15.09.2013 Views

vlot leidraad en toetsen vierde leerjaar - Centrum voor Taal ...

vlot leidraad en toetsen vierde leerjaar - Centrum voor Taal ...

vlot leidraad en toetsen vierde leerjaar - Centrum voor Taal ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VLOT<br />

4<br />

V OLGSYSTEEM L AGER O NDERWIJS: T AALVAARDIGHEID<br />

Wolters Plantyn<br />

•<br />

ISBN 11 301 0492 3<br />

9 781130 104929


edactie: Marle<strong>en</strong> Colpin<br />

Sara Gys<strong>en</strong><br />

Ko<strong>en</strong> Jaspaert<br />

Saskia Timmermans<br />

Kris Van d<strong>en</strong> Brand<strong>en</strong><br />

inhoud: <strong>leidraad</strong><br />

toets<strong>en</strong> luister<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> edit<br />

1 2 3 4 5 / 06 05 04 03 02 NUR 193<br />

© WKB N.V., Wolters Plantyn<br />

Alle recht<strong>en</strong> <strong>voor</strong>behoud<strong>en</strong>. Behoud<strong>en</strong>s de uitdrukkelijke bij de wet bepaalde uitzondering<strong>en</strong> mag niets uit deze uitgave<br />

word<strong>en</strong> verveelvuldigd, opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geautomatiseerd gegev<strong>en</strong>sbestand of op<strong>en</strong>baar gemaakt, op welke<br />

wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke <strong>voor</strong>afgaande <strong>en</strong> schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />

ISBN 90 301 0492 3 D 2002/0032/841


INHOUD VAN DE LEIDRAAD<br />

Inleiding 5<br />

§1 E<strong>en</strong> (leerling)volgsysteem: wat, waarom <strong>en</strong> hoe? 7<br />

1.1 Inleiding 7<br />

1.2 Waarom <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>? 8<br />

1.3 Wat toets<strong>en</strong>? De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong> 10<br />

1.4 Waarmee toets<strong>en</strong>? De <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem 11<br />

§2 VLOT: praktische informatie <strong>voor</strong> iedere<strong>en</strong> die ermee aan de slag gaat 22<br />

2.1 Aard <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling 22<br />

2.2 Afname van de toets<strong>en</strong> 23<br />

2.3 Scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong> 24<br />

2.4 Omgaan met de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> 27<br />

§3 Goud<strong>en</strong> stelregels bij het afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> 28<br />

§4 De introductie <strong>en</strong> de <strong>voor</strong>bereiding op de toets 30<br />

§5 De band tuss<strong>en</strong> de VLOT-toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> 37<br />

§6 Schrijfvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> 42<br />

§7 Leesvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> 49<br />

§8Toets<strong>en</strong> van spreekvaardigheid 54<br />

Bijlag<strong>en</strong>:<br />

1 Overzicht van de toets<strong>en</strong><br />

2 Overzicht per leerling van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>,<br />

norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid<br />

3 Overzicht per leerling<br />

norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid doorhe<strong>en</strong> de lagere school<br />

4 Overzicht per klas – <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

aantal leerling<strong>en</strong> per norm per toets per vaardigheid<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

3


INLEIDING<br />

Voor u ligt VLOT, het Volgsysteem Lager Onderwijs: <strong>Taal</strong>vaardigheid, e<strong>en</strong> geheel van toets<strong>en</strong> dat toelaat<br />

de taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> van het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong> op de voet te volg<strong>en</strong>. Met<br />

de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> nagegaan of de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de spreekvaardig, luistervaardig, leesvaardig<br />

<strong>en</strong> schrijfvaardig word<strong>en</strong>, zodat ze op het eind van de rit de gestelde doel<strong>en</strong> (i.c. de eindterm<strong>en</strong>) zull<strong>en</strong><br />

bereik<strong>en</strong>. VLOT bevat ook richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat er moet gebeur<strong>en</strong> als gevolg van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de toetsresultat<strong>en</strong>.<br />

Omdat VLOT e<strong>en</strong> hele lading dekt, zull<strong>en</strong> we in wat volgt uitgebreid bij e<strong>en</strong> aantal ding<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> stilstaan:<br />

bij het waarom, wat <strong>en</strong> hoe van de toets<strong>en</strong> waaruit het volgsysteem is opgebouwd, bij het volgsysteem<br />

op zich – in hoeverre voldoet het aan de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die aan (leerling)volgsystem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld, hoe<br />

is dit volgsysteem opgebouwd, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t – <strong>en</strong> bij het gebruik ervan. Bij dat laatste zal zowel word<strong>en</strong><br />

ingegaan op de afname <strong>en</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>, als ook <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al op het omgaan met de toetsresultat<strong>en</strong>.<br />

Deze <strong>leidraad</strong> bij VLOT biedt interessante informatie <strong>voor</strong> iedere<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> of andere manier bij de<br />

afname <strong>en</strong> het gebruik van het volgsysteem betrokk<strong>en</strong> is. Zo geeft paragraaf 2 inzicht in het geheel waar<br />

de af te nem<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> in thuishor<strong>en</strong> <strong>en</strong> geeft paragraaf 3 zeer concrete richtlijn<strong>en</strong> die bij het afnem<strong>en</strong><br />

van de toets<strong>en</strong> precies moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevolgd. Vooral deze paragaf<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> door iedere toetsafnemer<br />

word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. Andere paragraf<strong>en</strong> in de <strong>leidraad</strong> verduidelijk<strong>en</strong> standpunt<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong> meer<br />

toelichting<strong>en</strong> bij onderdel<strong>en</strong> van het volgsysteem <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> achtergrondinformatie.<br />

In de mapp<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong> vindt m<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> zelf, telk<strong>en</strong>s bestaande uit e<strong>en</strong> praktische handleiding<br />

bij de toets in kwestie <strong>en</strong> de kopieerblad<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>. Deze laatste moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>af <strong>voor</strong> alle<br />

leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekopieerd. De praktische handleiding moet de toetsafnemer tijd<strong>en</strong>s de toets bij de<br />

hand hebb<strong>en</strong>. Het volstaat niet om deze <strong>voor</strong>af ev<strong>en</strong> door te nem<strong>en</strong>.<br />

VLOT kwam tot stand dankzij het werk van vel<strong>en</strong>. Dank gaat <strong>voor</strong>al uit naar de 32 Vlaamse basisschol<strong>en</strong><br />

die hun klass<strong>en</strong> op<strong>en</strong>steld<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>. Enkel door hun medewerking kond<strong>en</strong> de<br />

toets<strong>en</strong> op grote schaal word<strong>en</strong> uitgeprobeerd <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ormeerd, wat zonder twijfel e<strong>en</strong> van de sterkste<br />

troev<strong>en</strong> van het volgsysteem vormt.<br />

De auteurs<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

5


§1 EEN (LEERLING)VOLGSYSTEEM: WAT, WAAROM EN HOE?<br />

1.1 Inleiding<br />

Dit leerlingvolgsysteem is ontstaan als antwoord op e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de vraag van leerkracht<strong>en</strong> in het Vlaamse<br />

basisonderwijs: de vraag om goede taaltoets<strong>en</strong>. Die behoefte ontstond naar aanleiding van de rec<strong>en</strong>te<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in het Vlaamse taalonderwijs. De nieuwe eindterm<strong>en</strong> Nederlands [noot 1, pag. 30] <strong>en</strong> de<br />

nadruk die daarin wordt gelegd op het werk<strong>en</strong> aan taalvaardigheid, meer bepaald aan de vier<br />

basisvaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>), zett<strong>en</strong> onderwijsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ertoe aan hun<br />

bestaande toetspraktijk kritisch te bekijk<strong>en</strong>. Zij ondervond<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> dat de traditionele toets<strong>en</strong> niet<br />

volstond<strong>en</strong> om na te gaan of hun leerling<strong>en</strong> de bedoelde vaardighed<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verworv<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>.<br />

De meeste toets<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers uitsluit<strong>en</strong>d gericht op k<strong>en</strong>niselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (woord<strong>en</strong>schat, regels, ...) <strong>en</strong><br />

technische aspect<strong>en</strong> van taal (technisch lez<strong>en</strong>, spelling, ...).<br />

Zomaar de nodige nieuwe toets<strong>en</strong> gaan ontwikkel<strong>en</strong>, is echter niet evid<strong>en</strong>t. Daartoe is e<strong>en</strong> goed inzicht<br />

nodig in het waarom <strong>en</strong> hoe van die toets<strong>en</strong>, in de te toets<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wisselwerking die er tuss<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijs moet zijn. We gaan hieronder nader op deze onderwerp<strong>en</strong> in.<br />

Wie wil gaan toets<strong>en</strong> moet in de eerste plaats e<strong>en</strong> goed beeld hebb<strong>en</strong> van wat hij met zijn onderwijs wil<br />

bereik<strong>en</strong>. Voor het vak Nederlands in het Vlaamse basisonderwijs betek<strong>en</strong>t dit vandaag, heel algeme<strong>en</strong>:<br />

de leerling<strong>en</strong> taalvaardig mak<strong>en</strong>, er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat ze taal op e<strong>en</strong> goede manier kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong> in communicatieve situaties. In de eindterm<strong>en</strong> wordt dat nader gespecificeerd <strong>voor</strong> het einde<br />

van het zesde <strong>leerjaar</strong>. Het is duidelijk over welke vaardighed<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op het einde van de lagere<br />

school moet<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> om succesvol de overgang naar het secundair onderwijs te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Voor de andere leerjar<strong>en</strong> is dat echter nerg<strong>en</strong>s zo precies bepaald. In de onderscheid<strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> wel nadere richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>, maar het blijft mogelijk om verschill<strong>en</strong>de weg<strong>en</strong> te bewandel<strong>en</strong><br />

om bij de einddoel<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong>. En uiteraard zal de gekoz<strong>en</strong> weg sterk bepal<strong>en</strong> welke positie e<strong>en</strong><br />

leerling op e<strong>en</strong> bepaald og<strong>en</strong>blik inneemt.<br />

Grosso modo kunn<strong>en</strong> we twee grote weg<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, waarop e<strong>en</strong> aantal variaties mogelijk zijn.<br />

Welke weg m<strong>en</strong> kiest, hangt af van de visie die m<strong>en</strong> op taal <strong>en</strong> taaller<strong>en</strong> heeft.<br />

Enerzijds is er de zog<strong>en</strong>aamde weg van de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Daarbij wordt taal beschouwd als bestaande uit<br />

e<strong>en</strong> heel aantal onderdeeltjes, die m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde volgorde moet verwerv<strong>en</strong> om het geheel te<br />

beheers<strong>en</strong>. We zoud<strong>en</strong> taal hier figuurlijk kunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> huis, dat uit bouwste<strong>en</strong>tjes wordt<br />

gemaakt die één <strong>voor</strong> één op elkaar moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelegd. In het taalonderwijs vertaalt zich dat in e<strong>en</strong><br />

aanpak waarbij taalelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (woord<strong>en</strong>, regels, ...) afzonderlijk word<strong>en</strong> aangebracht <strong>en</strong> later toegepast<br />

in het reeds bestaande geheel, dat steeds completer wordt.<br />

Daarnaast is er de opvatting dat taal e<strong>en</strong> geheel is, waaraan in zijn globaliteit moet word<strong>en</strong> gewerkt.<br />

<strong>Taal</strong> is niet opdeelbaar in kleinere deeltjes, integ<strong>en</strong>deel, het is er van meet af aan helemaal <strong>en</strong> het moet<br />

verder word<strong>en</strong> ontwikkeld. <strong>Taal</strong> lijkt dan eerder e<strong>en</strong> luchtballon, die steeds verder moet word<strong>en</strong><br />

opgeblaz<strong>en</strong> om tot zijn volle recht te kom<strong>en</strong>. In taalonderwijs dat hiervan uitgaat, zorgt de leerkracht<br />

er<strong>voor</strong> dat leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> omgaan met taal in heel veel verschill<strong>en</strong>de situaties, daaruit telk<strong>en</strong>s iets<br />

nieuws ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo hun taalvaardigheid opbouw<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> al do<strong>en</strong>de, door tak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>, zonder dat ze zich ervan bewust zijn met taal<br />

bezig te zijn.<br />

In de volg<strong>en</strong>de paragraaf gaan we in op wat de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde manier van onderwijs betek<strong>en</strong>t<br />

<strong>voor</strong> toetsing.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

7


8<br />

1.2 Waarom <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>?<br />

Toets<strong>en</strong> do<strong>en</strong> we om twee grote red<strong>en</strong><strong>en</strong>: om te evaluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> diagnose te stell<strong>en</strong>. Als we gaan<br />

evaluer<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we daarmee verschill<strong>en</strong>de bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: <strong>en</strong>erzijds nagaan of de leerling<strong>en</strong> op<br />

de juiste weg zijn om de doelstelling<strong>en</strong> (eindterm<strong>en</strong>) te bereik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds onderzoek<strong>en</strong> of ons<br />

onderwijs voldo<strong>en</strong>de op die doelstelling<strong>en</strong> is toegespitst. Diagnostische toets<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> altijd op evaluatieve:<br />

zij zijn erop gericht nader uit te zoek<strong>en</strong> welke de precieze oorzak<strong>en</strong> van de vastgestelde<br />

problem<strong>en</strong> zijn.<br />

Als we nu op het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong> will<strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong><br />

Nederlands bereikt hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we daartoe in principe gebruik mak<strong>en</strong> van twee soort<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>:<br />

<strong>en</strong>erzijds zijn er de toets<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> rechtstreeks, zonder omweg<strong>en</strong> meet wat m<strong>en</strong> wil wet<strong>en</strong>.<br />

Nem<strong>en</strong> we bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong> die stelt dat “leerling<strong>en</strong> in staat moet<strong>en</strong><br />

zijn om informatie te achterhal<strong>en</strong> in <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde instructies <strong>voor</strong> handeling<strong>en</strong> van gevarieerde<br />

aard”. Als we die toets<strong>en</strong> door de leerling<strong>en</strong> effectief informatie te lat<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong> in instructies, toets<strong>en</strong><br />

we rechtstreeks: we lat<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> do<strong>en</strong> wat we will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. Dat kan in dit geval dan concreet<br />

vorm krijg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> taak met recept<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> spelreglem<strong>en</strong>t: tekst<strong>en</strong> die in instructievorm geschrev<strong>en</strong> zijn.<br />

E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld van e<strong>en</strong> directe toets in de niet-talige sector vind<strong>en</strong> we in het rij-exam<strong>en</strong>: daar laat<br />

m<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met de auto rijd<strong>en</strong>, om te zi<strong>en</strong> of ze dat kunn<strong>en</strong>. Anderzijds kunn<strong>en</strong> we de eindterm ook<br />

minder rechtstreeks toets<strong>en</strong>. We gaan dan via e<strong>en</strong> omweg na of de leerling<strong>en</strong> informatie kunn<strong>en</strong><br />

achterhal<strong>en</strong> in instructies. E<strong>en</strong> mogelijkheid <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> indirecte toets bij deze eindterm is e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing op<br />

de gebied<strong>en</strong>de wijs. Immers, instructies zijn overweg<strong>en</strong>d in de gebied<strong>en</strong>de wijs geformuleerd <strong>en</strong> je zou<br />

er kunn<strong>en</strong> van uitgaan dat, wie goed is in het begrijp<strong>en</strong> van instructies, ook goed met de gebied<strong>en</strong>de<br />

wijs kan omgaan. De gebied<strong>en</strong>de wijs wordt dan als e<strong>en</strong> indicator beschouwd <strong>voor</strong> ‘informatie kunn<strong>en</strong><br />

achterhal<strong>en</strong> in instructies’. Op basis van het al dan niet goed prester<strong>en</strong> op de toets op de gebied<strong>en</strong>de<br />

wijs, zal beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> welke leerling<strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate kunn<strong>en</strong> omgaan<br />

met instructies.<br />

Uiteraard ligt het meer <strong>voor</strong> de hand om e<strong>en</strong> toets op de gebied<strong>en</strong>de wijs te mak<strong>en</strong>, af te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

scor<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> echte taak met tekst<strong>en</strong> in instructievorm. Zo zou het <strong>voor</strong> de rij-examinator ook<br />

makkelijker <strong>en</strong> wellicht veiliger zijn om de kandidaat op de parking van het exam<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong>kele<br />

schakel- <strong>en</strong> remoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Maar dan moet hij er wel van uitgaan dat de mate waarin<br />

de kandidaat die oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kan uitvoer<strong>en</strong>, hem iets vertell<strong>en</strong> over di<strong>en</strong>s algem<strong>en</strong>e rijvaardigheid. Die<br />

(veronder)stelling die aan dit soort toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>afgaat is natuurlijk het gevoelige punt. De band tuss<strong>en</strong><br />

datg<strong>en</strong>e wat getoetst wordt <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e waarover m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitspraak wil do<strong>en</strong> (de eindterm,<br />

rijvaardigheid) moet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetoond. Als er rechtstreeks wordt getoetst, is dat uiteraard ge<strong>en</strong><br />

probleem: dan is datg<strong>en</strong>e wat getoetst wordt <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e waarover m<strong>en</strong> uitspraak wil do<strong>en</strong>, aan elkaar<br />

gelijk. Rechtstreeks toets<strong>en</strong> wordt ook wel ‘direct’ toets<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, <strong>en</strong> via e<strong>en</strong> omweg of onrechtstreeks<br />

‘indirect’.<br />

Moet nu, e<strong>en</strong>s de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde aanpak van het taalonderwijs gemaakt, ook e<strong>en</strong> keuze <strong>voor</strong><br />

één van de twee vorm<strong>en</strong> van toets<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>? Moet in onderwijs dat door geleidelijke opbouw van steeds<br />

meer onderdel<strong>en</strong> aan de eindterm<strong>en</strong> kiest te werk<strong>en</strong>, gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van onderdel<strong>en</strong>?<br />

Dat zoud<strong>en</strong> dan onrechtstreekse toets<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> zijn. En moet in onderwijs dat meer globaal<br />

werkt, waar vertrokk<strong>en</strong> wordt van e<strong>en</strong> steeds hoger word<strong>en</strong> niveau van het soort vaardighed<strong>en</strong> dat in<br />

de eindterm<strong>en</strong> wordt bedoeld, automatisch gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> rechtstreeks toets<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong><br />

op e<strong>en</strong> steeds hoger word<strong>en</strong>d niveau?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Dat zijn belangrijke vrag<strong>en</strong> waar we e<strong>en</strong> antwoord op moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, omdat we niet <strong>en</strong>kel op het einde<br />

van het zesde <strong>leerjaar</strong> moet<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. Ook in de lagere leerjar<strong>en</strong> moet de positie <strong>en</strong> evolutie van de<br />

leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagegaan. En die positie <strong>en</strong> evolutie van de leerling<strong>en</strong> zijn natuurlijk wel afhankelijk<br />

van de manier waarop het onderwijs aangepakt wordt <strong>en</strong> daar moet dus rek<strong>en</strong>ing mee word<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat laatste hierbov<strong>en</strong> twee grote weg<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong><br />

aantal overweging<strong>en</strong> door, die bij de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde manier van toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol moet<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />

Ongetwijfeld is het zo dat de manier van toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invloed heeft op het onderwijs dat eraan <strong>voor</strong>af<br />

gaat <strong>en</strong> erop volgt. Als leerling<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat de manier van toets<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze aansluit bij de<br />

manier waarop het onderwijs plaatsvindt — als zij bij<strong>voor</strong>beeld tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong> met het oog op de<br />

bov<strong>en</strong>staande eindterm globale tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> met tekst<strong>en</strong> die in instructievorm geformuleerd<br />

zijn, maar tijd<strong>en</strong>s toets<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel werkwoord<strong>en</strong> in de gebied<strong>en</strong>de wijs moet<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> —, zull<strong>en</strong> zij zich na<br />

verloop van tijd gaan specialiser<strong>en</strong> in het tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel opnem<strong>en</strong> van datg<strong>en</strong>e wat ze moet<strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets<strong>en</strong>, i.c. de gebied<strong>en</strong>de wijs. Als echter de aard van de toetstak<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, gelijk is aan de onderwijstak<strong>en</strong>, als leerling<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat alles wat tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong><br />

aan bod komt, op één of andere manier terugkomt in de toets<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect<br />

op het onderwijs.<br />

In het volledig op elkaar afstemm<strong>en</strong> van onderwijs- <strong>en</strong> toetstak<strong>en</strong> schuilt echter e<strong>en</strong> groot gevaar waar<br />

het indirect of onrechtstreeks toets<strong>en</strong> betreft. Indirecte toets<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> als indicator <strong>voor</strong> iets anders,<br />

is op zich ge<strong>en</strong> probleem, maar dat wordt het wel wanneer m<strong>en</strong> zich al te veel gaat toespits<strong>en</strong> op de<br />

toetsresultat<strong>en</strong> alsdusdanig <strong>en</strong> die als e<strong>en</strong> doel op zich gaat zi<strong>en</strong>. Dan kan dat indicator-zijn wel e<strong>en</strong>s uit<br />

het oog verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle aandacht gaan naar het onderwijz<strong>en</strong> van de aspect<strong>en</strong> van taal die nodig<br />

zijn om goede toetsresultat<strong>en</strong> te behal<strong>en</strong>. Nem<strong>en</strong> we weer ons <strong>voor</strong>beeld: als, om snel <strong>en</strong> efficiënt te<br />

kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, er<strong>voor</strong> wordt gekoz<strong>en</strong> om het kunn<strong>en</strong> omgaan met instructies te toets<strong>en</strong> aan de hand<br />

van de gebied<strong>en</strong>de wijs <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> op die toets vall<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>, is het risico groot dat we zull<strong>en</strong><br />

oordel<strong>en</strong> dat het nodig is om nog wat extra te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de gebied<strong>en</strong>de wijs. Daarbij verliez<strong>en</strong> we dan<br />

de doelstelling van het onderwijs, namelijk de eindterm bereik<strong>en</strong>, uit het oog. We pass<strong>en</strong> ons onderwijs<br />

aan aan de toets, wat in de vakterminologie ‘teaching to the test’ wordt g<strong>en</strong>oemd. Als dat op grote<br />

schaal <strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle onderdel<strong>en</strong> van taal die word<strong>en</strong> getoetst, gebeurt, is m<strong>en</strong> uiteraard verkeerd bezig.<br />

Waar in het onderwijs gekoz<strong>en</strong> is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> systematische opbouw van onderdel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook onderdel<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> getoetst, is dat gevaar er uiteraard niet. Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met bov<strong>en</strong>staande bed<strong>en</strong>king over<br />

e<strong>en</strong> positief effect van de toets<strong>en</strong> op de leerling<strong>en</strong> moet er in dat onderwijs ook ruimte zijn <strong>voor</strong> toets<strong>en</strong><br />

die bij het gevolgde traject aansluit<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> via woord<strong>en</strong>schatonderwijs de lees- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid<br />

van de leerling<strong>en</strong> wil opdrijv<strong>en</strong>, is het zeker zinvol om die woord<strong>en</strong>schat ook te gaan toets<strong>en</strong>. Maar<br />

daarnaast moet<strong>en</strong> ook globale vaardigheidstoets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, directe toets<strong>en</strong> waarin leerling<strong>en</strong><br />

het soort tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> dat in de eindterm<strong>en</strong> wordt bedoeld. Immers, als m<strong>en</strong> ervan uitgaat<br />

dat leerling<strong>en</strong> via woord<strong>en</strong>schatonderwijs lees- <strong>en</strong> schrijfvaardiger zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moet dat ook getoetst<br />

word<strong>en</strong>. Af <strong>en</strong> toe ev<strong>en</strong> stilstaan <strong>en</strong> de positie binn<strong>en</strong> het grotere geheel <strong>en</strong> de positie t<strong>en</strong> opzichte van<br />

de einddoel<strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong>, is nodig. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> duurt het niet tot het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong> <strong>voor</strong>aleer<br />

de leerling<strong>en</strong> over de vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. In<br />

mindere mate moet<strong>en</strong> ze ook al in de lagere leerjar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot deel van die ding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> om in het<br />

onderwijs te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>. Zo moet<strong>en</strong> ze bij<strong>voor</strong>beeld bij het onderwijs in de zaakvakk<strong>en</strong> in staat<br />

zijn om informatieve tekst<strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>, om naslagwerk<strong>en</strong> te raadpleg<strong>en</strong> via registers <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t,<br />

allemaal zak<strong>en</strong> die we in de eindterm<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Die ding<strong>en</strong> ook al op eerdere mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaan<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

9


10<br />

toets<strong>en</strong> is dus, e<strong>en</strong>s te meer, e<strong>en</strong> zinvolle zaak. Voor onderwijs dat meer globaal is ingericht, waar<br />

leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>d vaardigheidstak<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, is deze manier van toets<strong>en</strong> uiteraard vanzelfsprek<strong>en</strong>d,<br />

maar ook daar moet m<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de kritisch te werk gaan. Toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> exacte<br />

kopieën van lestak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afstemming van het onderwijs op het hogere doel moet regelmatig opnieuw<br />

kritisch word<strong>en</strong> bestudeerd.<br />

Algeme<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we dus besluit<strong>en</strong> dat er in de manier van toets<strong>en</strong> op tuss<strong>en</strong>- <strong>en</strong> eindniveau wel<br />

rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de manier waarop het onderwijs is opgevat.<br />

Toets<strong>en</strong> die op rechtstreekse wijze nagaan of de in de eindterm<strong>en</strong> bedoelde vaardighed<strong>en</strong> geleidelijk<br />

aan verworv<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zijn echter binn<strong>en</strong> elke vorm van onderwijs zinvol.<br />

1.3 Wat toets<strong>en</strong>? De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong><br />

In het vorige hebb<strong>en</strong> we de <strong>voor</strong>del<strong>en</strong> van toets<strong>en</strong> die op directe wijze nagaan of de eindterm<strong>en</strong> stilaan<br />

verworv<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, gemotiveerd. De toets<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zo onafhankelijk mogelijk blijv<strong>en</strong> van de<br />

gebruikte methode <strong>en</strong> het gevolgde onderwijstraject, omdat ook die in vraag moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld.<br />

Wanneer we nu concreter gaan kijk<strong>en</strong> naar wat die toets<strong>en</strong> dan moet<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>, wordt het moeilijk.<br />

Ons vertrekpunt, de eindterm<strong>en</strong>, is immers het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong>. Voor de overige leerjar<strong>en</strong><br />

zijn er ge<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong> geformuleerd <strong>en</strong> is het dus ook niet helemaal duidelijk wat nu precies al wel<br />

<strong>en</strong> nog niet van de leerling<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verwacht. Toch kunn<strong>en</strong> we via drie invalshoek<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om<br />

de moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong> zo goed mogelijk af te stemm<strong>en</strong> op de leerling<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> eerste hal<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal objectieve criteria uit de eindterm<strong>en</strong>. Die zijn geformuleerd in term<strong>en</strong><br />

van de vier vaardighed<strong>en</strong>: luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> dus op één of andere manier<br />

deze vier vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. We onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds de mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke<br />

vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds de receptieve <strong>en</strong> productieve. Verder moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de vier<br />

vaardighed<strong>en</strong> informatie kunn<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus. Bij e<strong>en</strong> taak op kopiër<strong>en</strong>d<br />

niveau moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de aangebod<strong>en</strong> informatie letterlijk kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>: opschrijv<strong>en</strong> zoals bij<br />

e<strong>en</strong> dictee, of opzegg<strong>en</strong>, zoals bij e<strong>en</strong> gedicht. Op beschrijv<strong>en</strong>d niveau wordt van de leerling<strong>en</strong> verwacht<br />

dat ze de aangebod<strong>en</strong> informatie verwerk<strong>en</strong> of in min of meer dezelfde vorm kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>: het<br />

begrijp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tekst of het chronologisch navertell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is<br />

zijn daar <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van. Op structurer<strong>en</strong>d niveau wordt nog e<strong>en</strong> stap verder gezet. Daar moet<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> zelf de structuur aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of verander<strong>en</strong> in de aangebod<strong>en</strong> informatie, bij<strong>voor</strong>beeld losse<br />

stukjes verhaal in de juiste volgorde zett<strong>en</strong> of zelf e<strong>en</strong> gestructureerd verslagje schrijv<strong>en</strong>.<br />

Op evaluer<strong>en</strong>d of beoordel<strong>en</strong>d niveau t<strong>en</strong>slotte moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> informatie uit verschill<strong>en</strong>de<br />

bronn<strong>en</strong> met elkaar vergelijk<strong>en</strong> of op de juiste manier sam<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld twee recept<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

hetzelfde gerecht met elkaar vergelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> er één uit distiller<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> in de eindterm<strong>en</strong> ook allerlei verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> waarmee<br />

leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconfronteerd: er zijn verhal<strong>en</strong>de <strong>en</strong> informatieve tekst<strong>en</strong>, gedicht<strong>en</strong>,<br />

registers, naslagwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Eén van de objectieve criteria om tekstsoort<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lijn van<br />

makkelijk naar moeilijk uit te zett<strong>en</strong> is het beoogde publiek. E<strong>en</strong> tekst die je <strong>voor</strong> jezelf schrijft of die<br />

<strong>voor</strong> jou specifiek bedoeld is, staat dichter bij je <strong>en</strong> is dus in principe makkelijker dan e<strong>en</strong> tekst die<br />

bedoeld is <strong>voor</strong> al je leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> leesboek. Die tekst is op zijn beurt makkelijker of dichterbij<br />

dan e<strong>en</strong> tekst die bedoeld is <strong>voor</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, bek<strong>en</strong>d of onbek<strong>en</strong>d.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


We hebb<strong>en</strong> dus meerdere lijn<strong>en</strong> van makkelijk naar moeilijk lop<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s dewelke onderwijstak<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

dus ook toetstak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. Elke taak is e<strong>en</strong> combinatie van criteria <strong>en</strong> als we<br />

beginn<strong>en</strong> met tak<strong>en</strong> die op alle vlakk<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> eindig<strong>en</strong> met tak<strong>en</strong> die op alle vlakk<strong>en</strong> het<br />

hoogst gevraagde niveau (volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong>) bereik<strong>en</strong>, dan lijkt het evid<strong>en</strong>t om in tuss<strong>en</strong>tijd<br />

afwissel<strong>en</strong>d nu e<strong>en</strong>s het <strong>en</strong>e, dan weer het andere steeds wat moeilijker te lat<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. We gaan niet<br />

systematisch op alle vlakk<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> <strong>voor</strong>uit zett<strong>en</strong>, maar prober<strong>en</strong> om zoveel mogelijk verschill<strong>en</strong>de<br />

combinaties te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo vanuit verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> tak<strong>en</strong> de vaardighed<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in te<br />

schatt<strong>en</strong>.<br />

Naast de criteria die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, spel<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol in het<br />

bepal<strong>en</strong> van de moeilijkheidsgraad van tekst<strong>en</strong>. Zo onder andere de tijd <strong>en</strong> de plaats waar de<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zich afspel<strong>en</strong>, de mate waarin van perspectief wordt gewisseld <strong>en</strong> de gebruikte<br />

woord<strong>en</strong>schat. Die woord<strong>en</strong>schat is echter ook vrij goed te controler<strong>en</strong>. Door na te gaan welk perc<strong>en</strong>tage<br />

van de in e<strong>en</strong> tekst gebruikte woord<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> in normale omstandighed<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d moet zijn,<br />

kan word<strong>en</strong> beoordeeld of e<strong>en</strong> tekst, <strong>en</strong> dus ook de toets waarvan hij deel uitmaakt, geschikt is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

bepaalde doelgroep of niet. Uiteraard moet bij e<strong>en</strong> toets, waarin we precies will<strong>en</strong> nagaan wat de<br />

leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong>, het perc<strong>en</strong>tage bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> zeer hoog zijn.<br />

Betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> uit de context waartoe ze behor<strong>en</strong>, maakt impliciet deel uit van<br />

taalvaardigheid <strong>en</strong> wordt dus ook mee getoetst, maar al te veel onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat<br />

onmogelijk.<br />

We kunn<strong>en</strong> onze toetstak<strong>en</strong> dus definiër<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de criteria uit de eindterm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het perc<strong>en</strong>tage bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>. Maar is het dan voldo<strong>en</strong>de duidelijk wat we van onze leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> als resultaat op de toets? Is absolute perfectie nodig om te kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> of e<strong>en</strong><br />

leerling op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t het gevraagde niveau van taalvaardigheid haalt of volstaat e<strong>en</strong> bepaalde<br />

graad ervan?<br />

Nog meer houvast lijkt nodig. En die kunn<strong>en</strong> we krijg<strong>en</strong> in de vorm van norm<strong>en</strong>. Als we immers bij<br />

de toets<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> gaan bepal<strong>en</strong>, d.w.z. de toets<strong>en</strong> bij veel leerling<strong>en</strong> gaan afnem<strong>en</strong> om te met<strong>en</strong><br />

wat als e<strong>en</strong> gemiddeld niveau kan word<strong>en</strong> beschouwd, kunn<strong>en</strong> we de scores van individuele leerling<strong>en</strong><br />

daarmee verbind<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>. Hoe de grootschalige normering van toets<strong>en</strong> vorm kan krijg<strong>en</strong>, wordt<br />

in de volg<strong>en</strong>de paragraaf uitgelegd.<br />

1.4 Waarmee toets<strong>en</strong>? De <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

leerlingvolgsysteem<br />

Uit de in paragraaf 1.2 <strong>en</strong> 1.3 bedoelde onafhankelijke, rechtstreeks van de eindterm<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong>de,<br />

g<strong>en</strong>ormeerde taalvaardigheidstoets<strong>en</strong>, is het onderhavige leerlingvolgsysteem opgebouwd. Wat verstaan<br />

we nu precies onder e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem? In deze paragraaf staan we daar ev<strong>en</strong> bij stil: bij de zin<br />

<strong>en</strong> de functie van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem, bij de criteria waaraan het geacht wordt te voldo<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

verschill<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> waaruit het kan bestaan.<br />

Pleidooi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> kwaliteitsbewaking in het onderwijs, e<strong>en</strong> goed doordacht <strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> alle leerjar<strong>en</strong><br />

merkbaar schoolbeleid, e<strong>en</strong> aanpak die het resultaat is van planmatig handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> overleg van het hele<br />

schoolteam <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t, klink<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> luider dan ooit. Dit is niet de plaats om op die algem<strong>en</strong>e<br />

t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in te gaan, maar het moge duidelijk zijn dat e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem daarin e<strong>en</strong> belangrijke<br />

rol te vervull<strong>en</strong> heeft. Onder ‘leerlingvolgsysteem’ verstaan we e<strong>en</strong> geheel van evaluatiemiddel<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

11


12<br />

(toets<strong>en</strong>) waarmee op vaste tijdstipp<strong>en</strong>, verspreid over de basisschool, de evolutie <strong>en</strong> positie van<br />

leerling<strong>en</strong> m.b.t. tot bepaalde basisvaardighed<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> objectieve <strong>en</strong> vergelijkbare wijze kan<br />

word<strong>en</strong> gevolgd, met de bedoeling in te grijp<strong>en</strong> wanneer de evolutie of positie niet gunstig is. Deze<br />

definitie zegt al heel wat, maar zeker niet alles <strong>en</strong> niet precies g<strong>en</strong>oeg. Daarom zett<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong> de<br />

gangbare criteria <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goed leerlingvolgsysteem (hieronder afgekort tot LVS) <strong>en</strong> de fas<strong>en</strong> die er<br />

traditioneel in onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje. [noot 2, pag. 30]. Om de criteria te concretiser<strong>en</strong>,<br />

illustrer<strong>en</strong> we ze telk<strong>en</strong>s aan de hand van dit leerlingvolgsysteem VLOT, waar dan in paragraaf 2 nog<br />

verder wordt op ingegaan.<br />

- E<strong>en</strong> LVS heeft betrekking op de gehele basisschool.<br />

Met ‘gehele’ basisschool word<strong>en</strong> zowel het kleuter- als lager onderwijs bedoeld. VLOT beslaat echter niet<br />

dat volledige veld. In principe richt het zich, met mogelijkheid tot latere uitbreiding, op de vijf hoogste<br />

leerjar<strong>en</strong> van de lagere school, d.w.z. het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong>.<br />

Voor de laatste kleuterklas <strong>en</strong> het eerste <strong>leerjaar</strong> bestaan reeds de TALK (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang<br />

Laatste Kleuterklas) <strong>en</strong> de TAL (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang Lager onderwijs) [noot 3, pag. 30].<br />

De algem<strong>en</strong>e taalvaardigheidsscores die leerling<strong>en</strong> op deze toets<strong>en</strong> behal<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> als aanknopingspunt<br />

<strong>voor</strong> VLOT word<strong>en</strong> gebruikt.<br />

- E<strong>en</strong> LVS heeft betrekking op de basisvaardighed<strong>en</strong>.<br />

Onder ‘basisvaardighed<strong>en</strong>’ wordt dan meestal verstaan: lez<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. In de praktijk<br />

word<strong>en</strong> de eerste twee meestal omgezet in de goed meetbare vaardighed<strong>en</strong> spelling <strong>en</strong> technisch lez<strong>en</strong>.<br />

Slechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel LVS gaat verder <strong>en</strong> probeert werkelijk het totale veld van leerinhoud<strong>en</strong> <strong>voor</strong> Nederlands<br />

op de basisschool te beslaan. Daarbij kom<strong>en</strong> dan ook de meer globale vaardighed<strong>en</strong> aan bod, waarop<br />

ook VLOT zich toespitst: de vier vaardighed<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Daarnaast bevat<br />

VLOT ook edit-toets<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong> van de globale taalvaardigheid.<br />

- E<strong>en</strong> LVS is methode-overstijg<strong>en</strong>d.<br />

Op de beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico’s die toets<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>, die al te nauw aansluit<strong>en</strong> bij het gevolgde onderwijstraject<br />

of de gebruikte methode zijn we al in paragraaf 1.2 ingegaan. Het is nodig voldo<strong>en</strong>de kritisch<br />

<strong>en</strong> onafhankelijk na te gaan of het onderwijs wel is afgestemd op de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op de<br />

goede weg zijn om deze te bereik<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> van VLOT voldo<strong>en</strong> aan deze <strong>voor</strong>waarde, omdat ze bij<br />

ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele specifieke methode of traject aansluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijgevolg door iedere<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt.<br />

Enkele, eerder technische criteria waaraan e<strong>en</strong> LVS moet voldo<strong>en</strong> zijn:<br />

- betrouwbaarheid,<br />

- validiteit,<br />

- objectieve scoorbaarheid <strong>en</strong><br />

- vergelijkbaarheid van de toetsscores.<br />

Betrouwbare toets<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> betrouwbare resultat<strong>en</strong> op, d.w.z. dat ze e<strong>en</strong> nauwkeurig beeld gev<strong>en</strong> van<br />

iemands kunn<strong>en</strong> in het getoetste domein. Die nauwkeurigheid wordt des te belangrijker naarmate m<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> met elkaar wil gaan vergelijk<strong>en</strong>, wat het geval is bij e<strong>en</strong> LVS. Bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toets kan<br />

m<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> heel aantal stapp<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> om de betrouwbaarheid te vergrot<strong>en</strong>: zo lever<strong>en</strong> precieze instructies,<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


voldo<strong>en</strong>de verschill<strong>en</strong>de items <strong>en</strong> e<strong>en</strong> toetsformaat waarmee de leerling<strong>en</strong> vertrouwd zijn, al heel wat garanties<br />

op goede betrouwbaarheid. Voor de toets<strong>en</strong> van VLOT wordt de betrouwbaarheid ook statistisch<br />

berek<strong>en</strong>d op basis van proefafnames. Er wordt gestreefd naar e<strong>en</strong> coëfficiënt van 0,85 (Cronbach’s alfa)<br />

maar 0,75 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer 0,70 word<strong>en</strong> ook nog als voldo<strong>en</strong>de beschouwd om van e<strong>en</strong> goed<br />

betrouwbare toets te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>.<br />

Validiteit betek<strong>en</strong>t simpelweg dat m<strong>en</strong> zekerheid moet hebb<strong>en</strong> over het feit dat m<strong>en</strong> met de toets<strong>en</strong> wel<br />

meet wat m<strong>en</strong> beoogt te met<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> LVS wordt ook dat weer des te belangrijker. Immers, als m<strong>en</strong><br />

de resultat<strong>en</strong> op meerdere toets<strong>en</strong> met elkaar wil vergelijk<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> er zeker van te zijn dat wel<br />

degelijk die ding<strong>en</strong> getoetst zijn die m<strong>en</strong> wilde toets<strong>en</strong>. Uit het bov<strong>en</strong>staande mag duidelijk geword<strong>en</strong><br />

zijn dat directe toets<strong>en</strong>, het soort toets<strong>en</strong> waaruit VLOT is opgebouwd, e<strong>en</strong> groter garantie bied<strong>en</strong> op<br />

validiteit dan indirecte. Bij deze laatst<strong>en</strong> moet de band tuss<strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> meet <strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> beoogt te<br />

met<strong>en</strong> nog aangetoond word<strong>en</strong>. Bij directe toets<strong>en</strong> is die band verzekerd.<br />

E<strong>en</strong> zoektocht naar manier<strong>en</strong> waarop de in de eindterm<strong>en</strong> bedoelde vaardighed<strong>en</strong> direct, maar ook<br />

zo objectief mogelijk, d.w.z. zonder dat de subjectieve beoordeling van dieg<strong>en</strong>e die de toets<strong>en</strong> scoort<br />

e<strong>en</strong> te grote rol gaat spel<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst <strong>en</strong> gescoord, levert zeker <strong>voor</strong> de receptieve<br />

vaardighed<strong>en</strong> snel e<strong>en</strong> aantal goede toetsformat<strong>en</strong> op. Het blijkt goed mogelijk om luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zo<br />

te toets<strong>en</strong>, dat op <strong>voor</strong>hand kan word<strong>en</strong> bepaald wat als e<strong>en</strong> goed antwoord kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

De productieve vaardighed<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> in dat opzicht moeilijker omdat de uiting<strong>en</strong> die<br />

hier moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescoord, persoonlijker zijn <strong>en</strong> meer uit elkaar lop<strong>en</strong>. Bij sprek<strong>en</strong> is er dan nog de<br />

bijkom<strong>en</strong>de moeilijkheid dat de uiting<strong>en</strong> vluchtig zijn <strong>en</strong> dus mete<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld. T<strong>en</strong>zij<br />

m<strong>en</strong> natuurlijk met e<strong>en</strong> bandopnemer gaat werk<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> VLOT rad<strong>en</strong> we dat ook sterk aan.<br />

De productieve toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> van aanwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hoe ook daar het scor<strong>en</strong><br />

zo objectief mogelijk kan gebeur<strong>en</strong>. Door op <strong>voor</strong>hand te bepal<strong>en</strong> welke criteria bij de beoordeling e<strong>en</strong><br />

rol zull<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat binn<strong>en</strong> die criteria als goed of fout kan word<strong>en</strong> beschouwd, blijkt het toch<br />

mogelijk e<strong>en</strong> heel aantal stapp<strong>en</strong> in de goede richting te zett<strong>en</strong>.<br />

Hoe gaat m<strong>en</strong> nu de toetsscores op verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

elkaar vergelijk<strong>en</strong>? Daartoe is het nodig dat de scores op al die toets<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

vergelijkingsbasis kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teruggebracht, wat ook wel ‘schaling’ wordt g<strong>en</strong>oemd. Daartoe bestaan<br />

meerdere techniek<strong>en</strong> (o.a. perc<strong>en</strong>tielschaling, werk<strong>en</strong> met standaard- of z-scores, didactische leeftijdsequival<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

vordering<strong>en</strong>schal<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t). De techniek die bij VLOT wordt gehanteerd, sluit het dichtst<br />

aan bij het werk<strong>en</strong> met standaardscores <strong>en</strong> vertrekt van de gemiddelde score <strong>en</strong> de standaarddeviatie<br />

van de toets. De standaarddeviatie (SD) staat <strong>voor</strong> de spreiding rond het gemiddelde. In e<strong>en</strong> klas waar<br />

alle leerling<strong>en</strong> ongeveer gelijkwaardig zijn wat betreft taalvaardigheidsniveau, zal de SD klein zijn, in e<strong>en</strong><br />

klas met extreme uitblinkers <strong>en</strong> uitvallers, groot.<br />

Bij VLOT kond<strong>en</strong> alle berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (betrouwbaarheid, gemiddelde score, standaarddeviatie, ...) doorgevoerd<br />

word<strong>en</strong> op de resultat<strong>en</strong> van veel leerling<strong>en</strong> (ongeveer 600) van wie per <strong>leerjaar</strong> de toets<strong>en</strong> werd<br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze afnames vond<strong>en</strong> plaats op 32 verschill<strong>en</strong>de Vlaamse basisschol<strong>en</strong>, die als repres<strong>en</strong>tatief<br />

<strong>voor</strong> de Vlaamse situatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd: er war<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> uit de verschill<strong>en</strong>de<br />

geografisch hoek<strong>en</strong>, schol<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de urbanisatiegraad <strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>traties<br />

migrant<strong>en</strong> (<strong>voor</strong> wie Nederlands de tweede taal is), <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> uit de drie onderwijsnett<strong>en</strong>. Deze<br />

grootschalige afnames maakt<strong>en</strong> het mogelijk bij de toets<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>, die ons e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

13


14<br />

van wat als gemiddeld resultaat op de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verwacht. De score van elke individuele<br />

leerling <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hele klas kan aan deze norm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong> <strong>en</strong> ermee word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>.<br />

We onderscheid<strong>en</strong> vijf normcategorieën, die elk e<strong>en</strong> letter meekrijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> appreciatie,<br />

afhankelijk van de positie t<strong>en</strong> opzichte van het gemiddelde:<br />

A (goed) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die meer dan 1 SD bov<strong>en</strong> het gemiddelde ligt .<br />

B (goede middelmaat) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong> 1 SD erbov<strong>en</strong> ligt.<br />

C (zwakke middelmaat) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong> 1 SD eronder ligt.<br />

D (zwak) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 SD’s onder het gemiddelde ligt.<br />

E (zeer zwak) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die meer dan 2 SD’s onder het gemiddelde ligt.<br />

Voor e<strong>en</strong> toets op 20, met als gemiddelde 15, 5 <strong>en</strong> SD 2, betek<strong>en</strong>t dat:<br />

A = 18, 19 of 20<br />

B = 16 of 17<br />

C = 14 of 15<br />

D = 12 of 13<br />

E = 11 of minder.<br />

De keuze <strong>voor</strong> deze normcategorieën houdt in dat er wordt gestreefd naar e<strong>en</strong> gemiddelde score op de<br />

toets<strong>en</strong> van ongeveer 70 %. Het is immers <strong>voor</strong>al de bedoeling de grote groep zwakke scoorders (i.e. zij<br />

die onder het gemiddelde scor<strong>en</strong>) goed van elkaar te kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet zozeer de sterke<br />

van de heel sterke leerling<strong>en</strong>. Daarom definiër<strong>en</strong> we slechts twee categorieën bov<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong><br />

drie eronder. We will<strong>en</strong> namelijk van de uitvallers wet<strong>en</strong> of ze e<strong>en</strong> beetje, sterk of heel sterk uitvall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hoe groot bijgevolg hun achterstand is.<br />

Bij elke toets kan m<strong>en</strong> dus de norm<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de scores van de leerling<strong>en</strong> in die norm<strong>en</strong> omzett<strong>en</strong>.<br />

Over toets<strong>en</strong> he<strong>en</strong>, kan dan vastgesteld word<strong>en</strong> hoe leerling<strong>en</strong> of klass<strong>en</strong> evoluer<strong>en</strong>. Blijv<strong>en</strong> ze in dezelfde<br />

categorieën, gaan ze <strong>voor</strong>uit of achteruit <strong>en</strong> wat betek<strong>en</strong>t dat? Doordat telk<strong>en</strong>s wordt vertrokk<strong>en</strong> van de<br />

gemiddelde score, spel<strong>en</strong> onderlinge verschill<strong>en</strong> in moeilijkheidsgraad tuss<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> rol.<br />

Bij VLOT word<strong>en</strong> per toets de norm<strong>en</strong> vermeld. In dit algem<strong>en</strong>e gedeelte vindt m<strong>en</strong> de nodige overzicht<strong>en</strong><br />

om de norm<strong>en</strong> per leerling <strong>en</strong> de verdeling over de normcategorieën per klas te registrer<strong>en</strong>.<br />

Ook aan dit registratiesysteem word<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> hoge eis<strong>en</strong> gesteld. We noem<strong>en</strong> er hieronder <strong>en</strong>kele.<br />

Voor het registratiesysteem van VLOT is er naar gestreefd <strong>en</strong> wordt er nog verder aan gewerkt om zo<br />

goed mogelijk aan de eis<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. Het aan het LVS gekoppelde registratiesysteem moet<br />

- e<strong>en</strong> hoge informatiewaarde hebb<strong>en</strong>, d.w.z. zoveel mogelijk <strong>en</strong> zo specifiek mogelijk de situatie van e<strong>en</strong><br />

leerling of e<strong>en</strong> klas definiër<strong>en</strong>;<br />

- duidelijk <strong>en</strong> inzichtelijk zijn, d.w.z. dat iedere<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> of andere manier bij het LVS betrokk<strong>en</strong> is,<br />

de informatie moet kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> zoals ze bedoeld is;<br />

- cumulatief zijn, d.w.z. dat alle gegev<strong>en</strong>s er systematisch in moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gebracht;<br />

- simpel <strong>en</strong> toegankelijk zijn, <strong>en</strong> dus bruikbaar zonder al te veel extra studie <strong>en</strong> lectuur.<br />

Op de praktische richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het gebruik van het registratiesysteem bij VLOT gaan we in paragraaf<br />

2.3 in.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


T<strong>en</strong>slotte moet<strong>en</strong> alle toets<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet in het minst die van e<strong>en</strong> LVS, omdat het er zoveel zijn, economisch<br />

zijn wat betreft tijdsgebruik. Toets<strong>en</strong> is iets dat moet gebeur<strong>en</strong>, daar gaan we hieronder nog nader op<br />

in. Maar iedere<strong>en</strong> zal het erover e<strong>en</strong>s zijn dat het aandeel van toets<strong>en</strong> in de toch al zo beperkt beschikbare<br />

onderwijstijd zo klein mogelijk moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>, zodat er zoveel mogelijk tijd overblijft <strong>voor</strong><br />

het onderwijs zelf. Dat betek<strong>en</strong>t dat:<br />

- de toets<strong>en</strong> van het LVS zoveel mogelijk groepsgewijs moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Voor de toets<strong>en</strong> op luister-, lees- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid <strong>en</strong> de edit-toets<strong>en</strong> in VLOT kunn<strong>en</strong> we kort zijn.<br />

Alle toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> klassikaal word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Uiteraard verdi<strong>en</strong>t het de <strong>voor</strong>keur dat de leerling<strong>en</strong><br />

niet zo dicht bij elkaar zitt<strong>en</strong> dat ze alles kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wat er naast <strong>en</strong> <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> gebeurt. Bij veel toets<strong>en</strong><br />

in de lagere leerjar<strong>en</strong>, waar vaak met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> wordt gewerkt, is het niet altijd evid<strong>en</strong>t<br />

om dat te vermijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> is afname in kleinere groep<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>. Voor spreekvaardigheid<br />

is het uiteraard niet mogelijk om klassikaal te werk<strong>en</strong>. Daar moet<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> individueel word<strong>en</strong><br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

- de afname <strong>en</strong> verwerkingstijd binn<strong>en</strong> redelijke gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

Voor de drie eerstg<strong>en</strong>oemde vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de edit-toets<strong>en</strong> wordt hier gestreefd naar e<strong>en</strong> maximale<br />

afnametijd van e<strong>en</strong> lesuur van 50 minut<strong>en</strong>. Sprek<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> duurt uiteraard langer. De verwerking van<br />

receptieve toets<strong>en</strong> kan heel snel gebeur<strong>en</strong>. Bij elke praktische handleiding in VLOT zit e<strong>en</strong><br />

scoringswijzer waarop heel precies is aangegev<strong>en</strong> wat goed <strong>en</strong> wat fout moet word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Ook<br />

invulblad<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de scores zijn <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong>. Voor de productieve toets<strong>en</strong> is dat ook het geval, maar<br />

daar komt de leestijd van schrijfproduct<strong>en</strong>, het beluister<strong>en</strong> van de spreekopdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> oordeelvaardigheid<br />

over heel persoonlijke uiting<strong>en</strong> bij kijk<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte wordt het ook algeme<strong>en</strong> <strong>voor</strong>delig geacht als het leerlingvolgsysteem gefaseerd kan word<strong>en</strong><br />

ingevoerd. Immers, e<strong>en</strong> LVS betek<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> school meestal e<strong>en</strong> vernieuwing <strong>en</strong> zich daar in inwerk<strong>en</strong><br />

kost tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie. Die twee zijn in de regel niet onbeperkt beschikbaar <strong>voor</strong> één aspect van het<br />

onderwijs <strong>en</strong> daarom lijkt het zinvol om niet alles ine<strong>en</strong>s te will<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>.<br />

Hoewel VLOT op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> afwijkt van de gestelde criteria, lijkt er toch ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om niet van<br />

e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem te sprek<strong>en</strong>. Waarom we nu liever van e<strong>en</strong> volgsysteem sprek<strong>en</strong> dan van e<strong>en</strong><br />

leerlingvolgsysteem, wordt hieronder duidelijk.<br />

In e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem word<strong>en</strong> traditioneel drie fas<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, zijnde signalering, diagnose <strong>en</strong><br />

remediëring of actie. Tijd<strong>en</strong>s de eerste fase, die van de signalering, word<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij<br />

alle leerling<strong>en</strong>, door de toetsafnemer gescoord <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> geregistreerd. Hoe dat bij VLOT<br />

in zijn werk gaat, wordt preciezer uitgelegd in paragraaf 2.<br />

We zijn in het <strong>voor</strong>gaande uitgebreid ingegaan op het nut van methode-overstijg<strong>en</strong>de toets<strong>en</strong> in deze<br />

fase. Deze toets<strong>en</strong> zijn bij elke vorm van onderwijs bruikbaar, onafhankelijk van het traject dat gekoz<strong>en</strong><br />

is om aan taalvaardigheid te werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lesmaterial<strong>en</strong> daartoe aangew<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. In het geval van<br />

VLOT werd als uitgangspunt gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> pakket van 60 toets<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>redig verdeeld over de vier<br />

vaardighed<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

15


16<br />

Dat zou resulter<strong>en</strong> in één toets per vaardigheid per meetmom<strong>en</strong>t (drie per jaar) per <strong>leerjaar</strong>. Het bleek<br />

echter al snel dat dat e<strong>en</strong> ideaalbeeld was, dat op bepaalde punt<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong> bijgesteld. Dat zijn<br />

de volg<strong>en</strong>de:<br />

a Voor het tweede <strong>en</strong> het derde <strong>leerjaar</strong> zijn er minder productieve toets<strong>en</strong> dan <strong>voor</strong> de bov<strong>en</strong>bouw<br />

(<strong>vierde</strong>, vijfde <strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong>).<br />

b Daarteg<strong>en</strong>over staan <strong>en</strong>kele extra luister- <strong>en</strong> leestoets<strong>en</strong>.<br />

c In de bov<strong>en</strong>bouw word<strong>en</strong> twee spreektoets<strong>en</strong> per jaar <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />

d In alle leerjar<strong>en</strong> zijn één of twee edittoets<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Bijlage 1 geeft e<strong>en</strong> overzicht van wat dat als geheel oplevert. Hieronder word<strong>en</strong> de vier punt<strong>en</strong> gemotiveerd.<br />

a De eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn geformuleerd aan de hand van de basisvaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus moet<br />

van meet af aan word<strong>en</strong> nagegaan (getoetst) of de leerling<strong>en</strong> op de goede weg zitt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elk van<br />

die vier vaardighed<strong>en</strong>.<br />

Toch is het onderwijs niet op die manier georganiseerd. Er wordt niet in gelijke verhouding<strong>en</strong> aan de<br />

vaardighed<strong>en</strong> gewerkt. Integ<strong>en</strong>deel: er is e<strong>en</strong> duidelijke evolutie doorhe<strong>en</strong> de lagere school. Waar<br />

aanvankelijk <strong>voor</strong>al de receptieve vaardighed<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong>) c<strong>en</strong>traal staan, is er e<strong>en</strong> geleidelijke<br />

beweging in de richting van meer productief taalgebruik (sprek<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong>), zodat op het einde van<br />

de lagere school de nadruk <strong>voor</strong>al op die vaardighed<strong>en</strong> kan ligg<strong>en</strong>.<br />

Deze evolutie sluit aan bij de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de behoeft<strong>en</strong> van taal-ler<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>. Als we kijk<strong>en</strong><br />

naar eerste-taalverwerving, zi<strong>en</strong> we dat kinder<strong>en</strong> taal ler<strong>en</strong> door eerst het taalaanbod te ontvang<strong>en</strong><br />

(receptief), waarna ze zichzelf beginn<strong>en</strong> uitdrukk<strong>en</strong> (productief). Dat betek<strong>en</strong>t dat begrip verder staat<br />

dan productie. De vaardighed<strong>en</strong> die kinder<strong>en</strong> zo verwerv<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> dan weer de basis <strong>voor</strong> het<br />

verwerv<strong>en</strong> van andere vaardighed<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> die het tweede <strong>leerjaar</strong> aanvatt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> heel eind van deze eerste-taalverwervingsweg<br />

afgelegd. Toch zal de schooltaal, met haar typische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, <strong>voor</strong> ieder van h<strong>en</strong> in meer<br />

of mindere mate e<strong>en</strong> drempel vorm<strong>en</strong>. Die drempel overwinn<strong>en</strong> ze door eerst met veel <strong>en</strong> goed<br />

mondeling taalaanbod te word<strong>en</strong> geconfronteerd <strong>en</strong> dat te prober<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>, om vervolg<strong>en</strong>s zelf te<br />

gaan producer<strong>en</strong>.<br />

Geleidelijk aan komt ook de schriftelijke pool erbij. Dat is ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> rechtlijnige evolutie waarbij<br />

leerling<strong>en</strong> eerst ler<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, dan sprek<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte schrijv<strong>en</strong>, maar wel e<strong>en</strong><br />

reële evolutie waarin zwaartepunt<strong>en</strong> verschuiv<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de lagere school.<br />

In die optiek leek het zinloos om <strong>voor</strong> de twee laagste leerjar<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel productieve toets<strong>en</strong> te<br />

<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> als <strong>voor</strong> de andere leerjar<strong>en</strong>. In het tweede <strong>leerjaar</strong> komt het schrijfonderwijs – we bedoel<strong>en</strong><br />

hier creatief schrijv<strong>en</strong>, niet het technische schrijfproces – aarzel<strong>en</strong>d op gang. VLOT <strong>voor</strong>ziet hier<br />

daarom in slechts één schrijftoets, namelijk op het einde van het derde trimester. Dat heeft als gevolg<br />

dat m<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit <strong>leerjaar</strong> met de toets<strong>en</strong> van VLOT ge<strong>en</strong> evolutie kan schets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> schrijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

ook dat de leerkracht niet kan ingrijp<strong>en</strong> als de toetsresultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>. Maar het is zeer de vraag<br />

of er in dit prille stadium al e<strong>en</strong> evolutie waar te nem<strong>en</strong> valt, die noem<strong>en</strong>swaardig g<strong>en</strong>oeg is om<br />

zinvolle informatie te bevatt<strong>en</strong>?<br />

Frequ<strong>en</strong>t toets<strong>en</strong> van deze prille vaardigheid houdt dan ook het risico in <strong>voor</strong> verkeerde interpretatie<br />

(zie ook verder bij ‘diagnose’). Word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de gerelativeerd?<br />

Gebruikt m<strong>en</strong> die ‘teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de’ resultat<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong> aanleiding om zeer int<strong>en</strong>sief aan de<br />

productieve vaardighed<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> van het tweede <strong>leerjaar</strong> te gaan werk<strong>en</strong>? Dat hoeft niet,<br />

want het schrijfproces bevindt zich nog in het aanvangsstadium <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


ehoefte aan veel taalaanbod <strong>en</strong> ruimte om met ondersteuning te experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, alvor<strong>en</strong>s zij t<strong>en</strong><br />

volle zelfstandig in deze moeilijke vaardigheid kunn<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bloei<strong>en</strong>.<br />

Het overgrote deel van de onderwijstijd moet in het tweede <strong>leerjaar</strong> naar luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />

gaan. Dat zijn de ding<strong>en</strong> waar de leerling<strong>en</strong> op dat mom<strong>en</strong>t aan toe zijn <strong>en</strong> waar zij reeds grote stapp<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>waarts kunn<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>. Later zal het belang van het spreek- <strong>en</strong> luisteronderwijs word<strong>en</strong> afgebouwd,<br />

t<strong>en</strong> <strong>voor</strong>dele van de moeilijkere vaardighed<strong>en</strong>: steeds moeilijkere tekstsoort<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere mogelijke<br />

reactie op toetsresultat<strong>en</strong> die weinig evolutie verton<strong>en</strong>, zou kunn<strong>en</strong> zijn dat m<strong>en</strong> de toetsresultat<strong>en</strong> niet<br />

ernstig neemt <strong>en</strong> het toets<strong>en</strong> van die vaardigheid aan de hand van VLOT <strong>voor</strong> onbepaalde tijd<br />

achterwege laat. Dat is natuurlijk helemaal af te rad<strong>en</strong>, want zo mist m<strong>en</strong> belangrijke signal<strong>en</strong>. Daarom<br />

lijkt het in alle opzicht<strong>en</strong> beter dat leerkracht<strong>en</strong> observer<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong> schrijfvaardigheid<br />

normaal evoluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ze bijstur<strong>en</strong> waar het nodig is. Te vaak systematisch toets<strong>en</strong> van deze prille<br />

vaardigheid zal de leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> eerder afremm<strong>en</strong> dan stimuler<strong>en</strong>.<br />

De score op de schrijftoets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> is het signaal dat meegaat naar het derde<br />

<strong>leerjaar</strong>. E<strong>en</strong> half jaar later, op het einde van het eerste trimester, word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> opnieuw<br />

getoetst. En nog e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> half jaar later, op het einde van het derde <strong>leerjaar</strong>, <strong>voor</strong> de derde maal.<br />

Voor het tweede meetmom<strong>en</strong>t <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> schrijftoets, geheel in overe<strong>en</strong>stemming met wat we<br />

hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> beargum<strong>en</strong>teerd.<br />

Vanaf dan wordt het tempo <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van schrijfvaardigheid opgevoerd. Voor het <strong>vierde</strong>, vijfde<br />

<strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong> is er <strong>voor</strong> deze vaardigheid één toets per meetmom<strong>en</strong>t.<br />

Voor sprek<strong>en</strong> is <strong>voor</strong> het tweede <strong>en</strong> het derde <strong>leerjaar</strong> slechts één toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Dat is één minder<br />

dan in de hogere klass<strong>en</strong>. Ook hier moet<strong>en</strong> de jonge leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al de kans krijg<strong>en</strong> te luister<strong>en</strong>, te<br />

verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> rustig uit te prober<strong>en</strong>. Het gaat langzaam maar zeker. We will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> evolutie<br />

is, maar we kiez<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> niet te frequ<strong>en</strong>t te met<strong>en</strong>. Zo prober<strong>en</strong> we mogelijke negatieve effect<strong>en</strong><br />

(verkeerde interpretatie van de resultat<strong>en</strong>, verlegging van acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de onderwijstijd, gedemotiveerde<br />

leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>) uit te sluit<strong>en</strong>.<br />

b Teg<strong>en</strong>over dit verminderde aantal productieve toets<strong>en</strong> in het tweede <strong>en</strong> derde <strong>leerjaar</strong>, staan extra<br />

receptieve toets<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> luister- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leestoets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leestoets <strong>voor</strong> het<br />

derde <strong>leerjaar</strong>.<br />

Zes receptieve toets<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed beeld van de receptieve vaardighed<strong>en</strong>. Ze gev<strong>en</strong> aan hoe de<br />

leerling evolueert t<strong>en</strong> opzichte van zichzelf, van zijn klas <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> grote groep Vlaamse leerling<strong>en</strong><br />

én hoe zijn klas evolueert t<strong>en</strong> opzichte van zichzelf <strong>en</strong> dat gemiddelde. Dat is zeker nodig in het begin<br />

van de lagere school, waar <strong>voor</strong>al aan deze vaardighed<strong>en</strong> hard wordt gewerkt.<br />

De toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> zo groot mogelijke verscheid<strong>en</strong>heid aan tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaraan<br />

gekoppelde opdracht<strong>en</strong>. Toch is er nog ruimte <strong>voor</strong> <strong>en</strong>kele extra toets<strong>en</strong>, waarin zeer specifieke<br />

tekstsoort<strong>en</strong>, zoals bij<strong>voor</strong>beeld sprookjes <strong>en</strong> versjes, als basis <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> toets word<strong>en</strong> gebruikt. Ook<br />

deze tekstsoort<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> maar word<strong>en</strong> vaak over het hoofd gezi<strong>en</strong> als mogelijke basis<br />

<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> toets.<br />

Deze extra toets<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats waar er ruimte vrijkomt. Zo kom<strong>en</strong> we opnieuw bij vier toets<strong>en</strong><br />

per meetmom<strong>en</strong>t. Deze toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> soepel word<strong>en</strong> ingezet. Voor de vergelijkbaarheid is het<br />

ideaal ze af te nem<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t waarop ze g<strong>en</strong>ormeerd zijn, maar toch di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> dat, in dit<br />

geval, niet al te strikt te hanter<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wat eerder word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo al e<strong>en</strong><br />

indicatie gev<strong>en</strong> van het te verwacht<strong>en</strong> niveau. Hoewel de tekstsoort <strong>en</strong> de opdracht verschill<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong><br />

de afgeleide resultat<strong>en</strong> het mogelijk het algem<strong>en</strong>e niveau van de leerling<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

17


18<br />

De extra toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook wat achteruit word<strong>en</strong> geschov<strong>en</strong>, om het beeld dat m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaald<br />

meetmom<strong>en</strong>t kreeg te bevestig<strong>en</strong> of bij te stell<strong>en</strong>.<br />

De toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook gebruikt word<strong>en</strong> om te peil<strong>en</strong> naar de evolutie van bepaalde leerling<strong>en</strong>,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> die leerling<strong>en</strong> die als gevolg van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> extra stimulans<strong>en</strong> (zie ook<br />

verder onder ‘diagnose’) kreg<strong>en</strong>. Moet m<strong>en</strong> in dit geval de toets<strong>en</strong> dan <strong>en</strong>kel bij die leerling<strong>en</strong><br />

afnem<strong>en</strong>? Dat is niet aan te rad<strong>en</strong>. Het gaat in dit concrete geval over leerling<strong>en</strong> die uitvall<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

opzichte van de rest van de klas. Daarom is de vergelijkbaarheid met de rest van de klas belangrijker<br />

dan ooit.<br />

c Uiteraard primeert de kwaliteit van VLOT op alle andere aspect<strong>en</strong>. Maar kwaliteit kan alle<strong>en</strong> tot haar<br />

recht kom<strong>en</strong>, als zij ook haalbaar is. Met name <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van spreekvaardigheid stelt de vraag<br />

naar die haalbaarheid zich zeer dwing<strong>en</strong>d. In VLOT is getracht om het afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van<br />

spreektoets<strong>en</strong> zo efficiënt mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>, maar de aard van de vaardigheid vraagt nu<br />

e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke investering.<br />

Spreekvaardigheid kan <strong>en</strong>kel individueel verantwoord <strong>en</strong> objectief getoetst word<strong>en</strong>. Daarom kom<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij de toetsafnemer. Deze laatste schetst e<strong>en</strong> situatie waarin de leerling<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> bepaald <strong>leerjaar</strong> sprek<strong>en</strong>d zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze word<strong>en</strong> aangezet om dat<br />

ook te do<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan deze toetsafnames zo <strong>vlot</strong> mogelijk lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> door te zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

klassikale introductie <strong>en</strong> instructie (zie ook paragraaf 2.2), door de leerling<strong>en</strong> zich op <strong>voor</strong>hand te lat<strong>en</strong><br />

inlev<strong>en</strong>, door ze <strong>vlot</strong> achter elkaar te lat<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Maar het blijft e<strong>en</strong> feit dat e<strong>en</strong><br />

spreektoets <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> klas van ongeveer twintig leerling<strong>en</strong> behoorlijk wat tijd <strong>en</strong> organisatietal<strong>en</strong>t<br />

vraagt.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is er bij spreektoets<strong>en</strong> ook de specifieke moeilijkheid van het scor<strong>en</strong>. De uiting<strong>en</strong> van de<br />

leerling<strong>en</strong> zijn vluchtig <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus ofwel mete<strong>en</strong> beoordeeld, ofwel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om<br />

achteraf te beoordel<strong>en</strong>. In het eerste geval blijk<strong>en</strong> er in de praktijk nogal wat fout<strong>en</strong> in de beoordeling<br />

te sluip<strong>en</strong>, omdat het vrijwel onmogelijk is <strong>voor</strong> de beoordelaar om zo geconc<strong>en</strong>treerd <strong>en</strong> nauwgezet<br />

tewerk te gaan dat dit volledig perfect verloopt.<br />

De toetsprestaties van de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus op band word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> achteraf word<strong>en</strong><br />

beoordeeld of op zijn minst geverifieerd. Dat is nog tijdsint<strong>en</strong>siever dan de afnames zelf, hoewel dit<br />

natuurlijk buit<strong>en</strong> de lesur<strong>en</strong> kan gebeur<strong>en</strong>. Wie op e<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>te, objectieve manier tewerk gaat<br />

bij het scor<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dat kan met de scoringswijzers die bij de VLOT-toets<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>), zal luister<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder luister<strong>en</strong>, maar ook opnieuw luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> beoordeling<br />

evaluer<strong>en</strong>, controler<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. In VLOT is getracht om het opzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> spreektoets <strong>en</strong> de<br />

beoordeling ervan zo haalbaar mogelijk te mak<strong>en</strong>, maar de aard van de vaardigheid vraagt e<strong>en</strong><br />

dergelijke tijdsinvestering.<br />

Om al de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde red<strong>en</strong><strong>en</strong> is het niet realistisch te verlang<strong>en</strong> dat leerkracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke<br />

constructie drie keer per jaar opzett<strong>en</strong>. Daarom is het aantal meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> spreekvaardigheid<br />

gereduceerd. De toets<strong>en</strong> met<strong>en</strong> de spreekvaardigheid zo ruim mogelijk. In de meeste gevall<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong><br />

spreektoets bestaan uit meerdere tak<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de aard. In die verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s weer e<strong>en</strong> andere kant van hun spreekvaardigheid demonstrer<strong>en</strong>, opdat de<br />

leerkracht er e<strong>en</strong> zo volledig <strong>en</strong> vergelijkbaar mogelijk beeld van zou krijg<strong>en</strong>. Op die manier word<strong>en</strong><br />

de weinige meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zo optimaal mogelijk b<strong>en</strong>ut.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


d Edit-toets<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> leestoets<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> edit-taak krijgt e<strong>en</strong> lezer e<strong>en</strong> tekst waarin op willekeurige<br />

plaats<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> zijn toegevoegd. Die woord<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> niet thuis in de tekst <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er door de<br />

lezer uit word<strong>en</strong> geschrapt. De score op e<strong>en</strong> edit-taak is e<strong>en</strong> zeer betrouwbare indicatie van de<br />

algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid van de lezer. Ze geeft ge<strong>en</strong> beeld van de leesvaardigheid alle<strong>en</strong>, maar van<br />

de globale taalvaardigheid. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het e<strong>en</strong> taak die kinder<strong>en</strong> al op zeer jonge leeftijd kunn<strong>en</strong><br />

uitvoer<strong>en</strong>. Zowel het uitvoer<strong>en</strong> als het scor<strong>en</strong> ervan, kunn<strong>en</strong> zeer snel gebeur<strong>en</strong>.<br />

Op die plaats<strong>en</strong> in het VLOT-schema waar ge<strong>en</strong> productieve toets<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, is er ruimte <strong>voor</strong><br />

deze zinvolle toetssoort. Om de scores op de toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de vier afzonderlijke vaardighed<strong>en</strong> te<br />

relater<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> meer algem<strong>en</strong>e score, is het aan te rad<strong>en</strong> deze ruimte te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. In de twee<br />

laagste klass<strong>en</strong> gebeurt dat zelfs tweemaal. Daar zijn nog niet zoveel productieve toets<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

indicatie van de algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid kan dan ook alle<strong>en</strong> maar bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> preciezer beeld,<br />

waarbij ondermeer de noodzakelijke transfer van de receptieve naar de productieve vaardighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>traal aandachtspunt is.<br />

VLOT toetst graag direct: vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst door ze te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Edit-toets<strong>en</strong> zijn<br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> indirecte toets<strong>en</strong>: we mak<strong>en</strong> gebruik van e<strong>en</strong> leestaak, om uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over<br />

de globale taalvaardigheid. Uit onderzoek blijkt dat de score op de edit-taak hierover zinvolle informatie<br />

verschaft, dus ook over de luister-, spreek- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid van de leerling<strong>en</strong>. Het is zowat de <strong>en</strong>ige<br />

toetssoort die, gezi<strong>en</strong> de situatie van de lagere school, hier<strong>voor</strong> in aanmerking komt. Vandaar dat we<br />

deze indirecte toets<strong>en</strong> in het pakket opnem<strong>en</strong>.<br />

Het belangrijkste van deze eerste fase is dat ze signal<strong>en</strong> oplevert, precieze gegev<strong>en</strong>s over de positie van<br />

de leerling<strong>en</strong>, de klas <strong>en</strong> de school t<strong>en</strong> opzichte van de doelstelling<strong>en</strong>. Dat is de red<strong>en</strong> waarom we<br />

toets<strong>en</strong>, om te wet<strong>en</strong> of we er met ons onderwijs in slag<strong>en</strong> om de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de taalvaardig te<br />

mak<strong>en</strong>. Daarom is het ook van wez<strong>en</strong>lijk belang dat we de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong><br />

eindpunt zi<strong>en</strong>, maar als e<strong>en</strong> aanknopingspunt <strong>voor</strong> de volg<strong>en</strong>de fase, die van de diagnose. In deze fase<br />

gaat m<strong>en</strong> op zoek naar de oorzak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de problem<strong>en</strong>, die in de eerste fase gesignaleerd zijn. Die<br />

problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich op verschill<strong>en</strong>de niveaus situer<strong>en</strong>. Het kunn<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> zijn van individuele<br />

leerling<strong>en</strong> of van (bijna) e<strong>en</strong> hele klasgroep. Het kunn<strong>en</strong> kleine of grote problem<strong>en</strong> zijn: net onder het<br />

gemiddelde scor<strong>en</strong> is in principe minder erg dan zwaar onder het gemiddelde scor<strong>en</strong>. Het kunn<strong>en</strong> ook<br />

grootschalige problem<strong>en</strong> zijn met meerdere vaardighed<strong>en</strong> of geïsoleerde problem<strong>en</strong> met één vaardigheid<br />

of e<strong>en</strong> deel ervan.<br />

Het is duidelijk dat bij de zoektocht naar de oorzak<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong> naar de specifieke situatie zal<br />

gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>do<strong>en</strong>. Het school- of methode-overstijg<strong>en</strong>de aspect<br />

vervalt dus. Toch moet de zaak nog steeds zo ruim mogelijk word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet ook de hele<br />

omgeving waarbinn<strong>en</strong> het onderwijs plaatsvindt kritisch word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. De oorzak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> niet<br />

mete<strong>en</strong>, zoals in de praktijk vaak het geval is, bij de zwak scor<strong>en</strong>de leerling zelf word<strong>en</strong> gelegd. Meestal<br />

gaat m<strong>en</strong> dan door middel van toets<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de deelaspect<strong>en</strong> van het getoetste verschijnsel<br />

preciezer uitzoek<strong>en</strong> met welke onderdel<strong>en</strong> de leerling dan problem<strong>en</strong> heeft, om daar expliciet <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief<br />

op te gaan train<strong>en</strong>. Die reactie is e<strong>en</strong> gevolg van de visie op taal als opdeelbaar in kleinere onderdel<strong>en</strong><br />

die afzonderlijk word<strong>en</strong> aangebracht (zie bov<strong>en</strong>). Of m<strong>en</strong> zadelt de betreff<strong>en</strong>de leerling van meet af aan<br />

met e<strong>en</strong> onomkeerbaar leerprobleem op.<br />

Als m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ruimer niveau naar oorzak<strong>en</strong> gaat zoek<strong>en</strong> is het in de eerste plaats belangrijk dat het<br />

overleg over problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> oorzak<strong>en</strong> gebeurt in aanwezigheid van alle mogelijke betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er<br />

e<strong>en</strong> positieve sfeer van op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> heerst tuss<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

19


20<br />

Als blijkt dat meerdere klass<strong>en</strong> in één school er niet in slag<strong>en</strong> om met het grootste deel van de leerling<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> aanvaardbaar niveau te behal<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de norm<strong>en</strong>, is het nodig dat er op schoolniveau<br />

wordt overlegd om uit te zoek<strong>en</strong> wat er misloopt. Is er wel e<strong>en</strong> duidelijk beleid uitgestippeld <strong>voor</strong> de<br />

taalvaardigheidsaanpak? Bied<strong>en</strong> de gekoz<strong>en</strong> weg <strong>en</strong> het bijbehor<strong>en</strong>de lesmateriaal voldo<strong>en</strong>de garanties<br />

op succes? Wordt er voldo<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>sgezind aan die weg gewerkt? Is er regelmatig overleg <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>,<br />

zodat de viol<strong>en</strong> weer op elkaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgestemd? <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

Als dat allemaal in orde is, maar in e<strong>en</strong> bepaalde klas veel leerling<strong>en</strong> herhaald ondermaats scor<strong>en</strong>, is het<br />

nodig dat de aanpak in de klas aan e<strong>en</strong> kritisch onderzoek wordt onderworp<strong>en</strong>. Met ‘aanpak’ bedoel<strong>en</strong><br />

we dan zowel de onderwijssituatie (HOE het onderwijs wordt aangepakt) als de aangebrachte leerstof<br />

(WAT er in het onderwijs wordt aangepakt). In teg<strong>en</strong>stelling tot wat meestal wordt aanbevol<strong>en</strong>, zijn wij,<br />

volledig aansluit<strong>en</strong>d bij het <strong>voor</strong>gaande, van oordeel dat eerst bij de situatie, de organisatie <strong>en</strong> ondersteuning<br />

van het onderwijs in de klas e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld <strong>en</strong> pas in tweede<br />

instantie bij de leerstof. Is er in de klas voldo<strong>en</strong>de ruimte <strong>voor</strong> eig<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g van de leerling<strong>en</strong>? Mog<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> zelf op zoek gaan naar de oplossing <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> of wordt die h<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s weer zonder<br />

meer aangereikt? Voel<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak om ding<strong>en</strong> uit te prober<strong>en</strong>? Mog<strong>en</strong><br />

ze fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichzelf verbeter<strong>en</strong>? Is er voldo<strong>en</strong>de aandacht <strong>voor</strong> de grote verscheid<strong>en</strong>heid onder<br />

de leerling<strong>en</strong>? Moet er niet meer naar mogelijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht om de grote groep zwakke<br />

scoorders meer te lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan het onderwijs of meer e<strong>en</strong> beroep te lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op feedback<br />

van hun sterkere medeleerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerkracht? Sluit de aanpak voldo<strong>en</strong>de aan bij wat er in de vorige<br />

leerjar<strong>en</strong> is gebeurd? Wordt er in de juiste verhouding aan de verschill<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong> of onderdel<strong>en</strong><br />

ervan gewerkt? <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Dat zijn uiteraard allemaal school-, klas- of methodespecifieke aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> de oorzak<strong>en</strong> dan toch bij de individuele leerling moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht, moet nog niet mete<strong>en</strong><br />

beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat hij wellicht e<strong>en</strong> probleem heeft met één of ander of alle onderdel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde<br />

vaardigheid. Het is bij<strong>voor</strong>beeld ook mogelijk dat de individuele leeromgeving van het kind hem<br />

verhindert op e<strong>en</strong> bepaalde toets e<strong>en</strong> acceptabele score te behal<strong>en</strong>. Dat kan gaan van e<strong>en</strong> problematische<br />

thuissituatie of e<strong>en</strong> verstoord leerpatroon tot e<strong>en</strong> extra drempel die in de toets ingebouwd zit. Is het<br />

kind misschi<strong>en</strong> om één of andere red<strong>en</strong> minder vertrouwd met het onderwerp van de tekst waarmee in<br />

de toets wordt gewerkt dan de andere leerling<strong>en</strong>? Of heeft het kind e<strong>en</strong> aversie teg<strong>en</strong> dat onderwerp?<br />

Of werd er toch e<strong>en</strong> beroep gedaan op e<strong>en</strong> talig aspect dat de leerling onvoldo<strong>en</strong>de beheerst? Als dat<br />

vermoed wordt, kan er gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van e<strong>en</strong> diagnostische toets om het probleem nader<br />

te definiër<strong>en</strong>. Die diagnostische toets zal dan ook automatisch methode-afhankelijk zijn, omdat m<strong>en</strong> bij<br />

het mak<strong>en</strong> of kiez<strong>en</strong> van deze toets zal uitgaan van e<strong>en</strong> bepaald concept over hoe taalvaardigheid wordt<br />

opgebouwd.<br />

Aan al die vaststelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> diagnoses moet<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte acties word<strong>en</strong> vastgeknoopt, ook weer op de<br />

verschill<strong>en</strong>de niveaus, te beginn<strong>en</strong> bij het hoogste niveau waarop problem<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vastgesteld: op<br />

schoolniveau kunn<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> op de bov<strong>en</strong>gestelde vrag<strong>en</strong> in concrete acties word<strong>en</strong> omgezet.<br />

Die acties moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot meer efficiëntie <strong>en</strong> gerichtheid op de te bereik<strong>en</strong> doel<strong>en</strong>. Op klasniveau<br />

kunn<strong>en</strong> daartoe acties word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> op het niveau van de aangebod<strong>en</strong> tak<strong>en</strong>: er kunn<strong>en</strong> andersoortige<br />

of meer toegankelijke tak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Of er kan e<strong>en</strong> andere b<strong>en</strong>adering word<strong>en</strong><br />

gekoz<strong>en</strong> op het vlak van de individuele of klassikale ondersteuning, de organisatie van de less<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

socio-affectieve context van de klas.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Op leerlingniveau moet al het mogelijke word<strong>en</strong> gedaan om het specifieke probleem van de leerling weg<br />

te werk<strong>en</strong>. Hier will<strong>en</strong> we er<strong>voor</strong> pleit<strong>en</strong> om niet mete<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> uit de klas te hal<strong>en</strong> om geïsoleerd<br />

te gaan train<strong>en</strong> op hun specifieke problem<strong>en</strong>, maar in de eerste plaats te zoek<strong>en</strong> naar manier<strong>en</strong> waarop<br />

de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de klas kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondersteund, zodat ze toch optimaal mee kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong><br />

van het onderwijs. Dat vraagt vaak heel wat differ<strong>en</strong>tiatievaardighed<strong>en</strong> van de leerkracht, e<strong>en</strong> punt<br />

waar zeker in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de bijdrage binn<strong>en</strong> deze handleiding zal word<strong>en</strong> op ingegaan.<br />

De ondernom<strong>en</strong> acties vorm<strong>en</strong> ook weer ge<strong>en</strong> eindpunt. Zij gev<strong>en</strong> aanleiding tot e<strong>en</strong> nieuwe evaluatiecyclus,<br />

te beginn<strong>en</strong> bij signaleringstoets<strong>en</strong>. Die lever<strong>en</strong> weer signal<strong>en</strong> op, waarbij het de bedoeling is dat<br />

die geleidelijk aan positiever word<strong>en</strong>. Waar dat niet het geval is, moet opnieuw e<strong>en</strong> kritische diagnoseronde<br />

het gevolg zijn, die ook weer resulteert in de nodige acties.<br />

De signaleringsfase is zonder meer het sterkst uitgewerkt in VLOT. Zoals we hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

aangetoond, is dat immers de <strong>en</strong>ige fase die <strong>voor</strong> alle schol<strong>en</strong>, klass<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dezelfde is. E<strong>en</strong>s<br />

de signal<strong>en</strong> geleverd <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> vastgesteld, moet in e<strong>en</strong> specifieke context op zoek word<strong>en</strong><br />

gegaan naar oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daartoe kunn<strong>en</strong> uiteraard <strong>en</strong>kel suggesties<br />

