No. 523 20 April 1936
No. 523 20 April 1936
No. 523 20 April 1936
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
72<br />
kwam niet op de drukkerij terug. De redacteur, die er<br />
mee belast werd, mopperde den ganschen dag over de<br />
moeilijkheden, doch Hulse bleef doodkalm en zei: ,,A1<br />
moet ik ook over al jullie lijken gaan, het moet gebeuren,<br />
want later zal je me er dankbaar voor zijn."<br />
De redacteur werd ook ziek en keerde evenmin terug.<br />
Zijn opvolger had er geen moeite mee en erkende volmondig<br />
het practische van het systeem, dat sedert wel<br />
overal zal zijn ingevoerd.<br />
Wat zijn de salarissen in de journalistiek veranderd!<br />
Ik heb al verteld, dat ik, tot dat Hulse hoofdredacteur<br />
werd, ƒ 800.— verdiende. En daarvoor moest men nacht<br />
en dag gereed staan, want ik heb de geheele ontwikkeling<br />
van de sociaal-democratie mee gemaakt, — en kon<br />
men op bijverdienste niet rekenen. Een teekenend staaltje<br />
ondervond ik voor Hulse kwam. Het was het eerste<br />
jaar van mijn journalistieke loopbaan. Ik had me met<br />
het oog op de komst der Koninginnen in de bullen, dus<br />
in de schuld moeten steken. Op den dag van aankomst<br />
kom ik 's morgens in pontificaal, gekleed-gejast en hooggehoed,<br />
op bureau. Wordt van alle kanten door de collegas<br />
bewonderd en op den hak genomen. Ik was in de<br />
beste stemming. <strong>No</strong>g even op mijn tafel ziende, vind<br />
ik een briefje, geschreven met de hand van den Directeur<br />
Van Beek. Ik maak het couvert open en lees: „Gij<br />
hebt al uw werkkracht aan de Amsterdamsche Courant<br />
verkocht. En ik hoor dat gij de redactie van De Portefeuille<br />
voert. Gij hebt te kiezen tusschen dit laatste<br />
blad en de Amsterdamsche Courant."<br />
Nu moet men, om mijn woede te verklaren, weten, dat<br />
De Portefeuille een kunstblad was, dat door mij en de<br />
meeste medewerkers voor niets geschreven werd.<br />
Ik had de Redactie op mij genomen, omdat ik als jong<br />
journalist aan een blad, dat geen relaties meer had,<br />
daardoor met belangrijke en belangwekkende menschen<br />
in aanraking kwam. Ik stapte onmiddellijk naar het bureau<br />
van de directie en zei: „U hadt me dat toch, waar<br />
we zoo kort bij elkaar zitten, wel mondeling kunnen<br />
zeggen. Weet u dat ik De Portefeuille voor niets redigeer?"<br />
— „Dat kan mij niet schelen, maar je hebt, zooals<br />
ik je schreef, te kiezen of te deelen". Nu hadt de<br />
goede man het ongeluk niet erg parlementair te zijn<br />
en een knoop in zijn gesprek laten vallen. Dat maakte<br />
me zoo van streek, dat ik hem even liet hooren dat ik<br />
uit mijn soldatentijd een bloemrijker taal kon produceeren<br />
dan hij, die nooit 's Konings rok gedragen hadt.<br />
Dat sloeg in. Daarop was hij niet voorbereid en maakte<br />
indruk.<br />
„Gij zegt dat ik kiezen moet, welnu, ofschoon ik er<br />
broodeloos door word, ik heb gekozen. Ik ga naar huis<br />
en zoekt gij maar een ander om de Koninginnen te<br />
volgen".<br />
Er was natuurlijk geen ander en dat maakte hem klein,<br />
maar het meest had mijn kazerne-taal indruk op hem<br />
gemaakt, want we zijn sedert de beste maatjes geworden<br />
en gebleven. Hij begon nu een geheel anderen toon aan<br />
te slaan en meende, dat we ons beiden te veel opwonden<br />
en dat het verstandig zou zijn, om straks, als het werk<br />
afgeloopen was, er kalm over te praten. Ook toen tapte<br />
hij uit een heel ander vaatje, zoodat de zaak met een<br />
sisser afliep.<br />
Maar ik bleef De Portefeuille redigeeren.<br />
N. VAN HARPEN.<br />
STOPPERS. Pers-attaché's.<br />
De Gazeffe Ufficiale van 28 Maart <strong>1936</strong>, no. 73 meldt,<br />
dat de functie van persattaché bij de Italiaansche Ambassades<br />
