OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
11<br />
Een zeer klein gedeelte van het Oude Testament is in Aramees geschreven. Het betreft de<br />
volgende verzen: Gen. 31 : 47 (twee woorden, die samen de Aramese aanduiding vormen voor de<br />
door Jakob opgerichte steenhoop Gal-ced), Jer. 10 : 11, Ezra 4 : 8-6 : 18 en 7 : 12-26 en Dan. 2 :<br />
4-7 : 28. Het gaat hier in hoofdzaak (met uitzondering van Gen. 31 : 47 en Jer. 10 : 11) om<br />
teksten die na de ballingschap, dus na de zesde eeuw voor Christus zijn geschreven.<br />
Al spoedig ontwikkelt zich dan een eigen Joodse variant van het Aramese schrift. Uit Matth. 5 :<br />
18 blijkt, dat het in Jezus' dagen al normaal was, dat de Bijbel in dit schrift werd overgeleverd. In<br />
het oud-Hebreeuwse schrift is de jod <strong>nl</strong>. niet de kleinste letter van het alfabet. De oudste tot nu<br />
toe gevonden fragmenten van het Oude Testament uit de boeken Exodus en Samuël, zijn ook<br />
reeds in het Joods-Aramese schrift geschreven. Ze werden aangetroffen onder de handschriften<br />
van Qumran (de zg. Dode-Zeerollen) en stammen vermoedelijk uit de tweede helft van de derde<br />
eeuw voor Christus Vooral dank zij de rijke vondsten van jongere manuscripten in de grotten bij<br />
datzelfde Qumran, in de Wadi Muraba'at en in de vesting Masada weten wij, dat een geleidelijke<br />
ontwikkeling heeft plaatsgevonden van de al enigszins gedrongen vorm van het Joods-Aramese<br />
schrift naar de min of meer vierkante vorm van het bekende Hebreeuwse kwadraatschrift. De<br />
tekstkritiek van het Oude Testament heeft ook met deze geleidelijke ontwikkeling terdege<br />
rekening te houden!<br />
Pas in de negende eeuw na Christus bereikten de Joodse kalligrafen de lettervorm, die sindsdien<br />
algemeen wordt toegepast, zij het dat de verschillende Joodse gemeen-schappen in de verstrooiing<br />
later elk wel hun eigen verfijningen hebben aangebracht. Men noemt dit schrift met een niet<br />
geheel correcte, maar wel beeldende naam: Hebreeuws kwadraatschrift. Dat het grootste deel van de<br />
Aramese teksten uit een dergelijk latere periode stamt, is ontstaan doordat in het Assyrische rijk<br />
Aramees gesproken werd. Zoals gezegd was het verschil tussen Hebreeuws en Aramees niet groot.<br />
Vandaar dat Jona zich in de Assyrische hoofdstad Ninevé verstaanbaar kon maken. Een tweede<br />
reden is dat de Chaldeese stammen het Babylonisch rijk veroverden in de 6 e eeuw vóór Christus.<br />
Deze stammen spraken ook Aramees. Deze taal bleef zelfs in de Perzische periode een grote<br />
invloed in het Nabije Oosten uitoefenen. Zoals blijkt uit officiële Perzische documenten. Deze<br />
taal wordt als Rijks-Aramees aangeduid.<br />
De Samaritaanse tekst<br />
Behalve de Hebreeuwse (Masoretische) hebben wij ook nog de Samaritaanse tekst. Deze bestaat<br />
alleen in de Pentateuch. Het is interessant deze met de Masoretische tekst te vergelijken. Daarbij<br />
blijkt, dat in de Samaritaanse kringen een tekst is gevolgd, die maar weinig van de officiële Joodse<br />
afwijkt, maar voldoende om van een eigen teksttype te spreken. Daartoe heeft men te meer recht<br />
omdat in bepaalde Qumranteksten dergelijke afwijkingen als die van de Samaritanus worden<br />
gevonden. Er zijn in deze tekst slechts enkele belangrijke verschillen die ten dele op oude teksten<br />
kunnen teruggaan (bijv. in het getalsysteem van de stamvaders, in Gen. 5 en 11) en ten dele op<br />
bewuste 'theologische' wijzigingen moeten worden teruggevoerd. Bijvoorbeeld toevoegingen tot<br />
de tien geboden in Ex. 20:18 van teksten ontleend aan Deut. 27:2-7 en 11:30; en de vervanging<br />
van Ebal in Deut. 27:4 door Gerizim). Vele kleinere afwijkingen zullen (behalve op<br />
verschrijvingen bij het vervaardigen van nieuwe manuscripten) op een vóór-Masoretische<br />
overlevering kunnen teruggaan, met name die welke zowel in de Samaritaanse tekst als in de<br />
Griekse voorkomen. Het samengaan van deze teksten, soms ook met bepaalde Qumranteksttypen,<br />
wijst er op dat er oudtijds tekstvormen zijn geweest, die in Palestina tot in de eerste<br />
eeuw ná Christus zijn bewaard gebleven. Dit is wel zeer opmerkelijk voor twee teksten die wel<br />
zo'n 1500 jaar lang een eigen overlevering gevolgd hebben. Wel is duidelijk dat we bij de<br />
Samaritaanse Pentateuch met een populair bewerkte tekst te doen hebben die op geen stukken<br />
na met de zo zorgvuldig geredigeerde Masoretentekst op één lijn gesteld kan worden.