<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Omdat VLOT, door het verzamel<strong>en</strong> van resultat<strong>en</strong> op toets<strong>en</strong> die bij alle leerling<strong>en</strong> van alle klass<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> school word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, op zoek wil gaan naar signal<strong>en</strong> van mogelijke problem<strong>en</strong> op school-, klasof<br />

leerlingniveau, om daar op die verschill<strong>en</strong>de niveaus de nodige onderwijsacties aan vast te knop<strong>en</strong>,<br />

sprek<strong>en</strong> we liever van e<strong>en</strong> volgsysteem dan van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem. De leerling<strong>en</strong> als individu<strong>en</strong> die<br />

optimaal van het gebod<strong>en</strong> onderwijs moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> wel de basis van alles, maar het<br />

is slechts door het onderwijs zelf <strong>en</strong> het ruimere kader waarin het plaatsvindt, te verbeter<strong>en</strong>, dat ze er<br />

maximaal van zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

21


22<br />

§2 VLOT: PRAKTISCHE INFORMATIE VOOR IEDEREEN DIE ERMEE AAN<br />

DE SLAG GAAT<br />

2.1 Aard <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling<br />

VLOT, het Volgsysteem Lager Onderwijs: <strong>Taal</strong>vaardigheid, is e<strong>en</strong> geheel van toets<strong>en</strong> dat toelaat de<br />

taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> van het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong> op de voet te volg<strong>en</strong>.<br />

Met de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> nagegaan of de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de spreekvaardig, luistervaardig,<br />

leesvaardig <strong>en</strong> schrijfvaardig word<strong>en</strong>, zodat ze op het eind van de rit de gestelde doel<strong>en</strong> (i.c. de eindterm<strong>en</strong><br />

Nederlands) zull<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. VLOT bevat ook richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat er moet gebeur<strong>en</strong> als gevolg<br />

van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de toetsresultat<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> van VLOT moet<strong>en</strong> in elk <strong>leerjaar</strong>, bij alle leerling<strong>en</strong><br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het einde van elk trimester, dus vóór de kerst-, paas- <strong>en</strong> grote vakantie.<br />

VLOT bestaat uit 60 toets<strong>en</strong> (zie ook paragraaf 1.4 onder ‘signaleringsfase’), of<br />

12 toets<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong>, dat zijn telk<strong>en</strong>s 4 toets<strong>en</strong> per meetmom<strong>en</strong>t:<br />

meetmom<strong>en</strong>t 1: einde 1ste trimester (december)<br />

meetmom<strong>en</strong>t 2: einde 2de trimester (maart/april)<br />

meetmom<strong>en</strong>t 3: einde 3de trimester (juni)<br />

Bijlage 1 geeft e<strong>en</strong> overzicht van wat dat als geheel oplevert. In dat overzicht staat elk vakje <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

toets. Waar e<strong>en</strong> streepje staat (-) wordt ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Waar e<strong>en</strong> vak in twee del<strong>en</strong> is verdeeld, is<br />

e<strong>en</strong> extra toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />

De toets<strong>en</strong> zijn tak<strong>en</strong>, motiver<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> waarin leerling<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />

relevant <strong>en</strong> natuurlijk zijn. In het uitvoer<strong>en</strong> van die opdracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ze taal gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijk gev<strong>en</strong><br />

van het taalvaardigheidsniveau dat ze tot dan toe bereikt hebb<strong>en</strong>. Die toetstak<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> uiteraard<br />

niet te moeilijk zijn. De moeilijkheidsgraad van e<strong>en</strong> taak wordt echter door verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong><br />

bepaald, als daar zijn:<br />

- vaardigheid<br />

- verwerkingsniveau (kopiër<strong>en</strong>d, beschrijv<strong>en</strong>d, structurer<strong>en</strong>d, evaluer<strong>en</strong>d)<br />

- tekstsoort<br />

- publiek<br />

- woord<strong>en</strong>schat<br />

- ...<br />

In paragraaf 1.3 werd dieper ingegaan op deze factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd ook aangeduid hoe de combinatie ervan<br />

tot specifieke tak<strong>en</strong> leidt.<br />

Deze objectief te bepal<strong>en</strong> moeilijkheidsgraad wordt echter in dit volgsysteem gecombineerd met norm<strong>en</strong>.<br />

Die norm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bepaald op basis van afnames bij heel veel leerling<strong>en</strong>, verspreid over heel Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Van die grote groep wordt de gemiddelde score berek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bewerking<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> dan vijf<br />

normcategorieën op. De score van elke individuele leerling op de toets<strong>en</strong> valt binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde normcategorie,<br />

die ook e<strong>en</strong> appreciatie meekrijgt, afhankelijk van de positie t<strong>en</strong> opzichte van het gemiddelde:<br />

A = goed<br />

B = goede middelmaat<br />

C = zwakke middelmaat<br />

D = zwak<br />

E = zeer zwak.<br />

De gemiddelde score van de grote groep Vlaamse leerling<strong>en</strong> ligt tuss<strong>en</strong> B <strong>en</strong> C.<br />

Voor meer uitleg over de berek<strong>en</strong>ing van de norm<strong>en</strong>, verwijz<strong>en</strong> we naar paragraaf 1.4 onder ‘vergelijkbaarheid<br />

van de toetsscores’.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


2.2 Afname van de toets<strong>en</strong><br />

De toets<strong>en</strong> zijn bedoeld om afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door leerkracht<strong>en</strong> zelf. Vaak <strong>en</strong> bij veel leerlingvolgsystem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gestandaardiseerde toets<strong>en</strong> wordt er<strong>voor</strong> gepleit de toets<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> door<br />

iemand die e<strong>en</strong> beetje afstandelijker staat t<strong>en</strong> opzichte van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> erover waakt dat de toets<strong>en</strong><br />

volledig ‘volg<strong>en</strong>s het boekje’ afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is immers absoluut noodzakelijk dat de leerling<strong>en</strong><br />

niet meer, maar ook niet minder <strong>voor</strong>informatie meekrijg<strong>en</strong> dan de bedoeling is. Als ze te weinig <strong>voor</strong>informatie<br />

krijg<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze wellicht niet alles oploss<strong>en</strong> zoals het moet of vertrekk<strong>en</strong> ze van e<strong>en</strong> ongelijke<br />

beginsituatie. Als ze teveel info meekrijg<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> hun scores onev<strong>en</strong>redig hoog uitvall<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />

van de norm<strong>en</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> er op school e<strong>en</strong> onafhankelijke kracht inzetbaar is om al de toets<strong>en</strong> af te nem<strong>en</strong>, zoveel te beter.<br />

Maar als leerkracht<strong>en</strong> zich strikt aan de <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> <strong>voor</strong> afnames houd<strong>en</strong>, is er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel probleem.<br />

Daarom zijn deze <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> ook erg gedetailleerd. We gaan er hier ev<strong>en</strong> op in. In paragraaf 3<br />

passer<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> heleboel praktische ding<strong>en</strong> de revue.<br />

De toets<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op de bedoelde meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, namelijk op het einde van elk<br />

trimester. De afnames kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gespreid over de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de laatste schooldag.<br />

Gedur<strong>en</strong>de die drie wek<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> ook g<strong>en</strong>ormeerd.<br />

Voor de afname di<strong>en</strong>t de leerkracht te beschikk<strong>en</strong> over de praktische handleiding bij de toets in kwestie<br />

<strong>en</strong> het b<strong>en</strong>odigde materiaal. De praktische handleiding kan best al op <strong>voor</strong>hand gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In die<br />

handleiding wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds instructies <strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerkracht<br />

zelf (kleine lettertype), <strong>en</strong> anderzijds wat de leerkracht teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> moet zegg<strong>en</strong> (groter<br />

lettertype). Ook het tekstmateriaal <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> (leestekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> toetsblad<strong>en</strong>) is in deze handleiding<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Het materiaal bestaat meestal uit kopieerblad<strong>en</strong> (op <strong>voor</strong>hand te kopiër<strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel ander materiaal (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>), e<strong>en</strong> geluidscassette (<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> bij sommige luistertoets<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> cassetterecorder (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> o.a. bij spreektoets<strong>en</strong> om de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> op te<br />

nem<strong>en</strong>).<br />

De praktische handleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> kopieerblad<strong>en</strong> zijn terug te vind<strong>en</strong> in de mapp<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong>.<br />

De toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van elkaar onderscheid<strong>en</strong> d.m.v. de pictogramm<strong>en</strong> per vaardigheid <strong>en</strong> het nummer<br />

van het meetmom<strong>en</strong>t.<br />

De afname bestaat uit twee grote del<strong>en</strong>, namelijk de introductie <strong>en</strong> de toets zelf. De introductie vindt<br />

altijd (bij spreektoets<strong>en</strong> zoveel mogelijk) klassikaal plaats <strong>en</strong> kan meerdere bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: het<br />

opwarm<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>, i.e. h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje motiver<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets; ev<strong>en</strong> stilstaan bij e<strong>en</strong> aantal<br />

mogelijke inhoudelijke moeilijkhed<strong>en</strong> die in de toets zull<strong>en</strong> <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>; ev<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het soort taak<br />

dat de leerling<strong>en</strong> in de toets zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (bv. meerkeuze-vrag<strong>en</strong>). Het is van wez<strong>en</strong>lijk belang<br />

dat de introductie plaatsvindt zoals bedoeld, dat er daarbij voldo<strong>en</strong>de aandacht <strong>en</strong> tijd is om alle<br />

leerling<strong>en</strong> aan bod te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, zodat ze allemaal vanuit dezelfde beginsituatie vertrekk<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> dan klassikaal de instructies <strong>voor</strong> de eig<strong>en</strong>lijke toets gegev<strong>en</strong>. In de lagere leerjar<strong>en</strong><br />

wordt daar iets langer bij stilgestaan dan in de hogere. Daar moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> vaak ook nog e<strong>en</strong><br />

aantal instructies individueel <strong>en</strong> schriftelijk verwerk<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>). De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> hier ook al het b<strong>en</strong>odigde<br />

materiaal, bestaande uit tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, leestekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> toetsblad<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat de leerkracht<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

23


24<br />

zich daarbij strikt aan de <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> houdt, zoals die in de praktische handleiding zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>zij dat expliciet wordt vermeld, mog<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de volgorde waarin<br />

de leerling<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> of schrijv<strong>en</strong>. Ook verwijz<strong>en</strong> naar klassikale gewoontes op dat vlak<br />

is bij toets<strong>en</strong> uit d<strong>en</strong> boze. De leerling<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> zelf welke strategieën ze toepass<strong>en</strong> om de taak op te<br />

loss<strong>en</strong>. Dit is echter wel het mom<strong>en</strong>t bij uitstek <strong>voor</strong> de leerkracht om de leerling<strong>en</strong> te observer<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel op de toetsblad<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, de andere blad<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij latere toetsafnames<br />

word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />

Dan gaan alle leerling<strong>en</strong> individueel aan de slag. De aanduiding van de groeperingsvorm bij het begin<br />

van de toets ‘klassikaal/individueel’ betek<strong>en</strong>t dan ook dat alle leerling<strong>en</strong> tegelijkertijd, maar ieder <strong>voor</strong><br />

zich aan het werk<strong>en</strong> zijn.<br />

Tijd<strong>en</strong>s het uitvoer<strong>en</strong> van de toetstaak mag de leerkracht op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze help<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel<br />

kunn<strong>en</strong> de instructies nog e<strong>en</strong>s op dezelfde wijze word<strong>en</strong> herhaald als ze niet goed begrep<strong>en</strong> zijn, maar<br />

extra uitleg (woordverklaring<strong>en</strong>, manier van werk<strong>en</strong>, ...) is uitgeslot<strong>en</strong>.<br />

Wat niet is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de praktische handleiding, di<strong>en</strong>t ook niet verklaard te word<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> zij positief aangespoord word<strong>en</strong> om zelf naar de antwoord<strong>en</strong> op zoek te gaan.<br />

Daarbij moet de toetsafnemer zich er ook bewust van zijn dat in de toets<strong>en</strong> makkelijkere <strong>en</strong> moeilijkere<br />

items zitt<strong>en</strong>. De bedoeling is immers om leerling<strong>en</strong> wat betreft taalvaardigheidsniveau goed van elkaar<br />

te onderscheid<strong>en</strong>. Als alle items ev<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> door alle leerling<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, kan dat uiteraard<br />

niet. Daarom zijn noodzakelijkerwijze bepaalde items te moeilijk <strong>voor</strong> sommige leerling<strong>en</strong>. De leerkracht<br />

moet die leerling<strong>en</strong> dan ook, wanneer ze vastlop<strong>en</strong>, aanspor<strong>en</strong> om verder te gaan, andere ding<strong>en</strong> te<br />

prober<strong>en</strong>, maar verder mag de leerkracht die leerling<strong>en</strong> niet help<strong>en</strong>.<br />

Het geheel van introductie <strong>en</strong> instructies (meestal e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal minut<strong>en</strong>) <strong>en</strong> toets zelf (meestal e<strong>en</strong> 40-tal<br />

minut<strong>en</strong>) moet in principe kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgerond in één lestijd van 50 minut<strong>en</strong>. Als alle leerling<strong>en</strong><br />

nog aan het werk<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> de tijd is om, kan de leerkracht h<strong>en</strong> nog wel wat lat<strong>en</strong> verderwerk<strong>en</strong>. Maar<br />

het heeft ge<strong>en</strong> zin leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> toets te lat<strong>en</strong> star<strong>en</strong>, waar ze toch niet uitrak<strong>en</strong>. Trouw<strong>en</strong>s, het<br />

kunn<strong>en</strong> afrond<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taak binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde tijdslimiet, behoort ook tot de gevraagde<br />

vaardighed<strong>en</strong>.<br />

Dit alles ligt uiteraard anders in het geval van spreektoets<strong>en</strong>. Daar kom<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> na de klassikale<br />

instructie één <strong>voor</strong> één bij de toetsafnemer. Dan word<strong>en</strong> de belangrijkste zak<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s herhaald.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is de leerling aan het woord. Verdere richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> tijdsduur <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel ingrijp<strong>en</strong>, zijn bij<br />

de toets<strong>en</strong> zelf opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

2.3 Scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong><br />

Datg<strong>en</strong>e wat in e<strong>en</strong> toets van de leerling<strong>en</strong> wordt gevraagd, moet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderverdeeld in<br />

kleine deeltjes die afzonderlijk beoordeeld word<strong>en</strong>. Die kleine onderdeeltjes die beoordeeld word<strong>en</strong> noem<strong>en</strong><br />

we items. Bij e<strong>en</strong> toets waarin de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> er meerkeuze-vrag<strong>en</strong> over<br />

beantwoord<strong>en</strong>, is elke meerkeuze-vraag e<strong>en</strong> apart item, waarvan wordt beoordeeld of het goed of fout<br />

beantwoord is. Bij e<strong>en</strong> toetstaak met e<strong>en</strong> tekst over e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin, waar de leerling<strong>en</strong> zoveel mogelijk<br />

nam<strong>en</strong> van dier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong> die ze op de juiste plaats op de tek<strong>en</strong>ing van de dier<strong>en</strong>tuin moet<strong>en</strong><br />

zett<strong>en</strong>, is elk dier e<strong>en</strong> item. Van elk dier wordt bekek<strong>en</strong> of het op de juiste plaats staat of niet.<br />

Elke toets staat dus op e<strong>en</strong> bepaald aantal items. Voor de toets<strong>en</strong> van VLOT is dat aantal items telk<strong>en</strong>s<br />

verschill<strong>en</strong>d, afhankelijk van de taak waar het om gaat. Het is ook niet noodzakelijk e<strong>en</strong> aantal dat<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


makkelijk om te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> is naar e<strong>en</strong> standaardnoemer, omdat dat niet de eerste bedoeling is.<br />

De bedoeling is de scores om te zett<strong>en</strong> naar normcategorieën (zie 1.4 <strong>en</strong> onder).<br />

Nadat de toets is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de product<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescoord. Bij elke<br />

praktische handleiding is in bijlage e<strong>en</strong> scoringswijzer of verbetersleutel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarin heel<br />

precies wordt uitgelegd wat als e<strong>en</strong> goed <strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> slecht antwoord moet word<strong>en</strong> gequoteerd.<br />

E<strong>en</strong> goed antwoord krijgt e<strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong> verkeerd of ge<strong>en</strong> antwoord e<strong>en</strong> 0. Alle items zijn ev<strong>en</strong>waardig <strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> slechts op 1 punt gescoord. Om het scor<strong>en</strong> te vergemakkelijk<strong>en</strong>, kan de scoorder gebruikmak<strong>en</strong><br />

van de scoretabel die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in bijlage is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waar de 1-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 0-<strong>en</strong> afzonderlijk kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> ingevuld. In de bov<strong>en</strong>ste rij van deze tabel staan de nummers van de items zoals in de<br />

verbetersleutel. Dat is meestal de volgorde van de items zoals die <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> op het toetsblad van de<br />

leerling<strong>en</strong>, niet noodzakelijk de volgorde waarin de leerling<strong>en</strong> ze ook gemaakt hebb<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte kan dan <strong>voor</strong> elke leerling de totaalscore berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> door het aantal 1-tjes sam<strong>en</strong> te<br />

tell<strong>en</strong>. De score van de leerling<strong>en</strong> (= het aantal 1-tjes) kan dan word<strong>en</strong> afgezet teg<strong>en</strong> de maximumscore.<br />

Er wordt dus <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> niet vertrokk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste, afgeronde maximumscore waarvan punt<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> afgetrokk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> foute antwoord<strong>en</strong>.<br />

Ook di<strong>en</strong>t de scoorder niet telk<strong>en</strong>s zelf te beoordel<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> antwoord nu juist is of fout. Voor de meest<br />

<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> zijn daarin reeds beslissing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer kan het<br />

<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling nog met e<strong>en</strong> ander soort antwoord op de propp<strong>en</strong> komt, maar meestal zal<br />

de scoorder wel makkelijk e<strong>en</strong> beslissing kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> die in de lijn ligt van de andere. Het is handig<br />

om in die gevall<strong>en</strong> nota’s te nem<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het scor<strong>en</strong>, zodat, als het zich nog e<strong>en</strong>s <strong>voor</strong>doet, consequ<strong>en</strong>t<br />

dezelfde beslissing kan word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Wat we hier stell<strong>en</strong> ligt wel e<strong>en</strong>voudiger <strong>voor</strong> luister-, lees -<strong>en</strong> edittoets<strong>en</strong> dan <strong>voor</strong> spreek- <strong>en</strong><br />

schrijftoets<strong>en</strong>. Daar is immers minder makkelijk te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> welke de antwoord<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> zijn. Bij het ontwikkel<strong>en</strong> van deze toets<strong>en</strong> is wel geprobeerd de tak<strong>en</strong> zo te formuler<strong>en</strong>, dat de<br />

oplossing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde richting moet<strong>en</strong> uitgaan, maar <strong>voor</strong>al de manier waarop die geformuleerd zijn,<br />

is vaak erg persoonlijk. Bij deze toets<strong>en</strong> zijn de scoringswijzers dan ook wat langer, omdat er meer<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaruit volg<strong>en</strong>de beslissing<strong>en</strong> in opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn. Maar als dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die de toets<strong>en</strong><br />

gaan scor<strong>en</strong> de moeite nem<strong>en</strong> deze richtlijn<strong>en</strong> op <strong>voor</strong>hand goed door te nem<strong>en</strong>, zal het weer mogelijk<br />

zijn om objectief te scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de product<strong>en</strong> van alle leerling<strong>en</strong> gelijkwaardig te beoordel<strong>en</strong>.<br />

De verbetersleutels bij deze toets<strong>en</strong> zijn telk<strong>en</strong>s lijst<strong>en</strong> van ding<strong>en</strong> die belangrijk zijn, relevant <strong>voor</strong> het<br />

soort ‘tekst’ dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>. Zo is het bij bepaalde tekstsoort<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald<br />

publiek belangrijker dan bij andere dat de inhoud<strong>en</strong> vormelijk correct geformuleerd zijn. Dat zal telk<strong>en</strong>s<br />

duidelijk word<strong>en</strong> bij de toets<strong>en</strong> zelf.<br />

E<strong>en</strong>s de totaalscores per leerling bek<strong>en</strong>d zijn, kunn<strong>en</strong> deze word<strong>en</strong> omgezet in norm<strong>en</strong>. Daartoe kan<br />

gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van de normtabel of omzettingstabel die ook bij elke toets in bijlage is<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Daarin staat welke score overe<strong>en</strong>komt met welke norm: A, B, C, D of E.<br />

Vergelijk<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> evoluties zi<strong>en</strong> van individuele leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> klass<strong>en</strong> over<br />

toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> he<strong>en</strong> wordt mogelijk wanneer gebruik wordt gemaakt van de overzicht<strong>en</strong> die<br />

hierna in bijlage 2, 3 <strong>en</strong> 4 zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze bijlag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekopieerd <strong>voor</strong> gebruik.<br />

Bijlage 2 is e<strong>en</strong> overzicht per leerling, waarin per toets de behaalde norm moet word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

Bijlage 3 is e<strong>en</strong> overzicht <strong>voor</strong> de hele klas waarin per toets kan word<strong>en</strong> ingevuld hoeveel leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bepaalde norm behaald<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

25


26<br />

Hieronder zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> ingevuld <strong>voor</strong>beeld van elk van deze twee overzicht<strong>en</strong>, met telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> woordje<br />

uitleg over de informatie die we in de tabell<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> naar<br />

toekomstige acties geformuleerd. Daar<strong>voor</strong> verwijz<strong>en</strong> we naar paragraaf 2.4 <strong>en</strong> latere bijdrag<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld van ingevuld overzicht per leerling: norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid<br />

klas: 3B einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

naam: Olivier<br />

luister<strong>en</strong> C B A<br />

sprek<strong>en</strong> B<br />

lez<strong>en</strong> B C D<br />

schrijv<strong>en</strong> C C<br />

edit<br />

In dit ingevulde <strong>voor</strong>beeld zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> heel aantal interessante gegev<strong>en</strong> m.b.t. leerling Olivier. Olivier doet<br />

het over de hele lijn beter <strong>voor</strong> de mondelinge vaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>) dan <strong>voor</strong> de<br />

schriftelijke (lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>). Voor luister<strong>en</strong> boekt hij grote <strong>voor</strong>uitgang. Voor sprek<strong>en</strong> zit hij in de groep<br />

‘goede middelmaat’. Voor lez<strong>en</strong> loopt er duidelijk iets mis bij Olivier: hij gaat sterk achteruit <strong>en</strong> evolueert<br />

zo van de groep ‘goede middelmaat’ naar ‘zwak’. Voor schrijv<strong>en</strong> blijft zijn situatie status quo.<br />

Voorbeeld van ingevuld overzicht per klas: aantal leerling<strong>en</strong> per norm per toets per vaardigheid<br />

klas: 4 einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

25 lln.<br />

A B C D E A B C D E A B C D E<br />

luister<strong>en</strong> 15 3 3 3 1 17 3 3 2 - 17 5 2 1 -<br />

sprek<strong>en</strong> 8 7 7 12 7 6 8 3 1<br />

lez<strong>en</strong> 10 5 5 5 - 11 6 6 2 - 9 6 6 2 2<br />

schrijv<strong>en</strong> 5 4 4 7 5 6 8 4 5 2 8 8 6 4 -<br />

edit<br />

Klas 4 maakt met zijn 25 leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal evoluties door: <strong>voor</strong> luister<strong>en</strong> is er in deze klas duidelijk<br />

ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> probleem. De meerderheid van de klas is bij het begin van het <strong>vierde</strong><br />

<strong>leerjaar</strong> op de goede weg naar de einddoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijft daar ook. Meer zelfs, ook de weinige uitvallers<br />

mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve evolutie door. Voor sprek<strong>en</strong> blijft de situatie, die eig<strong>en</strong>lijk al aan het einde van het<br />

eerste trimester niet zo schitter<strong>en</strong>d is, nag<strong>en</strong>oeg ongewijzigd. Ook <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong> is er weinig evolutie, maar<br />

daar is de situatie van de klas als geheel wel beter. Voor schrijv<strong>en</strong> kan de situatie aanvankelijk ronduit zwak<br />

g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>, maar de aanpak in de loop van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> werpt duidelijk vrucht<strong>en</strong> af.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


2.4 Omgaan met de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong><br />

In paragraaf 1.4 zijn we uitgebreid ingegaan op de fas<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volgsysteem die volg<strong>en</strong> op het<br />

afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>. De toetsresultat<strong>en</strong> zijn namelijk niet meer dan e<strong>en</strong> signaal, e<strong>en</strong> aanduiding van<br />

het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong>. En als dat op kleine of grote schaal niet blijkt te volstaan,<br />

dan moet daar gevolg aan word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Dan moet overleg plaatsvind<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> diagnose te stell<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> het probleem: er moet naar de preciezere oorzaak word<strong>en</strong> gezocht <strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> mogelijke oplossing.<br />

Bij het stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> diagnose moet<strong>en</strong> zowel de school als geheel met haar beleid (op het vlak van<br />

taalvaardigheid), als de klas, zijnde e<strong>en</strong> specifieke leeromgeving waarin op e<strong>en</strong> bepaalde manier wordt<br />

gewerkt, als de individuele leerling, die problem<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong> op het socio-affectieve zowel als op het<br />

vakinhoudelijke vlak, betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is <strong>en</strong>kel indi<strong>en</strong> de zaak voldo<strong>en</strong>de ruim b<strong>en</strong>aderd wordt <strong>en</strong><br />

alles <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> kritisch wordt bekek<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> uiteindelijk de juiste oorzak<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong> kan<br />

vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaraan het juiste gevolg kan gev<strong>en</strong>.<br />

De acties die het gevolg zijn van de signal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de diagnose, zijn de uiteindelijke bedoeling van het<br />

gebruik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> volgsysteem. Wie wil onderzoek<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> met het onderwijs dat ze<br />

krijg<strong>en</strong> op de goede weg zijn, i.e. voldo<strong>en</strong>de taalvaardig word<strong>en</strong> om de eindterm<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>,<br />

moet ook bereid zijn aan de resultat<strong>en</strong> die dat oplevert, gevolg te gev<strong>en</strong>. De ondernom<strong>en</strong> acties<br />

word<strong>en</strong> dan weer geëvalueerd door e<strong>en</strong> nieuwe cyclus toets<strong>en</strong>, die opnieuw signal<strong>en</strong> oplevert, waar<strong>voor</strong><br />

e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> nodig e<strong>en</strong> wijziging in koers moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht. Door die cyclus te blijv<strong>en</strong><br />

herhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>d naar oplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbetering<strong>en</strong> te zoek<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> hopelijk na verloop van tijd<br />

steeds minder negatieve signal<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong>.<br />

Wie hier verder wil op ingaan, kan de algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> in het tweede deel van paragraaf 1.4 in de<br />

praktijk omzett<strong>en</strong>. Dit is echter één van de punt<strong>en</strong> waarop zeker <strong>voor</strong> aanvulling van deze algem<strong>en</strong>e<br />

inleiding zal word<strong>en</strong> gezorgd. Met concrete <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van resultat<strong>en</strong> van schol<strong>en</strong>, klass<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we ton<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> probleemgeval kan of moet word<strong>en</strong> beschouwd <strong>en</strong> hoe daarmee<br />

kan word<strong>en</strong> omgegaan: wie waar op zoek kan gaan naar de oorzak<strong>en</strong> van de vastgestelde problem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> wie welke acties moet ondernem<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

27


28<br />

§3 GOUDEN STELREGELS BIJ HET AFNEMEN VAN DE TOETSEN<br />

- Plan de afname van de toets<strong>en</strong> op de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waar<strong>voor</strong> ze bedoeld zijn:<br />

einde eerste trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kerstvakantie<br />

einde tweede trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de paasvakantie<br />

einde derde trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> van het schooljaar<br />

Neem de toets af op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t waarop de leerling<strong>en</strong> zich optimaal zull<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>.<br />

- Neem de praktische handleiding bij de toets die je gaat afnem<strong>en</strong> uit de map, (kopieer ze),<br />

neem ze op <strong>voor</strong>hand door <strong>en</strong> houd ze ook bij de hand tijd<strong>en</strong>s de afname van de toets.<br />

- Voorzie op <strong>voor</strong>hand het b<strong>en</strong>odigde materiaal <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>. Dat kan zijn:<br />

kopieerblad<strong>en</strong>: u vindt ze achter de praktische handleiding<br />

speciale b<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>: o.a. schrijfgerei (ander dan potlood <strong>en</strong> gom), kleurpotlod<strong>en</strong>, ...<br />

cassetterecorder<br />

cassette: u vindt deze bij de toets in kwestie<br />

...<br />

Informatie over het materiaal staat in het kader, <strong>voor</strong>aan in de praktische handleiding.<br />

- Neem de introductie sam<strong>en</strong> met de leerling<strong>en</strong> door zoals dat in de handleiding staat. In de introductie<br />

word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> gemotiveerd <strong>en</strong> <strong>voor</strong>bereid op de toetstaak. Het is belangrijk:<br />

dat je nagaat of alle leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat van h<strong>en</strong> verwacht wordt,<br />

dat zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong> aan bod kom<strong>en</strong> om hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis mee te del<strong>en</strong>,<br />

dat leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak voel<strong>en</strong> om vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> als ze iets niet begrijp<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

- Geef de leerling<strong>en</strong> de nodige instructies <strong>voor</strong> de toetstaak, precies zoals in de handleiding vermeld<br />

staat, niets minder, maar ook niets meer.<br />

Behandel klassikaal wat klassikaal behandeld moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat de rest aan de leerling<strong>en</strong> zelf over.<br />

Neem schriftelijke instructies niet hardop <strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk door, t<strong>en</strong>zij dat anders vermeld wordt.<br />

Leg ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> uit waarvan je me<strong>en</strong>t dat je leerling<strong>en</strong> ze niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>: kunn<strong>en</strong> omgaan met<br />

moeilijke woord<strong>en</strong>, de betek<strong>en</strong>is van moeilijke woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> uit de context, maakt immers<br />

deel uit van de verschill<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt dus ook mee getoetst.<br />

Herhaal de instructie niet vaker dan vermeld.<br />

- Deel alle blad<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> nodig hebb<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> zeg niet teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> wat ze eerst<br />

moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat erna. Als daar ge<strong>en</strong> instructies over gegev<strong>en</strong> zijn in de handleiding, moet<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> dat zelf besliss<strong>en</strong>. Verwijs ook niet naar gewoontes die jullie op dat vlak hebb<strong>en</strong>.<br />

(Het is anderzijds wel interessant <strong>voor</strong> jezelf om op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t als dit de leerling<strong>en</strong> te observer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

na te gaan welke strategie ze toepass<strong>en</strong>.)<br />

- Laat de leerling<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> aan het werk gaan, nadat alle gezam<strong>en</strong>lijke instructies behandeld zijn.<br />

Laat de leerling<strong>en</strong> zoveel mogelijk met e<strong>en</strong> potlood werk<strong>en</strong>. De aard van de toets<strong>en</strong> is er immers naar<br />

dat leerling<strong>en</strong> zichzelf moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>. En geknoei schept alle<strong>en</strong> maar onduidelijkheid die bij<br />

het scor<strong>en</strong> behoorlijk vervel<strong>en</strong>d kan zijn.<br />

De blad<strong>en</strong> waar tekst<strong>en</strong> op staan die de leerling<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de<br />

schooljaar of in e<strong>en</strong> parallelklas hergebruikt word<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> daar niet op schrijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


- Als je merkt dat individuele leerling<strong>en</strong> niet aan de slag gaan met de taak zoals bedoeld, spoor h<strong>en</strong> dan<br />

aan om het wel te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> herhaal ev<strong>en</strong>tueel nog e<strong>en</strong> keer de instructies. Formuleer deze ev<strong>en</strong>wel<br />

niet volledig anders <strong>en</strong> zeker niet uitgebreider dan <strong>voor</strong>he<strong>en</strong>.<br />

- Als leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> om verduidelijking of hulp bij bepaalde onderdel<strong>en</strong> van de taak of bij bepaalde<br />

woord<strong>en</strong>, antwoord er dan niet rechtstreeks op door de oplossing te gev<strong>en</strong>, maar spoor de leerling<strong>en</strong><br />

aan zelf de oplossing te zoek<strong>en</strong>, door nog e<strong>en</strong>s goed te kijk<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> of lez<strong>en</strong>. Raad h<strong>en</strong> aan verder<br />

te gaan als ze e<strong>en</strong> bepaald onderdeel echt niet vind<strong>en</strong>. Wakker het vertrouw<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in<br />

zichzelf aan.<br />

- Na ongeveer één lestijd van 50 minut<strong>en</strong> moet de toets afgelop<strong>en</strong> zijn. Hanteer die limiet niet al te<br />

strikt — als alle leerling<strong>en</strong> nog volop aan het werk<strong>en</strong> zijn, laat h<strong>en</strong> dan verderwerk<strong>en</strong> — maar ook niet<br />

te rekbaar: het heeft ge<strong>en</strong> zin zwakkere leerling<strong>en</strong> eindeloos op bepaalde moeilijkhed<strong>en</strong> in de toets te<br />

lat<strong>en</strong> star<strong>en</strong>.<br />

noot 1:<br />

De eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn terug te vind<strong>en</strong> in Basisonderwijs: Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>.<br />

Decretale tekst <strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong>. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap —<br />

Departem<strong>en</strong>t Onderwijs — C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie <strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie, 1995.<br />

noot 2:<br />

We baser<strong>en</strong> ons hier onder meer op e<strong>en</strong> bijdrage van P. Gillijns Leerlingvolgsystem<strong>en</strong> in Onderwijskundige<br />

Brochur<strong>en</strong>, Reeks nr. 333, Zwijs<strong>en</strong>, Tilburg, 1991.<br />

noot 3:<br />

TALK (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang Laatste Kleuterklas) <strong>en</strong> TAL (<strong>Taal</strong>toets Aanvang Lager Onderwijs)<br />

werd<strong>en</strong> ontwikkeld door de Werkgroep <strong>Taal</strong>toets<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> werkgroep waarin mederwerkers actief war<strong>en</strong> van<br />

PMS-c<strong>en</strong>tra verbond<strong>en</strong> met alle Vlaamse onderwijsnett<strong>en</strong>, gecoördineerd door de Vlaamse Onderwijsraad<br />

<strong>en</strong> met wet<strong>en</strong>schappelijke ondersteuning door het Steunpunt NT2. Uitgave: Steunpunt Nederlands<br />

als Tweede <strong>Taal</strong>.<br />

Voor info <strong>en</strong> bestelling<strong>en</strong>: 016/32 53 67 (tel) <strong>en</strong> 016/32 53 60 (fax)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

29


30<br />

§4 DE INTRODUCTIE EN VOORBEREIDING OP DE TOETS<br />

Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />

Deze bijdrage gaat dieper in op de introductie <strong>en</strong> de <strong>voor</strong>bereiding op de toets <strong>en</strong> vormt als dusdanig e<strong>en</strong><br />

aanvulling op paragraaf 2.2 van de inleiding (pag. 23-24).<br />

Inleiding<br />

De afname van e<strong>en</strong> toets bestaat uit twee grote del<strong>en</strong>, namelijk de introductie <strong>en</strong> de toets zelf. De<br />

introductie vindt altijd klassikaal plaats <strong>en</strong> kan meerdere bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:<br />

• het ‘opwarm<strong>en</strong>’ van de leerling<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> in de sfeer van de inhoud van de toets lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (niet het toets<strong>en</strong> op zich)<br />

de leerling<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets<br />

• stilstaan bij e<strong>en</strong> aantal inhoudelijke moeilijkhed<strong>en</strong> die in de toets zull<strong>en</strong> <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> (WAT)<br />

• oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het soort taak dat de leerling<strong>en</strong> in de toets zull<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (bv. meerkeuze vrag<strong>en</strong>) (HOE)<br />

Het is van wez<strong>en</strong>lijk belang dat de introductie plaatsvindt zoals bedoeld, zodat alle leerling<strong>en</strong> vanuit<br />

dezelfde beginsituatie vertrekk<strong>en</strong>.<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat van h<strong>en</strong> verwacht wordt.<br />

Zorg er<strong>voor</strong> dat zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong> tijd <strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong> om hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis<br />

mee te del<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak voel<strong>en</strong> om vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> als ze iets niet<br />

begrijp<strong>en</strong>.<br />

Neem vervolg<strong>en</strong>s de instructies <strong>voor</strong> de eig<strong>en</strong>lijke toets gezam<strong>en</strong>lijk door. In de lagere leerjar<strong>en</strong> wordt<br />

daar iets langer bij stilgestaan dan in de hogere. Daar moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> vaak nog e<strong>en</strong> aantal<br />

instructies individueel <strong>en</strong> schriftelijk verwerk<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>). Daarna gaan alle leerling<strong>en</strong> individueel aan de<br />

slag. De aanduiding van de groeperingsvorm bij het begin van de toets ‘klassikaal/individueel’ betek<strong>en</strong>t<br />

dat alle leerling<strong>en</strong> gelijktijdig, maar ieder <strong>voor</strong> zich, aan het werk<strong>en</strong> zijn.<br />

Tijd<strong>en</strong>s het uitvoer<strong>en</strong> van de toetstaak mag de leerkracht op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele manier help<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel<br />

kunn<strong>en</strong> de instructies, als ze niet goed begrep<strong>en</strong> zijn, nog e<strong>en</strong>s op dezelfde wijze word<strong>en</strong> herhaald, maar<br />

extra uitleg (woordverklaring<strong>en</strong>, manier van werk<strong>en</strong>, ...) is uitgeslot<strong>en</strong>. Wat niet is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

praktische handleiding, di<strong>en</strong>t ook niet verklaard te word<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> zij<br />

positief aangespoord word<strong>en</strong> om zelf naar de antwoord<strong>en</strong> op zoek te gaan. Daarbij moet de toetsafnemer<br />

er zich bewust van zijn dat de toets<strong>en</strong> makkelijkere <strong>en</strong> moeilijkere items bevatt<strong>en</strong>. De bedoeling<br />

van de toets<strong>en</strong> is leerling<strong>en</strong> wat betreft taalvaardigheidsniveau goed van elkaar te onderscheid<strong>en</strong>. Als alle<br />

items ev<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> door alle leerling<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, kan dat uiteraard niet. Daarom zijn<br />

noodzakelijkerwijze bepaalde items te moeilijk <strong>voor</strong> sommige leerling<strong>en</strong>. De leerkracht moet die leerling<strong>en</strong><br />

dan ook, wanneer ze vastlop<strong>en</strong>, aanspor<strong>en</strong> verder te gaan <strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de items te prober<strong>en</strong>.<br />

Het geheel van introductie <strong>en</strong> instructies neemt meestal e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal minut<strong>en</strong> in beslag.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Soort<strong>en</strong> introducties <strong>en</strong> instructies <strong>en</strong> het belang ervan<br />

De aard van de introductie wordt bepaald door de aard van de toetstaak. We kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> invulling<br />

die zo logisch <strong>en</strong> natuurlijk mogelijk <strong>voor</strong>afgaat aan de eig<strong>en</strong>lijke toets.<br />

Is het niet evid<strong>en</strong>t dat de leerling<strong>en</strong>, wanneer ze als toets e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> (<strong>en</strong> daarbij blijk<br />

gev<strong>en</strong> van goed begrip van de instructies), e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> waarom ze die tek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>?<br />

Of wanneer de leerling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> toets e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om zijn kamer op te ruim<strong>en</strong> door alle<br />

spull<strong>en</strong> op de juiste plaats te zett<strong>en</strong>, ze op <strong>voor</strong>hand ev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over het opruim<strong>en</strong> van hun<br />

eig<strong>en</strong> kamer, zodat ze zich helemaal kunn<strong>en</strong> inlev<strong>en</strong>?<br />

Of wanneer ze e<strong>en</strong> moeilijke tekst moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> over vlagg<strong>en</strong> of schrijvers, de leerkracht op <strong>voor</strong>hand<br />

ev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met h<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje zet wat ze al wet<strong>en</strong> over deze ding<strong>en</strong>, zodat ze zich gewap<strong>en</strong>d voel<strong>en</strong><br />

om de moeilijke taak uit te voer<strong>en</strong>?<br />

Of wanneer we h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> taak lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> die over e<strong>en</strong> heel specifiek iets gaat waar ze misschi<strong>en</strong> niet<br />

alles van afwet<strong>en</strong> (bv. over op kamp gaan, reclame), op <strong>voor</strong>hand ev<strong>en</strong> de belangrijkste begripp<strong>en</strong> die<br />

bij dat veld hor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangehaald <strong>en</strong> verklaard?<br />

Of wanneer ze e<strong>en</strong> brief moet<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, ze e<strong>en</strong> schets krijg<strong>en</strong> van de situatie waarbinn<strong>en</strong> ze dat<br />

moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>?<br />

Of wanneer ze e<strong>en</strong> soort opdracht moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> die ze wellicht nog niet eerder hebb<strong>en</strong> gedaan<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing bepaalde ding<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere bijtek<strong>en</strong><strong>en</strong>) ze daar ev<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> op<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />

Met al deze vrag<strong>en</strong>, waarop het antwoord ons inszi<strong>en</strong>s volmondig ‘ja’ moet zijn, hebb<strong>en</strong> we mete<strong>en</strong> de<br />

belangrijkste soort<strong>en</strong> introducties nog e<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> rijtje gezet. In de praktijk zal je vaak e<strong>en</strong> combinatie<br />

van de verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> aantreff<strong>en</strong>. Zo zi<strong>en</strong> we hieronder, in de introductie bij e<strong>en</strong> luistertoets<br />

<strong>voor</strong> het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> over recept<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> situatieschets waarin mete<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> aantal vakbegripp<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> meegegev<strong>en</strong>, gevolgd door e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>item.<br />

Houd e<strong>en</strong> kort gesprek met de leerling<strong>en</strong> over kok<strong>en</strong>.<br />

Hebb<strong>en</strong> jullie zelf al e<strong>en</strong>s gekookt? Hebb<strong>en</strong> jullie dan e<strong>en</strong> kookboek gebruikt? Was het e<strong>en</strong> kinderkookboek<br />

of e<strong>en</strong> kookboek <strong>voor</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>? Stond<strong>en</strong> er pr<strong>en</strong>tjes of foto’s bij de recept<strong>en</strong> in het<br />

kookboek? Wat was er op die pr<strong>en</strong>tjes/foto’s te zi<strong>en</strong>? Kon je erop zi<strong>en</strong> hoe je elke stap in het recept moest<br />

uitvoer<strong>en</strong>: zoals bij<strong>voor</strong>beeld hoe je e<strong>en</strong> bepaalde gro<strong>en</strong>te moest snijd<strong>en</strong>? Of toond<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes alle<strong>en</strong> hoe<br />

de gerecht<strong>en</strong> er uitzi<strong>en</strong> als ze klaar zijn? In kinderkookboek<strong>en</strong> staan heel vaak pr<strong>en</strong>tjes die stap <strong>voor</strong> stap<br />

lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je het recept moet volg<strong>en</strong>. Dat is om het kok<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje gemakkelijker te mak<strong>en</strong>.<br />

Br<strong>en</strong>g het begrip ‘recept’ (e<strong>en</strong> tekst waarin heel precies staat uitgelegd hoe je e<strong>en</strong> bepaald gerecht moet<br />

klaarmak<strong>en</strong>) expliciet aan. Niet alle leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dit begrip <strong>en</strong> het is van belang dat alle leerling<strong>en</strong><br />

goed wet<strong>en</strong> wat er precies mee bedoeld wordt. Je kan de uitleg illustrer<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele kookboek<strong>en</strong>.<br />

Bij e<strong>en</strong> recept staat ook altijd wat je allemaal nodig hebt om het gerecht klaar te mak<strong>en</strong>. Soms zijn er<br />

ding<strong>en</strong> bij die je nog niet k<strong>en</strong>t. Dat is dan wel e<strong>en</strong> beetje lastig bij het kok<strong>en</strong>, want dan weet je niet<br />

precies wat er allemaal in je gerecht moet. Het is dus belangrijk dat je goed weet wat al die ding<strong>en</strong> zijn<br />

die in je gerecht moet<strong>en</strong>. Wet<strong>en</strong> jullie wat e<strong>en</strong> ‘paprika’ is? En e<strong>en</strong> ‘olijf’? En k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong><br />

‘komkommer’?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

31


32<br />

Deze ingrediënt<strong>en</strong> (Je hoeft dit woord niet te gebruik<strong>en</strong>.) kan je op de volg<strong>en</strong>de manier aan de leerling<strong>en</strong><br />

uitlegg<strong>en</strong>. Toon aan de leerling<strong>en</strong> ook het blad (bijlage A) waar deze ding<strong>en</strong> op afgebeeld staan. Vergroot<br />

ev<strong>en</strong>tueel de afbeelding<strong>en</strong>. Zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het goed kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat<br />

alle leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat deze ingrediënt<strong>en</strong> juist zijn.<br />

- paprika: e<strong>en</strong> harde gro<strong>en</strong>te die in verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong> bestaat: gro<strong>en</strong>, rood, geel <strong>en</strong> zelfs oranje;<br />

paprika’s word<strong>en</strong> in blokjes, ring<strong>en</strong> <strong>en</strong> reepjes gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> in zowel koude als warme gerecht<strong>en</strong>.<br />

- olijf: de vrucht van de olijfboom; er zijn zwarte <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e olijv<strong>en</strong>; van olijv<strong>en</strong> wordt ook olie gemaakt:<br />

olijfolie; olijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke smaak; veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lust<strong>en</strong> ze niet; ander<strong>en</strong> zijn er dol op<br />

- komkommer: e<strong>en</strong> langwerpige vrucht met e<strong>en</strong> donkergro<strong>en</strong>e schil <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lichtgro<strong>en</strong>e binn<strong>en</strong>kant; e<strong>en</strong><br />

komkommer wordt meestal in schijfjes gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> zit vaak in salades<br />

Dit gesprek heeft als doel de leerling<strong>en</strong> vertrouwd te mak<strong>en</strong> met hoe e<strong>en</strong> kookboek er uitziet, wat e<strong>en</strong><br />

recept precies is <strong>en</strong> dat er bij e<strong>en</strong> recept soms pr<strong>en</strong>tjes/foto’s staan die ton<strong>en</strong> hoe je de verschill<strong>en</strong>de<br />

stapp<strong>en</strong> in het recept juist moet uitvoer<strong>en</strong>. Er kom<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> aantal ingrediënt<strong>en</strong> aan bod waarmee de<br />

leerling<strong>en</strong> wellicht minder vertrouwd zijn.<br />

Ga na dit gesprekje over tot het kader van de toets.<br />

Ik ga jullie nu vertell<strong>en</strong> over Johan. Johan is iemand die veel kookt, want hij is kok. En vandaag moet hij<br />

e<strong>en</strong> heel m<strong>en</strong>u bereid<strong>en</strong>. Hij wil drie verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> klaarmak<strong>en</strong>. Maar het kookboek van Johan de<br />

kok ligt uit elkaar. Hij heeft de recept<strong>en</strong> nog <strong>en</strong> ook de pr<strong>en</strong>tjes die lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je het recept precies<br />

moet uitvoer<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes door elkaar. En er ligg<strong>en</strong> ook pr<strong>en</strong>tjes van andere recept<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong>. Nu vraagt Johan of jullie hem will<strong>en</strong> help<strong>en</strong>. Hij zal de recept<strong>en</strong> stap <strong>voor</strong> stap <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> jullie<br />

moet<strong>en</strong> dan de juiste pr<strong>en</strong>tjes bij die stapp<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. Dan weet Johan straks precies hoe hij alles moet<br />

klaarmak<strong>en</strong>.<br />

Deel de blad<strong>en</strong> met pr<strong>en</strong>tjes (bijlage B) uit. Vertel de leerling<strong>en</strong> dan het volg<strong>en</strong>de:<br />

Johan de kok zal jullie drie verschill<strong>en</strong>de recept<strong>en</strong> <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong>: eerst e<strong>en</strong> recept om e<strong>en</strong> Franse Salade te<br />

mak<strong>en</strong>, daarna e<strong>en</strong> recept om Eier<strong>en</strong> met Worstjes te bereid<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot slot e<strong>en</strong> recept om Lamsvlees<br />

met Erwtjes te mak<strong>en</strong>. Maar allereerst gaat Johan vertell<strong>en</strong> hoe je Worstjes kan klaarmak<strong>en</strong>. Dat doet<br />

hij om te zi<strong>en</strong> of jullie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat je precies moet do<strong>en</strong> om hem te help<strong>en</strong>.<br />

Jullie zi<strong>en</strong> op de blad<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> jullie ligg<strong>en</strong>, per recept e<strong>en</strong> reeks pr<strong>en</strong>tjes. Jullie wet<strong>en</strong> ondertuss<strong>en</strong><br />

dat die pr<strong>en</strong>tjes lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je de verschill<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> in het recept moet uitvoer<strong>en</strong>. Maar in elke reeks<br />

pr<strong>en</strong>tjes staan er pr<strong>en</strong>tjes te veel. Er zull<strong>en</strong> per recept dus pr<strong>en</strong>tjes zijn die je niet moet gebruik<strong>en</strong>. En<br />

de pr<strong>en</strong>tjes staan ook niet in de goede volgorde. Jullie zull<strong>en</strong> dus heel goed moet<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar elke<br />

stap in het recept <strong>en</strong> ook heel goed naar de pr<strong>en</strong>tjes moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, zodat jullie wet<strong>en</strong> welk pr<strong>en</strong>tje uit<br />

de reeks bij welke stap hoort.<br />

Per stap zoek je zo het bijpass<strong>en</strong>de pr<strong>en</strong>tje. Op je toetsblad staan lege vakjes met nummers onder de<br />

nam<strong>en</strong> van de recept<strong>en</strong>. Elke stap die wordt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> nummer <strong>en</strong> het vakje dat bij die stap<br />

hoort, heeft hetzelfde nummer. Als je telk<strong>en</strong>s de letter van het juiste pr<strong>en</strong>tje in dat vakje invult, staan de<br />

pr<strong>en</strong>tjes vanzelf in de juiste volgorde. Begrijp<strong>en</strong> jullie dit? Weet iedere<strong>en</strong> wat hij straks moet do<strong>en</strong>?<br />

Jullie krijg<strong>en</strong> nu ev<strong>en</strong> de tijd om naar de pr<strong>en</strong>tjes te kijk<strong>en</strong>. Dan weet je wat er allemaal precies op staat.<br />

Maar je mag er niet met de andere leerling<strong>en</strong> over prat<strong>en</strong>. Bekijk de pr<strong>en</strong>tjes dus in stilte.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Ga na <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> over tot het <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> van de eerste stap <strong>voor</strong> het bereid<strong>en</strong> van het eerste gerecht:<br />

Worstjes.<br />

Zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het juiste blad met pr<strong>en</strong>tjes <strong>voor</strong> zich hebb<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Het zoek<strong>en</strong> van de<br />

juiste pr<strong>en</strong>tjes bij de twee stapp<strong>en</strong> om worstjes te bereid<strong>en</strong>, geldt als oef<strong>en</strong>ing om de leerling<strong>en</strong><br />

vertrouwd te mak<strong>en</strong> met de procedure <strong>en</strong> het soort tekst dat ze <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Zij moet<strong>en</strong> goed<br />

luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> de letters van de pr<strong>en</strong>tjes die pass<strong>en</strong> bij de stapp<strong>en</strong> die jij <strong>voor</strong>leest in de lege vakjes onder<br />

het eerste recept van hun toetsblad schrijv<strong>en</strong>.<br />

1 Snijd e<strong>en</strong> lange worst in kleine stukjes.<br />

2 Zet e<strong>en</strong> pan op het vuur. Als de pan warm is, doe je er de stukjes worst in. Laat de worstjes vijf<br />

minut<strong>en</strong> bakk<strong>en</strong>. Dan zijn ze klaar <strong>en</strong> kan je ze opet<strong>en</strong>.<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> beide items correct opgelost hebb<strong>en</strong>.<br />

Zoniet, herhaal het dan nog e<strong>en</strong> keer <strong>en</strong> bespreek expliciet de link tuss<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> tekst <strong>en</strong> het<br />

pr<strong>en</strong>tje bij de twee items. Leg er de nadruk op dat de leerling<strong>en</strong> naar alle details op de pr<strong>en</strong>tjes kijk<strong>en</strong>,<br />

want daardoor kom<strong>en</strong> ze te wet<strong>en</strong> welk pr<strong>en</strong>tje precies bij de stap past. Sommige pr<strong>en</strong>tjes lijk<strong>en</strong> immers<br />

e<strong>en</strong> beetje op het goede pr<strong>en</strong>tje, maar er staan dan ding<strong>en</strong> op die je niet moet do<strong>en</strong> bij de stap die jij<br />

hebt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong>. Zo zi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> in dat ze telk<strong>en</strong>s heel goed moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>.<br />

Deze combinatie van verschill<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is ontstaan vóór <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de proefafnames<br />

van de VLOT-toets<strong>en</strong>, die aan de uitgave <strong>voor</strong>afgaan. De introducties, gebaseerd op het<br />

aanvoel<strong>en</strong> van de makers van de toets<strong>en</strong> èn de ervaring van de toetsafnemers, gev<strong>en</strong> aan wat de<br />

leerling<strong>en</strong> als bagage nodig hebb<strong>en</strong> om aan de toets te kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>.<br />

De ervaring leert dat sommige leerkracht<strong>en</strong> zich vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> bij de zin van e<strong>en</strong> dergelijke, vrij<br />

uitgebreide introductie. Immers, wie e<strong>en</strong> standaardlijstje met k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van goede toets<strong>en</strong> overloopt,<br />

zal daar mete<strong>en</strong> als één van de belangrijkste <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> staan dat e<strong>en</strong> toetsafname snel <strong>en</strong><br />

efficiënt moet kunn<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> veel leerkracht<strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat hun leerling<strong>en</strong> de meeste<br />

ding<strong>en</strong> die in de introductie word<strong>en</strong> uitgelegd, al wet<strong>en</strong>.<br />

Toch mag niet aan het belang van deze <strong>voor</strong>bereiding op de toets word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>bijgegaan. De leerling<strong>en</strong>,<br />

of ze nu in het tweede dan wel in het zesde <strong>leerjaar</strong> zitt<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> tijd nodig om zich in e<strong>en</strong> taak of e<strong>en</strong><br />

thema in te lev<strong>en</strong>. De eerste items van e<strong>en</strong> toets zijn vaak niet betrouwbaar omdat de leerling<strong>en</strong> ‘er nog<br />

in moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ze daar<strong>voor</strong> <strong>voor</strong>af de kans niet krijg<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan je als leerkracht wel veronderstell<strong>en</strong> dat je leerling<strong>en</strong> al die ding<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, maar<br />

ongetwijfeld zull<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> of meerdere kinder<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong> wie dat op dat mom<strong>en</strong>t niet het geval is. Strikt<br />

de instructies volg<strong>en</strong>, de vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> die er staan, de begripp<strong>en</strong> herhal<strong>en</strong> waarvan dat gevraagd wordt,<br />

is <strong>voor</strong> deze leerling<strong>en</strong> zeker ge<strong>en</strong> overbodige luxe. Probeer <strong>voor</strong>al de leerling<strong>en</strong> die hier behoefte aan<br />

hebb<strong>en</strong> - <strong>en</strong> dat zijn heus niet altijd dezelfd<strong>en</strong> - actief te betrekk<strong>en</strong>. Laat ze meeprat<strong>en</strong>, ga na of ze<br />

meeluister<strong>en</strong> <strong>en</strong> of ze het begrijp<strong>en</strong>. Laat niet alle<strong>en</strong> de taalvaardige leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> breed interesse<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nisveld hun zegje do<strong>en</strong>, maar ook <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> van wie je d<strong>en</strong>kt dat de inhoud <strong>en</strong> de aard<br />

van de toets op zich e<strong>en</strong> probleem zou kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

33


34<br />

De bedoeling van de introductie is er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> over dezelfde <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />

vaardighed<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>, nodig om de toets optimaal uit te voer<strong>en</strong>. Dat wil niet zegg<strong>en</strong> dat we h<strong>en</strong><br />

gaan <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong> op wat ze in de toets moet<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>, aanduid<strong>en</strong> of opschrijv<strong>en</strong>, maar we zorg<strong>en</strong><br />

er<strong>voor</strong> dat de antwoord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong> van de taalvaardigheid van de leerling<strong>en</strong>, niet van hun vermog<strong>en</strong><br />

zich in te lev<strong>en</strong> in het thema van de toets of te begrijp<strong>en</strong> welk soort taak uitgevoerd moet word<strong>en</strong>.<br />

Het soort taak dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, noem<strong>en</strong> we ook wel het toetsformaat of de procedure.<br />

Wie al meerdere VLOT-toets<strong>en</strong> heeft afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zal merk<strong>en</strong> dat nogal e<strong>en</strong>s hetzelfde soort toets<br />

terugkeert:<br />

• tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong><br />

briefjes <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> met elkaar verbind<strong>en</strong><br />

reclameslogans <strong>en</strong> affiches met elkaar verbind<strong>en</strong><br />

schrijvers met uitsprak<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong><br />

• e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> op de juiste plaats legg<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in het juiste hok zett<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> bij de juiste vlagg<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

• luister<strong>en</strong> naar instructies <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing mak<strong>en</strong><br />

luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> wegbeschrijving <strong>en</strong> die aanduid<strong>en</strong><br />

• e<strong>en</strong> verhaal of tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> er meerkeuze-vrag<strong>en</strong> over beantwoord<strong>en</strong><br />

• de juiste woord<strong>en</strong> op de juiste plaats invull<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verhaal<br />

het juiste van drie woord<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> in de zinn<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tekstje<br />

Het aantal mogelijke tak<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> de taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> kan met<strong>en</strong> is beperkt. De<br />

tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> precies datg<strong>en</strong>e met<strong>en</strong> wat we will<strong>en</strong> met<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> snel <strong>en</strong> objectief kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gescoord. De bov<strong>en</strong>staande tak<strong>en</strong> zijn daar <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van.<br />

Op het eerste gezicht zijn leerkracht<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd te veronderstell<strong>en</strong> dat dit heel bek<strong>en</strong>de schoolse tak<strong>en</strong><br />

zijn waar alle leerling<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> mee kunn<strong>en</strong> omgaan. Toch blijkt ook dat in de praktijk niet het geval te zijn<br />

<strong>en</strong> is meestal <strong>en</strong>ige oef<strong>en</strong>ing niet overbodig. Bij de meeste toets<strong>en</strong>, zo ook bij het bov<strong>en</strong>staande<br />

<strong>voor</strong>beeld, zijn dan ook e<strong>en</strong> of meerdere oef<strong>en</strong>items <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat deze precies<br />

word<strong>en</strong> behandeld zoals dat is aangegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat bij de bespreking ervan zolang wordt stilgestaan, tot<br />

alle leerling<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat er van h<strong>en</strong> wordt verlangd. Ook de aard <strong>en</strong> de hoeveelheid van deze<br />

oef<strong>en</strong>items zijn gebaseerd op ervaring<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de proef- <strong>en</strong> normeringsafnames van de toets<strong>en</strong>.<br />

De introductie op de toets in strikte zin (inhoudelijk) <strong>en</strong> deze oef<strong>en</strong>ing op het toetsformaat lop<strong>en</strong> vaak<br />

door elkaar <strong>en</strong> interferer<strong>en</strong> met nog andere instructies, zoals het klaarmak<strong>en</strong> van het materiaal, het<br />

invull<strong>en</strong> van de juiste gegev<strong>en</strong>s (zoals naam <strong>en</strong> (ev<strong>en</strong>tueel) klasnummer), het vernoem<strong>en</strong> van regels in<br />

verband met het schrijv<strong>en</strong> op de toetsblad<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Doe niet minder … maar ook niet meer!<br />

Tot slot zett<strong>en</strong> we nog <strong>en</strong>kele belangrijke aandachtspunt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje:<br />

• Neem op <strong>voor</strong>hand de toets in zijn geheel door, dus ook het deel dat de leerling<strong>en</strong> zelfstandig moet<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong>. Je zal het belang van introductie <strong>en</strong> <strong>voor</strong>bereiding duidelijker zi<strong>en</strong>.<br />

• Het kan nooit kwaad om bek<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> op te friss<strong>en</strong>.<br />

Je kan hierbij verwijz<strong>en</strong> naar ervaring<strong>en</strong> die jij <strong>en</strong> je leerling<strong>en</strong> met elkaar del<strong>en</strong>, maar ga daarin dan<br />

ook weer niet te ver. E<strong>en</strong> concreet <strong>voor</strong>beeld mag dit illustrer<strong>en</strong>: de leestoets <strong>voor</strong> het einde van het<br />

vijfde <strong>leerjaar</strong> gaat over e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> die met de klas op bosklass<strong>en</strong> gaat. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de<br />

informatie uit e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de tekst van wat er allemaal op het programma staat, beknopt maar<br />

duidelijk overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da.<br />

Bij één van de afnames van deze toets, in e<strong>en</strong> klas die net tevor<strong>en</strong> op bosklass<strong>en</strong> was geweest,<br />

verwees de meester <strong>en</strong>thousiast naar de vergelijkbare ag<strong>en</strong>da die zijn leerling<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> vroeg h<strong>en</strong><br />

die erbij te nem<strong>en</strong>. Vergelijkbaar was deze ag<strong>en</strong>da zeker, maar niet id<strong>en</strong>tiek. En doordat deze<br />

leerling<strong>en</strong> die eig<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da vlak <strong>voor</strong> de toets opnieuw onder og<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, beïnvloedde dat<br />

hun prestaties op de toets. E<strong>en</strong> verwijzing ernaar had ruimschoots volstaan.<br />

De introductie zorgt er precies <strong>voor</strong> dat leerling<strong>en</strong> die, in dit conrete geval, niet op bosklass<strong>en</strong> zijn<br />

geweest <strong>en</strong> zeker nog ge<strong>en</strong> dergelijke ag<strong>en</strong>da onder og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad, toch ook met succes de<br />

toets kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

• Volg zo strikt mogelijk de introductie<strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> zoals die bij de toets zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Stel alle vrag<strong>en</strong> die er staan.<br />

Ga in op alle begripp<strong>en</strong> die aangestipt word<strong>en</strong>.<br />

Schets het inhoudelijke kader, ook al gev<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet de indruk dat boei<strong>en</strong>d te vind<strong>en</strong>.<br />

Behandel alle oef<strong>en</strong>items.<br />

• Hoe divers <strong>en</strong> uitgebreid de introductie ook mag zijn, ze moet binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte tijd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

afgehandeld.<br />

Dat kan per toets sterk verschill<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>e keer zal de <strong>voor</strong>bereiding slechts <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> in beslag<br />

nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere keer kan het makkelijk tot 20 minut<strong>en</strong> uitlop<strong>en</strong>. Het <strong>voor</strong>beeld met de recept<strong>en</strong><br />

toont hoe uitgebreid het geheel dat aan de toets <strong>voor</strong>afgaat, kan zijn.<br />

Toch moet er geprobeerd word<strong>en</strong> zo goed mogelijk door te werk<strong>en</strong>, zodat de leerling<strong>en</strong> de toets<br />

kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar voldo<strong>en</strong>de tijd <strong>voor</strong> hebb<strong>en</strong>, want daar gaat het t<strong>en</strong>slotte om.<br />

In het <strong>voor</strong>beeld zou m<strong>en</strong> heel uitgebreid alle kookervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> aan bod kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong>. Dat is echter helemaal niet de bedoeling. Daar zijn andere geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> <strong>voor</strong>. Laat hier <strong>en</strong>kele<br />

leerling<strong>en</strong>, die wat verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, aan het woord <strong>en</strong> snoer de ander<strong>en</strong><br />

elegant de mond. Ev<strong>en</strong>tueel kan je later op de dag de draad van het gesprek oppikk<strong>en</strong>. Wellicht heb<br />

je e<strong>en</strong> afspraak met je leerling<strong>en</strong> op dat vlak <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> ze dat zij vast e<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de ker<strong>en</strong> iets<br />

mog<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>, als ze die <strong>en</strong>e keer niet aan de beurt kom<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

35


36<br />

• Bereid de eig<strong>en</strong>lijk toets nooit verder <strong>voor</strong> dan nodig of aangegev<strong>en</strong> is.<br />

Neem de toetsblad<strong>en</strong> niet door met leerling<strong>en</strong> als dat niet expliciet gevraagd wordt. Het zelfstandig<br />

kunn<strong>en</strong> omgaan daarmee maakt meestal deel uit van de taak.<br />

Geef ge<strong>en</strong> instructies die aansluit<strong>en</strong> bij gewoontes in de klas. Bij<strong>voor</strong>beeld: “Lees eerst de tekst e<strong>en</strong><br />

keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je op de vrag<strong>en</strong> antwoordt.” Laat de leerling<strong>en</strong> zelf bepal<strong>en</strong> hoe ze te werk<br />

moet<strong>en</strong> gaan. Ook dat maakt deel uit van de toets.<br />

Verklaar nooit woord<strong>en</strong>, begripp<strong>en</strong> of zinn<strong>en</strong>, herformuleer ze niet of vat ze niet sam<strong>en</strong>. De tekst<strong>en</strong> zijn<br />

qua (lees)niveau <strong>en</strong> woordgebruik aangepast aan de leeftijd van de leerling<strong>en</strong>.<br />

• Voor leerling<strong>en</strong> die niet kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> of echt niet verder kunn<strong>en</strong> met wat <strong>voor</strong>af is gegaan, kan je<br />

de <strong>voor</strong>naamste ding<strong>en</strong> kort herhal<strong>en</strong>, maar dan <strong>en</strong>kel op dezelfde manier als dat eerder gebeurd is.<br />

• Beperk het surveiller<strong>en</strong> tot ‘oplett<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> niet spiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed doorwerk<strong>en</strong>’. Kijk niet op hun<br />

blad<strong>en</strong> of ze het goed do<strong>en</strong>, want dan zull<strong>en</strong> ze wellicht je goed- of afkeuring verwacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> die mag<br />

je niet gev<strong>en</strong>.<br />

Met de toets<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong> eerlijke manier te achterhal<strong>en</strong> hoe het met de taalvaardigheid van<br />

de leerling<strong>en</strong> gesteld is. Bij e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>d beeld daarvan is niemand gebaat: de leerkracht niet, de ouders<br />

niet <strong>en</strong> zeker de leerling zelf niet!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


§5 DE BAND TUSSEN DE VLOT-TOETSEN EN DE VLAAMSE<br />

EINDTERMEN NEDERLANDS VOOR HET BASISONDERWIJS<br />

Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />

In deze bijdrage gaan we in op de band tuss<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> van VLOT <strong>en</strong> de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

Nederlands. We will<strong>en</strong> hier echter niet de theorie herhal<strong>en</strong> die uitgebreid aan bod komt, in de paragraf<strong>en</strong><br />

1.1, 1.2 <strong>en</strong> 1.3 van de inleiding.<br />

We situer<strong>en</strong> kort waarom de band tuss<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> niet rechtlijnig is <strong>en</strong> schepp<strong>en</strong><br />

klaarheid aan de hand van e<strong>en</strong> aantal <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Het is zinvol de eindterm<strong>en</strong> zelf bij de hand te<br />

hebb<strong>en</strong>. [noot]<br />

Algeme<strong>en</strong><br />

De eindterm<strong>en</strong> zijn minimumdoelstelling<strong>en</strong> die alle leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> op het einde van<br />

het zesde <strong>leerjaar</strong>. Wie de eindterm<strong>en</strong> leest <strong>en</strong> bestudeert, weet dat het e<strong>en</strong> beperkt aantal krachtige,<br />

maar erg algeme<strong>en</strong> geformuleerde vaardighed<strong>en</strong> zijn. Er is nood aan - <strong>en</strong> dat is ook de bedoeling -<br />

verdere concretisering van deze doel<strong>en</strong> in leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerlijn<strong>en</strong>.<br />

VLOT, e<strong>en</strong> volgsysteem dat methode-overstijg<strong>en</strong>d wil zijn <strong>en</strong> bruikbaar is in alle vorm<strong>en</strong> van onderwijs<br />

<strong>en</strong> in alle nett<strong>en</strong>, maakt ge<strong>en</strong> gebruik van slechts één van de beschikbaar zijnde concretisering<strong>en</strong>, noch<br />

van leerplann<strong>en</strong>, noch van leerlijn<strong>en</strong> achter e<strong>en</strong> taalmethode. Er wordt integ<strong>en</strong>deel geprobeerd uit te<br />

gaan van e<strong>en</strong> zo breed mogelijk spectrum van elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat aangeeft wat er op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t<br />

van leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde leeftijd wordt verwacht <strong>en</strong> van de zin van die verwachting<strong>en</strong> in het licht<br />

van de eindterm<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>, om na te gaan of de leerling<strong>en</strong> op weg zijn om de<br />

vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bedoeld. Uiteraard moet<strong>en</strong> die tak<strong>en</strong> in de<br />

lagere leerjar<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de niveaus (vaardigheid, verwerkingsniveau, tekstsoort, publiek) gemakkelijker<br />

zijn dan wat in de eindterm<strong>en</strong> wordt gevraagd. Maar aangezi<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> niet per <strong>leerjaar</strong><br />

zijn gespecificeerd, kan nerg<strong>en</strong>s exact bepaald word<strong>en</strong> wat nu net wel <strong>en</strong> net niet moet kunn<strong>en</strong>. Dat is<br />

de hoofdred<strong>en</strong> waarom de toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> zijn van norm<strong>en</strong> die aangev<strong>en</strong> hoe de gemiddelde Vlaamse<br />

leerling op de toets scoort.<br />

De red<strong>en</strong>ering die aan e<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>afgaat verloopt dus als volgt:<br />

• We will<strong>en</strong> nagaan of de leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> op het recht pad zitt<strong>en</strong> om eindterm X <strong>voor</strong><br />

vaardigheid X te bereik<strong>en</strong>.<br />

• vraagstelling: Wat zoud<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> dan al moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>?<br />

We bepal<strong>en</strong> dit op basis van aanvoel<strong>en</strong>, ervaring, leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerlijn<strong>en</strong>.<br />

• We ontwikkel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toets volg<strong>en</strong>s de gestelde verwachting. Die toets is inhoudelijk volledig<br />

onafhankelijk van e<strong>en</strong>der welke methode. We kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> werkvorm waarmee zoveel mogelijk<br />

leerling<strong>en</strong> vertrouwd zijn <strong>en</strong> die toelaat de resultat<strong>en</strong> objectief te scor<strong>en</strong>.<br />

• We gaan met e<strong>en</strong> proefafname van de toets na of we de getoetste vaardigheid inderdaad van de<br />

leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong>. Dat leid<strong>en</strong> we af uit de algem<strong>en</strong>e gemiddelde<br />

score van die proefafname.<br />

[noot]<br />

De definitieve eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn terug te vind<strong>en</strong> in Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>.<br />

Informatiemap <strong>voor</strong> de onderwijspraktijk. Gewoon basisonderwijs. Brussel: Ministerie van de<br />

Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap - Departem<strong>en</strong>t Onderwijs - C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie <strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie - 1998,<br />

pag. 77-81.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

37


38<br />

We strev<strong>en</strong> daarbij naar e<strong>en</strong> gemiddelde dat toelaat zo goed mogelijk leerling<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>d<br />

taalvaardigheidsniveau te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>. Daarbij is het niet in de eerste plaats de bedoeling de<br />

betere van de beste leerling<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong> maar <strong>voor</strong>al in de zwakkere groep e<strong>en</strong><br />

onderscheid te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> risico- <strong>en</strong> echte probleemgevall<strong>en</strong>. We verwacht<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong><br />

(bijna) perfect resultaat van zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong>, maar legg<strong>en</strong> het gemiddelde wel hoger dan<br />

50% (idealiter rond 75%). Kortom: we zorg<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> dat de taalvaardige leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bevredig<strong>en</strong>de prestatie lever<strong>en</strong> op de toets.<br />

• Als het gemiddelde goed is én de resultat<strong>en</strong> van de betrouwbaarheidsanalyse zijn goed, beschouw<strong>en</strong><br />

we de toets als e<strong>en</strong> bruikbaar instrum<strong>en</strong>t om de taalvaardigheid van de leerling<strong>en</strong> na te gaan.<br />

Eén toets is slechts één instrum<strong>en</strong>t dat één vaardigheid op één niveau toetst aan de hand van één tekst.<br />

Nooit mag op basis van één toetsresultaat beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling al of niet voldo<strong>en</strong>de<br />

taalvaardig is op dat punt in het onderwijs. Zelf alle toets<strong>en</strong> van VLOT sam<strong>en</strong> dekk<strong>en</strong> niet de hele<br />

taalvaardigheids- of eindterm<strong>en</strong>lading. We prober<strong>en</strong> wel zoveel mogelijk verscheid<strong>en</strong>heid te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>,<br />

opdat het beeld van het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong> zo precies mogelijk kan word<strong>en</strong><br />

getek<strong>en</strong>d. Maar het is niet onze bedoeling om in elk <strong>leerjaar</strong> <strong>voor</strong> elke eindterm e<strong>en</strong> toets te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bijgevolg te will<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat: deze leerling de eindterm<strong>en</strong> zal hal<strong>en</strong> of niet. De risico’s van het grote<br />

belang dat aan dat soort toets<strong>en</strong> wordt gehecht, hebb<strong>en</strong> we in paragraaf 1.2 besprok<strong>en</strong> (zie ‘teaching to<br />

the test’).<br />

De toets<strong>en</strong> van VLOT zijn eerder één van de indicaties die op e<strong>en</strong> zinvolle manier kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot<br />

de beeldvorming van het taalvaardigheidsniveau van e<strong>en</strong> leerling, sam<strong>en</strong> met andere toetsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

prestaties op tak<strong>en</strong> in de klas <strong>en</strong>, niet in het minst, de ervaring van de leerkracht.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong><br />

Hieronder bekijk<strong>en</strong> we, bij wijze van <strong>voor</strong>beeld, de leestoets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het derde meetmom<strong>en</strong>t (het einde<br />

van het schooljaar) van elk <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> legg<strong>en</strong> de link naar de eindterm<strong>en</strong>. We hop<strong>en</strong> dat deze<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot het duidelijker interpreter<strong>en</strong> van de prestaties op de toets<strong>en</strong> (Wat<br />

kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nu wel of niet?) <strong>en</strong> tot het zelf kunn<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong> door leerkracht<strong>en</strong> van deze band.<br />

De grijze kaders die bij het begin van de praktische handleiding van elke toets zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (meer<br />

bepaald de informatie achter de kopjes ‘aard van de toets’ <strong>en</strong> ‘verwerkingsniveau’) kunn<strong>en</strong> daarbij<br />

help<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


TWEEDE LEERJAAR<br />

WIE DOET WAT IN DE KLEUTERKLAS? ZET DE KLEUTERS IN DE JUISTE HOEK.<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de uitsprak<strong>en</strong> van vijfti<strong>en</strong> kleuters over wat ze will<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> in de kleuterklas. Op basis daarvan plaats<strong>en</strong> zij de kleuters in de juiste<br />

hoek in de kleuterklas. Daarbij moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> blijk gev<strong>en</strong> van begrip<br />

van wat de kleuters zegg<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau: beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

Wat de leerling<strong>en</strong> hier in feite, in eindterm<strong>en</strong>-term<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, is informatie achterhal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

tekst (verwerkingsniveau = beschrijv<strong>en</strong>d - eindterm<strong>en</strong> 3.1 tot 3.3). Omdat ze die informatie ook<br />

moet<strong>en</strong> overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> plan van de kleuterklas, kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat er al sprake is van <strong>en</strong>ige<br />

vorm van ‘ord<strong>en</strong><strong>en</strong>’ van de informatie (verwerkingsniveau = structurer<strong>en</strong> - eindterm<strong>en</strong> 3.4 <strong>en</strong> 3.5).<br />

De tekstsoort waar we hier mee werk<strong>en</strong> is echter van e<strong>en</strong> veel lager niveau dan die waarmee de<br />

leerling<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong>. Daar is sprake van<br />

‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde instructies <strong>voor</strong> handeling<strong>en</strong> van gevarieerde aard’ (3.1), ‘schema’s <strong>en</strong> tabell<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van het publiek’ (3.2), ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde tekst<strong>en</strong> in tijdschrift<strong>en</strong>’ (3.3) of ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />

bestemde school- <strong>en</strong> studietekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> instructies bij schoolopdracht<strong>en</strong>’ (3.4) <strong>en</strong> ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde<br />

verhal<strong>en</strong>, kinderromans, dialog<strong>en</strong>, gedicht<strong>en</strong>, kindertijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugd<strong>en</strong>cyclopedieën’ (3.5).<br />

Hier gaat het om zeer herk<strong>en</strong>bare uitsprak<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op het niveau van de leerling<strong>en</strong> die de<br />

taak moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Het gaat om meerdere korte, duidelijk te vatt<strong>en</strong> tekstjes.<br />

DERDE LEERJAAR<br />

DE DIERENTUIN: IN WELK HOK ZET IK WELK DIER?<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> help<strong>en</strong> de opzichter van e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin, die alle dier<strong>en</strong> in<br />

nieuwe hokk<strong>en</strong> moet plaats<strong>en</strong>, door de <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het plaats<strong>en</strong> van<br />

de dier<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daarvan de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> in de<br />

hokk<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>. Wat hier getoetst wordt, is het begrip van de tekst over<br />

de dier<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de nodige informatie er kunn<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong>).<br />

verwerkingsniveau: beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

Hier hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> taak die qua werkvorm <strong>en</strong> principe vrij gelijkaardig is aan die <strong>voor</strong> het tweede<br />

<strong>leerjaar</strong> (zie bov<strong>en</strong>). We werk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tekst die in kleinere geheeltjes is onderverdeeld. Maar die<br />

geheeltjes zijn al e<strong>en</strong> stuk langer dan in de toets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> hang<strong>en</strong> meer met<br />

elkaar sam<strong>en</strong>. Er zijn dus meer verwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het totale pakket tekst dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong> is aanzi<strong>en</strong>lijk langer dan in de vorige toets.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de tekst geschrev<strong>en</strong> vanuit het perspectief van e<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong>e, die weliswaar op<br />

kinderniveau spreekt, maar ook dat aspect maakt de toets per definitie moeilijker <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s deze lijn kan m<strong>en</strong> aan dit soort taak steeds hogere eis<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> om zo uiteindelijk op het<br />

niveau van de eindterm<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong>. Niets sluit echter uit dat we ook verder gaan dan dat niveau,<br />

aangezi<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> minimumdoel<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> we bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet noodzakelijk perfectie<br />

verwacht<strong>en</strong> om van e<strong>en</strong> goed toetsresultaat te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

39


40<br />

VIERDE LEERJAAR<br />

EEN TEKST OVER FLAMENCO LEZEN EN DE JUISTE WOORDEN INVULLEN<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invuloef<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> tekst over flam<strong>en</strong>co. Zij<br />

krijg<strong>en</strong> de in te vull<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>, in alfabetische volgorde <strong>en</strong> zonder vervoeging<br />

of verbuiging. De bedoeling is dat ze de tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong>, door gebruik<br />

te mak<strong>en</strong> van de context, de juiste woord<strong>en</strong> in de juiste vorm op de juiste<br />

plaats invull<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d<br />

De tekst waarmee in deze toets wordt gewerkt is vrijwel integraal overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> tijdschrift<br />

<strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong>. In de eindterm<strong>en</strong> 3.3 <strong>en</strong> 3.5 lez<strong>en</strong> we dat de leerling<strong>en</strong> in dat soort tekst informatie<br />

moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De band tuss<strong>en</strong> deze toets <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> is dus vrij duidelijk.<br />

Toch kunn<strong>en</strong> we op basis van deze toets ge<strong>en</strong>szins besluit<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> de eindterm hal<strong>en</strong>,<br />

want het gaat hier slechts om één <strong>voor</strong>beeld, één werkvorm (invuloef<strong>en</strong>ing) van de bedoelde<br />

tekstsoort, e<strong>en</strong> vrij kort <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig <strong>voor</strong>beeld. Er zijn dus nog eindeloos veel mogelijke invulling<strong>en</strong>,<br />

moeilijker <strong>en</strong> gemakkelijker, <strong>voor</strong> deze eindterm te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het resultaat op deze toets is e<strong>en</strong><br />

indicatie.<br />

VIJFDE LEERJAAR<br />

INFORMATIE UIT EEN PROGRAMMATEKST VAN EEN KAMP OVERBRENGEN IN EEN AGENDA<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de nodige gegev<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de tekst over<br />

in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da. Het gaat om de beschrijving van wat er allemaal zal<br />

gebeur<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vijfdaags kamp. De moeilijkheid is natuurlijk om de<br />

informatie juist over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overtollige ding<strong>en</strong> weg te lat<strong>en</strong>, want<br />

in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da is er niet zoveel plaats.<br />

verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d<br />

Door de leerling<strong>en</strong> deze taak te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, will<strong>en</strong> we nagaan of ze de informatie uit de<br />

beschrijv<strong>en</strong>de tekst juist kunn<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong> <strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>. De tekstsoort vind<strong>en</strong> we als dusdanig niet<br />

terug in de eindterm<strong>en</strong>. Het gaat hier om e<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het vijfde <strong>leerjaar</strong> geschikte versie van ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />

bestemde school- <strong>en</strong> studietekst<strong>en</strong>’.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


ZESDE LEERJAAR<br />

UITSPRAKEN VAN SCHRIJVERS EN INFORMATIEVE STUKJES OVER HEN<br />

MET ELKAAR VERBINDEN<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> eerst veerti<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> van jeugdauteurs. In veerti<strong>en</strong><br />

korte, informatieve stukjes over deze jeugdschrijvers zoek<strong>en</strong> zij vervolg<strong>en</strong>s<br />

wie welke uitspraak heeft gedaan. Zij moet<strong>en</strong> dus deze tekstjes lez<strong>en</strong> met<br />

de uitsprak<strong>en</strong> in het achterhoofd <strong>en</strong> er de juiste informatie uithal<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d/evaluer<strong>en</strong>d<br />

Met deze toets wordt de stap gezet naar het hoogste verwerkingsniveau: de leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op<br />

basis van, hetzij de eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing, hetzij informatie uit andere bronn<strong>en</strong>, informatie beoordel<strong>en</strong><br />

(verwerkingsniveau = beoordel<strong>en</strong> of evaluer<strong>en</strong>). Wat de leerling<strong>en</strong> hier moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> is de uitsprak<strong>en</strong><br />

van de schrijvers beoordel<strong>en</strong> op basis van de informatie die ze over h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Het gaat hier om<br />

e<strong>en</strong> zeer uitgebreide, ingewikkelde taak, waarin de leerling<strong>en</strong> grote hoeveelhed<strong>en</strong> tekst moet<strong>en</strong><br />

verwerk<strong>en</strong>. Daarteg<strong>en</strong>over staat dat de tekstsoort (g<strong>en</strong>re studietekst, tekst uit e<strong>en</strong> jeugd<strong>en</strong>cyclopedie)<br />

er e<strong>en</strong> is waarmee de leerling<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong> nog niet op dit verwerkingsniveau<br />

moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>.<br />

Door de verschill<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de hand waarvan we e<strong>en</strong> taak definiër<strong>en</strong> zo te lat<strong>en</strong> variër<strong>en</strong>,<br />

krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> uitgebreid scala van tak<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus. Op basis van veel verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> we ons e<strong>en</strong> goed beeld vorm<strong>en</strong> van het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

41


42<br />

§6 SCHRIJFVAARDIGHEID BEVORDEREN EN BEOORDELEN<br />

Kris Van D<strong>en</strong> Brand<strong>en</strong><br />

Deze bijdrage gaat dieper in op de vaardigheid schrijv<strong>en</strong>. De auteur bespreekt onder meer hoe schrijfvaardigheid<br />

op e<strong>en</strong> goede manier getoetst kan word<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> manier waarbij de schrijftoets<strong>en</strong> van VLOT<br />

aansluit<strong>en</strong>), wat belangrijk is bij het beoordel<strong>en</strong> van schrijfproduct<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> op welke wijze<br />

het bevorder<strong>en</strong> of remediër<strong>en</strong> van schrijfvaardigheid kan verlop<strong>en</strong>.<br />

