09.09.2013 Views

No. 523 20 April 1936

No. 523 20 April 1936

No. 523 20 April 1936

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

68<br />

VRIJHEID VAN DRUKPERS.<br />

De vrijheid van drukpers is een der grootste privileges,<br />

die democratisch geregeerde landen bezitten; hierdoor is<br />

immers mogelijk een gezonde kritiek op regeeringsmaatregelen<br />

en op geprojecteerde wetten. Indien wij geen<br />

vrijheid van drukpers bezaten, zouden de dag-, week- of<br />

maandbladen niet in de gelegenheid zijn om de luide<br />

protesten te doen hooren, die tegen de dwaze reisbelasting<br />

gerezen zijn, van hoog tot laag. Dictatoriaal geregeerde<br />

landen zien hun dagbladwezen wegkwijnen,<br />

omdat de lezer niets heeft aan een partijdig redigeerd<br />

blad; juist de neutraliteit en objectiviteit der pers in het<br />

algemeen waarborgt een juiste berichtgeving, een objectieve<br />

voorlichting.<br />

In ons land is een Staatscommissie aan het werk, om<br />

herziening der Grondwet te bestudeeren en daarbij komt<br />

ook in het geding onze drukpers-vrijheid; thans is de<br />

toestand zóó, dat wel repressief kan worden ingegrepen,<br />

maar niet preventief. We hebben dat vroeger o.a. gezien<br />

bij pornografische weekblaadjes, onlangs nog bij<br />

Volk en Vaderland. Hoewel bij de Regeering slechts<br />

vooropstaat, een wapen in hand te krijgen om repressief<br />

te kunnen optreden, blijft dit wapen altijd gevaarlijk voor<br />

de Pers, omdat, wat thans niet bedoeling is, later wel<br />

onder een andere regeering tot uitvoering zou kunnen<br />

komen. Daarom is eventueele herziening van artikel 7<br />

der Grondwet een précair onderwerp, te meer omdat<br />

juist een der richtlijnen voor een democratische regeering<br />

krom gebogen zou kunnen worden; wij zetten niet gaarne<br />

de klok achteruit<br />

In dit verband is het wel eens op zijn plaats, om terug<br />

te gaan tot den z.g. „goeden ouden tijd" en de ontwikkeling<br />

van die vrijheid van drukpers onder de loupe te<br />

nemen.<br />

Twee landen hebben daarin steeds uitgeblonken, Engeland<br />

en Nederland, en steken wij nu de <strong>No</strong>ordzee<br />

over, dan bestonden daar in de zeventiende eeuw eigenaardige<br />

toestanden op drukpersgebied; slechts wie een<br />

licentie had van het gouvernement, mocht het drukkersbedrijf<br />

uitoefenen, de drukpers was dus om in een modernen<br />

term te spreken: gecontingenteerd. De eerste<br />

stap in de richting van meer vrijheid voor de pers werd<br />

gedaan in 1695 en de Engelsche pers genoot van dat<br />

jaar af een vrijheid, die geen ander land in Europa bezat.<br />

Censuur op de Pers werd afgeschaft, behalve voor<br />

bepaalde publicaties, die met bestaande bepalingen in<br />

strijd zouden zijn. Zoo was het b.v. verboden, om verslagen<br />

te maken van de debatten in het Hooger- en<br />

het" Lagerhuis. Namen der sprekers mochten zelfs niet<br />

in gedrukte publicaties worden genoemd. (Stel u eens<br />

voor, dat een krant geen Kamerverslag zou mogen maken,<br />

dat zelfs het „goedkeurend geknik van den Minister",<br />

dat „gelach of vreugde" of „de voorzitter hamert"<br />

daarin „taboe" zou zijn!). In 1696 kwam in het<br />

Lagerhuis zulk een overtreding in behandeling; zij betrof<br />

het debat over de samenzwering der Jacobijnsche<br />

partij. De hooge Lords gingen nog verder, zij hadden<br />

er bezwaar tegen, dat in eenig drukschrift de naam van<br />

een Lord genoemd werd; Lord Marchmont maakte zich<br />

zeer onpopulair bij de toenmalige pers, toen hij in het<br />

Hoogerhuis doordreef, om in zulk een geval een drukker<br />

m het Huis te laten verschijnen, en hem bij bewezen<br />

overtreding te beboeten. Dientengevolge werd de drukker<br />

Edmund Crull in 17<strong>20</strong> opgeroepen om in het Hoogerhuis<br />

te verschijnen, alleen maar omdat hij geadverteerd<br />

had, dat bij hem een werk over Lord Buckingham<br />

zou verschijnen; hem werd verboden om tot uitgifte<br />

daarvan over te gaan, voorts kreeg hij een ernstige vermaning.<br />

De Lords decreteerden voorts, dat, zonder persoonlijke<br />

toestemming van een „Peer", zijn erven of<br />

executeurs geen publicatie over hem mocht doen uitkomen.<br />

Twee jaar later moest Crull weer in het Hoogerhuis<br />

verschijnen, omdat hij geadverteerd had, dat hij de<br />

