05.09.2013 Views

OUDERE WERKNEMERS Een overzicht van maatregelen om ...

OUDERE WERKNEMERS Een overzicht van maatregelen om ...

OUDERE WERKNEMERS Een overzicht van maatregelen om ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ouderen en Arbeid, 2001). Het kan zijn dat dit te maken had met de generatie ‘oudere’<br />

medewerkers in de jaren 70 en 80 <strong>van</strong> de vorige eeuw die deel uitmaakten <strong>van</strong> de<br />

zogenoemde ‘Vooroorlogse Generatie’ (geboren tussen 1910 en 1930) en de ‘Stille Generatie’<br />

(geboren tussen 1930 en 1940). Mensen uit deze generaties hadden immers een zwaar leven<br />

gehad met het meemaken <strong>van</strong> een oorlog en met het zware werk dat de opbouw <strong>van</strong><br />

Nederland na de 2 de wereldoorlog met zich mee had gebracht. Men vond dat deze ouderen<br />

hun rust wel verdiend hadden. De huidige generatie 50-plussers, de na-oorlogse<br />

‘babybo<strong>om</strong>generatie’ heeft andere kenmerken. In hoofdstuk 2 worden de verschillen nader<br />

toegelicht.<br />

In 1993 kwam de arbeidsparticipatie <strong>van</strong> ouderen in Nederland op een dieptepunt. In<br />

dat jaar werkte slechts een op de vier 55-plussers. Ook in internationaal opzicht viel de<br />

situatie in Nederland op. Volgens de ‘OECD Employment Outlook’ had Nederland, op Italië<br />

na, in dat jaar de laagste participatiegraad <strong>van</strong> mannen <strong>van</strong> 55 jaar en ouder (Theeuwes & Zijl,<br />

2001) Sindsdien is het geleidelijk aan steeds minder aantrekkelijk geworden vervroegd uit te<br />

treden en vertoont de arbeidsparticipatie weer een stijgende lijn, alhoewel deze nog steeds niet<br />

terug is op het niveau <strong>van</strong> begin jaren 70 (SCP, 2001).<br />

De ontwikkelingen in de arbeidsdeelname <strong>van</strong> mannen en vrouwen zijn de afgelopen<br />

decennia verschillend geweest. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (2001) ligt de<br />

arbeidsdeelname <strong>van</strong> mannen tussen 50 en 54 jaar inmiddels weer op het niveau <strong>van</strong> begin<br />

jaren 70, maar die <strong>van</strong> 55 jaar en ouder, ondanks een geleidelijke stijging, nog ver onder dat<br />

niveau. De arbeidsdeelname <strong>van</strong> vrouwen tussen 50 en 60 jaar is de afgelopen decennia<br />

gestaag toegen<strong>om</strong>en. M<strong>om</strong>enteel werken er bijvoorbeeld twee tot drie maal zoveel vrouwen<br />

tussen de 50 en 55 jaar dan in het begin <strong>van</strong> de jaren 70, maar <strong>van</strong> de vrouwen boven de 60<br />

werkt nog altijd een kleiner percentage dan begin jaren 70 het geval was. Zwiggelaar (2001)<br />

geeft hiervoor als verklaring dat ontwikkelingen in de jaren 70 en 80 alleen gevolgen hebben<br />

gehad voor de afname <strong>van</strong> participatie <strong>van</strong> oudere mannelijke werknemers. De participatie<br />

<strong>van</strong> vrouwen is echter altijd relatief laag geweest en vertoont nu een geleidelijke stijging.<br />

In de jaren 90 werden <strong>maatregelen</strong> gen<strong>om</strong>en <strong>om</strong> vervroegd uittreden minder aantrekkelijk te<br />

maken. Zo verdwenen VUT-regelingen en in 1994 de Ouderenrichtijn (Zwiggelaar, 2001).<br />

Hiermee k<strong>om</strong>en we op de huidige situatie die in de volgende paragraaf wordt toegelicht.<br />

11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!