1 Inleiding<br />

Van schrijv<strong>en</strong> wordt wel e<strong>en</strong>s gezegd dat het de taaiste van de vier vaardighed<strong>en</strong> is. Daar zit wel wat<br />

waarheid in. Wie nagaat welke eis<strong>en</strong> er allemaal aan e<strong>en</strong> goed schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld, komt al<br />

snel tot e<strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>d lijstje:<br />

a. Om e<strong>en</strong> goed schrijfproduct af te lever<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong> schrijver allereerst in staat zijn om ideeën te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.<br />

Wie wordt gevraagd om aan e<strong>en</strong> onaf verhaal e<strong>en</strong> einde te brei<strong>en</strong>, zal dat einde wel eerst moet<strong>en</strong><br />

verzinn<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> leerling de opdracht krijgt om e<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>de brief te schrijv<strong>en</strong> waarin de<br />

directeur wordt gevraagd de speelplaats van de school e<strong>en</strong> nieuw aanzicht te gev<strong>en</strong>, zal de leerling<br />

in eerste instantie goede argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die herinrichting, <strong>en</strong> goede alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de huidige<br />

inrichting, moet<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

b. Die ideeën moet e<strong>en</strong> schrijver in begrijpelijke taal giet<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> leerling die e<strong>en</strong> eind<br />

aan e<strong>en</strong> verhaal moet brei<strong>en</strong>, het filmpje van dat einde niet alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zijn og<strong>en</strong> moet zi<strong>en</strong> afspel<strong>en</strong>,<br />

maar ook de nodige woord<strong>en</strong>, uitdrukking<strong>en</strong>, grammaticale regels etc. uit zijn geheug<strong>en</strong> moet<br />

opdiep<strong>en</strong> om dat filmpje in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>.<br />

c. Met geschrev<strong>en</strong> taal moet de schrijver bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in staat zijn om met iemand te communicer<strong>en</strong> die<br />

niet aanwezig is (de lezer). De schrijver moet e<strong>en</strong> ander ‘op afstand’ overtuig<strong>en</strong>, informer<strong>en</strong>,<br />

amuser<strong>en</strong>, etc. Om e<strong>en</strong> lezer op gepaste wijze te informer<strong>en</strong>, zal de schrijver rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong><br />

met wat die lezer al weet <strong>en</strong> wat hij nog niet weet; om e<strong>en</strong> lezer te overtuig<strong>en</strong> zal de schrijver rek<strong>en</strong>ing<br />

moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met wat de lezer belangrijk, gepast, etc. vindt. Als schrijver moet je dus als het ware<br />

uit je eig<strong>en</strong> huid kruip<strong>en</strong> <strong>en</strong> je verplaats<strong>en</strong> in de huid van die ander. Het grote verschil tuss<strong>en</strong> mondelinge<br />

<strong>en</strong> schriftelijke communicatie is precies hierin geleg<strong>en</strong>: bij mondelinge communicatie is de ontvanger<br />

(de luisteraar) aanwezig, <strong>en</strong> kan hij op het mom<strong>en</strong>t van het communicer<strong>en</strong> zelf signal<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />

van hoe hij de boodschap ontvangt. Als hij iets niet begrijpt kan hij zijn w<strong>en</strong>kbrauw<strong>en</strong> frons<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />

verduidelijking vrag<strong>en</strong>, als hem iets wordt verteld dat hij al lang weet, kan hij dat mete<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong>, als<br />

hij niet geamuseerd wordt (terwijl dat net de bedoeling is) kan e<strong>en</strong> geeuw heel veel op<strong>en</strong>bar<strong>en</strong>, als hij<br />

niet overtuigd wordt door de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de spreker, kan hij protester<strong>en</strong> of teg<strong>en</strong>argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

beginn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Door die signal<strong>en</strong> zal de spreker word<strong>en</strong> aangezet om zijn boodschap aan te pass<strong>en</strong>.<br />

Bij schriftelijke communicatie krijgt de schrijver op het mom<strong>en</strong>t van het schrijv<strong>en</strong> dat soort signal<strong>en</strong> niet.<br />

Hij zal die signal<strong>en</strong> zelf moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zijn schrijfproduct op die manier kned<strong>en</strong> <strong>en</strong> herkned<strong>en</strong>.<br />

d. T<strong>en</strong>slotte moet e<strong>en</strong> schrijver ook nog rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal conv<strong>en</strong>ties. Zo zijn er e<strong>en</strong> aantal<br />

spellingconv<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> grammaticaregels die hij moet respecter<strong>en</strong>, maar ev<strong>en</strong>zeer conv<strong>en</strong>ties op het<br />

vlak van lay-out (d<strong>en</strong>k maar aan briev<strong>en</strong>, of aan de titel bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> krant<strong>en</strong>artikel).<br />

E<strong>en</strong> goede schrijver is iemand die in zijn schrijfsels aan deze vier eis<strong>en</strong> op geïntegreerde wijze tegemoet<br />

komt. Hij is in staat om goede ideeën te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>, die in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>, dat op zo’n manier<br />

te do<strong>en</strong> dat zijn schrijfproduct e<strong>en</strong> bepaald doel bij e<strong>en</strong> bepaald publiek bereikt, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de<br />

conv<strong>en</strong>ties te respecter<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> het g<strong>en</strong>re in kwestie van belang word<strong>en</strong> geacht.<br />

Kinder<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> goede schrijvers. Of beter, nog ge<strong>en</strong> goede schrijvers. Kinder<strong>en</strong> zijn nog niet in staat<br />

om met deze vier eis<strong>en</strong> in gelijke mate rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>. Opstell<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijftoets<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> dan ook vaak ontnuchter<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>. Wat blijkt uit heel wat onderzoek naar schrijfproduct<strong>en</strong> van<br />

kinder<strong>en</strong> uit het basisonderwijs, is dat kinder<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong> manier omgaan met de vier<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


ov<strong>en</strong>vermelde eis<strong>en</strong>. Sommige van die eis<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> ze, met andere gaan ze op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong>zinnige<br />

manier om, <strong>en</strong> nog andere stell<strong>en</strong> ze heel c<strong>en</strong>traal. Het onderstaand <strong>voor</strong>beeld werkt in dit verband<br />

verhelder<strong>en</strong>d. In het <strong>voor</strong>beeld heeft K., e<strong>en</strong> leerling van het derde <strong>leerjaar</strong>, de opdracht gekreg<strong>en</strong> om<br />

e<strong>en</strong> opstel van 1 bladzijde te schrijv<strong>en</strong> over “mijn speelgoed” :<br />

Ik speel graag met mijn (m) nint<strong>en</strong>do<br />

daar staan veel speletjes op<br />

fater woriors vin ik het leukst<br />

ze vegte e<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echt kikboks<strong>en</strong><br />

zoals de power r<strong>en</strong>gers daar zie ik elke dag naar op de t V<br />

daar bestaan ook popetjes van die heb ik alemaal<br />

ze kunne hun arm<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

beweege <strong>en</strong> echt (w) vegt<strong>en</strong> met draak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo<br />

ik heb ook filme van Pokahoontas <strong>en</strong> van disnie<br />

ik zie ook altijd naar Samson<br />

met kerstmis wil ik daar e<strong>en</strong>s naar gaan zi<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ook ngo naar de dieretuin<br />

nu weet ik niks meer<br />

K. g<strong>en</strong>ereert op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong> manier ideeën (eis 1): namelijk, door middel van associatie. Het <strong>en</strong>e idee<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld, films op tv) roept het andere op (Samson). Zo springt K. van de hak op de tak, <strong>en</strong> gaat de<br />

onderlinge sam<strong>en</strong>hang van die gedacht<strong>en</strong>sprong<strong>en</strong>, <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al de band met het oorspronkelijke onderwerp,<br />

verlor<strong>en</strong>. Dat is vaak het geval met kinderopstell<strong>en</strong>: inhoudelijk hang<strong>en</strong> ze met hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong><br />

aan mekaar, precies omdat kinder<strong>en</strong> al te vaak, <strong>en</strong> al te gretig, associatief te werk gaan. Wat de tweede<br />

eis (het giet<strong>en</strong> van die ideeën in begrijpelijke taal) betreft, is het duidelijk dat K. het principe hanteert van<br />

“ik schrijf het op zoals het in me opkomt”. Opvall<strong>en</strong>d is dat hij de taal waarin hij zijn ideeën giet, niet echt<br />

kritisch bekijkt (hij heeft niks geschrapt of verbeterd, of anders geformuleerd), op e<strong>en</strong> bepaald aspect na:<br />

spelling. Met zijn lezer (eis 3) lijkt hij maar in heel beperkte mate rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>, het gaat hem <strong>voor</strong>al<br />

over wat hijzelf weet te verzinn<strong>en</strong>. Enkel het feit dat die lezer heeft gevraagd om e<strong>en</strong> bladzijde vol te<br />

schrijv<strong>en</strong>, leidt K. tot zijn verontschuldig<strong>en</strong>de laatste zin. Aan conv<strong>en</strong>ties heeft hij blijkbaar e<strong>en</strong> broertje<br />

dood: ge<strong>en</strong> titel, ge<strong>en</strong> punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoofdletters, <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> paar spellingproblem<strong>en</strong> pakt hij aan.<br />

Hier moet mete<strong>en</strong> aan toegevoegd word<strong>en</strong> dat deze comm<strong>en</strong>taar niet als e<strong>en</strong> verwijt naar het kind mag<br />

word<strong>en</strong> opgevat. Enerzijds weerspiegelt dit opstel de natuurlijke manier waarop beginn<strong>en</strong>de schrijvers<br />

het probleem van schrijfopdracht<strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong> (bv. het associatieve karakter), anderzijds zijn e<strong>en</strong> aantal<br />

gebrek<strong>en</strong> van dit schrijfopdrachtje rechtstreeks toe te schrijv<strong>en</strong> aan de aard van de opdracht die aan de<br />

leerling werd gegev<strong>en</strong>. De leerkracht oogst hier als het ware wat hij zelf heeft gezaaid. Zo is het niet<br />

verwonderlijk dat K. ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing hield met de lezer. Dat werd hem immers niet gevraagd. In de<br />

instructie was helemaal niet uitgestippeld dat hij dat opstel <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde lezer, <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifiek<br />

doel <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>, moest schrijv<strong>en</strong>.<br />

Als toets van schrijfvaardigheid zou deze taak dan ook niet deug<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede toets van schrijfvaardigheid<br />

beoogt namelijk te toets<strong>en</strong> of kinder<strong>en</strong> (op hun eig<strong>en</strong> niveau) schrijfvaardig zijn, dus of ze (op<br />

hun eig<strong>en</strong> niveau) kunn<strong>en</strong> omgaan met de eis<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld. Dat betek<strong>en</strong>t<br />

dat e<strong>en</strong> schrijftoets pas e<strong>en</strong> goede schrijftoets is, <strong>en</strong> dus echt schrijfvaardigheid meet, indi<strong>en</strong> het e<strong>en</strong><br />

complete schrijfopdracht is waarbij de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde vier eis<strong>en</strong> geïntegreerd aanwezig zijn. E<strong>en</strong> goede<br />

schrijftoets vraagt dus van de leerling om bepaalde ideeën in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>, op zo ’n manier<br />

dat bij e<strong>en</strong> bepaalde lezer e<strong>en</strong> bepaald doel wordt bereikt, <strong>en</strong> waarbij bepaalde conv<strong>en</strong>ties (welke, dat<br />

hangt van de aard van de schrijftaak af) word<strong>en</strong> gerespecteerd.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

43


44<br />

2 Schrijfvaardigheid bevorder<strong>en</strong><br />

Niet alle<strong>en</strong> schrijftoets<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> complete schrijfopdracht<strong>en</strong> zijn, maar ook de schrijftak<strong>en</strong> die we aan<br />

leerling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> het schooljaar om hun schrijfvaardigheid te bevorder<strong>en</strong>. Het is nogal logisch<br />

dat als we leerling<strong>en</strong> will<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> om met bepaalde eis<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> (lezer, doel), we h<strong>en</strong><br />

veelvuldig met die eis<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> confronter<strong>en</strong>. Schrijv<strong>en</strong> leer je immers grot<strong>en</strong>deels al do<strong>en</strong>de.<br />

In het volg<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>beeld werd e<strong>en</strong> dergelijke complete schrijftaak gegev<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> van het derde<br />

<strong>leerjaar</strong> kreg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal zonder tekstballonnetjes <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>. De schrijfopdracht bestond erin dat<br />

ze de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de schoolkrant. In de schoolkrant was echter ge<strong>en</strong> plaats <strong>voor</strong> de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, dus moest<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat lezers die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kond<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> toch<br />

het verhaal kond<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. In vele gevall<strong>en</strong> (zoals het onderstaande) bleek dat niet te lukk<strong>en</strong>:<br />

De jong<strong>en</strong>s speel<strong>en</strong> voetbal<br />

En dan die andere schopt heel hard<br />

ze hebb<strong>en</strong> planetjes<br />

Ja ja we gaan dat schilder<strong>en</strong> met zwarte verf<br />

ha ha daar is hij kom we verstop<strong>en</strong> ons agter de muur<br />

Auw Auw dat doet zeer mijn voet gebrook<strong>en</strong><br />

Nu komt hij nooit meer trug<br />

Het <strong>voor</strong>naamste probleem van deze schrijfopdracht is niet het aantal spellingfout<strong>en</strong> dat erin staat, maar<br />

het feit dat de schrijfster moeilijk kan inschatt<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> lezer die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kan zi<strong>en</strong> aan<br />

informatie (verband<strong>en</strong>, verwijzing<strong>en</strong>) nodig heeft om de draad van het verhaal te kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. Voor<br />

het kind zelf is het verhaal zonneklaar, het ligt immers in stripvorm <strong>voor</strong> haar og<strong>en</strong>. Al wat niet op papier<br />

staat, kan het kind erbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> buig<strong>en</strong> deze red<strong>en</strong>ering echter vaak om: alles wat je erbij kunt<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, hoeft niet op papier.<br />

Dit <strong>voor</strong>beeld toont duidelijk aan dat het gev<strong>en</strong> van complete schrijftak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> lang niet<br />

volstaat om hun schrijfvaardigheid te bevorder<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> belangrijke eerste stap, maar met die stap<br />

b<strong>en</strong> je er nog lang niet. Het is niet omdat je leerling<strong>en</strong> vraagt om iets te schrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />

lezer, dat ze in hun schrijfsels automatisch rek<strong>en</strong>ing gaan houd<strong>en</strong> met die (afwezige) lezer. Integ<strong>en</strong>deel,<br />

de kans is groot dat de leerling<strong>en</strong> na twee minut<strong>en</strong> al weer op zichzelf zijn teruggeplooid. Het zal dan<br />

ook van belang zijn om kinder<strong>en</strong> in hun schrijfproces int<strong>en</strong>sief te begeleid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> te ondersteun<strong>en</strong> in<br />

het tegemoetkom<strong>en</strong> aan de eis<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> goed schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld.<br />

Dat gebeurde in het bov<strong>en</strong>staande strip-<strong>voor</strong>beeld niet. Nadat de leerling<strong>en</strong> de instructie tot de<br />

schrijfopdracht hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> zij gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> half uur met rust gelat<strong>en</strong>. Op het einde van<br />

het lesuur gav<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> hun verhaal af aan de leerkracht, waarop deze de opstell<strong>en</strong> verbeterde.<br />

Hieronder vindt u hetzelfde opstel terug met de aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de leerkracht.<br />

De jong<strong>en</strong>s speel<strong>en</strong> voetbal<br />

En dan die andere schopt heel hard<br />

nn<br />

ze hebb<strong>en</strong> planetjes<br />

Ja ja we gaan dat schilder<strong>en</strong> met zwarte verf<br />

pp ch<br />

ha ha daar is hij kom we verstop<strong>en</strong> ons agter de muur<br />

Auw Auw dat doet zeer mijn voet gebrook<strong>en</strong><br />

terug<br />

Nu komt hij nooit meer trug<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Ik vrees dat dit soort feedback onze leerling niet echt veel helpt om e<strong>en</strong> betere, meer lezergerichte,<br />

schrijver te word<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, de kans is groot dat dit soort van feedback bij de schrijver totaal<br />

verkeerde noties aanwakkert over waar het bij schrijv<strong>en</strong> op aan komt. T<strong>en</strong> eerste is de feedback haast<br />

uitsluit<strong>en</strong>d gericht op het micro-niveau van correcte spelling <strong>en</strong> grammatica. De leerling kan dus zonder<br />

meer de conclusie trekk<strong>en</strong> dat haar opstel op inhoudelijk vlak perfect was, dat alle informatie <strong>en</strong><br />

verband<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de niets wet<strong>en</strong>de lezer <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede kan de vraag gesteld word<strong>en</strong> of<br />

de leerling zelfs op het vlak van spelling <strong>en</strong> vormcorrectheid iets bijleert: de fout<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> haar<br />

verbeterd, de leerling hoeft dus zelf niet na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. En t<strong>en</strong> derde dreigt, zeker wanneer de leerling<br />

pas veel dag<strong>en</strong> nadi<strong>en</strong> haar blad weer in hand<strong>en</strong> krijgt, het vijg<strong>en</strong>-na-Pas<strong>en</strong>-syndroom (of beter: het<br />

schrijv<strong>en</strong>-na-Pas<strong>en</strong>-syndroom). De feedback komt <strong>voor</strong> de leerling op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t dat de interesse in de<br />

taak al sterk is weggeëbd.<br />

Alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dit soort van verbeterwerk moet<strong>en</strong> gezocht word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t van<br />

feedback, e<strong>en</strong> andere inhoudelijke invulling ervan, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere functie. Het ideale mom<strong>en</strong>t om<br />

feedback <strong>en</strong> ondersteuning te gev<strong>en</strong> valt <strong>voor</strong>aleer de leerling e<strong>en</strong> - psychologisch - punt achter haar<br />

schrijfproces heeft gezet, <strong>en</strong> niet erna. Kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> het meest op<strong>en</strong> staan <strong>voor</strong> feedback op het<br />

mom<strong>en</strong>t dat ze nog op<strong>en</strong> staan <strong>voor</strong> de taak waarop die feedback slaat, op het mom<strong>en</strong>t dat ze de hulp<br />

die h<strong>en</strong> wordt aangebod<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> als on-line informatie waarmee ze mete<strong>en</strong> iets kunn<strong>en</strong> aanvang<strong>en</strong>.<br />

De bedoeling van de feedback moet er in de eerste plaats in bestaan de pot<strong>en</strong>tiële lezer van het<br />

schrijfproduct t<strong>en</strong> tonele te voer<strong>en</strong>, met andere woord<strong>en</strong> de schrijver lat<strong>en</strong> aanvoel<strong>en</strong> wat <strong>voor</strong> effect zijn<br />

<strong>voor</strong>lopig schrijfproduct zal hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lezer. In het <strong>voor</strong>beeld hierbov<strong>en</strong> zal de lezer die de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet k<strong>en</strong>t <strong>en</strong> toch het verhaal wil begrijp<strong>en</strong>, concrete vrag<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> in de trant van:<br />

“Wat gaan ze schilder<strong>en</strong>?” “Wie is die andere?” “Is dat ook e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>?” “Wie doet er zich pijn?” “Wat<br />

gebeurt er?” Het zijn dit soort vrag<strong>en</strong> die de schrijver confronter<strong>en</strong> met de gebrek<strong>en</strong> van zijn schrijfproduct,<br />

<strong>en</strong> die hem ook e<strong>en</strong> scherp beeld oplever<strong>en</strong> van waar het om draait.<br />

Het probleem van leerkracht<strong>en</strong> is echter dat zij zeld<strong>en</strong> de niets wet<strong>en</strong>de lezer kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. Bij het<br />

<strong>voor</strong>beeld van het stripverhaal kan ook de leerkracht de informatie die niet is gegev<strong>en</strong> erbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,<br />

precies omdat hij het stripverhaal door <strong>en</strong> door k<strong>en</strong>t. Dat is paradoxaal, aangezi<strong>en</strong> de opdracht erin<br />

bestond het verhaal te beschrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> iemand die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kon zi<strong>en</strong>. De leerkracht moet zich<br />

dus in de huid van de lezer wring<strong>en</strong>: dat betek<strong>en</strong>t zijn huid van alwet<strong>en</strong>de aflegg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de verwarring<br />

van de niets wet<strong>en</strong>de lezer uit<strong>en</strong>. Op die manier krijgt de schrijver toch de signal<strong>en</strong> van de ontvanger,<br />

net zoals dat in mondelinge interactie gebeurt. Er wordt als het ware e<strong>en</strong> mondelinge brug ingelast<br />

tuss<strong>en</strong> de eis<strong>en</strong> van de schrijftaal <strong>en</strong> de schrijfvaardigheid van de schrijver.<br />

De inhoud van die mondelinge feedback moet rechtstreeks gelinkt zijn aan de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak.<br />

Het is nogal logisch dat als leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>de brief moet<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> zij in de eerste plaats<br />

feedback krijg<strong>en</strong> over de overtuigingskracht van hun <strong>voor</strong>lopig schrijfsel. Als kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal<br />

moet<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>, is het belangrijk dat zij informatie krijg<strong>en</strong> over hoe goed e<strong>en</strong> lezer die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

niet ziet, het verhaal nog kan volg<strong>en</strong>. Dit houdt in dat leerkracht<strong>en</strong>, om goed feedback te gev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

schrijfopdracht, eerst <strong>voor</strong> zichzelf moet<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> wat de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak is.<br />

De ess<strong>en</strong>tie van e<strong>en</strong> schrijftaak vind je door e<strong>en</strong> antwoord te gev<strong>en</strong> op de simpele vraag: wanneer is<br />

deze schrijfopdracht voldo<strong>en</strong>de goed uitgevoerd? Welke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er zeker in het schrijfproduct<br />

zitt<strong>en</strong>? Die elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in de eerste plaats op het inhoudelijke vlak gezocht word<strong>en</strong>; of vorm <strong>en</strong><br />

correctheid ook e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel elem<strong>en</strong>t is, hangt van de schrijftaak af. E<strong>en</strong> opsomming van de ess<strong>en</strong>tiële<br />

<strong>en</strong> vormelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> beoordelingswijzer. Dit is de wijzer die de leerkracht in zijn<br />

hoofd heeft als hij kinder<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> feedback gaat gev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook wanneer hij de finale<br />

versies van het schrijfproduct gaat beoordel<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

45


46<br />

3 Praktisch realiseerbaar?<br />

Leerkracht<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> nascholing met deze ideeën word<strong>en</strong> geconfronteerd onderschrijv<strong>en</strong> de logica<br />

van de red<strong>en</strong>ering meestal zonder veel moeite, onderschrijv<strong>en</strong> ook het leerpot<strong>en</strong>tieel dat in deze aanpak<br />

vervat zit (zeker in vergelijking met de oude verbetermethode), maar wijz<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s op de belasting<br />

<strong>voor</strong> de leerkracht. Hoe kan je in e<strong>en</strong> klas van vijf<strong>en</strong>twintig dit soort van ondersteuning opzett<strong>en</strong>?<br />

T<strong>en</strong> eerste moet hier onderstreept word<strong>en</strong> dat de ondersteuning gediffer<strong>en</strong>tieerd di<strong>en</strong>t te gebeur<strong>en</strong>. Dat<br />

betek<strong>en</strong>t dat niet aan alle leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel aandacht moet geschonk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; ondersteuning di<strong>en</strong>t<br />

in de eerste plaats te gaan naar h<strong>en</strong> die dat het meest nodig hebb<strong>en</strong>. Om het initiatief van de leerling<br />

niet al te zeer te fnuik<strong>en</strong>, kan die ondersteuning tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> best de vorm aannem<strong>en</strong> van<br />

blitzbezoek<strong>en</strong> aan individuele leerling<strong>en</strong>. Hierbij leest de leerkracht (in stilte) wat de leerling tot dan toe<br />

heeft geproduceerd; indi<strong>en</strong> blijkt dat <strong>voor</strong> de modale lezer bepaalde informatie ontbreekt om te kunn<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>, of de lezer (bv. door e<strong>en</strong> verkeerde verwijzing) op het verkeerde pad wordt gezet, kan de<br />

leerkracht daarop wijz<strong>en</strong>. Dit kan hij bij<strong>voor</strong>beeld do<strong>en</strong> door de verkeerde interpretatie aan de leerling<br />

aan te bied<strong>en</strong> (dus: de verwarring van de lezer weer te gev<strong>en</strong>), <strong>en</strong> de schrijver daarop te lat<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>.<br />

Zodra de leerkracht door heeft dat de leerling het probleem ziet, <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> antwoord op weet te<br />

formuler<strong>en</strong>, kan de leerkracht de leerling verder aan het werk lat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zich naar de volg<strong>en</strong>de leerling<br />

begev<strong>en</strong>. De leerkracht hoeft niet op de vingers van de leerling te blijv<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> tot de nieuwe versie (of<br />

nieuwe informatie) daadwerkelijk op papier staat. Het lijkt me beter om e<strong>en</strong> aantal minut<strong>en</strong> later nog<br />

e<strong>en</strong>s langs te gaan, <strong>en</strong> dan te kijk<strong>en</strong> hoe de leerling heeft gereageerd. Met andere woord<strong>en</strong>, bij het gev<strong>en</strong><br />

van feedback is het aangewez<strong>en</strong> dat de leerkracht niet alle initiatief naar zich toe trekt. Als leerling<strong>en</strong> zelf<br />

nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat nu precies de verwarring van de lezer veroorzaakte <strong>en</strong> hoe die kan word<strong>en</strong><br />

weggewerkt, gaan ze hun eig<strong>en</strong> schrijfproduct - <strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong> ervan - actief te lijf. De kans dat ze<br />

ler<strong>en</strong> (zelf less<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>) uit die actie zal groter zijn dan wanneer de leerkracht de leerling met zijn<br />

verbetering<strong>en</strong> <strong>voor</strong> voldong<strong>en</strong> feit<strong>en</strong> stelt <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar moet<strong>en</strong> knikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> absorber<strong>en</strong><br />

Leerkracht<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> ook niet op alle details in te gaan. Het is belangrijk hierbij de ess<strong>en</strong>tie van de<br />

schrijftaak strak <strong>voor</strong> og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Ook op dit vlak di<strong>en</strong>t de leerkracht te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>. Zo is het in<br />

e<strong>en</strong> verhaal met veel actie veel belangrijker de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> die acties goed te beschrijv<strong>en</strong>, dan de<br />

kleur van de trui van e<strong>en</strong> der hoofdrolspelers. Het focuss<strong>en</strong> van de leerkracht op ess<strong>en</strong>tiële elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

laat de leerling ook toe om zich e<strong>en</strong> beeld op te bouw<strong>en</strong> van waar het bij schrijv<strong>en</strong> om draait.<br />

Feedback moet niet alle<strong>en</strong> aangepast zijn aan de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak, maar ook aan de fase<br />

waarin het schrijfproces van de leerling zich bevindt. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> leerkracht pas opmerking<strong>en</strong><br />

over vormelijke afwerking (spelling, lay-out) begint te mak<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de inhoud op pot<strong>en</strong><br />

staat. T<strong>en</strong>slotte lat<strong>en</strong> wij, bij het aanmak<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> op onze pc, onze spellingcontrole ook maar pas<br />

lop<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de tekst inhoudelijk af is.<br />

Aan het einde van het schrijfuurtje, als de leerkracht e<strong>en</strong> heleboel blitzbezoekjes heeft afgelegd, zull<strong>en</strong><br />

misschi<strong>en</strong> niet alle leerling<strong>en</strong> de ondersteuning hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> waar ze nood aan hadd<strong>en</strong> (e<strong>en</strong><br />

leerkracht is ook maar e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s), <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> niet alle leerling<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong>zelfde product zijn gekom<strong>en</strong>. Dit<br />

hoeft echter niet te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het gev<strong>en</strong> van feedback als beëindigd di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> hun eerste versie afgev<strong>en</strong> kan de leerkracht ook nog door middel van schriftelijke<br />

aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op inhoudelijke <strong>en</strong> vormelijke onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />

Uiteraard moet deze schriftelijke feedback duidelijk <strong>en</strong> bruikbaar zijn <strong>voor</strong> de leerling (het gev<strong>en</strong> van<br />

schriftelijke feedback is <strong>voor</strong> de leerkracht net zo goed e<strong>en</strong> lezergerichte schrijfopdracht). Het kan in dit<br />

verband handig zijn om de kinder<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> om bij de eerste versie van de schrijfopdracht op e<strong>en</strong><br />

dubbel blad te werk<strong>en</strong>. De leerling noteert zijn eerste versie van de schrijfopdracht op de rechterkant; de<br />

linkerkant wordt <strong>voor</strong>behoud<strong>en</strong> <strong>voor</strong> inhoudelijke opmerking<strong>en</strong> vanwege de leerkracht. De leerkracht<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


noteert die inhoudelijke opmerking<strong>en</strong> ter hoogte van de passage die <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorgde. Voor<br />

opmerking<strong>en</strong> van meer vormelijke aard kan in de tekst zelf word<strong>en</strong> gemarkeerd. Fout<strong>en</strong> die de kinder<strong>en</strong><br />

zelf kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>, hoev<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel maar onderstreept of aangestipt te word<strong>en</strong>, terwijl fout<strong>en</strong> die ze<br />

nog niet zelf kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> (bv. spellingregels waar ze nog niet aan toe zijn) door de leerkracht<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecorrigeerd. Ook positieve feedback mag in dit geheel niet ontbrek<strong>en</strong>.<br />

De tijd die verstrijkt tuss<strong>en</strong> het schrijv<strong>en</strong> van de eerste versie <strong>en</strong> het terugbezorg<strong>en</strong> daarvan aan de<br />

leerling met schriftelijke feedback kan best zo kort mogelijk gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Belangrijk is dat, als de<br />

leerling zijn opstel terugkrijgt, hij ge<strong>en</strong> punt of e<strong>en</strong> goed/slecht beoordeling krijgt, maar e<strong>en</strong> opdracht.<br />

Die bestaat erin om op basis van zijn eerste versie <strong>en</strong> de inhoudelijke/vormelijke opmerking<strong>en</strong> die de<br />

leerkracht daarbij heeft vermeld, e<strong>en</strong> finale versie te schrijv<strong>en</strong>. De feedback is dus niet het verdict van<br />

e<strong>en</strong> autoriteit, maar eerder de hulp van e<strong>en</strong> goedm<strong>en</strong><strong>en</strong>d lezer. Tuss<strong>en</strong> haakjes wil ik hier nog aanstipp<strong>en</strong><br />

dat <strong>voor</strong> het herschrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede schrijfuurtje kan word<strong>en</strong> ingelast, of dat het schrijv<strong>en</strong> van de finale<br />

versie ook als (zeer nuttig) huiswerk kan word<strong>en</strong> opgegev<strong>en</strong>.<br />

Het gev<strong>en</strong> van feedback hoeft overig<strong>en</strong>s niet te word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> exclusief <strong>voor</strong>recht van de<br />

leerkracht, of iets waartoe deze laatste alle<strong>en</strong> in staat zou zijn. E<strong>en</strong> klas van vier<strong>en</strong>twintig leerling<strong>en</strong> bevat<br />

<strong>voor</strong> elke leerling, naast de leerkracht, nog drieëntwintig andere pot<strong>en</strong>tiële feedback-verstrekkers. Precies<br />

omdat kinder<strong>en</strong> in het basisonderwijs vaak de opdracht krijg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> tekst <strong>voor</strong> fictieve leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

te schrijv<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> de echte leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> die in de klas aanwezig zijn e<strong>en</strong> troef die niet mag word<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>egeerd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> gevoelig <strong>en</strong> ontvankelijk te zijn <strong>voor</strong> de signal<strong>en</strong> van hun<br />

medeleerling<strong>en</strong>.<br />

4 Remediër<strong>en</strong>?<br />

Zoals eerder aangestipt, moet<strong>en</strong> schrijfproduct<strong>en</strong> in hun finale versie beoordeeld word<strong>en</strong> op de ess<strong>en</strong>tie.<br />

Het heeft ge<strong>en</strong> zin, <strong>en</strong> het is teg<strong>en</strong>over leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet fair, om tijd<strong>en</strong>s feedbackmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heel<br />

sterk te hamer<strong>en</strong> op inhoudelijke aspect<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bij de eindbeoordeling spellingcorrectheid te do<strong>en</strong><br />

doorweg<strong>en</strong>. Finale schrijfproduct<strong>en</strong> - <strong>en</strong> dus ook schrijftoets<strong>en</strong> - moet<strong>en</strong> beoordeeld word<strong>en</strong> op de mate<br />

waarin de ess<strong>en</strong>tiële elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals ze vervat zijn in de beoordelingswijzer, aanwezig zijn. Daarbij<br />

kunn<strong>en</strong> dan ev<strong>en</strong>tueel nog extra punt<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (als m<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste met punt<strong>en</strong> wil werk<strong>en</strong>)<br />

als er bov<strong>en</strong>op de ess<strong>en</strong>tie nog bijkom<strong>en</strong>de bevorder<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> aanwezig zijn. Als e<strong>en</strong> leerling in<br />

e<strong>en</strong> stelopdracht niet alle<strong>en</strong> al de noodzakelijke informatie heeft vermeld die in de beoordelingswijzer zat,<br />

maar dat ook op e<strong>en</strong> originele manier heeft gedaan, <strong>en</strong> zonder spellingfout<strong>en</strong>, verdi<strong>en</strong>t hij extra punt<strong>en</strong><br />

(of extra lofbetuiging<strong>en</strong>).<br />

Bij leerling<strong>en</strong> die er e<strong>en</strong> aantal keer niet in slag<strong>en</strong> de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak te hal<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong><br />

leerkracht<strong>en</strong> vaak de neiging om aan de noodrem te gaan trekk<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong> het gevoel dat hun zwakste<br />

schrijvers zodanig overdonderd word<strong>en</strong> door de eis<strong>en</strong> die aan schrijfproduct<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld, dat die<br />

eis<strong>en</strong> zeer drastisch moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgebouwd. Er wordt dan ‘geremedieerd’ door te focuss<strong>en</strong> op slechts<br />

e<strong>en</strong> van de eis<strong>en</strong>, of slechts e<strong>en</strong> deelaspect van die eis<strong>en</strong>. De eis<strong>en</strong> die meestal het eerst sneuvel<strong>en</strong> zijn eis<br />

2 (schrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> lezer <strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald doel) <strong>en</strong> eis 1 (ideeën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>). Wat overblijft is meestal<br />

e<strong>en</strong> training op conv<strong>en</strong>ties (spelling) of het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op ‘in taal giet<strong>en</strong>’. Zo word<strong>en</strong> zwakke schrijvers in de<br />

remediëring vaak geconfronteerd op oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> rond ‘zinn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>’ of ‘werkwoord<strong>en</strong> vervoeg<strong>en</strong>’, of<br />

krijg<strong>en</strong> ze zeer vere<strong>en</strong>voudigde opdracht<strong>en</strong> in de trant van ‘schrijf e<strong>en</strong> goede zin over deze tek<strong>en</strong>ing’ of<br />

‘schrijf het teg<strong>en</strong>overgestelde van de opgegev<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong>’. Er kan lang gediscussieerd word<strong>en</strong> over de<br />

zinvolheid van dit soort oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, feit is dat kinder<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> goede schrijvers zijn als ze goede zinn<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>. Zinn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>, dat mag hopelijk duidelijk ondertuss<strong>en</strong>, is slechts e<strong>en</strong> beperkt aspect van<br />

wat er aan m<strong>en</strong>tale handeling<strong>en</strong> nodig is bij het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schrijfopdracht.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

47


48<br />

E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d probleem is dat die deeloef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vaak ook minder motiver<strong>en</strong>d <strong>en</strong> zinvol zijn <strong>voor</strong> de<br />

kinder<strong>en</strong> in kwestie. Goede schrijfproduct<strong>en</strong> aflever<strong>en</strong> heeft zeer veel te mak<strong>en</strong> met ‘bloed, zweet <strong>en</strong><br />

tran<strong>en</strong>’, met <strong>en</strong>ergie die je erin wil invester<strong>en</strong>. De opdracht<strong>en</strong> die in schrijfonderwijs aan kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>geschoteld moet<strong>en</strong> h<strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong> om er teg<strong>en</strong>aan te gaan. Die kans is groter bij e<strong>en</strong><br />

leuke, uitdag<strong>en</strong>de, communicatieve schrijfopdracht dan bij e<strong>en</strong> droge zinsbouwoef<strong>en</strong>ing.<br />

Als er al remediëring op deelaspect<strong>en</strong> wordt gebod<strong>en</strong>, dan zal de leerkracht in kwestie zich t<strong>en</strong> eerste<br />

moet<strong>en</strong> bewust zijn van het geringe leereffect dat hij maar kan bereik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zal hij er<strong>voor</strong> moet<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong><br />

dat er ook voldo<strong>en</strong>de ‘complete schrijfopdracht<strong>en</strong>’ in het remediëringsprogramma aanwezig zijn. Daarbij<br />

moet uiteraard de ondersteuning van de leerling geïnt<strong>en</strong>sifieerd word<strong>en</strong>. Dat kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat in<br />

kleinere groepjes (of zelfs op individuele basis) wordt gewerkt, <strong>en</strong> dat er meer stutt<strong>en</strong> onder de<br />

‘mondelinge brug’ word<strong>en</strong> gezet. Zo is het zinvol om, in remediëring, leerling<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal<br />

zoals dat in het <strong>voor</strong>beeld hierbov<strong>en</strong>, eerst mondeling te beschrijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de leerling daarin te<br />

ondersteun<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere vorm van remediëring bestaat erin dat de leerkracht ge<strong>en</strong> schriftelijke<br />

feedback op het schrijfproduct van de leerling biedt, maar e<strong>en</strong> individuele, uitgebreide mondelinge<br />

feedback. Het ‘blitzbezoek’ wordt dan e<strong>en</strong> uitgebreidere visite. Cruciaal is dat zeker de zwakkere<br />

schrijvers e<strong>en</strong> duidelijk beeld hebb<strong>en</strong> op de prioriteit<strong>en</strong> waar het bij schrijv<strong>en</strong> om draait <strong>en</strong> waarop<br />

schrijfproduct<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld. Dat kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat, althans in de periode van de remediëring,<br />

het inhoudelijke nog sterker op de <strong>voor</strong>grond treedt, <strong>en</strong> er op vormelijk vlak wat meer ding<strong>en</strong> door de<br />

vingers word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Enkel op die manier kunn<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> echt, <strong>en</strong> bruikbaar, bewustzijn<br />

opbouw<strong>en</strong> van waar ze op moet<strong>en</strong> lett<strong>en</strong> bij het schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> reviser<strong>en</strong> van hun tekst<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />

vaardiger word<strong>en</strong> in het schriftelijk verwoord<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>isvolle boodschapp<strong>en</strong>.<br />

Remediëring is echter altijd e<strong>en</strong> tijdelijke injectie. Het is ge<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de toestand, <strong>voor</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

leerling. Remediëring is erop gericht om e<strong>en</strong> leerling, of e<strong>en</strong> klein groepje leerling<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

impuls te gev<strong>en</strong> naar de ontwikkeling van e<strong>en</strong> bepaalde vaardigheid toe, zodanig dat deze leerling<strong>en</strong><br />

maximaal van het ‘gewoon’ onderwijs in die vaardigheid kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong>. Het lijkt me dan ook niet<br />

aangewez<strong>en</strong> om leerling<strong>en</strong> ‘remediëring schrijfvaardigheid’ te gev<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de andere<br />

kinder<strong>en</strong> hun lesje schrijv<strong>en</strong> afwerk<strong>en</strong>. Beter is het om de zwakke schrijvers dat schrijflesje mee te lat<strong>en</strong><br />

afwerk<strong>en</strong>, h<strong>en</strong> daarbij van goede ondersteuning te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> extra<br />

schrijfkans te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Remediër<strong>en</strong> is op de keper beschouwd e<strong>en</strong> kwestie van meer kans<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> de leerling om ervaring op te do<strong>en</strong> met de vaardigheid in kwestie. De principes van goed<br />

schrijfonderwijs moet<strong>en</strong> dus ook tijd<strong>en</strong>s die remediëringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gehandhaafd blijv<strong>en</strong>, of beter,<br />

moet<strong>en</strong> daar nog veel sterker, veel int<strong>en</strong>ser uit de verf kom<strong>en</strong>. Dat impliceert dat leerling<strong>en</strong> in<br />

schrijfremediëring motiver<strong>en</strong>de <strong>en</strong> complete schrijftak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat ze op e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde <strong>en</strong><br />

leerlinggerichte manier word<strong>en</strong> ondersteund om te ler<strong>en</strong> uit hun eig<strong>en</strong> probeersels.<br />

5 Conclusies<br />

Schrijv<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> taaie vaardigheid. Het hoeft dan ook ge<strong>en</strong> verwondering te wekk<strong>en</strong> - zeker niet <strong>voor</strong> wie<br />

de traditie van het schrijfonderwijs k<strong>en</strong>t - dat Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nederland op dit mom<strong>en</strong>t zo veel slechte<br />

schrijvers onder hun huidige g<strong>en</strong>eratie volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> tell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de grootste gebrek<strong>en</strong> die vele<br />

schrijvers kan word<strong>en</strong> aangewrev<strong>en</strong> is dat zij onvoldo<strong>en</strong>de in staat zijn e<strong>en</strong> publiekgericht <strong>en</strong> doelgericht<br />

product af te lever<strong>en</strong>. Het lijkt me dan ook ge<strong>en</strong> overbodige luxe om hier van in het basisonderwijs aan<br />

te timmer<strong>en</strong>, <strong>en</strong> op die manier te vermijd<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> nieuwe g<strong>en</strong>eratie van schrijvers opgroeit in de<br />

overtuiging dat de <strong>en</strong>ige moeilijkheid bij schrijv<strong>en</strong> ligt in het vermijd<strong>en</strong> van dt-fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> het correct<br />

plaats<strong>en</strong> van punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> komma’s.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


§7 LEESVAARDIGHEID BEVORDEREN EN BEOORDELEN<br />

Saskia Timmermans <strong>en</strong> Mieke Vand<strong>en</strong>broucke<br />

Deze bijdrage gaat dieper in op leesvaardigheid. In e<strong>en</strong> eerste deel wordt kort stilgestaan bij ‘Wat is<br />

lez<strong>en</strong>?’. Verder wordt er onder meer besprok<strong>en</strong> hoe leesvaardigheid bij <strong>voor</strong>keur wordt bevorderd <strong>en</strong><br />

beoordeeld.<br />

7.1 Inleiding: Wat is lez<strong>en</strong>?<br />

Lez<strong>en</strong> is de afvalkal<strong>en</strong>der juist kunn<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> is de krant snel doorblader<strong>en</strong>, op zoek naar het nieuws van de dag.<br />

Lez<strong>en</strong> is de treintabell<strong>en</strong> op het station raadpleg<strong>en</strong> om de trein op tijd te hal<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> is g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mooi verhaal.<br />

Lez<strong>en</strong> is het boodschapp<strong>en</strong>lijstje dat je meekreeg foutloos kunn<strong>en</strong> afwerk<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> is op e<strong>en</strong> efficiënte manier informatie uit e<strong>en</strong> stadsgids hal<strong>en</strong> om je reis te plann<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> is…<br />

Uit deze <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> blijkt dat lez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>de lezer e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele vaardigheid is.<br />

Functionaliteit staat <strong>voor</strong>op: je leest immers altijd met e<strong>en</strong> bepaalde bedoeling <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>, je leest omwille<br />

van e<strong>en</strong> bepaalde inhoud. In de loop van de lagere school groei<strong>en</strong> de meeste leerling<strong>en</strong> uit tot geoef<strong>en</strong>de<br />

lezers.<br />

De functionaliteit van lez<strong>en</strong> staat ook c<strong>en</strong>traal in de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het basisonderwijs. Lez<strong>en</strong> wordt er<br />

beschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële compet<strong>en</strong>tie om zich op e<strong>en</strong> verantwoorde wijze te handhav<strong>en</strong> in de<br />

maatschappij.<br />

Het is belangrijk kinder<strong>en</strong> al heel vroeg te confronter<strong>en</strong> met de functionaliteit van lez<strong>en</strong>: leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong><br />

zich er op het einde van het eerste <strong>leerjaar</strong> al bewust moet<strong>en</strong> van zijn dat lez<strong>en</strong> veel verder reikt dan<br />

louter hardop verklank<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> of technisch lez<strong>en</strong>, ondanks het feit dat daarop de nadruk ligt<br />

binn<strong>en</strong> het aanvankelijk lez<strong>en</strong>.<br />

Als we ervan uitgaan dat lez<strong>en</strong> gebruikt wordt als middel om informatie uit tekst<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong>, heeft het<br />

immers weinig zin ons <strong>en</strong>kel in leestechnische zin op leestak<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons tot ‘verklankingsonderwijs’<br />

te beperk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede technische leesvaardigheid is met andere woord<strong>en</strong> niet toereik<strong>en</strong>d,<br />

zolang de tekst<strong>en</strong> niet daadwerkelijk begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Liefst komt hier ook nog leesplezier bij kijk<strong>en</strong>. Wanneer leerling<strong>en</strong> leesplezier wordt gebod<strong>en</strong>, ontdekk<strong>en</strong><br />

ze immers hoe leuk lez<strong>en</strong> wel kan zijn, <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ze het liever <strong>en</strong> meer gaan do<strong>en</strong>!<br />

7.2 Leesvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong><br />

Om alle leerling<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong> tot geoef<strong>en</strong>de lezers, zodat ze zinvol <strong>en</strong> functioneel kunn<strong>en</strong> omgaan<br />

met informatie uit tekst<strong>en</strong>, is het noodzakelijk dat ze:<br />

1binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat…<br />

2 geconfronteerd word<strong>en</strong> met betek<strong>en</strong>isvolle, functionele leestak<strong>en</strong>,<br />

3 waarbij zwakke lezers op e<strong>en</strong> goede manier ondersteund word<strong>en</strong>.<br />

Dit zijn de drie belangrijkste criteria <strong>voor</strong> goed leesonderwijs, die zowel in de klas als tijd<strong>en</strong>s remediëringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong> de klas zoveel mogelijk gehandhaafd blijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

49


50<br />

7.2.1 Leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat<br />

Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat krijg<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> maximale leeskans<strong>en</strong>. Er wordt niet<br />

alle<strong>en</strong> veel gelez<strong>en</strong> in de taalmethode, maar ook bij wereldoriëntatie of andere vakk<strong>en</strong>. Daarnaast is<br />

leesbevordering bij <strong>voor</strong>keur structureel ingebouwd in de klaspraktijk van elke dag, bij<strong>voor</strong>beeld door e<strong>en</strong><br />

vast <strong>voor</strong>leesmom<strong>en</strong>t, of e<strong>en</strong> wekelijks uurtje ‘vrij lez<strong>en</strong>’ of boekpromotie-activiteit<strong>en</strong>.<br />

Zo biedt e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat ook leesplezier aan de leerling<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> wordt hierbij in al zijn facett<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>: doordat leerling<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

boek<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld, word<strong>en</strong> ze geconfronteerd met verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leesdoel<strong>en</strong>.<br />

Dergelijk leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat is ook e<strong>en</strong> veilig klimaat, waar leerling<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Dit komt t<strong>en</strong> goede aan àlle leerling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zeker aan de zwakkere lezers.<br />

7.2.2 Betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong><br />

De leestak<strong>en</strong> in de klas zijn bij <strong>voor</strong>keur betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>: lez<strong>en</strong> is er altijd functioneel, er wordt<br />

steeds gelez<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>d <strong>en</strong> relevant doel, <strong>en</strong> er is e<strong>en</strong> kloof of e<strong>en</strong> moeilijkheid in de leestaak<br />

ingebouwd.<br />

E<strong>en</strong> eerste k<strong>en</strong>merk van betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> is dat lez<strong>en</strong> functioneel is: aangezi<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>al de<br />

vaardigheid is om doelgericht informatie uit tekst<strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t in leestak<strong>en</strong> dit gebruiksaspect<br />

van lez<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal te staan. In elke leesactiviteit wordt daarom met e<strong>en</strong> bepaald doel gelez<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld tweede <strong>leerjaar</strong>:<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de instructies bij e<strong>en</strong> gezelschapsspel zodat ze het spel kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>:<br />

De leerling<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> boek over dolfijn<strong>en</strong> de nodige informatie op zodat ze vrag<strong>en</strong> hierover kunn<strong>en</strong><br />

beantwoord<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> tweede belangrijk k<strong>en</strong>merk van betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> is het motiver<strong>en</strong>de doel dat wordt bereikt<br />

door de leestaak aan te vatt<strong>en</strong>. Door leerling<strong>en</strong> leesplezier te bied<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> ze immers gemotiveerd om<br />

te lez<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld zesde <strong>leerjaar</strong>:<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>de tekst over handlez<strong>en</strong> zodat ze hun eig<strong>en</strong> toekomst kunn<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>spell<strong>en</strong>.<br />

Daarbij aansluit<strong>en</strong>d is het ook zo dat de betek<strong>en</strong>isvolle leestaak niet alle<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>d, maar ook relevant<br />

moet zijn. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er écht beter ler<strong>en</strong> door lez<strong>en</strong>. Dit kan doordat ze veel én verschill<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>: fictieve verhal<strong>en</strong>, informatieve tekst<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Om vordering<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die ze nog niet kunn<strong>en</strong>, anders ler<strong>en</strong> ze<br />

weinig bij. Leestak<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> dus steeds e<strong>en</strong> kloof, e<strong>en</strong> moeilijkheid te bevatt<strong>en</strong>. Dit <strong>vierde</strong> k<strong>en</strong>merk van<br />

betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> kan zich zowel op het inhoudelijke vlak <strong>voor</strong>do<strong>en</strong> (de tekst bevat nieuwe<br />

informatie) als op het functionele vlak (de leerling moet iets met de tekst do<strong>en</strong> dat hij nog niet kan).<br />

Interactie tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> blijkt e<strong>en</strong> geschikt middel te zijn om klov<strong>en</strong> bij dit soort leesactiviteit<strong>en</strong> te<br />

overbrugg<strong>en</strong>. Deze interactie kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> georganiseerd word<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> mogelijk <strong>voor</strong>beeld hiervan is het principe van verdeelde informatie. Dit houdt in dat iedere leerling<br />

e<strong>en</strong> aantal tekst<strong>en</strong> leest waarin informatie staat die ander<strong>en</strong> niet hebb<strong>en</strong>. Elke leerling wordt als het ware<br />

tot expert gemaakt met betrekking tot die informatie. Alle informatie is echter van ev<strong>en</strong> groot belang om<br />

de gezam<strong>en</strong>lijke opdracht te kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> elke individuele inbr<strong>en</strong>g noodzakelijk is <strong>voor</strong><br />

de groep, kan vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de sterke leerling<strong>en</strong> de zwakkere dominer<strong>en</strong>. Pas als alle leerling<strong>en</strong><br />

van de groep de specifieke informatie uit hun tekst<strong>en</strong> uitgewisseld hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> de informatiekloof<br />

overbrugd is, kan de taak feitelijk uitgevoerd word<strong>en</strong>. Omdat het in ieders belang is dat de juiste,<br />

relevante informatie uit de tekst<strong>en</strong> gehaald wordt, motiver<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> elkaar om de relatief moeilijke<br />

tekst<strong>en</strong> toch te begrijp<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld derde <strong>leerjaar</strong>:<br />

Leesles over straatkinder<strong>en</strong> uit andere werelddel<strong>en</strong><br />

Eerst lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e inleiding over straatkinder<strong>en</strong>. Daarna word<strong>en</strong> ze<br />

verdeeld in heterog<strong>en</strong>e groepjes van vier. De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nummer van 1 tot 4 <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komstige getuig<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> straatkind. Om de bijbehor<strong>en</strong>de vraagjes op te loss<strong>en</strong> is de<br />

informatie uit alle vier de tekstjes nodig.<br />

De leerling<strong>en</strong> met dezelfde getuig<strong>en</strong>is mog<strong>en</strong> eerst ev<strong>en</strong> bij elkaar zitt<strong>en</strong> om te besprek<strong>en</strong> wat er globaal<br />

in hun tekstje stond <strong>en</strong> wat ze ervan vond<strong>en</strong>. Zo help<strong>en</strong> ze elkaar bij het begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> van de<br />

tekst. Ook mog<strong>en</strong> ze nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussiër<strong>en</strong> over de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> straatkinder<strong>en</strong> ginder <strong>en</strong><br />

kinder<strong>en</strong> hier. Daarna mog<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> terug naar hun oorspronkelijke groepje om de verschill<strong>en</strong>de<br />

tekst<strong>en</strong> die ze gelez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (nu voldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>bereid) aan ander<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong>.<br />

7.2.3 Leesvaardigheid beoordel<strong>en</strong><br />

Als alle leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong> tot geoef<strong>en</strong>de lezers, dan moet het lez<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t getoetst<br />

word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> goede manier om er zinvolle uitsprak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> over do<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede toets van<br />

leesvaardigheid is dan ook e<strong>en</strong> complete leesopdracht (waar zowel begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong>, technisch lez<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> liefst ook leesplezier in <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>), die aan de bov<strong>en</strong>vermelde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle<br />

leestaak voldoet.<br />

Enerzijds wordt leesvaardigheid in VLOT direct getoetst door de verschill<strong>en</strong>de leestoets<strong>en</strong>. Anderzijds<br />

gebeurt dit ook indirect in de edittoets<strong>en</strong>. Hier krijgt de lezer e<strong>en</strong> tekst waarin op willekeurige plaats<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong> zijn toegevoegd. Die woord<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> niet thuis in de tekst <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er door de lezer uit word<strong>en</strong><br />

geschrapt. De score op e<strong>en</strong> edittoets is e<strong>en</strong> zeer betrouwbare indicatie van de algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid<br />

van de lezer. Ze geeft dus ge<strong>en</strong> beeld van de leesvaardigheid alle<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het e<strong>en</strong> taak die de<br />

kinder<strong>en</strong> al op zeer jonge leeftijd kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

51


52<br />

Het volstaat dus niet om zich bij het toets<strong>en</strong> van leesvaardigheid te beperk<strong>en</strong> tot het technisch leesniveau<br />

van de leerling<strong>en</strong>, zoals bij de AVI-test<strong>en</strong>. Deze gev<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>tair beeld van de leesvaardigheid<br />

van de leerling, aangezi<strong>en</strong> er weinig of niet wordt gepeild of het gelez<strong>en</strong>e effectief wordt begrep<strong>en</strong>.<br />

Het louter test<strong>en</strong> van technisch lez<strong>en</strong> houdt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het gevaar in dat het leesonderwijs volledig wordt<br />

aangepast aan de manier waarop lez<strong>en</strong> getoetst wordt, <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> zich dus gaat beperk<strong>en</strong> tot ‘technisch<br />

leesonderwijs’ of verklankingsonderwijs. Dit werd in de <strong>leidraad</strong> bij VLOT reeds beschrev<strong>en</strong> als ‘teaching<br />

to the test’ (zie VLOT-<strong>leidraad</strong> blz. 9).<br />

7.2.4 Ondersteuning van zwakke lezers<br />

Helaas is het nog steeds zo dat niet alle leerling<strong>en</strong> optimaal kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van het leesonderwijs. In<br />

elke klas tref je zwakke lezers aan <strong>voor</strong> wie lez<strong>en</strong> niet zo <strong>vlot</strong> lukt <strong>en</strong> <strong>voor</strong> wie dit bijgevolg helemaal niet<br />

leuk is 1 .<br />

Het is belangrijk om ook <strong>voor</strong> de groep van de zwakke lezers de c<strong>en</strong>trale doelstelling van leesonderwijs<br />

<strong>voor</strong> og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>, namelijk e<strong>en</strong> goede leesvaardigheid ontwikkel<strong>en</strong>. Zoals beschrev<strong>en</strong> in de eerste<br />

paragraaf, staat begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> hierbij <strong>voor</strong>op. In de ondersteuning van zwakke lezers mag m<strong>en</strong> zich<br />

bijgevolg niet beperk<strong>en</strong> tot technisch lez<strong>en</strong>. De functionaliteit van lez<strong>en</strong> is dan ver te zoek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> gaan naderhand misschi<strong>en</strong> wel d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat lez<strong>en</strong> niet méér is dan louter technisch lez<strong>en</strong>!<br />

In klass<strong>en</strong> met sterke <strong>en</strong> zwakke lezers zijn de betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> dezelfde.<br />

Differ<strong>en</strong>tiatie bestaat erin dat de leerling<strong>en</strong>, die het nodig hebb<strong>en</strong>, meer ondersteuning krijg<strong>en</strong> van de<br />

leerkracht. Hier is het aangewez<strong>en</strong> dat de leerkracht niet alle initiatief naar zich toehaalt, maar dat de<br />

leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangezet om zelf na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. De kans dat de leerling<strong>en</strong> effectief ler<strong>en</strong> is dan immers<br />

groter.<br />

Het individueel remediër<strong>en</strong> van zwakke lezers heeft pas zin als de werking in de klas (zoals hierbov<strong>en</strong><br />

beschrev<strong>en</strong>) optimaal verloopt. Dit wil zegg<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat voldo<strong>en</strong>de<br />

geconfronteerd word<strong>en</strong> met betek<strong>en</strong>isvolle, goede leestak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hierbij op e<strong>en</strong> goede manier<br />

ondersteund word<strong>en</strong>. Wanneer de leerling<strong>en</strong> hier onvoldo<strong>en</strong>de aan hun trekk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, kan het zinvol<br />

zijn om h<strong>en</strong> (individueel of in e<strong>en</strong> klein groepje) uit de klas te hal<strong>en</strong> <strong>voor</strong> leesremediëring. Hierbij kom<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> terecht in e<strong>en</strong> nog leesrijker klasklimaat waar ze nog meer leeskans<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de<br />

confrontatie met betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>. Ook hier krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dus de boodschap dat lez<strong>en</strong> h<strong>en</strong><br />

kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tot zinvolle informatie, alle<strong>en</strong> kan de ondersteuning nog int<strong>en</strong>siever gebeur<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> de<br />

groep<strong>en</strong> kleiner zijn 2 . Deze leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beschouwd word<strong>en</strong> als jonge plantjes: eerst kom<strong>en</strong> ze in<br />

de beschutte serre van e<strong>en</strong> groepje <strong>voor</strong> remediër<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> terecht, waar ze ondergedompeld word<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> leesbad vol betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>. Na deze leeskuur word<strong>en</strong> ze in de volle grond van de<br />

reguliere klas geplant. Het (klas)klimaat moet ook dan voldo<strong>en</strong>de vruchtbaar <strong>en</strong> leesrijk zijn, zodat de<br />

plantjes na de leeskuur niet verdorr<strong>en</strong>.<br />

Remediër<strong>en</strong> op deelaspect<strong>en</strong> van lez<strong>en</strong> zoals technisch lez<strong>en</strong> kan, maar mag dus niet de hoofdmoot van<br />

het remediëringsparcours uitmak<strong>en</strong>: dit maakt van de leerling<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>de lezers.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


7.4 Conclusie<br />

Door goed leesonderwijs groei<strong>en</strong> de meeste leerling<strong>en</strong> uit tot geoef<strong>en</strong>de lezers. Hier<strong>voor</strong> word<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat voldo<strong>en</strong>de geconfronteerd met betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> ze op e<strong>en</strong> goede manier ondersteund. Binn<strong>en</strong> leesremediëring zijn dezelfde principes nog<br />

uitdrukkelijker aanwezig.<br />

1 We hebb<strong>en</strong> het hier niet over de leerling<strong>en</strong> met ernstige <strong>en</strong> hardnekkige lees- <strong>en</strong> spellingsproblem<strong>en</strong> zoals dyslexie.<br />

Dyslexie werd door de Nederlandse Gezondheidsraad gedefinieerd als e<strong>en</strong> stoornis die gek<strong>en</strong>merkt wordt door<br />

hardnekkige problem<strong>en</strong> in de automatisering van de woordid<strong>en</strong>tificatie (lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong>/of schriftbeeldvorming (spell<strong>en</strong>).<br />

Voor meer informatie hierover kan u steeds terecht in het CLB van uw school of bij Sprankel, e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging van<br />

ouders van normaalbegaafde kinder<strong>en</strong> met leermoeilijkhed<strong>en</strong>. (Nationaal Secretariaat Sprankel vzw, Kerkhofstraat<br />

60, 3500 Hasselt, tel.: 011/28.45.91, fax: 011/28.45.92).<br />

2 Op het Steunpunt <strong>voor</strong> Nederlands als Tweede <strong>Taal</strong> (KULeuv<strong>en</strong>) werd het lesmateriaal Taakgericht Remediër<strong>en</strong>d<br />

Lez<strong>en</strong> ontwikkeld. Dit is speciaal bestemd <strong>voor</strong> de remediëring van zwakke lezers van het tweede <strong>en</strong> derde<br />

<strong>leerjaar</strong>. Het materiaal is bedoeld om kleine groepjes leerling<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de vier wek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve, taakgericht<br />

‘leesimpuls’ te gev<strong>en</strong>. In the tweede <strong>leerjaar</strong> is het thema De Dolle Dier<strong>en</strong>krant, in het derde <strong>leerjaar</strong> wordt<br />

gewerkt rond het thema E<strong>en</strong> heel bijzondere familie.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

53


54<br />

§ 8 TOETSEN VAN SPREEKVAARDIGHEID<br />

Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />

8.1 Uitgangspunt<strong>en</strong><br />

Spreekvaardigheid wordt vaak nog – <strong>en</strong> zeker op het vlak van toetsing – stiefmoederlijk behandeld in het<br />

Vlaamse basisonderwijs. Van de vier vaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong>) is het de<br />

vaardigheid waar het minst regelmatig <strong>en</strong> systematisch aan wordt gewerkt, laat staan getoetst. Vaak<br />

gebeurt het dan nog uitsluit<strong>en</strong>d in de hogere leerjar<strong>en</strong> door middel van spreekbeurt<strong>en</strong>. En dat zijn<br />

eig<strong>en</strong>lijk moeilijke opdracht<strong>en</strong> die veel meer dan alle<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> (o.a. gestructureerd lees- <strong>en</strong><br />

schrijfwerk ter <strong>voor</strong>bereiding).<br />

We kunn<strong>en</strong> natuurlijk de vraag stell<strong>en</strong> of systematisch werk<strong>en</strong> aan spreekvaardigheid überhaupt nodig<br />

is, juist omdat er tijd<strong>en</strong>s de klasdag zoveel gesprok<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong> er dus op e<strong>en</strong> heel natuurlijke<br />

manier op elk mom<strong>en</strong>t aan spreekvaardigheid kan word<strong>en</strong> gewerkt (vgl. eerste taalverwerving bij het<br />

kind). Het leidt ons te ver om op die vraag verder in te gaan, maar het lijkt zeker nodig <strong>en</strong> zinvol om, net<br />

zoals bij de andere vaardighed<strong>en</strong>, op geregelde tijdstipp<strong>en</strong> systematischer vast te legg<strong>en</strong> hoe het met de<br />

spreekvaardigheid van leerling<strong>en</strong> is gesteld.<br />

Tot dat systematisch vastlegg<strong>en</strong> van het niveau van spreekvaardigheid van lagere-schoolleerling<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> deel van de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschaff<strong>en</strong> in VLOT. Er word<strong>en</strong> spreekvaardigheidtoets<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het tweede, derde, <strong>vierde</strong>, vijfde <strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong><br />

Hieronder vatt<strong>en</strong> we kort sam<strong>en</strong> wat de basisprincipes <strong>voor</strong> de toets<strong>en</strong> zijn (2) <strong>en</strong> hoe het beoordel<strong>en</strong><br />

van spreektoets<strong>en</strong> in zijn werk kan gaan (3). Daarna schets<strong>en</strong> we hoe we dit concreet hebb<strong>en</strong><br />

gerealiseerd in e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>tele spreektoets <strong>voor</strong> het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> (4).<br />

8.2 Wat <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>?<br />

8.2.1 Wat toets<strong>en</strong>?<br />

Om te wet<strong>en</strong> welke inhoud<strong>en</strong> (welke tak<strong>en</strong>) we in de spreektoets<strong>en</strong> aan bod moet<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>,<br />

bekijk<strong>en</strong> we de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het basisonderwijs <strong>voor</strong> sprek<strong>en</strong> (Departm<strong>en</strong>t Onderwijs,<br />

1998). Die eindterm<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> de communicatieve functie van taal <strong>voor</strong>op <strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>,<br />

gespecificeerd per verwerkingsniveau, tekstsoort <strong>en</strong> pulbiek, die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

De lijst van tak<strong>en</strong> is echter kort <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong>. De eindterm<strong>en</strong> zijn eerder vaag <strong>en</strong> beknopt, maar bevatt<strong>en</strong><br />

anderzijds wel de nodige criteria (verwerkingsniveau, publiek <strong>en</strong> tekstsoort, zie ook Paragraaf 1: 1.3 Wat<br />

toets<strong>en</strong>. De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong>) om spreektak<strong>en</strong> op te stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de hele lagere school.<br />

8.2.2 Hoe toets<strong>en</strong>?<br />

Om (spreek)vaardigheid te evaluer<strong>en</strong> zijn er twee middel<strong>en</strong>: observatie-instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. Wij<br />

kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> toets<strong>en</strong> naar analogie met de andere vaardighed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> VLOT, waar<strong>voor</strong> de meting<strong>en</strong><br />

op vaste tijdstipp<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> observatie-instrum<strong>en</strong>t is eerder geschikt om, over e<strong>en</strong> langere periode<br />

gespreid, leerling<strong>en</strong> (met problem<strong>en</strong>) te volg<strong>en</strong>. Het wordt ook als vrijblijv<strong>en</strong>der ervar<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Net zoals <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> we de spreektoets<strong>en</strong> bestaan uit geïntegreerde tak<strong>en</strong>,<br />

d.w.z. spreektak<strong>en</strong> waarin de leerling<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong> onderdeel van, maar hun totale spreekvaardigheid<br />

moet<strong>en</strong> aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> om ze tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het gaat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> om tak<strong>en</strong> die<br />

communicatief relevant zijn <strong>voor</strong> leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald <strong>leerjaar</strong>. En we prober<strong>en</strong> die tak<strong>en</strong> zo<br />

natuurlijk mogelijk in te bedd<strong>en</strong>. Uiteraard gaat het altijd om e<strong>en</strong> simulatie, maar dat is in de<br />

onderwijscontext niet uit te sluit<strong>en</strong>. Toch kunn<strong>en</strong> we sprek<strong>en</strong> van directe toets<strong>en</strong>: we toets<strong>en</strong> precies die<br />

ding<strong>en</strong> waarvan we will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> ze kunn<strong>en</strong>. Deze soort tak<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we immers ook<br />

in de eindterm<strong>en</strong> terug.<br />

De praktische problem<strong>en</strong> bij het evaluer<strong>en</strong> van spreekvaardigheid zijn bek<strong>en</strong>d. Zo is er het probleem dat<br />

het individueel toets<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> veel tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie in beslag neemt. Je moet als<br />

toetsafnemer/scoorder ook zeer alert zijn <strong>en</strong> duidelijk op <strong>voor</strong>hand bepaald hebb<strong>en</strong> welke criteria je bij de<br />

beoordeling gaat hanter<strong>en</strong>. Daarnaast vormt ook het beoordel<strong>en</strong> van de spreekprestaties e<strong>en</strong> hele klus.<br />

8.3 Spreekvaardigheid beoordel<strong>en</strong><br />

8.3.1 Wat beoordel<strong>en</strong>?<br />

Het beoordel<strong>en</strong> van spreekvaardigheid kan in principe twee richting<strong>en</strong> uitgaan.<br />

• M<strong>en</strong> kan zich richt<strong>en</strong> op aparte compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van spreekvaardigheid zoals bij<strong>voor</strong>beeld de uitspraak<br />

of de grammaticale juistheid van uiting<strong>en</strong>.<br />

• Of m<strong>en</strong> kan <strong>voor</strong>al het gebruik van taal om e<strong>en</strong> communicatief doel te bereik<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.<br />

Spreekvaardigheid wordt dan als één globale vaardigheid beschouwd <strong>en</strong> beoordeeld.<br />

Omdat het gebruik van taal in communicatieve situaties zowel <strong>voor</strong> het onderwijs (cfr. de eindterm<strong>en</strong>)<br />

als <strong>voor</strong> de maatschappij het belangrijkste doel is, ligt het <strong>voor</strong> de hand om de tweede manier van<br />

beoordel<strong>en</strong> te verkiez<strong>en</strong>. Dit sluit ook aan bij de manier waarop we het toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van de<br />

andere vaardighed<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>) in VLOT hebb<strong>en</strong> opgevat.<br />

Wanneer we opter<strong>en</strong> <strong>voor</strong> deze communicatieve visie op spreekvaardigheid, zull<strong>en</strong> de criteria bij het<br />

beoordel<strong>en</strong> <strong>voor</strong>namelijk betrekking hebb<strong>en</strong> op de communicatieve kwaliteit van het sprek<strong>en</strong>. Meer<br />

bepaald: is het sprek<strong>en</strong> van die kwaliteit dat de spreker erin slaagt te functioner<strong>en</strong> in communicatieve<br />

situaties? Maar wat moet<strong>en</strong> we dan precies onder die communicatieve kwaliteit verstaan?<br />

In de eindterm<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we de vage formulering “het gepaste register kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>”. Slaat dit op<br />

inhoud of vorm, of op allebei? We wet<strong>en</strong>, in de lijn van de andere eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de manier waarop<br />

de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> sprek<strong>en</strong> zijn ingevuld, dat dit zeker ook op inhoud moet slaan. Toch is ook de vorm<br />

van belang, meer nog dan bij schrijfvaardigheid. Immers, bij schrijv<strong>en</strong> heb je hopelijk e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de<br />

lezer die alles zal do<strong>en</strong> om te begrijp<strong>en</strong> wat er staat: hij kan e<strong>en</strong> schrijfproduct meerdere mal<strong>en</strong> herlez<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> uiting daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is vluchtig <strong>en</strong> vergaan e<strong>en</strong>s ze uitgesprok<strong>en</strong> is. De luisteraar, hoe<br />

welwill<strong>en</strong>d ook, kan e<strong>en</strong> onverstaanbare uiting ge<strong>en</strong> tweede keer beluister<strong>en</strong> om er toch iets van te<br />

mak<strong>en</strong>. (Bij de spreektoets<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> we de uitsprak<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> wel op op band, maar dat is niet<br />

de normale communicatieve situatie, waar we toch zoveel mogelijk will<strong>en</strong> bij aansluit<strong>en</strong>.) Spraaktechnische<br />

vaardighed<strong>en</strong> (zoals formulering <strong>en</strong> uitspraak) die met vorm te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, zijn dus<br />

belangrijk om de luisteraar niet <strong>voor</strong> begripsmoeilijkhed<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

55


56<br />

8.3.2 Hoe beoordel<strong>en</strong>?<br />

Naast het bepal<strong>en</strong> van de criteria waarmee rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> bij het beoordel<strong>en</strong> van de<br />

communicatieve kwaliteit van spreekprestaties, moet het beoordel<strong>en</strong> nog aan e<strong>en</strong> aantal andere eis<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>:<br />

• betrouwbaar: d.w.z. dat het oordeel van verschill<strong>en</strong>de beoordelaars op basis van dezelfde beoordelingswijzer<br />

moet<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong>,<br />

• valide: d.w.z. dat de beoordeling voldo<strong>en</strong>de informatie over het niveau van de spreekvaardigheid moet<br />

oplever<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat deze informatie g<strong>en</strong>uanceerd moet zijn,<br />

• efficiënt: d.w.z. dat het beoordel<strong>en</strong> met zo min mogelijk tijd <strong>en</strong> inspanning gepaard mag gaan.<br />

8.3.3 Welk beoordelingsschema?<br />

De literatuur over het toets<strong>en</strong> biedt e<strong>en</strong> heel aantal <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> beoordelingsschema’s. De meeste<br />

schema’s voldo<strong>en</strong> echter niet in het licht van bov<strong>en</strong>staande overweging<strong>en</strong>. Veelal is de beoordeling<br />

volg<strong>en</strong>s deze schema’s (vaak punt<strong>en</strong>schal<strong>en</strong>) erg globaal <strong>en</strong> levert ze dus weinig specifieke informatie<br />

over de spreekvaardigheid van leerling<strong>en</strong> op. Dat komt de validiteit (voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde<br />

informatie) van de beoordeling niet t<strong>en</strong> goede. Andere schema’s zijn dan weer zo uitgebreid dat ze<br />

nauwelijks hanteerbaar zijn <strong>voor</strong> het beoordel<strong>en</strong> van de toch wel beperkte mondelinge uiting<strong>en</strong> van<br />

lagere-schoolleerling<strong>en</strong>.<br />

Het “Algeme<strong>en</strong> functioneel beoordelingsschema” van Van Gelder<strong>en</strong> (1992) vormt echter e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>weg<br />

tuss<strong>en</strong> té algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> té specifiek. We gebruik<strong>en</strong> het daarom als basis <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> beoordelingsschema<br />

<strong>voor</strong> de spreektoets<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> VLOT.<br />

Het schema van Van Gelder<strong>en</strong> bestaat uit vier dim<strong>en</strong>sies, waarvan we in Tabel 1 de belangrijkste criteria<br />

<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>:<br />

Tabel 1: Algeme<strong>en</strong> functioneel beoordelingsschema (Van Gelder<strong>en</strong>, 1992)<br />

‘Refer<strong>en</strong>tie’ (het gev<strong>en</strong> van belangrijke <strong>en</strong> juiste informatie)<br />

- symboolfunctie van taal -<br />

• Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />

• Relevantie<br />

• Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />

• Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />

• Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

‘Overdracht’ (rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met behoeft<strong>en</strong> van de luisteraar)<br />

- expressieve <strong>en</strong> appelatieve functie van taal -<br />

• Adequaatheid van register<br />

• Gebruik van middel<strong>en</strong> ter versterking van expressie <strong>en</strong> appèl (bij<strong>voor</strong>beeld: variatie van<br />

intonatie, tempo <strong>en</strong> volume; ondersteun<strong>en</strong>de gebar<strong>en</strong> <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t oogcontact; extra<br />

uitleg; humor, nuancering van bewering<strong>en</strong>...)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


‘Spreekgemak’ (beheersing van de taal)<br />

• Continuïteit van spraak<br />

• Goede afbak<strong>en</strong>ing van uiting<strong>en</strong><br />

• Vlotheid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo<br />

• Moeiteloosheid van woordkeuze<br />

• Vermijd<strong>en</strong> van lange pauzes, veelvuldige hapering<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfcorrecties<br />

• Directe interpreteerbaarheid van uiting<strong>en</strong><br />

• Vloei<strong>en</strong>de ope<strong>en</strong>volging van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

‘Verstaanbaarheid’ (realisatie van woord<strong>en</strong>)<br />

• Directe herk<strong>en</strong>baarheid van lexem<strong>en</strong><br />

• Voldo<strong>en</strong>de articulatie <strong>en</strong> volume<br />

• Tempo, intonatie <strong>en</strong> uitspraak aangepast aan de luisteromstandighed<strong>en</strong><br />

Kan met het schema de communicatieve kwaliteit van spreekprestaties nagegaan word<strong>en</strong>?<br />

Het schema van Van Gelder<strong>en</strong> richt zich in de eerste plaats op het functionele aspect van sprek<strong>en</strong>: de<br />

communicatieve kwaliteit van sprek<strong>en</strong> was <strong>voor</strong> Van Gelder<strong>en</strong> bij het ontwikkel<strong>en</strong> van het schema het<br />

overkoepel<strong>en</strong>de criterium waaruit alle andere criteria werd<strong>en</strong> afgeleid. Zowel inhoud als vorm (meer<br />

spraaktechnische aspect<strong>en</strong>) kom<strong>en</strong> erin aan bod.<br />

De vier dim<strong>en</strong>sies van het schema staan <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> communicatieve functies. De<br />

dim<strong>en</strong>sies kunn<strong>en</strong> per twee sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: refer<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> overdracht <strong>en</strong>erzijds die de<br />

communicatie substantieel bepal<strong>en</strong>, <strong>en</strong> spreekgemak <strong>en</strong> verstaanbaarheid anderzijds die nodig zijn<br />

<strong>voor</strong> de kwaliteit van communicatie. Binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie zijn e<strong>en</strong> aantal relevante beoordelingscriteria<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, relevant <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> zo groot mogelijke variatie van spreeksituaties.<br />

Het schema is algeme<strong>en</strong> bedoeld. Dat maakt het ook heel goed hanteerbaar. Het bevat richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

het mak<strong>en</strong> van specifieke beoordelingsschema’s <strong>voor</strong> specifieke tak<strong>en</strong> (<strong>voor</strong>al monologe tak<strong>en</strong>). Het<br />

uitwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> specifiek schema bestaat erin het meest relevante criterium per dim<strong>en</strong>sie te<br />

selecter<strong>en</strong>. De relevantie van e<strong>en</strong> criterium wordt bepaald door de aard van de specifieke taak. Zo zal<br />

het bij het vertell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verhaal bij<strong>voor</strong>beeld relevant zijn om <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ het<br />

criterium ‘logische ope<strong>en</strong>volging van passages’ te selecter<strong>en</strong>. Het selecter<strong>en</strong> van één criterium per<br />

dim<strong>en</strong>sie volstaat weg<strong>en</strong>s de bijzonder hoge correlaties tuss<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> op basis van verschill<strong>en</strong>de<br />

criteria binn<strong>en</strong> één bepaalde dim<strong>en</strong>sie.<br />

Van Gelder<strong>en</strong> geeft aan dat door het opstell<strong>en</strong> van specifieke schema’s op basis van het algem<strong>en</strong>e<br />

functionele schema, het mogelijk is om e<strong>en</strong> gemotiveerde <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige selectie van criteria op te<br />

stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de beoordeling spreekvaardigheid in verschill<strong>en</strong>de communicatieve situaties.<br />

Daarnaast biedt deze werkwijze ook de mogelijkheid om oordel<strong>en</strong> over spreekvaardigheid in diverse<br />

communicatieve situaties onderling te vergelijk<strong>en</strong>, door telk<strong>en</strong>s terug te grijp<strong>en</strong> naar de vier dim<strong>en</strong>sies.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

57


58<br />

Is het beoordelingsschema betrouwbaar, valide <strong>en</strong> efficiënt?<br />

Op basis van e<strong>en</strong> onderzoek waarin dit beoordelingsschema werd uitgeprobeerd, stelt Van Gelder<strong>en</strong> (1992)<br />

dat het schema tegemoet komt aan de eis<strong>en</strong> van betrouwbaarheid, validiteit <strong>en</strong> efficiëntie. Hij vond dat het<br />

oordeel van verschill<strong>en</strong>de beoordelaars aan de hand van zijn schema in voldo<strong>en</strong>de mate overe<strong>en</strong>stemd<strong>en</strong><br />

(betrouwbaar).<br />

De vier dim<strong>en</strong>sies verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> van spreekvaardigheid. Oordel<strong>en</strong> over criteria<br />

van deze vier dim<strong>en</strong>sies gev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd, maar vrij volledig beeld van iemands<br />

spreekvaardigheid (valide).<br />

Spreekprestaties kunn<strong>en</strong> op vier verschill<strong>en</strong>de criteria (één <strong>voor</strong> elke dim<strong>en</strong>sie) beoordeeld word<strong>en</strong>. Dit<br />

kan in vele gevall<strong>en</strong> (wanneer de spreekopdracht van niet al te korte duur is) tijd<strong>en</strong>s één luistersessie: de<br />

criteria word<strong>en</strong> tegelijkertijd beoordeeld. Dit maakt dat het schema e<strong>en</strong> vrij efficiënt instrum<strong>en</strong>t is om<br />

spreekprestaties te beoordel<strong>en</strong>.<br />

Tekortkoming<strong>en</strong> van het beoordelingsschema<br />

Bij e<strong>en</strong> grondige bestudering van de vier dim<strong>en</strong>sies <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de criteria binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie lijk<strong>en</strong><br />

de categorieën ‘verstaanbaarheid’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’ min of meer op hetzelfde te wijz<strong>en</strong>. Criteria als<br />

bij<strong>voor</strong>beeld ‘<strong>vlot</strong>heid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo’ uit de dim<strong>en</strong>sie ‘spreekgemak’ <strong>en</strong> ‘tempo aangepast aan<br />

luisteromstandighed<strong>en</strong>’ van de dim<strong>en</strong>sie ‘verstaanbaarheid’, of ‘directe interpreteerbaarheid van uiting<strong>en</strong>’<br />

(spreekgemak) <strong>en</strong> ‘directe herk<strong>en</strong>baarheid van lexem<strong>en</strong>’ (verstaanbaarheid) ligg<strong>en</strong> heel dicht bij elkaar.<br />

Ook overdracht <strong>en</strong> verstaanbaarheid lijk<strong>en</strong> niet altijd echt verschill<strong>en</strong>de informatie op te lever<strong>en</strong>:<br />

‘variatie van intonatie, tempo <strong>en</strong> volume’ (overdracht) teg<strong>en</strong>over ‘tempo, intonatie <strong>en</strong> uitspraak<br />

aangepast aan de luisteromstandighed<strong>en</strong>’ (verstaanbaarheid) bij<strong>voor</strong>beeld.<br />

Zelf vond Van Gelder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d onderzoek over de hanteerbaarheid van het schema dat oordel<strong>en</strong><br />

over de dim<strong>en</strong>sies ‘overdracht’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’ erg hoog correler<strong>en</strong>. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> de<br />

dim<strong>en</strong>sies is dus betrekkelijk <strong>en</strong> er is sprake van overlap.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> we de vaardigheid sprek<strong>en</strong> als één globale vaardigheid <strong>en</strong> will<strong>en</strong> we ze ook zo<br />

globaal mogelijk scor<strong>en</strong>. Dat moet echter afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over de validiteit van de beoordeling:<br />

de informatie die het oplevert, moet voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg g<strong>en</strong>uanceerd zijn. Maar met dit schema van<br />

Van Gelder<strong>en</strong> wordt de vaardigheid sprek<strong>en</strong> net te veel in aparte aspect<strong>en</strong> opgesplitst.<br />

E<strong>en</strong> laatste punt is de moeilijkheid van het selecter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> relevant criterium binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie bij<br />

e<strong>en</strong> specifieke spreekopdracht. Voor de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ lijkt dit minder e<strong>en</strong> probleem. Maar <strong>voor</strong> de<br />

overige dim<strong>en</strong>sies is dit niet zo vanzelfsprek<strong>en</strong>d. Waarom zou <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie ‘spreekgemak’ bij<strong>voor</strong>beeld<br />

‘continuïteit van spraak’ <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde taak relevanter zijn dan ‘<strong>vlot</strong>heid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo’?<br />

Eig<strong>en</strong> versie<br />

Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met onze bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij het schema van Van Gelder<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> versie<br />

op van het functioneel beoordelingsschema (tabel 2).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Tabel 2: Functioneel beoordelingsschema <strong>voor</strong> spreekvaardigheid (eig<strong>en</strong> versie)<br />

‘Inhoud’<br />

• Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />

• Relevantie<br />

• Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />

• Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />

• Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

‘Vorm’<br />

• Communicatief adequaat: te begrijp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar<br />

‘Spreekgemak’<br />

• Vlotheid van sprek<strong>en</strong><br />

Het schema is in de eerste plaats gericht op de communicatieve kwaliteit van spreekprestaties. Voor deze<br />

communicatieve kwaliteit veronderstell<strong>en</strong> we dat de drie categorieën ‘inhoud’, ‘vorm’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’<br />

ess<strong>en</strong>tieel zijn. E<strong>en</strong> verdere uitbreiding lijkt niet nodig: oordel<strong>en</strong> op basis van dit schema lever<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>uanceerde informatie op over de spreekvaardigheid van e<strong>en</strong> leerling. En die uitbreiding is zeker niet<br />

w<strong>en</strong>selijk met het oog op efficiëntie: leerkracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> redelijk tijdsbestek de<br />

spreekprestaties van hun leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.<br />