brieven van Pope zou uitgeven; het Huis vreesde dat<br />

aangezien Pope met verschillende leden van den adel<br />

intiem omgegaan was, edellieden in die brieven zouden<br />

DE J O U R N A L I S T<br />

genoemd worden. 500 exemplaren werden achterhaald,<br />

er werd beslag op gelegd, maar zij werden later vrijgegeven,<br />

er kwam geen Lord in voor; in bepaalde gevallen<br />

kon aan den drukker voor dergelijke overtredingen<br />

gevangenisstraf worden opgelegd.<br />

In 1792, dus 100 jaar na opheffing van de licentiebepaling,<br />

komt de tweede mijlpaal in de geschiedenis<br />

der drukpersvrijheid, de z.g. „Fox Libel Act", waarbij<br />

laster strafbaar werd gesteld. Hierdoor kwam dus weeleen<br />

beperking, maar zij was alleen bedoeld tegen uitwassen,<br />

net als nu onze grondwetsherziening ook slechts<br />

ten doel heeft om tegen uitwassen te kunnen optreden.<br />

Ten slotte nog eenige cijfers over het dagbladwezen<br />

in Engeland, toen de eerste mijlpaal gezet werd op den<br />

weg naar drukpersvrijheid; feitelijk bestond er toen<br />

slechts één „krant": de Londen Gazette, die dus in<br />

1695 al bestond, doch een voortzetting was van de Oxford<br />

Gazette, die in 1665 was opgericht. Formaat en<br />

opmaak van dat blad bleven voor de Engelsche pers<br />

toonaangevend en zelfs nog in 1746 volgde de toen opgerichte<br />

National Journal in groote trekken het voorbeeld<br />

van de Gazette, waarbij b.v. buitenlandsch nieuws<br />

op de voorpagina stond, iets waartegen de „Grub<br />

Street Journal" fulmineerde, welke op grond van eigenwaan<br />

en „splendid isolation" vond, dat het Engelsche<br />

nieuws den voorrang moest genieten. Juist het buitenlandsche<br />

nieuws van de Gazete was aanleiding, dat het<br />

blad omstreeks 1700 een oplaag had van 6000 per week<br />

en daarom door adverteerders gezocht werd. Op de<br />

Gazette volgde de Post Boy, met slechts 4000. In 1710<br />

begon de Gazette drie maal per week uit te komen, het<br />

had toen een oplaag van 8.500, waarvan ruim 1000<br />

exemplaren gratis afgegeven moesten worden; dat was<br />

een privilege der beheerders van postkantoren (postmasters),<br />

zij genoten dus vrijelijk van de vrijheid van<br />

drukpers. De Gazette maakte jaarlijks toen een winst<br />

van circa 6—900 £ en Pitt was een der aandeelhouders<br />

in dat blad. In 1719 ontving hij als winstaandeel 250 £,<br />

voor dien tijd een aardig bedrag! De Englisman, onder<br />

redactie van Steele, bracht het niet verder dan 900, later<br />

de London Journal, een der meest populaire weekbladen<br />

van de achttiende eeuw, tot een oplaag van 10—15.000,<br />

de Craftsman, welke omstreeks 1730 floreerde, tot slechts<br />

4.500. . ,<br />

Ter vergelijking diene, dat de circulatie der hedendaagsche<br />

Engelsche bladen om en bij de 2.000.000 per<br />

dag is! ETTY LEAL.<br />

DRIE AANTEEKENINGEN.<br />

Bij het A.N.P. is de Telex in dienst gesteld. Een<br />

groote gebeurtenis, waarmee wij de leiding van harte<br />

gelukwenschen. In de dagbladen hebben wij natuurlijk<br />

allen het noodige er van gelezen en op onze kranten<br />

zien wij het apparaat. Een compliment voor de dooide<br />

directie van het A.N.P. betoonde voortvarendheid is<br />

hier zeker op zijn plaats.<br />

Onlangs is Eduard Verkade per deurwaarders-exploit<br />

uit Amsterdamsche schouwburgen geweerd. Wij wilden<br />

er iets afkeurends over zeggen, maar toen bleek<br />

dat de directies in hun schulp waren gekropen en hem<br />

weer toelieten. Het verstandigste wat ze doen konden.<br />

Want, deurwaarder of niet, maar het besluit was mis.<br />

In ons vorig nummer schreef de heer J. B. de Gou<br />

iets over idealisme. De directeur-hoofdredacteur van de<br />

Prof. Geld. en Nijmeegsche Courant meent, dat in het<br />

bewuste artikel een totaal ongemotiveerde aanval op zijn<br />

blad wordt gedaan. Wij hebben den naam van genoemde<br />

krant in dat deel van het artikel niet gelezen, maar willen<br />

gaarne de aanteekening plaatsen, dat als dat blad<br />

werd bedoeld, het volgens de directie geheel ten onrechte<br />

geschiedde. Wij weten trouwens, dat collega Manassen<br />

met groote energie en met hart voor de belangen zijner<br />

redacteuren zijn taak vervult.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!