolen, enz. uitvoert naar dat land,<br />
waar het ook zijn betalingsmiddelen kan [regelen, b.v. Zwitserland,<br />
Scandinavië, enz.<br />
Beleggers in onze eigen industrieele- en staatsfondsen hebben<br />
in dienzelfden tijd aanzienlijke verliezen te boeken gehad, dit<br />
is treurig maar waar.<br />
Van verschillende gezaghebbende] en deskundige zijden zijn<br />
stemmen opgegaan, die onze bezwaren tegen het wetsontwerp<br />
in zake wering van buitenlandsche effecten hetzij geheel deelen,<br />
hetzij nog aanvullen. Zoo heeft onder meer ook de Amsterdamsche<br />
Bankiersvereeniging, waarvan' alle groote bankinstellingen<br />
uit de hoofdstad, alsmede de grootste particuliere<br />
bankierskantoren deel uit maken, een ernstig protest ten deze<br />
doen hooren. De vereeniging acht de wetswording van hel<br />
ontwerp ernstige gevolgen te zullen medebrengen. Trouwens<br />
in de Tweede Kamer zijn alsmede blijkens het voorloopig<br />
verslag krachtige bedenkingen tegen de voorgenomen regelingen<br />
aangevoerd. Stippen wij nog enkele dezer tegenwerpingen ter<br />
aanvulling onzer ampel medegedeelde bezwaren aan. Volgens<br />
deskundige raming zouden van de 1.065.000.000 gld. in de laatste<br />
16 maanden door het Nederlandsche publiek belegd, niet<br />
meer dan 7 a 10 pCt. in buitenlandsche effecten zijn gestoken;<br />
gevaar voor een onevenredige verhouding tusschen binnenen<br />
buitenlandsche belegging bestaat er derhalve niet. Bovendien,<br />
evenals wij in het licht stelden, acht men het zeer<br />
waarschijnlijk, dat een eventueel verbod van invoer van buitenlandsche<br />
effecten tot groote ontstemming in het buitenland<br />
represaille-maatregelen zal nemen maar liever onaange zal leiden, met het gevolg dat ernstige represaille-maatregelen<br />
roerd laten, ofschoon het met reden zou kunnen uitroepen: met zullen uitblijven. In welke mate zulke maatregelen, speciaal<br />
„ Wilt gij niet mijn aandeelen in Kolen-, Staal- en Kali-Maat van de zijde van Duitschland, ons zullen kunnen benadeelen,<br />
schappijen, maar wel hare producten?" Intusschen blijft blijkt het ten duidelijkste uit de jongst gepubliceerde cijfers be<br />
noodzakelijk, dat Duitschland zich zooveel mogelijk betalingstreffende den Nederlandsch-Duitschen handel. Onze handelsmiddelen<br />
in Nederland verschaft, wat het op de meest eenvoudige balans wijzigt zich door de talrijke uitvoerverboden aanmer<br />
wijze kan doen door het introduceeren van leeningen. In meer kelijk in ons nadeel, daar tegenover onze uitvoeren, tot een<br />
dan één opzicht dunkt ons derhalve de vraag gewettigd: zal bij minimum gereduceerd, nog steeds meer of minder belangrijke<br />
eyentueele wetswording van het ontwerp het doel daarvan hoeveelheden Duitsche handelsartikelen worden ingevoerd.<br />
met voor een groot deel blijken te zijn voorbijgestreefd? Zoo betrokken wij in 1917 aan steenkolen 58.9 millioen gld.,<br />
Theorie en praktijk, zij blijken ook hier weder niet altijd hand aan_ ijzer en ijzermateriaal 38 millioen gld., voorts tientallen<br />
aan hand te kunnen gaan. Immers van stedelijke obligatiën milhoenen aan fabrieks-, landbouw- en stoomwerktuigen,<br />
en aandeelen in industrieele ondernemingen van het Duitsche tras, cement, papier, scheepsbouw- en timmerhout enz. Wan<br />
Rijk zijn in ons land dergelijke bedragen aanwezig, dat van neer wij nu nog belemmerd worden in het vereffenen onzer<br />
een zeer coulanten handel in deze waarden kan worden ge schulden en het regelen onzer betalingsbalans, door het verbod<br />
sproken; bij het stopzetten van den invoer zouden de prijzen om buitenlandsche effecten te koopen, spreekt het van zelf,<br />
stijgen.<br />
dat van invoer van de zoo hoog noodige materialen weinig'<br />
Het koppen van goed gesecureerde obligatiën biedt ook tegen sprake meer kan zijn. Inmiddels, nimmer worden de spijzen<br />
den huidigen koers van circa 99 % genoegzame waarborgen zoo heet gegeten, als zij worden opgediend; en ook met dit<br />
yoor aanmerkelijke kapitaalwinst; ten eerste wat aangaat het wetsontwerp zal het bij de uitvoering wellicht zoo gaan.<br />
koersavans, daar prima 5 % obligatiën gereedelijk den pariprrjs<br />
overschrijden, ten tweede wat betreft den huidigen markenkoers,<br />
waarbij men zijn stukken bij een Markenprijs van circa In de Economisch Statistische Berichten van 22 Mei wordt<br />
38 kan koopen, om die later op 59 te realiseeren, waardoor eveneens ernstig bezwaar gemaakt tegen het wetsvoorstel inzake<br />
reeds een kapitaal-vergrooting van ruim 55 % plaats vindt. den invoer van buitenlandsche effecten. Het voornaamste ar<br />
Welk ander prima beleggingspapier biedt zulk een gunstig gument, dat de schrijver van het artikel tegen dit wetsvoorstel<br />
vooruitzicht aan? & & aanvoert is, dat het, eenmaal tot wet verheven, de fondsenarbitrage<br />
vrijwel onmogelijk zal maken. Voorts vreest schrijver<br />
Indien wij de voortdurend vaste stemming op de Duitsche<br />
vergeldingsmaatregelen van de buitenlandsche staten om den<br />
502 ' .