Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Boekbesprekingen<br />
komsten behandeld: lijfrenten en leningen, be<br />
den en soudijgeld. Een samenvatting besluit het<br />
hoofdstuk. Deze systematische aanpak komt cle<br />
overzichtelijkheid van het boek ten goede, maar<br />
degene die het hele werk doorleest, wordt zo wel<br />
geconfronteerd met veel herhalingen in de stof.<br />
Bos-Rops beschrijft hoe een reeks van oorlo<br />
gen, die de graven met name in de periode 1393-<br />
1428 voerden, hebben gezorgd voor een sterke<br />
stijging van de uitgaven. Deze extra-kosten waren<br />
niet op te brengen uit de traditionele grafelijke<br />
domeininkomsten, bijvoorbeeld belastingen als<br />
jaarbede (<strong>Holland</strong>) en schot (Zeeland), omdat de<br />
hoogte daarvan vast lag. Andere inkomsten liepen<br />
zelfs terug: zo ontvingen de graven in tijd van oor<br />
log minder geld uit de tollen, vanwege de in die<br />
onrustige tijden afgenomen handelsactiviteiten.<br />
De graven moesten dus extra gelden zien te ver<br />
werven. Daartoe vonden zij verschillende wegen.<br />
Een mogelijkheid bestond uit het aanspreken van<br />
hun ambtenaren, die hun heer grote sommen<br />
geld moesten lenen, of hun ambt in pacht hiel<br />
den van de graaf. Ook werden de voorheen inci<br />
dentele belastingen, de beden, steeds meer veran<br />
derd in regelmatig op te brengen betalingen.<br />
Nieuwe belastingen vervingen soms oude feodale<br />
verplichtingen: zo betaalden de onderdanen<br />
voortaan soudijgeld in plaats van in persoon deel<br />
te nemen aan de grafelijke veldtochten. Voorts<br />
leenden de graven op grote schaal geld, vooral bij<br />
de steden van het graafschap. Dit gebeurde vaak<br />
in de vorm van lijfrenten, die ten behoeve van de<br />
landsheer werden verkocht door de steden, die<br />
anders dan cle graaf wel kredietwaardig werden<br />
geacht. Zo nam in de grafelijke financiën het aan<br />
deel van de buitengewone inkomsten sterk toe in<br />
verhouding tot de reguliere inkomsten uit het do<br />
mein. De verschillende graven hebben die ontwik<br />
keling structureel aangepakt. Ten gevolge daar<br />
van groeide de administratieve eenheid van het<br />
land; de grotere en kleinere regio's daarbinnen<br />
werden steeds meer op uniforme wijze belast.<br />
Ook is duidelijk dat de steden, die de meeste fi<br />
nanciële steun verleenden, een steeds belangrij<br />
ker stem verwierven in het centrale overleg over<br />
beleidszaken; overigens kwamen de steden later<br />
in de 15e eeuw zeifin grote financiële problemen,<br />
juist vanwege de lijfrenten.<br />
Graven op zoek naar geld is een belangrijk boek;<br />
niet voor niets heeft het nu al de status van stan<br />
daardwerk gekregen. De auteur heeft fundamen<br />
teel onderzoek verricht naar het financiële func<br />
tioneren van het bestuursapparaat in <strong>Holland</strong> en<br />
I 10<br />
Zeeland, in een periode waarin op dat terrein veel<br />
ontwikkelingen plaatsvonden, die nog lang door<br />
zouden werken. Het boek is gebaseerd op inten<br />
sieve studie van omvangrijk en weerbarstig bron<br />
nenmateriaal; veel resultaten daarvan hebben<br />
hun neerslag gevonden in de bijlagen, die ook<br />
voor volgende onderzoekers van grote waarde<br />
kunnen zijn. Nog lange tijd zal niemand, die de<br />
geschiedenis van het graafschap in de late middel<br />
eeuwen bestudeert, om dit boek heen kunnen.<br />
Het belang ervan overstijgt natuurlijk verre dat<br />
van de louter financieel-economische geschiede<br />
nis: ook bij onderzoek op het terrein van de insti<br />
tutionele en polilieke geschiedenis biedt dit boek<br />
veel aanknopingspunten. Zelfs de cultuurhistori<br />
cus kan hier materiaal vinden. Zo maken de fraaie<br />
afbeeldingen van bladen uit de grafelijke rekenin<br />
gen, vooral van gedecoreerde initialen daaruit,<br />
duidelijk dat die ook eens onderwerp van kunst<br />
historisch onderzoek zouden moeten vormen.<br />
Ondergetekende, een leek op dit gebied, viel al<br />
thans een initiaal op uit een rekening uit 1396<br />
met in het penwerk de afbeelding van een draakje<br />
(p. 73), dat doet denken aan de draakjes zoals die<br />
in die periode kenmerkend waren voor de<br />
Utrechtse school van handschriftdecoratie.<br />
J.W.J. Burgers<br />
Woest en ledig? Nederland vóór Willibrord (Thema<br />
nummer van Madoe. <strong>Tijdschrift</strong> over de middeleeuwen<br />
jaargang 9 nummer 3, oktober 1995; Hilversum:<br />
Verloren, 111 blz.., ISSN 0922-369-X, ISBN 90-<br />
6550-276-9, ƒ] 1)<br />
Er is weinig bekend over hoe Nederland eruit zag<br />
in de periode van 400 tot 700 na Christus. Van de<br />
bewoners in die tijd weet men niet goed of men<br />
ze als Germaans of als Romeins moet beschou<br />
wen. De belangrijkste bronnen die historici ter<br />
beschikking staan voor de bestudering van deze<br />
tijd, zijn archeologische vondsten. In het voor<br />
woord van dit themanummer van Madoc wordt<br />
ons verteld dat onder invloed van de archeologie<br />
de beeldvorming over die periode de laatste tijd<br />
nogal veranderd is. Opvallend genoeg echter<br />
wordt geopend met een bijdrage van F. Theuws,<br />
die vaststelt dat de archeologen in het recent her<br />
nieuwde debat over de etnische identiteit van de<br />
bewoners van onze streken nog geen inbreng<br />
van betekenis gehad hebben. Zolang ze volgens<br />
de traditionele methoden blijven werken, zal dit