en Gezantschappen wordt ingesteld. Ten hoogste<br />
zullen 14 persattachés kunnen worden benoemd bij<br />
die diplomatieke vertegenwoordigingen, die nader zullen<br />
worden aangeduid. De kosten, aan deze nieuwe<br />
instelling verbonden, komen ten laste van het Ministerie<br />
van Propaganda en Persaangelegenheden.<br />
DE J O U R N A L I S T<br />
Allerlei.<br />
ZUID-AFRIKAANSCHE JOURNALISTIEK.<br />
Na een 35jarige loopbaan in de journalistiek is dr.<br />
Gustav S. Preller, hoofdredacteur van Die Vaderland<br />
afgetreden en door W. van Heerden, zijn assistent, opgevolgd.<br />
Preller wordt met Eugène Marais en onzen landgenoot<br />
dr. F. V. Engelenburg tot de vaders van de Af'rikaansche<br />
journalistiek gerekend. Hij heeft met taai idealisme<br />
een Afrikaansche journalistiek voor den Afrikaansch-sprekenden<br />
Afrikaner helpen opbouwen en<br />
daarbij nog tijd gevonden voor de publicatie van tal van<br />
geschiedkundige boeken. Voor zijn verdiensten als geschiedvorscher<br />
van het Afrikaansche volk schonk de<br />
universiteit van Stellenbosch hem in 1930 een eeredoctoraat.<br />
<strong>No</strong>ode ziet Die Vaderland hem vertrekken, niet<br />
om te rusten, maar om zich te wijden aan zijn tweede<br />
levenswerk, waaraan hij sinds eenigen tijd bezig is, n.1.<br />
de verzameling van gegevens nopens den tweeden vrijheidsoorlog.<br />
Het was sinds lang de wensch van de Unieregeering<br />
dat die geschiedenis zou worden te boek gesteld<br />
en meer dan iemand anders is Preller daarvoor de<br />
aangekezen man, die door eigen studie tot de hoogste<br />
sport is opgeklommen, tot hoofdredacteur van een Afrikaansch<br />
blad met nationalen invloed en tot een van<br />
Zuid-Afrika's beste geschiedschrijvers.<br />
Preller, een kleinzoon van den beroemden generaal<br />
S. Schoeman, is in 1874 geboren op de plaats Klein-<br />
Schoemansdal, waar thans Pretoria ligt. Voor den oorlog<br />
van 1899 was hij klerk op het departement van mijnwezen<br />
van de Zuid-Afrikaansche republiek.<br />
H. W. DE RONDE<br />
Er heeft zich een comité gevormd, om onzen collega<br />
H. W. de Ronde, muziek-criticus van het Rotterdamsch<br />
Nieuwsblad, op 1 Mei a.s. bij zijn afscheid een huldeblijk<br />
aan te bieden. Burgemeester Droogleever Fortuyn is<br />
eere-voorzitter. De Kring-voorzitter maakt deel uit van<br />
het Comité. Op 1 Mei, des middags half 4, zal men in<br />
de foyer van den Doelen den scheidenden collega, aan<br />
wien Henri Dekking in ons vorig nummer een beschouwing<br />
wijdde, de hand kunnen drukken.<br />
3. B. VESTERS.<br />
Op de jaarvergadering van de Katholieke Journalisten-Vereeniging,<br />
de volgende maand te houden, zal de<br />
heer J. B. Vesters het voorzitterschap, dat hij vele jaren<br />
heeft bekleed, neerleggen. Met leedwezen is dit ook<br />
door ons vernomen; wij behouden aan de talrijke ontmoetingen,<br />
welke wij met hem mochten hebben, niet<br />
anders dan goede en aangename herinneringen aan een<br />
hoogst-achtenswaardige, rechtschapen en bescheiden<br />
persoonlijkheid.<br />
De heer Jan van Menten, hoofdredacteur van het<br />
Handelsblad van Antwerpen, herdacht Zondag zijn<br />
gouden jubilé als journalist. De Koning benoemde hem<br />
tot commandeur in de Leopolds-orde.<br />
De Nieuwe Hengelosche Courant bestaat op<br />
Mei a.s. 50 jaar.<br />
— Ledenlijst. Aan de wijzigingen op pag. 48 moet<br />
worden toegevoegd:<br />
Dr. S. S. Smeding, verhuisd naar Tverseijlt Bestech<br />
Lange St. Pieterstraat, Middelburg.<br />
Aan de Ledenlijst (boekje) moet worden toegevoegd:<br />
Ph. J. G. Roest, van Boetzelaerstraat 53, Alphen a. d.<br />
Rijn. Achter den naam D. Wehrens moet de toevoeging<br />
Eigen Volk worden geschrapt.