Net zoals het functionele schema van Van Gelder<strong>en</strong> is dit e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> schema. Per spreektoets zull<strong>en</strong><br />

we op basis van dit schema e<strong>en</strong> specifieker beoordelingsschema opstell<strong>en</strong>, aangepast aan de<br />

opdracht(<strong>en</strong>) van e<strong>en</strong> bepaalde spreektoets.<br />

Drie categorieën: inhoud, vorm <strong>en</strong> spreekgemak<br />

De eerste categorie, inhoud, sluit aan bij de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ in het schema van Van Gelder<strong>en</strong>. Het<br />

gaat hier om wat gezegd wordt. Net zoals bij Van Gelder<strong>en</strong> wordt per specifieke spreekopdracht <strong>voor</strong><br />

deze categorie e<strong>en</strong> (of meer) relevant aspect geselecteerd. Bij<strong>voor</strong>beeld: ‘volledigheid van informatie’,<br />

‘logische ope<strong>en</strong>volging van passages’, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

De categorie vorm richt zich op de manier waarop de inhoud geformuleerd wordt: is de inhoud op e<strong>en</strong><br />

communicatief adequate manier geformuleerd, zodat die te begrijp<strong>en</strong> is door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar?<br />

Deze categorie wordt ook per taak geconcretiseerd, afhankelijk van de leeftijd van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

onderwijs dat ze reeds achter de rug hebb<strong>en</strong>, én van de taak zelf. Zo is het evid<strong>en</strong>t dat uiting<strong>en</strong> van<br />

leerling<strong>en</strong> van het vijfde <strong>leerjaar</strong> ‘str<strong>en</strong>ger’ beoordeeld word<strong>en</strong>, dan uiting<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> van het<br />

tweede <strong>leerjaar</strong>, of dat in e<strong>en</strong> taak waarbij leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de volwass<strong>en</strong>e moet<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong> de<br />

eis<strong>en</strong> hoger ligg<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> taak waarbij ze e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje moet<strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong>.<br />

De categorie spreekgemak is globaler opgevat dan wat Van Gelder<strong>en</strong> bedoelt. In principe wordt hier<br />

steeds hetzelfde (namelijk de <strong>vlot</strong>heid waarmee iemand spreekt) beoordeeld. Het is niet haalbaar <strong>en</strong><br />

zeker niet zinvol om dit <strong>voor</strong> elk stukje inhoud te beoordel<strong>en</strong>. We do<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>maal per gehele taak. In<br />

het eerste geval zou het veel te sterk doorweg<strong>en</strong> in de totale beoordeling. Er kunn<strong>en</strong> ook weer al<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

59


60<br />

naargelang de leeftijd <strong>en</strong> het niveau van de getoetste leerling<strong>en</strong> str<strong>en</strong>gere of minder str<strong>en</strong>ge eis<strong>en</strong> aan<br />

‘spreekgemak’ gesteld word<strong>en</strong>.<br />

• haper<strong>en</strong>: 0 als e<strong>en</strong> leerling herhaaldelijk hapert.<br />

• tempo: 0 als e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> onnatuurlijk of onaangepast (te traag of te snel) tempo hanteert.<br />

• stemvolume: 0 als e<strong>en</strong> leerling té stil praat.<br />

• natuurlijkheid: 0 als e<strong>en</strong> leerling te onnatuurlijk spreekt: bij<strong>voor</strong>beeld te monotoon, te nonchalant.<br />

8.4 E<strong>en</strong> spreektoets <strong>voor</strong> het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

Hieronder stell<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>tele spreektoets volg<strong>en</strong>s bov<strong>en</strong>staande principes <strong>voor</strong>. Deze toets werd<br />

in juni 1998 uitgeprobeerd bij e<strong>en</strong> 100-tal leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>de als basis <strong>voor</strong> de andere spreektoets<strong>en</strong> van<br />

VLOT.<br />

8.4.1 Toetsformaat<br />

De toets bestaat uit vier onderdel<strong>en</strong>. De toetsafnemer ontvangt iedere leerling individueel <strong>en</strong> legt uit wat<br />

er van hem/haar wordt verwacht:<br />

In de eerste opdracht, ‘Verjaardagsfeestje’, moet de leerling e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje opbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

verjaardagsfeestje. De toetsafnemer zegt op <strong>voor</strong>hand duidelijk wat de getoetste leerling allemaal moet<br />

zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> (zie Tabel 3). Als de leerling deze inhoudelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het telefoongesprek<br />

zelf zegt of vraagt, plaatst de leerkracht tijd<strong>en</strong>s de toetsafname e<strong>en</strong> kruisje in de tweede kolom. Zegt of<br />

vraagt de leerling e<strong>en</strong> bepaald elem<strong>en</strong>t niet spontaan <strong>en</strong> moet de toetsafnemer erachter vrag<strong>en</strong> (<strong>en</strong> krijgt<br />

hij er e<strong>en</strong> correct antwoord op) dan zet hij e<strong>en</strong> kruisje in de <strong>vierde</strong> kolom.<br />

Zo wordt de toets al inhoudelijk beoordeeld tijd<strong>en</strong>s de afname. Tegelijkertijd wordt het gesprek ook<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op band, zodat het geheel achteraf op andere punt<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eerste<br />

inhoudelijke beoordeling kan word<strong>en</strong> geverifieerd (wat nodig bleek te zijn).<br />

Ook kunn<strong>en</strong> de onderdel<strong>en</strong> die ter beoordeling werd<strong>en</strong> <strong>voor</strong>opgesteld, achteraf nog op hun deugdelijkheid<br />

word<strong>en</strong> geëvalueerd. Zo bleek o.a. dat heel weinig leerling<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje<br />

gaat (e<strong>en</strong> van de <strong>voor</strong>opgesteld elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> was juist de vermelding dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje gaat,<br />

zie Tabel 3 – onderdeel 2). Dat hoeft ons niet te verbaz<strong>en</strong>, want dieg<strong>en</strong>e die ze moet<strong>en</strong> opbell<strong>en</strong> (gespeeld<br />

door de toetsafnemer) is feitelijk dieg<strong>en</strong>e die h<strong>en</strong> verteld heeft dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje gaat.<br />

Waarom zoud<strong>en</strong> ze dat dan nog vermeld<strong>en</strong>? Door deze paradox die eig<strong>en</strong> is aan de toetssituatie, blijkt dit<br />

<strong>voor</strong>opgestelde inhoudelijk elem<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> de beoordeling niet meer geschikt.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Tabel 3: scoreformulier per leerling bij de opdracht ‘Verjaardagsfeestje’<br />

Leerling vermeldt zelf Antwoord op vraag van toetsafnemer<br />

1WAAROM? Waarom bel je?<br />

2. WAT? Wat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> feestje is het?<br />

3 WAAR? Waar is het feestje?<br />

4 WANNEER? Wanneer is het feestje?<br />

5 OM HOE LAAT BEGIN? Om hoe laat begint het?<br />

6 OM HOE LAAT EINDE? Om hoe laat is het gedaan?<br />

7 WAT MEEBRENGEN? Moet ik iets meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>?<br />

In de tweede opdracht ‘Sportdag’ krijgt de leerling e<strong>en</strong> reeks tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (zie volg<strong>en</strong>de bladzijde) te zi<strong>en</strong>.<br />

Deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sportdag op school <strong>voor</strong>. De getoetste leerling wordt dan gevraagd zich <strong>voor</strong><br />

te stell<strong>en</strong> dat hij zijn ouders vertelt – aan de hand van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> – wat hij tijd<strong>en</strong>s de sportdag<br />

allemaal gedaan heeft. De toetsafnemer speelt één van de ouders van de leerling.<br />

Als de leerling bepaalde belangrijke informatie vergeet te vermeld<strong>en</strong>, moet de toetsafnemer daar op het<br />

einde van de opdracht naar vrag<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> derde moet de leerling spel<strong>en</strong> dat hij in e<strong>en</strong> speeltuin e<strong>en</strong> meisje van de glijbaan heeft zi<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>.<br />

Hij krijgt e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing van vóór <strong>en</strong> na het ongeluk te zi<strong>en</strong>. Hij moet bij e<strong>en</strong> huis gaan aanbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />

hulp vrag<strong>en</strong>. De persoon die de deur op<strong>en</strong>doet (gespeeld door de toetsafnemer) heeft het ongeluk niet<br />

zi<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Als de leerling belangrijke informatie niet geeft, moet de toetsafnemer daar naar vrag<strong>en</strong>.<br />

En t<strong>en</strong>slotte krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer vage affiche <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> sportkamp te zi<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> de<br />

organisator van het sportkamp (opnieuw gespeeld door de toetsafnemer) opbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> om meer informatie<br />

vrag<strong>en</strong>. Op basis van de intuïties van de makers van de toets<strong>en</strong> én de proefafnames kan e<strong>en</strong> lijstje van<br />

noodzakelijk te stell<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt. Op die inhoudelijke parameters word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

beoordeeld (zie Tabel 4).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

61


3 4 5<br />

2<br />

1<br />

62<br />

9<br />

7 8<br />

6<br />

10<br />

13<br />

11 12<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Tabel 4: scoreformulier per leerling bij de opdracht ‘Sportkamp’<br />

Vraag (leerling) Antwoord (door de toetsafnemer)<br />

1 WANNEER? Het kamp vindt plaats van 10 tot 15 juli.<br />

2 HOE LAAT BEGIN EN EINDE? Het kamp begint elke morg<strong>en</strong> om 9 u <strong>en</strong><br />

is om 5u in de namiddag gedaan.<br />

3 WAAR, Het kamp vindt plaats in ...<br />

4 WAT MEEBRENGEN? Elke dag sport- <strong>en</strong> zwemkledij <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

luchtpakket.<br />

5 WELKE SPORTEN? (geef <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>) Elke <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> namiddag<br />

kun je e<strong>en</strong> andere sport do<strong>en</strong>.<br />

We hebb<strong>en</strong> hier gewerkt met vier verschill<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> zo groot mogelijke verscheid<strong>en</strong>heid in<br />

te bouw<strong>en</strong>. De tak<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> over parameters als doel, context, relatie spreker/luisteraar, bek<strong>en</strong>dheid met<br />

de situatie, formaliteit, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Deze parameters vind<strong>en</strong> we terug in het schema dat Van Gelder<strong>en</strong> (1992)<br />

opstelde met ‘parameters van taalgebruikssitiaties <strong>voor</strong> de selectie <strong>en</strong> constructie van spreektak<strong>en</strong>’.<br />

8.4.2. Beoordelingsschema<br />

Voor de experim<strong>en</strong>tele spreektoets van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> ziet het specifieke beoordelingsschema er als<br />

volgt uit:<br />

Tabel 5: Specifiek beoordelingsschema <strong>voor</strong> de spreektoets <strong>voor</strong> het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

Dim<strong>en</strong>sie 1 ‘Inhoud’<br />

Opdracht 1 • Volledigheid van informatie<br />

Opdracht 2 • Volledigheid van informatie/Logische sam<strong>en</strong>hang<br />

Opdracht 3 • Volledigheid van informatie<br />

Opdracht 4 • Volledigheid van informatie<br />

Dim<strong>en</strong>sie 2 ‘Vorm’<br />

• Formulering (zinsbouw)<br />

Dim<strong>en</strong>sie 3 ‘Spreekgemak’<br />

• Haper<strong>en</strong><br />

• Tempo<br />

• Verstaanbaarheid<br />

• Stemvolume<br />

• Natuurlijkheid<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

63


64<br />

Inhoud<br />

Voor de vier opdracht<strong>en</strong> van de spreektoets selecteerd<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> de beoordelingscategorie ‘inhoud’<br />

telk<strong>en</strong>s het criterium ‘volledigheid van informatie’. Dat leek ons het meest relevante. Per opdracht ging<strong>en</strong><br />

we na welke ding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leerling moet zegg<strong>en</strong>, opdat hij het opgelegde communicatieve doel (het doel<br />

van de opdracht) zou bereik<strong>en</strong>. Dit resulteerde <strong>voor</strong> elke opdracht in e<strong>en</strong> aantal onderscheid<strong>en</strong> items (zie<br />

bij<strong>voor</strong>beeld tabell<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 4). Wanneer e<strong>en</strong> item spontaan door de leerling werd vermeld, scoord<strong>en</strong> we<br />

e<strong>en</strong> 2. Werd het item pas vermeld, nadat de toetsafnemer ernaar vroeg, dan scoord<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> 1.<br />

Bij opdracht 2 selecteerd<strong>en</strong> we ook nog het criterium ‘logische sam<strong>en</strong>hang van passages’. De<br />

onderscheid<strong>en</strong> items (passages van de sportdag) moet<strong>en</strong> dus ook in e<strong>en</strong> logisch verband verteld word<strong>en</strong>.<br />

Vorm<br />

Per item ging<strong>en</strong> we na of het communicatief adequaat geformuleerd was.<br />

Vond<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> item goed geformuleerd (o.a. zinn<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonsvorm die<br />

congruer<strong>en</strong>, verwijswoord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> goed gebruikt, er zijn ge<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de zinsvolgorde) dan<br />

scoord<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> dat item e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> ‘vorm’. Werd e<strong>en</strong> item niet of fout vermeld, dan kond<strong>en</strong> we het<br />

<strong>voor</strong> ‘vorm’ niet scor<strong>en</strong>.<br />

Spreekgemak<br />

Per hele opdracht bekek<strong>en</strong> we hoe <strong>vlot</strong> leerling die volbracht had. Daarbij hield<strong>en</strong> we dus rek<strong>en</strong>ing met:<br />

het al dan niet haper<strong>en</strong>, het tempo, de verstaanbaarheid, het stemvolume <strong>en</strong> de natuurlijkheid van<br />

sprek<strong>en</strong>.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling bij e<strong>en</strong> opdracht op ge<strong>en</strong> van deze criteria negatief scoorde, dan kreeg hij <strong>voor</strong> die<br />

opdracht e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> ‘spreekgemak’.<br />

8.4.3 Resultat<strong>en</strong><br />

In ons onderzoek hebb<strong>en</strong> we de toetsprestaties van de leerling<strong>en</strong> op band opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Nadi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

we aan de hand van dit schema 30 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> spreektoets<strong>en</strong> gescoord binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tijdsbestek van 6<br />

ur<strong>en</strong> (5 leerling<strong>en</strong> per uur). Het beoordel<strong>en</strong> van de categorie ‘inhoud’ gebeurde echter reeds tijd<strong>en</strong>s de<br />

toetsafname zelf. Bij het beluister<strong>en</strong> van de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> spreekprestaties hebb<strong>en</strong> we dit nog e<strong>en</strong>s<br />

herbekek<strong>en</strong> om ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> eruit te hal<strong>en</strong>. Deze manier van scor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit tijdsbestek lijkt dus<br />

haalbaar <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> leerkracht. Zeker wanneer je bed<strong>en</strong>kt dat e<strong>en</strong> gemiddelde klas uit e<strong>en</strong> 20-tal leerling<strong>en</strong><br />

bestaat, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leerkracht dus gemiddeld 20 spreekprestaties te beoordel<strong>en</strong> heeft. Dit pleit <strong>voor</strong> de<br />

efficiëntie van het beoordelingsschema.<br />

Literatuur<br />

COLPIN, M., LINSEN B. & K. VAN GORP, Taakgericht <strong>Taal</strong>vaardigheidsonderwijs in de basisschool.<br />

In: Gids <strong>voor</strong> het basisonderwijs. Diegem, Kluwer, september 1997, pp. 149-175.<br />

VAN GELDEREN, A., De evaluatie van spreekvaardigheid in communicatieve situaties. Academisch<br />

Proefschrift. SCO-Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam, publicatie 303, 1992.<br />

Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>. Informatiemap <strong>voor</strong> de onderwijspraktijk. Gewoon basisonderwijs.<br />

Brussel, Ministerie van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap – Departem<strong>en</strong>t Onderwijs – C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie<br />

<strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie, 1998.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


BIJLAGE 1: OVERZICHT VAN DE TOETSEN<br />

ALLE LEERJAREN<br />

2de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong> - -<br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong> -<br />

edit<br />

3de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

4de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

5de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

6de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit -<br />

twee toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> -<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


66<br />

TOETSEN VIERDE LEERJAAR<br />

vaardig- meet- titel<br />

heid mom<strong>en</strong>t<br />

luister<strong>en</strong> 1Wat was de vraag?<br />

Zoek de juiste vraag bij het antwoord<br />

luister<strong>en</strong> 2 Luister<strong>en</strong> naar <strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lijstwat kinder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> feest<br />

luister<strong>en</strong> 3 Recept<strong>en</strong><br />

Kies de bijhor<strong>en</strong>de pr<strong>en</strong>tjes <strong>en</strong> zet ze in de juiste volgorde<br />

lez<strong>en</strong> 1Uurregeling<strong>en</strong> <strong>voor</strong> trein<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tabel<br />

lez<strong>en</strong> 2 Welk vraag-briefje krijgt welk antwoord?<br />

De juiste briefjes van kinder<strong>en</strong> met elkaar verbind<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong> 3 E<strong>en</strong> tekst over flam<strong>en</strong>co lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de juiste woord<strong>en</strong> invull<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong> 1Wo<strong>en</strong>sdagnamiddag in de stad<br />

Iemand wegwijs mak<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is beschrijv<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> uitstalraam<br />

beschrijv<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong> 3 De avond na de sportdag...<br />

Om hulp vrag<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> ongeluk – verslag uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> over de sportdag<br />

– e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje uitnodig<strong>en</strong> via de telefoon<br />

schrijv<strong>en</strong> 1Instructies gev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de aanpassing van e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<br />

schrijv<strong>en</strong> 2 E<strong>en</strong> verfrissing<br />

E<strong>en</strong> verhaal schrijv<strong>en</strong>bij striptek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong> 3 Op<strong>en</strong>-schooldag<br />

E<strong>en</strong> folder schrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de bezoekers van de op<strong>en</strong>deurdag<br />

edit 2 Kijk, ik tuinier!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

kopieerblad<br />

BIJLAGE 2: OVERZICHT PER LEERLING VAN HET<br />

4de LEERJAAR:<br />

NORMEN PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />

naam:<br />

klas: 4<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

naam:<br />

klas: 4<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

naam:<br />

klas: 4<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

naam:<br />

klas: 4<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester


BIJLAGE 3: OVERZICHT PER LEERLING:<br />

NORMEN PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />

DOORHEEN DE HELE LAGERE SCHOOL<br />

Naam: ......................................................................................................................................................................................<br />

2de <strong>leerjaar</strong> 3de <strong>leerjaar</strong> 4de <strong>leerjaar</strong> 5de <strong>leerjaar</strong> 6de <strong>leerjaar</strong><br />

1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

kopieerblad


BIJLAGE 4: OVERZICHT PER KLAS - 4de LEERJAAR<br />

AANTAL LEERLINGEN PER NORM<br />

PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />

einde 1ste trimester einde tweede trimester<br />

klas: 4<br />

A B C D E A B C D E A B C D E<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

A = goed<br />

B = goede middelmaat<br />

C = zwakke middelmaat<br />

D = zwak<br />

E = zeer zwak<br />

ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

kopieerblad


LUISTEREN


WAT WAS DE VRAAG?<br />

ZOEK DE JUISTE VRAAG BIJ HET ANTWOORD<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar drie interviews. Regelmatig krijg<strong>en</strong> ze eerst<br />

e<strong>en</strong> antwoord te hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan vier mogelijke vrag<strong>en</strong>. Slechts één van die<br />

vrag<strong>en</strong> past precies <strong>voor</strong> het antwoord. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus goed<br />

naar het antwoord luister<strong>en</strong>, de vrag<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de juiste vraag bij het<br />

antwoord kiez<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau structurer<strong>en</strong>d/evaluer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname Na e<strong>en</strong> kort <strong>voor</strong>beeld-interview aan de hand waarvan de procedure<br />

wordt ingeoef<strong>en</strong>d, word<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> van de toets-interviews <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong>.<br />

Na elk antwoord gaan de leerling<strong>en</strong> individueel op zoek naar de<br />

juiste vraag.<br />

scoring Deze toets bestaat uit 12 items. Het gaat telk<strong>en</strong>s om de verbinding tuss<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> antwoord <strong>en</strong> de juiste vraag. Is die verbinding juist of niet?<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pakketje toetsblad<strong>en</strong> (bijlage A)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd met de leerling<strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong> kort gesprek over interviews. Wellicht wet<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong><br />

<strong>leerjaar</strong> wat e<strong>en</strong> interview is, maar het is goed het begrip nog ev<strong>en</strong> op te friss<strong>en</strong> of te verklar<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ze<br />

aan de toets beginn<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> interview is e<strong>en</strong> gesprek waarbij één persoon vrag<strong>en</strong> stelt <strong>en</strong> één of meerdere ander<strong>en</strong> daar e<strong>en</strong><br />

antwoord op gev<strong>en</strong>.<br />

Stel tijd<strong>en</strong>s het gesprek <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong>: Waar lees of hoor je interviews? (in tijdschrift<strong>en</strong>, op radio <strong>en</strong> televisie,<br />

…) Welke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er zoal geïnterviewd? (beroemde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die iets speciaals<br />

hebb<strong>en</strong> gedaan zoals e<strong>en</strong> reis rond de wereld met de fiets, …) Wat wordt er allemaal gevraagd in e<strong>en</strong><br />

interview? Wie interviewt m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>? …<br />

Zorg er<strong>voor</strong> dat het begrip ‘interview’ voldo<strong>en</strong>de duidelijk is <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>, om de toets zonder <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nisproblem<strong>en</strong><br />

te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

De leerling<strong>en</strong> gaan naar drie verschill<strong>en</strong>de interviews luister<strong>en</strong>. Vertel waarover die interviews gaan.<br />

In het eerste interview word<strong>en</strong> er vrag<strong>en</strong> gesteld aan e<strong>en</strong> natuurkundige. Dat is iemand die heel veel<br />

weet over de natuur. Hij beantwoordt allemaal vrag<strong>en</strong> over het ei. Het interview heet ‘Het ei, e<strong>en</strong> wonderlijk<br />

ding’. Wat wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> al over eier<strong>en</strong>? Laat ze wat vertell<strong>en</strong> (kipp<strong>en</strong>/vogels legg<strong>en</strong> eier<strong>en</strong>,<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> et<strong>en</strong> eier<strong>en</strong>, uit eier<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong>s/kleine vogels, ...). Br<strong>en</strong>g het woord ‘<strong>voor</strong>tplanting’ aan.<br />

Als er e<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> ei komt, is dat kuik<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kind van de kip die<br />

het ei gelegd heeft. (Niet alle<strong>en</strong> van die kip natuurlijk. Het ei is ook<br />

bevrucht door e<strong>en</strong> haan.) Kipp<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>t met eier<strong>en</strong>. Eerst<br />

legt de moederkip e<strong>en</strong> ei, dan broedt ze het uit door erop te zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

warm te houd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte wordt de kleine kip gebor<strong>en</strong>. Kom<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>baby’s<br />

ook uit e<strong>en</strong> ei? Hoe gaat het dan bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />

(In het antwoord op deze vraag ga je zo ver als je zelf wil, volg<strong>en</strong>s de traditie op school. Het volstaat<br />

dat de leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat baby’s uit de buik van hun moeder kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet uit e<strong>en</strong> ei.)<br />

Als grote m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> of dier<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw klein m<strong>en</strong>sje of diertje mak<strong>en</strong>,<br />

dan zegg<strong>en</strong> we dat ze zich <strong>voor</strong>tplant<strong>en</strong>.<br />

In het tweede interview gaat het meisje Annelies op bezoek bij haar tante die in e<strong>en</strong> speelgoedwinkel<br />

werkt. Ze stelt haar tante allerlei vrag<strong>en</strong> over het kop<strong>en</strong> <strong>en</strong> verkop<strong>en</strong> van speelgoed.<br />

Wet<strong>en</strong> jullie dat winkeliers de ding<strong>en</strong> die ze verkop<strong>en</strong> eerst zelf moet<strong>en</strong><br />

kop<strong>en</strong>? Bij wie? (bij dieg<strong>en</strong>e die die ding<strong>en</strong> maakt) Ze moet<strong>en</strong> er dus ook<br />

eerst <strong>voor</strong> betal<strong>en</strong>. Dat noem<strong>en</strong> we inkop<strong>en</strong>. Daarna verkop<strong>en</strong> winkeliers<br />

de ding<strong>en</strong> aan de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in hun winkel. Normaal gezi<strong>en</strong> betal<strong>en</strong><br />

de klant<strong>en</strong> in de winkel meer dan de winkeliers er<strong>voor</strong> betaald hebb<strong>en</strong>.<br />

De winkelier moet immers winst mak<strong>en</strong>. Anders kan hij ook niet lev<strong>en</strong>.<br />

De winst is het verschil tuss<strong>en</strong> de inkoopprijs <strong>en</strong> de verkoopprijs. Zo<br />

zorgt de winkelier <strong>voor</strong> zijn eig<strong>en</strong> loon.<br />

Voorbeeld: e<strong>en</strong> bal kost in de winkel 100 frank/4 euro. De winkelier<br />

heeft er 50 frank/2 euro <strong>voor</strong> betaald. Als jij hem koopt, maakt de winkelier<br />

50 frank/2 euro winst.<br />

In het derde gesprek interview<strong>en</strong> twee kinder<strong>en</strong> elkaar. Het gaat om e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> meisje die elkaar<br />

wat beter will<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

Marijke <strong>en</strong> Bilal lijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje op elkaar, <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> ook van elkaar.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

E<strong>en</strong> van de ding<strong>en</strong> waarin ze verschill<strong>en</strong> is hun godsdi<strong>en</strong>st. Marijke is<br />

katholiek <strong>en</strong> Bilal is moslim. Wat wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> over deze godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>?<br />

...<br />

(Laat de leerling<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>. Zorg er<strong>voor</strong> dat het woord ‘sluier’ aan bod komt als uiterlijk k<strong>en</strong>merk van<br />

sommige moslim-vrouw<strong>en</strong>. Verder is het niet nodig dat bepaalde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aan<br />

bod kom<strong>en</strong>. Enkel het begrip ‘godsdi<strong>en</strong>st’ moet duidelijk zijn.)<br />

Het bov<strong>en</strong>staande geeft de leerling<strong>en</strong> beter zicht op de context van de interviews. Daarnaast is het ook<br />

heel belangrijk dat de leerling<strong>en</strong> vertrouwd gerak<strong>en</strong> met de vetgedrukte woord<strong>en</strong> of begripp<strong>en</strong>.<br />

Schrijf deze op het bord <strong>en</strong> verklaar ze of br<strong>en</strong>g ze ev<strong>en</strong> in herinnering.<br />

Vertel de leerling<strong>en</strong> dan dat de interviews die ze dadelijk zull<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, niet volledig zijn. Normaal wordt<br />

er in e<strong>en</strong> interview eerst e<strong>en</strong> vraag gesteld <strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> antwoord gegev<strong>en</strong>. Dan volgt weer e<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong><br />

weer e<strong>en</strong> antwoord <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Bij deze interviews is het anders. De leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> meestal <strong>en</strong>kel antwoord<strong>en</strong><br />

te hor<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong> die bij die antwoord<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, zijn weggelat<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

bij elk antwoord de juiste vraag zoek<strong>en</strong>. Mogelijke vrag<strong>en</strong> bij de antwoord<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

op hun toetsblad<strong>en</strong>.<br />

Deel de toetsblad<strong>en</strong> (bijlage A) uit. Vraag de leerling<strong>en</strong> hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) op het eerste<br />

blad van het pakketje te schrijv<strong>en</strong>.<br />

Elk antwoord dat ze straks zull<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> nummer van 1 tot 12. Per antwoord vind<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

op hun toetsblad<strong>en</strong> vier mogelijke vrag<strong>en</strong>. Van die vier mogelijke vrag<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ze er één<br />

(slechts 1!) kiez<strong>en</strong>. Dat is de vraag die HET BEST bij het antwoord past. Die pass<strong>en</strong>de vraag kunn<strong>en</strong><br />

ze aanduid<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> kruisje in het vakje te zett<strong>en</strong> bij die vraag.<br />

Vertel de leerling<strong>en</strong> ook dat je elk antwoord twee keer zal <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong>.<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de tijd om de vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s te lez<strong>en</strong>. Zeg h<strong>en</strong> echter dat, als ze nu niet<br />

g<strong>en</strong>oeg tijd hebb<strong>en</strong> om àlle vrag<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong>, ze straks tijd<strong>en</strong>s de toets nog ev<strong>en</strong>tjes de tijd zull<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />

om verder te lez<strong>en</strong>. Vóór ieder interview las jij immers e<strong>en</strong> kleine pauze in.<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> in stilte. Ze mog<strong>en</strong> er niet met elkaar over prat<strong>en</strong>. Spoor de leerling<strong>en</strong> aan<br />

wanneer ze iets niet goed begrijp<strong>en</strong>, toch verder te lez<strong>en</strong>. Maar leg ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> of uitdrukking<strong>en</strong> uit<br />

<strong>en</strong> geef ge<strong>en</strong> extra uitleg. Zeg dat alles wat ze niet begrijp<strong>en</strong>, wel duidelijk zal word<strong>en</strong> als ze de interviews<br />

hor<strong>en</strong>.<br />

Ga dan over tot het <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kort stukje uit ‘Het <strong>en</strong>ige echte Sinterklaas-interview’. Dit interview<br />

geldt als oef<strong>en</strong>ing om de leerling<strong>en</strong> vertrouwd te mak<strong>en</strong> met de procedure. Zij moet<strong>en</strong> goed luister<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de vraag die bij elk antwoord past, aanduid<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Het <strong>en</strong>ige echte Sinterklaas-interview<br />

Dag Sinterklaas! Mag ik u <strong>en</strong>kele vraagjes stell<strong>en</strong>?<br />

Hmm... het zijn drukke dag<strong>en</strong>. Veel tijd <strong>voor</strong> vrag<strong>en</strong> heb ik niet.<br />

Ev<strong>en</strong> maar, Sinterklaas? Vertel e<strong>en</strong>s... Waar werd u gebor<strong>en</strong>?<br />

Gebor<strong>en</strong>? Ev<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. O ja, nu weet ik het weer. Dat was in Patara,<br />

in Turkije. Maar het juiste jaar b<strong>en</strong> ik verget<strong>en</strong>. Het moet ongeveer in het<br />

jaar 280 na Christus geweest zijn.<br />

Nu volg<strong>en</strong> er twee antwoord<strong>en</strong> waarbij jullie de juiste vraag moet<strong>en</strong><br />

zoek<strong>en</strong>.<br />

antwoord X:<br />

Néé, natuurlijk niet! Al was ik misschi<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> heel bijzonder kind.<br />

Mijn ouders noemd<strong>en</strong> me Nicolaas. To<strong>en</strong> ik bisschop werd, veranderde<br />

dat in Nicolaas, bisschop van Myra. Pas veel later k<strong>en</strong>de iedere<strong>en</strong> mij als<br />

Sinterklaas.<br />

(juiste vraag = c Heette u als baby ook al Sinterklaas?)<br />

antwoord Y:<br />

Ne<strong>en</strong>, ik b<strong>en</strong> niet meer jarig. Ik b<strong>en</strong> de tel toch kwijtgeraakt. Maar op<br />

6 december vier<strong>en</strong> alle kinder<strong>en</strong> mijn naamfeest. Het feest van de heilige<br />

Nicolaas!<br />

(juiste vraag = a Wat viert u op zes december? Uw verjaardag?)<br />

Naar: Zonnestraal, 6 december 1996<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> de items correct opgelost hebb<strong>en</strong> (bij het eerste antwoord hoort vraag c <strong>en</strong> bij<br />

het tweede vraag a). Zoniet, herhaal dan nog e<strong>en</strong> keer <strong>en</strong> bespreek expliciet de link tuss<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong><br />

antwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>. Je legt er hier best de nadruk op dat het belangrijk is dat de leerling<strong>en</strong><br />

heel goed naar het hele (leg hier de nadruk op) antwoord luister<strong>en</strong>, want daardoor kom<strong>en</strong> ze te wet<strong>en</strong><br />

welke vraag nu precies bij het antwoord past. Soms lijkt het misschi<strong>en</strong> zo dat andere vrag<strong>en</strong> ook zoud<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong>, maar er is slechts één de beste.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Als je merkt dat de leerling<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de omgekeerde volgorde van vraag <strong>en</strong> antwoord,<br />

kan je er nog ev<strong>en</strong> op oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met gewone, alledaagse vraag-<strong>en</strong>-antwoord-clusters. Geef e<strong>en</strong> antwoord<br />

op e<strong>en</strong> heel typische vraag <strong>en</strong> laat de leerling<strong>en</strong> rad<strong>en</strong> wat de vraag kan zijn. Je kan de leerling<strong>en</strong> ook<br />

in kleine groepjes ev<strong>en</strong> dit spelletje lat<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />

Als alle leerling<strong>en</strong> tot de juiste oplossing <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed begrip van de procedure gekom<strong>en</strong> zijn, lees je één<br />

<strong>voor</strong> één <strong>en</strong> op expressieve wijze de echte toetsinterviews <strong>voor</strong>. Lees alles gewoon <strong>voor</strong> zoals het er<br />

staat: inleiding, vraag + antwoord of toets-antwoord. Vermeld bij de antwoord<strong>en</strong> waarbij e<strong>en</strong> vraag<br />

moet word<strong>en</strong> gezocht telk<strong>en</strong>s heel duidelijk het juiste nummer. Herhaal elk antwoord mete<strong>en</strong>. Terwijl<br />

je herhaalt <strong>en</strong> daarna ev<strong>en</strong> wacht, kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de oplossing<strong>en</strong> op hun toetsblad invull<strong>en</strong>. Raad<br />

h<strong>en</strong> aan telk<strong>en</strong>s eerst goed te luister<strong>en</strong> naar het hele antwoord, <strong>en</strong> dan pas e<strong>en</strong> vraag aan te duid<strong>en</strong>.<br />

Wijs de leerling<strong>en</strong> er nogmaals op dat er telk<strong>en</strong>s maar één vraag mag word<strong>en</strong> aangeduid.<br />

Als je merkt dat leerling<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de toets fout<strong>en</strong> will<strong>en</strong> gaan verbeter<strong>en</strong> aan <strong>voor</strong>afgaande items, raad<br />

h<strong>en</strong> dat dan af. Het gaat om het antwoord dat nu <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> is. Wat tevor<strong>en</strong> gezegd is, kunn<strong>en</strong> ze niet<br />

meer zo heel juist wet<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar kunn<strong>en</strong> ze dus beter niets meer aan verander<strong>en</strong>.<br />

Werk zo item na item af. Spoor leerling<strong>en</strong> die ontmoedigd rak<strong>en</strong> aan, maar help h<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

wijze. Zorg er ook <strong>voor</strong> dat de leerling<strong>en</strong> niet op elkaars blad kunn<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, want het is bij dit soort<br />

meerkeuze-toets erg makkelijk om af te kijk<strong>en</strong>.<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de tijd om de vrag<strong>en</strong> van het interview ‘Het ei, e<strong>en</strong> wonderlijk ding’ te lez<strong>en</strong>.<br />

Het ei, e<strong>en</strong> wonderlijk ding<br />

Ontdek het geheim van het ei! Je eet waarschijnlijk soms e<strong>en</strong> eitje. Dus<br />

weet je ook precies hoe e<strong>en</strong> ei eruit ziet. Of toch niet helemaal? Want<br />

e<strong>en</strong> ei is e<strong>en</strong> geheimzinnig ding.<br />

Weet jij bij<strong>voor</strong>beeld waarvan het gemaakt is? Weet jij bij<strong>voor</strong>beeld<br />

waarom er nooit e<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong>tje in jouw gekookte eitje zit? Weet jij<br />

waarom vogels eig<strong>en</strong>lijk eier<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>?<br />

En je kunt nog veel meer vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> over het ei.<br />

Hier kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>:<br />

Waar<strong>voor</strong> di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> ei nu eig<strong>en</strong>lijk?<br />

Sommige dier<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>t met eier<strong>en</strong>. Dier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> immers<br />

verdeeld word<strong>en</strong> in twee groep<strong>en</strong>:<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


T<strong>en</strong> eerste heb je de dier<strong>en</strong> waarvan de jong<strong>en</strong> in het lichaam groei<strong>en</strong>. Ze<br />

word<strong>en</strong> ‘kant-<strong>en</strong>-klaar’ gebor<strong>en</strong>. Zulke dier<strong>en</strong> het<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>dbar<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong>.<br />

Bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gaat het ook zo.<br />

T<strong>en</strong> tweede zijn er dier<strong>en</strong> die eier<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>. De jong<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> in het ei.<br />

Dat zijn eierlegg<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong>. Alle vogels legg<strong>en</strong> eier<strong>en</strong>.<br />

Waarom legg<strong>en</strong> vogels eier<strong>en</strong>?<br />

Je hebt vast wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> roodborstje zi<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong>. Het lijkt ev<strong>en</strong> licht als<br />

e<strong>en</strong> vlinder. Roodborstjes kunn<strong>en</strong> neg<strong>en</strong> kleintjes tegelijk krijg<strong>en</strong>. Stel je<br />

<strong>voor</strong> dat die neg<strong>en</strong> vogeltjes in de buik van hun moeder zoud<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>.<br />

Het roodborstje zou zo zwaar zijn dat het niet meer kan vlieg<strong>en</strong>!<br />

Daarom is het maar goed dat het roodborstje <strong>en</strong> andere vogels eier<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>.<br />

Nu moet<strong>en</strong> jullie zelf e<strong>en</strong> vraag gaan zoek<strong>en</strong>. Luister naar het antwoord<br />

<strong>en</strong> kies de vraag die het best past.<br />

antwoord 1:<br />

E<strong>en</strong> kip legt bijna elke dag e<strong>en</strong> ei. Uit de meeste eier<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> nooit kuik<strong>en</strong>tjes<br />

kom<strong>en</strong>. Die eier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we dus opet<strong>en</strong>. Er kan pas e<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong>tje<br />

groei<strong>en</strong> als het ei bevrucht is. En daar<strong>voor</strong> is natuurlijk e<strong>en</strong> haan<br />

nodig.<br />

(juiste vraag = c Komt er uit elk ei e<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong>? Hoe komt het dan dat wij kipp<strong>en</strong>eier<strong>en</strong> et<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong><br />

kuik<strong>en</strong> in zit?)<br />

Nu lees ik weer e<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> e<strong>en</strong> antwoord <strong>voor</strong>.<br />

Waarom moet<strong>en</strong> vogels hun eier<strong>en</strong> uitbroed<strong>en</strong>?<br />

Het kuik<strong>en</strong>tje heeft warmte nodig. Alle<strong>en</strong> dan kan het groei<strong>en</strong> in het ei.<br />

Het zijn de ouders die het ei zo warm mogelijk houd<strong>en</strong>. Ze gaan daar<strong>voor</strong><br />

op het ei zitt<strong>en</strong>. En dat heet broed<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong>d<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld hebb<strong>en</strong> ook heel warme donsver<strong>en</strong>. Die word<strong>en</strong><br />

trouw<strong>en</strong>s gebruikt in donsdek<strong>en</strong>s! De e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> hun donsveertjes<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

uit om hun nest te bouw<strong>en</strong>. Daardoor ligg<strong>en</strong> e<strong>en</strong>d<strong>en</strong>eier<strong>en</strong> lekker warm.<br />

Nu kom<strong>en</strong> er weer twee antwoord<strong>en</strong> waarbij jij de pass<strong>en</strong>de vraag moet<br />

zoek<strong>en</strong>.<br />

antwoord 2:<br />

Dat is ge<strong>en</strong> gemakkelijk klusje <strong>voor</strong> het kuik<strong>en</strong>! Wanneer het ei uitgebroed<br />

is, moet het kuik<strong>en</strong> de schaal brek<strong>en</strong>. Enkele dag<strong>en</strong> daar<strong>voor</strong><br />

groeit er e<strong>en</strong> uitsteeksel op zijn snaveltje. Dat wordt de eitand g<strong>en</strong>oemd.<br />

Daarmee kan het kuik<strong>en</strong> de schaal brek<strong>en</strong>. Wanneer het kuik<strong>en</strong>tje uit het<br />

ei is, verdwijnt de eitand weer.<br />

(juiste vraag = a Hoe komt het kuik<strong>en</strong> uit het ei?)<br />

antwoord 3:<br />

Eier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Er zijn piepkleine <strong>en</strong> reuzegrote<br />

eier<strong>en</strong>. Soms heeft de vorm van het ei e<strong>en</strong> bedoeling. De eier<strong>en</strong><br />

van de zeekoet bij<strong>voor</strong>beeld zijn erg spits. Zeekoet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nest.<br />

Ze legg<strong>en</strong> hun eier<strong>en</strong> gewoon op e<strong>en</strong> rots. Als er e<strong>en</strong> ei naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

rolt, begint het in e<strong>en</strong> cirkeltje te draai<strong>en</strong>. Daardoor breekt het minder<br />

snel.<br />

(juiste vraag = d Waarom hebb<strong>en</strong> niet alle eier<strong>en</strong> dezelfde vorm?)<br />

Naar: Zonnestraal, 21 maart 1997<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de tijd om de vrag<strong>en</strong> van het interview ‘Lekker rondneuz<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> speelgoedwinkel’<br />

te lez<strong>en</strong>.<br />

Lekker rondneuz<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> speelgoedwinkel<br />

Annelies gaat morg<strong>en</strong> naar het verjaardagsfeestje van Dimitri. Wat zou<br />

ze me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> als cadeau? Tante Bie verkoopt speelgoed. Misschi<strong>en</strong> heeft<br />

zij e<strong>en</strong> goed idee.<br />

Eerst wil Annelies wet<strong>en</strong> hoe het speelgoed in de winkel terechtkomt.<br />

Tante Bie vertelt: ‘Wist je dat veel speelgoed uit het buit<strong>en</strong>land komt?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Die bal die jij nu vasthoudt, komt uit Duitsland. Maar we hebb<strong>en</strong> ook<br />

speelgoed uit Rusland <strong>en</strong> China.<br />

Nu volg<strong>en</strong> vijf antwoord<strong>en</strong> van Tante Bie op vrag<strong>en</strong> die Annelies stelt.<br />

Zoek telk<strong>en</strong>s de juiste vraag.<br />

antwoord 4:<br />

Nee, mijn baas <strong>en</strong> bazin gaan elk jaar naar de grote speelgoedbeurs in<br />

Duitsland. Op zo’n beurs kom<strong>en</strong> speelgoedmakers uit de hele wereld bij<br />

elkaar. Ze ton<strong>en</strong> daar al het speelgoed dat ze gemaakt hebb<strong>en</strong>. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

van de speelgoedwinkels bestell<strong>en</strong> er speelgoed <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> heel jaar.<br />

(juiste vraag = b Ga je naar al die land<strong>en</strong> om dat speelgoed te kop<strong>en</strong>?)<br />

antwoord 5:<br />

Nee, we zett<strong>en</strong> maar <strong>en</strong>kele stukk<strong>en</strong> in de winkel. We schrijv<strong>en</strong> er de<br />

verkoopprijs op. Zoveel moet<strong>en</strong> de klant<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> betal<strong>en</strong>. Die prijs is<br />

hoger dan de inkoopprijs. De inkoopprijs is de prijs die wij er<strong>voor</strong><br />

betaald hebb<strong>en</strong>. Zo mak<strong>en</strong> we winst <strong>en</strong> daarvan lev<strong>en</strong> we. De overige<br />

stukk<strong>en</strong> stapel<strong>en</strong> we op in ons magazijn. Dat is onze <strong>voor</strong>raad.<br />

(juiste vraag = c Staat al het speelgoed in de winkel?)<br />

antwoord 6:<br />

We tracht<strong>en</strong> mooi <strong>en</strong> sterk speelgoed te verkop<strong>en</strong>. Zo zijn onze klant<strong>en</strong><br />

tevred<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan kom<strong>en</strong> ze terug. Ze vertell<strong>en</strong> het verder aan hun vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />

Die kom<strong>en</strong> hier dan ook speelgoed kop<strong>en</strong>.<br />

We zorg<strong>en</strong> ook <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> mooie etalage. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> dan bij het<br />

raam staan <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> naar binn<strong>en</strong>.<br />

(juiste vraag = a Hoe krijg je veel klant<strong>en</strong>?)<br />

antwoord 7:<br />

Hier is altijd wel iets te do<strong>en</strong>. Uitpakk<strong>en</strong>, opruim<strong>en</strong>, stof afnem<strong>en</strong>,<br />

schoonmak<strong>en</strong>... Als er e<strong>en</strong> klant in de winkel komt, gev<strong>en</strong> we uitleg <strong>en</strong><br />

help<strong>en</strong> we kiez<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

4 1<br />

9<br />

luister<strong>en</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

(juiste vraag = d Wat doe je de hele dag in de winkel?)<br />

Naar: Zonnestraal, 10 november 1995<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de tijd om de vrag<strong>en</strong> van het interview ‘Marijke <strong>en</strong> Bilal: e<strong>en</strong> ontmoeting’ te lez<strong>en</strong>.<br />

Marijke <strong>en</strong> Bilal: e<strong>en</strong> ontmoeting<br />

Van onze reporter in Brussel<br />

Marijke <strong>en</strong> Bilal zijn allebei gebor<strong>en</strong> in Antwerp<strong>en</strong>. Ze zijn beide bijna<br />

10 jaar oud. En ze zijn allebei 1 m 40 cm groot. Marijke is Belg. Bilal is<br />

zowel Marokkaan als Belg.<br />

Marijke <strong>en</strong> Bilal k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> elkaar al wel, maar niet goed. Daarom wild<strong>en</strong><br />

ze elkaar beter ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dat do<strong>en</strong> ze op e<strong>en</strong> bijzondere manier. In<br />

plaats van allebei over zichzelf te vertell<strong>en</strong>, gaan ze vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> aan<br />

elkaar. Zo kunn<strong>en</strong> ze veel over elkaar te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

Marijke interviewt Bilal:<br />

Nu hor<strong>en</strong> jullie drie antwoord<strong>en</strong> van Bilal, waarbij je telk<strong>en</strong>s de juiste<br />

vraag moet zoek<strong>en</strong>.<br />

antwoord 8:<br />

Ja, maar ík b<strong>en</strong> in België gebor<strong>en</strong>. Ik b<strong>en</strong> wel al e<strong>en</strong> paar keer naar<br />

Marokko op vakantie geweest. Ik hou heel veel van de zee. Die is daar<br />

erg mooi!<br />

(juiste vraag = d Zijn je ouders in Marokko gebor<strong>en</strong>?)<br />

antwoord 9:<br />

Vrouw<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sluier drag<strong>en</strong> wanneer ze op straat kom<strong>en</strong>. En<br />

wanneer ze andere mann<strong>en</strong> ontmoet<strong>en</strong> dan hun man. Dat staat zo in de<br />

koran. Dat is onze heilige schrift.<br />

(juiste vraag = d Waarom drag<strong>en</strong> veel vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sluier?)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


antwoord 10:<br />

Arabisch <strong>en</strong> Nederlands. In het week<strong>en</strong>d volg ik Arabische les <strong>en</strong> less<strong>en</strong><br />

over de koran.<br />

(juiste vraag = b Prat<strong>en</strong> jullie thuis Arabisch?)<br />

Bilal interviewt Marijke:<br />

Nu hor<strong>en</strong> jullie twee antwoord<strong>en</strong> van Marijke, waarbij je telk<strong>en</strong>s de<br />

juiste vraag moet zoek<strong>en</strong>.<br />

antwoord 11:<br />

Ja, <strong>en</strong> ik ga ook naar e<strong>en</strong> katholieke school.<br />

(juiste vraag = d B<strong>en</strong> jij katholiek?)<br />

antwoord 12:<br />

Meestal gaan we naar Frankrijk, aan de Middellandse Zee. Ik b<strong>en</strong> gek<br />

op de zon <strong>en</strong> ik zwem erg graag. Er zijn veel land<strong>en</strong> die ik graag nog<br />

zou ontdekk<strong>en</strong>: Italië, Tunesië... <strong>en</strong> Marokko!<br />

(juiste vraag = b Waar b<strong>en</strong> je al op vakantie geweest <strong>en</strong> waar zou je graag e<strong>en</strong>s naartoe gaan?)<br />

Naar: Zonnestraal, 29 november 1996<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- toetsblad<strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (A)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

4 1<br />

11<br />

luister<strong>en</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

12<br />

Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Wat was de vraag?’<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig word<strong>en</strong> gescoord, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk ze met onderstaande lijst. Als het antwoord van<br />

de leerling<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komt met wat hieronder staat, krijgt de leerling e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> het item. Als dat niet<br />

het geval is, e<strong>en</strong> 0.<br />

Als er bij e<strong>en</strong> antwoord twee of meer vrag<strong>en</strong> aangeduid zijn, wordt het item fout gerek<strong>en</strong>d.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de<br />

scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, met daaronder de letter die erbij moest word<strong>en</strong><br />

ingevuld, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de<br />

totaalscore.<br />

1. c<br />

2. a<br />

3. d<br />

4. b<br />

5. c<br />

6. a<br />

7. d<br />

8. d<br />

9. d<br />

10. b<br />

11. d<br />

12. b<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de luistertoets ‘Wat was de vraag?’<br />

WAT WAS DE VRAAG? • LUISTEREN • 4de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

10 - 12 7 - 9 4 - 6 1 - 3 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

4 1<br />

13<br />

luister<strong>en</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

luister<strong>en</strong><br />

leerling HET EI SPEELGOEDWINKEL MARIJKE EN BILAL Totaal<br />

op 12<br />

1 = c 2 = a 3 = d 4 = b 5 = c 6 = a 7 = d 8 = d 9 = d 10 = b 11 = d 12 = b<br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Luister goed naar elk antwoord. Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij de<br />

vraag die het best bij het antwoord past. Let op: je mag maar één<br />

vraag kiez<strong>en</strong>.<br />

Het <strong>en</strong>ige echte Sinterklaas-interview<br />

X<br />

❏ a Was u e<strong>en</strong> bijzonder kind?<br />

❏ b B<strong>en</strong>t u ook bisschop geweest?<br />

❏ c Heette u als baby ook al Sinterklaas?<br />

❏ d Vindt u Sinterklaas e<strong>en</strong> mooie naam?<br />

Y<br />

❏ a Wat viert u op zes december? Uw verjaardag?<br />

❏ b Hoe oud b<strong>en</strong>t u?<br />

❏ c Wanneer is uw naamfeest?<br />

❏ d Krijgt u op zes december ook verjaardagscadeautjes?<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A1


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Het ei, e<strong>en</strong> wonderlijk ding<br />

1<br />

❏ a Zijn er ook kuik<strong>en</strong>s die niet uit eier<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>? Waar kom<strong>en</strong> die dan<br />

vandaan?<br />

❏ b Legg<strong>en</strong> han<strong>en</strong> ook eier<strong>en</strong>? Hoeveel?<br />

❏ c Komt er uit elk ei e<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong>? Hoe komt het dan dat wij kipp<strong>en</strong>eier<strong>en</strong><br />

et<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong> in zit?<br />

❏ d Hoeveel eier<strong>en</strong> legt e<strong>en</strong> kip?<br />

2<br />

❏ a Hoe komt het kuik<strong>en</strong> uit het ei?<br />

❏ b Helpt moeder kip het kuik<strong>en</strong> om uit het ei te kom<strong>en</strong>?<br />

❏ c Hebb<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong>s tand<strong>en</strong> als ze gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />

❏ d Hoelang duurt het <strong>voor</strong> het kuik<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> wordt?<br />

3<br />

❏ a Kunt u iets vertell<strong>en</strong> over de eier<strong>en</strong> van de zeekoet?<br />

❏ b Waarom legg<strong>en</strong> vogels hun eier<strong>en</strong> in nest<strong>en</strong>?<br />

❏ c Mak<strong>en</strong> zeekoet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nest?<br />

❏ d Waarom hebb<strong>en</strong> niet alle eier<strong>en</strong> dezelfde vorm?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A2


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Lekker rondneuz<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> speelgoedwinkel<br />

4<br />

❏ a Wat is e<strong>en</strong> speelgoedbeurs?<br />

❏ b Ga je naar al die land<strong>en</strong> om dat speelgoed te kop<strong>en</strong>?<br />

❏ c Wie maakt al dat speelgoed dat jullie verkop<strong>en</strong>?<br />

❏ d Is het speelgoed uit al die land<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> duur?<br />

5<br />

❏ a Staan er prijz<strong>en</strong> op het speelgoed in de winkel?<br />

❏ b Waar bewaar je de <strong>voor</strong>raad speelgoed?<br />

❏ c Staat al het speelgoed in de winkel?<br />

❏ d Br<strong>en</strong>gt speelgoed verkop<strong>en</strong> veel winst op?<br />

6<br />

❏ a Hoe krijg je veel klant<strong>en</strong>?<br />

❏ b Wat <strong>voor</strong> soort speelgoed verkop<strong>en</strong> jullie?<br />

❏ c Moet je ook zelf <strong>voor</strong> de etalage zorg<strong>en</strong>?<br />

❏ d Hebb<strong>en</strong> jullie veel klant<strong>en</strong>?<br />

7<br />

❏ a Werk je graag in deze winkel?<br />

❏ b Wordt het snel vuil in de winkel?<br />

❏ c Mog<strong>en</strong> de klant<strong>en</strong> ook uitleg vrag<strong>en</strong> aan jou?<br />

❏ d Wat doe je de hele dag in de winkel?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A3


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Marijke <strong>en</strong> Bilal: e<strong>en</strong> ontmoeting<br />

8<br />

❏ a Wanneer ga je naar het land waar je gebor<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t?<br />

❏ b B<strong>en</strong> jij in België gebor<strong>en</strong>?<br />

❏ c Waarom ga je graag naar Marokko?<br />

❏ d Zijn je ouders in Marokko gebor<strong>en</strong>?<br />

9<br />

❏ a Wat staat er allemaal in de koran?<br />

❏ b Mog<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> andere mann<strong>en</strong> ontmoet<strong>en</strong>?<br />

❏ c Wat staat er in de heilige schrift over mann<strong>en</strong>?<br />

❏ d Waarom drag<strong>en</strong> veel vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sluier?<br />

10<br />

❏ a Ga je alle<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de week naar school?<br />

❏ b Prat<strong>en</strong> jullie thuis Arabisch?<br />

❏ c Gaan jouw ouders naar school om Nederlands te ler<strong>en</strong>?<br />

❏ d Vind je het moeilijk om twee tal<strong>en</strong> te sprek<strong>en</strong>?<br />

11<br />

❏ a Naar welke school ga jij?<br />

❏ b Krijg<strong>en</strong> jullie godsdi<strong>en</strong>stles op school?<br />

❏ c Kan e<strong>en</strong> moslim ook naar e<strong>en</strong> katholieke school gaan?<br />

❏ d B<strong>en</strong> jij katholiek?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

12<br />

❏ a B<strong>en</strong> jij al e<strong>en</strong>s in Marokko geweest?<br />

❏ b Waar b<strong>en</strong> je al op vakantie geweest <strong>en</strong> waar zou je graag e<strong>en</strong>s naartoe<br />

gaan?<br />

❏ c Wat doe je zoal op vakantie?<br />

❏ d Gaan jullie vaak naar zee?<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A4


LUISTEREN NAAR EN AANDUIDEN OP EEN LIJST<br />

WAT KINDEREN MOETEN VOORZIEN VOOR EEN FEEST<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> eerst naar de uitsprak<strong>en</strong> van vier kinder<strong>en</strong> over wat<br />

ze moest<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> feest <strong>en</strong> wat daarvan al in orde is. Tijd<strong>en</strong>s<br />

het luister<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> ze notities mak<strong>en</strong>. Na het luister<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> ze de rol<br />

van het vijfde kind dat op e<strong>en</strong> lijstje de ding<strong>en</strong> moet aanduid<strong>en</strong> die nog<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> twee keer de uitsprak<strong>en</strong> van de vier kinder<strong>en</strong> te<br />

hor<strong>en</strong>. Ze mog<strong>en</strong> ondertuss<strong>en</strong> notities mak<strong>en</strong>, maar de band wordt niet<br />

gestopt. Daarna krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de boodschapp<strong>en</strong>lijst van het vijfde<br />

kind <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> daarop aan wat er nog moet word<strong>en</strong> gekocht.<br />

scoring Deze toets bevat 20 scoorbare items.<br />

De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lijst van 20 ding<strong>en</strong> 10 ding<strong>en</strong> aankruis<strong>en</strong>.<br />

De scoorder bekijkt <strong>voor</strong> elk van de 20 ding<strong>en</strong> of ze correct wel/niet<br />

aangekruist zijn.<br />

materiaal cassette met uitsprak<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> (zie bijlage A) <strong>en</strong> cassetterecorder,<br />

<strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> blanco blad <strong>en</strong> schrijfgerei om notities te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het toetsblad (zie bijlage B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd, als introductie op de toets, e<strong>en</strong> kort gesprek met de leerling<strong>en</strong> over verjaardagsfeestjes. Sluit<br />

voldo<strong>en</strong>de aan bij de ervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>, maar zorg er ook <strong>voor</strong> dat ze goed 'opgewarmd'<br />

word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets. Afhankelijk van de aanwezige <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis zal je zelf meer of minder informatie<br />

moet<strong>en</strong> aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Hebb<strong>en</strong> jullie al wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje gegev<strong>en</strong>?<br />

Hebb<strong>en</strong> jullie to<strong>en</strong> alles zelf geregeld?<br />

Wat moest er allemaal geregeld word<strong>en</strong>? (drank, et<strong>en</strong>, versiering, ...)<br />

'Versiering' kan best aan de hand van e<strong>en</strong> aantal <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> verduidelijkt word<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Lees eerst de onderstaande inleiding <strong>voor</strong>. Nadat ze die gehoord hebb<strong>en</strong>, moet het <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

duidelijk zijn wat ze moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> dat niet geval is, kun je de inleiding nog e<strong>en</strong>s herhal<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>tueel<br />

met extra uitleg, maar die moet zich wel beperk<strong>en</strong> tot het omschrijv<strong>en</strong> van de situatie.<br />

Murat, Laura, Tim, Jef <strong>en</strong> Nele verjar<strong>en</strong> allemaal in april. Ze word<strong>en</strong><br />

dan 10 jaar. Ze gaan sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> feest gev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hun verjaardag.<br />

Gister<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ze met z'n all<strong>en</strong> boodschapp<strong>en</strong> gedaan <strong>voor</strong> het feest.<br />

Maar nu blijkt dat ze verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Nele gaat<br />

bij iedere<strong>en</strong> langs om te vrag<strong>en</strong> wat er nog ontbreekt. Daarna zal ze naar<br />

de winkel gaan om die ding<strong>en</strong> te kop<strong>en</strong>. Luister goed naar wat iedere<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> Nele zegt, zodat je weet wat ze zal moet<strong>en</strong> kop<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> dan papier <strong>en</strong> schrijfgerei nem<strong>en</strong>. Terwijl ze de uitsprak<strong>en</strong> van Jef, Tim, Murat <strong>en</strong><br />

Laura beluister<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze notities mak<strong>en</strong>. Leg uit hoe dat precies in zijn werk gaat, als ze het niet<br />

wet<strong>en</strong>: ze krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> blanco blad <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> iets om te schrijv<strong>en</strong>; vanuit de opdracht die ze zojuist<br />

gehoord hebb<strong>en</strong>, gaan ze tijd<strong>en</strong>s het luister<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om heel kort de belangrijkste zak<strong>en</strong> op te schrijv<strong>en</strong>;<br />

zo zull<strong>en</strong> ze de ding<strong>en</strong> beter kunn<strong>en</strong> onthoud<strong>en</strong>; volledige zinn<strong>en</strong> of details opschrijv<strong>en</strong>, daar is ge<strong>en</strong> tijd<br />

<strong>voor</strong>, er wordt niet gestopt.<br />

Zet de cassetterecorder aan <strong>en</strong> laat de uitsprak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerste keer beluister<strong>en</strong>. Stop de band niet <strong>en</strong> help<br />

de leerling<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze.<br />

Nadat de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerste keer geluisterd hebb<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> ze ev<strong>en</strong> de tijd om hun notities te bekijk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel bij te werk<strong>en</strong> (bij<strong>voor</strong>beeld woord<strong>en</strong> afschrijv<strong>en</strong>), of om ev<strong>en</strong> na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat ze nu<br />

allemaal gehoord hebb<strong>en</strong>. Daarna wordt alles nog e<strong>en</strong>s opnieuw beluisterd.<br />

Uitsprak<strong>en</strong><br />

Tim zegt:<br />

"Zoals afgesprok<strong>en</strong>, zou ik <strong>voor</strong> de versiering van de kamer zorg<strong>en</strong>. Gister<strong>en</strong> dacht<strong>en</strong> we dat we g<strong>en</strong>oeg<br />

slingers gekocht hadd<strong>en</strong>. Nu blijkt dat we voldo<strong>en</strong>de rode slingers hebb<strong>en</strong>, maar van de blauwe hebb<strong>en</strong><br />

we te weinig. Daar moet<strong>en</strong> we er nog e<strong>en</strong> paar van kop<strong>en</strong>. En e<strong>en</strong> paar slingers van nog e<strong>en</strong> andere<br />

kleur mog<strong>en</strong> er eig<strong>en</strong>lijk ook bij. Neem maar witte. Verder mag je ook e<strong>en</strong> rolletje plakband meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />

want we hebb<strong>en</strong> niet zo veel meer."<br />

Murat zegt:<br />

"Ik had beloofd om pann<strong>en</strong>koek<strong>en</strong> te bakk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het feest. Daar<strong>voor</strong> moest ik meel, suiker, melk <strong>en</strong><br />

eier<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Die ding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we gister<strong>en</strong> gekocht. Helaas heb ik nog drie eier<strong>en</strong> tekort. En ik was<br />

ook verget<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> beetje zout bij moet. Zou je dat alsjeblieft <strong>voor</strong> me will<strong>en</strong> kop<strong>en</strong>?"<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Laura zegt:<br />

"Ik zou <strong>voor</strong> de drankjes zorg<strong>en</strong>. Zoals afgesprok<strong>en</strong> heb ik verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> frisdrank gekocht: cola,<br />

water <strong>en</strong> fruitsap. Is dat g<strong>en</strong>oeg? Of zull<strong>en</strong> we er ook nog limonade bijdo<strong>en</strong>? Br<strong>en</strong>g daar maar e<strong>en</strong> paar<br />

fless<strong>en</strong> van mee. Ik heb ook bekertjes gekocht. Maar het lijkt me e<strong>en</strong> goed idee om ook rietjes te kop<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> de flesjes cola. Zou je die will<strong>en</strong> meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> alsjeblieft?"<br />

Jef zegt:<br />

"Ik zou me bezig houd<strong>en</strong> met nootjes <strong>en</strong> chips <strong>en</strong> ik heb eig<strong>en</strong>lijk g<strong>en</strong>oeg van die ding<strong>en</strong> gekocht.<br />

Alhoewel, je hebt er eig<strong>en</strong>lijk nooit teveel van. Er wordt meestal van geget<strong>en</strong> tot het op is. Br<strong>en</strong>g nog<br />

maar wat chips mee, als je soort<strong>en</strong> ziet die we nog niet hebb<strong>en</strong>.<br />

Maar nu bed<strong>en</strong>k ik dat we ook e<strong>en</strong> stuk kaas zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> dat we dan in kleine blokjes snijd<strong>en</strong>.<br />

Dus je zou <strong>voor</strong> mij nog zowel kaas als stokjes om de blokjes op te prikk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kop<strong>en</strong>."<br />

Na het luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> noter<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de onderstaande lijst (zie bijlage A) <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> daarop<br />

door middel van kruisjes aan wat er volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> nog moet word<strong>en</strong> gekocht. Op dit blad schrijv<strong>en</strong> ze ook<br />

bov<strong>en</strong>aan hun naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam.<br />

Raad de leerling<strong>en</strong> aan hun notities <strong>en</strong> hun geheug<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong>. Door goed na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat<br />

ze gehoord hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> wat ze g<strong>en</strong>oteerd hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze er de juiste ding<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong>.<br />

Er staat dus teveel op de lijst. Zij moet<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong> die nog moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekocht,<br />

die de kinder<strong>en</strong> nog niet hebb<strong>en</strong>.<br />

Weet je nu wat er allemaal op het boodschapp<strong>en</strong>lijstje van Nele staat?<br />

Zet e<strong>en</strong> kruisje bij de ding<strong>en</strong> die ze volg<strong>en</strong>s jou moet kop<strong>en</strong>. Bij de ding<strong>en</strong> die ze niet moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

van de winkel, moet je niets zett<strong>en</strong>.<br />

1 nootjes<br />

2 rode slingers<br />

3 plakband<br />

4 zout<br />

5 meel<br />

6 eier<strong>en</strong><br />

7 gele slingers<br />

8 limonade<br />

9 kaas<br />

10 chips<br />

11 spuitwater<br />

12 stokjes om kaasblokjes op te prikk<strong>en</strong><br />

13 blauwe slingers<br />

14 rietjes<br />

15 suiker<br />

16 witte slingers<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


17 bekertjes<br />

18 flesjes cola<br />

19 pann<strong>en</strong>koek<strong>en</strong><br />

20 frisdrank<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- cassette met uitsprak<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> (A)<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> (B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Feest’<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Overloop het boodschapp<strong>en</strong>lijstje van de leerling<strong>en</strong>, item per item. Als het feit of er al dan niet e<strong>en</strong> kruisje<br />

<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald item staat, overe<strong>en</strong>komt met de onderstaande lijst, scoort de leerling 1 punt. Als hij<br />

wel e<strong>en</strong> kruisje staan heeft, terwijl er ge<strong>en</strong> moet staan of omgekeerd, scoort hij 0.<br />

E<strong>en</strong> leerling die alles correct heeft gedaan, scoort 20 punt<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> leerling die alles fout heeft gedaan, scoort 0 punt<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> leerling die ofwel alles, ofwel niets heeft aangeduid, scoort 10 punt<strong>en</strong>. Hij heeft 10 items juist, maar<br />

ook 10 verkeerd.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de<br />

scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>.<br />

In de laatste kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

1 nootjes<br />

2 rode slingers<br />

3 x plakband<br />

4 x zout<br />

5 meel<br />

6 x eier<strong>en</strong><br />

7 gele slingers<br />

8 x limonade<br />

9 x kaas<br />

10 x chips<br />

11 spuitwater<br />

12 x stokjes om kaasblokjes op te prikk<strong>en</strong><br />

13 x blauwe slingers<br />

14 x rietjes<br />

15 suiker<br />

16 x witte slingers<br />

17 bekertjes<br />

18 flesjes cola<br />

19 pann<strong>en</strong>koek<strong>en</strong><br />

20 frisdrank<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2


2<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Normtabel bij de luistertoets ‘Feest’<br />

FEEST • LUISTEREN • 4de LEERJAAR • einde tweede trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

- 18 - 20 14 - 17 10 - 13 min 10<br />

Omdat de gemiddelde score op deze toets hoog is, kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet hoog bov<strong>en</strong> het gemiddelde<br />

scor<strong>en</strong>. Bijgevolg wordt er ge<strong>en</strong> A-norm onderscheid<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

luister<strong>en</strong><br />

Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Totaal<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Weet je nu wat er allemaal op het boodschapp<strong>en</strong>lijstje van Nele staat?<br />

Zet e<strong>en</strong> kruisje bij de ding<strong>en</strong> die ze volg<strong>en</strong>s jou moet kop<strong>en</strong>. Bij de ding<strong>en</strong><br />

die ze niet moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de winkel, moet je niets zett<strong>en</strong>.<br />

1 nootjes<br />

2 rode slingers<br />

3 plakband<br />

4 zout<br />

5 meel<br />

6 eier<strong>en</strong><br />

7 gele slingers<br />

8 limonade<br />

9 kaas<br />

10 chips<br />

11 spuitwater<br />

12 stokjes om kaasblokjes op te prikk<strong>en</strong><br />

13 blauwe slingers<br />

14 rietjes<br />

15 suiker<br />

16 witte slingers<br />

17 bekertjes<br />

18 flesjes cola<br />

19 pann<strong>en</strong>koek<strong>en</strong><br />

20 frisdrank<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

Bijlage B<br />

2


RECEPTEN: KIES DE BIJBEHORENDE PRENTJES<br />

EN ZET ZE IN DE JUISTE VOLGORDE<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar gesprok<strong>en</strong> recept<strong>en</strong>. Op papier krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

per recept e<strong>en</strong> reeks pr<strong>en</strong>tjes die de verschill<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> in het<br />

recept visualiser<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> wat ze hor<strong>en</strong> met wat ze<br />

zi<strong>en</strong>, kiez<strong>en</strong> de juiste pr<strong>en</strong>tjes <strong>en</strong> zett<strong>en</strong> ze in de juiste volgorde.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/evaluer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname Na e<strong>en</strong> klassikaal <strong>voor</strong>beeld aan de hand waarvan de procedure wordt<br />

ingeoef<strong>en</strong>d, word<strong>en</strong> de recept<strong>en</strong> klassikaal <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong><br />

luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> loss<strong>en</strong> de opgav<strong>en</strong> individueel op.<br />

scoring Deze toets bevat 18 scoorbare items. Het gaat telk<strong>en</strong>s om de verbinding<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> stap in het recept <strong>en</strong> e<strong>en</strong> pr<strong>en</strong>tje dat die stap<br />

visualiseert. Is die verbinding juist of niet?<br />

materiaal Enkele kookboek<strong>en</strong> (ook kinderkookboek<strong>en</strong> - zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>), het introductieblad<br />

met <strong>en</strong>kele ingrediënt<strong>en</strong> (bijlage A), <strong>voor</strong> elke leerling de blad<strong>en</strong><br />

met de pr<strong>en</strong>tjes (bijlage B) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> toetsblad (bijlage C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd e<strong>en</strong> kort gesprek met de leerling<strong>en</strong> over kok<strong>en</strong>.<br />

Hebb<strong>en</strong> jullie zelf al e<strong>en</strong>s gekookt? Hebb<strong>en</strong> jullie dan e<strong>en</strong> kookboek<br />

gebruikt? Was het e<strong>en</strong> kinderkookboek of e<strong>en</strong> kookboek <strong>voor</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />

Stond<strong>en</strong> er pr<strong>en</strong>tjes of foto’s bij de recept<strong>en</strong> in het kookboek? Wat<br />

was er op die pr<strong>en</strong>tjes/foto’s te zi<strong>en</strong>? Kon je erop zi<strong>en</strong> hoe je elke stap in<br />

het recept moest uitvoer<strong>en</strong>: zoals bij<strong>voor</strong>beeld hoe je e<strong>en</strong> bepaalde<br />

gro<strong>en</strong>te moest snijd<strong>en</strong>? Of toond<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes alle<strong>en</strong> hoe de gerecht<strong>en</strong><br />

er uitzi<strong>en</strong> als ze klaar zijn?<br />

In kinderkookboek<strong>en</strong> staan namelijk heel vaak pr<strong>en</strong>tjes die stap <strong>voor</strong><br />

stap lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je het recept moet volg<strong>en</strong>. Dat is om het kok<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

beetje gemakkelijker te mak<strong>en</strong>.<br />

Br<strong>en</strong>g het begrip ‘recept’ (e<strong>en</strong> stuk tekst waarin heel precies staat uitgelegd hoe je e<strong>en</strong> bepaald gerecht<br />

moet klaarmak<strong>en</strong>) expliciet aan. Niet alle leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dit begrip al <strong>en</strong> het is toch van belang dat<br />

alle leerling<strong>en</strong> goed wet<strong>en</strong> wat er precies mee bedoeld wordt. Je kan de uitleg illustrer<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele<br />

kookboek<strong>en</strong>.<br />

Bij e<strong>en</strong> recept staat ook altijd welke ding<strong>en</strong> je allemaal nodig hebt om<br />

het gerecht klaar te mak<strong>en</strong>. Soms zijn dat ding<strong>en</strong> die je nog niet k<strong>en</strong>t.<br />

Dat is dan wel e<strong>en</strong> beetje lastig bij het kok<strong>en</strong>, want dan weet je niet precies<br />

wat er allemaal in je gerecht moet. Het is dus belangrijk dat je goed<br />

weet wat al die ding<strong>en</strong> zijn die in je gerecht moet<strong>en</strong>. Wet<strong>en</strong> jullie wat<br />

e<strong>en</strong> ‘paprika’ is? En e<strong>en</strong> ‘olijf’? En k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong> ‘komkommer’?<br />

Deze ingrediënt<strong>en</strong> (je hoeft dit woord niet te gebruik<strong>en</strong>) kan je op de volg<strong>en</strong>de manier aan de leerling<strong>en</strong><br />

uitlegg<strong>en</strong>. Toon aan de leerling<strong>en</strong> ook het grote blad (bijlage A) waar deze ding<strong>en</strong> op afgebeeld staan.<br />

Zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het goed kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat alle leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat deze<br />

ingrediënt<strong>en</strong> juist zijn.<br />

- paprika: e<strong>en</strong> harde gro<strong>en</strong>te die in verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong> bestaat:<br />

gro<strong>en</strong>, rood, geel <strong>en</strong> zelfs oranje; paprika’s word<strong>en</strong> in blokjes,<br />

ring<strong>en</strong> <strong>en</strong> reepjes gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> in alle soort<strong>en</strong><br />

gerecht<strong>en</strong>, koude <strong>en</strong> warme<br />

- olijf: e<strong>en</strong> vrucht van de olijfboom; je hebt zwarte <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e olijv<strong>en</strong>;<br />

van olijv<strong>en</strong> wordt ook olie gemaakt; dat is dan olijfo-<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


- komkommer: e<strong>en</strong> langwerpige vrucht met e<strong>en</strong> donkergro<strong>en</strong>e schil <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> lichtgro<strong>en</strong>e binn<strong>en</strong>kant; e<strong>en</strong> komkommer wordt<br />

meestal in schijfjes gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> zit vaak in salades<br />

Dit gesprek heeft als doel de leerling<strong>en</strong> vertrouwd te lat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met hoe e<strong>en</strong> kookboek er uitziet, wat<br />

e<strong>en</strong> recept precies is <strong>en</strong> dat er bij e<strong>en</strong> recept soms pr<strong>en</strong>tjes/foto’s staan die ton<strong>en</strong> hoe je de verschill<strong>en</strong>de<br />

stapp<strong>en</strong> in het recept juist moet uitvoer<strong>en</strong>. Er kom<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> aantal ingrediënt<strong>en</strong> aan bod waarmee<br />

de leerling<strong>en</strong> wellicht minder vertrouwd zijn.<br />

Ga na dit gesprekje over tot het kader van de toets.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Toets<br />

Ik ga jullie nu vertell<strong>en</strong> over Johan. Johan is iemand die veel kookt, want<br />

hij is kok. En vandaag moet hij e<strong>en</strong> heel m<strong>en</strong>u bereid<strong>en</strong>. Hij wil drie verschill<strong>en</strong>de<br />

ding<strong>en</strong> klaarmak<strong>en</strong>. Maar het kookboek van Johan de kok ligt<br />

e<strong>en</strong> beetje uit elkaar. Hij heeft de recept<strong>en</strong> nog <strong>en</strong> ook de pr<strong>en</strong>tjes die<br />

lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je het recept precies moet uitvoer<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> de<br />

pr<strong>en</strong>tjes door elkaar. En er ligg<strong>en</strong> ook pr<strong>en</strong>tjes van andere recept<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>.<br />

Nu vraagt Johan aan jullie of jullie hem will<strong>en</strong> help<strong>en</strong>. Hij zal de<br />

recept<strong>en</strong> stap <strong>voor</strong> stap <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> jullie moet<strong>en</strong> dan de juiste pr<strong>en</strong>tjes<br />

bij die stapp<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. Dan weet Johan straks precies hoe hij alles moet<br />

klaarmak<strong>en</strong>.<br />

Deel de blad<strong>en</strong> met pr<strong>en</strong>tjes (bijlage B) <strong>en</strong> het blad waarop de leerling<strong>en</strong> hun oplossing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> noter<strong>en</strong><br />

(bijlage C) uit. Vraag de leerling<strong>en</strong> hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) op het toetsblad te schrijv<strong>en</strong>.<br />

Dan mog<strong>en</strong> ze de andere blad<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zich nem<strong>en</strong>. Daar mog<strong>en</strong> ze niets op schrijv<strong>en</strong>, ook niet heel minimaal<br />

(bv. met potloodkruisjes) aanduid<strong>en</strong> welke pr<strong>en</strong>tjes ze al gebruikt hebb<strong>en</strong>. Deze blad<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij<br />

e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de afname van de toets word<strong>en</strong> hergebruikt. Vertel de leerling<strong>en</strong> dan het volg<strong>en</strong>de:<br />

Johan de kok gaat jullie zo dadelijk dus drie verschill<strong>en</strong>de recept<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>lez<strong>en</strong>, namelijk eerst e<strong>en</strong> recept om e<strong>en</strong> Franse Salade te mak<strong>en</strong>,<br />

daarna e<strong>en</strong> recept om Eier<strong>en</strong> met Worstjes te bereid<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot slot gaat de<br />

kok e<strong>en</strong> recept <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> om Lamsvlees met Erwtjes te mak<strong>en</strong>. Maar<br />

allereerst gaat Johan vertell<strong>en</strong> hoe je Worstjes kan klaarmak<strong>en</strong>. Dat doet<br />

hij om te zi<strong>en</strong> of jullie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat je precies moet do<strong>en</strong> om<br />

hem te help<strong>en</strong>.<br />

Jullie zi<strong>en</strong> op de blad<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> je ligg<strong>en</strong>, per recept e<strong>en</strong> reeks pr<strong>en</strong>tjes.<br />

Jullie wet<strong>en</strong> ondertuss<strong>en</strong> dat die pr<strong>en</strong>tjes lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je de verschill<strong>en</strong>de<br />

stapp<strong>en</strong> in het recept moet uitvoer<strong>en</strong>. Maar in elke reeks pr<strong>en</strong>tjes<br />

staan er pr<strong>en</strong>tjes teveel.<br />

Er zull<strong>en</strong> per recept dus pr<strong>en</strong>tjes zijn die je niet moet gebruik<strong>en</strong>. En de<br />

pr<strong>en</strong>tjes staan ook niet in de goede volgorde. Jullie zull<strong>en</strong> dus heel goed<br />

moet<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar elke stap in het recept <strong>en</strong> ook heel goed naar de<br />

pr<strong>en</strong>tjes kijk<strong>en</strong>, zodat jullie wet<strong>en</strong> welk pr<strong>en</strong>tje uit de reeks bij welke<br />

stap hoort.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Per stap zoek je dus het bijpass<strong>en</strong>de pr<strong>en</strong>tje. Op je toetsblad staan lege<br />

vakjes met nummers onder de nam<strong>en</strong> van de recept<strong>en</strong>. Elke stap die<br />

wordt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> nummer <strong>en</strong> het vakje dat bij die stap hoort,<br />

heeft hetzelfde nummer. Als je telk<strong>en</strong>s de letter van het juiste pr<strong>en</strong>tje in<br />

dat vakje invult, staan de pr<strong>en</strong>tjes vanzelf in de juist volgorde. Begrijp<strong>en</strong><br />

jullie dit? Weet iedere<strong>en</strong> wat hij zo dadelijk moet do<strong>en</strong>?<br />

Jullie krijg<strong>en</strong> nu ev<strong>en</strong>tjes de tijd om naar de pr<strong>en</strong>tjes te kijk<strong>en</strong>. Dan weet<br />

je wat er allemaal precies opstaat. Maar je mag er niet met de andere<br />

leerling<strong>en</strong> over prat<strong>en</strong>. Bekijk de pr<strong>en</strong>tjes dus in stilte.<br />

Ga na <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> over tot het <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> van de eerste stap in het bereid<strong>en</strong> van het eerste gerecht:<br />

Worstjes. Zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het juiste blad met pr<strong>en</strong>tjes <strong>voor</strong> zich hebb<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Het zoek<strong>en</strong><br />

van de juiste pr<strong>en</strong>tjes bij de twee stapp<strong>en</strong> om worstjes te bereid<strong>en</strong>, geldt als oef<strong>en</strong>ing om de leerling<strong>en</strong><br />

vertrouwd te mak<strong>en</strong> met de procedure <strong>en</strong> het soort tekst dat ze <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Zij moet<strong>en</strong><br />

goed luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> de letters van de pr<strong>en</strong>tjes die pass<strong>en</strong> bij de stapp<strong>en</strong> die jij <strong>voor</strong>leest in de lege vakjes<br />

onder de titel van het eerste recept op hun toetsblad schrijv<strong>en</strong>.<br />

1. Snijd e<strong>en</strong> lange worst in kleine stukjes.<br />

2 Zet e<strong>en</strong> pan op het vuur. Als de pan warm is, doe je er de stukjes<br />

worst in. Laat de worstjes vijf minut<strong>en</strong> bakk<strong>en</strong>. Dan zijn ze klaar <strong>en</strong><br />

kan je ze opet<strong>en</strong>.<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> beide items correct opgelost hebb<strong>en</strong> (in vakje 1 hoort letter C, <strong>en</strong> in vakje 2 letter<br />

A). Zoniet, herhaal het dan nog e<strong>en</strong> keer <strong>en</strong> bespreek expliciet de link tuss<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> tekst <strong>en</strong><br />

het pr<strong>en</strong>tje bij de twee items. Je b<strong>en</strong>adrukt hier best dat het belangrijk is dat de leerling<strong>en</strong> naar alle<br />

details op de pr<strong>en</strong>tjes kijk<strong>en</strong>, want daardoor kom<strong>en</strong> ze te wet<strong>en</strong> welk pr<strong>en</strong>tje nu precies bij de stap past.<br />

Sommige pr<strong>en</strong>tjes lijk<strong>en</strong> immers e<strong>en</strong> beetje op het goede pr<strong>en</strong>tje, maar er staan dan ding<strong>en</strong> op die je<br />

niet moet do<strong>en</strong> bij de stap die jij hebt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> of er klopt iets niet. Zo zi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> in dat ze telk<strong>en</strong>s<br />

heel goed moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Als alle leerling<strong>en</strong> tot de juiste oplossing<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> zijn, lees je één <strong>voor</strong> één op expressieve wijze de<br />

echte toetsitems <strong>voor</strong>. Lees bij elke recept ook de naam van het recept <strong>voor</strong> (‘Franse Salade’, ‘Eier<strong>en</strong><br />

met Worstjes’ <strong>en</strong> ‘Lamsvlees met Erwtjes’) <strong>en</strong> let erop dat alle leerling<strong>en</strong> het juiste blad met pr<strong>en</strong>tjes<br />

<strong>voor</strong> zich hebb<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Vermeld ook telk<strong>en</strong>s zeer expliciet het nummer van de stap die je <strong>voor</strong>leest,<br />

<strong>voor</strong>af <strong>en</strong> achteraf. Herhaal ook elke stap mete<strong>en</strong>. Terwijl je herhaalt <strong>en</strong> daarna ev<strong>en</strong> wacht, kunn<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> de oplossing<strong>en</strong> op hun toetsblad invull<strong>en</strong>. Raad h<strong>en</strong> aan telk<strong>en</strong>s eerst goed te luister<strong>en</strong>, te kijk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dan pas iets aan te duid<strong>en</strong>.<br />

Er mag telk<strong>en</strong>s maar één letter word<strong>en</strong> ingevuld. Maar sommige letters zull<strong>en</strong> niet ingevuld moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, omdat er teveel pr<strong>en</strong>tjes zijn. Dat is om het e<strong>en</strong> beetje moeilijker te mak<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

dus heel goed moet<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>. Tweemaal hetzelfde nummer invull<strong>en</strong> mag wel. (Dat moet normaliter<br />

nerg<strong>en</strong>s gebeur<strong>en</strong>, maar verhindert dat de leerling<strong>en</strong> in paniek rak<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong> pr<strong>en</strong>tje will<strong>en</strong><br />

aanduid<strong>en</strong> dat ze al e<strong>en</strong>s gebruikt hebb<strong>en</strong>.) Herhaal deze laatste instructies als je merkt dat de leerling<strong>en</strong><br />

het niet mete<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> of verwarr<strong>en</strong>d vind<strong>en</strong>. Je kan er ook nog e<strong>en</strong>s op terugkom<strong>en</strong> als ze er<br />

vrag<strong>en</strong> over stell<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de toets.<br />

