Opportuun september 2010 - Openbaar Ministerie
Opportuun september 2010 - Openbaar Ministerie
Opportuun september 2010 - Openbaar Ministerie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
dE ONwETENdE<br />
Recente strafrechtelijke jurisprudentie over feiten van algemene bekendheid<br />
SCHIppER<br />
• Het landnummer van Marokko is 212.<br />
• Overvallers willen na de overval snel van de plaats delict verdwijnen.<br />
• €2530,- is de gemiddelde kiloprijs voor hennep.<br />
• Gedroogde verf op een houten ondergrond laat zich niet goed verwijderen met terpentine.<br />
dit zijn enkele voorbeelden van gegevens die in <strong>2010</strong> door de strafrechter zijn aangemerkt<br />
als “feiten van algemene bekendheid”. dergelijke feiten kunnen op verschillende manieren<br />
in een vonnis een rol spelen. Juridisch is vooral art. 339, tweede lid, sv van belang: ‘feiten of<br />
omstandigheden van algemeene bekendheid behoeven geen bewijs’. daarmee voorkomt de<br />
wetgever dat ook wat zonneklaar is, bijvoorbeeld dat een mes een voorwerp is, bewezen<br />
moet worden.<br />
Maar wanneer is iets een feit van algemene bekendheid? Volgens de literatuur gaat het hier<br />
om gegevens die elk gemiddeld ontwikkeld mens zonder nader onderzoek moet worden<br />
geacht te kennen of die hij zonder noemenswaardige moeite uit algemeen toegankelijke<br />
bronnen kan halen. door de tweede helft van die omschrijving wordt het bereik van art. 339,<br />
tweede lid, sv aanmerkelijk uitgebreid.<br />
Feiten van algemene bekendheid zijn dan bijvoorbeeld dat een woodpecker druppelaar<br />
veelal bij de hennepteelt gebruikt wordt (LJN BM7182) of dat Nuth is gelegen in de nabijheid<br />
van het restaurant van Kentucky Fried Chicken bij de woonboulevard te Heerlen (LJN<br />
BM7598) .<br />
Maar niet alles wordt als algemeen bekend verondersteld. Niet bijvoorbeeld hoe een<br />
Peugeot 307 er uit ziet (LJN BM2730), dat schepen op weg naar Antwerpen door<br />
Nederlandse wateren varen (LJN BM2520), of dat een computer via het internet binnengekomen<br />
gegevens in de map temporary internet files opslaat.(LJN BM9249)<br />
Bij die zaken waarin de mate van verwijtbaarheid van een gedraging ter discussie staat, kan<br />
de bewezenverklaring hangen op de vraag of een feit als algemeen bekend wordt aangemerkt.<br />
In een zaak die voor de rechtbank Utrecht diende had verdachte van zes hoog gericht<br />
een fiets op een auto gegooid (LJN BM6692). de fiets landde onzacht op iemand die<br />
toevallig uit die auto stapte. de rechtbank kwalificeerde dat als poging tot doodslag. Nu het<br />
een feit van algemene bekendheid is dat personen op elk moment in en uit een geparkeerde<br />
auto kunnen stappen, was het vereiste voorwaardelijk opzet aanwezig.<br />
Voorwaardelijk opzet werd ook aangenomen bij de Rotterdamse zaak tegen de schipper die<br />
twee vermeende inbrekers op een februarinacht in de haven van Hellevoetsluis had geduwd<br />
(LJN BM1491). Eén van hen overleefde de koude duik (de watertemperatuur was 1,9 graden<br />
Celsius), de ander niet.<br />
de rechtbank achtte voorwaardelijk opzet op doodslag aanwezig. Zij nam daarbij in<br />
aanmerking dat het een feit van algemene bekendheid is ‘dat indien een menselijk lichaam<br />
plotseling in zeer koud water wordt ondergedompeld, de aanmerkelijke kans bestaat dat dit<br />
nadelige gevolgen voor het lichaam heeft. Indien het lichaam vervolgens in het water blijft,<br />
bestaat de aanmerkelijke kans dat dit de dood door verdrinking tot gevolg heeft.’<br />
Het Hof den Haag kwam op 12 augustus jl. tot een ander oordeel (BN3605). Het hof<br />
geloofde verdachte dat hij de twee slachtoffers slechts een nat pak had willen bezorgen en<br />
