Lijn 1
Lijn 1
Lijn 1
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
p r o m o t i e<br />
Op 7 juni jl. promoveerde Nynke Scherpbier op het onderwerp<br />
‘Optimaliseren van het management van chronische nierziekten<br />
in de eerste lijn’. Promotoren waren Chris van Weel en Jack<br />
Wetzels, copromotoren Wim de Grauw en Gerald Vervoort.<br />
Nynke Scherpbier<br />
Nierschade beperken door<br />
telenefrologie<br />
Steeds meer mensen lijden aan chronische nierschade (CNS). De complicaties ervan hebben niet alleen grote<br />
impact op de personen in kwestie, maar leggen ook veel druk op de gezondheidszorgvoorzieningen. Door de<br />
vergrijzing en de toename van suikerziekte en hoge bloeddruk zal CNS naar verwachting in de toekomst nog<br />
vaker voorkomen. CNS-patiënten hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten en<br />
hebben daarnaast vaak nog andere chronische aandoeningen. Hierdoor zijn veel behandelaars bij de patiënt<br />
betrokken. We weten dat een goede en tijdige behandeling complicaties kan voorkomen. Voor patiënten is het<br />
prettig als deze behandeling zo veel mogelijk in de eerste lijn plaats vindt, met alleen een verwijzing naar de<br />
tweede lijn als dat echt nodig is. Dit maakt de zorg bovendien goedkoper.<br />
In haar proefschrift (Optimising chronic kidney disease management<br />
in primary care. Is shared care the answer?) laat Nynke<br />
Scherpbier zien dat de huidige kwaliteit van zorg in de eerste lijn<br />
voor patiënten met CNS verbeterd kan worden. Huisarts, praktijkondersteuner<br />
en nierspecialist moeten gestructureerder gaan<br />
samenwerken om het aantal gevallen van nierschade te verminderen.<br />
Telenefrologie biedt voor deze samenwerking duidelijke meerwaarde.<br />
Met deze internetapplicatie kan de huisarts de specialist<br />
gemakkelijk om raad vragen, zonder dat de patiënt daarvoor naar de<br />
specialist doorverwezen hoeft te worden. Telenefrologie maakt de<br />
kennis uit de tweede lijn direct beschikbaar voor de eerste lijn.<br />
Op grond van dit inzicht formuleert Scherpbier enkele aanbevelingen<br />
voor de dagelijkse praktijk:<br />
1. Feedback aan huisartspraktijken op basis van laboratoriumuitslagen<br />
kan praktijken helpen om patiënten met CNS te herkennen.<br />
2. Praktijkondersteuners kunnen bijdragen aan de kwaliteit van zorg<br />
door de reguliere controles te verzorgen. Dit sluit goed aan bij de<br />
reguliere diabetes- en hypertensiezorg.<br />
3. Controle van metabole problemen kan verbeteren door hierover<br />
meer scholing aan te bieden. Telenefrologie kan bijdragen aan de<br />
verspreiding van kennis over metabole problemen.<br />
4. De behandeling van de bloeddruk bij patiënten met CNS verdient<br />
meer aandacht in de eerste lijn. Aan de andere kant moet worden<br />
opgepast voor overbehandeling, zeker bij kwetsbare ouderen.<br />
5. Van de patiënten waarbij de richtlijn verwijzing adviseert, werd<br />
32 LIJN 1 jaargang 11 | nr. 2 | juli 2013<br />
slecht een klein percentage daadwerkelijk verwezen. Een ver-<br />
minderde nierfunctie komt veel voor bij oudere patiënten en het<br />
is nog onduidelijk in hoeverre intensieve behandeling bij hen bijdraagt<br />
aan een betere prognose. Zien huisartsen dientengevolge<br />
het nut van verwijzing onvoldoende in of onderschrijven zij de<br />
richtlijn niet? Meer kennis daarover kan behandelbeslissingen bij<br />
deze groep ondersteunen.<br />
6. De apotheker moet kunnen beschikken over actuele nierfunctiewaarden<br />
en risicopatiënten moeten ten minste jaarlijks worden<br />
gecontroleerd. Idealiter worden in de toekomst kenmerken van<br />
de patiënt meegewogen bij de automatische medicatiebewaking.<br />
Conclusie<br />
In de samenwerking tussen de verschillende spelers - patiënt,<br />
praktijkondersteuner, huisarts, apotheker en nefroloog - is nog een<br />
wereld te winnen wanneer gedeelde zorg het uitgangspunt is en de<br />
onderlinge communicatie wordt ondersteund met ICT-hulpmiddelen.<br />
Het resultaat hiervan kan zijn dat optimale zorg wordt gerealiseerd<br />
in samenwerking met de patiënt in zijn eigen omgeving.<br />
Nynke Scherpbier-de Haan studeerde Geneeskunde in Groningen. Ze<br />
verrichtte haar promotieonderzoek op de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde<br />
aan het UMC St Radboud, bij het onderzoeksinstituut Nijmegen Centre<br />
for Evidence Based Practice. Momenteel is ze werkzaam als hoofd van de<br />
Eerstelijnsvervolgopleidingen van het UMC St Radboud en ze is huisarts<br />
bij het academisch gezondheidscentrum Thermion in Lent.