Werk zo stap na stap af. Spoor de leerling<strong>en</strong> die ontmoedigd rak<strong>en</strong> aan, maar help h<strong>en</strong> verder op ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele wijze. Leg ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> of uitdrukking<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> geef ge<strong>en</strong> extra uitleg bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Lees de naam van het eerste recept <strong>voor</strong> <strong>en</strong> geef de leerling<strong>en</strong> de tijd om het juiste blad met pr<strong>en</strong>tjes<br />

<strong>voor</strong> zich te nem<strong>en</strong>.<br />

Franse Salade<br />

1. Doe water in e<strong>en</strong> pannetje. Leg er e<strong>en</strong> ei in <strong>en</strong> laat het ti<strong>en</strong> minut<strong>en</strong><br />

kok<strong>en</strong>. Spoel het gekookte eitje met koud water <strong>en</strong> pel het. Snijd het<br />

eitje in vier stukk<strong>en</strong>. (F)<br />

2. Schil e<strong>en</strong> ui <strong>en</strong> snijd hem in dunne ring<strong>en</strong>. Snijd de blaadjes van e<strong>en</strong><br />

krop sla los, was ze <strong>en</strong> laat ze drog<strong>en</strong>. Was ook vier tomat<strong>en</strong> <strong>en</strong> snijd<br />

elke tomaat in acht stukjes. (E)<br />

3. Was e<strong>en</strong> grote paprika <strong>en</strong> snijd hem in tweeën. Doe de zaadjes eruit<br />

<strong>en</strong> snijd de helft<strong>en</strong> van de paprika dan in fijne reepjes. (B)<br />

4. Doe in e<strong>en</strong> kommetje e<strong>en</strong> snuifje zout, e<strong>en</strong> beetje peper, vier eetlepels<br />

olie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> eetlepel citro<strong>en</strong>sap. Verm<strong>en</strong>g alles goed tot e<strong>en</strong> sausje. (C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


5. Leg in e<strong>en</strong> grote slakom achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de blaadjes sla, de stukjes<br />

tomaat, de stukjes ei, de uiring<strong>en</strong> <strong>en</strong> de reepjes paprika. Schik al deze<br />

ding<strong>en</strong> mooi. (G)<br />

6. Versier de sla met stukjes vis <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal zwarte olijv<strong>en</strong>. Verdeel met<br />

e<strong>en</strong> lepel de saus over de salade. Di<strong>en</strong> ze op. (A)<br />

Lees de naam van het tweede recept <strong>voor</strong> <strong>en</strong> geef de leerling<strong>en</strong> de tijd om het juiste blad met pr<strong>en</strong>tjes<br />

<strong>voor</strong> zich te nem<strong>en</strong>.<br />

Eier<strong>en</strong> met Worstjes<br />

1. Was drie paprika’s <strong>en</strong> snijd ze in tweeën, verwijder de zaadjes <strong>en</strong><br />

snijd de paprika’s in dunne reepjes. (C)<br />

2. Laat zes tomat<strong>en</strong> één minuut kok<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pan met water. Haal ze er<br />

dan uit, pel ze <strong>en</strong> snijd de tomat<strong>en</strong> in stukk<strong>en</strong>. (A)<br />

3. Doe vijf eetlepels olie in e<strong>en</strong> grote pan die je heel heet hebt lat<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Doe er de tomat<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> halve theelepel harissa (dat is<br />

e<strong>en</strong> pikant paprikasausje) bij. Laat dit vijfti<strong>en</strong> tot twintig minut<strong>en</strong><br />

kok<strong>en</strong>. (E)<br />

4. Rooster zes worstjes zes à zev<strong>en</strong> minut<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoog vuur in e<strong>en</strong><br />

kleinere pan zonder olie. Draai de worstjes af <strong>en</strong> toe om. (B)<br />

5. Doe in e<strong>en</strong> andere kleine pan twee eetlepels olie. Doe de paprika’s in<br />

de pan <strong>en</strong> laat ze e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal minut<strong>en</strong> bakk<strong>en</strong>. Roer af <strong>en</strong> toe door de<br />

paprika’s met e<strong>en</strong> hout<strong>en</strong> lepel. (H)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

6. Doe de paprika’s <strong>en</strong> de worstjes (de worstjes heb je eerst in stukjes<br />

gesned<strong>en</strong>) bij de tomat<strong>en</strong> in de grote pan. Laat alles op e<strong>en</strong> laag vuur<br />

vijf minut<strong>en</strong> kok<strong>en</strong>. (F)<br />

7. Breek zes eier<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kom. Doe er e<strong>en</strong> beetje zout bij <strong>en</strong> klop de<br />

eier<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vork los. (C)<br />

8. Giet de eier<strong>en</strong> over de worstjes <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Roer erdoor met e<strong>en</strong> hout<strong>en</strong><br />

lepel. Na e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> is alles klaar <strong>en</strong> kan je het gerecht<br />

opdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. (J)<br />

Lees de naam van het derde recept <strong>voor</strong> <strong>en</strong> geef de leerling<strong>en</strong> de tijd om het juiste blad met pr<strong>en</strong>tjes<br />

<strong>voor</strong> zich te nem<strong>en</strong>.<br />

Lamsvlees met Erwtjes<br />

1. Laat 1 kg lamsvlees in stukjes snijd<strong>en</strong>. Doe de stukjes vlees in e<strong>en</strong><br />

grote pot. Laat het vlees op e<strong>en</strong> heet vuur ongeveer vijf minut<strong>en</strong> bakk<strong>en</strong>.<br />

(F)<br />

2. Zet het vuur iets lager <strong>en</strong> draai het vlees af <strong>en</strong> toe om met e<strong>en</strong> hout<strong>en</strong><br />

lepel, zodat het vlees aan alle kant<strong>en</strong> bruin wordt. (C)<br />

3. Giet water in de kookpot totdat het vlees bijna onder staat <strong>en</strong> doe er<br />

één theelepel fijngeknipte kruid<strong>en</strong>, zout <strong>en</strong> peper bij. Zet het deksel<br />

op de pot <strong>en</strong> laat het vlees één uur <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> minut<strong>en</strong> kok<strong>en</strong>. (A)<br />

4. Doe 800 g erwtjes bij het vlees <strong>en</strong> laat alles dan nog e<strong>en</strong>s twintig<br />

minut<strong>en</strong> stov<strong>en</strong>. Proef e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> doe er als je het nodig vindt, nog wat<br />

peper <strong>en</strong> zout bij. Je kan het dan zo opdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. (B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


De recept<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> uit:<br />

- De snoepreisjes van Asterix<br />

- De fabelachtige sandwiches van Panoramix<br />

(recept<strong>en</strong> V. Chabral; tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> A. Uderzo) / uitgeverij Fontein<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- introductieblad met <strong>en</strong>kele ingrediënt<strong>en</strong> (bijlage A-herbruikbaar)<br />

- kijkblad<strong>en</strong> met pr<strong>en</strong>tjes <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (bijlage B-herbruikbaar)<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (bijlage C)<br />

- blad met de juiste oplossing<strong>en</strong> (bijlage D)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Recept<strong>en</strong>’<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig word<strong>en</strong> gescoord, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk ze met onderstaande lijst of met het blad met de<br />

juiste oplossing<strong>en</strong> (bijlage D). Als het antwoord van de leerling<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komt met wat hieronder staat,<br />

krijgt de leerling e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> het item als dat niet het geval is, e<strong>en</strong> 0.<br />

Als er twee letters in één vakje staan, wordt het item fout gerek<strong>en</strong>d.<br />

Om de totaalscore te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> de 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> de 1-<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores.<br />

Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de vakjes per recept, met daaronder de letter die erin moest<br />

word<strong>en</strong> ingevuld, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de<br />

totaalscore. Deze is gelijk aan het aantal correct gescoorde items.<br />

Franse Salade<br />

vakje 1: F<br />

vakje 2: E<br />

vakje 3: B<br />

vakje 4: C<br />

vakje 5: G<br />

vakje 6: A<br />

Eier<strong>en</strong> met Worstjes<br />

vakje 1: C<br />

vakje 2: A<br />

vakje 3: E<br />

vakje 4: B<br />

vakje 5: H<br />

vakje 6: F<br />

vakje 7: L<br />

vakje 8: J<br />

Lamsvlees met Erwtjes<br />

vakje 1: F<br />

vakje 2: C<br />

vakje 3: A<br />

vakje 4: B<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de luistertoets ‘Recept<strong>en</strong>’<br />

RECEPTEN • LUISTEREN • 4de LEERJAAR • einde derde trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

18 14 - 17 10 - 13 7 - 9 min 7<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

4 3<br />

11<br />

luister<strong>en</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

luister<strong>en</strong><br />

TOTAAL<br />

op 18<br />

RECEPT 1 RECEPT 2 RECEPT 3<br />

4 =<br />

B<br />

3 =<br />

A<br />

2 =<br />

C<br />

1 =<br />

F<br />

8 =<br />

J<br />

7 =<br />

L<br />

6 =<br />

F<br />

5 =<br />

H<br />

4 =<br />

B<br />

3 =<br />

E<br />

2 =<br />

A<br />

1 =<br />

C<br />

6 =<br />

A<br />

5 =<br />

G<br />

4 =<br />

C<br />

3 =<br />

B<br />

2 =<br />

E<br />

1 =<br />

F<br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

nr + naam van de leerling<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Enkele ingrediënt<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

Paprika<br />

Olijf<br />

komkommer<br />

luister<strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


0. Worstjes<br />

A<br />

C D<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

B<br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B1


1. Franse Salade<br />

A B<br />

D E<br />

G H I<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

C<br />

F<br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B2


2. Eier<strong>en</strong> met Worstjes<br />

A B<br />

D E<br />

G H I<br />

J K L<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

C<br />

F<br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B3


3. Lamsvlees met erwtjes<br />

A B C<br />

D E F<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B4


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Luister goed naar de recept<strong>en</strong>. Kies per stap in elk recept het juiste<br />

pr<strong>en</strong>tje <strong>en</strong> schrijf de letter van dat pr<strong>en</strong>tje in het vakje. In elk vakje<br />

mag je maar 1 letter schrijv<strong>en</strong>. Bij elk recept zijn er ook pr<strong>en</strong>tjes die er<br />

niet bijhor<strong>en</strong>. Je moet dus heel goed luister<strong>en</strong> om te wet<strong>en</strong> welke<br />

pr<strong>en</strong>tjes je moet kiez<strong>en</strong>.<br />

0. Worstjes<br />

1 2<br />

1. Franse Salade<br />

1 2 3 4 5 6<br />

2. Eier<strong>en</strong> met Worstjes<br />

1 2 3 4 5 6 7 8<br />

3. Lamsvlees met Erwtjes<br />

1 2 3 4<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C


Juiste oplossing<strong>en</strong><br />

1. Franse Salade<br />

F E B C G A<br />

1 2 3 4 5 6<br />

2. Eier<strong>en</strong> met Worstjes<br />

C A E B H F<br />

1 2 3 4 5 6<br />

3. Lamsvlees met Erwtjes<br />

F C A B<br />

1 2 3 4<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

L J<br />

7 8<br />

luister<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage D


LEZEN


UURREGELINGEN VOOR TREINEN LEZEN<br />

EN OVERBRENGEN IN EEN TABEL<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de in e<strong>en</strong> tekst beschrev<strong>en</strong> uurregeling<strong>en</strong> van<br />

trein<strong>en</strong> over in e<strong>en</strong> tabel.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de beschrijving van de uurregeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> deze<br />

over in de tabel.<br />

Vooraf wordt klassikaal e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>item behandeld.<br />

scoring Deze toets bevat 21 scoorbare items. E<strong>en</strong> item is goed of fout. De volgorde<br />

waarin de ur<strong>en</strong> in de tabel staan <strong>en</strong> hoe de ur<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> zijn, is niet<br />

van belang.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> blad met de beschrijving<strong>en</strong> (zie bijlage A) <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

blanco tabel (zie bijlage B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Vertel de leerling<strong>en</strong> dat je e<strong>en</strong> nicht hebt die in Kemezeke woont. Die nicht komt volg<strong>en</strong>de week bij jou<br />

op bezoek. Jij woont in ... (Vul je eig<strong>en</strong> woonplaats in). Je nicht heeft aan jou gevraagd of jij wil uitzoek<strong>en</strong><br />

hoe zij bij jou kan kom<strong>en</strong>. Ze heeft ge<strong>en</strong> auto.<br />

Kemezeke is e<strong>en</strong> klein dorpje, erg<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> twee sted<strong>en</strong> in: Orbst <strong>en</strong> Koepel. (Schrijf de nam<strong>en</strong> van de<br />

sted<strong>en</strong> op het bord, met Kemezeke er tuss<strong>en</strong>in.) Natuurlijk kun je vanuit Orbst <strong>en</strong> Koepel wel met de<br />

trein in ... (jouw woonplaats) kom<strong>en</strong>. Maar hoe geraak je in 's hemelsnaam vanuit Kemezeke in Orbst of<br />

Koepel?<br />

Nu blijkt er in Kemezeke ook e<strong>en</strong> station te zijn. Maar natuurlijk kun je hier in het station van ... (dichtstbijzijnde<br />

station of dat van je eig<strong>en</strong> woonplaats) niet gaan vrag<strong>en</strong> wanneer de trein<strong>en</strong> vanuit Kemezeke<br />

naar Orbst <strong>en</strong> Koepel gaan. Dus heb je naar het station van Kemezeke zelf gebeld. Daar heb je de<br />

stationschef (dat is de baas van het station) aan de lijn gekreg<strong>en</strong>. De stationschef heeft de ur<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bestemming<strong>en</strong> van alle trein<strong>en</strong> die op één dag in Kemezeke <strong>voor</strong>bijkom<strong>en</strong>, doorgegev<strong>en</strong>. Je hebt dat<br />

allemaal nauwkeurig opgeschrev<strong>en</strong>. Maar zo'n uitgeschrev<strong>en</strong> tekst is nogal onhandig om te gebruik<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> vast wel dat je in station altijd van die mooie gele uurtabell<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> hebt waarop<br />

je kunt zi<strong>en</strong> hoe laat de trein naar e<strong>en</strong> bepaalde plaats gaat. Vraag aan de leerling<strong>en</strong> om van jouw tekst<br />

ook zo'n mooie tabel te mak<strong>en</strong>. Dan kan je die opstur<strong>en</strong> naar je nicht.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Geef alle leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> niet-ingevulde tabel (zie bijlage B). Vraag h<strong>en</strong> om op de achterkant van het blad<br />

met de tabel hun naam (<strong>en</strong> nummer) te schrijv<strong>en</strong>.<br />

Ga in op de structuur van de tabel (twee grote blokk<strong>en</strong>: 'Trein<strong>en</strong> naar Orbst' <strong>en</strong> 'Trein<strong>en</strong> naar Koepel';<br />

deze laatste verdeeld in nog e<strong>en</strong>s twee kolomm<strong>en</strong>; de ur<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onder de lijn<strong>en</strong> in de op<strong>en</strong> vakk<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong>; ...)<br />

Behandel dan sam<strong>en</strong> met de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uit-de-lucht-gegrep<strong>en</strong>-<strong>voor</strong>beeld. Zeg bij<strong>voor</strong>beeld dat er om<br />

20 over zes 's avonds (= e<strong>en</strong> ander uur dan wat <strong>voor</strong>komt in de toets) e<strong>en</strong> trein naar Orbst rijdt. Vraag<br />

aan de leerling<strong>en</strong> waar die dan zou moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in de tabel <strong>en</strong> laat het h<strong>en</strong> opschrijv<strong>en</strong>.<br />

Controleer eerst of ze het principe begrijp<strong>en</strong>, namelijk of ze het op de juiste plaats in de tabel schrijv<strong>en</strong>.<br />

Ga dan in op de verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> waarop de ur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangeduid. Schrijf ze op het<br />

bord: 20 over 6, twintig over zes, 6 uur 20, 18.20u. B<strong>en</strong>adruk dat deze allemaal gelijkwaardig zijn <strong>en</strong> dat<br />

de leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de manier die ze gew<strong>en</strong>d zijn. (Als leerkracht <strong>voor</strong> je eig<strong>en</strong> klas weet<br />

je natuurlijk hoe de leerling<strong>en</strong> het geleerd hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan je daarop inspel<strong>en</strong>, maar laat ze toch zoveel<br />

mogelijk kiez<strong>en</strong>.)<br />

Wijs de leerling<strong>en</strong> erop dat dit maar e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld is <strong>en</strong> dat dit verder niets te mak<strong>en</strong> heeft met wat er<br />

in de tekst staat.<br />

Geef h<strong>en</strong> dan de tekst, de beschrijving van de trein<strong>en</strong> vanuit Kemezeke die de stationschef jou gegev<strong>en</strong><br />

heeft <strong>en</strong> die je aan de telefoon hebt opgeschrev<strong>en</strong> (zie bijlage A). Dat moet dus overgebracht word<strong>en</strong> in<br />

de tabel. Op deze tekst mog<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet schrijv<strong>en</strong>. De tekstblad<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de afname<br />

van de toets word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />

Dan kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>: spoor ze aan om eerst heel aandacht de instructie te lez<strong>en</strong>, de tekst<br />

te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan zelf de ur<strong>en</strong> van de trein<strong>en</strong> in de tabel over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Je mag h<strong>en</strong> verder op ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele manier meer help<strong>en</strong>.<br />

Je hebt e<strong>en</strong> tabel. Lees nu goed wat de stationschef van Kemezeke gezegd heeft. Schrijf de juiste<br />

ur<strong>en</strong> in de tabel. Geef de ur<strong>en</strong> aan op één van de volg<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong>:<br />

of: vier over drie<br />

of: 4 over 3<br />

of: 03.04<br />

of: 15.04<br />

De ur<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> niet in de juiste volgorde te staan.<br />

De stationschef zei:<br />

"Kemezeke heeft maar e<strong>en</strong> klein station. Er rijd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel trein<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zev<strong>en</strong> uur 's morg<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zes<br />

uur 's avonds. Zo kunn<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van Kemezeke naar hun werk <strong>en</strong> terug.<br />

In Kemezeke zijn maar twee spor<strong>en</strong>. Er is één spoor in de richting van Orbst <strong>en</strong> één in de richting van<br />

Koepel. De trein<strong>en</strong> die naar Orbst gaan, rijd<strong>en</strong> helemaal tot in Orbst. Sommige trein<strong>en</strong> die in de richting<br />

van Koepel gaan, rijd<strong>en</strong> maar tot Stroot. Dat is e<strong>en</strong> kleine stad tuss<strong>en</strong> Kemezeke <strong>en</strong> Koepel. Veel<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van Kemezeke werk<strong>en</strong> daar in e<strong>en</strong> fabriek.<br />

Hier volg<strong>en</strong> de ur<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Om de twee uur is er e<strong>en</strong> trein naar Orbst. Dat begint om ti<strong>en</strong> over zev<strong>en</strong>, dan om ti<strong>en</strong> over neg<strong>en</strong>, ti<strong>en</strong><br />

over elf, ti<strong>en</strong> over één, ti<strong>en</strong> over drie <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> over vijf.<br />

Om de drie uur is er e<strong>en</strong> trein naar Koepel. Dat begint om ti<strong>en</strong> <strong>voor</strong> acht <strong>en</strong> eindigt om ti<strong>en</strong> <strong>voor</strong> vijf.<br />

Trein<strong>en</strong> die maar tot Stroot gaan zijn er om de vier uur: de eerste is om kwart <strong>voor</strong> acht <strong>en</strong> de laatste<br />

om kwart <strong>voor</strong> vier. Dat is niet veel, hé.<br />

Nu ja, op de spitsur<strong>en</strong> zijn er nog wel e<strong>en</strong> paar extra trein<strong>en</strong>. Want dan zijn er natuurlijk meer reizigers.<br />

Zo is er 's morg<strong>en</strong>s om acht over acht <strong>en</strong> om twintig <strong>voor</strong> neg<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> extra trein naar Orbst.<br />

Om zes over zev<strong>en</strong> <strong>en</strong> om vijf <strong>voor</strong> neg<strong>en</strong> zijn er extra trein<strong>en</strong> naar de andere grote stad.<br />

Tot Stroot gaat er maar één extra trein. De trein<strong>en</strong> naar Koepel stopp<strong>en</strong> immers ook allemaal in Stroot.<br />

Deze extra trein naar Stroot vertrekt precies om neg<strong>en</strong> uur.<br />

's Avonds is er naar alle drie de plaats<strong>en</strong> één extra trein. Om één<strong>en</strong>dertig over vijf vertrekk<strong>en</strong> de laatste<br />

trein<strong>en</strong> naar Orbst <strong>en</strong> Koepel. En drie minut<strong>en</strong> later, dat is dus om vier<strong>en</strong>dertig over vijf, vertrekt er nog<br />

e<strong>en</strong>tje tot Stroot."<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- leestekst: beschrijving van de uurregeling<strong>en</strong> (A)<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>: treintabel (B)<br />

- treintabel, correct ingevuld (C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de leestoets ‘Treintabel’<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Vergelijk de tabell<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de ingevulde tabel (zie bijlage C). Staat er hetzelfde uur <strong>voor</strong><br />

e<strong>en</strong> bepaald item (zie lijstje onder <strong>voor</strong> de nummers van de items), dan scor<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> dat item,<br />

staat het er niet of anders, dan scor<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 0. Let op: er mag ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de wijze<br />

waarop de ur<strong>en</strong> opgeschrev<strong>en</strong> zijn; zelfs 19.10u in plaats van 7.10u moet goedgerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, alhoewel<br />

dat natuurlijk ook kan wijz<strong>en</strong> op onbegrip van 's morg<strong>en</strong>s <strong>en</strong> 's avonds).<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong>. In de meest rechtse kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

"... Hier volg<strong>en</strong> de ur<strong>en</strong>.<br />

Om de twee uur is er e<strong>en</strong> trein naar Orbst. Dat begint om ti<strong>en</strong> over zev<strong>en</strong> (1), dan om ti<strong>en</strong> over neg<strong>en</strong><br />

(2), ti<strong>en</strong> over elf (3), ti<strong>en</strong> over één (4), ti<strong>en</strong> over drie (5) <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> over vijf (6).<br />

Om de drie uur is er e<strong>en</strong> trein naar Koepel. Dat begint om ti<strong>en</strong> <strong>voor</strong> acht <strong>en</strong> eindigt om ti<strong>en</strong> <strong>voor</strong> vijf. (7-<br />

10)<br />

Trein<strong>en</strong> die maar tot Stroot gaan zijn er om de vier uur: de eerste is om kwart <strong>voor</strong> acht <strong>en</strong> de laatste<br />

om kwart <strong>voor</strong> vier. (11-13)<br />

Dat is niet veel, hé.<br />

Nu ja, op de spitsur<strong>en</strong> zijn er nog wel e<strong>en</strong> paar extra trein<strong>en</strong>. Want dan zijn er natuurlijk meer reizigers.<br />

Zo is er 's morg<strong>en</strong>s om acht over acht <strong>en</strong> om twintig <strong>voor</strong> neg<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> extra trein naar Orbst. (14-15)<br />

Om zes over zev<strong>en</strong> <strong>en</strong> om vijf <strong>voor</strong> neg<strong>en</strong> zijn er extra trein<strong>en</strong> naar de andere grote stad. (16-17)<br />

Tot Stroot gaat er maar één extra trein. De trein<strong>en</strong> naar Koepel stopp<strong>en</strong> immers ook allemaal in Stroot.<br />

Deze extra trein naar Stroot vertrekt precies om neg<strong>en</strong> uur. (18)<br />

's Avonds is er naar alle drie de plaats<strong>en</strong> één extra trein. Om één<strong>en</strong>dertig over vijf vertrekk<strong>en</strong> de laatste<br />

trein<strong>en</strong> naar Orbst <strong>en</strong> Koepel. (19-20)<br />

En drie minut<strong>en</strong> later, dat is dus om vier<strong>en</strong>dertig over vijf, vertrekt er nog e<strong>en</strong>tje tot Stroot. (21)"<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Normtabel bij de leestoets ‘Treintabel’<br />

TREINTABEL • LEZEN • 4de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

18 - 21 13 - 17 8 - 12 3 - 7 min 3<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

lez<strong>en</strong><br />

Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Totaal<br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Leestekst<br />

Je hebt e<strong>en</strong> tabel. Lees nu goed wat de stationschef van Kemezeke gezegd<br />

heeft. Schrijf de juiste ur<strong>en</strong> in de tabel.<br />

Geef de ur<strong>en</strong> aan op één van de volg<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong>:<br />

of: vier over drie<br />

of: 4 over 3<br />

of: 03.04<br />

of: 15.04<br />

De ur<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> niet in de juiste volgorde te staan.<br />

De stationschef zei:<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

"Kemezeke heeft maar e<strong>en</strong> klein station. Er rijd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel trein<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zev<strong>en</strong> uur 's morg<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

zes uur 's avonds. Zo kunn<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van Kemezeke naar hun werk <strong>en</strong> terug.<br />

In Kemezeke zijn maar twee spor<strong>en</strong>. Er is één spoor in de richting van Orbst <strong>en</strong> één in de<br />

richting van Koepel. De trein<strong>en</strong> die naar Orbst gaan, rijd<strong>en</strong> helemaal tot in Orbst. Sommige<br />

trein<strong>en</strong> die in de richting van Koepel gaan, rijd<strong>en</strong> maar tot Stroot. Dat is e<strong>en</strong> kleine stad tuss<strong>en</strong><br />

Kemezeke <strong>en</strong> Koepel. Veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van Kemezeke werk<strong>en</strong> daar in e<strong>en</strong> fabriek. Hier volg<strong>en</strong> de<br />

ur<strong>en</strong>.<br />

Om de twee uur is er e<strong>en</strong> trein naar Orbst. Dat begint om ti<strong>en</strong> over zev<strong>en</strong>, dan om ti<strong>en</strong> over<br />

neg<strong>en</strong>, ti<strong>en</strong> over elf, ti<strong>en</strong> over één, ti<strong>en</strong> over drie <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> over vijf.<br />

Om de drie uur is er e<strong>en</strong> trein naar Koepel. Dat begint om ti<strong>en</strong> <strong>voor</strong> acht <strong>en</strong> eindigt om ti<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

vijf.<br />

Trein<strong>en</strong> die maar tot Stroot gaan zijn er om de vier uur: de eerste is om kwart <strong>voor</strong> acht <strong>en</strong> de<br />

laatste om kwart <strong>voor</strong> vier. Dat is niet veel, hé.<br />

Nu ja, op de spitsur<strong>en</strong> zijn er nog wel e<strong>en</strong> paar extra trein<strong>en</strong>. Want dan zijn er natuurlijk meer<br />

reizigers. Zo is er 's morg<strong>en</strong>s om acht over acht <strong>en</strong> om twintig <strong>voor</strong> neg<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> extra trein<br />

naar Orbst.<br />

Om zes over zev<strong>en</strong> <strong>en</strong> om vijf <strong>voor</strong> neg<strong>en</strong> zijn er extra trein<strong>en</strong> naar de andere grote stad.<br />

Tot Stroot gaat er maar één extra trein. De trein<strong>en</strong> naar Koepel stopp<strong>en</strong> immers ook allemaal in<br />

Stroot. Deze extra trein naar Stroot vertrekt precies om neg<strong>en</strong> uur.<br />

's Avonds is er naar alle drie de plaats<strong>en</strong> één extra trein. Om één<strong>en</strong>dertig over vijf vertrekk<strong>en</strong><br />

de laatste trein<strong>en</strong> naar Orbst <strong>en</strong> Koepel. En drie minut<strong>en</strong> later, dat is dus om vier<strong>en</strong>dertig over<br />

vijf, vertrekt er nog e<strong>en</strong>tje tot Stroot."<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

TREINEN NAAR ORBST TREINEN NAAR KOEPEL<br />

TREINEN TOT<br />

KOEPEL<br />

TREINEN TOT<br />

STROOT<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


Correct ingevulde treintabel<br />

TREINEN NAAR ORBST TREINEN NAAR KOEPEL<br />

07:10<br />

09:10<br />

11:10<br />

13:10<br />

15:10<br />

17:10<br />

08:08<br />

08:40<br />

17:31<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

TREINEN TOT<br />

KOEPEL<br />

07:50<br />

10:50<br />

13:50<br />

16:50<br />

07:06<br />

08:55<br />

17:31<br />

TREINEN TOT<br />

STROOT<br />

07:45<br />

11:45<br />

15:45<br />

09:00<br />

17:34<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C


WELK VRAAG-BRIEFJE KRIJGT WELK ANTWOORD?<br />

DE JUISTE BRIEFJES VAN KINDEREN MET ELKAAR<br />

VERBINDEN<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds briefjes van kinder<strong>en</strong> waarin zij allerlei vrag<strong>en</strong><br />

stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds briefjes waarin op die vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> antwoord wordt<br />

gegev<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de juiste vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> met elkaar<br />

verbind<strong>en</strong>. Daaruit moet blijk<strong>en</strong> of zij begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat er precies in<br />

de briefjes staat.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de briefjes, vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>, <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong> ze<br />

met elkaar.<br />

scoring Deze toets bevat 12 scoorbare items. Bij elk antwoord op e<strong>en</strong> briefje wordt<br />

gekek<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> het met het juiste briefje verbond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of<br />

niet.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling het blad met briefjes bij de introductie (zie bijlage A),<br />

het blad met de zes briefjes bij de toets (zie bijlage B) <strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong><br />

op de briefjes (zie bijlage C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> het blad met briefjes uit het tijdschrift Taptoe (zie bijlage A) <strong>en</strong> vraag h<strong>en</strong> om de briefjes<br />

te lez<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> zeker de briefjes 'Ajax', 'Popp<strong>en</strong>' <strong>en</strong> 'Gezocht' lez<strong>en</strong>. De bedoeling hiervan is om leerling<strong>en</strong><br />

met dit soort briefjes te confronter<strong>en</strong>. Geleidelijk aan, bij<strong>voor</strong>beeld als alle leerling<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s de<br />

drie briefjes hebb<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>, kan er e<strong>en</strong> gesprek word<strong>en</strong> opgezet. K<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dit soort briev<strong>en</strong>?<br />

Hebb<strong>en</strong> zij zelf ook al wel e<strong>en</strong>s zulke briev<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>? Waar naartoe? En zijn de briefjes versch<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />

Waarover ging het? Kwam er e<strong>en</strong> antwoord op? ... De leerling<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> hun ervaring<strong>en</strong> of ervaring<strong>en</strong><br />

die ze ev<strong>en</strong>tueel k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van iemand anders (bv. van hun ouders die e<strong>en</strong> oproep geplaatst hebb<strong>en</strong> om<br />

iets te verkop<strong>en</strong>, ...).<br />

Indi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet echt vertrouwd zijn met dergelijke oproepjes via e<strong>en</strong> tijdschrift, is het zaak h<strong>en</strong><br />

er zoveel mogelijk in in te leid<strong>en</strong>. De <strong>voor</strong>beeldbriefjes kunn<strong>en</strong> dan met meer aandacht gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Zoud<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> erop antwoord<strong>en</strong> als ze kond<strong>en</strong>? Wat zoud<strong>en</strong> ze erop antwoord<strong>en</strong>?<br />

...<br />

Het woord 'p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>d’ moet hier zeker word<strong>en</strong> verduidelijkt.<br />

De leerling<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> niets op de blad<strong>en</strong> met briefjes. Deze kunn<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> latere toetsafname word<strong>en</strong><br />

hergebruikt.<br />

Lees aan het einde van het gesprek de twee onderstaande antwoord<strong>en</strong> op briefjes <strong>voor</strong>. Ze zijn beide<br />

het antwoord op één van de drie briefjes die de leerling<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong><br />

welk. Dit is het soort opdracht dat zij ook in de toets zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

“Ik b<strong>en</strong> er ook nog altijd gek op. Je moet je er niets van aantrekk<strong>en</strong>. Laat ze maar lach<strong>en</strong>.<br />

Jij amuseert je toch?”<br />

(antwoord op briefje 'Popp<strong>en</strong>')<br />

“Ik d<strong>en</strong>k dat ik gevond<strong>en</strong> heb wat jij zoekt. Ze zit in mijn klas. Ik heb haar je adres gegev<strong>en</strong>.”<br />

(antwoord op briefje 'Gezocht')<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze zo mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> blad krijg<strong>en</strong> waar zes zulke briefjes opstaan (zie bijlage<br />

B). Op twee andere blad<strong>en</strong> staan twaalf antwoord<strong>en</strong> op deze briefjes (zie bijlage C). Deel de blad<strong>en</strong> uit.<br />

Op de blad<strong>en</strong> met de antwoord<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> hun naam (<strong>en</strong> nummer). Op het andere blad<br />

(B) mog<strong>en</strong> ze niet schrijv<strong>en</strong>.<br />

De briefjes zijn van de drieling Ankie, Franie <strong>en</strong> Frankie Van Gem uit Vierhoek. Wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> wat<br />

e<strong>en</strong> drieling is? De drie kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> elk twee briefjes geschrev<strong>en</strong>. Er zijn dus zes briefjes in het totaal.<br />

Die hebb<strong>en</strong> ze allemaal sam<strong>en</strong> opgestuurd naar e<strong>en</strong> tijdschrift. De briefjes werd<strong>en</strong> allemaal sam<strong>en</strong> in<br />

het tijdschrift gezet.<br />

En nu hebb<strong>en</strong> ze dus twaalf antwoord<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>. Twaalf kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> antwoord geschrev<strong>en</strong><br />

op één van de zes briefjes. Alle<strong>en</strong>, die kinder<strong>en</strong> zijn nogal slordig geweest. Het is niet altijd helemaal duidelijk<br />

op welk briefje ze nu e<strong>en</strong> antwoord geschrev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Je moet telk<strong>en</strong>s heel goed lez<strong>en</strong> om te<br />

wet<strong>en</strong> waar het bijhoort. En Ankie, Franie <strong>en</strong> Frankie rak<strong>en</strong> er maar niet uit. Will<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> help<strong>en</strong>?<br />

Dat kunn<strong>en</strong> ze do<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> nummer van 1 tot 6 bij elk van de twaalf antwoord<strong>en</strong> te schrijv<strong>en</strong>. Dat<br />

nummer geeft dan aan bij welk briefje van de drieling het antwoord hoort.<br />

Ga na of de leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat er van h<strong>en</strong> wordt verwacht. Indi<strong>en</strong> dat niet het geval is, kan je de<br />

situatie nog e<strong>en</strong>s uitgelegg<strong>en</strong>, maar het is niet de bedoeling dat de concrete briefjes daarbij uitgelegd of als<br />

<strong>voor</strong>beeld gebruikt word<strong>en</strong>. Wel kunn<strong>en</strong> nogmaals de briefjes <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> uit Taptoe (zie introductie)<br />

gebruikt word<strong>en</strong>.<br />

Als alles duidelijk is, mog<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Vanaf nu mag je de leerling<strong>en</strong> niet meer<br />

help<strong>en</strong>. Als de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> antwoord ook bij twee briefjes kan hor<strong>en</strong>, zeg dan dat dat slechts<br />

één keer <strong>voor</strong>komt <strong>en</strong> dat één antwoord volstaat. Als er uitleg wordt gevraagd over bepaalde woord<strong>en</strong>,<br />

spoor de leerling<strong>en</strong> dan aan om zelf naar de betek<strong>en</strong>is te zoek<strong>en</strong> op basis van wat er in de zinn<strong>en</strong> staat<br />

(context).<br />

Ankie, Franie <strong>en</strong> Frankie zijn e<strong>en</strong> drieling. Zij hebb<strong>en</strong> alle drie twee briefjes geschrev<strong>en</strong>.<br />

In die briefjes vrag<strong>en</strong> ze iets aan andere kinder<strong>en</strong>. Ze hop<strong>en</strong> dat er kinder<strong>en</strong><br />

terugschrijv<strong>en</strong>.<br />

En jawel hoor! Twaalf kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> teruggeschrev<strong>en</strong>. Maar... die kinder<strong>en</strong> zijn<br />

verget<strong>en</strong> te schrijv<strong>en</strong> op welke vraag ze e<strong>en</strong> antwoord gev<strong>en</strong>. En Ankie, Franie <strong>en</strong><br />

Frankie wet<strong>en</strong> het soms echt niet.<br />

Help je h<strong>en</strong>? Schrijf het nummer van het briefje bij het juiste antwoord.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Briefjes<br />

1 Hoi, ik b<strong>en</strong> Franie. Ik b<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van e<strong>en</strong> drieling.<br />

Mijn broer <strong>en</strong> zus het<strong>en</strong> Ankie <strong>en</strong> Frankie. Misschi<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k je wel: o wat leuk, e<strong>en</strong> drieling. Maar ik<br />

vind het niet zo leuk. We zijn altijd sam<strong>en</strong>. We do<strong>en</strong> alles sam<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> hetzelfde speelgoed <strong>en</strong><br />

dezelfde kler<strong>en</strong>. Ik zou graag e<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> zijn. En iets hebb<strong>en</strong> dat alle<strong>en</strong> van mezelf is. Maar dat kan niet.<br />

Maar to<strong>en</strong> dacht ik: als ik nu e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>d zoek? Die zou helemaal van mij alle<strong>en</strong> zijn. Dus:<br />

als je zin hebt, schrijf me maar! Ik hou van televisie, spinazie, e<strong>en</strong> spann<strong>en</strong>d boek <strong>en</strong> onze poes<br />

Funkie.<br />

Franie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

2 Hoi, ik b<strong>en</strong> Frankie. Ik heb twee zuss<strong>en</strong> Ankie <strong>en</strong> Franie.<br />

We zijn alle drie ev<strong>en</strong> oud. Maar ik b<strong>en</strong> de kleinste. Dat vind ik heel erg. Zeker omdat ik e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>. Mijn zuss<strong>en</strong> do<strong>en</strong> net of ik hun kleine broertje b<strong>en</strong>. Dan spel<strong>en</strong> zij vadertje <strong>en</strong> moedertje <strong>en</strong> dan<br />

moet ik de baby zijn. Stel je <strong>voor</strong>!<br />

Ik zou graag wat harder groei<strong>en</strong>. Mama zegt dat ik maar moet afwacht<strong>en</strong>. Het komt gewoon e<strong>en</strong><br />

beetje later bij mij. Maar het blijft erg.<br />

Wie wil er met mij schrijv<strong>en</strong> over mijn probleem?<br />

Frankie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

3 Hallo, dit is e<strong>en</strong> briefje van Ankie. Ik b<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meisje van 10 jaar. Ik hou van ballet, sport <strong>en</strong> onze poes<br />

Funkie.<br />

Ik heb ook e<strong>en</strong> broer <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zus. En weet je wat? We zijn alle drie op dezelfde dag gebor<strong>en</strong>! We zijn<br />

e<strong>en</strong> drieling! Ik vind het heel tof om e<strong>en</strong> drieling te zijn.<br />

Volg<strong>en</strong>de maand zijn wij jarig. Wie weet e<strong>en</strong> leuk cadeau dat ik aan mijn broer <strong>en</strong> zus kan gev<strong>en</strong>?<br />

Schrijf naar: Ankie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

4 Hoi, ik b<strong>en</strong> Ankie Van Gem. Ik b<strong>en</strong> 10 jaar oud <strong>en</strong> ik zit dus in het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>. Maar ik kan niet<br />

zo goed ler<strong>en</strong>. Mijn broer <strong>en</strong> mijn zus wel. En die zitt<strong>en</strong> in dezelfde klas als ik. Ik moet 's avonds altijd<br />

langer aan mijn huiswerk werk<strong>en</strong> dan zij. Dat is niet fijn. Weet jij e<strong>en</strong> middeltje om beter te kunn<strong>en</strong><br />

ler<strong>en</strong>? Schrijf me dan!<br />

Ankie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

5 Hallo. Dit is e<strong>en</strong> briefje van Frankie Van Gem. Ik b<strong>en</strong> 10 jaar oud <strong>en</strong> ik verzamel alles wat met tek<strong>en</strong>films<br />

te mak<strong>en</strong> heeft. De laatste tijd b<strong>en</strong> ik <strong>voor</strong>al op zoek naar flippo's met tek<strong>en</strong>filmfigur<strong>en</strong> op. Heb<br />

jij er e<strong>en</strong> paar dubbel? Stuur ze me dan op! Ook andere ding<strong>en</strong> over tek<strong>en</strong>films dan flippo's zijn welkom,<br />

natuurlijk!<br />

Frankie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

6 Hallo, ik b<strong>en</strong> Franie, 10 jaar oud. Ik b<strong>en</strong> dol op spinazie. En wie eet er altijd spinazie? Popeye natuurlijk,<br />

dat heel sterke tek<strong>en</strong>filmmannetje. Daarom verzamel ik alles wat met Popeye te mak<strong>en</strong> heeft.<br />

Heb jij iets <strong>voor</strong> mij? Krijg ik het? Ik wil er ook <strong>voor</strong> betal<strong>en</strong>.<br />

Franie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Antwoord<strong>en</strong><br />

a Hoi! Wat was ik verrast to<strong>en</strong> ik jouw briefje las! Dat is altijd het eerste wat ik lees: de briefjes van<br />

andere kinder<strong>en</strong>. Ik schrijf namelijk zelf ook heel graag briev<strong>en</strong>. Ik was zo blij to<strong>en</strong> ik jouw briefje zag:<br />

jij houdt van hetzelfde mannetje als ik. Ook ik verzamel alles van hem. Ik heb al heel veel. Misschi<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> keer sam<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Dan kunn<strong>en</strong> we elkaars spull<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>. Ik kijk er al naar uit! En<br />

ik weet wel wat we dan zull<strong>en</strong> et<strong>en</strong>...<br />

Rossie<br />

b Dag. Ik begrijp je probleem wel hoor. Bij mij is het net hetzelfde. Wij zijn met z'n vier<strong>en</strong> thuis. We zijn<br />

wel niet allemaal ev<strong>en</strong> oud. Dat lijkt me nog erger.<br />

Al mijn zuss<strong>en</strong> zijn slimmer dan ik. Maar ook ouder. En ze hebb<strong>en</strong> allemaal bij dezelfde meesters <strong>en</strong><br />

juff<strong>en</strong> gezet<strong>en</strong> als ik. Dus ga ik in hun oude schrift<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> als ik mijn huiswerk moet mak<strong>en</strong>. Slim hé.<br />

J<strong>en</strong>s<br />

c Hoi! Wat grappig, dacht ik, to<strong>en</strong> ik jouw briefje las. Ik heb net het omgekeerde probleem als jij. Ik b<strong>en</strong><br />

namelijk veel groter dan alle andere kinder<strong>en</strong> van mijn leeftijd. Ik steek er altijd bov<strong>en</strong> uit. En ik kan<br />

je wel vertell<strong>en</strong>: dat is ook niet alles hoor!<br />

Elsie<br />

d Dag. Ik heb e<strong>en</strong> geweldig idee <strong>voor</strong> je! Ik heb het nog maar pas zelf gedaan. Vorige week was dat,<br />

to<strong>en</strong> mijn zusje twaalf werd. 's Morg<strong>en</strong>s, als zij nog sliep, sloop ik naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. Ik ging naar de keuk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> maakte daar haar liefste ontbijt klaar. Bij mijn zus war<strong>en</strong> dat pannekoek<strong>en</strong>. Dan kun je ook<br />

nog de plaats aan tafel versier<strong>en</strong>, natuurlijk. Laat je mij wet<strong>en</strong> hoe het afgelop<strong>en</strong> is?<br />

Jana<br />

e Hallo! Dit moet ik je nu toch echt wel vertell<strong>en</strong>. Ik heb dezelfde achternaam als jij! Ik heet ook Van<br />

Gem. En we zijn vast ge<strong>en</strong> familie van elkaar. Anders zoud<strong>en</strong> we elkaar wel k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Ik houd dan ook<br />

nog van hetzelfde et<strong>en</strong> als jij. Zull<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> om ervan te smull<strong>en</strong>?<br />

Kristof<br />

f Hallo! Ik las je briefje <strong>en</strong> dacht mete<strong>en</strong> dat ik iets <strong>voor</strong> je had. Ik liep naar mijn kamer <strong>en</strong> zocht heel<br />

lang. Tot ik de doos onder mijn bed vond. In die doos zitt<strong>en</strong> allemaal kleine dingetjes: pareltjes, speldjes,<br />

flippo's, muntjes, autootjes, ... Tuss<strong>en</strong> de flippo's zat<strong>en</strong> er wel e<strong>en</strong> paar waar tek<strong>en</strong>filmfiguurtjes<br />

op staan. Die krijg jij van mij. Andere ding<strong>en</strong> over tek<strong>en</strong>films heb ik jammer g<strong>en</strong>oeg niet meer. Die<br />

heb ik al e<strong>en</strong> keer aan iemand anders gegev<strong>en</strong>.<br />

Achim<br />

g Hallo. Ik las jouw briefje. En ik besloot je terug te schrijv<strong>en</strong>. Schrijv<strong>en</strong> is één van de liefste ding<strong>en</strong> die<br />

ik doe. Ik heb er ook veel tijd <strong>voor</strong>, want ik moet altijd zitt<strong>en</strong>. Ik zit namelijk in e<strong>en</strong> rolstoel. Weet je, jij<br />

b<strong>en</strong>t misschi<strong>en</strong> nu nog e<strong>en</strong> beetje kleiner dan de ander<strong>en</strong>, maar ik zal altijd kleiner zijn, omdat ik in<br />

mijn stoel zit. Dus je mag wel blij zijn.<br />

Gert<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

h Dag! Wat vind ik dat erg <strong>voor</strong> je, zeg. Met je broer <strong>en</strong> je zus in dezelfde klas zitt<strong>en</strong>! Dat lijkt me stom.<br />

Als je dan e<strong>en</strong> streek uithaalt in de klas, dan kunn<strong>en</strong> zij het aan je ouders gaan vertell<strong>en</strong>. Dat zou erg<br />

zijn <strong>voor</strong> mij, want ik spook veel uit. Verder heb ik niet hetzelfde probleem als jij, want wij krijg<strong>en</strong> nooit<br />

huiswerk.<br />

Fred<br />

i Hoi. Ik was heel boos to<strong>en</strong> ik jouw briefje las. Weet jij wel hoe graag sommige andere kinder<strong>en</strong> nog<br />

e<strong>en</strong> broertje of zusje zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>? En dat kan niet zo maar. Zoals bij mij. Ik b<strong>en</strong> altijd alle<strong>en</strong>. Wil<br />

je e<strong>en</strong>s met me ruil<strong>en</strong>?<br />

Malika<br />

j Dag. Weet je wat? Je moet maar aan het sprookje van Klein Duimpje d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Die was ook de kleinste<br />

van de familie, maar toch de slimste. En straks ga jij groei<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan schiet je de andere twee<br />

<strong>voor</strong>bij!<br />

Mohamed<br />

k Hallo. Zolang zul jij toch niet moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goed idee te vind<strong>en</strong>! Lees de briefjes van je<br />

broer <strong>en</strong> zus <strong>en</strong> dan weet je waar ze dol op zijn: spinazie <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>films.<br />

Karim<br />

l Hallo. Dit is mijn eerste briefje naar jou. En hopelijk zull<strong>en</strong> er nog vele volg<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>minste, als jij mij<br />

leuk vindt. Want ik hou eig<strong>en</strong>lijk niet van dezelfde ding<strong>en</strong> als jij. Maar ik heb wel e<strong>en</strong> goed idee <strong>voor</strong><br />

je. Stuur je broer <strong>en</strong> je zus e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> weekje naar je tante om te gaan loger<strong>en</strong>. Dan b<strong>en</strong> je ev<strong>en</strong>tjes<br />

van h<strong>en</strong> verlost.<br />

Conny<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- blad met briefjes bij de introductie <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (A)<br />

- blad met briefjes bij de toets <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (B)<br />

- blad<strong>en</strong> met antwoord<strong>en</strong> op de briefjes <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de leestoets ‘Helpbrief’<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Overloop de antwoordblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> ga na of bij e<strong>en</strong> bepaald antwoord het juiste nummer<br />

van briefje staat. Indi<strong>en</strong> dat het geval is, scoort de leerling 1. Als het niet geval is, scoort de leerling 0.<br />

Doe dat <strong>voor</strong> alle antwoord<strong>en</strong>. De juiste nummering <strong>en</strong> oplossing van de items, vind je terug in de onderstaande<br />

lijst.<br />

Er di<strong>en</strong>t <strong>en</strong>kel te word<strong>en</strong> nagegaan of deze verbinding<strong>en</strong> antwoord-brief gemaakt zijn. Alle ander<strong>en</strong> ding<strong>en</strong><br />

die de leerling<strong>en</strong> al dan niet gedaan hebb<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items scor<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

score-tabel. In de meest linkse kolom moet het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling<strong>en</strong> ingevuld word<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de meest rechtse kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

(1) a: antwoord op brief 6<br />

(2) b: antwoord op brief 4<br />

(3) c: antwoord op brief 2<br />

(4) d: antwoord op brief 3<br />

(5) e: antwoord op brief 6 of 1 (één van beide volstaat)<br />

(6) f: antwoord op brief 5<br />

(7) g: antwoord op brief 2<br />

(8) h: antwoord op brief 4<br />

(9) i: antwoord op brief 1<br />

(10) j: antwoord op brief 2<br />

(11) k: antwoord op brief 3<br />

(12) l: antwoord op brief 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Normtabel bij de leestoets ‘Helpbrief’<br />

HELPBRIEF • LEZEN • 4de LEERJAAR • einde tweede trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

12 8 - 11 5 - 7 1 - 4 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

lez<strong>en</strong><br />

Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Totaal<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Briefjes<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A<br />

2


Briefjes<br />

Hoi, ik b<strong>en</strong> Franie. Ik b<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van e<strong>en</strong> drieling.<br />

Mijn broer <strong>en</strong> zus het<strong>en</strong> Ankie <strong>en</strong> Frankie. Misschi<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<br />

je wel: o wat leuk, e<strong>en</strong> drieling. Maar ik<br />

vind het niet zo leuk. We zijn altijd sam<strong>en</strong>. We do<strong>en</strong> alles sam<strong>en</strong>.<br />

We hebb<strong>en</strong> hetzelfde speelgoed <strong>en</strong> dezelfde kler<strong>en</strong>.<br />

Ik zou graag e<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> zijn. En iets hebb<strong>en</strong> dat alle<strong>en</strong> van mezelf is.<br />

Maar dat kan niet.<br />

Maar to<strong>en</strong> dacht ik: als ik nu e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>nevri<strong>en</strong>d zoek?<br />

Die zou helemaal van mij alle<strong>en</strong> zijn.<br />

Dus: als je zin hebt, schrijf me maar! Ik hou van televisie,<br />

spinazie, e<strong>en</strong> spann<strong>en</strong>d boek <strong>en</strong> onze poes Funkie.<br />

Franie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

Hallo, dit is e<strong>en</strong> briefje van Ankie.<br />

Ik b<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meisje van 10 jaar.<br />

Ik hou van ballet, sport <strong>en</strong> onze<br />

poes Funkie.<br />

Ik heb ook e<strong>en</strong> broer <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zus.<br />

En weet je wat? We zijn alle drie op<br />

dezelfde dag gebor<strong>en</strong>! We zijn e<strong>en</strong><br />

drieling! Ik vind het heel tof om e<strong>en</strong><br />

drieling te zijn.<br />

Volg<strong>en</strong>de maand zijn wij jarig. Wie<br />

weet e<strong>en</strong> leuk cadeau dat ik aan<br />

mijn broer <strong>en</strong> zus kan gev<strong>en</strong>?<br />

Schrijf naar:<br />

Ankie Van Gem<br />

Ross<strong>en</strong>straat 113 3<br />

0001 Vierhoek<br />

Hallo. Dit e<strong>en</strong> briefje van Frankie Van Gem. Ik b<strong>en</strong><br />

10 jaar oud <strong>en</strong> ik verzamel alles wat met tek<strong>en</strong>films te<br />

mak<strong>en</strong> heeft. De laatste tijd b<strong>en</strong> ik <strong>voor</strong>al op zoek naar<br />

flippo's met tek<strong>en</strong>filmfigur<strong>en</strong> op.<br />

Heb jij er e<strong>en</strong> paar dubbel? Stuur ze me dan op! Ook<br />

andere ding<strong>en</strong> over tek<strong>en</strong>films dan flippo's zijn welkom,<br />

natuurlijk!<br />

Frankie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

5<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

Hoi, ik b<strong>en</strong> Frankie. Ik heb twee<br />

zuss<strong>en</strong> Ankie <strong>en</strong> Franie. We zijn alle<br />

drie ev<strong>en</strong> oud. Maar ik b<strong>en</strong> de kleinste.<br />

Dat vind ik heel erg. Zeker omdat ik<br />

e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> b<strong>en</strong>. Mijn zuss<strong>en</strong> do<strong>en</strong> net<br />

of ik hun kleine broertje b<strong>en</strong>.<br />

Dan spel<strong>en</strong> zij vadertje <strong>en</strong> moedertje<br />

<strong>en</strong> dan moet ik de baby zijn. Stel je<br />

<strong>voor</strong>!<br />

Ik zou graag wat harder groei<strong>en</strong>. Mama<br />

zegt dat ik maar moet afwacht<strong>en</strong>. Het<br />

komt gewoon e<strong>en</strong> beetje later bij mij.<br />

Maar het blijft erg.<br />

Wie wil er met mij schrijv<strong>en</strong> over<br />

mijn probleem?<br />

Frankie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 -<br />

0001 Vierhoek<br />

2<br />

kopieerblad<br />

Hoi, ik b<strong>en</strong> Ankie Van Gem. Ik b<strong>en</strong> 10 jaar oud <strong>en</strong> ik zit dus in het <strong>vierde</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>. Maar ik kan niet zo goed ler<strong>en</strong>. Mijn broer <strong>en</strong> mijn zus wel. En<br />

die zitt<strong>en</strong> in dezelfde klas als ik. Ik moet 's avonds altijd langer aan mijn<br />

huiswerk werk<strong>en</strong> dan zij. Dat is niet fijn. Weet jij e<strong>en</strong> middeltje om beter<br />

te kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>? Schrijf me dan!<br />

Ankie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 - 0001 Vierhoek<br />

Hallo, ik b<strong>en</strong> Franie, 10 jaar oud.<br />

Ik b<strong>en</strong> dol op spinazie. En wie eet er<br />

altijd spinazie? Popeye natuurlijk,<br />

dat heel sterke tek<strong>en</strong>filmmannetje.<br />

Daarom verzamel ik alles wat met<br />

Popeye te mak<strong>en</strong> heeft.<br />

Heb jij iets <strong>voor</strong> mij? Krijg ik het?<br />

Ik wil er ook <strong>voor</strong> betal<strong>en</strong>.<br />

Franie Van Gem - Ross<strong>en</strong>straat 113 -<br />

0001 Vierhoek<br />

4<br />

6<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

Bijlage B


Hoi! Wat grappig, dacht ik, to<strong>en</strong><br />

ik jouw briefje las. Ik heb net<br />

het omgekeerde probleem als jij.<br />

Ik b<strong>en</strong> namelijk veel groter dan<br />

alle andere kinder<strong>en</strong> van mijn<br />

leeftijd.<br />

Ik steek er altijd bov<strong>en</strong> uit.<br />

En ik kan je wel vertell<strong>en</strong>:<br />

dat is ook niet alles hoor!<br />

Elsie<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord op brief ...<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Hoi! Wat was ik verrast to<strong>en</strong> ik jouw briefje las! Dat is altijd het<br />

eerste wat ik lees: de briefjes van andere kinder<strong>en</strong>. Ik schrijf namelijk<br />

zelf ook heel graag briev<strong>en</strong>. Ik was zo blij to<strong>en</strong> ik jouw briefje zag:<br />

jij houdt van hetzelfde mannetje als ik. Ook ik verzamel alles van<br />

hem. Ik heb al heel veel. Misschi<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> keer sam<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.<br />

Dan kunn<strong>en</strong> we elkaars spull<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>. Ik kijk er al naar uit!<br />

En ik weet wel wat we dan zull<strong>en</strong> et<strong>en</strong>...<br />

Rossie<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord op brief ...<br />

Hallo! Dit moet ik je nu toch<br />

echt wel vertell<strong>en</strong>. Ik heb<br />

dezelfde achternaam als jij!<br />

Ik heet ook Van Gem. En<br />

we zijn vast ge<strong>en</strong> familie<br />

van elkaar. Anders zoud<strong>en</strong><br />

we elkaar wel k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. En<br />

ik houd dan ook nog van<br />

hetzelfde et<strong>en</strong> als jij. Zull<strong>en</strong><br />

we e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> om<br />

ervan te smull<strong>en</strong>?<br />

a<br />

Kristof<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord<br />

op brief ...<br />

e<br />

c<br />

Antwoord<strong>en</strong><br />

Dag. Ik begrijp je probleem wel hoor. Bij mij is<br />

het net hetzelfde. Wij zijn met z'n vier<strong>en</strong> thuis.<br />

We zijn wel niet allemaal ev<strong>en</strong> oud. Dat lijkt me<br />

nog erger.<br />

Al mijn zuss<strong>en</strong> zijn slimmer dan ik. Maar ook<br />

ouder. En ze hebb<strong>en</strong> allemaal bij dezelfde<br />

meesters <strong>en</strong> juff<strong>en</strong> gezet<strong>en</strong> als ik. Dus ga ik<br />

in hun oude schrift<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> als ik mijn<br />

huiswerk moet mak<strong>en</strong>. Slim hé.<br />

J<strong>en</strong>s<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord op brief ...<br />

Dag. Ik heb e<strong>en</strong><br />

geweldig idee <strong>voor</strong> je!<br />

Ik heb het nog maar pas zelf<br />

gedaan. Vorige week was dat,<br />

to<strong>en</strong> mijn zusje twaalf werd. 's<br />

Morg<strong>en</strong>s, als zij nog sliep, sloop<br />

ik naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. Ik ging naar de<br />

keuk<strong>en</strong> <strong>en</strong> maakte daar haar<br />

liefste ontbijt klaar. Bij mijn zus<br />

war<strong>en</strong> dat pannekoek<strong>en</strong>. Dan<br />

kun je ook nog de plaats aan<br />

tafel versier<strong>en</strong>, natuurlijk. Laat je<br />

mij wet<strong>en</strong> hoe het afgelop<strong>en</strong> is?<br />

Jana<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord<br />

op briefje ...<br />

Hallo! Ik las je briefje <strong>en</strong> dacht mete<strong>en</strong> dat ik iets <strong>voor</strong> je had.<br />

Ik liep naar mijn kamer <strong>en</strong> zocht heel lang. Tot ik de doos onder<br />

mijn bed vond. In die doos zitt<strong>en</strong> allemaal kleine dingetjes: p<br />

areltjes, speldjes, flippo's, muntjes, autootjes, ... Tuss<strong>en</strong> de flippo's<br />

zat<strong>en</strong> er wel e<strong>en</strong> paar waar tek<strong>en</strong>filmfiguurtjes op staan. Die krijg<br />

jij van mij. Andere ding<strong>en</strong> over tek<strong>en</strong>films heb ik jammer g<strong>en</strong>oeg<br />

niet meer. Die heb ik al e<strong>en</strong> keer aan iemand anders gegev<strong>en</strong>.<br />

Achim<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord op brief ...<br />

f<br />

b<br />

d<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C1


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Hallo. Ik las jouw briefje. En ik besloot je terug te schrijv<strong>en</strong>.<br />

Schrijv<strong>en</strong> is één van de liefste ding<strong>en</strong> die ik doe. Ik heb er ook<br />

veel tijd <strong>voor</strong>, want ik moet altijd zitt<strong>en</strong>. Ik zit namelijk in e<strong>en</strong><br />

rolstoel. Weet je, jij b<strong>en</strong>t misschi<strong>en</strong> nu nog e<strong>en</strong> beetje kleiner<br />

dan de ander<strong>en</strong>, maar ik zal altijd kleiner zijn, omdat ik in<br />

mijn stoel zit. Dus je mag wel blij zijn.<br />

Gert<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord op brief ...<br />

Hoi. Ik was heel boos to<strong>en</strong> ik<br />

jouw briefje las. Weet jij<br />

wel hoe graag sommige andere<br />

kinder<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> broertje of<br />

zusje zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>? En dat<br />

kan niet zo maar. Zoals bij<br />

mij. Ik b<strong>en</strong> altijd alle<strong>en</strong>.<br />

Wil je e<strong>en</strong>s met me ruil<strong>en</strong>?<br />

Malika.<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord op<br />

brief ...<br />

Hallo.<br />

Zolang zul jij toch niet<br />

moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />

goed idee te vind<strong>en</strong>!<br />

Lees de briefjes van je broer<br />

<strong>en</strong> zus <strong>en</strong> dan weet je waar<br />

ze dol op zijn: spinazie <strong>en</strong><br />

tek<strong>en</strong>films.<br />

g<br />

Karim<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord<br />

op brief ...<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

k<br />

i<br />

Dag! Wat vind ik dat erg <strong>voor</strong> je, zeg.<br />

Met je broer <strong>en</strong> je zus in dezelfde klas<br />

zitt<strong>en</strong>! Dat lijkt me stom. Als je dan e<strong>en</strong><br />

streek uithaalt in de klas, dan kunn<strong>en</strong> zij<br />

het aan je ouders gaan vertell<strong>en</strong>. Dat zou<br />

erg zijn <strong>voor</strong> mij, want ik spook veel uit.<br />

Verder heb ik niet hetzelfde probleem<br />

als jij, want wij krijg<strong>en</strong> nooit huiswerk.<br />

Fred ...<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord op brief ...<br />

Antwoord<strong>en</strong><br />

Dag.<br />

Weet je wat? Je moet maar aan<br />

het sprookje van Klein Duimpje<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Die was ook de kleinste<br />

van de familie, maar toch de<br />

slimste. En straks ga jij groei<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> dan schiet je de andere twee<br />

<strong>voor</strong>bij!<br />

Mohamed<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord<br />

op briefje ...<br />

Hallo.<br />

Dit is mijn eerste briefje naar jou. En hopelijk zull<strong>en</strong> er nog vele<br />

volg<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>minste, als jij mij leuk vindt. Want ik hou eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

van dezelfde ding<strong>en</strong> als jij. Maar ik heb wel e<strong>en</strong> goed idee <strong>voor</strong> je.<br />

Stuur je broer <strong>en</strong> je zus e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> weekje naar je tante om te gaan<br />

loger<strong>en</strong>. Dan b<strong>en</strong> je ev<strong>en</strong>tjes van h<strong>en</strong> verlost.<br />

Conny<br />

Dit is e<strong>en</strong> antwoord op brief ...<br />

kopieerblad<br />

l<br />

h<br />

j<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C2


EEN TEKST OVER FLAMENCO LEZEN EN DE JUISTE<br />

WOORDEN INVULLEN<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invuloef<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> tekst over flam<strong>en</strong>co. Zij krijg<strong>en</strong><br />

de in te vull<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>, in alfabetische volgorde <strong>en</strong> zonder vervoeging<br />

of verbuiging. De bedoeling is dat ze de tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong>, door gebruik<br />

te mak<strong>en</strong> van de context, de juiste woord<strong>en</strong> in de juiste vorm op de juiste<br />

plaats invull<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de tekst <strong>en</strong> vull<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> in.<br />

scoring Deze toets bevat 15 scoorbare items. Het gaat hier telk<strong>en</strong>s om de in te<br />

vull<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> (12) <strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> relevant, de vorm ervan (3). De vorm wordt<br />

apart geteld, want zelfs indi<strong>en</strong> de vorm niet juist is, kan de tekst toch nog<br />

volkom<strong>en</strong> begrijpelijk zijn.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de introductie-tek<strong>en</strong>ing van het dans<strong>en</strong>d koppel (zie bijlage<br />

A) <strong>en</strong> de tekst (zie bijlage B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd met de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kort gesprek over dans<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> aantal standaardvrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>. Die<br />

geld<strong>en</strong> als opwarmer <strong>en</strong> er moet niet te lang bij word<strong>en</strong> stilgestaan. Br<strong>en</strong>g het gesprek vrij snel op de<br />

flam<strong>en</strong>co. Deel de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (zie bijlage A) uit <strong>en</strong> wijs de leerling<strong>en</strong> op het flam<strong>en</strong>co-dans<strong>en</strong>de koppel<br />

met muzikale begeleiding. Bespreek de tek<strong>en</strong>ing met de leerling<strong>en</strong>. Wijs de verschill<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

aan op e<strong>en</strong> uitvergrote tek<strong>en</strong>ing (Kopieer hier<strong>voor</strong> bijlage A op A3-formaat.) die je zelf bij de hand<br />

houdt <strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem ze.<br />

Kunn<strong>en</strong> jullie dans<strong>en</strong>? Kijk<strong>en</strong> jullie graag naar dans<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />

Wanneer dans<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>? Welke soort<strong>en</strong> dans<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> jullie allemaal?<br />

(Daarbij moet zeker 'ballet' aan bod kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> nodig uitgelegd <strong>en</strong> 'gedemonstreerd' word<strong>en</strong>.<br />

Het is belangrijk dat de leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat ballet e<strong>en</strong> bepaalde dansvorm is (waarbij licht <strong>en</strong> elegant<br />

gedanst wordt), want het komt aan bod in de tekst.)<br />

K<strong>en</strong>n<strong>en</strong> jullie de flam<strong>en</strong>co? Dat is e<strong>en</strong> Spaanse dans. Kijk, deze twee<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dans<strong>en</strong> de flam<strong>en</strong>co. De man <strong>en</strong> de vrouw dans<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>. Maar<br />

ze houd<strong>en</strong> elkaar niet vast. De man klapt in de hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> stampt met<br />

de voet<strong>en</strong>. De vrouw zwiert met haar lange kler<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleppert met haar<br />

castagnett<strong>en</strong>. Wet<strong>en</strong> jullie wat dat zijn, castagnett<strong>en</strong>? Kijk maar e<strong>en</strong>s<br />

goed op de tek<strong>en</strong>ing. Het zijn twee hout<strong>en</strong> plaatjes die teg<strong>en</strong> elkaar<br />

geslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dat maakt e<strong>en</strong> klepper<strong>en</strong>d geluid.<br />

Wet<strong>en</strong> jullie op welke muziek de man <strong>en</strong> de vrouw dans<strong>en</strong>? Ze dans<strong>en</strong><br />

op gitaarmuziek. Zi<strong>en</strong> jullie de mann<strong>en</strong> die gitaar spel<strong>en</strong>? De andere<br />

mann<strong>en</strong> zing<strong>en</strong> op de muziek. D<strong>en</strong>k<strong>en</strong> jullie dat dat mooi klinkt?<br />

Vind<strong>en</strong> jullie dat de mann<strong>en</strong> mooie kler<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>? Dat zijn typische<br />

Spaanse kler<strong>en</strong>. Die werd<strong>en</strong> vroeger ook gedrag<strong>en</strong> door de zigeuners.<br />

De zigeuners war<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die met woonwag<strong>en</strong>s rondtrokk<strong>en</strong>. Zij hadd<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> vaste woonplaats. Zij woond<strong>en</strong> waar hun wag<strong>en</strong>s stond<strong>en</strong>.<br />

Deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de flam<strong>en</strong>co uitgevond<strong>en</strong>.<br />

Zoud<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> Spaanse m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de flam<strong>en</strong>co kunn<strong>en</strong> dans<strong>en</strong>? Of zou je<br />

het hier ook kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>? Zou het moeilijk zijn om de flam<strong>en</strong>co te dans<strong>en</strong>?<br />

Zou het leuk zijn?<br />

Jullie gaan nu e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> waarin jullie de antwoord<strong>en</strong> op die vrag<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Deel nu de blad<strong>en</strong> met de tekst (zie bijlage C) uit, laat de leerling<strong>en</strong> er hun naam (<strong>en</strong> nummer) op<br />

invull<strong>en</strong> <strong>en</strong> leg uit wat ze moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

Will<strong>en</strong> jullie die tekst e<strong>en</strong>s lez<strong>en</strong>? Maar er is wel e<strong>en</strong> probleem: deze<br />

tekst is geschrev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> flam<strong>en</strong>co-danser zelf. En die weet er<br />

natuurlijk alles al over. Daardoor is hij e<strong>en</strong> paar ding<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> te<br />

schrijv<strong>en</strong>. Will<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong>s prober<strong>en</strong> om de woord<strong>en</strong> die hij verget<strong>en</strong> is<br />

op de juiste plaats in de tekst in te vull<strong>en</strong>? De woord<strong>en</strong> staan bov<strong>en</strong> de<br />

tekst. Jullie moet<strong>en</strong> het juiste woord op de juiste plaats invull<strong>en</strong> <strong>en</strong> er<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat het in de zin past.<br />

Ga nu na of de leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat van h<strong>en</strong> wordt verwacht.<br />

Wellicht zijn zij vertrouwd met invuloef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, maar niet noodzakelijk<br />

met het aanpass<strong>en</strong> van de vorm. Maak daarom sam<strong>en</strong> met h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld.<br />

Schrijf de zin 'De ... spel<strong>en</strong> in de tuin.' op het bord. Vraag de leerling<strong>en</strong><br />

het woord 'jong<strong>en</strong>' in te vull<strong>en</strong>. Pass<strong>en</strong> ze spontaan de vorm aan,<br />

namelijk in het meervoud zett<strong>en</strong>? Waarom do<strong>en</strong> ze dat? (opdat het<br />

onderwerp <strong>en</strong> de persoonsvorm bij elkaar zoud<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>) Leg uit tot<br />

alle leerling<strong>en</strong> inzi<strong>en</strong> wat er moet gebeur<strong>en</strong>.<br />

Dan mog<strong>en</strong> ze aan de toets beginn<strong>en</strong>. Vanaf nu mag je de leerling<strong>en</strong> niet<br />

meer help<strong>en</strong>. Geef ge<strong>en</strong> verdere aanwijzing<strong>en</strong> over de te volg<strong>en</strong> strategie<br />

bij het uitvoer<strong>en</strong> van deze leestaak, zoals "Lees eerst de tekst e<strong>en</strong> keer<br />

helemaal alvor<strong>en</strong>s je woord<strong>en</strong> invult." Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het kunn<strong>en</strong><br />

bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goede leesstrategie wordt ook mee geëvalueerd.<br />

Leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hier normaliter gewoontes toepass<strong>en</strong> die ze tijd<strong>en</strong>s<br />

de les hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>, maar het is niet de bedoeling dat je<br />

h<strong>en</strong> hier op die gewoontes wijst.<br />

Bevestig<strong>en</strong>d antwoord<strong>en</strong> op vrag<strong>en</strong> als "Mog<strong>en</strong> we de woord<strong>en</strong> die we al<br />

gebruikt hebb<strong>en</strong> doorstrep<strong>en</strong>?" of ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d op "Mog<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> woord<br />

ook twee keer gebruik<strong>en</strong>?" is ge<strong>en</strong> probleem. Als er uitleg wordt gevraagd<br />

over bepaalde woord<strong>en</strong>, spoor de leerling<strong>en</strong> dan aan om zelf naar de<br />

betek<strong>en</strong>is te zoek<strong>en</strong> op basis van wat er in de zinn<strong>en</strong> staat (context).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

De onderstaande tekst gaat over de flam<strong>en</strong>co-dans. Lees hem goed <strong>en</strong> je zal er alles over wet<strong>en</strong>.<br />

Vul deze woord<strong>en</strong> op de juiste plaats in. Vergeet ze niet in de juiste vorm te zett<strong>en</strong>!<br />

Let op: je mag elk woord maar één keer gebruik<strong>en</strong>!<br />

ballet, dans<strong>en</strong>, flam<strong>en</strong>co, geheim, liedjes, meisje, metal<strong>en</strong>,<br />

moeilijk, raar, stamp<strong>en</strong>, tegelijk, vertell<strong>en</strong><br />

Stamp<strong>en</strong>, klapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwier<strong>en</strong> bij de flam<strong>en</strong>co-les<br />

B<strong>en</strong> je wel e<strong>en</strong>s in Spanje geweest? Dan heb je misschi<strong>en</strong> al wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> flam<strong>en</strong>co gezi<strong>en</strong>. Dat is<br />

e<strong>en</strong> echte Spaanse dans.<br />

Mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> dans<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>. De vrouw<strong>en</strong> zwier<strong>en</strong> met hun rokk<strong>en</strong>. En de mann<strong>en</strong> draai<strong>en</strong><br />

trots om h<strong>en</strong> he<strong>en</strong>. En m<strong>en</strong> klapt in de hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> stampt met de voet<strong>en</strong>. Er hoort ook speciale gitaarmuziek<br />

bij <strong>en</strong> zang.<br />

De muziek van de zigeuners<br />

500 jaar geled<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> de zigeuners, e<strong>en</strong> rondtrekk<strong>en</strong>d volk, naar Spanje. Ze speeld<strong>en</strong> prachtig<br />

gitaar <strong>en</strong> zong<strong>en</strong> erbij. Die ... ging<strong>en</strong> over liefde <strong>en</strong> verdriet. Maar de koning moest niets van de zigeuners<br />

hebb<strong>en</strong>. Hij joeg ze weg. Wel 300 jaar lang moest<strong>en</strong> ze in het ... hun flam<strong>en</strong>co-lieder<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />

To<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> ze weer overal zing<strong>en</strong> <strong>en</strong> ... . En nu danst bijna heel Spanje flam<strong>en</strong>co.<br />

Hoe dans je de flam<strong>en</strong>co?<br />

In Spanje geeft m<strong>en</strong> flam<strong>en</strong>co-les op school. Flam<strong>en</strong>co dans<strong>en</strong> is wel ... . Je moet aan veel ding<strong>en</strong><br />

tegelijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Je houdt je arm<strong>en</strong> hoog bov<strong>en</strong> je hoofd <strong>en</strong> kleppert met je castagnett<strong>en</strong>. ... stamp je<br />

met je voet<strong>en</strong> op de grond. Jong<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> zelfs ... hakjes onder hun scho<strong>en</strong><strong>en</strong> om extra luid te kunn<strong>en</strong><br />

stamp<strong>en</strong>. En dan moet je ook nog mooie pass<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. En ... moet<strong>en</strong> met hun rok zwier<strong>en</strong>.<br />

Ook bij ons<br />

Je hoeft niet naar Spanje om flam<strong>en</strong>co te ler<strong>en</strong>. Hier kan dat ook. Hoe leuk is flam<strong>en</strong>co? Dat vroeg<strong>en</strong><br />

we aan vier leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> flam<strong>en</strong>co-dansschool.<br />

-"Ik zag het in Spanje <strong>en</strong> vond het heel tof," ... Rosie. Zij wil later zelf e<strong>en</strong> beroemde danseres word<strong>en</strong>.<br />

-Marisa's vader komt uit Spanje. ... hoort e<strong>en</strong> beetje bij haar verre familie <strong>en</strong> dat is leuk.<br />

-"Op school vind<strong>en</strong> ze het wel e<strong>en</strong> beetje ... dat ik zo dans," zegt Anne. "De meeste meisjes van<br />

mijn klas volg<strong>en</strong> ballet."<br />

-Ol<strong>en</strong>ka vindt flam<strong>en</strong>co leuker dan ... . "Je mag veel meer, <strong>en</strong> het gaat veel sneller <strong>en</strong> harder."<br />

Maar alle kinder<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> het ... op de grond het leukst. En de mooie kler<strong>en</strong> natuurlijk. Eig<strong>en</strong>lijk<br />

alles.<br />

Naar Christel Jans<strong>en</strong><br />

Uit: Taptoe<br />

nr. 16, 26 april 1996<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- introductie-tek<strong>en</strong>ing van flam<strong>en</strong>co-dans<strong>en</strong>d koppel <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (A)<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>: invultekst (B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

lez<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Scoringswijzer bij de leestoets 'Flam<strong>en</strong>co'<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Overloop de tekstjes van de leerling<strong>en</strong>, item per item. Als het juiste woord is ingevuld, ongeacht of de<br />

vorm klopt, scoort de leerling 1 <strong>voor</strong> dat item. Als dat niet het geval is, scoort de leerling 0. Zo word<strong>en</strong><br />

de eerste 12 items bekek<strong>en</strong>. De volg<strong>en</strong>de drie items hebb<strong>en</strong> betrekking op de vorm van drie woord<strong>en</strong>.<br />

Als deze in de juiste vorm staan, scoort de leerling 1, zoniet, 0. De juiste nummering <strong>en</strong> oplossing van<br />

de items, vind je terug in de onderstaande lijst.<br />

Met de schrijfwijze van de woord<strong>en</strong> wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong>. Weliswaar moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

de woord<strong>en</strong> hier <strong>en</strong>kel overschrijv<strong>en</strong>, maar het gaat hier om lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat will<strong>en</strong> we dus<br />

ook beoordel<strong>en</strong>. Dat mag zeer ruim geïnterpreteerd word<strong>en</strong>: als het woord te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> is, wordt het<br />

goed gerek<strong>en</strong>d, bv.<br />

'flamingo' i.p.v. 'flam<strong>en</strong>co'<br />

'mijsjes' i.p.v. 'meisjes'<br />

'metale' i.p.v. 'metal<strong>en</strong>'<br />

'stapp<strong>en</strong>' i.p.v. 'stamp<strong>en</strong>'<br />

'tegelijkertijd i.p.v. 'tegelijk'<br />

'verteld' i.p.v. 'vertelt'<br />

maar niet: 'matreale' i.p.v. 'metal<strong>en</strong>' (niet meer te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>)<br />

Er wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met het feit dat op sommige plaats<strong>en</strong> er ook andere mogelijkhed<strong>en</strong><br />

zijn. Immers, als je i.p.v. 'dans<strong>en</strong>', bij<strong>voor</strong>beeld 'vertell<strong>en</strong>' gebruikt, kun je het andere niet juist hebb<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> daar gaat het hier ook om.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items scor<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom moet het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling<strong>en</strong> ingevuld word<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong><br />

vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

1 liedje<br />

2 geheim<br />

3 dans<strong>en</strong><br />

4 moeilijk<br />

5 tegelijk<br />

6 metal<strong>en</strong><br />

7 meisje<br />

8 vertell<strong>en</strong><br />

9 flam<strong>en</strong>co<br />

10 raar<br />

11 ballet<br />

12 stamp<strong>en</strong><br />

13 item 1: liedje liedjes (of lieder<strong>en</strong>)<br />

14 item 7: meisje meisjes<br />

15 item 8: vertell<strong>en</strong> vertelt of vertelde<br />

! Als deze laatste drie woord<strong>en</strong> niet op de juiste plaats staan, kunn<strong>en</strong> ze ook niet de juiste vorm hebb<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de leestoets ‘Flam<strong>en</strong>co’<br />

FLAMENCO • LEZEN • 4de LEERJAAR • einde derde trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

15 12 - 14 8 - 11 4 - 7 min 4<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

lez<strong>en</strong><br />

Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Totaal<br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


tek<strong>en</strong>ing van flam<strong>en</strong>co-dans<strong>en</strong>d koppel<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

De onderstaande tekst gaat over de flam<strong>en</strong>co-dans. Lees hem goed <strong>en</strong> je<br />

zal er alles over wet<strong>en</strong>.<br />

Vul deze woord<strong>en</strong> op de juiste plaats in. Vergeet ze niet in de juiste vorm<br />

te zett<strong>en</strong>!<br />

Let op: je mag elk woord maar één keer gebruik<strong>en</strong>!<br />

ballet, dans<strong>en</strong>, flam<strong>en</strong>co, geheim, liedjes, meisje, metal<strong>en</strong>,<br />

moeilijk, raar, stamp<strong>en</strong>, tegelijk, vertell<strong>en</strong><br />

Stamp<strong>en</strong>, klapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwier<strong>en</strong> bij de flam<strong>en</strong>co-les<br />

B<strong>en</strong> je wel e<strong>en</strong>s in Spanje geweest? Dan heb je misschi<strong>en</strong> al wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> fla-<br />

m<strong>en</strong>co gezi<strong>en</strong>. Dat is e<strong>en</strong> echte Spaanse dans.<br />

Mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> dans<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>. De vrouw<strong>en</strong> zwier<strong>en</strong> met hun rokk<strong>en</strong>. En<br />

de mann<strong>en</strong> draai<strong>en</strong> trots om h<strong>en</strong> he<strong>en</strong>. En m<strong>en</strong> klapt in de hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> stampt<br />

met de voet<strong>en</strong>. Er hoort ook speciale gitaarmuziek bij <strong>en</strong> zang.<br />

De muziek van de zigeuners<br />

500 jaar geled<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> de zigeuners, e<strong>en</strong> rondtrekk<strong>en</strong>d volk, naar Spanje.<br />

Ze speeld<strong>en</strong> prachtig gitaar <strong>en</strong> zong<strong>en</strong> erbij. Die ging<strong>en</strong> over<br />

liefde <strong>en</strong> verdriet. Maar de koning moest niets van de zigeuners hebb<strong>en</strong>. Hij<br />

joeg ze weg. Wel 300 jaar lang moest<strong>en</strong> ze in het hun flam<strong>en</strong>co-<br />

lieder<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> ze weer overal zing<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

En nu danst bijna heel Spanje flam<strong>en</strong>co.<br />

Hoe dans je de flam<strong>en</strong>co?<br />

In Spanje geeft m<strong>en</strong> flam<strong>en</strong>co-les op school. Flam<strong>en</strong>co dans<strong>en</strong> is wel<br />

.<br />

Je moet aan veel ding<strong>en</strong> tegelijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Je houdt je arm<strong>en</strong> hoog bov<strong>en</strong> je<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

hoofd <strong>en</strong> kleppert met je castagnett<strong>en</strong>. stamp je<br />

met je voet<strong>en</strong> op de grond. Jong<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> zelfs<br />

hakjes onder hun scho<strong>en</strong><strong>en</strong> om extra luid te kunn<strong>en</strong> stamp<strong>en</strong>. En dan<br />

moet je ook nog mooie danspass<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. En<br />

moet<strong>en</strong> met hun rok zwier<strong>en</strong>.<br />

Ook bij ons<br />

Je hoeft niet naar Spanje om flam<strong>en</strong>co te ler<strong>en</strong>. Hier kan dat ook. Hoe<br />

leuk is flam<strong>en</strong>co? Dat vroeg<strong>en</strong> we aan vier leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> flam<strong>en</strong>-<br />

co-dansschool.<br />

- "Ik zag het in Spanje <strong>en</strong> vond het heel tof,"<br />

Rosie. Zij wil later zelf e<strong>en</strong> beroemde danseres word<strong>en</strong>.<br />

- Marisa's vader komt uit Spanje. hoort e<strong>en</strong> beetje<br />

bij haar verre familie <strong>en</strong> dat is leuk.<br />

- "Op school vind<strong>en</strong> ze het wel e<strong>en</strong> beetje dat ik zo<br />

dans," zegt Anne. "De meeste meisjes van mijn klas volg<strong>en</strong> ballet."<br />

- Ol<strong>en</strong>ka danst graag. Ze vindt flam<strong>en</strong>co leuker dan .<br />

"Je mag veel meer, <strong>en</strong> het gaat veel sneller <strong>en</strong> harder."<br />

Maar alle kinder<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> het op de grond het<br />

leukst. En de mooie kler<strong>en</strong> natuurlijk. Eig<strong>en</strong>lijk alles.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

lez<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


SPREKEN


WOENSDAGNAMIDDAG IN DE STAD<br />

iemand wegwijs mak<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is beschrijv<strong>en</strong> –<br />

e<strong>en</strong> uitstalraam beschrijv<strong>en</strong><br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> drie verschill<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> waarin ze e<strong>en</strong> beroep<br />

moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op hun spreekvaardigheid:<br />

1 iemand wegwijs mak<strong>en</strong><br />

2 e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is beschrijv<strong>en</strong><br />

3 e<strong>en</strong> uitstalraam beschrijv<strong>en</strong><br />

De opdracht<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> m.b.t. k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de communicatieve situatie, bv.<br />

de spreker, de luisteraar, de relatie tuss<strong>en</strong> beide, het onderwerp, de context<br />

<strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> klassikaal de introductie <strong>en</strong> de instructies <strong>voor</strong> de drie<br />

opdracht<strong>en</strong>. De afname gebeurt individueel <strong>en</strong> neemt per leerling ongeveer<br />

