OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 5<br />
BIJBELBOEK<strong>EN</strong> VAN <strong>HET</strong> OU<strong>DE</strong> TESTAM<strong>EN</strong>T<br />
Aan het einde van de eerste eeuw schrijft Josefus, de beroemde Joodse geschiedenisschrijver van<br />
de eerste eeuw na Christus, een verdedigingsgeschrift voor de Joden tegen een zekere Apion.<br />
Daarin spreekt hij ook over hun heilige boeken.<br />
"Aldus kan er dan niets zekerder wezen, dan de schriften die onder ons voor achtbaar zijn<br />
gehouden, naardien zij aan geen strijdigheid kunnen onderworpen zijn, omdat men niets goed<br />
keurt dan 't gene de Profeten al voor vele eeuwen, volgens de zuivere waarheid, door inblazing en<br />
beweging van Gods Geeft geschreven hebben. Men zal dan onder ons geen grote menigte van<br />
boeken vinden, die tegen elkander aa<strong>nl</strong>open, want wij hebben er maar tweeëntwintig, die alles,<br />
wat er de ganse tijd onder ons voorgevallen is, behelzen; en aan welke men verplicht is geloof te<br />
geven.<br />
Vijf zijn er van Mozes, die alles wat er gedurende bijkans drieduizend jaren tot aan zijn dood toe<br />
gebeurd is, nevens de geslachten van Adams nakomelingen beschrijft. De Profeten die na Mozes<br />
gekomen zijn, hebben in dertien boeken alles beschreven wat er sedert zijn dood, tot de regering<br />
van Artaxerxes zoon van Xerxes Koning der Perzen, geschied is.<br />
De vier andere boeken behelzen lofzangen ter ere Gods, en voorschriften om onze zeden naar te<br />
regelen. Alles wat er sedert Artaxerxes tot onze tijd toe voorgevallen is, heeft men insgelijks<br />
beschreven. Maar omdat er toen geen achtereenvolging van Profeten is geweest gelijk tevoren,<br />
geeft men er 't zelfde geloof niet aan als aan de vorige. Welke wij zulk een eerbiedigheid<br />
toedragen, dat nog nooit iemand de stoutheid gehad heeft, om er iets af, óf toe te doen, óf het<br />
allerminste daarin te veranderen. Want wij merken ze aan als Goddelijk, en noemen ze ook zo.<br />
Wij belijden dat wij die schriften onschendbaar onderhouden, en dat wij, des noods zijnde,<br />
gaarne het leven daarvoor willen laten. Gelijk dan ook zeer veel gevangenen van onze landaard in<br />
de schouwplaatsen een menigte van pijnigingen en velerlei doden geleden hebben, zonder dat<br />
men hen ooit een enig woord tot nadeel onzer wetten en vaderlijke inzettingen, uit de mond<br />
heeft kunnen wringen. Wie van de Grieken heeft ooit iets dergelijks uitgestaan?<br />
Joséfus komt tot het getal 22 door de ons bekende boeken op een andere manier te tellen. Onder<br />
Joden en christenen was vanouds één telling waarbij men tot 22 en één waarbij men tot 24<br />
boeken kwam, terwijl men dezelfde boeken telde.<br />
Josefus' verslag sluit de gedachte aan een bewuste canonvorming ná Artaxerxes geheel uit.<br />
Artaxerxes regeerde over Perzië van 464 – 424 voor Christus. Het verslag van Josefus over het<br />
groot respect voor de reeds lang afgesloten Schriften, weerleggen de moderne visie dat het boek<br />
Daniël in de tijd van de Maccabeeën zou geschreven zijn. Een aantal schriftcritici ontkennen<br />
immers dat de profetie van Daniël geschreven is in de 5 e eeuw vóór Christus. Josefus' verslag<br />
weerspreekt ook de gedachte dat de heilige Schriften in de eeuwen na de ballingschap pas<br />
geleidelijk aan zouden zijn afgezonderd van de nationale Joodse literatuur en voor een gedeelte<br />
ook pas in die tijd zouden zijn geschreven, samengesteld of afgerond.<br />
Het apocriefe geschrift Jezus Sirach bevat de wijsheid van een man uit het begin van de tweede<br />
eeuw vóór onze jaartelling. Zijn kleinzoon vertaalde het geschrift in het Grieks, aan het einde van<br />
die eeuw. In zijn voorrede bij deze vertaling blijkt dat hij de "drie-deling" van het Hebreeuwse<br />
Oude Testament reeds kent en dat hij ook uitgaat van een bestaand en afgerond geheel van<br />
Bijbelboeken. Hij duidt ze aan als „de wet, de profeten en de andere boeken der vaderen”, en<br />
ook wel als „de wet, de profeten en de overige boeken”. Hij vertelt dat zijn grootvader ijverig was<br />
16