Handleiding voor de docent 'Canon van Hillegom ... - Erfgoedspoor
Handleiding voor de docent 'Canon van Hillegom ... - Erfgoedspoor
Handleiding voor de docent 'Canon van Hillegom ... - Erfgoedspoor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voordat Constant er erg in heeft, staat het rijtuig<br />
opeens stil. Ze zijn bij <strong>de</strong> trekvaart aangekomen!<br />
Snel helpen hij en Hendrik-Jan mama en <strong>de</strong> meisjes<br />
uit het rijtuig. Magda stapt als laatste uit, met <strong>de</strong><br />
slapen<strong>de</strong> Fred op haar arm. Wat makkelijk is het<br />
nu dat ze al hun kisten met kleren en speelgoed al<br />
naar De Wijckplaats hebben gestuurd. Nu hebben<br />
ze geen kruiers nodig.<br />
Constant ziet Nicolien glimmen <strong>van</strong> plezier als het<br />
paard <strong>de</strong> boot in beweging trekt. Gauw nog even<br />
zwaaien naar Hendrik-Jan, die het rijtuig naar De<br />
Wijckplaats terug zal brengen.<br />
Wees welkom!<br />
Wát een wind als het paard <strong>de</strong> schuit dwars door<br />
<strong>de</strong> vel<strong>de</strong>n richting De Wijckplaats trekt. Hier geen<br />
huizen meer die <strong>de</strong> wind een halt toeroepen. Pas<br />
heel in <strong>de</strong> verte ziet Nicolien opeens <strong>de</strong> eerste bossen.<br />
Wat jammer dat papa nog niet mee kan naar<br />
De Wijckplaats. Maar het landsbestuur heeft hem<br />
nog nodig. Totdat het echt warm is, zal papa in<br />
Den Haag blijven. Hij zal dagelijks naar zijn kantoor<br />
gaan, zijn stukken schrijven en praten met an<strong>de</strong>re<br />
belangrijke heren.<br />
Opeens springt Nicolien op als ze aan hun geheimpje<br />
<strong>de</strong>nkt, want al over een paar dagen zal papa<br />
<strong>voor</strong> een dagje langskomen. Niemand, alleen Nicolien,<br />
weet dat hij zondagochtend komt koffiedrinken<br />
op De Wijckplaats. Samen met haar va<strong>de</strong>r zal<br />
ze <strong>de</strong> stallen bekijken, <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n aaien en lachen<br />
om het gespring <strong>van</strong> hun hon<strong>de</strong>n, <strong>van</strong> wie Wachter<br />
en Poorthuis haar het liefst zijn.<br />
Dan ziet Nicolien opeens dat ze er bijna zijn. Ja<br />
hoor, ze herkent nu uit <strong>de</strong> verte <strong>de</strong> lange donkere<br />
laan met kastanjebomen die voert naar het hek <strong>van</strong><br />
De Wijckplaats. Maar waar is <strong>de</strong> theekoepel dan?<br />
Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant misschien, want ze ziet opeens<br />
wel <strong>de</strong> glazen kassen staan waar Bertus, hun tuinman,<br />
sinaasappels en druiven kweekt.<br />
Wie zwaait daar aan <strong>de</strong> kant? Het is Reef die elke<br />
zomer weer kamenier is totdat papa komt en zijn<br />
trouwe Jan meeneemt uit Den Haag. Nicolien staat<br />
met een ruk op en zwaait driftig terug. Als eerste<br />
is ze <strong>de</strong> loopplank over en als eerste zit ze in het<br />
kleine witte rijtuig dat zo hoort bij De Wijckplaats.<br />
‘Kom’, roept ze haar moe<strong>de</strong>r toe, ‘stap snel in.’ Lachend<br />
steekt mama haar parasol op, terwijl Reef<br />
haar het rijtuig in helpt. Reef zet <strong>de</strong> kleintjes op het<br />
bankje en ten slotte stapt Magda in.<br />
Constant zit naast Reef op <strong>de</strong> bok en neemt na<br />
een knikje <strong>van</strong> Reef <strong>de</strong> teugels in zijn hand. ‘Toe<br />
maar’, zegt Reef, ‘op naar De Wijckplaats.’ Hij<br />
klakt met zijn tong en <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n snellen <strong>de</strong> donkere<br />
laan in. De theekoepel, <strong>de</strong> krui<strong>de</strong>ntuin, <strong>de</strong><br />
vijver, <strong>de</strong> kassen, ze zijn er allemaal nog! Het huis<br />
komt steeds dichterbij. De witte muren schitteren<br />
in <strong>de</strong> zon, <strong>de</strong> vensters blinken. Als ze dan<br />
ein<strong>de</strong>lijk, ein<strong>de</strong>lijk, <strong>voor</strong> het grote bor<strong>de</strong>s stilhou<strong>de</strong>n,<br />
weet Nicolien dat ze écht welkom zijn. Want<br />
daar, op <strong>de</strong> trappen, staat ie<strong>de</strong>reen al klaar: <strong>de</strong><br />
vier dienstmei<strong>de</strong>n, hun drie kamermeisjes, het<br />
kin<strong>de</strong>rmeisje dat Magda zal helpen, het keuken-<br />
personeel met kokkin Jona, <strong>de</strong> twee paar<strong>de</strong>nknechten<br />
en <strong>de</strong> tuinlui. ‘Vooruit’, lacht haar moe<strong>de</strong>r, ‘ga<br />
ie<strong>de</strong>reen eens even een handje geven!’<br />
Wat <strong>de</strong> pot schaft is heerlijk<br />
Oei, wat smaakt het eten lekker hier. Zou het komen<br />
door <strong>de</strong> buitenlucht die door <strong>de</strong> open vensters<br />
naar binnen stroomt? Of door zijn reuzenhonger<br />
na een middag hollen door het park? Of is het<br />
<strong>de</strong> kookkunst <strong>van</strong> Jona? Constant weet niet wat<br />
het is, maar hij smult tot zijn buik er pijn <strong>van</strong> doet.<br />
‘Eet nog wat’, maant mama, ‘het is allemaal vers uit<br />
onze eigen tuin.’<br />
Ada, een <strong>van</strong> <strong>de</strong> dienstmeisjes uit het dorp vlakbij,<br />
laadt zijn bord nog eens vol. ‘Jullie zijn mager<br />
gewor<strong>de</strong>n’, bromt ze. ‘Vind je het gek’, mompelt<br />
Constant, ‘wie houdt er nou <strong>van</strong> die gepekel<strong>de</strong><br />
groenten en ouwe aardappels die je in <strong>de</strong> stad te<br />
eten krijgt.’ Zijn moe<strong>de</strong>r kijkt hem nou echt een<br />
beetje boos aan. ‘Ik kan daar niet an<strong>de</strong>rs krijgen en<br />
dat weet je best’, zegt ze afgemeten.<br />
Constant ziet dat mama vrolijk is, terwijl ze <strong>de</strong> tafel<br />
rondkijkt en ie<strong>de</strong>reen <strong>de</strong> bor<strong>de</strong>n ziet leegeten.<br />
‘Papa mag tevre<strong>de</strong>n zijn’, <strong>de</strong>nkt Constant met trots.<br />
Hij weet zeker dat hij ooit, als hij net als zijn va<strong>de</strong>r<br />
een heer is gewor<strong>de</strong>n, aan <strong>de</strong>ze tafel zal zitten met<br />
zijn gezin. En zo zal het altijd doorgaan, <strong>de</strong>nkt hij.<br />
Canon <strong>van</strong> <strong>Hillegom</strong> 25