10 minut<strong>en</strong> in beslag. De prestatie van elke leerling op de toets wordt<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op cassette.<br />

scoring Deze toets bevat 37 scoorbare items. Het betreft de criteria waarmee<br />

rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> wordt bij het beoordel<strong>en</strong> van de prestatie van de leerling.<br />

Deze hebb<strong>en</strong> zowel betrekking op de inhoud als de vorm van de uiting<strong>en</strong><br />

van de leerling<strong>en</strong>, als ook op de <strong>vlot</strong>heid van hun spreekgedrag.<br />

materiaal <strong>en</strong>kele exemplar<strong>en</strong> van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het stadsplan (bijlage A1 <strong>en</strong> A2,<br />

ook vergroot kopiër<strong>en</strong> <strong>voor</strong> klassikaal gebruik), <strong>en</strong> van de drie uitstalram<strong>en</strong><br />

(bijlage B), <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> scoreblad (bijlage C),<br />

e<strong>en</strong> cassetterecorder (met microfoon) <strong>en</strong> lege cassettes (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze zo dadelijk één <strong>voor</strong> één bij jou moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> spreekopdracht.<br />

Jij gaat nu vertell<strong>en</strong> waar die opdracht over gaat.<br />

Het is wo<strong>en</strong>sdagnamiddag <strong>en</strong> je trekt de stad in met één van je vri<strong>en</strong>djes.<br />

Je vri<strong>en</strong>dje is blind.<br />

Markeer <strong>voor</strong>af de te volg<strong>en</strong> weg (in stippellijn) met fluostift. Doe dit zowel bij bijlage A1 als bijlage A2.<br />

Toon de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan (zie de vergrote kopie op A3-formaat van bijlage A1).<br />

Behandel eerst klassikaal dit <strong>voor</strong>beeld alvor<strong>en</strong>s de eig<strong>en</strong>lijke opdracht in te leid<strong>en</strong>.<br />

Opmerking: kom met de leerling<strong>en</strong> tot de vaststelling dat het belangrijk is, wanneer je iemand wegwijs<br />

maakt, dat je iets over de omgeving vertelt.<br />

Stel je <strong>voor</strong> dat je hier bij de bakker staat. Als iemand je daar de kortste<br />

weg naar de fietswinkel vraagt, hoe leg je dit dan uit? Laat de leerling<strong>en</strong> de weg<br />

uitlegg<strong>en</strong>.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld: u gaat hier rechtdoor tot bij de bibliotheek. Daar steekt u de<br />

straat over. U ziet de speelgoedwinkel. Wanneer u daar nog e<strong>en</strong>s de<br />

straat oversteekt, ziet u de fietswinkel op de hoek.<br />

Dit gaan jullie straks ook bij mij do<strong>en</strong>, de weg uitlegg<strong>en</strong>. Niet de weg<br />

naar de fietswinkel natuurlijk, want die k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we al!<br />

Toon de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan (zie bijlage A2, op A3-formaat) <strong>en</strong> zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat zij<br />

daarvan zo dadelijk ook e<strong>en</strong> exemplaar krijg<strong>en</strong>.<br />

Je moet je <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> dat jij <strong>en</strong> je vri<strong>en</strong>dje hier staan, vlakbij de brug over<br />

het water. Op e<strong>en</strong> bepaald og<strong>en</strong>blik vraagt iemand jou de kortste weg<br />

naar de boek<strong>en</strong>winkel.<br />

(Situeer dit op de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan.) Het is de eerste keer dat deze persoon de<br />

stad bezoekt. Jij gaat de weg uitlegg<strong>en</strong>. Je moet je <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> dat je ge<strong>en</strong><br />

stadsplan hebt.<br />

Dat gaan jullie straks bij mij do<strong>en</strong>: spel<strong>en</strong> dat je iemand de weg uitlegt.<br />

Ik zal de persoon spel<strong>en</strong> die de boek<strong>en</strong>winkel zoekt. Jullie legg<strong>en</strong> mij uit<br />

hoe ik moet lop<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Nadat jullie die persoon de weg hebb<strong>en</strong> uitgelegd, wandel<strong>en</strong> jullie verder<br />

over het brugje over het water. Jij ziet dat er vanalles gebeurt op het<br />

water. Je blinde vri<strong>en</strong>dje ziet dat natuurlijk niet. Jij moet hem dan ook<br />

vertell<strong>en</strong> wat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan het do<strong>en</strong> zijn. Ik zal je blinde vri<strong>en</strong>dje<br />

spel<strong>en</strong>. Jullie legg<strong>en</strong> mij, aan de hand van deze tek<strong>en</strong>ing, uit wat er<br />

precies gebeurt.<br />

Jullie sl<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> wat langs de winkels. Je komt onder andere <strong>voor</strong>bij de<br />

bakker, de speelgoedwinkel <strong>en</strong> de sportwinkel. Welke van deze drie<br />

winkels is volg<strong>en</strong>s jou de leukste winkel? (Toon de drie tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de uitstalram<strong>en</strong><br />

in bijlage B.)<br />

Ik zal opnieuw je blinde vri<strong>en</strong>dje spel<strong>en</strong>. Je kiest één van deze winkels uit<br />

<strong>en</strong> beschrijft aan mij je favoriete uitstalraam. Daarover gaan jullie<br />

minst<strong>en</strong>s vier ding<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>. Je legt ook uit waarom dit jouw favoriete<br />

winkel is.<br />

Deze drie verschill<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> gaan jullie zo dadelijk allemaal één<br />

<strong>voor</strong> één uitvoer<strong>en</strong>. Jullie mog<strong>en</strong> <strong>voor</strong>af naar de verschill<strong>en</strong>de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>. Wanneer jullie bij mij kom<strong>en</strong>, zal ik alles ook nog<br />

e<strong>en</strong>s kort herhal<strong>en</strong>. Ook bij mij mog<strong>en</strong> jullie de verschill<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

bekijk<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

3


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Toets<br />

Regel nu het praktische verloop van de afname:<br />

De leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij jou kom<strong>en</strong> om de drie spreektak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>.<br />

Bepaal duidelijk waar dat zal gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke volgorde.<br />

Geef één exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan (bijlage A2, gewone kopie) <strong>en</strong> van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

van de uitstalram<strong>en</strong> (bijlage B) aan de leerling die de opdracht<strong>en</strong> als eerste zal aflegg<strong>en</strong>. Zeg dat hij er in<br />

de klas ev<strong>en</strong> mag naar kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> over nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, <strong>en</strong> over <strong>en</strong>kele minuutjes naar jou mag kom<strong>en</strong>.<br />

(Intuss<strong>en</strong> kun jij alles klaarzett<strong>en</strong> in het afnamelokaal.) Dan moet hij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> doorgev<strong>en</strong> aan de<br />

volg<strong>en</strong>de leerling in de klas = de leerling die als tweede zal kom<strong>en</strong>.<br />

Zo word<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> steeds doorgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>. Dit verkort de<br />

afnametijd.<br />

In het afnamelokaal vind<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> uiteraard dezelfde tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> terug.<br />

Schakel de leerkracht die in de klas blijft in bij deze praktische regeling<strong>en</strong>. Probeer zoveel mogelijk aan te<br />

sluit<strong>en</strong> bij wat de leerling<strong>en</strong> op dit vlak gewoon zijn (bv. bij individuele leesproev<strong>en</strong>). Het is belangrijk dat<br />

deze praktische afsprak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> extra moeilijkhed<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />

In het afnamelokaal: stel de leerling bij wie je de toets gaat afnem<strong>en</strong> zoveel mogelijk op zijn gemak.<br />

Herhaal kort de instructie <strong>voor</strong> opdracht 1 (zie verder) <strong>en</strong> laat de leerling vervolg<strong>en</strong>s vertell<strong>en</strong>.<br />

Hetzelfde gebeurt bij opdracht 2 <strong>en</strong> 3 (zie verder).<br />

Vul ondertuss<strong>en</strong> zo nauwkeurig mogelijk het scoreblad (bijlage C) in. In de tabell<strong>en</strong> op dat blad vind je<br />

per opdracht de onderdel<strong>en</strong> van de taak waarover de leerling iets moet vertell<strong>en</strong>. Als de leerling die<br />

ding<strong>en</strong> effectief <strong>en</strong> uit zichzelf zegt, zet je e<strong>en</strong> kruisje in de tweede kolom. Let wel: dit moet zinvol/juist<br />

zijn. Zoniet scoor je 0. Voorbeeld<strong>en</strong> van wat zinvol/juist is <strong>en</strong> wat niet zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de scoringswijzer.<br />

Er staat e<strong>en</strong> / (schuine streep) tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>. Wat tuss<strong>en</strong> haakjes staat, hoeft niet<br />

noodzakelijk vermeld te word<strong>en</strong>.<br />

Het invull<strong>en</strong> van dit scoreblad is nog ge<strong>en</strong> definitieve beoordeling, maar biedt de nodige houvast tijd<strong>en</strong>s de<br />

afname (wat heeft de leerling al gezegd <strong>en</strong> wat niet?). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vere<strong>en</strong>voudigt dit het scor<strong>en</strong> achteraf.<br />

Alles wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op cassette, zodat het niet nodig is de leerling te lat<strong>en</strong> herhal<strong>en</strong> of te lat<strong>en</strong><br />

wacht<strong>en</strong> tot jij het scoreblad nauwkeurig hebt ingevuld. Met de vorm moet je nog ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>.<br />

Als de inhoud begrijpelijk is, krijgt de leerling alvast e<strong>en</strong> kruisje.<br />

E<strong>en</strong> leerling mag ook meer vertell<strong>en</strong> dan datg<strong>en</strong>e wat op het scoreblad vermeld is. Laat de leerling<strong>en</strong> die<br />

dat do<strong>en</strong> vrijuit prat<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong> echter te ver uitweid<strong>en</strong>, laat h<strong>en</strong> dan afrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> ga verder met de<br />

volg<strong>en</strong>de opdracht.<br />

Op het scoreblad is ruimte <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> om kort te noter<strong>en</strong> wat de leerling ev<strong>en</strong>tueel extra vertelde.<br />

Opmerking bij opdracht<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3:<br />

Bij de definitieve beoordeling van de opdracht zal het e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> of de leerling bepaalde informatie uit<br />

zichzelf heeft gegev<strong>en</strong> of niet. Dat maakt immers deel uit van de totale spreeksituatie <strong>en</strong> –vaardigheid.<br />

Geef de leerling per opdracht dan ook voldo<strong>en</strong>de tijd om alles te zegg<strong>en</strong> wat hij noodzakelijk acht. Pas als<br />

hij uitgepraat is, ga jij hem als gesprekspartner vrag<strong>en</strong> naar belangrijke informatie die hij vergat te<br />

vermeld<strong>en</strong>. Deze vrag<strong>en</strong> stel je slechts e<strong>en</strong>maal.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Je vraagt dus niet meer naar de ding<strong>en</strong> waar de leerling al iets over heeft gezegd dat fout of<br />

onvoldo<strong>en</strong>de was.<br />

De vrag<strong>en</strong> die je ev<strong>en</strong>tueel moet stell<strong>en</strong> vind je in de derde kolom op het scoreblad. Terwijl je de vrag<strong>en</strong><br />

stelt, wijs je de ding<strong>en</strong> aan op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het stadsplan of de winkels. Als de leerling hierop e<strong>en</strong><br />

zinvol/juist antwoord geeft, krijgt hij e<strong>en</strong> kruisje in de <strong>vierde</strong> kolom. Als dat niet zo is, 0.<br />

Let op: Soms kan één vraag voldo<strong>en</strong>de zijn, om alle ontbrek<strong>en</strong>de informatie los te wek<strong>en</strong>. In dat geval<br />

wordt <strong>en</strong>kel het antwoord op de gestelde vraag in de <strong>vierde</strong>, <strong>en</strong> de overige antwoord<strong>en</strong> in de<br />

tweede kolom beoordeeld.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

5


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Opdracht 1 - Iemand wegwijs mak<strong>en</strong><br />

Vul de naam van de leerling in op het scoreblad.<br />

Zet de cassetterecorder aan <strong>en</strong> spreek de naam van de leerling in.<br />

Leg de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan (zie bijlage A2) <strong>voor</strong> de leerling <strong>en</strong> herhaal de instructie <strong>voor</strong> de eerste<br />

opdracht.<br />

Het is wo<strong>en</strong>sdagnamiddag <strong>en</strong> je trekt de stad in met één van je vri<strong>en</strong>djes.<br />

Je vri<strong>en</strong>dje is blind.<br />

Jullie staan hier, vlakbij de brug over het water. (Situeer dit op de tek<strong>en</strong>ing van het<br />

stadsplan.) Op e<strong>en</strong> bepaald og<strong>en</strong>blik vraagt iemand jou de kortste weg naar<br />

de boek<strong>en</strong>winkel. (Toon de plaats waar jullie staan <strong>en</strong> de boek<strong>en</strong>winkel op het stadsplan.) Ik<br />

speel ev<strong>en</strong> deze persoon. Ik b<strong>en</strong> nog nooit eerder in de stad geweest. Ik<br />

heb ge<strong>en</strong> stadsplan <strong>en</strong> jij ook niet. Wij staan hier <strong>en</strong> dààr is de boek<strong>en</strong>winkel<br />

die ik zoek. (Situeer dit op de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan <strong>en</strong> wijs de te volg<strong>en</strong> weg aan<br />

op de tek<strong>en</strong>ing. Kruip dan in de rol van de persoon die de boek<strong>en</strong>winkel zoekt.)<br />

Excuseer, kan u mij de weg uitlegg<strong>en</strong> naar de boek<strong>en</strong>winkel alstublieft?<br />

Indi<strong>en</strong> nodig kan je de instructie bij deze opdracht nog e<strong>en</strong>s woordelijk herhal<strong>en</strong>.<br />

De tek<strong>en</strong>ing is duidelijk. Heeft de leerling er vrag<strong>en</strong> over, dan mag je daar niet op ingaan. Het gevaar<br />

bestaat immers dat je zo teveel <strong>voor</strong>zegt van wat de leerling zo dadelijk gaat moet<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>. Zeg in dat<br />

geval aan de leerling dat hij zo goed mogelijk moet uitlegg<strong>en</strong> wat hij d<strong>en</strong>kt dat op de tek<strong>en</strong>ing staat. Dit<br />

geldt ook <strong>voor</strong> opdracht<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3.<br />

Wanneer de leerling<strong>en</strong> de te volg<strong>en</strong> weg gewoon aanwijz<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan (“En dan ga<br />

je hier rechtdoor…”), zeg h<strong>en</strong> dan dat er ge<strong>en</strong> plan <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong> is, <strong>en</strong> dat ze de weg (woordelijk) moet<strong>en</strong><br />

beschrijv<strong>en</strong>.<br />

De cassetterecorder blijft gedur<strong>en</strong>de de hele toets opnem<strong>en</strong>. Zet hem niet af tuss<strong>en</strong> de opdracht<strong>en</strong> in,<br />

want dat vestigt er teveel de aandacht op. Het is mogelijk dat de leerling<strong>en</strong> zich dan geremd voel<strong>en</strong> om<br />

te sprek<strong>en</strong>.<br />

Jij speelt de rol van de persoon die de boek<strong>en</strong>winkel zoekt. Gun de leerling<strong>en</strong> de tijd om zelf<br />

helemaal de uitleg te do<strong>en</strong>. Onderbreek de leerling<strong>en</strong> niet wanneer ze irrelevante ding<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> of<br />

ess<strong>en</strong>tiële ding<strong>en</strong> verget<strong>en</strong>. Dat maakt deel uit van de opdracht <strong>en</strong> wordt achteraf apart beoordeeld.<br />

Bij deze opdracht hoef je ge<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> naar ontbrek<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Opdracht 2 - E<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is beschrijv<strong>en</strong><br />

Na het beëindig<strong>en</strong> van de eerste opdracht, begin je onmiddellijk met het uitlegg<strong>en</strong> van de tweede: e<strong>en</strong><br />

gebeurt<strong>en</strong>is beschrijv<strong>en</strong> . Situeer het brugje over het water op de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan (zie bijlage A1).<br />

Nadat je die persoon de weg hebt uitgelegd, stek<strong>en</strong> jullie het brugje over<br />

het water over. Jij ziet dat er vanalles gebeurt op het ijs. Je blinde vri<strong>en</strong>dje<br />

ziet dat natuurlijk niet. Jij moet hem dan ook vertell<strong>en</strong> wat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

aan het do<strong>en</strong> zijn. Ik zal je blinde vri<strong>en</strong>dje spel<strong>en</strong>. Jij legt mij, aan de<br />

hand van deze tek<strong>en</strong>ing (situeer het ijs (aan beide kant<strong>en</strong> van de brug) op het plan) uit<br />

wat er precies gebeurt op het ijs.<br />

(Kruip nu in de rol van het blinde vri<strong>en</strong>dje.)<br />

X. (naam van de leerling), wat gebeurt hier allemaal? Vertel e<strong>en</strong>s wat je allemaal<br />

ziet!<br />

Laat de leerling met de opdracht beginn<strong>en</strong>. De volgorde waarin de verschill<strong>en</strong>de scènes die zich op het ijs<br />

afspel<strong>en</strong> hierbij aan bod kom<strong>en</strong> heeft ge<strong>en</strong> belang.<br />

Jij speelt de rol van het blinde vri<strong>en</strong>dje. In de eerste plaats b<strong>en</strong> jij hier e<strong>en</strong> (blinde) luisteraar <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

gesprekspartner. Je kan dus niet naar ontbrek<strong>en</strong>de informatie vrag<strong>en</strong>. Wanneer de leerling echter<br />

stilvalt (e<strong>en</strong> al te lange pauze laat) <strong>en</strong> niet over iedere<strong>en</strong> op het ijs iets verteld heeft, val je ev<strong>en</strong> uit<br />

je rol <strong>en</strong> stel je bijvrag<strong>en</strong> (zie bijlage C). Doe dit <strong>en</strong>kel indi<strong>en</strong> nodig!<br />

De leerling zal over bepaalde ding<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing misschi<strong>en</strong> meer vertell<strong>en</strong> dan eig<strong>en</strong>lijk nodig is. Toch<br />

mag je deze opdracht niet te lang lat<strong>en</strong> dur<strong>en</strong>. Spoor de leerling aan verder te gaan wanneer hij te lang<br />

bij e<strong>en</strong> bepaald fragm<strong>en</strong>t van de tek<strong>en</strong>ing blijft stilstaan. Dit geldt ook <strong>voor</strong> opdracht 3.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

7


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Opdracht 3 - E<strong>en</strong> uitstalraam beschrijv<strong>en</strong><br />

Situeer de bakker, de speelgoed- <strong>en</strong> de sportwinkel op de tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan. Wijs op de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de uitstalram<strong>en</strong>. Herhaal kort de instructie <strong>voor</strong> de derde opdracht:<br />

Jullie sl<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> wat langs de winkels. Je komt onder andere <strong>voor</strong>bij de<br />

bakker, de speelgoedwinkel <strong>en</strong> de sportwinkel. Bij één van de drie winkels<br />

blijf je stilstaan, omdat je het uitstalraam het leukst vindt. Je mag<br />

zelf kiez<strong>en</strong> welke winkel. Toon de leerling de drie tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de uitstalram<strong>en</strong> (zie bijlage<br />

B). Welke winkel heb je gekoz<strong>en</strong>? / Welk is jouw favoriete uitstalraam?<br />

(Laat de leerling hier eerst op antwoord<strong>en</strong>.) Beschrijf nu aan je blinde vri<strong>en</strong>dje het uitstalraam<br />

van deze winkel. Je moet daarover minst<strong>en</strong>s vier ding<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong> waarom je dit de leukste winkel vindt.<br />

(Kruip nu in de rol van het blinde vri<strong>en</strong>dje.)<br />

X., (naam van de leerling) waar staan we nu?<br />

Geef de leerling de tijd om zelf vier ding<strong>en</strong> uit het uitstalraam te beschrijv<strong>en</strong>.<br />

Jij speelt de rol van het blinde vri<strong>en</strong>dje. In de eerste plaats b<strong>en</strong> jij hier e<strong>en</strong> (blinde) luisteraar <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

gesprekspartner. Je kan dus niet naar ontbrek<strong>en</strong>de informatie vrag<strong>en</strong>. Wanneer de leerling echter<br />

stilvalt (e<strong>en</strong> al te lange pauze laat) <strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld minder dan vier ding<strong>en</strong> uit het uitstalraam<br />

vermeldt of ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> opgeeft, val je ev<strong>en</strong> uit je rol <strong>en</strong> stel je bijvrag<strong>en</strong> (zie bijlage C). Doe dit <strong>en</strong>kel<br />

indi<strong>en</strong> nodig!<br />

Of de leerling<strong>en</strong> veel irrelevante informatie gev<strong>en</strong>, wordt niet apart beoordeeld. Deze leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>wel soms de ess<strong>en</strong>tiële informatie uit zichzelf verget<strong>en</strong> te vermeld<strong>en</strong>. Daardoor scor<strong>en</strong> ze automatisch<br />

minder.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Enkele algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> optimaal verloop van de spreektoets:<br />

❑ De afname moet plaatsvind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere ruimte dan de klas. Dan heerst er rust <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> elkaar niet hor<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>.<br />

❑ Zorg er<strong>voor</strong> dat je de opname-apparatuur hebt geïnstalleerd (zo discreet mogelijk) <strong>en</strong> de werking<br />

ervan hebt uitgetest <strong>voor</strong>aleer je met de toets begint.<br />

❑ Laat de leerling <strong>voor</strong> jou gaan zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> leg het stapeltje tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage A2 <strong>en</strong> B) <strong>voor</strong> hem.<br />

Zorg er<strong>voor</strong> dat je zelf ook ev<strong>en</strong>tueel iets kan aanduid<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Ga echter niet te dicht<br />

bij de leerling zitt<strong>en</strong>. Je moet immers scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat kan de leerling afleid<strong>en</strong>.<br />

❑ Neem per leerling e<strong>en</strong> nieuw scoreblad (bijlage C) <strong>en</strong> schrijf bov<strong>en</strong>aan naam, <strong>voor</strong>naam <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel nummer van de leerling.<br />

❑ Spreek de naam van de leerling in op de cassette bij het begin van de toets, maar neem de<br />

instructies die je nog geeft bij <strong>voor</strong>keur niet op.<br />

❑ Het is van groot belang dat je bij alle getoetste leerling<strong>en</strong> steeds hetzelfde zegt, niet meer of niet<br />

minder. Zo krijgt elke leerling dezelfde hoeveelheid informatie <strong>en</strong> begint niemand met <strong>voor</strong>- of<br />

nadeel aan de opdracht.<br />

❑ Vraag de leerling tijd<strong>en</strong>s de toets duidelijk, maar tegelijkertijd zo gewoon mogelijk te sprek<strong>en</strong>. Er<br />

moet bij<strong>voor</strong>beeld niet luider gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan normaal.<br />

❑ Wanneer je de leerling niet goed hebt verstaan, vraag je of hij het nog e<strong>en</strong>s wil herhal<strong>en</strong>. Wanneer hij<br />

echter zo onduidelijk spreekt dat je hem na e<strong>en</strong> derde herhaling nog niet verstaat, laat je dat zo.<br />

Noteer het wel op het scoreblad van de leerling. Daar wordt bij het scor<strong>en</strong> dan rek<strong>en</strong>ing mee<br />

gehoud<strong>en</strong>.<br />

❑ Wanneer de leerling na de (klassikale) introductie <strong>en</strong> instructie nog niet begrijpt wat hij precies moet<br />

do<strong>en</strong>, kan je alles kort opnieuw uitlegg<strong>en</strong>. Zorg er echter <strong>voor</strong> dat je niet teveel tijd verliest. De<br />

opdracht is e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> mag eig<strong>en</strong>lijk niet <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>.<br />

❑ Probeer het gesprek tuss<strong>en</strong> de leerling <strong>en</strong> jou zo natuurlijk mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Reageer<br />

wanneer de leerling tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> opdracht iets vraagt. Beperk je interv<strong>en</strong>ties als toetsafnemer/<br />

gesprekspartner tot e<strong>en</strong> strikt minimum. Veel leerling<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> nauwelijks dat je iets zegt <strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> het integ<strong>en</strong>deel moeilijk om in te schatt<strong>en</strong> welke ‘rol’ je speelt. Andere leerling<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong><br />

dan weer wel e<strong>en</strong> echte gesprekspartner, maar verget<strong>en</strong> die vaak snel, e<strong>en</strong>s ze goed met de<br />

spreekopdracht bezig zijn. Het scor<strong>en</strong> van de inhoudelijke aspect<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de opdracht,<br />

vergemakkelijkt het aannem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> neutrale houding.<br />

❑ Het kan <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling on<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>e ding<strong>en</strong> zegt of vraagt. Reageer daarop naar eig<strong>en</strong><br />

goeddunk<strong>en</strong> <strong>en</strong> noteer dit <strong>voor</strong>val op het scoreblad van de leerling. Zo kan je er achteraf naar<br />

teruggrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vergelijkbare manier reager<strong>en</strong> bij andere leerling<strong>en</strong>. Maar onthoud: hoe<br />

meer je tuss<strong>en</strong>komt of reageert, hoe meer verschill<strong>en</strong> je creëert tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong>. En dat moet<br />

zoveel mogelijk word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.<br />

❑ Voorzie na elke toetsafname ev<strong>en</strong>tjes de tijd om ev<strong>en</strong>tuele bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij de prestaties van de<br />

leerling op het scoreblad neer te schrijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- tek<strong>en</strong>ing van het stadsplan (bijlage A1 <strong>en</strong> A2: te vergrot<strong>en</strong> op A3-formaat <strong>voor</strong> klassikaal gebruik,<br />

bijlage A2 gewone kopieën <strong>voor</strong> de individuele toetsafname)<br />

- 3 tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de uitstalram<strong>en</strong> (bijlage B)<br />

- scoreblad per leerling (bijlage C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de spreektoets ‘Wo<strong>en</strong>sdagnamiddag<br />

in de stad’<br />

De eerste beoordeling van de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> gebeurde tijd<strong>en</strong>s de afname. Nu moet deze<br />

beoordeling word<strong>en</strong> geverifiëerd <strong>en</strong> verder aangevuld op basis van onderstaande instructies.<br />

De spreektak<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld aan de hand van drie belangrijke criteria die de<br />

basis vorm<strong>en</strong> van het algem<strong>en</strong>e beoordelingsschema <strong>voor</strong> spreekvaardigheid: inhoud, vorm <strong>en</strong><br />

spreekgemak.<br />

Inhoud<br />

- Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />

- Relevantie<br />

- Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />

- Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />

- Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

Vorm<br />

- Communicatief adequaat: te begrijp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar<br />

- Afhankelijk van de inhoud: is de inhoud niet vermeld of is de inhoud fout, dan kan de vorm ervan<br />

ook niet beoordeeld word<strong>en</strong>.<br />

Spreekgemak<br />

- Vlotheid van sprek<strong>en</strong><br />

Uit dit schema selecter<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie inhoud <strong>voor</strong> de drie opdracht<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de parameters:<br />

Opdracht 1: Iemand wegwijs mak<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

- ‘waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie’ want die is ess<strong>en</strong>tieel bij het<br />

gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wegbeschrijving. Dit wordt beoordeeld aan de hand van 7 ess<strong>en</strong>tiële<br />

inhoudelijke items/onderdeeltjes.<br />

- ‘relevantie’ Dit wordt globaal beoordeeld aan de hand van item 15.<br />

Opdracht 2: E<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is beschrijv<strong>en</strong><br />

- ‘waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie’, want die wordt aangereikt op<br />

de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Dit wordt beoordeeld aan de hand van 6 inhoudelijke items.<br />

Opdracht 3: E<strong>en</strong> uitstalraam beschrijv<strong>en</strong><br />

- ‘waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie’, want die wordt aangereikt op<br />

de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Dit wordt beoordeeld aan de hand van 5 inhoudelijke items.<br />

Vorm wordt <strong>voor</strong> deze opdracht<strong>en</strong> ingevuld door te kijk<strong>en</strong> naar de zinsbouw (op basisniveau) van de<br />

inhoudelijke onderdel<strong>en</strong>.<br />

Spreekgemak wordt per opdracht als geheel beoordeeld.<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

11


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

12<br />

- Elk onderdeel van de tabel in bijlage C wordt beoordeeld op inhoud <strong>en</strong> vorm.<br />

- Als de leerling e<strong>en</strong> onderdeel uit zichzelf vermeldt, scoort hij <strong>voor</strong> inhoud 2 (juist)<br />

of 0 (onvoldo<strong>en</strong>de of fout), als hij het pas doet na vraag van de toetsafnemer,<br />

scoort hij 1 of 0. Dit geldt <strong>voor</strong> alle inhoudelijke items behalve item 15.<br />

Let op: het kan gebeur<strong>en</strong> dat de leerling meerdere deeltjes informatie vergeet te vermeld<strong>en</strong>. Eén vraag<br />

van de toetsafnemer kan dan voldo<strong>en</strong>de zijn, om alle ontbrek<strong>en</strong>de informatie los te mak<strong>en</strong>. In dat<br />

geval wordt <strong>en</strong>kel het antwoord op de ontbrek<strong>en</strong>de vraag als 1 gescoord, de overige antwoord<strong>en</strong><br />

krijg<strong>en</strong> score 2.<br />

<strong>voor</strong>beeld:<br />

(vraag van de toetsafnemer) Wat is dit? (item 19)<br />

(antwoord van de leerling) Dat is e<strong>en</strong> gat in het ijs. Daar moet je <strong>voor</strong> oppass<strong>en</strong>. = 1 <strong>voor</strong> item 19,<br />

2 <strong>voor</strong> item 21.<br />

- 0 <strong>voor</strong> inhoud betek<strong>en</strong>t automatisch ook 0 <strong>voor</strong> vorm. Als de inhoud juist is, wordt de<br />

vorm beoordeeld met 1 (voldo<strong>en</strong>de) of 0 (onvoldo<strong>en</strong>de).<br />

- Daarnaast kom<strong>en</strong> nog de meer globale parameters, daar<strong>voor</strong> scoort de leerling 1 of 0.<br />

De 2-<strong>en</strong>, 1-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 0-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items word<strong>en</strong> gescoord, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom staat het nummer van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. In<br />

de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

Algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij de drie dim<strong>en</strong>sies:<br />

Inhoud<br />

• Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat meerdere informatie-e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> in één zin kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermeld.<br />

• Als e<strong>en</strong> leerling de informatie op e<strong>en</strong> verwarr<strong>en</strong>de manier naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt, waardoor die mogelijk<br />

verkeerd kan word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, scoort hij 0.<br />

bv. opdracht 1: de leerling legt de weg naar de boek<strong>en</strong>winkel verkeerd uit door links/rechtsverwarring<br />

Vorm<br />

Vorm wordt <strong>voor</strong> deze opdracht ingevuld door te kijk<strong>en</strong> naar de zinsbouw (op basisniveau) van de<br />

inhoudelijke onderdel<strong>en</strong>.<br />

• ‘Zinsbouw’ moet ruim word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, want de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> zijn vaak ge<strong>en</strong><br />

‘echte’ zinn<strong>en</strong> in de strikte betek<strong>en</strong>is van het woord. Je kan dus niet steeds het al dan niet aanwezig<br />

zijn van onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm als maatstaf nem<strong>en</strong>. Ook heel minimale, maar niettemin juist<br />

gevormde uiting<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> we als ‘goede zinn<strong>en</strong>’. Bv. opdracht 1 – items 2, 4, 6 <strong>en</strong> 8: Eerst over<br />

de brug, dan rechtdoor <strong>en</strong> achter de kerk naar rechts. = 1). Maar: Eerst over de brug, dan rechtdoor <strong>en</strong><br />

dan rechts <strong>en</strong> dan rechtdoor. = 1 <strong>voor</strong> items 2 <strong>en</strong> 4, 0 <strong>voor</strong> items 6 <strong>en</strong> 8, aangezi<strong>en</strong> de inhoudelijke<br />

items 5 <strong>en</strong> 7 ook 0 zijn). Fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> congru<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm (zinsbouw op<br />

basisniveau), leid<strong>en</strong> echter vaak tot begripsverwarring <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> bijgevolg score 0.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Uit de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> zal duidelijk word<strong>en</strong> waar de gr<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> ‘goed’ <strong>en</strong> ‘fout’ ligt.<br />

• ‘Begrijpelijkheid’ is e<strong>en</strong> goede maatstaf. Als de vorm van de uiting de begrijpelijkheid in de weg staat,<br />

m.a.w. als er mogelijk aanleiding is tot verkeerd begrip, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

• Zuiver grammaticale fout<strong>en</strong> op woordniveau (verkeerd lidwoord, verkeerd gevormd voltooid deelwoord,<br />

verkeerd hulpwerkwoord (hebb<strong>en</strong> i.p.v. zijn of omgekeerd, ...) verstor<strong>en</strong> meestal de betek<strong>en</strong>is niet <strong>en</strong><br />

geld<strong>en</strong> in dit geval dus ook niet als fout. Let op: de leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> deze fout<strong>en</strong> wel zeer frequ<strong>en</strong>t!<br />

• E<strong>en</strong> verkeerd gebruik van verwijswoord<strong>en</strong> leidt echter vaak tot begripsverwarring. In dat geval scoor je 0.<br />

• E<strong>en</strong> verkeerde volgorde van de verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van de zin, heeft vaak begripsverwarring tot<br />

gevolg. In dat geval scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

• Als het inhoudelijke gegev<strong>en</strong> over meerdere zinn<strong>en</strong> gespreid is, betek<strong>en</strong>t één verkeerd gevormde zin<br />

automatisch 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

• De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> zichzelf verbeter<strong>en</strong> of ‘herpakk<strong>en</strong>’ in het midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zin. Als je deze als<br />

geheel bekijkt, klopt hij niet, maar het laatste stuk wellicht wel. Je hoort meestal wel wanneer de<br />

leerling van constructie verandert.<br />

• Fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de vorm van inhoudelijke onderdel<strong>en</strong> die niet word<strong>en</strong> beoordeeld, word<strong>en</strong> niet gescoord.<br />

Bv. Er hangt spotjes <strong>en</strong> gordijntjes in het uitstalraam. (opdracht 3, item 34)<br />

• We houd<strong>en</strong> steeds <strong>voor</strong> og<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> in het soort spreeksituaties<br />

waarin ze hier moet<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> echt ‘spreektaal’ hanter<strong>en</strong>. Vandaar dat ‘eerder-ongepast-<strong>voor</strong>school’<br />

of regionaal woordgebruik of uiting<strong>en</strong> in principe niet word<strong>en</strong> aangerek<strong>en</strong>d als e<strong>en</strong> vormelijke<br />

fout. Bijgevolg zijn we niet te str<strong>en</strong>g op dat vlak. Als de inhoud daardoor echter niet duidelijk is, scoort<br />

de leerling wel 0 <strong>voor</strong> inhoud <strong>en</strong> dus ook <strong>voor</strong> vorm.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dan ga je links e<strong>en</strong> naftstation zi<strong>en</strong>. = 1 (bij item 6)<br />

- Teg<strong>en</strong> de kerk sla je in. = 1 (bij item 8)<br />

- stokk<strong>en</strong>brod<strong>en</strong>, pateetjes,… = 1 (bij item 34)<br />

- Als je dan binn<strong>en</strong>komt bij de bakker dan riekt dat zo lekker. = 1 (bij item 36)<br />

- gij<br />

• Verder is onnatuurlijk taalgebruik eig<strong>en</strong> aan de toetssituatie. Bijgevolg zijn we niet te str<strong>en</strong>g op dat vlak.<br />

Spreekgemak<br />

Spreekgemak wordt per opdracht als geheel beoordeeld, d.w.z. drie keer. We beoordel<strong>en</strong> hier of de<br />

leerling<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> prat<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat dit absoluut wordt beoordeeld (wat verwacht ik in deze<br />

situatie?) <strong>en</strong> niet relatief (wat is goed <strong>voor</strong> deze leerling<strong>en</strong>?). Daartoe moet je e<strong>en</strong> beetje afstand nem<strong>en</strong><br />

van het algem<strong>en</strong>e beeld dat je hebt van de spreekvaardigheid van de leerling die <strong>voor</strong> je zit (t<strong>en</strong> opzichte<br />

van de rest van de klas).<br />

• Voor deze parameter wordt <strong>voor</strong>al 0 gescoord als de leerling herhaaldelijk (meer dan één keer!)<br />

aarzelt, hapert of gegev<strong>en</strong>s meerdere ker<strong>en</strong> laat terugkom<strong>en</strong>.<br />

• Ook e<strong>en</strong> onnatuurlijk tempo (te traag / te snel) leidt tot e<strong>en</strong> 0-score.<br />

• De leerling scoort 0 <strong>voor</strong> spreekgemak wanneer hij goed begint, maar stilvalt naar het einde toe <strong>en</strong> het<br />

initiatief van de toetsafnemer afwacht.<br />

• onnatuurlijk = monotoon, heel ‘gehakt’ prat<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

13


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

14<br />

• Is het goed verstaanbaar (<strong>voor</strong> de toetsafnemer, die weet wat hij zou moet<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>)? Hier hanter<strong>en</strong><br />

we parameters als:<br />

- articulatie: onduidelijk = 0 (bv. de laatste woord<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zin die telk<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> ‘ingeslikt’)<br />

- stemvolume: te stil = 0<br />

- snelheid: te snel/te traag = 0 (ook als de leerling wel <strong>vlot</strong> begint maar stilvalt naar het einde toe)<br />

- intonatie: ge<strong>en</strong> duidelijk onderscheid tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> = 0<br />

Let op: als de leerling slechts één informatie-deeltje op e<strong>en</strong> onverstaanbare manier naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt,<br />

beoordel<strong>en</strong> we dat eerder bij het item in kwestie <strong>en</strong> heeft het ge<strong>en</strong> invloed op ‘spreekgemak’<br />

<strong>voor</strong> de opdracht in het algeme<strong>en</strong>.<br />

De beoordeling van het spreekgemak mag <strong>voor</strong> alle opdracht<strong>en</strong> redelijk str<strong>en</strong>g gebeur<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zich hebb<strong>en</strong>. Deze bied<strong>en</strong> houvast <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>vlot</strong>te spreekstijl<br />

<strong>voor</strong> gevolg hebb<strong>en</strong>. Dit kan echter lichtjes verschill<strong>en</strong> van opdracht tot opdracht: bv. bij opdracht<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong><br />

3 moet je hogere eis<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> aan ‘<strong>vlot</strong>heid’ dan bij opdracht 1 (ev<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over hoe ze het best de<br />

weg naar de boek<strong>en</strong>winkel kunn<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> is heel normaal bij opdracht 1, aangezi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

niet <strong>voor</strong>bereid zijn).<br />

Lijst van items met <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

• Hieronder staan veel <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s is aangegev<strong>en</strong> of deze goed of fout werd<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Dat<br />

gebeurt d.m.v. 1 of 0. (Uiteraard kan ‘1’ bij de inhoudelijke items ook <strong>voor</strong> ‘2’ staan, t<strong>en</strong>zij expliciet is<br />

aangegev<strong>en</strong> dat het om het antwoord op e<strong>en</strong> vraag van de toetsafnemer gaat. Dit geldt <strong>voor</strong> alle<br />

inhoudelijke items behalve items 15 <strong>en</strong> 52).<br />

• Wat tuss<strong>en</strong> haakjes staat, is facultatief.<br />

• Tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong> staat e<strong>en</strong> schuine streep (/).<br />

Opdracht 1: Iemand wegwijs mak<strong>en</strong><br />

Als algeme<strong>en</strong> criterium geldt dat de persoon die de weg vraagt, met de instructies van de leerling bij de<br />

boek<strong>en</strong>winkel moet kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Probeer bij de beoordeling hiervan soepel te zijn, aangezi<strong>en</strong> het <strong>voor</strong><br />

leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> niet altijd ev<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>t is om dit soort instructies te gev<strong>en</strong>. De weg kan,<br />

maar hoeft niet gedetailleerd door de leerling beschrev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, maar wél duidelijk <strong>en</strong> niet fout te<br />

interpreter<strong>en</strong> (Bv. links- rechtsverwarring is niet toegestaan).<br />

Sommige leerling<strong>en</strong> zijn bij deze opdracht vrij ‘kort van stof’. Als ze hierbij de af te legg<strong>en</strong> weg voldo<strong>en</strong>de<br />

situer<strong>en</strong>, vormt dit ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel probleem. Ze mog<strong>en</strong> zich ook steeds ‘herpakk<strong>en</strong>’.<br />

Bv. Eerst ga je over de brug rechtdoor, dan rechts, dan door e<strong>en</strong> gangetje onder e<strong>en</strong> huis, dan links <strong>en</strong> dan<br />

b<strong>en</strong> je er (1 <strong>voor</strong> items 1, 3, 9, 11 <strong>en</strong> 13; 0 <strong>voor</strong> items 5 <strong>en</strong> 7).<br />

Maar: Eerst ga je over de brug rechtdoor, dan rechts, dan links <strong>en</strong> dan b<strong>en</strong> je er (1 <strong>voor</strong> items 1, 3 <strong>en</strong> 13;<br />

0 <strong>voor</strong> items 5, 7, 9 <strong>en</strong> 11).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 1: over de brug<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Je moet eerst de brug overstek<strong>en</strong>… = 1<br />

- Hier de brug over… = 1<br />

item 2: vorm item 1<br />

item 3: rechtdoor<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Hier ga je langs de hoofdstraat. = 1<br />

- Hier moet je rechtdoor, gewoon de baan volg<strong>en</strong>. = 1<br />

- Je gaat <strong>voor</strong>uit. = 1<br />

- Je moet zo recht gaan. = 0<br />

item 4: vorm item 3<br />

item 5: tot aan de kerk / <strong>voor</strong>bij de garage<br />

Er zijn leerling<strong>en</strong> die niet wet<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> kerk is, <strong>en</strong> die bijgevolg bij<strong>voor</strong>beeld sprek<strong>en</strong> over ‘e<strong>en</strong><br />

huis met e<strong>en</strong> kruis op’ of ‘het huis met de tor<strong>en</strong>’. Voor zover dit e<strong>en</strong>duidig kan geïnterpreteerd<br />

word<strong>en</strong>, wordt dit juist gerek<strong>en</strong>d.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dan ga je aan e<strong>en</strong> garage kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan ga je aan de overkant e<strong>en</strong> kapel zi<strong>en</strong>. = 1<br />

- Dan kom je aan de kerk, er is e<strong>en</strong> kruispunt. = 1<br />

- Dan zie je links het b<strong>en</strong>zinestation <strong>en</strong> het zwembad <strong>en</strong> rechts de kerk. = 1<br />

<strong>voor</strong>beeld overlap items 3 <strong>en</strong> 5:<br />

- Je gaat de straat helemaal af tot aan de kerk. = 1 (ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s 1 <strong>voor</strong> vorm: regionaal<br />

taalgebruik)<br />

item 6: vorm item 5<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- … tot aan bij de kerk = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

15


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

16<br />

item 7: eerste straat rechts<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Daar sla je rechtsaf. = 1<br />

- Daar ga je het voetgangerswegje in. = 1<br />

- Daar zie je e<strong>en</strong> straatje waar ge<strong>en</strong> auto’s kunn<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>. = 1<br />

- Daar zie je e<strong>en</strong> straat met twee kleine paaltjes, daar ga je in. = 1<br />

- Dan ga je e<strong>en</strong> beetje schuin. = 0<br />

- Je draait de kerk om. = 0<br />

- Aan de kerk sla je in. = 0 (niet e<strong>en</strong>duidig te interpreter<strong>en</strong>)<br />

- Je gaat rond de kerk. = 0<br />

<strong>voor</strong>beeld overlap items 3, 5 <strong>en</strong> 7:<br />

- Je gaat rechtdoor <strong>en</strong> bij de derde straat ga je naar rechts. = 1<br />

- Je gaat tot aan het kruispunt <strong>en</strong> daar ga je naar rechts. = 1 <strong>voor</strong> item 3, 0 <strong>voor</strong> items 5 <strong>en</strong> 7<br />

(niet e<strong>en</strong>duidig te interpreter<strong>en</strong>).<br />

item 8: vorm item 7<br />

item 9: door het gangetje<br />

Wees ook hier flexibel in het interpreter<strong>en</strong> van de bedoeling<strong>en</strong> van de leerling. Er kunn<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de synoniem<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong>:<br />

- onder e<strong>en</strong> klein brugje<br />

- door de grote op<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> gebouw<br />

- door het ronde huisje<br />

- door de grote (stads)poort<br />

- door e<strong>en</strong> soort van tunnel<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Daar zie je e<strong>en</strong> brugje… daar ga je door. = 1<br />

- Dan kom je onder e<strong>en</strong> huis. = 1<br />

- Je gaat over e<strong>en</strong> brug. = 0<br />

item 10: vorm item 9<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 11: naar links<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Daar ga je naar links. = 1<br />

- Daar ga je opzij. = 0 (te vaag)<br />

- Daar afslaan. = 0<br />

- Dan volg je de weg. = 0<br />

item 12: vorm item 11<br />

item 13: daar is de boek<strong>en</strong>winkel<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Daar ziet u de boek<strong>en</strong>winkel. = 1<br />

- Daar is het. = 1<br />

- Dan b<strong>en</strong> je er. = 1<br />

- Dan b<strong>en</strong> je aan de boek<strong>en</strong>. = 0<br />

- Dan b<strong>en</strong>t u aan de bibliotheek. = 0<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> overlap items 11 <strong>en</strong> 13:<br />

- Daar vlak naast is de boek<strong>en</strong>winkel. = 1 (overlap items 11 <strong>en</strong> 13)<br />

item 14: vorm item 13<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dan bij de boek<strong>en</strong>winkel b<strong>en</strong> je er. = 0<br />

item 15: de leerling geeft <strong>en</strong>kel relevante informatie<br />

De leerling beschrijft <strong>en</strong>kel de op de tek<strong>en</strong>ing aangeduide weg, <strong>en</strong> geeft hierbij ge<strong>en</strong> overbodige<br />

beschrijving<strong>en</strong>. Het kan ook zijn dat de leerling te weinig relevante informatie geeft. In teg<strong>en</strong>stelling<br />

tot de andere inhoudelijke items, kan de leerling <strong>voor</strong> dit item <strong>en</strong>kel 1 of 0 scor<strong>en</strong>.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van uitsprak<strong>en</strong> die aanleiding gev<strong>en</strong> tot 0-score:<br />

- Je stapt door tot als je de auto’s hoort. = 0<br />

- Je gaat hier rechtdoor, dan zie je e<strong>en</strong> bakker, daarna e<strong>en</strong> huisje, je ziet ook e<strong>en</strong> straat links,<br />

maar je gaat gewoon rechtdoor. = 0<br />

- Je gaat over de brug rechtdoor, niet linksaf, niet rechtsaf, dan niet rechtsaf, niet linksaf <strong>en</strong><br />

dan nog niet. = 0<br />

- Sommige leerling<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere (juiste) weg. Zij krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> score 0. Er werd<br />

immers afgesprok<strong>en</strong> dat ze de kortste weg beschrijv<strong>en</strong> (in stippellijn aangeduid).<br />

item 16: spreekgemak opdracht 1<br />

Zie algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> in verband met spreekgemak.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

17


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

18<br />

Opdracht 2: E<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is beschrijv<strong>en</strong><br />

Enkele algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>:<br />

• De volgorde waarin de verschill<strong>en</strong>de items aan bod kom<strong>en</strong> is niet van belang.<br />

• ‘M<strong>en</strong>s<strong>en</strong>’ mag word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door ‘iemand’, ‘kinder<strong>en</strong>’, meisje/jong<strong>en</strong>/man/vrouw…<br />

• De leerling hoeft in deze opdracht ge<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

op het ijs.<br />

• De leerling<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> soms uit hun rol wanneer ze de tek<strong>en</strong>ing te strikt will<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> (bv. wanneer ze<br />

vrag<strong>en</strong> om opheldering bij e<strong>en</strong> bepaald onderdeel van de tek<strong>en</strong>ing). Als ze daarna gewoon verdergaan,<br />

heeft het ge<strong>en</strong> invloed op hun score. Dit is immers typisch <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> gesimuleerde situatie, waarin de<br />

leerling<strong>en</strong> verslag moet<strong>en</strong> uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> over iets wat ze eig<strong>en</strong>lijk niet zelf hebb<strong>en</strong> beleefd.<br />

• Niet relevante informatie wordt niet beoordeeld/gescoord:<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

Er lop<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op straat.<br />

Er is iemand aan het fiets<strong>en</strong>. Hij kijkt naar de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> wil ook schaats<strong>en</strong>.<br />

Hier verkop<strong>en</strong> ze wafels.<br />

item 17: e<strong>en</strong> vrouw voert de e<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- E<strong>en</strong> vrouw geeft et<strong>en</strong> aan de vogels/viss<strong>en</strong>/kipp<strong>en</strong>/zwan<strong>en</strong> … = 1<br />

- E<strong>en</strong> mevrouw gooit brood naar de e<strong>en</strong>djes. = 1<br />

- E<strong>en</strong> oud mevrouwtje geeft de e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> voer. = 1<br />

- Die mevrouw legt kruimels <strong>voor</strong> de e<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die mevrouw is zaad <strong>voor</strong> de vogels aan het gooi<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die mevrouw staat daar naar iets te zoek<strong>en</strong>. = 0<br />

- Er zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die vuil op het ijs gooi<strong>en</strong>. = 0<br />

item 18: vorm item 17<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- En dan zwemm<strong>en</strong> er ook e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan geeft er e<strong>en</strong> mevrouw die et<strong>en</strong>. = 1<br />

item 19: gat in het ijs<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er is e<strong>en</strong> gat in het ijs. = 1<br />

- Er is e<strong>en</strong> gat in het ijs <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s mij is er iemand ingevall<strong>en</strong>. = 1<br />

- Daar staat op ‘gratis ijs’. = 0<br />

- Daar staat op ‘grat<strong>en</strong> in het ijs’. = 0<br />

- Daar staat e<strong>en</strong> bord met daarop ‘gaat niet het ijs’. = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 20: vorm item 19<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Daar is e<strong>en</strong> plakkaat met op ‘gat in het ijs’. = 1<br />

item 21: daar mag je niet op schaats<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Daar moet je oppass<strong>en</strong>. = 1<br />

- Daar mag je niet op. = 1<br />

<strong>voor</strong>beeld overlap items 19 <strong>en</strong> 21:<br />

- Er is e<strong>en</strong> gat in het ijs <strong>en</strong> er staat e<strong>en</strong> plakkaat om daar<strong>voor</strong> te waarschuw<strong>en</strong>. = 1<br />

- Er is e<strong>en</strong> gat in het ijs: gelukkig staat er e<strong>en</strong> bordje bij om daar<strong>voor</strong> te waarschuw<strong>en</strong>.<br />

(impliceert dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> daar beter niet kom<strong>en</strong>) = 1<br />

item 22: vorm item 21<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- … dat ge daar niet moogt schaats<strong>en</strong> want er is e<strong>en</strong> gat in het ijs. = 1<br />

- Er zijn ook e<strong>en</strong> gat, daar mag je niet gaan. = 0<br />

item 23: schaats<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Ze zijn aan het schaats<strong>en</strong>. = 1<br />

- E<strong>en</strong> mevrouw <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kindje zijn sam<strong>en</strong> aan het schaats<strong>en</strong>. = 1<br />

- Er is e<strong>en</strong> kindje aan het ler<strong>en</strong> schaats<strong>en</strong>. = 1<br />

- Er wordt heel veel geschaatst. =1<br />

- Er zijn schaatsers bezig. = 1<br />

- Er zijn kinder<strong>en</strong> aan het schaats<strong>en</strong>. = 1<br />

- Er zijn kinder<strong>en</strong> aan het lop<strong>en</strong> op het ijs. = 0<br />

- Er zijn kinder<strong>en</strong> aan het spel<strong>en</strong> op het ijs. (zonder meer) = 0<br />

- Er zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan het skiën. = 0<br />

item 24: vorm item 23<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Ik zie dat er veel kinder<strong>en</strong> aan het schaats<strong>en</strong> is. = 0<br />

- Er zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat op het ijs aan het schaats<strong>en</strong> zijn. = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

19


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

20<br />

item 25: rust<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- E<strong>en</strong> mevrouw zit op de kant. = 1<br />

- Die mevrouw probeert recht te staan. = 1<br />

- Daar is iemand die gevall<strong>en</strong> is. = 1<br />

- Sommig<strong>en</strong> zijn aan het rust<strong>en</strong> op de kant. = 1<br />

- Die zit daar te zitt<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die mevrouw zit te kijk<strong>en</strong> naar de andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. = 1<br />

item 26: vorm item 25<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Daar is iemand die bijna gevall<strong>en</strong>. = 0<br />

item 27: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hun schaats<strong>en</strong> aanbind<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er zijn schaatsers hun scho<strong>en</strong><strong>en</strong>/schaats<strong>en</strong> aan het aantrekk<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die is zijn schaatsscho<strong>en</strong><strong>en</strong> aan het aando<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die man kuist zijn schaats<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die man is zijn ski’s / rolschaats<strong>en</strong> aan het aando<strong>en</strong>. = 0<br />

item 28: vorm item 27<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Die is zijn schaats<strong>en</strong> aan het do<strong>en</strong>. = 0<br />

item 29: spreekgemak opdracht 2<br />

- Zie algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> in verband met spreekgemak.<br />

Opdracht 3: E<strong>en</strong> uitstalraam beschrijv<strong>en</strong><br />

Enkele algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>:<br />

Bij deze opdracht is het de bedoeling dat de leerling van zijn favoriete winkel minst<strong>en</strong>s vier<br />

ding<strong>en</strong> uit het uitstalraam bespreekt. Hij legt ook uit waarom hij dit de leukste winkel vindt. De<br />

volgorde waarin de verschill<strong>en</strong>de items bij deze opdracht aan bod kom<strong>en</strong> is niet belangrijk.<br />

Niet relevante informatie wordt niet beoordeeld/gescoord:<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- De kler<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> kapstok.<br />

- Er hang<strong>en</strong> spotjes/lampjes in de etalage.<br />

- Er hangt e<strong>en</strong> gordijntje in het uitstalraam.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 30: De leerling zegt iets over wat in het uitstalraam van de winkel staat (1).<br />

Er word<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s vier ding<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd uit het favoriete uitstalraam van de leerling. Dit wordt, per item,<br />

gescoord van item 30 tot <strong>en</strong> met item 33.<br />

Score 1:<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>: in het uitstalraam van de bakker:<br />

- (grote) taart (met e<strong>en</strong> kriekje/kersje <strong>en</strong> slagroom)<br />

- (koffie)koek, (twee) croissants<br />

- (twee) stokbrod<strong>en</strong> / Frans brood<br />

- (gewoon) brood<br />

- (twee) gebakjes/taartjes<br />

- pistolets/broodjes<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>: in het uitstalraam van de sportwinkel:<br />

- balletpakje/balletrokje/balletkleedje/balletkler<strong>en</strong><br />

- balletscho<strong>en</strong>tjes<br />

- skies/skilatt<strong>en</strong><br />

- badpak/zwempak<br />

- zwembroek<br />

- t<strong>en</strong>nisracket<br />

- (drie) t<strong>en</strong>nisball<strong>en</strong><br />

- sportscho<strong>en</strong><strong>en</strong>/turnsloef<strong>en</strong><br />

- training(spak)/trainingsbroek <strong>en</strong> -vest/jogging(spak)<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>: in het uitstalraam van de speelgoedwinkel:<br />

- (teddy)ber<strong>en</strong>/knuffels/knuffeldier<strong>en</strong><br />

- schildersezel/e<strong>en</strong> ezel <strong>voor</strong> op te schilder<strong>en</strong><br />

- schildersgerief (verf(jes), p<strong>en</strong>sel<strong>en</strong>,…)<br />

- tek<strong>en</strong>gerief (potlod<strong>en</strong>, slijper,…)<br />

- bal<br />

- gezelschapsspel(letjes)<br />

- computerspel/Gameboy<br />

- popp<strong>en</strong>/barbiepopp<strong>en</strong><br />

Score 0:<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Je kan er t<strong>en</strong>niss<strong>en</strong>. = 0<br />

- Je kan er kler<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>. = 0<br />

item 31: De leerling zegt iets over wat in het uitstalraam van de winkel staat (2).<br />

(zie item 30)<br />

item 32: De leerling zegt iets over wat in het uitstalraam van de winkel staat (3).<br />

(zie item 30)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

21


1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

22<br />

item 33: De leerling zegt iets over wat in het uitstalraam van de winkel staat (4).<br />

(zie item 30)<br />

item 34: vorm items 30 tem 33<br />

item 35: red<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er is p<strong>en</strong>sel<strong>en</strong>, popp<strong>en</strong>, gezelschapsspel<strong>en</strong> … = 0<br />

De leerling geeft e<strong>en</strong> duidelijke appreciatie waarom hij e<strong>en</strong> bepaalde etalage verkiest.<br />

Het kan zijn dat de leerling deze red<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s vermeldt wannneer hij opsomt wat hij allemaal<br />

ziet.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er zijn veel lekkere ding<strong>en</strong>. = 1<br />

- Omdat ik graag koffiekoek<strong>en</strong>/taart<strong>en</strong> (…) eet. = 1<br />

- Omdat ik dat tof vind, sport<strong>en</strong>. = 1<br />

- Omdat ik t<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> juist t<strong>en</strong>nisball<strong>en</strong> nodig heb. = 1<br />

- Omdat sport<strong>en</strong> goed is <strong>voor</strong> de gezondheid. = 1<br />

- Omdat ik graag ga zwemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> omdat ik ballet heb gedaan. = 1<br />

- Omdat er veel leuk speelgoed ligt. =1 (duidelijke appreciatie)<br />

- Omdat ik graag met speelgoed speel <strong>en</strong> ik graag iets zou will<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> natuurlijk. = 1<br />

- Omdat er veel speelgoed ligt. = 0<br />

- Je kan er veel kop<strong>en</strong>. = 0 (geeft onvoldo<strong>en</strong>de aan waarom e<strong>en</strong> bepaald uitstalraam de<br />

<strong>voor</strong>keur wegdraagt)<br />

- Omdat je daar meer kunt do<strong>en</strong>. = 0 (idem)<br />

- Omdat het e<strong>en</strong> mooi uitzicht heeft. = 0<br />

- Omdat er mooie ding<strong>en</strong> staan. = 0<br />

- Daar kan je alle kler<strong>en</strong> aando<strong>en</strong> om te sport<strong>en</strong>. = 0<br />

item 36: vorm item 35<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er is ook e<strong>en</strong> gezelschapsspelletje, daar kan je mee e<strong>en</strong> spelletje spel<strong>en</strong> met je familie. = 1<br />

- Omdat er zijn t<strong>en</strong>nisball<strong>en</strong> <strong>en</strong> rakett<strong>en</strong>. = 1<br />

- Omdat is leuk is om te spel<strong>en</strong>. = 1<br />

- Dat is e<strong>en</strong> leuke winkel omdat ge daarmee kunt spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo. = 0<br />

- Ik kies de bakker omdat je brood elke dag nodig heeft. = 0<br />

- Ik kan daar spel<strong>en</strong> veel meer. = 0<br />

item 37: spreekgemak opdracht 3<br />

Zie algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> in verband met spreekgemak.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de spreektoets<br />

‘Wo<strong>en</strong>sdagnamiddag in de stad’<br />

WOENSDAGNAMIDDAG • sprek<strong>en</strong> <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde eerste trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

47 - 55 40 - 46 32 39 24 -31 min 31<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

23


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

sprek<strong>en</strong><br />

subtotaal<br />

leerling IEMAND WEGWIJS MAKEN EEN GEBEURTENIS BESCHRIJVEN<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29<br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

leerling EEN UITSTALRAAM BESCHRIJVEN<br />

sprek<strong>en</strong><br />

totaal<br />

30 31 32 33 34 35 36 37<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

4 1<br />

7<br />

8<br />

9<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A1


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A2


BAKKER<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B1


SPEELGOEDWINKEL<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B2


SPORTWINKEL<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B3


Opdracht 1: Iemand wegwijs mak<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

LEERLING ZEGT...<br />

over de brug<br />

rechtdoor<br />

tot aan de kerk / <strong>voor</strong>bij de garage<br />

eerste straat rechts<br />

door het gangetje<br />

naar links<br />

daar is de boek<strong>en</strong>winkel<br />

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

Opdracht 2: E<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is beschrijv<strong>en</strong><br />

LEERLING ZEGT... TOETSAFNEMER VRAAGT + WIJST NAAR...<br />

e<strong>en</strong> vrouw voert de e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Wat doet deze vrouw?<br />

gat in het ijs Wat is dit?<br />

daar mag je niet op schaats<strong>en</strong><br />

schaats<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Wat do<strong>en</strong> deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> / doet deze man/vrouw?<br />

rust<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Wat do<strong>en</strong> deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> / doet deze man/vrouw?<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hun schaats<strong>en</strong> aanbind<strong>en</strong> Wat do<strong>en</strong> deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> / doet deze man/vrouw?<br />

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

Opdracht 3: E<strong>en</strong> uitstalraam beschrijv<strong>en</strong><br />

LEERLING ZEGT... TOETSAFNEMER VRAAGT NAAR...<br />

(min. 4 ding<strong>en</strong> Wat zie je nog meer in het uitstalraam?<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

min. 1 red<strong>en</strong> Waarom vind je dit het leukste uitstalraam?<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

bijlage B4


DE AVOND NA DE SPORTDAG...<br />

om hulp vrag<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> ongeluk<br />

verslag uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> over sportdag<br />

e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje uitnodig<strong>en</strong> via de telefoon<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> drie verschill<strong>en</strong>de opdrachtjes waarin ze e<strong>en</strong> beroep<br />

moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op hun spreekvaardigheid:<br />

1 als je op e<strong>en</strong> avond naar huis gaat, zie je dat e<strong>en</strong> meisje van de<br />

glijbaan is gevall<strong>en</strong> in de speeltuin; je gaat bij e<strong>en</strong> huis aanbell<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

om hulp vrag<strong>en</strong><br />

2 thuis br<strong>en</strong>g je verslag uit over de sportdag<br />

3 later bel je e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje op om hem uit te nodig<strong>en</strong> <strong>voor</strong> je<br />

verjaardagsfeestje<br />

De opdracht<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> m.b.t. k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de communicatieve situatie,<br />

bv. de spreker, de luisteraar, de relatie tuss<strong>en</strong> beide, het onderwerp, de<br />

context <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> klassikaal de introductie <strong>en</strong> de instructies <strong>voor</strong> de drie<br />

tak<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong>lijke afname gebeurt individueel <strong>en</strong> neemt per leerling<br />

ongeveer 10 minut<strong>en</strong> in beslag. De prestatie van elke leerling op de toets<br />

wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op cassette.<br />

scoring Deze toets bevat 31 scoorbare items. Het betreft de criteria waarmee<br />

rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> wordt bij het beoordel<strong>en</strong> van de prestatie van de<br />

leerling. Deze hebb<strong>en</strong> zowel betrekking op de inhoud als de vorm van de<br />

uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>, als ook op de <strong>vlot</strong>heid van hun spreekgedrag.<br />

materiaal <strong>en</strong>kele exemplar<strong>en</strong> van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij opdracht 1 (bijlage A) <strong>en</strong> bij<br />

opdracht 2 (bijlage B), <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> scoreblad (bijlage C) e<strong>en</strong><br />

cassetterecorder (met microfoon) <strong>en</strong> lege cassettes (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>), e<strong>en</strong><br />

telefoontoestel (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>).<br />

Vergroot ev<strong>en</strong>tueel bijlage A <strong>en</strong> B.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze zo dadelijk één <strong>voor</strong> één bij jou moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> spreekopdracht.<br />

Jij gaat nu vertell<strong>en</strong> waar die opdracht over gaat.<br />

Het is namiddag <strong>en</strong> je b<strong>en</strong>t op weg van school naar huis. Vandaag heb je<br />

sportdag gehad op school. Het was fijn, dus je b<strong>en</strong>t goedgezind.<br />

Op de weg van school naar huis kom je langs e<strong>en</strong> speeltuin. Soms ga je<br />

daar nog ev<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>, maar vandaag b<strong>en</strong> je al uitgespeeld. Je kijkt ev<strong>en</strong><br />

naar de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de speeltuig<strong>en</strong>. Maar ... wat zie je daar gebeur<strong>en</strong>?!<br />

E<strong>en</strong> meisje dat aan het spel<strong>en</strong> is, valt. Is er nog iemand anders die het<br />

gezi<strong>en</strong> heeft? Nee, jij b<strong>en</strong>t de <strong>en</strong>ige. Je moet hulp hal<strong>en</strong>, want het is<br />

ernstig. Je moet gaan aanbell<strong>en</strong> bij het dichtstbijzijnde huis <strong>en</strong> aan de<br />

persoon die op<strong>en</strong>doet vertell<strong>en</strong> wat er gebeurd is <strong>en</strong> om hulp vrag<strong>en</strong>.<br />

Dat gaan jullie straks bij mij do<strong>en</strong>: spel<strong>en</strong> dat je aanbelt <strong>en</strong> de juiste<br />

ding<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>. Ik zal de persoon spel<strong>en</strong> die op<strong>en</strong>doet. Jullie<br />

bekijk<strong>en</strong> deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. (Toon de grote versie van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in bijlage A <strong>en</strong> zeg teg<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> dat zij daarvan zo dadelijk e<strong>en</strong> kleine versie krijg<strong>en</strong>.)<br />

Als je er<strong>voor</strong> gezorgd hebt dat het meisje geholp<strong>en</strong> wordt, stap je verder<br />

naar huis. Thuis vertel je natuurlijk eerst aan je mama of papa wat je<br />

onderweg hebt meegemaakt. Maar dan will<strong>en</strong> mama <strong>en</strong> papa ook wet<strong>en</strong><br />

hoe de sportdag geweest is. Je gaat vertell<strong>en</strong> wat je allemaal hebt gedaan:<br />

welke sport<strong>en</strong> je hebt geprobeerd <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

Ook dat gaan jullie dadelijk aan mij vertell<strong>en</strong>. Ik speel mama of papa <strong>en</strong><br />

jij vertelt aan mij wat je gedaan hebt tijd<strong>en</strong>s de sportdag. Daar<strong>voor</strong><br />

krijg<strong>en</strong> jullie deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, daar staat alles op. (Toon de grote versie van de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in bijlage B <strong>en</strong> zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat zij daarvan zo dadelijk e<strong>en</strong> kleine versie krijg<strong>en</strong>.)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


En dan moet er nog één ding gebeur<strong>en</strong>: mama herinnert je eraan dat je<br />

nog naar e<strong>en</strong> klasg<strong>en</strong>ootje moet telefoner<strong>en</strong> om te vrag<strong>en</strong> of hij of zij<br />

naar je verjaardagsfeestje wil kom<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong>kort b<strong>en</strong> je immers jarig. Je<br />

hebt al <strong>en</strong>kele vri<strong>en</strong>djes <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dinnetjes uitg<strong>en</strong>odigd om naar het<br />

feestje te kom<strong>en</strong>. Maar nu wil je nog iemand van je klas uitnodig<strong>en</strong>. Bel<br />

je klasg<strong>en</strong>ootje op <strong>en</strong> vertel hem of haar alles wat hij of zij moet wet<strong>en</strong><br />

om naar je feestje te kom<strong>en</strong>. Vertel wanneer <strong>en</strong> waar het feestje is, om<br />

hoe laat het begint <strong>en</strong> eindigt, <strong>en</strong> of er iets moet meegebracht word<strong>en</strong>,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> cadeautje.<br />

Ik zal het klasg<strong>en</strong>ootje spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> jij gaat mij opbell<strong>en</strong>.<br />

Hier heb je ge<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> nodig.<br />

Die drie opdrachtjes gaan jullie zo dadelijk allemaal één <strong>voor</strong> één<br />

uitvoer<strong>en</strong>. Maar jullie mog<strong>en</strong> op <strong>voor</strong>hand naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ik zal alles ook nog e<strong>en</strong>s kort herhal<strong>en</strong> als je bij mij komt. Ook tijd<strong>en</strong>s<br />

de opdracht mag je naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

3


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Toets<br />

Regel nu het praktische verloop van de afname:<br />

- De leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij jou kom<strong>en</strong> om de drie spreektak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>.<br />

- Bepaal duidelijk waar dat zal gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke volgorde.<br />

- Geef één exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan de leerling die de opdracht<strong>en</strong> als eerste zal aflegg<strong>en</strong>. Zeg<br />

dat hij er in de klas ev<strong>en</strong> mag naar kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> over nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, <strong>en</strong> over <strong>en</strong>kele minuutjes naar jou mag<br />

kom<strong>en</strong>. (Intuss<strong>en</strong> kun jij alles klaarzett<strong>en</strong> in het afnamelokaal.) Dan moet hij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> doorgev<strong>en</strong><br />

aan de volg<strong>en</strong>de leerling in de klas = de leerling die als tweede zal kom<strong>en</strong>.<br />

Zo word<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> steeds doorgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouwd<br />

word<strong>en</strong> met wat erop staat. Dit verkort de afnametijd.<br />

B<strong>en</strong>adruk wel dat de leerling<strong>en</strong> MEER TIJD MOETEN BESTEDEN AAN DE TEKENING VAN DE<br />

SPORTDAG DAN AAN DIE VAN DE SPEELTUIN.<br />

In het afnamelokaal vind<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> uiteraard dezelfde tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> terug.<br />

Schakel de leerkracht die in de klas blijft in bij deze praktische regeling<strong>en</strong>. Probeer zoveel mogelijk aan<br />

te sluit<strong>en</strong> bij wat de leerling<strong>en</strong> op dit vlak gewoon zijn (bv. bij individuele leesproev<strong>en</strong>). Het is belangrijk<br />

dat deze praktische afsprak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kinder<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> extra moeilijkhed<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />

In het afnamelokaal: stel de leerling bij wie je de toets gaat afnem<strong>en</strong> zoveel mogelijk op zijn gemak.<br />

Herhaal kort de instructie <strong>voor</strong> opdracht 1 (zie verder) <strong>en</strong> laat de leerling prat<strong>en</strong>.<br />

Hetzelfde gebeurt bij opdracht 2 <strong>en</strong> 3 (zie verder).<br />

Vul ondertuss<strong>en</strong> zo nauwkeurig mogelijk het scoreblad (bijlage C) in. In de tabell<strong>en</strong> op dat blad vind je<br />

per opdracht de onderdel<strong>en</strong> van de taak waarover de leerling iets moet vertell<strong>en</strong>. Als de leerling die<br />

ding<strong>en</strong> effectief <strong>en</strong> uit zichzelf zegt, zet je e<strong>en</strong> kruisje in de tweede kolom. Let wel: wat de leerling zegt,<br />

moet zinvol/juist zijn. Zoniet scoor je 0. Voor <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van wat zinvol/juist is <strong>en</strong> wat niet, zie<br />

scoringswijzer.<br />

Het invull<strong>en</strong> van dit scoreblad is nog ge<strong>en</strong> definitieve beoordeling, maar biedt de nodige houvast tijd<strong>en</strong>s de<br />

afname (wat heeft de leerling al gezegd <strong>en</strong> wat niet?). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vergemakkelijkt dit het scor<strong>en</strong> achteraf.<br />

Geef de leerling per opdracht voldo<strong>en</strong>de tijd om alles te zegg<strong>en</strong> wat hij noodzakelijk acht, <strong>en</strong> dit<br />

misschi<strong>en</strong> niet in de meest <strong>voor</strong> de hand ligg<strong>en</strong>de volgorde.<br />

Pas als de leerling uitgepraat is, ga jij hem, als gesprekspartner, vrag<strong>en</strong> naar belangrijke informatie die<br />

hij als spreker vergat te vermeld<strong>en</strong>. Deze vraag stel je e<strong>en</strong>maal.<br />

Je vraagt niet meer naar de ding<strong>en</strong> waar de leerling iets over heeft gezegd dat fout of onvoldo<strong>en</strong>de<br />

was.<br />

De vrag<strong>en</strong> die je moet stell<strong>en</strong> vind je in de kolom ‘toetsafnemer vraagt naar ...’ op het scoreblad. Als de<br />

leerling e<strong>en</strong> zinvol/juist antwoord geeft, zet je e<strong>en</strong> kruisje in deze kolom. Als dat niet zo is, e<strong>en</strong> 0.<br />

In de scoringswijzer vind je per item richtlijn<strong>en</strong> over wat als e<strong>en</strong> zinvol antwoord wordt beschouwd, <strong>en</strong><br />

wanneer je nog moet doorvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer niet.<br />

Let op: Het kan gebeur<strong>en</strong> dat de leerling meerdere deeltjes informatie vergeet te vermeld<strong>en</strong>. Eén vraag<br />

kan dan voldo<strong>en</strong>de zijn, om alle ontbrek<strong>en</strong>de informatie los te mak<strong>en</strong>. In dat geval wordt <strong>en</strong>kel<br />

het antwoord op de gestelde vraag in de kolom ‘toetsafnemer vraagt naar ...’ beoordeeld, de<br />

overige antwoord<strong>en</strong> weer in de kolom ‘leerling zegt uit zichzelf....’<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Bij de definitieve beoordeling van de opdracht zal het e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> of de leerling bepaalde informatie<br />

uit zichzelf heeft gegev<strong>en</strong> of niet. Dat maakt immers deel uit van de totale spreeksituatie <strong>en</strong> –vaardigheid.<br />

Je neemt alles op op cassette, zodat het niet nodig is de leerling te lat<strong>en</strong> herhal<strong>en</strong> of te lat<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong><br />

totdat jij het scoreblad nauwkeurig hebt ingevuld. Met de vorm moet je nog ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>. Als<br />

de inhoud begrijpelijk is, krijgt de leerling e<strong>en</strong> kruisje.<br />

E<strong>en</strong> leerling mag ook meer vertell<strong>en</strong> dan datg<strong>en</strong>e wat in de tabell<strong>en</strong> is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Laat de leerling<strong>en</strong><br />

die dat do<strong>en</strong> vrijuit prat<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong> te ver uitweid<strong>en</strong>, laat h<strong>en</strong> dan afrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> ga verder met de<br />

volg<strong>en</strong>de opdracht.<br />

Op het scoreblad is ruimte <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> om kort te noter<strong>en</strong> wat de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel extra vertell<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

5


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Opdracht 1 – Speeltuin<br />

Vul de naam van de leerling in op het toetsblad.<br />

Leg de twee tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het meisje in de speeltuin (zie bijlage A) <strong>voor</strong> de leerling <strong>en</strong> herhaal de<br />

instructie <strong>voor</strong> de eerste opdracht.<br />

Op tek<strong>en</strong>ing 1 zie je het meisje dat aan het spel<strong>en</strong> is in de speeltuin.<br />

Jij loopt op dat mom<strong>en</strong>t <strong>voor</strong>bij de speeltuin. Plots valt het meisje. Kijk<br />

maar naar tek<strong>en</strong>ing 2. Jij ziet dat gebeur<strong>en</strong>. Je wilt het meisje help<strong>en</strong>,<br />

maar het is heel ernstig.<br />

Daarom ga je bij het dichtstbijzijnde huis aanbell<strong>en</strong> om hulp te vrag<strong>en</strong>.<br />

Je moet aan de persoon die op<strong>en</strong>doet dus precies vertell<strong>en</strong> wat er is<br />

gebeurd <strong>en</strong> hulp vrag<strong>en</strong>. Ik speel de persoon die op<strong>en</strong>doet. Begin maar<br />

te prat<strong>en</strong>.<br />

Deze opdracht mag niet echt <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> nodig kan je de instructie nog e<strong>en</strong>s<br />

woordelijk herhal<strong>en</strong>.<br />

Beide tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn duidelijk. Heeft de leerling er vrag<strong>en</strong> over, dan mag je daar niet op ingaan. Het<br />

gevaar bestaat immers dat je zo teveel <strong>voor</strong>zegt van wat de leerling zo dadelijk gaat moet<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>.<br />

Zeg in dat geval aan de leerling dat hij zelf moet besliss<strong>en</strong> wat er is gebeurd.<br />

Zet de cassetterecorder aan <strong>en</strong> spreek de naam van de leerling in. Laat de leerling dan met de opdracht<br />

beginn<strong>en</strong>. De cassetterecorder blijft nu gedur<strong>en</strong>de de hele toets opnem<strong>en</strong>. Zet hem niet af tuss<strong>en</strong> de<br />

opdracht<strong>en</strong> in, want dat vestigt er teveel de aandacht van de leerling<strong>en</strong> op. En dan zull<strong>en</strong> ze zich<br />

misschi<strong>en</strong> geremd voel<strong>en</strong> om te sprek<strong>en</strong>.<br />

Jij speelt de rol van de persoon die de deur op<strong>en</strong>doet wanneer de leerling aanbelt. Gun de leerling de<br />

tijd om zelf het verhaal helemaal te do<strong>en</strong>. Let op: stel ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele vraag die inhoud uitlokt wanneer<br />

je zogezegd de deur op<strong>en</strong>doet! (niet: “Wat is er?”; hoogst<strong>en</strong>s: “Ja?” of “Dag”.) Stel pas vrag<strong>en</strong> wanneer<br />

de leerling ess<strong>en</strong>tiële ding<strong>en</strong> vergeet te vertell<strong>en</strong> (zie bijlage C).<br />

Let op: - Het volstaat dat de leerling<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat het meisje gevall<strong>en</strong> is. ‘Van de glijbaan’ moet er niet<br />

bij. (wat? item 1)<br />

- ‘Van de glijbaan’ kan als voldo<strong>en</strong>de indicatie van de plaats word<strong>en</strong> beschouwd. De plaats kan<br />

ook word<strong>en</strong> aangeduid met ‘speeltuin’ of ‘park’. Eén van deze mogelijkhed<strong>en</strong> volstaat. (waar?<br />

item 3)<br />

Deze opdracht mag in principe niet te lang dur<strong>en</strong>. Er is immers ge<strong>en</strong> tijd <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> lang verhaal (de hulp<br />

moet snel kom<strong>en</strong>). Onderbreek de leerling<strong>en</strong> echter niet wanneer ze irrelevante ding<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>. Dat<br />

maakt deel uit van de opdracht <strong>en</strong> wordt apart beoordeeld (achteraf).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Opdracht 2 – Sportdag<br />

Na het beëindig<strong>en</strong> van de eerste opdracht, begin je onmiddellijk met het uitlegg<strong>en</strong> van de tweede:<br />

sportdag. Geef de leerling het blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over de sportdag (zie bijlage B).<br />

Je hebt vandaag op school meegedaan aan de sportdag. Op deze<br />

tek<strong>en</strong>ing zie je wat je allemaal hebt gedaan. Nu b<strong>en</strong> je thuis <strong>en</strong> je ouders<br />

vrag<strong>en</strong> hoe het is geweest op de sportdag. Je vertelt h<strong>en</strong> wat je allemaal<br />

hebt gedaan: welke sport<strong>en</strong> je hebt geprobeerd <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

Ik speel één van je ouders. Ik luister dus naar wat jij allemaal teg<strong>en</strong> me<br />

vertelt. Je mag tijd<strong>en</strong>s je verhaal naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>. Begin<br />

maar te prat<strong>en</strong>.<br />

Ook deze opdracht mag niet echt <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> nodig kan je de instructie nog e<strong>en</strong>s op<br />

dezelfde wijze herhal<strong>en</strong>.<br />

De tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn duidelijk. Heeft de leerling er vrag<strong>en</strong> over, dan mag je daar niet op ingaan. Het gevaar<br />

bestaat immers dat je zo teveel <strong>voor</strong>zegt van wat de leerling er zo dadelijk over kan vertell<strong>en</strong>. Zeg in dat<br />

geval aan de leerling dat hij zelf mag kiez<strong>en</strong> wat hij d<strong>en</strong>kt dat op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> staat.<br />

Laat de leerling dan met de opdracht beginn<strong>en</strong>.<br />

Jij speelt de rol van één van de ouders van de leerling: in de eerste plaats b<strong>en</strong> je e<strong>en</strong> luisteraar <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

gesprekspartner.<br />

Stel <strong>en</strong>kel vrag<strong>en</strong> wanneer de leerling uitgepraat is <strong>en</strong> toch belangrijke ding<strong>en</strong> vergat te vermeld<strong>en</strong> (zie<br />

bijlage C). Wacht zeker tot op het einde, want het kan zijn dat de leerling de ding<strong>en</strong> niet in chronologische<br />

volgorde vertelt. Dat wordt apart beoordeeld (achteraf) <strong>en</strong> je moet er dus bij de afzondelijke items ge<strong>en</strong><br />

rek<strong>en</strong>ing mee houd<strong>en</strong>.<br />

Let op: Voor het item ‘et<strong>en</strong>’ (11) volstaat het niet om te zegg<strong>en</strong> ‘We hebb<strong>en</strong> geget<strong>en</strong>’. Er moet minst<strong>en</strong>s<br />

word<strong>en</strong> vermeld dat er wordt gepicknickt of dat er boterhamm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geget<strong>en</strong>. Als de<br />

leerling echter e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e uitspraak doet, moet je niet verder vrag<strong>en</strong> naar wat hij dan<br />

geget<strong>en</strong> heeft. Het antwoord wordt niet goed gerek<strong>en</strong>d (0).<br />

Hetzelfde geldt wanneer de leerling<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat ze ‘pauze’ hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> nalat<strong>en</strong> te vermeld<strong>en</strong><br />

dat ze intuss<strong>en</strong> dronk<strong>en</strong> (item 13): niet doorvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> 0 scor<strong>en</strong>. Ze hebb<strong>en</strong> iets gezegd over<br />

wat er op het pr<strong>en</strong>tje staat, maar we beschouw<strong>en</strong> het als onvoldo<strong>en</strong>de expliciet.<br />

Laat ruimte <strong>voor</strong> de fantasie <strong>en</strong> de persoonlijke interesses van de leerling. Hij zal over bepaalde ding<strong>en</strong><br />

op de plaat misschi<strong>en</strong> meer vertell<strong>en</strong> dan eig<strong>en</strong>lijk nodig is. Toch mag je deze opdracht niet te lang lat<strong>en</strong><br />

dur<strong>en</strong>. Spoor de leerling aan verder te gaan wanneer hij te lang bij e<strong>en</strong> bepaalde tek<strong>en</strong>ing blijft stilstaan.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

7


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Opdracht 3 Verjaardagsfeestje<br />

Herhaal kort de instructie <strong>voor</strong> de laatste opdracht:<br />

Wanneer b<strong>en</strong> jij jarig? (Laat de leerling antwoord<strong>en</strong>.) Je gaat nu spel<strong>en</strong> dat het<br />

bijna … (noem de datum) is <strong>en</strong> je gaat e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje houd<strong>en</strong>. Je hebt<br />

al <strong>en</strong>kele vri<strong>en</strong>djes <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dinnetjes uitg<strong>en</strong>odigd om naar het feestje te<br />

kom<strong>en</strong>.<br />

Maar nu wil je nog iemand van je klas uitnodig<strong>en</strong>. Kies zelf maar wie.<br />

(Laat de leerling e<strong>en</strong> naam noem<strong>en</strong> van iemand van zijn klas.) Je gaat naar X (noem de naam)<br />

telefoner<strong>en</strong> om te vrag<strong>en</strong> of hij/zij kan kom<strong>en</strong>. Je vertelt X alles wat<br />

hij/zij moet wet<strong>en</strong> om naar je feestje te kom<strong>en</strong>. Je moet dus vertell<strong>en</strong><br />

wanneer <strong>en</strong> waar het feestje is, om hoe laat het begint <strong>en</strong> eindigt, of er<br />

iets speciaals, bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> cadeautje, moet meegebracht word<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

Ik speel X.<br />

D<strong>en</strong>k dan nu ev<strong>en</strong> na over wie je gaat opbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat je precies teg<strong>en</strong><br />

hem of haar gaat zegg<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de leerling nog niet begrijpt wat hij precies moet do<strong>en</strong>, kan je alles snel opnieuw uitlegg<strong>en</strong>.<br />

Gebruik daartoe dezelfde woord<strong>en</strong> als de eerste keer. Zorg er<strong>voor</strong> dat je niet teveel tijd verliest. De<br />

opdracht is e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> mag eig<strong>en</strong>lijk niet <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>.<br />

Geef de leerling dan e<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong>tal second<strong>en</strong> (niet meer!) de tijd om te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> welk klasg<strong>en</strong>ootje hij<br />

zal opbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke informatie hij zal doorgev<strong>en</strong> over het feestje.<br />

