06.09.2013 Views

ZIV-wet van 14/07/1998 - Vlaams Artsensyndicaat

ZIV-wet van 14/07/1998 - Vlaams Artsensyndicaat

ZIV-wet van 14/07/1998 - Vlaams Artsensyndicaat

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

27° de opbrengst <strong>van</strong> een inhouding op de premies gestort in het raam <strong>van</strong><br />

de verzekeringsovereenkomsten of in het kader <strong>van</strong> een systeem, georganiseerd door<br />

sportfederaties, dat de dekking <strong>van</strong> de burgerlijke aansprakelijkheid, de lichamelijke<br />

schade en/of de materiële schade tengevolge <strong>van</strong> een sportongeval beoogt.<br />

gdp 398 / 441<br />

art. 191<br />

De Koning bepaalt het bedrag <strong>van</strong> de inhouding, zonder dat dit evenwel meer dan 10 pct.<br />

mag bedragen, alsmede de toepassingsmodaliteiten <strong>van</strong> deze bepaling, bij een besluit<br />

vastgesteld na overleg in de Ministerraad.<br />

De Koning bepaalt bovendien de nadere regels <strong>van</strong> berekening, inning en overdracht <strong>van</strong><br />

deze inhouding, de verdeling er<strong>van</strong> alsook het gedeelte dat bestemd is voor financiering<br />

<strong>van</strong> de verzekering voor uitkeringen <strong>van</strong> de zelfstandigen.<br />

De schuldvorderingen <strong>van</strong> het Instituut op de inhoudingen bedoeld in het eerste lid, 7°,<br />

verjaren na vijf jaar, te rekenen <strong>van</strong>af de datum <strong>van</strong> de betaling <strong>van</strong> het pensioen of het<br />

aanvullend voordeel of de vergoeding door het Instituut.<br />

De schuldvorderingen <strong>van</strong> het Instituut op de aanvullende bijdragen of premies, de<br />

ont<strong>van</strong>gsten en inhoudingen, die verschuldigd zijn krachtens het eerste lid, 8°, 9°<br />

en 13°, verjaren na vijf jaar, te rekenen <strong>van</strong>af de datum waarop die aanvullende<br />

bijdragen, ont<strong>van</strong>gsten en inhoudingen aan het Instituut zijn overgemaakt of door hem<br />

zijn vergoed.<br />

De tegen het Instituut ingestelde vorderingen tot terugvordering <strong>van</strong> onverschuldigde<br />

inhoudingen, bijdragen en ont<strong>van</strong>gsten, bedoeld in het eerste lid, 7°, 8°, 9° en 13°,<br />

verjaren na vijf jaar, te rekenen <strong>van</strong>af de datum waarop de inhouding, de aanvullende<br />

bijdrage of de ont<strong>van</strong>gst zijn overgemaakt.<br />

De verjaring <strong>van</strong> de vorderingen bedoeld in het vijfde, zesde en zevende lid, wordt<br />

onderbroken :<br />

1° op de wijze zoals voorzien in de artikelen 2244 en volgende <strong>van</strong> het<br />

Burgerlijk Wetboek;<br />

2° met een aangetekende brief die door het Instituut aan de uitbetalingsinstelling<br />

is gericht of met een aangetekende brief die door de uitbetalingsinstelling aan<br />

het Instituut is gericht.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!