OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
OM HET WOORD GODS EN DE GETUIGENIS ... - dewoesteweg.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
35<br />
Heel regelmatig komen wij in de Kanttekeningen de opmerking tegen dat het Hebreeuwse woord<br />
ook een andere vertaling kan hebben dan in de Bijbel is opgenomen. Dat maakt o.a. de<br />
kanttekeningen zo waardevol. De Statenvertalers waren wijs genoeg om ruimte te laten voor<br />
verbeteringen.<br />
De belangrijkste vraag in verband met de vergelijkende studie van de verschillende<br />
tekstoverleveringen is, in hoever de Masoretische tekst de juiste of de oorspronkelijke is?<br />
Die vraag is niet zonder meer te beantwoorden, in elk geval veel minder direct dan vroegere<br />
generaties dat wel meenden. Naarmate meer tekstmateriaal ter vergelijking van de Hebreeuwse<br />
standaardtekst voor de dag kwam, is men voorzichtiger geworden, om de textus receptus te<br />
corrigeren. Men is nu meer geneigd om de verschillende teksttradities naast elkaar te laten<br />
bestaan. Een voornaam Godgeleerde en Bijbeluitlegger als Dr. John Owen, vermeldt in zijn<br />
tekstverklaringen regelmatig de diverse Hebreeuwse teksten die in zijn tijd voorhanden waren,<br />
maar doet geen poging om deze te reconstrueren tot een zogenaamde oertekst.<br />
Het belangrijkste gevolg van deze ontwikkeling is, dat men nu meer ernst maakt met de<br />
erkenning van de mogelijkheid van het bestaan van verschillende tekstoverleveringen naast<br />
elkaar, in het bijzonder in de vóór-Masoretische tijd (dus vóór 70-100 ná Christus). De Bijbel zelf<br />
geeft de mogelijkheid van meer dan één lezing open te houden. Vergelijk bijvoorbeeld 2 Samuël<br />
22 en Psalm 18 en meer dergelijke parallelle teksten. Dan zal men tot de conclusie komen dat<br />
een keuze voor de ene of de andere lezing niet altijd kan worden gedaan. Vergelijken we echter<br />
de profetie van Nathan in 2 Samuël 7 en 1 Kronieken 17, dan kunnen we een voorzichtige<br />
conclusie trekken dat er twee verschillende schrijvers geweest zijn, waarvan de tweede (misschien<br />
Ezra) een Hebreeuwse tekst voor handen had die hij niet durfde aanpassen aan 2 Samuël 7. We<br />
moeten ons wel realiseren dan tussen David en Ezra er ca. 600 jaar verschil lagen.<br />
De Hebreeuwse Bijbelteksten zijn door de ene recensie na de andere heengegaan; elk van de<br />
geschriften zal daarbij een eigen geschiedenis hebben gehad.<br />
De Talmud e.a. Joodse geschriften verhalen, "dat de tekst van het Oude Testament als geheel<br />
werd vastgesteld op grond van een keuze van Joodse geleerden uit drie tekstoverleveringen, die<br />
blijkbaar als standaardteksten in de Tempel bewaard werden. Zij kozen bij verschillen van<br />
lezingen die versie die door de meeste (dus twee van de drie) werd gesteund". Op deze wijze<br />
werden dus minder bekende teksttradities onderdrukt. Verschillende van deze hebben zich<br />
echter ook na de tekstcodificatie van het eind der eerste eeuw nog lang kunnen handhaven.<br />
Maar al werden varianten ook steeds meer weggewerkt, nog lang was er verschil van lezing der<br />
teksten mogelijk, omdat slechts de consonantentekst (de medeklinkers) werd vastgesteld. Wat de<br />
volledige lezing met alle klinkers betreft, bleef er dus nog verschil van inzicht mogelijk: de<br />
consonanten konden immers meermalen op verschillende wijze gelezen worden. In de<br />
mondelinge overlevering van de wijze van lezen bleven verschillen bestaan. Deze zijn nog steeds<br />
terug te vinden, zelfs in de Masoretische tekst, in ongewoon gevocaliseerde woorden. Als de<br />
Masoreten een tekst anders wilden uitspreken dan de consonantentekst aangaf, lieten zij uit<br />
eerbied voor de geschreven tekst, deze laatste wel staan, maar vocaliseerden hem zodanig dat de<br />
lezer hun versie of lezing moest volgen.<br />
Interessant in dit verband is de overlevering van sommige oude Joodse geleerden en<br />
Bijbelhandschriften waaruit blijkt, dat de schriftgeleerden op achttien plaatsen de tekst op<br />
exegetische gronden hebben verbeterd (de zg. tikkune soferim; correcties van schriftgeleerden).<br />
Zoals we al opgemerkt hebben, in Genesis 18:22 staat: Abraham stond voor het aangezicht van<br />
JHWH. In oud Hebreeuwse teksten stond het omgekeerde: JHWH stond voor het aangezicht van<br />
Abraham.