Schuif dan het telefoontoestel (indi<strong>en</strong> aanwezig) naar de leerling toe <strong>en</strong> laat hem aan de opdracht<br />

beginn<strong>en</strong>.<br />

Jij speelt de rol van het opgebelde klasg<strong>en</strong>ootje. Je neemt de uitnodiging uiteraard aan. Geef de leerling<br />

de tijd om zelf helemaal de uitnodiging te do<strong>en</strong>. Als de leerling <strong>en</strong>kele ess<strong>en</strong>tiële ding<strong>en</strong> (zoals<br />

bij<strong>voor</strong>beeld wanneer het feestje plaatsvindt) niet vermeldt, stel dan pas op het einde de nodige vrag<strong>en</strong><br />

(zie bijlage C).<br />

Let op: - Veel leerling<strong>en</strong> gaan ervan uit dat verjaardagsfeestjes thuis plaatsvind<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> na dat<br />

expliciet te vermeld<strong>en</strong>. In dat geval moet je ernaar vrag<strong>en</strong>. (item 23)<br />

- Als e<strong>en</strong> leerling daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zegt ‘We gaan naar het zwembad’. volstaat dat <strong>voor</strong> het item<br />

‘waar?’, ook al vermeldt deze leerling niet waar zijn klasg<strong>en</strong>ootje wordt verwacht. Je moet er<br />

dus niet verder naar vrag<strong>en</strong>. Bij ‘We gaan zwemm<strong>en</strong>’. zonder plaatsaanduiding<strong>en</strong>, stel je als<br />

toetsafnemer nog de vraag uit de derde kolom.<br />

- Als e<strong>en</strong> leerling uit zichzelf zegt wanneer het feestje begint maar niet wanneer het eindigt, hoef<br />

je niet meer naar het einduur te vrag<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


- Als e<strong>en</strong> leerling gewoon positief (Ja) antwoordt op de vraag ‘Moet ik iets speciaals meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>?’<br />

of hij zegt uit zichzelf ‘Je mag iets meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.’ vraag je ook niet verder door. De score<br />

is in beide gevall<strong>en</strong> 0.<br />

De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> e<strong>en</strong> heleboel ding<strong>en</strong> bij het gesprek verzinn<strong>en</strong>. Maar bij leerling<strong>en</strong> die blijv<strong>en</strong><br />

uitweid<strong>en</strong>, kan je op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t het telefoongesprek zelf afsluit<strong>en</strong> (bij<strong>voor</strong>beeld door (als<br />

klasg<strong>en</strong>ootje) te zegg<strong>en</strong> dat je nog huiswerk moet gaan mak<strong>en</strong>).<br />

Of de leerling<strong>en</strong> veel extra, maar eig<strong>en</strong>lijk irrelevante, informatie gev<strong>en</strong>, wordt niet apart beoordeeld.<br />

Deze leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel vaak de ess<strong>en</strong>tiële informatie uit zichzelf verget<strong>en</strong> te vermeld<strong>en</strong>. Daardoor<br />

scor<strong>en</strong> ze automatisch minder.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

Enkele algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> optimaal verloop van de spreektoets:<br />

❑ De afname moet plaatsvind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere ruimte dan de klas. Dan heerst er rust <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> elkaar niet hor<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>.<br />

❑ Zorg er<strong>voor</strong> dat je de opname-apparatuur hebt geïnstalleerd (zo discreet mogelijk) <strong>en</strong> de werking<br />

ervan hebt uitgetest <strong>voor</strong>aleer je met de toets begint.<br />

❑ Laat de leerling <strong>voor</strong> jou gaan zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> leg de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage A <strong>en</strong> B) <strong>voor</strong> hem. Zorg er<strong>voor</strong><br />

dat je zelf ook ev<strong>en</strong>tueel iets kan aanduid<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Ga echter niet te dicht bij de leerling<br />

zitt<strong>en</strong>. Je moet immers scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat kan de leerling afleid<strong>en</strong>.<br />

❑ Neem per leerling e<strong>en</strong> nieuw scoreblad (zie bijlage C) <strong>en</strong> schrijf bov<strong>en</strong>aan naam, <strong>voor</strong>naam <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel nummer van de leerling.<br />

❑ Spreek de naam van de leerling in op de cassette bij het begin van de toets, maar neem de<br />

instructies die je nog geeft bij <strong>voor</strong>keur niet op.<br />

❑ Het is van groot belang dat je bij alle getoetste leerling<strong>en</strong> steeds hetzelfde zegt, niet meer of niet<br />

minder. Zo krijgt elke leerling dezelfde hoeveelheid informatie <strong>en</strong> begint niemand met <strong>voor</strong>- of nadeel<br />

aan de opdracht.<br />

❑ Vraag de leerling tijd<strong>en</strong>s de toets duidelijk, maar tegelijkertijd zo gewoon mogelijk te sprek<strong>en</strong>. Er<br />

moet bij<strong>voor</strong>beeld niet luider gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan normaal.<br />

❑ Wanneer je de leerling niet goed hebt verstaan, vraag je of hij het nog e<strong>en</strong>s wil herhal<strong>en</strong>. Wanneer<br />

hij echter zo onduidelijk spreekt dat je hem na e<strong>en</strong> derde herhaling nog niet verstaat, laat je dat zo.<br />

Noteer het wel op het scoreblad van de leerling. Daar wordt bij het scor<strong>en</strong> dan rek<strong>en</strong>ing mee<br />

gehoud<strong>en</strong>.<br />

❑ Wanneer de leerling na de (klassikale) introductie <strong>en</strong> instructie nog niet begrijpt wat hij precies moet<br />

do<strong>en</strong>, kan je alles snel opnieuw uitlegg<strong>en</strong>. Zorg er echter <strong>voor</strong> dat je niet teveel tijd verliest. De<br />

opdracht is e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> mag eig<strong>en</strong>lijk niet <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>.<br />

❑ Als dat al in de klas is gebeurd, hoef je in principe ge<strong>en</strong> tijd meer te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> om de tek<strong>en</strong>ing te<br />

bekijk<strong>en</strong>.<br />

❑ Probeer het gesprek tuss<strong>en</strong> de leerling <strong>en</strong> jou zo natuurlijk mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Reageer<br />

wanneer de leerling tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> opdracht iets vraagt. Beperk echter je interv<strong>en</strong>ties als toetsafnemer/<br />

gesprekspartner tot e<strong>en</strong> strikt minimum. Veel leerling<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> nauwelijks dat je iets zegt <strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> het integ<strong>en</strong>deel moeilijk om in te schatt<strong>en</strong> welke ‘rol’ je speelt. Andere leerling<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong><br />

dan weer wel e<strong>en</strong> echte gesprekspartner, maar verget<strong>en</strong> die vaak snel, e<strong>en</strong>s ze goed op dreef zijn.<br />

Het scor<strong>en</strong> van de inhoudelijke aspect<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de opdracht, vergemakkelijkt het aannem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

neutrale houding.<br />

❑ Het zal wellicht <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling on<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>e ding<strong>en</strong> zegt of vraagt. Reageer daarop naar<br />

eig<strong>en</strong> goeddunk<strong>en</strong> <strong>en</strong> noteer dit <strong>voor</strong>val op het toetsblad van de leerling. Zo kan je er achteraf naar<br />

teruggrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vergelijkbare manier reager<strong>en</strong> bij andere leerling<strong>en</strong>. Maar onthou: hoe meer<br />

je tuss<strong>en</strong>komt of reageert, hoe meer verschill<strong>en</strong> je creëert tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong>. En dat moet zoveel<br />

mogelijk word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.<br />

❑ Voorzie na elke toetsafname ev<strong>en</strong>tjes de tijd om ev<strong>en</strong>tuele bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij de prestaties van de<br />

leerling op het scoreblad neer te schrijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij opdracht 1 (A)<br />

- tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij opdracht 2 (B)<br />

- scoreblad per leerling (C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

11


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

12<br />

Scoringswijzer bij de spreektoets<br />

‘De avond na de sportdag’<br />

De eerste beoordeling van de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> gebeurde tijd<strong>en</strong>s de afname. Nu moet deze<br />

beoordeling word<strong>en</strong> geverifiëerd <strong>en</strong> verder aangevuld op basis van onderstaande instructies.<br />

De spreektak<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld aan de hand van drie belangrijke criteria die de<br />

basis vorm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e beoordeling van spreekvaardigheid: inhoud, vorm <strong>en</strong> spreekgemak.<br />

Inhoud<br />

- Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />

- Relevantie<br />

- Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />

- Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />

- Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

Vorm<br />

- Communicatief adequaat: te begrijp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar<br />

- Afhankelijk van de inhoud: is de inhoud niet vermeld of is de inhoud fout, dan kan de vorm<br />

ervan ook niet beoordeeld word<strong>en</strong>.<br />

Spreekgemak<br />

- Vlotheid van sprek<strong>en</strong><br />

Uit dit schema selecter<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie inhoud <strong>voor</strong> de drie opdracht<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de parameters:<br />

Opdracht 1: Speeltuin<br />

Opdracht 2: Sportdag<br />

- ‘volledigheid van informatie’ want die is ess<strong>en</strong>tieel<br />

Dit wordt beoordeeld aan de hand van vier belangrijke onderdeeltjes.<br />

- ‘relevantie’ want er is in het kader van deze opdracht ge<strong>en</strong> ruimte <strong>voor</strong> irrelevante<br />

informatie<br />

Dit wordt globaal beoordeeld <strong>voor</strong> de hele opdracht.<br />

- ‘waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie’ want die wordt aangereikt op de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Dit wordt beoordeeld aan de hand van vier relevante onderdeeltjes.<br />

- ‘logische volgorde van de informatie’ (belangrijk <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goed begrip door de luisteraar)<br />

Dit wordt globaal beoordeeld <strong>voor</strong> de hele opdracht.<br />

Opdracht 3: Verjaardagsfeestje<br />

- ‘volledigheid van informatie’<br />

Dit wordt beoordeeld aan de hand van vijf ess<strong>en</strong>tiële onderdeeltjes.<br />

Door er rek<strong>en</strong>ing mee te houd<strong>en</strong> of de leerling de informatie uit zichzelf vermeldt of niet,<br />

betrek je hier ook het criterium ‘relevantie’ of ‘goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong><br />

bijzak<strong>en</strong>’ in de beoordeling: er is hier wel <strong>en</strong>ige ruimte <strong>voor</strong> irrelevante informatie<br />

(bijzak<strong>en</strong>), maar leerling<strong>en</strong> die dat soort informatie vermeld<strong>en</strong>, verget<strong>en</strong> daarbij vaak dat<br />

de ess<strong>en</strong>tiële, praktische informatie (hoofdzak<strong>en</strong>) in dit geval veel belangrijker is.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Vorm wordt <strong>voor</strong> deze opdracht ingevuld door te kijk<strong>en</strong> naar de zinsbouw (op basisniveau) van de<br />

inhoudelijke onderdel<strong>en</strong>.<br />

Spreekgemak wordt per opdracht als geheel beoordeeld.<br />

- Elk onderdeel van de tabel in bijlage C wordt beoordeeld op inhoud <strong>en</strong> vorm.<br />

- Als de leerling e<strong>en</strong> onderdeel uit zichzelf vermeldt, scoort hij <strong>voor</strong> inhoud 2 (juist) of 0 (onvoldo<strong>en</strong>de of<br />

fout), als hij het pas doet na vraag van de toetsafnemer, scoort hij 1 of 0.<br />

Let op: het kan gebeur<strong>en</strong> dat de leerling meerdere deeltjes informatie vergeet te vermeld<strong>en</strong>. Eén<br />

vraag van de toetsafnemer kan dan voldo<strong>en</strong>de zijn, om alle ontbrek<strong>en</strong>de informatie los te<br />

mak<strong>en</strong>. In dat geval wordt <strong>en</strong>kel het antwoord op de ontbrek<strong>en</strong>de vraag in de <strong>vierde</strong> kolom<br />

beoordeeld, de overige antwoord<strong>en</strong> weer in de tweede.<br />

- 0 <strong>voor</strong> inhoud betek<strong>en</strong>t automatisch ook 0 <strong>voor</strong> vorm. Als de inhoud juist is, wordt de vorm beoordeeld<br />

met 1 (voldo<strong>en</strong>de) of 0 (onvoldo<strong>en</strong>de).<br />

- Daarnaast kom<strong>en</strong> nog de de meer globale parameters. Daar<strong>voor</strong> scoort de leerling 1 of 0.<br />

De 2-<strong>en</strong>, 1-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 0-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items word<strong>en</strong> gescoord, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

Algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij de drie dim<strong>en</strong>sies:<br />

Inhoud<br />

- Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat meerdere informatie-e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> in één zin kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermeld.<br />

bv. Ginder in de speeltuin is e<strong>en</strong> meisje van de glijbaan gevall<strong>en</strong>. (opdracht 1: item 1 én 3)<br />

- Als e<strong>en</strong> leerling de informatie op e<strong>en</strong> verwarr<strong>en</strong>de manier naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt, waardoor die mogelijk<br />

verkeerd kan word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, scoort hij 0.<br />

bv. De leerling komt op twee of meer plaats<strong>en</strong> in zijn verhaal op hetzelfde onderdeel terug, <strong>en</strong> doet<br />

op die verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de uitsprak<strong>en</strong>, waardoor je als luisteraar niet meer precies<br />

kunt volg<strong>en</strong>. Bv. Het is zaterdag. Zaterdag 10. ... Wanneer verjaar ik nu weer? (opdracht 3: 0 <strong>voor</strong><br />

item 25)<br />

of: De leerling verweeft twee stukjes informatie in elkaar. Bv. Eerst zijn we met bus gaan lop<strong>en</strong>.<br />

(opdracht 2: ‘lop<strong>en</strong>’ is duidelijk , wat precies de functie van de bus is niet (0 <strong>voor</strong> item 17))<br />

- Als op e<strong>en</strong> vraag van de toetsafnemer <strong>en</strong>kel met ‘ja’ geantwoord wordt (bv. Is het ernstig?), scoort de<br />

leerling in de meeste gevall<strong>en</strong> 0. Het is duidelijk dat er hier wat meer informatie moet volg<strong>en</strong>. Waar<br />

e<strong>en</strong> ‘ja’ wel volstaat, staat dat apart vermeldt in de lijst van de items.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

13


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

14<br />

Vorm<br />

- ‘Zinsbouw’ moet ruim word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, want de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> zijn vaak ge<strong>en</strong><br />

‘echte’ zinn<strong>en</strong> in de strikte betek<strong>en</strong>is van het woord. Je kan dus niet steeds het al dan niet aanwezig<br />

zijn van onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm <strong>en</strong> het feit of die al dan niet congruer<strong>en</strong> als maatstaf nem<strong>en</strong>.<br />

Ook heel minimale, maar niettemin juist gevormde uiting<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> we als ‘goede zinn<strong>en</strong>’. Bv.<br />

opdracht 3 – item 26: Morg<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> twee <strong>en</strong> vier. = 1). Uit de vele <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> zal duidelijk word<strong>en</strong><br />

waar de gr<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> ‘goed’ <strong>en</strong> ‘fout’ ligt.<br />

- ‘Begrijpelijkheid’ is e<strong>en</strong> goede maatstaf. Als de vorm van de uiting de begrijpelijkheid in de weg staat,<br />

m.a.w. als er mogelijk aanleiding is tot verkeerd begrip, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

- Zuiver grammaticale fout<strong>en</strong> op woordniveau (verkeerd lidwoord, verkeerd gevormd voltooid deelwoord,<br />

verkeerd hulpwerkwoord (hebb<strong>en</strong> i.p.v. zijn of omgekeerd), ...) verstor<strong>en</strong> meestal de betek<strong>en</strong>is niet <strong>en</strong><br />

geld<strong>en</strong> in dit geval dus ook niet als fout. Let op: de leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> deze fout<strong>en</strong> wel zeer frequ<strong>en</strong>t!<br />

- E<strong>en</strong> verkeerd gebruik van verwijswoord<strong>en</strong> (bv. Ze bloedt van zijn hoofd.- item 6) of fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

congru<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm (zinsbouw op basisniveau), leid<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wel<br />

vaak tot verwarring.<br />

- E<strong>en</strong> verkeerde volgorde van de verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van de zin, heeft vaak verwarring tot gevolg.<br />

In dat geval scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

- Als het inhoudelijke gegev<strong>en</strong> over meerdere zinn<strong>en</strong> gespreid is, betek<strong>en</strong>t één verkeerd gevormde zin<br />

automatisch 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

- De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> zichzelf verbeter<strong>en</strong> of ‘herpakk<strong>en</strong>’ in het midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zin. Als je deze als<br />

geheel bekijkt, klopt hij niet, maar het laatste stuk wellicht wel. Je hoort dat ook meestal wel wanneer<br />

de leerling van constructie verandert. Bv. En dan... (standaardbegin) ...we ging<strong>en</strong> drink<strong>en</strong>. (item 14 = 1)<br />

- Fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de vorm van inhoudelijke onderdel<strong>en</strong> die niet word<strong>en</strong> beoordeeld, word<strong>en</strong> niet gescoord.<br />

Bv. Ik struikelt.<br />

- We houd<strong>en</strong> steeds <strong>voor</strong> og<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> in het soort spreeksituaties<br />

waarin ze hier moet<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> (alledrie eerder informeel) echt ‘spreektaal’ hanter<strong>en</strong>. Vandaar dat<br />

‘eerder-ongepast-<strong>voor</strong>-school’ of regionaal woordgebruik of uiting<strong>en</strong> in principe niet word<strong>en</strong> aangerek<strong>en</strong>d<br />

als e<strong>en</strong> vormelijke fout. Als de inhoud daardoor echter niet duidelijk is, scoort de leerling wel 0 <strong>voor</strong><br />

inhoud <strong>en</strong> dus ook <strong>voor</strong> vorm.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- eerst<strong>en</strong>s, tweedes, ... = 1 (bij item 16)<br />

- <strong>voor</strong> het hardste = 1 (bij item 16)<br />

- E<strong>en</strong> meisje is van de slierbaan/afrijzer/ritser/... gevall<strong>en</strong> = 1 (je kan je er hoe dan ook iets bij<br />

<strong>voor</strong>stell<strong>en</strong>; bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> doet het er niet toe om wat <strong>voor</strong> speeltuig het gaat: de boodschap komt over –<br />

item 2 <strong>en</strong> 4)<br />

- met d<strong>en</strong> bus = 1 (item 18)<br />

- gij<br />

- Onnatuurlijk taalgebruik is eig<strong>en</strong> aan de toetssituatie. Bijgevolg zijn we niet te str<strong>en</strong>g op dat vlak.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


meer <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er is daar ginder van de schuifaf e<strong>en</strong> meisje gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> ligt in coma. = 1 <strong>voor</strong> vorm van het eerste<br />

deel van de zin (item 2); 0 <strong>voor</strong> vorm van het tweede deel van de zin (item 6), want dat deel van de<br />

zin heeft ge<strong>en</strong> duidelijk onderwerp<br />

- Er is e<strong>en</strong> meisje van de speeltuin gevall<strong>en</strong>. = 1 <strong>voor</strong> item 2 <strong>en</strong> 4: verkeerde bepaling, maar dit heeft<br />

ge<strong>en</strong> verkeerd begrip tot gevolg – bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> overstijgt dit het niveau van de elem<strong>en</strong>taire zin<br />

- ... op/af de schuifaf gevall<strong>en</strong> = 1 <strong>voor</strong> item 2 <strong>en</strong> 4<br />

- We ging<strong>en</strong> gaan picknick<strong>en</strong>. = 1 <strong>voor</strong> item 12 (spreektaal)<br />

- We zijn vandaag gaan lop<strong>en</strong> met de sportdag. = 1 bij item 16: hoewel deze zin niet helemaal correct<br />

gevormd is, is hij toch niet verkeerd te verstaan<br />

- We zull<strong>en</strong> naar het speelplein. = 0 (bij item 16)<br />

- ’t Is hier <strong>voor</strong> mijn verjaardagsfeestjes te kom<strong>en</strong>. = 0 <strong>voor</strong> item 22, maar 2 <strong>voor</strong> inhoud (item 21), want<br />

de boodschap is nog duidelijk<br />

- Niets meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>! of Cadeau meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>! = 0 <strong>voor</strong> item 30: bevel is hier niet de gepaste zinsvorm;<br />

wel 2 <strong>voor</strong> item 29<br />

Dit zijn slechts <strong>en</strong>kele typische <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Bij de afzonderlijke items staan er uiteraard nog veel meer.<br />

Spreekgemak<br />

We beoordel<strong>en</strong> hier of de leerling<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> prat<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat dit absoluut wordt beoordeeld<br />

(wat verwacht ik in deze situatie?) <strong>en</strong> niet relatief (wat is goed <strong>voor</strong> deze leerling<strong>en</strong>?). Daartoe moet je<br />

e<strong>en</strong> beetje afstand do<strong>en</strong> van het algem<strong>en</strong>e beeld dat je hebt van de spreekvaardigheid van de leerling<br />

die <strong>voor</strong> je zit (t<strong>en</strong> opzicht van de rest van de klas).<br />

- Voor deze parameter wordt <strong>voor</strong>al 0 gescoord als de leerling herhaaldelijk (meer dan één keer!)<br />

aarzelt, hapert of gegev<strong>en</strong>s meerdere ker<strong>en</strong> laat terugkom<strong>en</strong>.<br />

- Ook e<strong>en</strong> onnatuurlijk tempo leidt tot e<strong>en</strong> 0-score.<br />

onnatuurlijk = monotoon, heel ‘afgekapt’ prat<strong>en</strong>, te nonchalant (bv. bij opdracht 1), …<br />

- Is het goed verstaanbaar? (<strong>voor</strong> de toetsafnemer, die weet wat hij zou moet<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>) Hier hanter<strong>en</strong><br />

we parameters als:<br />

• articulatie: onduidelijk = 0<br />

• stemvolume: te stil = 0<br />

• snelheid: te snel/te traag = 0<br />

• intonatie: ge<strong>en</strong> duidelijk onderscheid tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> = 0<br />

Let op: als de leerling slechts één informatie-deeltje op e<strong>en</strong> onverstaanbare manier naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt,<br />

beoordel<strong>en</strong> we dat eerder bij het item in kwestie <strong>en</strong> heeft het ge<strong>en</strong> invloed op ‘spreekgemak’.<br />

- 0 als de leerling wel <strong>vlot</strong> begint maar stilvalt naar het einde toe<br />

- De str<strong>en</strong>gheid waarmee je dit beoordeelt, verschilt van opdracht tot opdracht: bv. bij opdracht 1 moet je<br />

hogere eis<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> aan ‘<strong>vlot</strong>heid’ dan bij opdracht 3 (ev<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> is heel normaal, want de leerling<strong>en</strong><br />

zijn niet <strong>voor</strong>bereid). Ook bij opdracht 2 mag het eerder <strong>vlot</strong> gaan, omdat de pr<strong>en</strong>tjes houvast bied<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

15


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

16<br />

Lijst van items met <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Hieronder staan veel <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s is aangegev<strong>en</strong> of deze goed of fout werd<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Dat<br />

gebeurt d.m.v. 1 of 0. Uiteraard kan ‘1’ bij de inhoudelijk items ook <strong>voor</strong> ‘2’ staan, t<strong>en</strong>zij expliciet is<br />

aangegev<strong>en</strong> dat het om het antwoord op e<strong>en</strong> vraag van de toetsafnemer gaat.<br />

- Wat tuss<strong>en</strong> haakjes staat, is facultatief.<br />

- Tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong> staat e<strong>en</strong> schuine streep (/).<br />

Opdracht 1: Speeltuin<br />

E<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele inleiding op het directe gesprek met de persoon die de deur op<strong>en</strong>doet, speelt in principe<br />

ge<strong>en</strong> rol bij de beoordeling van de afzonderlijke items. Zie item 9.<br />

item 1: Er is e<strong>en</strong> meisje (van de glijbaan) gevall<strong>en</strong>.<br />

‘Meisje’ mag word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door ‘iemand’, ‘e<strong>en</strong>/uw kind’, ev<strong>en</strong>tueel ‘e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>’.<br />

‘Ik’ is fout, want dat duidt op e<strong>en</strong> verkeerde weergave van de informatie.<br />

Als het gebeur<strong>en</strong> te verwarr<strong>en</strong>d verteld wordt, scoort de leerling 0. Teveel extra informatie wordt<br />

beoordeeld in item 9. Niet hier dus.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- gevall<strong>en</strong> = 1 (volstaat)<br />

- Er is e<strong>en</strong> meisje gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> die heeft e<strong>en</strong> ernstig ongeluk. = 1<br />

- Ik zag ze glijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. = 1 (<strong>en</strong>kel <strong>voor</strong> item 1, niet <strong>voor</strong> item 3)<br />

- Het meisje van de speeltuin is gevall<strong>en</strong>. = 1 (<strong>en</strong>kel <strong>voor</strong> item 1, niet <strong>voor</strong> item 3)<br />

- Er is e<strong>en</strong> meisje van de trap gevall<strong>en</strong>. = 1 (<strong>en</strong>kel <strong>voor</strong> item 1, niet <strong>voor</strong> item 3)<br />

- van de schommel (of ander speeltuig) = 1 (eig<strong>en</strong>lijk fout, maar het doet er niet toe om wat<br />

<strong>voor</strong> speeltuig het gaat)<br />

- afrijzer, slierbaan, ritser e.a. = 1 (regionaal)<br />

- van/op de speeltuin = 1<br />

- op/af de glijbaan = 1<br />

- Er is e<strong>en</strong> meisje verongelukt. = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de zonder ‘vall<strong>en</strong>’ – wel 1 <strong>voor</strong> item 5: dit<br />

impliceert ernst)<br />

- Er is e<strong>en</strong> zwaar ongeval gebeurd (met e<strong>en</strong> meisje) = 0 (idem)<br />

- Die was gevall<strong>en</strong>. = 0 (onduidelijk)<br />

- Er ligt e<strong>en</strong> meisje op de grond. = 0<br />

item 2: vorm item 1<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er is e<strong>en</strong> kind van het trapje in de speeltuin op de glijbaan eraf gevall<strong>en</strong>. = 1<br />

- volledig verhaal in de voltooid verled<strong>en</strong> tijd = 0 (<strong>en</strong>kel bij dit item, niet meer bij items 4, 6 <strong>en</strong> 8)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 3: Het is gebeurd in de speeltuin/het park.<br />

of: Ze is van de glijbaan gevall<strong>en</strong>.<br />

‘Van de glijbaan’ (of ander speeltuig) volstaat als plaatsaanduiding.<br />

‘Van de trap’ niet.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ...daar van de speeltuin... = 1 <strong>voor</strong> inhoud <strong>en</strong> vorm (item 4)<br />

- van de schommel (of ander speeltuig) = 1 (eig<strong>en</strong>lijk fout, maar het doet er niet toe om wat<br />

<strong>voor</strong> speeltuig het gaat)<br />

- afrijzer, slierbaan, ritser e.a. = 1 (regionaal)<br />

- van/op de speeltuin = 1<br />

- op/af de glijbaan = 1<br />

- speelplein, speelplaats = 1<br />

- Ik kwam <strong>voor</strong>bij de school <strong>en</strong> ik zag e<strong>en</strong> meisje in de speeltuin. = 1<br />

- schoolplein = 0<br />

- dichtbij de speeltuin = 0 (fout)<br />

- op de rijbaan bij de speeltuin = 0 (onduidelijk door verkeerd woordgebruik)<br />

item 4: vorm item 2<br />

item 5: Het is erg/ernstig.<br />

of: Het meisje is gewond/bewusteloos/bloedt (aan haar hoofd/knie)/... (of e<strong>en</strong> andere<br />

omschrijving van ernst)<br />

Als de toetsafnemer de vraag naar dit item moet stell<strong>en</strong>, verwacht<strong>en</strong> we meer details van de<br />

leerling<strong>en</strong>, dan wanneer ze het uit zichzelf vertell<strong>en</strong>.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Het is erg. = 2 (De leerling zegt het uit zichzelf.)<br />

- Ze is ernstig gevall<strong>en</strong>. = 2<br />

- Er is iets ergs gebeurd. = 2<br />

- als antwoord op vraag van de toetsafnemer (Is het ernstig?):<br />

ja/nee = 0<br />

redelijk = 0 (te vaag)<br />

ja, heel ernstig = 0 (niet duidelijk g<strong>en</strong>oeg)<br />

Ik d<strong>en</strong>k het wel/niet. = 0<br />

Weet ik niet. = 0<br />

Ik weet het niet. Anders moet je e<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>. = 1<br />

Ik weet het niet. Ze ligt er nogal suf bij. = 1<br />

Ja, ze blijft ligg<strong>en</strong>. = 1<br />

- Er is e<strong>en</strong> meisje verongelukt. = 1 (zie ook bij item 1)<br />

- Ze heeft haar be<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong>. = 1<br />

- Ze bloedt aan haar oor. = 1<br />

- Ze heeft (veel) pijn. = 1<br />

- Ze heeft zich (heel erg) pijn gedaan. = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

17


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

18<br />

- Ik d<strong>en</strong>k dat ze dood is. = 1<br />

- (kom<strong>en</strong> help<strong>en</strong>) ...anders bloedt ze dood. = 1<br />

- Ze ligt vol met bloed. = 1 (ook <strong>voor</strong> vorm - item 6)<br />

- Ze is op haar hoofd gevall<strong>en</strong>. = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de, ev<strong>en</strong>tueel nog doorvrag<strong>en</strong> - wel 1 <strong>voor</strong> item 1)<br />

- Ze ligt op de grond. = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de, ev<strong>en</strong>tueel nog doorvrag<strong>en</strong>)<br />

item 6: vorm item 5<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Ze bloeit. = 1 (spreektaal)<br />

- Ze bloedt heel fel/neig. = 1 (regionaal – spreektaal)<br />

- Ze ziet er erg uit. = 1<br />

- Ze is buit<strong>en</strong> bewust. = 1<br />

- Er is heel ernstigs iets gebeurd. = 1<br />

- Ze was flauw <strong>en</strong> ze had bloed. = 0<br />

- Die bloedt zijn hoofd. = 0<br />

- Ze bloedde van zijn hoofd. = 0<br />

- Ze heeft e<strong>en</strong> bloedhoofd. = 0<br />

item 7: Wil je meekom<strong>en</strong>/kom<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>/help<strong>en</strong>/e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> bell<strong>en</strong>/... (of e<strong>en</strong> andere vraag<br />

om hulp)<br />

Als de toetsafnemer de vraag naar dit item moet stell<strong>en</strong>, verwacht<strong>en</strong> we meer precieze<br />

richtlijn<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>, dan wanneer ze het uit zichzelf vrag<strong>en</strong>.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ja/dat mag/... als antwoord op vraag van de toetsafnemer (Kan ik help<strong>en</strong>?) = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de)<br />

- Wil je kom<strong>en</strong> (kijk<strong>en</strong> wat er aan de hand is)? = 1<br />

- Ik kom om hulp vrag<strong>en</strong>. = 1<br />

- Zou u hulp will<strong>en</strong> hal<strong>en</strong>? = 1<br />

- Kan u mij help<strong>en</strong> om hulp te hal<strong>en</strong>? = 1<br />

- Wil je mij help<strong>en</strong>? = 1<br />

- Wil je het meisje help<strong>en</strong>? = 1<br />

- Kan ik hulp vrag<strong>en</strong> aan u? = 1<br />

- Kunn<strong>en</strong> we haar misschi<strong>en</strong> niet help<strong>en</strong>? = 1<br />

- Ik heb hulp nodig (+ uitleg waarom: ...) = 1<br />

- Kunt u haar gaan help<strong>en</strong>, want ik moet naar huis. = 1<br />

- Je kunt best meekom<strong>en</strong> (<strong>en</strong> plakkers <strong>en</strong> verband me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>) = 1<br />

- Mag ik e<strong>en</strong>s bell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hulp? = 1<br />

- Zoud<strong>en</strong> we de 100 niet moet<strong>en</strong> bell<strong>en</strong>. = 1<br />

- ambulance = 1<br />

- MUG (medisch urg<strong>en</strong>tie-team) = 1<br />

- We moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> bell<strong>en</strong>. = 1<br />

- Wil je haar help<strong>en</strong> <strong>en</strong> de 100 bell<strong>en</strong>? = 1<br />

- Wil je haar naar het ziek<strong>en</strong>huis br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>? = 1<br />

- Je moet e<strong>en</strong> auto hebb<strong>en</strong> om haar naar het ziek<strong>en</strong>huis te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. = 1 (vraag klinkt impliciet<br />

door)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


- Zou u hulp will<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>? = 0 (de leerling speelt zijn opdracht door)<br />

- Zou u misschi<strong>en</strong> iets kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>? = 0 (te vaag)<br />

- Zou u misschi<strong>en</strong> iemand kunn<strong>en</strong> bell<strong>en</strong>? = 0 (idem)<br />

- Wat moet ik do<strong>en</strong>? = 0 (ge<strong>en</strong> concrete vraag)<br />

wel in: Wat moet ik do<strong>en</strong>? Kan jij e<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>?<br />

- Ik weet niet wat ik moet do<strong>en</strong>. = 0 (idem, wel goed indi<strong>en</strong> vergezeld van e<strong>en</strong> meer concrete<br />

vraag)<br />

maar: Weet jij wat we moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>? = 1 (beter)<br />

- Help! = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de)<br />

- politie bell<strong>en</strong> = 0<br />

- ziek<strong>en</strong>bond = 0<br />

item 8: vorm item 7<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Zou u AUB kom<strong>en</strong> help<strong>en</strong>. = 1 (moeilijk constructie)<br />

- Wilt u e<strong>en</strong> hulp gev<strong>en</strong>? = 1<br />

- Hulp nodig gaan hal<strong>en</strong>. = 0<br />

item 9: De leerling geeft <strong>en</strong>kel relevante informatie.<br />

Er is ge<strong>en</strong> tijd (gezi<strong>en</strong> de ernst van de situatie) om irrelevante ding<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong>.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van irrelevante details die e<strong>en</strong> 0-score tot gevolg hebb<strong>en</strong>:<br />

- al te uitgebreide beschrijving van hoe het meisje ertoe kwam om te vall<strong>en</strong> Bv. Ze liep op de<br />

trap van de glijbaan <strong>en</strong> ze gleed e<strong>en</strong> keer naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> <strong>en</strong> to<strong>en</strong> de tweede keer ... Misschi<strong>en</strong><br />

had ze gladde scho<strong>en</strong><strong>en</strong> aan.<br />

- Ik huppelde <strong>voor</strong>bij want ik was goed gezind.<br />

- Ik was thuisgekom<strong>en</strong> van de school <strong>en</strong> ik was op weg van school naar huis. (verwarr<strong>en</strong>d)<br />

Er mag echter wel e<strong>en</strong> kort kader geschetst word<strong>en</strong> (ge<strong>en</strong> 0), bv.<br />

- Ik kwam van school <strong>en</strong> ik zag het meisje vall<strong>en</strong>.<br />

- Ik kwam <strong>voor</strong>bij de speeltuin <strong>en</strong> ... .<br />

Als de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beschrijving gev<strong>en</strong> van de situatie i.p.v. de rol te spel<strong>en</strong> van dieg<strong>en</strong>e die<br />

gaat aanbell<strong>en</strong>, krijg je allerlei irrelevante informatie = 0 <strong>voor</strong> dit item.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong> beschrijving gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan in hun rol kruip<strong>en</strong>, is de l<strong>en</strong>gte van die<br />

inleid<strong>en</strong>de beschrijving bepal<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> dit item:<br />

- e<strong>en</strong> heel korte beschrijving speelt ge<strong>en</strong> rol.<br />

- e<strong>en</strong> lange, volledige beschrijving + e<strong>en</strong> volledig roll<strong>en</strong>spel leidt tot allerlei dubbele informatie<br />

= 0 <strong>voor</strong> dit item.<br />

item 10: spreekgemak opdracht 1<br />

Deze parameter mag hier eerder str<strong>en</strong>g gehanteerd word<strong>en</strong>. Het is absoluut noodzakelijk om<br />

in deze situatie duidelijk informatie door te gev<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

19


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

20<br />

De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus voldo<strong>en</strong>de snel (ook niet té) <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>dig prat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> mog<strong>en</strong> slechts<br />

zeer beperkt aarzel<strong>en</strong>, om hier e<strong>en</strong> 1 te scor<strong>en</strong>.<br />

Het soms wat verwarde begin (Moet ik aanbell<strong>en</strong>?) heeft ge<strong>en</strong> invloed op dit item. De<br />

leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> immers de kans krijg<strong>en</strong> om in hun rol te kruip<strong>en</strong>.<br />

Opdracht 2: Sportdag<br />

Enkele algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>:<br />

- Met e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele inleiding of kaderschets door de leerling wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong>.<br />

- Leerling<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> soms uit hun rol wanneer ze de pr<strong>en</strong>tjes te strikt will<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> (bv. wanneer ze vrag<strong>en</strong><br />

om opheldering bij e<strong>en</strong> bepaald pr<strong>en</strong>tje). Als ze daarna gewoon verdergaan, heeft het ge<strong>en</strong> invloed op<br />

hun score. Dit is immers typisch <strong>voor</strong> de gesimuleerde situatie, waarin de leerling<strong>en</strong> verslag moet<strong>en</strong><br />

uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> over iets wat ze eig<strong>en</strong>lijk niet zelf hebb<strong>en</strong> beleefd.<br />

- Veel leerling<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> het verhaal ook alsof het niet over zichzelf gaat, maar over ‘e<strong>en</strong> kind’ dat op<br />

sportdag is geweest. Ze wissel<strong>en</strong> dan bij<strong>voor</strong>beeld midd<strong>en</strong> in hun verhaal van eerste naar derde<br />

persoon. Dat wordt niet als e<strong>en</strong> fout beschouwd. De red<strong>en</strong> is dezelfde als hierbov<strong>en</strong>. We will<strong>en</strong> in de<br />

eerste plaats wet<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> de informatie juist kunn<strong>en</strong> overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Of ze zich daarbij ook<br />

kunn<strong>en</strong> inlev<strong>en</strong> in de situatie, is hier van secundair belang.<br />

- Bij deze opdracht moet je normaal gezi<strong>en</strong> weinig vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> naar ontbrek<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, omdat<br />

de leerling<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes als houvast gebruik<strong>en</strong>.<br />

item 11: We hebb<strong>en</strong> boterhamm<strong>en</strong> geget<strong>en</strong>/gepicknickt.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ja als antwoord op vraag van de toetsafnemer (Heb je niets geget<strong>en</strong>?) = 0 (er wordt meer<br />

detail gevraagd)<br />

- We hebb<strong>en</strong> iets geget<strong>en</strong>. = 0 (te vaag)<br />

- We hebb<strong>en</strong> lekker geget<strong>en</strong>. = 0<br />

- Ik heb daar één keer geget<strong>en</strong>. = 0<br />

- We at<strong>en</strong> middag-et<strong>en</strong>/lunch/... . = 0<br />

- We at<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>doortje/e<strong>en</strong> appel/... . = 0<br />

- We at<strong>en</strong> vieruurtje. = 0 (wel 1 als ‘picknick’ of ‘appel’ erbij vermeld word<strong>en</strong>)<br />

- Daarna hebb<strong>en</strong> we geget<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedronk<strong>en</strong>. = 0 <strong>voor</strong> dit item (<strong>en</strong> geldt niet <strong>voor</strong> item 13)<br />

- ... geget<strong>en</strong> <strong>en</strong> gepicknickt = 1 (<strong>en</strong>kel wanneer ze vlak achter elkaar volg<strong>en</strong>)<br />

- We hebb<strong>en</strong> met het et<strong>en</strong> gepicknickt. = 1<br />

- To<strong>en</strong> was er picknick. = 1<br />

- De picknick was heerlijk! = 1<br />

- De juf <strong>en</strong> de meester/<strong>en</strong>kele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zat<strong>en</strong> te picknick<strong>en</strong>. = 1 (derde persoon gebruik<strong>en</strong> mag;<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zie je ook niet goed of het dezelfde kinder<strong>en</strong> zijn op de pr<strong>en</strong>tjes)<br />

- De juf <strong>en</strong> de meester zat<strong>en</strong> te zonn<strong>en</strong>. = onvoldo<strong>en</strong>de, nog doorvrag<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 12: vorm item 11<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- We hebb<strong>en</strong> heel veel gepicknickt. = 1<br />

- We hebb<strong>en</strong> wat gepicknickt. = 1<br />

- We ging<strong>en</strong> gaan picknick<strong>en</strong>. = 1<br />

- We hebb<strong>en</strong> wat picknick<strong>en</strong> gedaan. = 1<br />

- Ik deed picknick (met mijn vri<strong>en</strong>din). = 1<br />

- Zij zat<strong>en</strong> te picknick. = 0<br />

- To<strong>en</strong> war<strong>en</strong> we gaan et<strong>en</strong> aan het picknick<strong>en</strong>. = 0<br />

item 13: We hebb<strong>en</strong> iets gedronk<strong>en</strong>.<br />

Eén vermelding van dit gegev<strong>en</strong> volstaat. De hieronder als ‘fout’ bestempelde <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>,<br />

leid<strong>en</strong> dan ook <strong>en</strong>kel tot e<strong>en</strong> 0-score, als er ge<strong>en</strong> andere, juiste vermelding is. T<strong>en</strong>zij anders<br />

aangegev<strong>en</strong>.<br />

Het drink<strong>en</strong> mag ’s middags gesitueerd word<strong>en</strong>. (Dan wordt de picknick meestal als e<strong>en</strong><br />

vieruurtje omschrev<strong>en</strong>.)<br />

Maar: <strong>en</strong>kel vermelding van ‘drink<strong>en</strong>’ bij het pr<strong>en</strong>tje van de picknick, volstaat niet <strong>voor</strong> dit item.<br />

Wat de leerling over item 13 zegt, moet duidelijk op één van de aparte drank-afbeelding<strong>en</strong><br />

slaan.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Ik heb (iets) gedronk<strong>en</strong>. = 1 (voldo<strong>en</strong>de)<br />

- jawel als antwoord op vraag van de toetsafnemer (Heb je de hele dag niets gedronk<strong>en</strong>?) = 1<br />

(voldo<strong>en</strong>de – <strong>en</strong>kel ja = 0 )<br />

- nee als antwoord op vraag van de toetsafnemer (Heb je de hele dag niets gedronk<strong>en</strong>?) = 0<br />

(want het klopt niet)<br />

- Ja, maar ik had g<strong>en</strong>oeg drink<strong>en</strong> bij. (na vraag) = 1<br />

- Ik kon e<strong>en</strong> drankje gebruik<strong>en</strong>. = 1 (eerder impliciet, maar het is duidelijk)<br />

- We kreg<strong>en</strong> iets te drink<strong>en</strong>. = 1<br />

- We hadd<strong>en</strong> pauze. = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de, maar niet meer doorvrag<strong>en</strong>)<br />

maar: ... pauze met drank = 1<br />

- We hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vieruurtje gedronk<strong>en</strong>. = 0 (ook al klopt de andere vermelding van ‘drink<strong>en</strong>’<br />

wel)<br />

- Ik had dorst. = 0 (niet expliciet g<strong>en</strong>oeg)<br />

- Jan had heel veel drink<strong>en</strong> gekocht. = 0 (niet concreet g<strong>en</strong>oeg)<br />

maar: Ik kocht iets te drink<strong>en</strong>. = 1 (wel conreet)<br />

item 14: vorm item 13<br />

Als de leerling<strong>en</strong> bij één van beide vermelding<strong>en</strong> van ‘drink<strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> vormelijke fout mak<strong>en</strong>,<br />

betek<strong>en</strong>t dit automatisch 0 <strong>voor</strong> het hele item.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dan weer iets gedronk<strong>en</strong>. = 1 (meestal in e<strong>en</strong> reeks van zinn<strong>en</strong> met ‘we hebb<strong>en</strong>...’: dit hoeft<br />

niet steeds te word<strong>en</strong> herhaald)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

21


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

22<br />

- To<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we terug e<strong>en</strong> pauze gedaan ....heel ev<strong>en</strong>tjes iets gedronk<strong>en</strong>. = 1 (spreektaal)<br />

- To<strong>en</strong> zijn we gaan e<strong>en</strong> beetje frisdrank drink<strong>en</strong>. = 0<br />

item 15: Ik heb ... (minst<strong>en</strong>s 2 sport<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of spel<strong>en</strong>) gedaan.<br />

Als de leerling niet weet hoe hij aan deze opdracht moet beginn<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vraag van<br />

de toetsafnemer (Wat heb je allemaal gedaan?) afwacht, heeft dat ge<strong>en</strong> invloed op dit item.<br />

Dus niet automatisch 1 i.p.v. 2.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- We zijn in de bus gestapt <strong>en</strong> dan hebb<strong>en</strong> we gelop<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevoetbald. = 1 (de sam<strong>en</strong>hang is<br />

niet echt logisch, maar daar houd<strong>en</strong> we hier ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee)<br />

- We hebb<strong>en</strong> allemaal spelletjes gedaan <strong>en</strong> zijn ook naar de speeltuin geweest. = 0 (als dit de<br />

<strong>en</strong>ige ‘sport-<strong>en</strong>-spel’ items zijn die vermeld word<strong>en</strong>: te weinig gedetailleerd)<br />

item 16: vorm item 15<br />

Als de leerling<strong>en</strong> in één van de beoordeelde zinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vormelijke fout mak<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>t dit<br />

automatisch 0 <strong>voor</strong> het hele item.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dan was het fiets<strong>en</strong>. = 1<br />

- We ging<strong>en</strong> gaan fiets<strong>en</strong>. = 1<br />

- En dan... ik glij op de glijbaan. = 1 (spreektaal)<br />

- We hebb<strong>en</strong> glijbaan gespeeld. = 1<br />

- We hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> koers gedaan van lop<strong>en</strong>. = 1<br />

- We hebb<strong>en</strong> gelop<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het eerste. = 1 (spreektaal)<br />

- Eerst begonn<strong>en</strong> met heel veel gelop<strong>en</strong>. = 0<br />

- Dan hebb<strong>en</strong> we op de glijbaan. = 0<br />

item 17: We zijn met de bus naar de sportdag/het sportterrein gegaan.<br />

<strong>en</strong>/of: We zijn met de bus terug naar de school/huis gegaan.<br />

Eén vermelding van dit gegev<strong>en</strong> volstaat.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- We zijn in de bus gestapt. = 1 (het vervoermiddel is duidelijk)<br />

- We hebb<strong>en</strong> op de bus gewacht. = 1 (idem)<br />

- We hebb<strong>en</strong> lang in de bus gezet<strong>en</strong>. = 1<br />

- We war<strong>en</strong> snel aan het lop<strong>en</strong> om de bus te hal<strong>en</strong>. = 1 (in dat geval zegt ‘lop<strong>en</strong>’ niets <strong>voor</strong> item<br />

15)<br />

- Ik zat in de bus naast ... = 1<br />

- We zijn ook naar de bus geweest. = 0 (het lijkt wel e<strong>en</strong> bezochte plaats)<br />

- Eerst zijn we met de bus gaan lop<strong>en</strong>. = 0 (verwarr<strong>en</strong>d)<br />

- Er war<strong>en</strong> vier kinder<strong>en</strong> naast de bus. = 0 (zegt niets over het gebruik van de bus)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 18: vorm item 17<br />

Als de leerling<strong>en</strong> bij één van beide vermelding<strong>en</strong> van ‘bus’ e<strong>en</strong> vormelijke fout mak<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>t<br />

dit automatisch 0 <strong>voor</strong> het hele item.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ... naar de bus gewacht = 1<br />

- met de bus (na vraag van de toetsafnemer) = 1<br />

- Ik heb eerst naar de schoolbus gezet<strong>en</strong>. = 0 (ook <strong>voor</strong> item 17, want onduidelijk)<br />

- Als we met de bus naar de sportdag waar we geweest zijn ging<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> we in de bus<br />

zitt<strong>en</strong>. = 0 (wel 1 <strong>voor</strong> item 17)<br />

item 19: De leerling vertelt de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> logische volgorde.<br />

‘Logisch’ betek<strong>en</strong>t niet noodzakelijk ‘chronologisch’. Maar er mag toch ook weer niet al te<br />

sterk teg<strong>en</strong> de chronologie gezondigd word<strong>en</strong>. Wanneer bij<strong>voor</strong>veeld de picknick heel duidelijk<br />

(wat blijkt uit het gebruik van bepaling<strong>en</strong>) op het einde van de dag gesitueerd wordt, scoort de<br />

leerling 0 <strong>voor</strong> dit item.<br />

Ook als werkelijk alles door elkaar wordt gegooid, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> dit item (niet<br />

noodzakelijk op de items zelf!).<br />

Let op: de leerling di<strong>en</strong>t, althans niet <strong>voor</strong> dit item, ge<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> waarover hij vertelt. Als hij e<strong>en</strong> opsomming geeft van infinitiev<strong>en</strong>, is dat<br />

ge<strong>en</strong> belemmering <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goede score op dit item. Zie ook item 20.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- We hebb<strong>en</strong> gelop<strong>en</strong>, gevoetbald, gepicknickt, er was iemand gevall<strong>en</strong>, met de bal gespeeld, ...<br />

= 1 (e<strong>en</strong> kleine wijziging in de volgorde is niet belangrijk = het leidt niet tot verwarring of<br />

onduidelijkheid bij de luisteraar)<br />

- We hebb<strong>en</strong> ... gedaan. We hebb<strong>en</strong> ook nog gepicknickt. To<strong>en</strong> zijn we naar huis gegaan. = 0<br />

- Als het eerste drankje mete<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vieruurtje wordt bestempeld, leidt dat bijna<br />

automatisch tot onlogische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de volgorde = 0.<br />

item 20: spreekgemak opdracht 2<br />

Hier mag de beoordeling redelijk str<strong>en</strong>g gebeur<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes <strong>voor</strong><br />

zich hebb<strong>en</strong>. Deze bied<strong>en</strong> houvast <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>vlot</strong>te spreekstijl tot gevolg hebb<strong>en</strong>.<br />

Als de leerling zijn verhaal beperkt houdt tot e<strong>en</strong> opsomming van infinitiev<strong>en</strong> die de<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong> = 0 <strong>voor</strong> dit item.<br />

Hetzelfde geldt wanneer het verhaal bestaat uit En dan.../En dan.../En dan... telk<strong>en</strong>s gevolgd<br />

door uiting<strong>en</strong>, die bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> allemaal dezelfde intonatie meekrijg<strong>en</strong>.<br />

Ev<strong>en</strong> haper<strong>en</strong> over de moeilijk te interpreter<strong>en</strong> pr<strong>en</strong>tjes bij het begin van rij 2, vormt ge<strong>en</strong><br />

belemmering <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> 1-score op dit item.<br />

Hetzelfde geldt wanneer de leerling moeilijk kan start<strong>en</strong> (inleving!) <strong>en</strong> de toetsafnemer nog<br />

ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vraag moet stell<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

23


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

24<br />

Opdracht 3: Verjaardagsfeestje<br />

Enkele algem<strong>en</strong>e bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>:<br />

- Of de leerling zichzelf id<strong>en</strong>tificeert aan de telefoon, wordt hier niet beoordeeld. Dat is nochtans relevant<br />

in deze context. Toch do<strong>en</strong> we het niet, omdat dit ge<strong>en</strong> ‘echt’ telefoongesprek is. De leerling<strong>en</strong> vind<strong>en</strong><br />

het zo evid<strong>en</strong>t dat de toetsafnemer (die de rol van uitg<strong>en</strong>odigd klasg<strong>en</strong>ootje speelt) weet wie er belt.<br />

Hij heeft h<strong>en</strong> immers net met hun naam aangesprok<strong>en</strong> bij het gev<strong>en</strong> van de instructie. Dit is e<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>d nadeel van de toetssituatie.<br />

- We will<strong>en</strong> hier bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al het overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van informatie beoordel<strong>en</strong>.<br />

item 21: Ik bel/telefoneer om je uit te nodig<strong>en</strong> <strong>voor</strong> mijn verjaardag(s)/feestje.<br />

of: Wil je naar mijn verjaardag(s)/feestje kom<strong>en</strong>?<br />

Er moet duidelijk sprake zijn van e<strong>en</strong> uitnodiging of vraag om naar het verjaardagsfeestje te<br />

kom<strong>en</strong>. Als de leerling <strong>en</strong>kel zegt dat hij e<strong>en</strong> feestje geeft of dat hij verjaart, maar daar ge<strong>en</strong><br />

vraag aan koppelt, scoort hij 0 <strong>voor</strong> dit item. Het maakt daarbij niets uit dat het vervolg wel<br />

impliceert dat je uitg<strong>en</strong>odigd b<strong>en</strong>t.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ’t Is mijn verjaardag. Kan je e<strong>en</strong> keer kom<strong>en</strong>? = 1<br />

- Ik hoop ... = 1 (impliciete uitnodiging)<br />

- ... Je mag kom<strong>en</strong>. = 1 (volstaat als uitnodiging)<br />

- ... of je van je mama mag kom<strong>en</strong> = 1<br />

- ... Het is om te zegg<strong>en</strong> als je mag kom<strong>en</strong>. = 1 (maar 0 <strong>voor</strong> item 22)<br />

- Wil je kom<strong>en</strong>? Ik heb e<strong>en</strong> kindje tekort. = 0 (er wordt niet gezegd dat het om e<strong>en</strong><br />

verjaardagsfeestje gaat)<br />

- Ik geef e<strong>en</strong> feestje. = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de, ge<strong>en</strong> vraag)<br />

- Kom je spel<strong>en</strong>? = 0 (‘feestje’ of ‘verjaardag’ moet erbij)<br />

item 22: vorm item 21<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- … naar/bij mijn verjaardag kom<strong>en</strong> = 1 (spreektaal)<br />

- Ik nodig u op mijn verjaardag. = 1<br />

- Het is om te vrag<strong>en</strong> als ... = 1 (Dit komt zeer vaak <strong>voor</strong>!)<br />

- Het is om te zegg<strong>en</strong> als ... = 0 (‘dat’ na ‘zegg<strong>en</strong>’ moet<strong>en</strong> ze kunn<strong>en</strong>)<br />

- Ik heb morg<strong>en</strong> verjaardag. = 0<br />

- ‘t Is hier <strong>voor</strong> mijn verjaardagsfeestjes te kom<strong>en</strong>. = 0 (1 <strong>voor</strong> item 21)<br />

- Ik nodig je uit om mijn feestje te kom<strong>en</strong>. = 0<br />

item 23: waar het feestje plaatsvindt<br />

Als de leerling impliciet wel laat merk<strong>en</strong> dat het feestje bij hem thuis plaatsvindt, maar er niets<br />

expliciet over zegt, moet de toetsafnemer ernaar vrag<strong>en</strong>.<br />

Als de leerling iets zegt over e<strong>en</strong> lokatie waar iets zal gebeur<strong>en</strong>, maar nalaat te vermeld<strong>en</strong><br />

waar het feestje begint of waar moet word<strong>en</strong> verzameld, volstaat dat echter. De toetsafnemer<br />

vraagt er ook niet verder naar.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- We gaan zwemm<strong>en</strong> = onvoldo<strong>en</strong>de, dus toetsafnemer vraagt ernaar.<br />

- We gaan naar het zwembad. = 1 (voldo<strong>en</strong>de, niet verder vrag<strong>en</strong>)<br />

- We gaan naar e<strong>en</strong> speeltuin. = 1<br />

- We kom<strong>en</strong> je ophal<strong>en</strong>. = 1 (want dan hoef je niet te wet<strong>en</strong> waar je naartoe moet)<br />

- Moet ik u kom<strong>en</strong> ophal<strong>en</strong>? = 1<br />

- Dan kom je direct mee na school. = 1 (want dan hoef je niet je wet<strong>en</strong> waar je naartoe moet<br />

- Het is ... (adres) = 1 (voldo<strong>en</strong>de, ook al wordt er niet expliciet gezegd dat je naar daar moet<br />

kom<strong>en</strong> of dat dat bij de leerling thuis is)<br />

- Weet je ons won<strong>en</strong>? = 1<br />

- Bij mij. = 1<br />

- ... hier ... = onvoldo<strong>en</strong>de, dus doorvrag<strong>en</strong><br />

- Je mag blijv<strong>en</strong> slap<strong>en</strong>. = onvoldo<strong>en</strong>de, dus doorvrag<strong>en</strong>.<br />

- In Vil<strong>voor</strong>de = 0 (te vaag)<br />

item 24: vorm item 23<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Bij mijn huis. = 1<br />

item 25: wanneer het feestje plaatsvindt<br />

Veel kinder<strong>en</strong> gaan er ook weer van uit dat dit op hun verjaardag zelf gebeurt <strong>en</strong> verget<strong>en</strong> er<br />

expliciet op in te gaan. Dat is echter wel nodig.<br />

Als de toetsafnemer ernaar vraagt <strong>en</strong> de leerling reageert door de ur<strong>en</strong> <strong>voor</strong> begin <strong>en</strong> einde op<br />

te gev<strong>en</strong>, krijgt hij <strong>voor</strong> dit laatste e<strong>en</strong> 1 (als hij die t<strong>en</strong>minste nog niet eerder uit zichzelf<br />

gegev<strong>en</strong> heeft).<br />

De toetsafnemer zal dan de vraag ‘Wanneer..?’ nog e<strong>en</strong>s herformuler<strong>en</strong> als ‘Op welke dag...?’.<br />

En er kan dan nog e<strong>en</strong> 1 word<strong>en</strong> gescoord.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Het is wo<strong>en</strong>sdag. = 1 (het gaat duidelijk om de eerstkom<strong>en</strong>de wo<strong>en</strong>sdag)<br />

- Het is de 14de. = 1 (idem)<br />

- Het is op e<strong>en</strong> wo<strong>en</strong>sdag. = 0 (onduidelijk)<br />

- Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> week. = 0 (idem)<br />

- Over e<strong>en</strong> paar dag<strong>en</strong>. = 0 (idem)<br />

- Het is in juni. = 0 (idem)<br />

- Ik b<strong>en</strong> verjaard op 13 april. = 0 (idem)<br />

item 26: vorm item 25<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Het is om 10 juni. = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

25


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

26<br />

item 27: wanneer het feestje begint <strong>en</strong> wanneer het eindigt<br />

Als de leerling <strong>en</strong>kel iets zegt over het beginuur volstaat dat. De toetsafnemer moet niet verder<br />

vrag<strong>en</strong> naar het einduur.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Ik zal je uitnodig<strong>en</strong> om ... uur. = 1<br />

- Het begint in de namiddag. = 0 (onduidelijk)<br />

- Wanneer kan jij kom<strong>en</strong>? = 0 (leerling moet zelf bepal<strong>en</strong> wanneer het begint)<br />

item 28: vorm item 27<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Het begint om ... tot ... = 1<br />

- Het is om ... tot ... = 1<br />

- Om ... gaat het gedaan. = 0<br />

item 29: of het klasg<strong>en</strong>ootje iets speciaals moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo ja, wat?<br />

Veel leerling<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong> ‘iets (speciaals)’ (in de instructie of in de vraag van de toetsafnemer)<br />

als e<strong>en</strong> cadeautje. Dat is echter niet noodzakelijk zo (het kan immers ev<strong>en</strong> goed om<br />

kleding, zwemgerief e.d. gaan). Alle positieve uiting<strong>en</strong> of antwoord<strong>en</strong> op deze vraag, die echter<br />

te vaag blijv<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 0-score. De toetsafnemer vraagt er niet verder op door!<br />

De vraag tot meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> cadeautje, mag dan weer ietwat <strong>voor</strong>waardelijk gesteld<br />

word<strong>en</strong> (...als je wil), want daar speelt bescheid<strong>en</strong>heid of onbeholp<strong>en</strong>heid bij het stell<strong>en</strong> van<br />

deze vraag e<strong>en</strong> rol.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Je moet niets speciaals meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. = 1<br />

- als antwoord op vraag van de toetsafnemer (Moet ik iets meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>?):<br />

Ja. = 0<br />

Dat mag.(Maar het hoeft niet.) = 0<br />

Je mag kiez<strong>en</strong>. = 0<br />

Liefst. = 0<br />

Niet zo echt. = 0 (onduidelijk)<br />

Hoeft niet zo. = 0<br />

Nee, niet echt. = 1<br />

Nee, dat hoeft niet. = 1<br />

Liefst e<strong>en</strong> cadeautje. = 1<br />

E<strong>en</strong> cadeautje of zo. = 1<br />

E<strong>en</strong> cadeautje misschi<strong>en</strong>. = 1<br />

Ik zou graag e<strong>en</strong> armband hebb<strong>en</strong>. = 1<br />

- Ik wil graag e<strong>en</strong> cadeautje. = 1 (niet zo expliciet, maar voldo<strong>en</strong>de)<br />

- Liefst e<strong>en</strong> cadeautje meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. = 1<br />

- Je mag e<strong>en</strong> cadeautje meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, maar het hoeft niet. = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


- Nee, ik wil wel dat jij komt. = 1<br />

- Nee (slaat op cadeautje) , br<strong>en</strong>g alle<strong>en</strong> je feesthoed mee. = 1<br />

- ... verkleedkler<strong>en</strong>/speelkler<strong>en</strong> meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>/aando<strong>en</strong> = 1 (‘aando<strong>en</strong>’ impliceert ‘meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>’)<br />

- Je mag verkleed kom<strong>en</strong> als ... = 1 (idem)<br />

- Je mag iets meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, maar het hoeft niet. = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de duidelijk, maar niet doorvrag<strong>en</strong>)<br />

- Je mag kiez<strong>en</strong> wat je meebr<strong>en</strong>gt (<strong>voor</strong> mijn verjaardag). = 0 (idem)<br />

- Je moet niet speciaals meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Doe maar wat je wilt. = 0 (idem)<br />

- We gaan zwemm<strong>en</strong>. = 0 (geeft niet expliciet g<strong>en</strong>oeg aan dat je je zwemgerei moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>)<br />

- Wat ga je meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>? = 0 (leerling moet dit zelf bepal<strong>en</strong>!)<br />

item 30: vorm item 29<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Je moet ge<strong>en</strong> cadeau br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. = 1 (voldo<strong>en</strong>de duidelijk dat het om ‘meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>’ gaat in deze<br />

context – je wordt immers uitg<strong>en</strong>odigd).<br />

- Cadeau. (als <strong>en</strong>ige woord als antwoord op vraag van de toetsafnemer) = 0.<br />

- Ik zou will<strong>en</strong> als je ... = 0 (‘dat’ moet<strong>en</strong> ze kunn<strong>en</strong>)<br />

item 31: spreekgemak opdracht 3<br />

Hier moet de beoordeling eerder mild gebeur<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> zo goed als<br />

on<strong>voor</strong>bereid aan de opdracht beginn<strong>en</strong>. Af <strong>en</strong> toe e<strong>en</strong>s aarzel<strong>en</strong>, haper<strong>en</strong>, of herformuler<strong>en</strong> is<br />

dus heel normaal.<br />

Ook om die red<strong>en</strong> moet <strong>voor</strong>al het deel waar de leerling<strong>en</strong> ‘uit zichzelf’ aan het woord zijn, op<br />

spreekgemak word<strong>en</strong> beoordeeld. Dat ze niet mete<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong> van de toetsafnemer<br />

antwoord<strong>en</strong>, is eerder logisch. (Ze hebb<strong>en</strong> over die zak<strong>en</strong> wellicht niet nagedacht.)<br />

Toch mog<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> al te lange stiltes in het ‘gesprek’ vall<strong>en</strong>, want dat hoort niet zo aan de<br />

telefoon. (Veel leerling<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> stil wanneer ze alles gezegd hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> hun verhaal niet<br />

af.) = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

27


3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

28<br />

Normtabel bij de spreektoets ‘De avond na de sportdag’<br />

SPORTDAG • sprek<strong>en</strong> <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde derde trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

43 - 44j 38 - 42 34 - 37 29 - 33 min 29<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

sprek<strong>en</strong><br />

subtotaal<br />

blad 1<br />

OPDRACHT 1: SPEELTUIN<br />

OPDRACHT 2: SPORTDAG<br />

Wat? Waar? Ernstig Help<strong>en</strong> I-R SG Et<strong>en</strong> Drink<strong>en</strong> Sport/spel Vervoer I-V SG<br />

I V I V I V I V I V I V I V I V I V<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20<br />

leerling<strong>en</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

4 3<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

sprek<strong>en</strong><br />

Totaal<br />

blad 1 + 2<br />

op 44<br />

OPDRACHT 3: SPEELTUIN<br />

Waarom? Waar? Wanneer? Begin/... Wat mee? SG<br />

I V I V I V I V I V<br />

21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31<br />

leerling<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Tek<strong>en</strong>ing bij opdracht 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

luister<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


Tek<strong>en</strong>ing bij opdracht 2<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

10<br />

11 12 13<br />

luister<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


Opdracht 1: Speeltuin<br />

Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

LEERLING ZEGT UIT ZICHZELF... TOETSAFNEMER VRAAGT NAAR...<br />

1 Wat? = er is e<strong>en</strong> meisje (van de glijbaan) gevall<strong>en</strong> Wat is er gebeurd?<br />

2 Waar? = in de speeltuin/in het park of: van de glijbaan Waar is het gebeurd?<br />

3 Ernstig = ze is ernstig gewond/bewusteloos/meisje bloedt aan haar hoofd/… Is het ernstig?<br />

4 Help<strong>en</strong> = Wil je meekom<strong>en</strong>/kom<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>/e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> bell<strong>en</strong>/…? Kan ik help<strong>en</strong>?<br />

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

Opdracht 2: Sportdag<br />

LEERLING ZEGT UIT ZICHZELF... TOETSAFNEMER VRAAGT NAAR...<br />

1 Et<strong>en</strong> = dat ze boterhamm<strong>en</strong> geget<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>/gepicknickt hebb<strong>en</strong> Heb je niets geget<strong>en</strong>?<br />

2 Drink<strong>en</strong> = dat ze iets gedronk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (één keer volstaat) Heb je de hele dag niets gedronk<strong>en</strong>?<br />

3 Sport/Spel? = welke sport<strong>en</strong>/spel<strong>en</strong> (minimum 2) hij gedaan heeft Welke sport<strong>en</strong> of spelletjes heb je gedaan?<br />

4 Vervoer = dat ze met de bus naar de sportdag/naar huis ging<strong>en</strong> Hoe b<strong>en</strong> je naar het sportterrein gegaan?<br />

(één keer volstaat)<br />

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

Opdracht 3: Verjaardagsfeestje<br />

kopieerblad<br />

LEERLING ZEGT UIT ZICHZELF... TOETSAFNEMER VRAAGT NAAR...<br />

1 Waarom? = dat hij je wil uitnodig<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zijn (verjaardags)feestje Waarom bel je?<br />

2 Waar? = waar het feestje plaatsvindt (thuis, in het zwembad, …) Waar is het feestje?<br />

3 Wanneer? = wanneer het feestje plaatsvindt Wanneer is het feestje?<br />

4 Begin/Einde = om hoe laat het feestje begint (<strong>en</strong> eindigt) Om hoe laat begint <strong>en</strong> eindigt het feestje?<br />

5 Wat mee? = OF <strong>en</strong> WAT je moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> Moet ik iets meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>?<br />

____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

sprek<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________<br />

bijlage C


SCHRIJVEN


INSTRUCTIES GEVEN VOOR DE AANPASSING<br />

VAN EEN TEKENING<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> brief met instructies naar e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>aar<br />

schrijv<strong>en</strong>. De instructies betreff<strong>en</strong> aanpassing<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing die<br />

de tek<strong>en</strong>aar heeft gemaakt. De leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing zoals die<br />

uiteindelijk moet word<strong>en</strong>. Op basis daarvan kunn<strong>en</strong> ze de tek<strong>en</strong>aar<br />

richtlijn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> de instructies. Vooraf<br />

wordt klassikaal e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld behandeld.<br />

scoring Deze toets bevat 15 scoorbare items. In totaal moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> 7<br />

verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing van de tek<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing zoals die<br />

moet word<strong>en</strong>, opspor<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daarvan instructies gev<strong>en</strong>.<br />

Elk van deze verschill<strong>en</strong> wordt op twee punt<strong>en</strong> gescoord, namelijk<br />

inhoud<br />

(duidelijkheid/begrijpelijkheid van de instructie) <strong>en</strong> vorm (op zinsniveau).<br />

T<strong>en</strong>slotte wordt ook naar het geheel (volledigheid) gekek<strong>en</strong>.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (zie bijlage A) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> toetsblad om de<br />

brief op te schrijv<strong>en</strong> (zie bijlage B).<br />

Vergroot bijlage C <strong>voor</strong> klassikaal gebruik.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Vraag de leerling<strong>en</strong> zich in de volg<strong>en</strong>de situatie in te lev<strong>en</strong>:<br />

Je b<strong>en</strong>t schrijver <strong>en</strong> je hebt net e<strong>en</strong> boek geschrev<strong>en</strong>. Bij het boek heb je<br />

ook tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>aar. De tek<strong>en</strong>aar heeft al e<strong>en</strong><br />

tek<strong>en</strong>ing opgestuurd. Maar die ziet er niet helemaal uit zoals jij je had<br />

<strong>voor</strong>gesteld. Kijk dat is de tek<strong>en</strong>ing die de tek<strong>en</strong>aar heeft opgestuurd.<br />

En zo had jij het je <strong>voor</strong>gesteld.<br />

De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> het blad met de twee tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (zie bijlage A). De tek<strong>en</strong>ing op de bov<strong>en</strong>ste helft<br />

van het blad is de tek<strong>en</strong>ing zoals de schrijver het zich had <strong>voor</strong>gesteld (Eig<strong>en</strong>lijk bestaat die tek<strong>en</strong>ing dus<br />

niet. Daarom staat ze ook in e<strong>en</strong> droom- of d<strong>en</strong>kwolk). Op de onderste helft staat de tek<strong>en</strong>ing die de<br />

tek<strong>en</strong>aar heeft opgestuurd.<br />

De leerling<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> nu eerst de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan. Ze do<strong>en</strong> dat door met potlood<br />

cirkeltjes te zett<strong>en</strong> op de onderste tek<strong>en</strong>ing (die van de tek<strong>en</strong>aar), daar waar er iets ontbreekt of<br />

verkeerd is.<br />

Ga bij alle leerling<strong>en</strong> controler<strong>en</strong> of ze alle 7 verschill<strong>en</strong> juist hebb<strong>en</strong> aangeduid. Dat moet gebeur<strong>en</strong> zonder<br />

er over te prat<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> verschil niet gevond<strong>en</strong> heeft, kan je op de tek<strong>en</strong>ing wijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> iets<br />

zegg<strong>en</strong> als 'Kijk e<strong>en</strong>s goed.'. E<strong>en</strong> exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarop de verschill<strong>en</strong> zijn aangeduid,<br />

vind je in bijlage D.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat zij nu e<strong>en</strong> brief gaan schrijv<strong>en</strong> naar de tek<strong>en</strong>aar waarin ze uitlegg<strong>en</strong> wat er<br />

nog verkeerd is of ontbreekt aan zijn tek<strong>en</strong>ing. Maar niet alle<strong>en</strong> dat: ze gaan ook zegg<strong>en</strong> hoe het moet<br />

word<strong>en</strong>, zodat de tek<strong>en</strong>aar weet wat hij moet do<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> dus goed naar de bov<strong>en</strong>ste tek<strong>en</strong>ing<br />

(van de schrijver) kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> die vergelijk<strong>en</strong> met de tek<strong>en</strong>ing die daaronder staat. Op basis daarvan moet<strong>en</strong><br />

ze <strong>voor</strong> de tek<strong>en</strong>aar beschrijv<strong>en</strong> WAT hij moet verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> HOE hij de tek<strong>en</strong>ing moet verander<strong>en</strong>. Ze<br />

moet<strong>en</strong> er dus rek<strong>en</strong>ing mee houd<strong>en</strong> dat de tek<strong>en</strong>aar <strong>en</strong>kel de tek<strong>en</strong>ing die hij zelf getek<strong>en</strong>d heeft, k<strong>en</strong>t.<br />

De andere tek<strong>en</strong>ing heeft hij niet gezi<strong>en</strong>. De uitleg moet dus heel duidelijk zijn.<br />

En verder ziet de tek<strong>en</strong>aar ook niet wat de leerling<strong>en</strong> zonet hebb<strong>en</strong> aangeduid. Hij krijgt die tek<strong>en</strong>ing<br />

met cirkels niet terug.<br />

Wijs, terwijl je dit uitlegt, telk<strong>en</strong>s heel expliciet op e<strong>en</strong> uitvergroot exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing (zie bijlage C)<br />

waar het over gaat.<br />

Geef ook mondeling e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld, maar schrijf dit in ge<strong>en</strong> geval op het bord. B<strong>en</strong>adruk ook dat<br />

dit iets is wat jij nu ter plekke uitvindt, maar dat de leerling<strong>en</strong> dat zelf niet moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Zij moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong><br />

naar wat er echt mis is op de tek<strong>en</strong>ing.<br />

Als je nu bij<strong>voor</strong>beeld zou will<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> bal in de zetel ligt in plaats<br />

van e<strong>en</strong> pop, dan kun je schrijv<strong>en</strong>: "Tek<strong>en</strong>aar, je moet e<strong>en</strong> bal in de zetel<br />

legg<strong>en</strong> in plaats van e<strong>en</strong> pop." Of: "Wil je de pop wegdo<strong>en</strong> <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> bal<br />

<strong>voor</strong> in de plaats legg<strong>en</strong>?" ...<br />

De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> elk e<strong>en</strong> blad waarop het eerste <strong>en</strong> laatste stuk van de brief al geschrev<strong>en</strong> zijn<br />

(zie bijlage B). De vormelijke kant van e<strong>en</strong> formele brief hoort dus niet tot het onderwerp van de toets.<br />

De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zelf nog de datum <strong>en</strong> de plaats invull<strong>en</strong> (rechts bov<strong>en</strong>aan) <strong>en</strong> hun naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam<br />

(<strong>en</strong> nummer) (onderaan). Laat h<strong>en</strong> dat do<strong>en</strong>.<br />

Dan kunn<strong>en</strong> ze de eig<strong>en</strong>lijke brief schrijv<strong>en</strong>. Je mag h<strong>en</strong> nu op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze meer help<strong>en</strong>, ook niet<br />

door woord<strong>en</strong>schat of schrijfwijz<strong>en</strong> aan te reik<strong>en</strong>. Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze het zelf zo goed <strong>en</strong> juist<br />

mogelijk moet<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> uit te legg<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Hieronder staat e<strong>en</strong> brief. Maar er staat nog niets in!<br />

Schrijf de brief naar de tek<strong>en</strong>aar. Leg heel duidelijk uit wat er verkeerd is of wat er ontbreekt.<br />

Maar zeg ook hoe het moet word<strong>en</strong>. Dan weet de tek<strong>en</strong>aar wat hij moet verander<strong>en</strong>.<br />

Doe dat <strong>voor</strong> elk deel van de tek<strong>en</strong>ing waar iets mee aan de hand is.<br />

Beste tek<strong>en</strong>aar,<br />

Ik heb je tek<strong>en</strong>ing gekreg<strong>en</strong>. Ik vind ze heel goed. Maar er moet<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> paar ding<strong>en</strong> aan veranderd<br />

word<strong>en</strong>.<br />

Zo, beste tek<strong>en</strong>aar. Ik hoop dat alles duidelijk is. Wil je het zo snel mogelijk verander<strong>en</strong>?<br />

Vri<strong>en</strong>delijke groet<strong>en</strong>,<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

(naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam:)<br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- blad met twee tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> (A)<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>: briefpapier (B)<br />

- blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, uitvergroot <strong>voor</strong> de toetsafnemer (C)<br />

- blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong> correct aangeduid (D)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de schrijftoets ‘Tek<strong>en</strong>aar’<br />

Het scor<strong>en</strong> van deze toets vraagt wel e<strong>en</strong> beetje tijd, aangezi<strong>en</strong> het om e<strong>en</strong> creatieve opdracht gaat <strong>en</strong><br />

alle leerling<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier ingevuld hebb<strong>en</strong>. Door de introductie <strong>en</strong> de formulering<br />

van de opdracht, hebb<strong>en</strong> we wel <strong>voor</strong>af geprobeerd om de leerling<strong>en</strong> op de juiste weg te zett<strong>en</strong>, zodat<br />

we toch kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> goed antwoord kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Vergelijk de briev<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande lijst. Is het antwoord goed, dan scor<strong>en</strong> ze<br />

e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> dat item. Staat het er niet of anders, dan scor<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 0. Let op: je mag ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong><br />

met andere dan de hieronder vermelde richtlijn<strong>en</strong>. Vormelijke taalfout<strong>en</strong> die de begrijpelijkheid niet stor<strong>en</strong>,<br />

kunn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> 0 veroorzak<strong>en</strong>.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong>. In de meest rechtse kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

uitgangspunt<br />

De tek<strong>en</strong>aar heeft de tek<strong>en</strong>ing van de schrijver in de droomwolk nooit gezi<strong>en</strong>. Deze tek<strong>en</strong>ing bestaat niet.<br />

De uitleg over wat hij moet verander<strong>en</strong>, moet dus duidelijk g<strong>en</strong>oeg zijn.<br />

Inhoud (item 1 tot <strong>en</strong> met 7)<br />

Wat zijn dan de ding<strong>en</strong> die zeker moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgelegd?<br />

(wat tuss<strong>en</strong> haakjes staat is facultatief)<br />

(e<strong>en</strong> schuine streep staat tuss<strong>en</strong> twee gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>)<br />

1 De deur moet op<strong>en</strong> (in plaats van dicht).<br />

2 De fles/vaas moet weg/staat er te veel (op de op<strong>en</strong> haard).<br />

3 Er moet vuur brand<strong>en</strong> in de op<strong>en</strong> haard.<br />

4 De vis moet in de andere richting zwemm<strong>en</strong> of staan /andersom/omgedraaid/omgekeerd.<br />

5 Er moet e<strong>en</strong> mat ligg<strong>en</strong> (onder de tafel).<br />

6 Er moet e<strong>en</strong> poot bij aan de tafel.<br />

7 De clown/pop/beer moet e<strong>en</strong> strikje hebb<strong>en</strong>.<br />

Voor die onderdel<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> we of wat erover gezegd is, ook op de juiste manier kan word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong><br />

door e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de volwass<strong>en</strong>e. De bedoeling is dat de instructies zo direct <strong>en</strong> expliciet mogelijk zijn,<br />

maar houd wel rek<strong>en</strong>ing mee dat de leerling<strong>en</strong> naar de tek<strong>en</strong>aar (onbek<strong>en</strong>de volwass<strong>en</strong>e) toe misschi<strong>en</strong><br />

bepaalde indirecte formulering<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. Kortom: als uit de omschrijving van de fout op te<br />

mak<strong>en</strong> valt hoe het moet word<strong>en</strong>, dan is het goed. Dus:<br />

- 'Je b<strong>en</strong>t ... verget<strong>en</strong>.' = 1<br />

- vaststelling bv. 'De clown heeft ge<strong>en</strong> strik.''De deur is niet op<strong>en</strong>' = 1<br />

- 'Waar is ... naartoe/geblev<strong>en</strong>?' = 1: dit impliceert dat er iets moet verander<strong>en</strong><br />

Dat ligt anders in het geval van vergelijking<strong>en</strong> van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of beschrijving<strong>en</strong> van de wolk-tek<strong>en</strong>ing<br />

bv. 'De clown heeft e<strong>en</strong> strik.' of 'Het vuur is aan.' of 'De deur is op<strong>en</strong>.'= 0.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Wanneer de ‘andere tek<strong>en</strong>ing’ (die niet bestaat) als dusdanig vermeld wordt, betek<strong>en</strong>t dat<br />

automatisch 0.<br />

Omschrijving<strong>en</strong> als 'ik zou graag hebb<strong>en</strong>...' = 1. Maar iets als 'Ieder huis heeft toch bijna e<strong>en</strong> mat.'<br />

of 'E<strong>en</strong> tafel kan toch niet op drie pot<strong>en</strong> staan. Of wel?' is te vaag, dus 0. (wel goed: 'De tafel zal<br />

omvall<strong>en</strong> want ze heeft maar drie pot<strong>en</strong>.')<br />

Gewone woord-opsomming<strong>en</strong> van de fout<strong>en</strong>: normaal 0, maar wel 1 als: mat VERGETEN, fles<br />

TEVEEL, ...<br />

Te vaag is bv. '... verander<strong>en</strong>: ..., mat, ... .', 'Alles is fout. ... Ik wil niet zo'n tek<strong>en</strong>ing.' = 0<br />

Spellingfout<strong>en</strong> zijn slechts inzoverre relevant als er sprake is van inhoudelijk-onbegrip-veroorzak<strong>en</strong>.<br />

En dat geldt dan ook <strong>en</strong>kel <strong>voor</strong> het cruciale deel van de instructie. Probeer telk<strong>en</strong>s heel consequ<strong>en</strong>t<br />

te vertrekk<strong>en</strong> van de vraag:<br />

"Kan ik hier als tek<strong>en</strong>aar uit opmak<strong>en</strong> wat ik aan mijn tek<strong>en</strong>ing moet verander<strong>en</strong>?"<br />

Dat zijn de eerste 7 items. Ook als de leerling<strong>en</strong> hier 0 op scor<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze nog 1 scor<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />

volg<strong>en</strong>de 8.<br />

Vorm (item 8 tot <strong>en</strong> met 14)<br />

We bekijk<strong>en</strong> ook <strong>voor</strong> deze 7 items of wat er gezegd wordt (ook al is dat fout) in e<strong>en</strong> goede zin zit:<br />

zinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> pv die congruer<strong>en</strong> EN word<strong>en</strong> van elkaar onderscheid<strong>en</strong> door<br />

punt<strong>en</strong>. (dus <strong>en</strong>kel als beide <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> voldaan zijn: 1)<br />

Het is niet makkelijk om de andere fout<strong>en</strong> te neger<strong>en</strong>, maar probeer toch <strong>en</strong>kel naar deze ding<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>.<br />

Het gaat hier om zak<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> die van<br />

wez<strong>en</strong>lijk belang zijn bij het verstaanbaar overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van boodschapp<strong>en</strong>.<br />

Dat zijn de items 8-14. (8 = deur, 9 = fles, 10 = vuur, 11 = vis, 12 = mat, 13 = poot, 14 = strik)<br />

Naar de manier waarop <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> <strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong> in de zin staan wordt niet gekek<strong>en</strong>, hoe nons<strong>en</strong>sikaal<br />

die ook mog<strong>en</strong> klink<strong>en</strong>.<br />

Iets als 'Er moet e<strong>en</strong> tapijt tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.' is echter wel 0 omdat er ge<strong>en</strong> sprake kan zijn van congru<strong>en</strong>tie.<br />

Ook '... <strong>en</strong> de tafel was nog e<strong>en</strong> poot te zi<strong>en</strong>.' is fout omdat er door weglat<strong>en</strong> van het <strong>voor</strong>zetsel<br />

onduidelijkheid ontstaat over wat het onderwerp is.<br />

Punt<strong>en</strong>, vraagtek<strong>en</strong>s of uitroeptek<strong>en</strong>s zijn allemaal gelijkwaardig als leestek<strong>en</strong> om het einde van e<strong>en</strong> zin<br />

aan te gev<strong>en</strong>. Let op: sommige leerling<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> hun punt<strong>en</strong> zo precies op de lijn<strong>en</strong>, dat je ze haast niet<br />

meer kan zi<strong>en</strong>.<br />

Of er hoofdletters aan het begin van de zinn<strong>en</strong> staan, nem<strong>en</strong> we niet in rek<strong>en</strong>ing!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


nog <strong>en</strong>kele speciale gevall<strong>en</strong>:<br />

- consequ<strong>en</strong>te opsomming met streepjes = 1<br />

Er moet<strong>en</strong> niet noodzakelijk zinn<strong>en</strong> achter de streepjes staan.<br />

- opsomming van zinn<strong>en</strong> met komma's of '<strong>en</strong>' ertuss<strong>en</strong> i.p.v. punt<strong>en</strong> = 1<br />

! Als er op het einde ge<strong>en</strong> punt staat: 0 <strong>voor</strong> laatst vernoemde onderdeel.<br />