dat de gedachte aan een mogelijk fatale afloop van zijn actie niet bij hem was opgekomen.<br />
daarbij nam het hof ‘mede in aanmerking dat het -anders dan de rechtbank- het niet van<br />
algemene bekendheid acht dat plotselinge onderdompeling gevolgd door enig verblijf in<br />
zeer koud water altijd een aanmerkelijke kans op overlijden impliceert”. Nu onvoldoende<br />
was komen vast te staan dat verdachte (voorwaardelijk) opzet had gehad, werd hij vrijgesproken<br />
van doodslag.<br />
Tekst: Juriaan simonis, werkzaam bij het wetenschappelijk Bureau OM<br />
26 | Jurisprudentie - <strong>Opportuun</strong> 9 - <strong>september</strong> <strong>2010</strong><br />
Stelling Bij gebruik van nieuwe media, zoals Twitter,<br />
voor de opsporing van strafbare feiten moeten we<br />
privacyinbreuken op de koop toe nemen.<br />
‘We zouden gek zijn<br />
als we er geen gebruik<br />
van zouden maken’<br />
Johan Bac, plv.hoofdofficier en<br />
persofficier Utrecht;<br />
‘Nieuwe media inzetten is niet nodeloos hip doen maar<br />
slim gebruik maken van de prominente plaats die deze<br />
media innemen.. Krant, radio en tv bieden veel, maar<br />
met nieuwe media kunnen we snel en gericht nieuwe<br />
doelgroepen bereiken. de privacyinbreuk is niet per<br />
definitie groter, maar de kans om ernstige misdrijven<br />
op te lossen wel. daar komt bij dat het negeren van<br />
nieuwe media wel eens ongecontroleerde burgerinitiatieven<br />
(‘trial by internet’) kan bevorderen en dan is ’t<br />
gedaan met de privacy van verdachten.<br />
Het OM neemt privacyinbreuken nooit op de koop toe.<br />
deze inbreuken zijn juist een belangrijk onderdeel van<br />
onze afwegingen, naast het belang van een adequate<br />
opsporing en vervolging. Tevens spelen het soort<br />
medium, het bereik, het gemak waarmee de informatie<br />
in de toekomst kan worden opgeroepen etc. een rol bij<br />
de beslissing van de hoofdofficier of de voorzitter van<br />
het College alvorens toestemming te geven.<br />
we moeten ons vooral niet gek laten maken door<br />
nieuwe media maar we zouden wel gek zijn als we er<br />
geen gebruik van zouden maken.’<br />
‘Opsporing met<br />
internettap moet wel<br />
rechtvaardig zijn’<br />
Inez N. Weski, advocaat;<br />
‘Twitter, hyves, beelden van registrerende camera’s noch<br />
enig ander in de digitale werelden rondslingerende<br />
ontboezemingen mogen als res nullius, als willekeurig<br />
gevonden voorwerp, gereed voor overheidsgebruik<br />
worden beschouwd. de vraag is uiteraard of bij toeval<br />
wordt ontdekt, dat digitaal rondzwervende informatie<br />
een specifieke verdenking oproept (het bij voorbeeld al<br />
of niet triomfantelijk en onder aanroeping van de<br />
“vijand”op “youtube” in de lucht houden van een<br />
kennelijk geweer/afgehakt hoofd/enz) en een gericht<br />
opsporingsonderzoek met internettap en dergelijke<br />
rechtvaardigt, dan wel dat de overheid het net als<br />
visserstrawler doorklieft. de overheid is in een rechtstaat<br />
geen willekeurige consument, maar ingekaderd<br />
ten opzichte van de weerloze en vaak onnozele burger.<br />
de minister van binnenlandse zaken heeft op tv gezegd,<br />
dat zij aan privacy geen boodschap had, gelukkig is er<br />
nog de onafhankelijk rechter, zoals het Leeuwardense<br />
Hof onlangs, die het door het OM “experimenteel”<br />
buitenwettelijk gebruik van automatische nummerplaatherkenning<br />
(ANPR) gegevens afstrafte. Privacy, freedom<br />
is “just another word for nothing else to lose”.’<br />
Foto: NFP Foto: Blauweluchten Fotografie<br />
<strong>Opportuun</strong> 9 - <strong>september</strong> <strong>2010</strong> - stelling | 27