- Eén lange zin met allemaal komma's tuss<strong>en</strong> de onderdel<strong>en</strong> (ge<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong>) maar wel e<strong>en</strong> hoofdletter<br />

aan het begin <strong>en</strong> e<strong>en</strong> punt op het einde: 1 <strong>voor</strong> het eerstg<strong>en</strong>oemde deeltje wat vorm betreft. De<br />

andere 0.<br />

- Als er twee zinn<strong>en</strong> of meer gewoon achter elkaar staan zonder verbinding:<br />

- over één <strong>en</strong> hetzelfde onderdeel = 0<br />

- over twee onderdel<strong>en</strong>: 1ste = 1, 2de = 0<br />

! Zich herpakk<strong>en</strong> kan: bv. eerst twee zinn<strong>en</strong> achter elkaar zonder verbinding <strong>en</strong> dan ine<strong>en</strong>s met<br />

komma's <strong>en</strong> '<strong>en</strong>': kan terug 1 zijn.<br />

- 'Er moet' zonder infinitief = 1<br />

'moes' = 0 (want onbegrijpelijk)<br />

'moedt' = 1 (<strong>en</strong>kel spellingfout)<br />

'er' verget<strong>en</strong> = 1<br />

- Indi<strong>en</strong> werkwoord weg omdat het toch altijd 'moet' is, = 0 <strong>voor</strong> dit deeltje, maar niet <strong>voor</strong> inhoud!<br />

maar: 'Ik zou will<strong>en</strong> dat ... . En dat ...' = overal 1, want er staat e<strong>en</strong> werkwoord in de bijzin. Als er<br />

toch ge<strong>en</strong> staat = 0.<br />

dus: ge<strong>en</strong> werkwoord = 0<br />

- zich 'herpakk<strong>en</strong>' in het midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zin, waardoor deze niet meer loopt = 0 bv. 'De viss<strong>en</strong> op<br />

de tv, de onderste vis...'<br />

wel 1 = bv. 'De haard, daar moet vuur in.' ('daar' herhaalt/vervangt het onderwerp)<br />

- Als er meerdere zinn<strong>en</strong> gebruikt zijn <strong>voor</strong> één deeltje: zin beoordel<strong>en</strong> die de instructie bevat.<br />

Item 15<br />

Wordt er over elk onderdeel (7) iets gezegd? (Vanuit de veronderstelling dat m<strong>en</strong>, bij het schrijv<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> dergelijke brief, ge<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> mag verget<strong>en</strong> te vermeld<strong>en</strong>?) Hier word<strong>en</strong> ook de verkeerd uitlegde ding<strong>en</strong><br />

in rek<strong>en</strong>ing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Overzicht van <strong>en</strong>kele goedgekeurde alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

onderdel<strong>en</strong> m.b.t. inhoud (<strong>en</strong> vorm):<br />

1 DEUR<br />

'op<strong>en</strong>', 'niet dicht', 'op e<strong>en</strong> kier' = 1<br />

'Dit zijn de fout<strong>en</strong>: deur toe, ...' = 1<br />

'De deur staat toe.' = 0<br />

'duer' = 1, 'duur' = 1<br />

'ope' = 1, 'opp<strong>en</strong>' = 1, 'ov<strong>en</strong>' = 0<br />

'staad' = 1<br />

2 FLES/VAAS<br />

'Er mog<strong>en</strong> MAAR twee fless<strong>en</strong> staan.' (zonder plaats) = 1<br />

'Normaal staan er maar twee fless<strong>en</strong>.' = 1<br />

'De klijnste fles moet weg.' = 1<br />

'De fles mocht er niet staan.' = 1<br />

'E<strong>en</strong> fles moet weg.' = 1, 'Je moet de fles wegdo<strong>en</strong>.' = 1<br />

'min 1 fles' = 1<br />

'E<strong>en</strong> fles minder als dat zou kunn<strong>en</strong>.' = 1 <strong>voor</strong> inhoud, 0 <strong>voor</strong> vorm<br />

'... op de kast' = 1<br />

'achterste fles' = 0 (want fout)<br />

'pot' = 1, 'pod' = 0, 'vles' = 1, 'glas' = 0<br />

'weiniger' = 1<br />

3 VUUR<br />

De plaats moet omschrev<strong>en</strong> zijn, hoe onhandig ook!<br />

uitzondering: 'Het hout moet brand<strong>en</strong>.' = voldo<strong>en</strong>de duidelijk<br />

'vuur aan' = 0 (weg<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> plaatsaanduiding)<br />

'Er moet vuur op de houtsblokk<strong>en</strong>.' = 1<br />

'Het haardvuur, daar moet nog vuur kom<strong>en</strong>.' = 1 (ook <strong>voor</strong> vorm)<br />

'De kachel (= plaats) moet brand<strong>en</strong>.' = 1 (! niet 'verbrand<strong>en</strong>')<br />

'De op<strong>en</strong> haard (= plaats) moet aan.' = 1<br />

'Het haardvuur moet aanstaan.' = 1<br />

'e<strong>en</strong> vuur in de kachel' = 1<br />

'De kachel moet vlamm<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>/hout brand<strong>en</strong>.' = 1<br />

'De kachel is niet verwarmd.' = 0 (te vaag)<br />

'vlamm<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>' (zonder meer) = 0<br />

'brand/vlamm<strong>en</strong> in de schoorste<strong>en</strong>' (als plaatsaanduiding) = 1<br />

'haart' = 1, 'haar' = 1, '(g)aard/tvuur' = 1, 'hart' = 0, 'op<strong>en</strong>hort' = 0<br />

'kaggel' = 1, 'kagel' = 0, 'kaheel' = 0, 'kacel' = 0<br />

'stoof' = 0<br />

'schoorste<strong>en</strong>', 'schouw' als plaatsaanduiding = 1<br />

'stokk<strong>en</strong>' i.p.v. 'hout' = 0, 'takk<strong>en</strong>' = 1<br />

'bij' of 'aan' de kachel = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


4 VIS<br />

De vis MAG, maar MOET niet word<strong>en</strong> gespecifieerd. Als het gebeurt moet het echter juist zijn.<br />

'De vis moet andersOM getek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>.' = 1 (niet alle<strong>en</strong> 'anders')<br />

'De vis draait zich andersom.' = 0 (want onduidelijk uitgelegd)<br />

'De vis langs de andere kant (legg<strong>en</strong>).' = 0<br />

'De vis moet zoals de tweede vis zijn.' = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de duidelijk)<br />

'Alle viss<strong>en</strong> dezelfde kant op behalve de kleine.' = 1<br />

'De vis moet zich omdraai<strong>en</strong> naar links.' = 1<br />

'De vis moet links gaan.' = 1, 'De vis moet naar links.' = 1<br />

'De vis moet links.' = 0<br />

'... in de andere richting zijn' = 1<br />

'De vis is omgekeerd.' = 1, '(Mijn) vis staat omgekeerd.' = 1<br />

'... verkeerd gedraaid/verkeerde kant' = 1<br />

'... kijkt/zwemt/staat/... verkeerd' = 0<br />

'e<strong>en</strong> vis ...' = 1<br />

'grootste vis' = 0 (want onjuist) wel 1 = 'dikste', 'derde', 'laatste', 'vis vanonder', ...<br />

'onerste vis' = 0<br />

'onderzom' = 0<br />

aquarium: alle mogelijke spelling<strong>en</strong> zijn goed<br />

'viskom' = 1<br />

5 MAT<br />

'De mat moet je tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.' = 1<br />

'De mat onder de tafel is er niet.' = 1 (beleefd, niet direct)<br />

'mad' = 1<br />

'tapijt', 'tapeit', 'tijpijt' = 1<br />

6 POOT<br />

'Je b<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> poot VAN DE TAFEL (moet er staan) verget<strong>en</strong>.' = 1 (beleefd, niet direct)<br />

'Er moet e<strong>en</strong> poot onder de tafel.' = 0 (! er staan er al 2 - 'nog' of 'bij' moet erbij) idem: 'Je<br />

b<strong>en</strong>t DE poot van de tafel verget<strong>en</strong>.'<br />

'De tafel krijgt e<strong>en</strong> poot meer.' = 1<br />

'Je moet drie pot<strong>en</strong> van de tafel zi<strong>en</strong>.' = 1 (indirect)<br />

'Je moet de andere tafelpoot zi<strong>en</strong>.'<br />

'Er moet<strong>en</strong> vier pot<strong>en</strong> zijn, want op drie kan de tafel niet blijv<strong>en</strong> staan.' = 1 (ervan uitgaande<br />

dat de niet zichtbare <strong>vierde</strong> poot er wel is)<br />

'De tafel heeft maar twee/drie pot<strong>en</strong>.' = 0<br />

'De tafel heeft vier pot<strong>en</strong>.' = 0<br />

'De achterste poot moet er staan.' = 1<br />

'vanachter ook e<strong>en</strong> poot' = 1<br />

'rechterpoot (bov<strong>en</strong>aan)' = 1, 'tavelpoot' = 1, 'achterpoot' = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

'poot bij het be<strong>en</strong> van de jong<strong>en</strong>' = 1 (of andere omschrijving<strong>en</strong> met verwijzing naar omstaande<br />

ding<strong>en</strong>, zolang het maar duidelijk is)<br />

'be<strong>en</strong>', 'stokje' = 0<br />

'potje' = 0<br />

7 STRIK<br />

'De clown moet e<strong>en</strong> strikje drag<strong>en</strong>.' = 1<br />

'Je hebt e<strong>en</strong> strik van pop verget<strong>en</strong> te tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.' = 1<br />

'strik bij/aan pop' = 1<br />

'de clown zijn strik' (zonder meer) = 0<br />

'strek' = 0, 'striek' = 1<br />

'onder de king' = 0<br />

'knuffel' = 1, 'knufel' = 0 (niet duidelijk)<br />

clown: heel soepel zijn m.b.t. schrijfwijze, want heel moeilijk<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de schrijftoets ‘Tek<strong>en</strong>aar’<br />

TEKENAAR • SCHRIJVEN • 4de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

14-15 11 - 13 7 - 10 3 - 6 min 3<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

4 1<br />

11<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Totaal<br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Duid de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de twee tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan. Doe dat door cirkeltjes<br />

te zett<strong>en</strong> op de onderste tek<strong>en</strong>ing. Zet cirkeltjes rond ding<strong>en</strong> die verkeerd<br />

zijn. Zet cirkeltjes waar er iets ontbreekt.<br />

Zo wil de schrijver het:<br />

Deze tek<strong>en</strong>ing heeft de tek<strong>en</strong>aar opgestuurd:<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A<br />

1


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Hieronder staat e<strong>en</strong> brief. Maar er staat nog niets in!<br />

Schrijf de brief naar de tek<strong>en</strong>aar. Leg heel duidelijk uit wat er verkeerd is of wat er ontbreekt.<br />

Maar zeg ook hoe het moet word<strong>en</strong>. Dan weet de tek<strong>en</strong>aar wat hij moet verander<strong>en</strong>.<br />

Doe dat <strong>voor</strong> elk deel van de tek<strong>en</strong>ing waar iets mee aan de hand is.<br />

Beste tek<strong>en</strong>aar,<br />

Ik heb je tek<strong>en</strong>ing gekreg<strong>en</strong>. Ik vind ze heel goed. Maar er moet<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong><br />

paar ding<strong>en</strong> aan veranderd word<strong>en</strong>.<br />

Zo, beste tek<strong>en</strong>aar. Ik hoop dat alles duidelijk is.<br />

Wil je het zo snel mogelijk verander<strong>en</strong>?<br />

Vri<strong>en</strong>delijke groet<strong>en</strong>,<br />

(naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam:)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


Tek<strong>en</strong>ing op groot formaat<br />

Zo wil de schrijver het<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C1


Tek<strong>en</strong>ing op groot formaat<br />

Deze tek<strong>en</strong>ing heeft de tek<strong>en</strong>aar opgestuurd<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C2


Blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong> aangeduid<br />

op onderste tek<strong>en</strong>ing<br />

Duid de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de twee tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan. Doe dat door cirkeltjes<br />

te zett<strong>en</strong> op de onderste tek<strong>en</strong>ing. Zet cirkeltjes rond ding<strong>en</strong> die verkeerd<br />

zijn. Zet cirkeltjes waar er iets ontbreekt.<br />

Zo wil de schrijver het:<br />

Deze tek<strong>en</strong>ing heeft de tek<strong>en</strong>aar opgestuurd:<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage D


DE VERFRISSING<br />

e<strong>en</strong> verhaal schrijv<strong>en</strong> bij striptek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> gaan het verhaal schrijv<strong>en</strong> bij acht ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Wellicht zull<strong>en</strong> bepaalde kinder<strong>en</strong> zich daarbij beperk<strong>en</strong> tot het beschrijv<strong>en</strong><br />

van iedere tek<strong>en</strong>ing afzonderlijk. Andere leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ook in bepaalde<br />

gevall<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van het<br />

verhaal, het verhaal e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de titel gev<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal-individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de opdracht, bekijk<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> het<br />

verhaal.<br />

scoring De toets kan gescoord word<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> lijst van 18 items. Deze<br />

bevat inhoudelijke onderdel<strong>en</strong> waarover zeker iets moet word<strong>en</strong> gezegd,<br />

verband<strong>en</strong> die moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelegd <strong>en</strong> vormelijke eis<strong>en</strong> waaraan het verhaal<br />

van de leerling<strong>en</strong> moet voldo<strong>en</strong>, opdat het e<strong>en</strong> goed verhaal zou zijn.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage A) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijntjesblad (zelf<br />

te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1


2<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd met de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gesprek om h<strong>en</strong> <strong>voor</strong> te bereid<strong>en</strong> op de toets.<br />

Welk weer is het vandaag? ... Binn<strong>en</strong>kort wordt het weer zomer. Hopelijk<br />

wordt het dan heel mooi <strong>en</strong> warm weer, zodat we tijd<strong>en</strong>s de vakantie veel<br />

buit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> van de zon g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>. Wat do<strong>en</strong> jullie zoal buit<strong>en</strong> als<br />

het heel warm is? (gaan zwemm<strong>en</strong>, met water spel<strong>en</strong>, op het speelplein of in de tuin de<br />

schaduw opzoek<strong>en</strong>, sport<strong>en</strong>, ...) Lez<strong>en</strong> jullie ook wel e<strong>en</strong>s boek onder e<strong>en</strong> boom of<br />

e<strong>en</strong> parasol? Misschi<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lekker koel drankje bij de hand. Welke<br />

drankjes kunn<strong>en</strong> dat allemaal zijn?<br />

Laat de leerling<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>. Zorg er<strong>voor</strong> dat het onderscheid tuss<strong>en</strong> bruis<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet-bruis<strong>en</strong>de drank<strong>en</strong><br />

aan bod komt <strong>en</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> dat k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, maar ga er verder niet op in. Dat bruis<strong>en</strong>de drank<strong>en</strong><br />

gaan spuit<strong>en</strong> als je ermee schudt, mag eig<strong>en</strong>lijk niet word<strong>en</strong> vermeld, want anders geef je de ‘clou’ van<br />

de strip prijs. Als de leerling<strong>en</strong> er spontaan iets over zegg<strong>en</strong>, ga er dan zeker niet op in.<br />

Kondig dan aan wat er nu zal gebeur<strong>en</strong>.<br />

Vandaag gaan we e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verhaal schrijv<strong>en</strong> over zo’n koel drankje op<br />

e<strong>en</strong> heel warme dag. Dan kunn<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> deze zomer dat verhaal lez<strong>en</strong><br />

in de schaduw van e<strong>en</strong> grote boom.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Deel het blad met de opdracht <strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage A) uit. Als de leerling<strong>en</strong> op dat blad niets<br />

schrijv<strong>en</strong>, kan het bij e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de afname van de toets word<strong>en</strong> hergebruikt. Om te schrijv<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijntjesblad.<br />

Het is niet de bedoeling dat er over dit stripverhaal <strong>en</strong>ige vorm van gesprek tuss<strong>en</strong> jou <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> of<br />

tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> onderling ontstaat. Ze mog<strong>en</strong> er <strong>en</strong>kel in stilte naar kijk<strong>en</strong>.<br />

Dit zijn de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarover jullie e<strong>en</strong> verhaal gaan schrijv<strong>en</strong>. Jullie<br />

gaan dat verhaal opschrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> van je eig<strong>en</strong> leeftijd.<br />

B<strong>en</strong>adruk dat het e<strong>en</strong> gewoon doorlop<strong>en</strong>d tekstje moet zijn, e<strong>en</strong> leesverhaal. Het mog<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong><br />

tekstballonnetjes bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />

Wat <strong>voor</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn dit? (e<strong>en</strong> stripverhaal) Wat kan er nog bij de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stripverhaal staan? (tekstballonnetjes) Weet iedere<strong>en</strong> wat<br />

tekstballonnetjes zijn? Wat staat daarin? (Wat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

elkaar zegg<strong>en</strong>.) Dit verhaal heeft ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes. Jullie gaan nu ge<strong>en</strong><br />

tekstballonnetjes schrijv<strong>en</strong>, maar wel het verhaal bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

vertell<strong>en</strong>. Je mag in je verhaal wel schrijv<strong>en</strong> wat de person<strong>en</strong> op de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, maar niet alle<strong>en</strong> dat. Je moet <strong>voor</strong>al beschrijv<strong>en</strong> wat<br />

er gebeurt. Vertel in je verhaal wat er op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> is. Het<br />

stripverhaal wordt e<strong>en</strong> lees-verhaal. Het leesverhaal kan je ook lez<strong>en</strong><br />

zonder dat je de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet.<br />

Opmerking:<br />

Misschi<strong>en</strong> zal je veronderstell<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> de ‘clou’ van deze strip niet begrijp<strong>en</strong>. Er mag echter<br />

niet verder word<strong>en</strong> op ingegaan. De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> deze schrijfopdracht ook tot e<strong>en</strong> goed einde<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> door gewoon op te schrijv<strong>en</strong> wat zij op elk pr<strong>en</strong>tje zi<strong>en</strong>.<br />

Deel lijntjesblad<strong>en</strong> uit waarop de leerling<strong>en</strong> hun verhaal kunn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Spoor h<strong>en</strong> aan om aan de<br />

opdracht te beginn<strong>en</strong>. Raad h<strong>en</strong> aan om de opdracht nog e<strong>en</strong>s te herlez<strong>en</strong> op het blad met het<br />

stripverhaal.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

3


2<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Vanaf nu mag je de leerling<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze meer help<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld niet suggerer<strong>en</strong> om eerst<br />

e<strong>en</strong> schema te mak<strong>en</strong> of in het klad te werk<strong>en</strong>. Deze opdracht is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste<br />

strategie <strong>voor</strong> het schrijv<strong>en</strong> van het verhaal, maakt daar deel van uit. Als de leerling<strong>en</strong> er vrag<strong>en</strong> over<br />

stell<strong>en</strong>, zeg je ook expliciet dat ze dat zelf moet<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>. Zo toets je de schrijfvaardigheid van de<br />

leerling<strong>en</strong> als geheel.<br />

Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> het aanreik<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong>schat. Spoor de leerling<strong>en</strong> aan om op hun eig<strong>en</strong> manier<br />

duidelijk te mak<strong>en</strong> wat ze will<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> op expliciete vraag van de leerling<strong>en</strong>, kan wel, al<br />

zoud<strong>en</strong> er eig<strong>en</strong>lijk op dat vlak ge<strong>en</strong> onduidelijkhed<strong>en</strong> meer mog<strong>en</strong> zijn.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of ze hun verhaal e<strong>en</strong> titel mog<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, zeg dan dat ze dat zelf moet<strong>en</strong><br />

besliss<strong>en</strong>.<br />

Hieronder zie je e<strong>en</strong> stripverhaal. Bekijk alle tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> eerst heel goed.<br />

Schrijf dan het verhaal over wat je op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet. Het stripverhaal moet e<strong>en</strong> gewoon<br />

leesverhaal zonder tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Je mag ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes mak<strong>en</strong>.<br />

(tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>)<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> opdracht <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (A)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de schrijftoets ‘De verfrissing’<br />

<strong>voor</strong> het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

Deze toets is e<strong>en</strong> creatieve opdracht <strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die wellicht op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier<br />

ingevuld. Door de formulering van de opdracht <strong>en</strong> het feit dat we met ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>,<br />

hebb<strong>en</strong> we wel <strong>voor</strong>af geprobeerd om de leerling<strong>en</strong> op de juiste weg te zett<strong>en</strong>, zodat we vrij precies<br />

kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> goed verhaal kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Van wez<strong>en</strong>lijk belang is hier dat de leerling<strong>en</strong> de boodschap (= de informatie op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>), op<br />

e<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> leesbare manier overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> naar hun publiek (= leeftijdg<strong>en</strong>oot). Dat algem<strong>en</strong>e criterium<br />

vertal<strong>en</strong> we in e<strong>en</strong> lijst van 18 items, onderdel<strong>en</strong> waaraan het verhaal moet voldo<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goed<br />

verhaal te zijn. Het gaat zowel om inhoudelijke gegev<strong>en</strong>s, verband<strong>en</strong> als vormelijke eis<strong>en</strong>. Hieronder vind<br />

je de items, met telk<strong>en</strong>s de nodige uitleg <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van effectieve uiting<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> die als<br />

goed of fout werd<strong>en</strong> beschouwd.<br />

In de schrijfproduct<strong>en</strong> van jouw leerling<strong>en</strong> zal je weer andere uiting<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Het is belangrijk deze<br />

zoveel mogelijk in de lijn van het onderstaande, objectief <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t te beoordel<strong>en</strong>.<br />

Voor e<strong>en</strong> goed item scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> 1, <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> fout 0. De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de<br />

items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel. In de meest linkse kolom komt het<br />

nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de<br />

nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats<br />

<strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

Beoordelingscriteria, beschrijving <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />

Hieronder staat e<strong>en</strong> / (schuine streep) tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>.<br />

Wat tuss<strong>en</strong> haakjes staat ( ) is niet noodzakelijk, maar mag erbij.<br />

Eén item is e<strong>en</strong> geheel: 1 of 0<br />

item 1: titel<br />

Staat er e<strong>en</strong> titel bov<strong>en</strong> het verhaal die betrekking heeft op de inhoud?<br />

Hierover werd<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> expliciete instructies gegev<strong>en</strong> aan de leerling<strong>en</strong> (<strong>en</strong>kel dat ze dat zelf<br />

moet<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>, als erom gevraagd wordt). De leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> zoud<strong>en</strong> uit<br />

zichzelf moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat ze dit soort verhaal e<strong>en</strong> titel moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Toch zijn we niet te<br />

str<strong>en</strong>g op het vlak van toepasselijkheid van de titel.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Het drankje; E<strong>en</strong> fris drankje; Schudd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> drankje; Het drankje <strong>en</strong> de muziek;<br />

E<strong>en</strong> lekker drankje; Frisdrank; Cola; De colafles; ...<br />

- Op e<strong>en</strong> zonnige dag; E<strong>en</strong> warme dag; ... (hoewel deze titels strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> weinig zegg<strong>en</strong><br />

over de inhoud van het verhaal, word<strong>en</strong> ze toch goedgerek<strong>en</strong>d)<br />

- Het plannetje van liesje (inhoud wordt duidelijk uit het verhaal)<br />

- Wat e<strong>en</strong> grap!; 1 April!<br />

- De leuke dag van Anne<br />

- Swing<strong>en</strong><br />

- De deugniet<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

5


2<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Maar:<br />

- Het was e<strong>en</strong> warme zomerdag = 0 (hoewel duidelijk bov<strong>en</strong> het verhaal geplaatst, wordt dit<br />

eerder als de eerste zin beschouwd dan als titel)<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- ge<strong>en</strong> titel<br />

- fout<strong>en</strong> of vreemde formulering<strong>en</strong> in de titel waardoor deze onduidelijk wordt (de eis<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

duidelijkheid ligg<strong>en</strong> in het geval van e<strong>en</strong> titel hoog!): De warme drank dag; Het bruis van de<br />

cola<br />

- e<strong>en</strong> titel die niets te mak<strong>en</strong> heeft met de inhoud van het verhaal: De zomer (te algeme<strong>en</strong>);<br />

Muziek; Leesverhaal<br />

- Li<strong>en</strong>tje met zijn poes (of andere titels waarin alle<strong>en</strong> person<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd)<br />

- Joli<strong>en</strong>tje begint te dans<strong>en</strong> (eerder e<strong>en</strong> mededel<strong>en</strong>de zin dan e<strong>en</strong> titel)<br />

item 2: begin van het verhaal<br />

Heeft het verhaal duidelijk e<strong>en</strong> begin? Wordt er niet ‘met de deur in huis gevall<strong>en</strong>’?<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- e<strong>en</strong> situatieschets of <strong>voor</strong>stelling van de verschill<strong>en</strong>de personages<br />

- formulering<strong>en</strong> als “Er was e<strong>en</strong>s...”<br />

- Op e<strong>en</strong>(warme) dag ...<br />

- Het is zomer...<br />

- Dit is ... / Daar staat...<br />

- Moeder/e<strong>en</strong> meisje (of naam) ...<br />

- De mama van Wim is aan het...<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- begin met de eerste zin van e<strong>en</strong> dialoog (dat is echt ‘met de deur in huis vall<strong>en</strong>’) (wel goed:<br />

Moeder zegt:...)<br />

Voor de items 3 t.e.m. 14 geldt dat de informatie volledig moet zijn maar ook niet mis te verstaan. Als<br />

de informatie wordt gebracht in e<strong>en</strong> vorm die aanleiding geeft tot verkeerd begrip, scoort de leerling 0.<br />

Verkeerde vorm, <strong>voor</strong> zover deze de betek<strong>en</strong>is niet verstoort, geeft ge<strong>en</strong> aanleiding tot foutrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zo<br />

houd<strong>en</strong> we hier bij<strong>voor</strong>beeld ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met het feit of de leerling deze informatie in e<strong>en</strong> goedgevormde<br />

zin heeft verpakt of niet.<br />

Alle andere informatie, die de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel in hun verhaal hebb<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>, wordt niet<br />

beoordeeld, <strong>voor</strong> zover deze de duidelijkheid van het verhaal niet in het gedrang br<strong>en</strong>gt. Waar deze extra<br />

informatie onduidelijkheid schept over één van onderstaande items, scoort de leerling <strong>voor</strong> dat item 0.<br />

Als de leerling zijn verhaal – ondanks de instructie – toch in dialoogvorm heeft geschrev<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> de<br />

gegev<strong>en</strong>s die er wel duidelijk uit naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, toch 1 gescoord. Na item 18 staat e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld van<br />

zo’n dialoog met scores erbij.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 3: situatieschets m.b.t. het weer:<br />

Het is warm/heet/zomer.<br />

of: De zon schijnt.<br />

of: Moeder/meisje zweet/heeft het warm (als gevolg van het weer)<br />

Dit gegev<strong>en</strong> hoeft niet persé bij het begin van het verhaal te word<strong>en</strong> vermeld. Het kan bij<strong>voor</strong>beeld<br />

ook pas vermeld word<strong>en</strong> bij de red<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het drink<strong>en</strong> (item 6)<br />

Let op! Het gaat hier om het vermeld<strong>en</strong> van dit gegev<strong>en</strong>, los van de titel. Uit de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> bij<br />

item 1 blijkt dat veel leerling<strong>en</strong> dit aspect daar opnem<strong>en</strong>, maar bij item 3 gaat het om<br />

het <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> in de tekst.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Op e<strong>en</strong> zonnige dag... = 1<br />

- Moeder heeft het snikheet. = 1 (ook al is niet helemaal duidelijk of dat e<strong>en</strong> gevolg is van het<br />

weer of van het strijk<strong>en</strong>)<br />

- Moeder heeft dorst. = 0 (geldt <strong>en</strong>kel <strong>voor</strong> item 6; onvoldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong> dit item)<br />

item 4: <strong>voor</strong>stelling van moeder die aan het strijk<strong>en</strong> is<br />

item 5: verhaalgegev<strong>en</strong>: moeder roept meisje/moeder spreekt kind aan<br />

Het lijkt <strong>voor</strong> de hand te ligg<strong>en</strong> dat de moeder het meisje aanspreekt om <strong>voor</strong> haar e<strong>en</strong> drankje<br />

te hal<strong>en</strong>. Veel leerling<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong> dit echter anders: als de moeder die teg<strong>en</strong> haar dochter<br />

zegt dat ze e<strong>en</strong> drankje <strong>voor</strong> zichzelf mag hal<strong>en</strong>, dat ze de radio mag aanzett<strong>en</strong>, of dat ze<br />

buit<strong>en</strong> mag spel<strong>en</strong>. M.a.w. van zodra er melding wordt gemaakt van het feit dat de moeder<br />

haar dochter aanspreekt (als eerste – niet als antwoorder), scoort de leerling hier 1.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- aanspreking in dialoog<br />

- De moeder vraagt aan het kind of ze e<strong>en</strong> drankje wil gaan hal<strong>en</strong>. = 1<br />

- De mama van Li<strong>en</strong> vraagt e<strong>en</strong> flesje cola. = 1<br />

- Mama zegt: “Lotte, als je het te warm hebt, neem je maar e<strong>en</strong> drankje. = 1 <strong>voor</strong> item 5 <strong>en</strong> 6<br />

item 6: red<strong>en</strong>: omdat moeder (meisje) het warm/dorst heeft<br />

of: omdat het zo warm is (dat je dan dorst hebt, mag impliciet blijv<strong>en</strong>; dit gegev<strong>en</strong> kan<br />

tegelijkertijd gescoord word<strong>en</strong> bij item 3)<br />

Het kan zijn dat deze red<strong>en</strong> pas wordt vermeld bij het effectief hal<strong>en</strong> van het flesje (item 8). Ook<br />

in dat geval wordt 1 gescoord <strong>voor</strong> item 6.<br />

Het verband hoeft – zo blijkt uit de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> – ook niet zo heel expliciet te word<strong>en</strong> vermeld.<br />

Als het gegev<strong>en</strong> ‘warm/dorst’ dichtbij het hal<strong>en</strong> van het drankje wordt vermeld, volstaat dat.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Mama, ik heb het warm. (1 <strong>voor</strong> item 3) Mag ik e<strong>en</strong> drankje gaan hal<strong>en</strong>? = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

7


2<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

item 7: <strong>voor</strong>stelling van 2 of 3 verhaalgegev<strong>en</strong>s: meisje + radio/muziek (+ poes)<br />

Enkel als de leerling melding maakt van het meisje én de radio, <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel daarbij ook van de<br />

poes, wordt <strong>voor</strong> dit item 1 gescoord.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Meisje (al <strong>voor</strong>gesteld) zet de radio aan <strong>en</strong> gaat naar de keuk<strong>en</strong>. = 1<br />

- Moeder zegt: “Eli<strong>en</strong>, zet de muziek e<strong>en</strong>s wat zachter.” = 1<br />

- Meisje danst. = 0 (<strong>voor</strong> dit item)<br />

item 8: verhaalgegev<strong>en</strong>: meisje haalt e<strong>en</strong> flesje drank/cola (uit de koelkast/keuk<strong>en</strong>/binn<strong>en</strong>)<br />

Hier gaat het om de fysieke handeling van het hal<strong>en</strong> van het flesje. Niet het vrag<strong>en</strong> van de<br />

moeder om binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> drankje te gaan hal<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Ze (meisje <strong>en</strong> poes) gaan sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> drink<strong>en</strong>. = 1<br />

Items 9, 10 <strong>en</strong> 11 gev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> weer wat er op pr<strong>en</strong>tje 4, 5 <strong>en</strong> 6 te zi<strong>en</strong> is.<br />

item 9: verhaalgegev<strong>en</strong>: meisje (<strong>en</strong> poes) gaat(n) terug naar buit<strong>en</strong><br />

of: dans<strong>en</strong> door het huis (met het flesje...)<br />

Twee elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn hier ess<strong>en</strong>tieel, namelijk het uitdrukk<strong>en</strong> van beweging/ richting <strong>en</strong> locatie<br />

(in huis of tuin). Het gaat hier om het uitdrukk<strong>en</strong> van wat duidelijk te zi<strong>en</strong> is op pr<strong>en</strong>tjes 4 <strong>en</strong> 5.<br />

In dialoog ligg<strong>en</strong> de eis<strong>en</strong> anders dan in gewone beschrijving.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Terwijl ze door de hal gaat... = 1<br />

- Ze gaat al dans<strong>en</strong>d het terras op. = 1 (ook 1 <strong>voor</strong> item 10)<br />

- Ze danste door het huis. = 1<br />

- Daarna (na binn<strong>en</strong>) ging ze onder e<strong>en</strong> boom ligg<strong>en</strong>. = 1<br />

- Ze ging aan mama vrag<strong>en</strong> om het flesje... = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong> dit item)<br />

- Ze ging naar mama om te vrag<strong>en</strong>... = 0 (in beschrijving)<br />

- Ik ga naar mama <strong>en</strong> onderweg ga ik... = 1 (in dialoog volstaat dit)<br />

- Ze ligt onder e<strong>en</strong> boom. = 0 (ge<strong>en</strong> beweging, het meisje is plots terug in de tuin)<br />

- Ze danste terug naar binn<strong>en</strong>. = 0 (het gaat hier om het buit<strong>en</strong>gaan)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 10: verhaalgegev<strong>en</strong>: ...terwijl ze heel de tijd danst (op de muziek van de radio)<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Ze schudt <strong>en</strong> schudt maar op de maat van de muziek. = 1<br />

- Ze draait <strong>en</strong> springt. = 1<br />

- Ze heeft dolle pret. = 0 (beweging moet erbij)<br />

- Terwijl ze naar buit<strong>en</strong> gaat, luistert ze naar de radio. = 1<br />

item 11: verhaalgegev<strong>en</strong>: ... <strong>en</strong> met het flesje cola schudt<br />

Dit gegev<strong>en</strong> kan ook als red<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het spuit<strong>en</strong> op het laatste pr<strong>en</strong>tje word<strong>en</strong> vermeld (in plaats<br />

van bij het dans<strong>en</strong>/naar buit<strong>en</strong> gaan). In dat geval scoort de leerling hier ook 1 (maar ook <strong>voor</strong><br />

item 14, waar het gaat om het expliciete verband tuss<strong>en</strong> de twee gegev<strong>en</strong>s ‘schudd<strong>en</strong>’ <strong>en</strong><br />

‘spuit<strong>en</strong>’)<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Maar als je met e<strong>en</strong> cola danst <strong>en</strong> daarna aan mama geeft, spuit al die prik eruit. = 1<br />

- Annelies begint te dans<strong>en</strong>. Oei, ze weet niet dat ze haar colaflesje in de hand (duidt op<br />

schudd<strong>en</strong>) heeft. = 1<br />

item 12: verhaalgegev<strong>en</strong>: meisje geeft het flesje aan haar moeder<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- “Hier is de cola,” roept Li<strong>en</strong>. “Dank je” zegt mama. = 1<br />

- Alsjeblieft mama, e<strong>en</strong> cola. = 1<br />

- Mama wil het flesje <strong>voor</strong> Laura op<strong>en</strong>do<strong>en</strong>. = 1 (duidt er ook op dat ze het overneemt)<br />

- Wil je het op<strong>en</strong>do<strong>en</strong>? of Ze ging aan mama vrag<strong>en</strong> om het... = onvoldo<strong>en</strong>de; maar als dan<br />

uit wat volgt blijkt dat moeder het flesje vastheeft/op<strong>en</strong>t, scoort de leerling wel 1.<br />

Er moet dus duidelijk <strong>en</strong> expliciet word<strong>en</strong> uitgedrukt dat meisje geeft <strong>en</strong> moeder heeft/<br />

aanneemt.<br />

item 13: verhaalgegev<strong>en</strong>: als moeder (meisje) het flesje op<strong>en</strong>t, spuit de drank/cola eruit/in het<br />

gezicht van mama<br />

Erg<strong>en</strong>s moet duidelijk zijn dat moeder (meisje) het flesje op<strong>en</strong>t of gevraagd wordt om het te<br />

do<strong>en</strong>. Het spuit<strong>en</strong> mag ook gedeeltelijk via klanknaboots<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgedrukt.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Mama trekt de kurk eraf. Psssst. PETS. (tot hier onvoldo<strong>en</strong>de) (Al de cola is nu) in het<br />

gezicht van mama. = 1<br />

- ... <strong>en</strong> dus komt nu alles uit het flesje. = 1<br />

- <strong>en</strong> plas de cola spete door haar gezicht van mama. = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9


2<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

item 14: oorzaak: meisje heeft met het flesje geschud – gevolg: drank spuit eruit<br />

De leerling gaat erg<strong>en</strong>s expliciet op dit verband in. Dat mag ook algeme<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

bij het vermeld<strong>en</strong> van het feit dat het meisje met het flesje schud: Dat mag je niet do<strong>en</strong>, want<br />

dan kan de drank eruit spuit<strong>en</strong>.<br />

Het vermeld<strong>en</strong> van de oorzaak kan <strong>en</strong>kel word<strong>en</strong> goedgerek<strong>en</strong>d als ook de beide elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

(schudd<strong>en</strong>-spuit<strong>en</strong>) expliciet vermeld zijn.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Hoe zou dat nu kom<strong>en</strong>? vraagt mama zich af. Volg<strong>en</strong>s mij heeft er iemand te hard mee<br />

geschud. = 1 (ook <strong>voor</strong> item 11)<br />

- Laura had te hard met het flesje geschud <strong>en</strong> al de cola spuit teg<strong>en</strong> mama’s gezicht. = 1<br />

- Maar met dat dans<strong>en</strong> is er veel mee geschud <strong>en</strong> is er veel prik. Mama doet het flesje op<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

al de prik in haar gezicht. = 1<br />

- Liesje was verget<strong>en</strong> dat ze niet met haar flesje cola mag schudd<strong>en</strong>. Mama trekt de stop eraf...<br />

<strong>en</strong> alles spuit eruit! = 1<br />

- Ik heb e<strong>en</strong> plan gemaakt: we schudd<strong>en</strong> heel hard met het flesje <strong>en</strong> dan gaan we naar mama<br />

<strong>en</strong> dan... = 1 (‘plan’ duidt op het oorzakelijke verband; in dit geval moet<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s wel<br />

dicht bij elkaar <strong>en</strong> expliciet word<strong>en</strong> vermeld; <strong>en</strong>kel de boodschap Kom poes, we gaan e<strong>en</strong><br />

grap uithal<strong>en</strong> met mama. volstaat niet)<br />

- Van al dat dans<strong>en</strong> bruist de cola. = 1 (ook <strong>voor</strong> item 13, maar 0 <strong>voor</strong> item 11)<br />

- Mama doet het flesje op<strong>en</strong> <strong>en</strong> natuurlijk spuit de cola... = 0 (onvoldo<strong>en</strong>de)<br />

item 15: einde van het verhaal<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Mama was e<strong>en</strong> beetje boos op Laura. = 1 (in beschrijving)<br />

- Haha, gefopt! = 1 (in dialoog)<br />

Of e<strong>en</strong> vermelding van het meisje dat terug buit<strong>en</strong> is/staat te lach<strong>en</strong>/iets zegt teg<strong>en</strong> de poes:<br />

- Els merkt er niets van. = 1<br />

- Els is buit<strong>en</strong> al terug naar de radio aan het luister<strong>en</strong>. = 1<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong><br />

- woord ‘einde’ = onvoldo<strong>en</strong>de<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 16: Schrijft de leerling in <strong>vlot</strong>te, goedgebouwde <strong>en</strong> gevarieerde zinn<strong>en</strong>?<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

Het geheel bevat meer dan één verkeerd gevormde zin. Dit betek<strong>en</strong>t hier concreet:<br />

- onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm niet gecongrueerd, bij<strong>voor</strong>beeld: “Liesje <strong>en</strong> de poes danst.”;<br />

- ess<strong>en</strong>tiële onderdel<strong>en</strong> van de zin zijn niet vermeld;<br />

- de zin is onvolledig of krom;<br />

- de leerling gebruikt steeds dezelfde zinsconstructie, bv. “En to<strong>en</strong> ... . En to<strong>en</strong>... .” ...;<br />

- zinn<strong>en</strong> (niet noodzakelijk de hele tekst) lop<strong>en</strong> in elkaar over, niet van elkaar gescheid<strong>en</strong> door<br />

leestek<strong>en</strong>s <strong>en</strong>/of hoofdletters.<br />

item 17: woord<strong>en</strong>schat<br />

De leerling gebruikt e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de rijke/gevarieerde woord<strong>en</strong>schat. Dit blijkt <strong>voor</strong>al uit bepaling<strong>en</strong>/<br />

beschrijving<strong>en</strong>/uitdrukking<strong>en</strong> die extra info gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verhaal meer dan aang<strong>en</strong>aam om lez<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong>.<br />

Als we hiervan minst<strong>en</strong>s twee <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>, scoort de leerling 1.<br />

Let op: Alle soort<strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong>, van heel e<strong>en</strong>voudige als ‘mooi weer, leuke muziek’ tot bijna<br />

literaire als ‘het is zo heet dat ik bijna smelt’ word<strong>en</strong> hier op één lijn gesteld. Er wordt<br />

ge<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> deze verschill<strong>en</strong>de niveaus.<br />

Bij dit item wordt niet beoordeeld of de leerling<strong>en</strong> bepaalde elem<strong>en</strong>taire woord<strong>en</strong> niet<br />

of fout gebruikt!<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- Op e<strong>en</strong> zonnige dag... = 1<br />

- Ze ging snel naar buit<strong>en</strong>. = 1<br />

- ... veel te hard geschud = 1<br />

- lievelingslied = 1<br />

- coole muziek = 1<br />

- e<strong>en</strong> lekker fris drankje = 1<br />

- ine<strong>en</strong>s = 1<br />

- uit de bol gaan = 1<br />

- klanknaboots<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

11


2<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

12<br />

item 18: perspectief<br />

Schrijft de leerling consequ<strong>en</strong>t vanuit hetzelfde, juiste perspectief?<br />

Belangrijk is dus in de eerste plaats dat de leerling <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald perspectief kiest <strong>en</strong> dat<br />

doorhe<strong>en</strong> het hele verhaal aanhoudt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet het e<strong>en</strong> juist perspectief zijn. Wat is juist?<br />

- derde persoon: <strong>en</strong>kelvoud/meervoud;<br />

- eerste persoon <strong>en</strong>kelvoud, als de leerling zich met de moeder/het meisje id<strong>en</strong>tificeert; in dat<br />

geval kan hij dialog<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of beschouw<strong>en</strong>d schrijv<strong>en</strong>;<br />

- beschrijving <strong>en</strong> dialoog op de juiste manier afgewisseld.<br />

Het moet heel de tijd duidelijk zijn wie wat doet <strong>en</strong> zegt.<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong><br />

- dialoog waarbij je zelf uit de context (of alle<strong>en</strong> als je de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t) moet opmak<strong>en</strong> wie<br />

aan het woord is (zie onderstaand <strong>voor</strong>beeld)<br />

- te vaag gebruik van verwijswoord ‘ze/zij’, zodat niet duidelijk is of het om de moeder of het<br />

meisje gaat: <strong>en</strong>kel 0 als het meer dan één keer <strong>voor</strong>komt<br />

Voorbeeld van dialoog<br />

E<strong>en</strong> warme drank dag (0 <strong>voor</strong> item 1)<br />

Joli<strong>en</strong>, wil je <strong>voor</strong> mij e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> frisdrank pakk<strong>en</strong>? (0 <strong>voor</strong> item 2, 3 <strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 6; 1 <strong>voor</strong> item 5)<br />

Ja mama.<br />

Ev<strong>en</strong> de radio aanzett<strong>en</strong>. (1 <strong>voor</strong> item 7)<br />

E<strong>en</strong> cola zal ze wel goed vind<strong>en</strong>. (0 <strong>voor</strong> item 8)<br />

O, mijn lievelingslied.<br />

Ev<strong>en</strong> mijn dansje er op nog e<strong>en</strong>s do<strong>en</strong>. (1 <strong>voor</strong> item 10)<br />

O, het is gedaan.<br />

Net goed want ik b<strong>en</strong> er. (0 <strong>voor</strong> item 11)<br />

alsjeblieft mama, e<strong>en</strong> cola. (1 <strong>voor</strong> item 12)<br />

Wa, het spuit eruit. (0 <strong>voor</strong> item 13)<br />

Joli<strong>en</strong>, je hebt veel te hard met het flesje geschud. (0 <strong>voor</strong> item 14; 1 <strong>voor</strong> item 11)<br />

(0 <strong>voor</strong> item 15 <strong>en</strong> 18)<br />

(1 <strong>voor</strong> item 17)<br />

Hoewel deze leerling niet doet wat in de instructie uitdrukkelijk werd gevraagd, haalt hij toch nog e<strong>en</strong> vrij<br />

goede score. Deze ligt globaal toch lager dan die van e<strong>en</strong> leerling die wel e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>d verhaal heeft<br />

geschrev<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de toets ‘De verfrissing’<br />

<strong>voor</strong> het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> - einde tweede trimester<br />

DE VERFRISSING • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde tweede trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

16 – 18 12 – 15 9 – 11 5 – 8 min 5<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

13


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

totaal<br />

op 18<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Hieronder zie je e<strong>en</strong> stripverhaal. Bekijk alle tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> eerst heel goed.<br />

Schrijf dan het verhaal over wat je op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet. Het stripverhaal moet e<strong>en</strong> gewoon leesverhaal<br />

zonder tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Je mag ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes mak<strong>en</strong>.<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


OPEN-SCHOOLDAG<br />

e<strong>en</strong> folder schrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de bezoekers<br />

van de op<strong>en</strong>deurdag<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> folder n.a.v. de op<strong>en</strong>deurdag van hun school.<br />

Daarin beschrijv<strong>en</strong> ze wat er op verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> in de school zal te<br />

zi<strong>en</strong> zijn. De folder is bedoeld <strong>voor</strong> leerling<strong>en</strong> van andere schol<strong>en</strong> die op<br />

bezoek zull<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (leeftijdsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>).<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal-individueel<br />

De taak wordt klassikaal geïntroduceerd <strong>en</strong> uitgelegd. De leerling<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

de folder individueel.<br />

scoring Deze toets bevat 21 scoorbare items. Het betreft inhoudelijke, vormelijke <strong>en</strong><br />

structurele criteria waaraan de schrijfopdracht<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> op school<br />

(bijlag<strong>en</strong> A <strong>en</strong> B – de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van bijlage B zijn in de juiste volgorde aan<br />

elkaar g<strong>en</strong>iet) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijntjesblad (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> of bijlage B1)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Vraag aan de leerling<strong>en</strong> wat er op school zoal gebeurt wanneer er e<strong>en</strong> schoolfeest of op<strong>en</strong>deurdag wordt<br />

georganiseerd. Is er dan e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>toonstelling? Word<strong>en</strong> de klass<strong>en</strong> speciaal ingericht <strong>en</strong> de knutselwerkjes<br />

<strong>en</strong> schrift<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> t<strong>en</strong>toongesteld? Ouders, familie <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>djes van de leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

één keer ook door de klass<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar wat er zoal in de school te zi<strong>en</strong> is.<br />

Vraag de leerling<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong> te stell<strong>en</strong> dat er volg<strong>en</strong>de zaterdag op school e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>deurdag wordt<br />

georganiseerd. Voor die op<strong>en</strong>deurdag zull<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele plaats<strong>en</strong> op school heel speciaal ingericht/versierd<br />

word<strong>en</strong>. Toon hoe het er zal uitzi<strong>en</strong>. Deel de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage A <strong>en</strong> B) uit <strong>en</strong> laat de leerling<strong>en</strong> er in stilte<br />

naar kijk<strong>en</strong>. Op deze blad<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet schrijv<strong>en</strong>. Zo kunn<strong>en</strong> ze bij e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de toetsafname<br />

word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Schets de situatie verder. Alles is al versierd. Zaterdag is de op<strong>en</strong>deurdag, maar vrijdag kom<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere school uit de buurt al e<strong>en</strong> kijkje nem<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> natuurlijk wel e<strong>en</strong> beetje<br />

uitleg krijg<strong>en</strong> over de verschill<strong>en</strong>de lokal<strong>en</strong> <strong>en</strong> plaats<strong>en</strong> op school, want ze zijn er nog nooit eerder<br />

geweest. Als de leerling<strong>en</strong> van de andere school die uitleg <strong>voor</strong>af krijg<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze ook op <strong>voor</strong>hand<br />

kiez<strong>en</strong> welke ruimtes ze vrijdag will<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong>.<br />

Om die keuze wat gemakkelijker te mak<strong>en</strong> gaan de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> folder schrijv<strong>en</strong> over wat er op de<br />

op<strong>en</strong>deurdag allemaal te zi<strong>en</strong> is. Ze moet<strong>en</strong> alle ruimtes heel precies beschrijv<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> van de<br />

andere school kunn<strong>en</strong> die folder dan op <strong>voor</strong>hand lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> naar welke plaats<strong>en</strong> ze zull<strong>en</strong> gaan<br />

kijk<strong>en</strong>.<br />

Wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> folder is? Praat er ev<strong>en</strong> over. Sta er echter niet lang bij stil. Het volstaat dat<br />

de leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat je aan de hand van e<strong>en</strong> folder informatie kan gev<strong>en</strong> aan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Met de folder<br />

kan je de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ook zin do<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om erg<strong>en</strong>s naartoe te kom<strong>en</strong>, bv. naar e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>deurdag. Het<br />

‘werv<strong>en</strong>de’ aspect is echter niet belangrijk <strong>voor</strong> de schrijfopdracht van de leerling<strong>en</strong>, dus er moet ook niet<br />

te diep word<strong>en</strong> op ingegaan. Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> de vormgeving van de folder.<br />

Nu moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> folder schrijv<strong>en</strong>, waarin ze de verschill<strong>en</strong>de ruimtes van de<br />

op<strong>en</strong>deurdag (zie tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in bijlage B) beschrijv<strong>en</strong>. Het gaat erom telk<strong>en</strong>s heel precies te vertell<strong>en</strong> wat<br />

er te zi<strong>en</strong> is. Zeg dat jullie sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld gaan mak<strong>en</strong>. Vraag alle leerling<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing van ‘De<br />

zoete klas’ (bijlage A) te nem<strong>en</strong>, er ev<strong>en</strong> naar te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat ze erover kunn<strong>en</strong><br />

vertell<strong>en</strong>.<br />

Kom tot de onderstaande beschrijving, door de leerling<strong>en</strong> om beurt<strong>en</strong> iets te lat<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, daarop in te<br />

spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> te parafraser<strong>en</strong>, zonder stil te staan bij de aard van de zinn<strong>en</strong>. (Zeg bij<strong>voor</strong>beeld niet: eerst begin<br />

je met te zegg<strong>en</strong> op welke plaats je b<strong>en</strong>t. Bouw gewoon e<strong>en</strong> zin als E<strong>en</strong> van de klass<strong>en</strong> is omgetoverd tot ‘De<br />

zoete klas.’) in (als de leerling<strong>en</strong> dat al niet uit zichzelf do<strong>en</strong>.) Vermijd op die manier om expliciete richtlijn<strong>en</strong><br />

te gev<strong>en</strong> m.b.t. de schrijfopdracht die de leerling<strong>en</strong> zo dadelijk zelf verder gaan uitvoer<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>adruk wel ev<strong>en</strong> dat het niet de bedoeling is om gewoon op te somm<strong>en</strong> wat er allemaal te zi<strong>en</strong> is,<br />

maar om het uitgebreid in zinn<strong>en</strong> te beschrijv<strong>en</strong>. (Dit moet ook uit het <strong>voor</strong>beeld blijk<strong>en</strong>.)<br />

E<strong>en</strong> van de klass<strong>en</strong> is omgetoverd tot ‘De zoete klas’. Normaal ziet die<br />

klas er heel gewoon uit. Maar nu vind je er snoepjes <strong>en</strong> lekkere ding<strong>en</strong>.<br />

Zo ligg<strong>en</strong> er koekjes in de gleuf van het bord. Er ligg<strong>en</strong> snoepjes op het<br />

bord, op e<strong>en</strong> stoel <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bank. Er ligt daar ook e<strong>en</strong> stuk chocolade op<br />

e<strong>en</strong> bank. En tuss<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan de draad hangt e<strong>en</strong> wafel. En zie<br />

je de kersjes? En kijk e<strong>en</strong>s, dat ijsje in die <strong>en</strong>e bank! En e<strong>en</strong> paraplu-lolly<br />

steekt uit de prull<strong>en</strong>mand. En op de kal<strong>en</strong>der staat ook al e<strong>en</strong> snoepje.<br />

Aan de stoel van de leerkracht hangt e<strong>en</strong> donut. ...<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

3


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

(Strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is dit niet de beschrijving zoals je die in e<strong>en</strong> folder die <strong>voor</strong>af wordt bezorgd, zou<br />

opnem<strong>en</strong>. Het is gewoon e<strong>en</strong> hier-<strong>en</strong>-nu beschrijving van de tek<strong>en</strong>ing. Dat is echter precies wat van de<br />

leerling<strong>en</strong> wordt verwacht in deze opdracht.)<br />

Haal de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van ‘De zoete klas’ op.<br />

De overige plaats<strong>en</strong> (op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in bijlage B) gaan de leerling<strong>en</strong> nu op e<strong>en</strong> vergelijkbare manier<br />

beschrijv<strong>en</strong>. Deel lijntjesblad<strong>en</strong> uit om op te schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze dadelijk aan het<br />

werk mog<strong>en</strong> gaan. Wijs h<strong>en</strong> nog ev<strong>en</strong> op het volg<strong>en</strong>de:<br />

Op e<strong>en</strong> van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zie je de kunstwerk<strong>en</strong> van de leerkracht<strong>en</strong>. Je<br />

moet die op <strong>voor</strong>hand e<strong>en</strong>s goed bekijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> je afvrag<strong>en</strong> wie ze zou<br />

hebb<strong>en</strong> gemaakt. Wie werkt er allemaal op school? Welke<br />

leerkracht<strong>en</strong> heb je allemaal? (vrag<strong>en</strong> niet beantwoord<strong>en</strong>).<br />

Vanaf nu mag je de leerling<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze meer help<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld niet suggerer<strong>en</strong> om eerst<br />

e<strong>en</strong> schema te mak<strong>en</strong> of in het klad te werk<strong>en</strong>. Deze opdracht is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste<br />

strategie <strong>voor</strong> het schrijv<strong>en</strong> van de foldertekst<strong>en</strong>, maakt daar deel van uit. Als de leerling<strong>en</strong> er vrag<strong>en</strong> over<br />

stell<strong>en</strong>, zeg je ook expliciet dat ze dat zelf moet<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>. Zo toets je de schrijfvaardigheid van de<br />

leerling<strong>en</strong> als geheel.<br />

Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> het aanreik<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong>schat. Spoor de leerling<strong>en</strong> aan om op hun eig<strong>en</strong> manier<br />

duidelijk te mak<strong>en</strong> wat ze will<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> op expliciete vraag van de leerling<strong>en</strong> kan wel, al<br />

zoud<strong>en</strong> er eig<strong>en</strong>lijk op dat vlak ge<strong>en</strong> onduidelijkhed<strong>en</strong> meer mog<strong>en</strong> zijn.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of ze de folder of de onderdel<strong>en</strong> ervan e<strong>en</strong> titel mog<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, zeg dan dat ze dat<br />

zelf moet<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>. Zeg dat ze goed moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over hoe je dat doet in e<strong>en</strong> folder <strong>voor</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> van de andere school.<br />

BELANGRIJK:<br />

Probeer de bov<strong>en</strong>staande introductie, instructies <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld helder maar kort te behandel<strong>en</strong>, zodat het<br />

overgrote deel van de lestijd (50 min.) die je aan deze toets sp<strong>en</strong>deert, overblijft <strong>voor</strong> het schrijv<strong>en</strong> van de<br />

folder zelf. Wijs de leerling<strong>en</strong> erop hoeveel tijd ze hebb<strong>en</strong> om te schrijv<strong>en</strong> (minimum 40 min.). Zeg dat ze<br />

binn<strong>en</strong> die tijd de vijf plaats<strong>en</strong>/tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> behandel<strong>en</strong>. Herhaal na ti<strong>en</strong> minut<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s dat er<br />

goed moet word<strong>en</strong> doorgewerkt, dat er nog ... rest.<br />

Het is niet zinvol om individuele leerling<strong>en</strong> op te jag<strong>en</strong>, want dat bevordert de kwaliteit van het schrijv<strong>en</strong><br />

natuurlijk niet. En het is helemaal uit d<strong>en</strong> boze om zelf te gaan bepal<strong>en</strong> wanneer de leerling<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> overgaan.<br />

Dit is e<strong>en</strong> vrij omvangrijke opdracht <strong>en</strong> vel<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ze té lang is <strong>voor</strong> leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>. Het afwerk<strong>en</strong> van het geheel binn<strong>en</strong> de gestelde tijd, maakt echter deel uit van de opdracht. Ook<br />

dat is e<strong>en</strong> aspect van het schrijfproces waarvan we will<strong>en</strong> nagaan of de leerling<strong>en</strong> het kunn<strong>en</strong> volbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- tek<strong>en</strong>ing van ‘De zoete klas’ (bijlage A)<br />

- tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de overige plaats<strong>en</strong> op school met de instructie <strong>voor</strong> de opdracht (bijlage B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

5


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Scoringswijzer bij de schrijftoets ‘Op<strong>en</strong>-schooldag’<br />

Dit is e<strong>en</strong> creatieve opdracht <strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die op hun eig<strong>en</strong> manier ingevuld. Door de<br />

introductie, de formulering van de opdracht, het <strong>voor</strong>beeld <strong>en</strong> de aangereikte tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> op de juiste weg gezet, zodat kan bepaald word<strong>en</strong> aan welke eis<strong>en</strong> de ‘folder’ moet voldo<strong>en</strong>.<br />

Inhoud <strong>en</strong> Structuur<br />

Zoals reeds in de opdracht geformuleerd, gaat het erom dat de leerling<strong>en</strong> zo goed <strong>en</strong> uitgebreid mogelijk<br />

vertell<strong>en</strong>/beschrijv<strong>en</strong> wat er allemaal te zi<strong>en</strong> is op de vijf plaats<strong>en</strong>. Informatie overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> is dus de<br />

boodschap <strong>en</strong> maakt ook de hoofdbrok van de evaluatie uit. Per tek<strong>en</strong>ing wordt bepaald wat de leerling<strong>en</strong><br />

erover zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>. Daarbij wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> GLOBALE INFORMATIE<br />

<strong>en</strong> de BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN van e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing. Er wordt ook geëvalueerd of de<br />

leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> APPRECIATIE uit<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de ruimte als geheel of bepaalde onderdel<strong>en</strong> ervan.<br />

Alle andere tekstuele aspect<strong>en</strong> die bij e<strong>en</strong> folder zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> (structuur met inleiding <strong>en</strong> slot,<br />

opbouw, werv<strong>en</strong>d karakter, ...) word<strong>en</strong> niet mee beoordeeld. Het <strong>en</strong>ige waar we hier aandacht aan<br />

bested<strong>en</strong> is of de leerling<strong>en</strong> elk onderdeel van de folder introduceert.<br />

Uit de onderstaande <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> zal duidelijk word<strong>en</strong> dat de GLOBALE INFORMATIE in de meeste<br />

gevall<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> minimum beperkt blijft. Er is wel wat variatie tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de ruimtes, afhankelijk<br />

van wat er reeds in de titel vervat zit <strong>en</strong> de objectieve moeilijkheidsgraad. Bij<strong>voor</strong>beeld: Dit is de vieze<br />

ding<strong>en</strong> klas. volstaat niet als globale informatie (0 <strong>voor</strong> item 4). Hier wordt immers gewoon de titel<br />

gekopieerd.<br />

De globale informatie moet niet noodzakelijk bij het begin van de uite<strong>en</strong>zetting word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan<br />

over meerdere zinn<strong>en</strong> gespreid zijn.<br />

De eis<strong>en</strong> die aan de BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN word<strong>en</strong> gesteld, hang<strong>en</strong> ook sam<strong>en</strong> met de<br />

specifieke inhoud van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Zo ligt het bij bepaalde ruimtes meer <strong>voor</strong> de hand om op details in<br />

te gaan dan bij andere.<br />

De APPRECIATIE betreft het gev<strong>en</strong> van iets meer dan de zichtbare informatie over de ruimte. In de meeste<br />

gevall<strong>en</strong> do<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dat door middel van e<strong>en</strong> adjectief of bijwoord, bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

De toilett<strong>en</strong> zijn mooi versierd.<br />

Als je allerlei leuke spelletjes wil spel<strong>en</strong>...<br />

of door e<strong>en</strong> uitdrukking, bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

Dat wordt griezel<strong>en</strong>!<br />

of door e<strong>en</strong> oproep aan de lezer om naar de ruimte te kom<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

Wie van kunst houdt, moet hier zijn.<br />

Je mag er zelf spok<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>!<br />

Tracht bij de beoordeling van de inhoud door de vorm he<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordeel de inhoud zoals hij<br />

door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de lezer te begrijp<strong>en</strong> is.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Vorm<br />

Wat vorm betreft, hebb<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> uitdrukkelijk de opdracht gekreg<strong>en</strong> om in zinn<strong>en</strong> te schrijv<strong>en</strong>. Dit<br />

wordt dan ook expliciet beoordeeld (item 20). Er is wel wat ruimte <strong>voor</strong> opsomming, maar de vijf ruimtes<br />

moet<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> zin geïntroduceerd word<strong>en</strong>. De zinn<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ook goed afgebak<strong>en</strong>d zijn t<strong>en</strong><br />

opzichte van elkaar. (Zie lijst van de items <strong>voor</strong> meer toelichting.)<br />

Verder wordt per beschrev<strong>en</strong> lokatie beoordeeld of de zinn<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> <strong>en</strong> goedgebouwd zijn. Zinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonsvorm (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp <strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong>) die congruer<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de<br />

juiste volgorde zijn weergegev<strong>en</strong> (met inbegrip van inversie in o.a. vraag- <strong>en</strong> bijzinn<strong>en</strong>). Uitzondering<br />

hierop vorm<strong>en</strong> heel minimale, maar niettemin juist gevormde zinn<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld: Echt e<strong>en</strong> griezelige<br />

klas! = 1 <strong>voor</strong> item 7 (dit is correct als conclusie, ook al bevat deze zin ge<strong>en</strong> werkwoord.)<br />

Wanneer de beschrijving van e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing minst<strong>en</strong>s één slecht gevormde zin (bij<strong>voor</strong>beeld onderwerp <strong>en</strong><br />

persoonsvorm niet gecongrueerd of onvolledige/kromme zinn<strong>en</strong>) bevat, scoort de leerling hier 0. Dit staat<br />

immers de duidelijkheid in de weg. Ontbrek<strong>en</strong>de lidwoord<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> veel <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de fout bij NT2leerling<strong>en</strong>)<br />

vorm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aanleiding <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> 0-score bij dit item. Verkeerd gebruik van verwijswoord<strong>en</strong>,<br />

wat makkelijk aanleiding geeft tot verwarring, geeft meestal wel aanleiding tot e<strong>en</strong> 0-score. Bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

Ze heeft e<strong>en</strong> vergrootglas in zijn hand<strong>en</strong>. (0 <strong>voor</strong> item 11)<br />

Het totaal aantal zinn<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling geschrev<strong>en</strong> heeft, speelt hierbij ge<strong>en</strong> rol.<br />

Als de leerling in het geheel ge<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> heeft geschrev<strong>en</strong>, scoort hij uiteraard <strong>voor</strong> alle vormelijke items 0.<br />

Als de leerling <strong>voor</strong> alle inhoudelijke items van e<strong>en</strong> bepaalde ruimte 0 heeft, scoort hij <strong>voor</strong> vorm ook<br />

automatisch 0.<br />

Hieronder word<strong>en</strong> de 21 items op e<strong>en</strong> rijtje gezet <strong>en</strong> verduidelijkt. Er zijn telk<strong>en</strong>s <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van goedgekeurde<br />

<strong>en</strong> afgekeurde alternatiev<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Wat tuss<strong>en</strong> haakjes staat is niet noodzakelijk, maar mag<br />

erbij. Wellicht zal je andere formulering<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> in de folders van de leerling<strong>en</strong> van je klas. Probeer in<br />

de <strong>voor</strong>gestelde d<strong>en</strong>krichting, maar <strong>voor</strong>al objectief <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t te oordel<strong>en</strong>. Probeer ook zo weinig<br />

mogelijk rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met je algem<strong>en</strong>e beeld van de leerling. Het gaat om deze taak op zich.<br />

Voor e<strong>en</strong> goed item scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 1, <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> fout of onvolledig item e<strong>en</strong> 0. De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong><br />

die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel. In de meest<br />

linkse kolom komt het nummer van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de<br />

nummers van de items. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

7


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Beoordelingscriteria, beschrijving <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />

Hieronder staan veel <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s is aangegev<strong>en</strong> of deze goed of fout werd<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Dat<br />

gebeurt d.m.v. 1 of 0. Er staat e<strong>en</strong> / (schuine streep) tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>.<br />

DE TOILETTEN<br />

item 1: Inhoud: globale informatie<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- De toilett<strong>en</strong> zijn versierd. = 1<br />

- De (deksels van) toilett<strong>en</strong> zijn omgetoverd in mannetjes / gezicht<strong>en</strong> / … = 1<br />

- Wij hebb<strong>en</strong> toilett<strong>en</strong> in alle soort<strong>en</strong>. = 1<br />

- Je hebt vier soort<strong>en</strong> toilett<strong>en</strong>. = 1<br />

- De vier toilett<strong>en</strong> zijn telk<strong>en</strong>s in iemand anders verkleed. = 1<br />

- Welkom in de toilett<strong>en</strong>! = 1<br />

- De toilett<strong>en</strong> zijn in verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong>. = 1<br />

- In de toilett<strong>en</strong> is het precies karnaval / feest / verkleedpartij. = 1<br />

- Er hang<strong>en</strong> slingers <strong>en</strong> confetti. De toilett<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> op tek<strong>en</strong>filmfigur<strong>en</strong>. = 1<br />

- Er is e<strong>en</strong> toilet in de vorm van e<strong>en</strong> aapje, e<strong>en</strong> vark<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> boef. = 1<br />

- Bij e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>deurdag versier<strong>en</strong> we. (zonder meer) = 0 (toilett<strong>en</strong> zijn niet vermeld)<br />

item 2: Inhoud: appreciatie bij de informatie<br />

item 3: Vorm<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Moet je altijd naar de wc tijd<strong>en</strong>s de les? Dan is dit zeker iets <strong>voor</strong> jou. = 1<br />

- Veel wc-pret! = 1<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> overlap items 1 <strong>en</strong> 2:<br />

- De toilett<strong>en</strong> zijn mooi/leuk versierd. = 1<br />

- De toilett<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> er heel bijzonder uit, met al die gezicht<strong>en</strong>. = 1.<br />

- Die bandiet ziet er echt gevaarlijk uit! = 1<br />

- De toilett<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong> echte feestneuz<strong>en</strong>! = 1<br />

- Wie van ber<strong>en</strong> houdt, moet hier zijn! = 1<br />

- Kom naar de toilett<strong>en</strong>! Je gelooft je eig<strong>en</strong> og<strong>en</strong> niet! = 1<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

Onze toilett<strong>en</strong> zijn versierd met allemaal gekke gezicht<strong>en</strong>. Veel leuke slingers. Dus je kan er<br />

heel wat pret belev<strong>en</strong>. = 0 (de middelste zin is ge<strong>en</strong> volledige zin, te beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

kromme zin = verkeerd gevormd)<br />

De toilett<strong>en</strong> van het school is versierd. = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


VIEZE DINGEN KLAS<br />

item 4: Inhoud: globale informatie<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- In deze klas vind je allemaal vieze ding<strong>en</strong>. = 1<br />

- Dit is e<strong>en</strong> griezelige klas. = 1<br />

- Hier kan je griezel<strong>en</strong>. = 1<br />

- In deze klas is het heel vies. = 1<br />

- In de vieze ding<strong>en</strong> klas griezelt het. = 1<br />

- Er is viezigheid. = 1<br />

- De vieze ding<strong>en</strong> klas zou je kunn<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door de monsterklas. = 1<br />

- Dit is eig<strong>en</strong>lijk de klas van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> met onze juf! = 1<br />

- Deze klas is omgetoverd in e<strong>en</strong> spookhuis. = 1<br />

item 5: Inhoud: minst<strong>en</strong>s 3 van de vieze ding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgesomd.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- In deze klas vind<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong> heks, e<strong>en</strong> monster <strong>en</strong> spinn<strong>en</strong>. = 1<br />

- Er zijn worm<strong>en</strong>, vieze ratt<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> monsterduivel, e<strong>en</strong> zombie <strong>en</strong> griezels. = 1<br />

item 6: Inhoud: appreciatie bij de informatie<br />

item 7: Vorm<br />

Woord<strong>en</strong> als ‘griezel<strong>en</strong>’, ‘griezelig’, ‘grappig’ e.d. volstaan hier. E<strong>en</strong> uitzondering hierop vormt<br />

het woord ‘vies’, aangezi<strong>en</strong> dit al in de titel staat.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Deze klas moet dring<strong>en</strong>d gepoetst word<strong>en</strong>. = 1<br />

- Brrr! = 1<br />

- Als je van griezel<strong>en</strong> houdt, is dit e<strong>en</strong> klas <strong>voor</strong> jou. = 1<br />

- Je mag niet binn<strong>en</strong> als je onder de vijf jaar b<strong>en</strong>t. = 1<br />

- Kijk uit! = 1<br />

- Wie hier binn<strong>en</strong>komt moet lef hebb<strong>en</strong>! = 1<br />

- Niet schrikk<strong>en</strong>! = 1<br />

- In deze school kan je maar beter je og<strong>en</strong> bedekk<strong>en</strong>. = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

HOBBY’S VAN DE LEERLINGEN<br />

item 8: Inhoud: globale informatie<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Hier stell<strong>en</strong> (vier) leerling<strong>en</strong> hun hobby’s <strong>voor</strong>. = 1<br />

- Hier zie je allemaal leerling<strong>en</strong> met hobby’s. = 1<br />

- Er is nog e<strong>en</strong> klas met de hobby’s van de leerling<strong>en</strong>. = 1<br />

- Hier kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> aan de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> wat hun hobby’s zijn. = 1<br />

- Er zijn veel leerling<strong>en</strong> die hobby’s hebb<strong>en</strong>. = 0<br />

- Hier stell<strong>en</strong> de leerkracht<strong>en</strong> hun hobby’s <strong>voor</strong>. = 0<br />

- Wil je de hobby’s van de leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>? = 0<br />

- Deze leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> elk hun hobby’s. = 0<br />

item 9: Inhoud: minst<strong>en</strong>s twee van de vier hobby’s word<strong>en</strong> expliciet opgesomd<br />

De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de hobby’s op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

- goochelaar: tov<strong>en</strong>aar,<br />

- postzegelverzamelaar: verkoper van postzegels,<br />

- dier<strong>en</strong>liefhebster: zij toont kunstjes met dier<strong>en</strong><br />

- zwemmer: zwemkampio<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld:<br />

- De goochelaar tovert e<strong>en</strong> konijn uit zijn hoed, <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> bal, kaart<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doos. Het<br />

meisje doet kunstjes met dier<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hond geeft haar e<strong>en</strong> pootje. E<strong>en</strong> kat zit op het hoofd van<br />

de hond. = 1<br />

item 10: Inhoud: appreciatie bij de informatie<br />

item 11: Vorm<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Je leert er wat bij. = 1<br />

- Zoek je nog e<strong>en</strong> leuke hobby? Dan is deze klas iets <strong>voor</strong> jou! = 1<br />

- Kom maar af! = 1<br />

- Wil je de leerling<strong>en</strong> van onze school beter ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>? Kom dan kijk<strong>en</strong> naar hun hobby’s!<br />

= 1<br />

- Kijk e<strong>en</strong>s aan! = 1<br />

- Het <strong>voor</strong>naamste is dat je je daar ge<strong>en</strong> minuut zult vervel<strong>en</strong>. = 1<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

In deze klas vind je de hobby’s van de leerling<strong>en</strong>. Leuke diertjes, tovertrucs <strong>en</strong> rare<br />

verzameling<strong>en</strong>. = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


KUNSTWERKEN VAN DE LEERKRACHTEN<br />

item 12: Inhoud: globale informatie<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Hier word<strong>en</strong> (drie) kunstwerk<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gesteld die door leerkracht<strong>en</strong> gemaakt zijn. = 1<br />

- Deze kunstwerk<strong>en</strong> zijn allemaal gemaakt door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die op school werk<strong>en</strong>. = 1<br />

- De leerkracht<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ook iets gedaan want ze hebb<strong>en</strong> geknutseld. = 1<br />

- De leerkracht<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hun kunstwerk<strong>en</strong> in de turnzaal gezet. = 1<br />

item 13: Inhoud: beschrijving van de onderdel<strong>en</strong><br />

Van minst<strong>en</strong>s twee van de drie kunstwerk<strong>en</strong> wordt<br />

- ofwel gezegd wie het zou kunn<strong>en</strong> gemaakt hebb<strong>en</strong> (poetsvrouw, turnleerkracht, muziekleerkracht)<br />

- ofwel het materiaal beschrev<strong>en</strong>. Soms kan het zijn dat de lln. alle onderdel<strong>en</strong> van de<br />

tek<strong>en</strong>ing apart opsomm<strong>en</strong>. Dit wordt niet foutgerek<strong>en</strong>d.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Hier zie je van alle kunstwerk<strong>en</strong> van leerkracht<strong>en</strong>, gemaakt met ding<strong>en</strong> van de turnzaal, van<br />

muziek, van poetsgerief. = 1<br />

- Er is e<strong>en</strong> muziekkunstwerk <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kuiskunstwerk <strong>en</strong> e<strong>en</strong> turnkunstwerk. = 1<br />

- Het eerste kunstwerk is gemaakt door e<strong>en</strong> leerkracht die van kuis<strong>en</strong> houdt, het tweede door<br />

de muziekmeester <strong>en</strong> het derde door de turnjuf. = 1<br />

- Je ziet zo welk kunstwerk de turnjuf <strong>en</strong> de muziekleraar <strong>en</strong> ook de kuisvrouw hebb<strong>en</strong><br />

gemaakt. = 1<br />

- Er is e<strong>en</strong> turnjuf, e<strong>en</strong> muziekleraar <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kuisvrouw. = 0<br />

- Er staat e<strong>en</strong> sportladder <strong>en</strong> e<strong>en</strong> basketbalnet. Er hangt e<strong>en</strong> touw. Er ligt e<strong>en</strong> bal. = 0<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> overlap items 12 <strong>en</strong> 13:<br />

- In de turnzaal kan je de kunstwerk<strong>en</strong> van de gymleraar, de muziekjuf <strong>en</strong> de poetsvrouw<br />

bekijk<strong>en</strong>. = 1<br />

item 14: Inhoud: appreciatie bij de informatie<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Het zijn echt grappige kunstwerk<strong>en</strong>! = 1<br />

- Hier zie je de raarste kunstwerk<strong>en</strong>. = 1<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> overlap items 12 <strong>en</strong> 14:<br />

- Wij zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de modernste kunst die er bestaat. Je moet zeker kom<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>. Alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

van de school ded<strong>en</strong> hard hun best. = 1<br />

- Hier kan je rare kunstwerk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>. = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

11


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

12<br />

item 15: Vorm<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- E<strong>en</strong> van de turnjuf, de muziekjuf <strong>en</strong> één van de poetsjuf. = 0 (onvolledige zin)<br />

- Als je veel van kunst houdt, kom dan kijk<strong>en</strong> naar de kunstwerk<strong>en</strong> van de leerkracht<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

= 0<br />

HINDERNISSENPARCOURS OP DE SPEELPLAATS<br />

item 16: Inhoud: globale informatie<br />

Als alle<strong>en</strong> de drie onderdel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, geldt dat niet als voldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong> dit item,<br />

maar wel <strong>voor</strong> het volg<strong>en</strong>de.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Op de speelplaats kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hinderniss<strong>en</strong>parcours spel<strong>en</strong> / kan je<br />

spelletjes do<strong>en</strong>. = 1<br />

- Hier op de speelplaats kan je e<strong>en</strong> baan volg<strong>en</strong> met daarin leuke spelletjes. = 1<br />

- Onze speelplaats is omgetoverd tot e<strong>en</strong> hinderniss<strong>en</strong>parcours. = 1<br />

- Dit is de spelletjespeelplaats met het hinderniss<strong>en</strong>parcours. = 1<br />

item 17: Inhoud: beschrijving van de onderdel<strong>en</strong><br />

De leerling vermeldt minimum drie van de onderdel<strong>en</strong> van het hinderniss<strong>en</strong>parcours, ofwel<br />

algeme<strong>en</strong>, ofwel opgehang<strong>en</strong> aan de beschrijving van wat de drie kinder<strong>en</strong> do<strong>en</strong>:<br />

- (door e<strong>en</strong> buis/tunnel) kruip<strong>en</strong><br />

- (door hoepels) spring<strong>en</strong>/lop<strong>en</strong><br />

- (e<strong>en</strong> bal) in de goal schopp<strong>en</strong>/voetball<strong>en</strong><br />

- zakk<strong>en</strong>lop<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- r<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, kruip<strong>en</strong>, voetball<strong>en</strong> = 1<br />

item 18: Inhoud: appreciatie bij de informatie<br />

item 19: Vorm<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Wie graag kruipt, voetbalt, springt <strong>en</strong> speelt moet hier zijn. = 1<br />

- Op deze speelplaats zal je je niet vervel<strong>en</strong>! = 1<br />

- Is dat niet leuk? = 1<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> overlap items 16 <strong>en</strong> 18:<br />

- Als je allemaal spelletjes wilt do<strong>en</strong> / aan sport wil do<strong>en</strong> dan moet je naar de speelplaats<br />

kom<strong>en</strong>. = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


ALGEMEEN<br />

item 20: Vorm van de volledige folder: de leerling heeft e<strong>en</strong> geheel van goed afgebak<strong>en</strong>de zinn<strong>en</strong><br />

geschrev<strong>en</strong><br />

T<strong>en</strong> eerste gaat het er hier dus om of de leerling overweg<strong>en</strong>d in zinn<strong>en</strong> heeft geschrev<strong>en</strong>. Als<br />

elk onderdeel van de folder op zijn minst met e<strong>en</strong> volzin begint (globale info of info over de<br />

onderdel<strong>en</strong>), wordt dat <strong>voor</strong> dit item als voldo<strong>en</strong>de beschouwd. Er mag op bepaalde punt<strong>en</strong><br />

gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van allerlei opsomm<strong>en</strong>de structur<strong>en</strong>.<br />

Verder moet<strong>en</strong> de zinn<strong>en</strong> ook duidelijk van elkaar afgebak<strong>en</strong>d zijn. E<strong>en</strong> zin begint met e<strong>en</strong><br />

hoofdletter <strong>en</strong> eindigt met e<strong>en</strong> punt of e<strong>en</strong> ander leestek<strong>en</strong>. De zinn<strong>en</strong> in de folder moet<strong>en</strong><br />

duidelijk van elkaar te onderscheid<strong>en</strong> zijn: door e<strong>en</strong> punt op het einde van de zin OF door e<strong>en</strong><br />

hoofdletter bij het begin van de daaropvolg<strong>en</strong>de zin volstaat. Opsomming<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

duidelijke structuur met streepjes of dergelijke. Als de leerling in zijn folder meer dan één fout<br />

teg<strong>en</strong> deze regel maakt, scoort hij <strong>voor</strong> dit item 0. Immers, dit heeft onduidelijkheid <strong>voor</strong> gevolg.<br />

Leerling<strong>en</strong> die bij<strong>voor</strong>beeld elke zin op e<strong>en</strong> nieuwe regel lat<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> (zonder hoofdletter bij<br />

het begin van de zin of e<strong>en</strong> punt op het einde ervan) krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> score 0.<br />

Sommige leerling<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoofdletters om hoofdzinn<strong>en</strong> van bijzinn<strong>en</strong> te<br />

scheid<strong>en</strong>. Zolang dit de duidelijkheid van de tekst niet in het gedrang br<strong>en</strong>gt, wordt dit niet fout<br />

gescoord.<br />

Ook komt er soms e<strong>en</strong> hoofdletter midd<strong>en</strong>in e<strong>en</strong> zin <strong>voor</strong> (meestal bij het begin van e<strong>en</strong> nieuwe<br />

lijn): ook dat speelt ge<strong>en</strong> rol <strong>voor</strong> dit item.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

- De toilett<strong>en</strong> zijn versierd met allemaal gekke gezicht<strong>en</strong>. Veel leuke slingers. (...): wordt niet<br />

als e<strong>en</strong> fout beschouwd <strong>voor</strong> dit item.<br />

- Je komt binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> er hangt e<strong>en</strong> spinn<strong>en</strong>web je loopt er door want je zag het niet (...): de<br />

afzonderlijke zinn<strong>en</strong> op zich zijn goed gevormd, maar niet juist afgebak<strong>en</strong>d t.o.v. elkaar, dit<br />

heeft dan ook e<strong>en</strong> 0-score <strong>voor</strong> gevolg.<br />

item 21: Structuur: introductie van elk onderdeel van de folder<br />

Elk onderdeel van de folder wordt geïntroduceerd d.m.v. e<strong>en</strong> titeltje of mete<strong>en</strong> bij aanvang van<br />

de eerste zin erover.<br />

Let op! Item 20 <strong>en</strong> 21 zijn globale items. Er kan dus ook 1 <strong>voor</strong> word<strong>en</strong> gescoord als niet alle vijf<br />

de ruimtes besprok<strong>en</strong> of vermeld zijn.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

13


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

14<br />

Normtabel bij de schrijftoets ‘Op<strong>en</strong>-schooldag’<br />

OPEN-SCHOOLDAG • schrijv<strong>en</strong> <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde derde trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

16 - 21 11 - 15 7 - 10 3 - 6 min 3<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

totaal<br />

op 21<br />

leerling TOILETTEN VIEZE DINGEN HOBBY’S LLN. KUNST HINDERNISSEN ALG.<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21<br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


DE ZOETE KLAS<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Hier zie je tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> op school.<br />

Beschrijf <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> van de andere school<br />

wat er op elke plaats te zi<strong>en</strong> is.<br />

Schrijf je folder in zinn<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B1


DE TOILETTEN<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B2


DE VIEZE DINGEN-KLAS<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B3


DE HOBBY’S VAN DE LEERLINGEN<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B4


DE KUNSTWERKEN VAN DE LEERKRACHTEN<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B5


EEN HINDERNISSENPARCOURS<br />

OP DE SPEELPLAATS<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

4 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B6


EDIT


KIJK, IK TUINIER!<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst over tuinier<strong>en</strong>/plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrapp<strong>en</strong> de<br />

woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong> in de tekst.<br />

verwerkingsniveau structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal-individueel<br />

De taak wordt klassikaal geïntroduceerd <strong>en</strong> uitgelegd. Enkele oef<strong>en</strong>items<br />

word<strong>en</strong> behandeld. Daarna lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel de tekst <strong>en</strong><br />

schrapp<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>.<br />

scoring Deze toets bevat 44 scoorbare items (= woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

schrapp<strong>en</strong>). Er wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> die de<br />

leerling<strong>en</strong> onterecht geschrapt hebb<strong>en</strong>.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> toetsblad (bijlage A)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Hebb<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> thuis e<strong>en</strong> tuin? Werk<strong>en</strong> ze daar wel e<strong>en</strong>s in? Tuinier<strong>en</strong> ze wel e<strong>en</strong>s?<br />

Laat de leerling<strong>en</strong> hun ervaring<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat de leerling<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> ervaring hebb<strong>en</strong><br />

met tuinier<strong>en</strong> er wat van opstek<strong>en</strong>. Laat <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> van wat ‘tuinier<strong>en</strong>’ allemaal kan inhoud<strong>en</strong><br />

(bv. plant<strong>en</strong> kwek<strong>en</strong>), zodat alle leerling<strong>en</strong> – <strong>voor</strong> zover dat nog niet het geval is – e<strong>en</strong> goed begrip krijg<strong>en</strong><br />

van het woord.<br />

E<strong>en</strong> tuinman is iemand die <strong>voor</strong> zijn beroep in tuin<strong>en</strong> werkt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tuinier is iemand die het <strong>voor</strong> zijn<br />

plezier doet. Maak dit onderscheid, zodat de leerling<strong>en</strong> het verband zi<strong>en</strong>, maar ga er niet te diep op in.<br />

Waar hal<strong>en</strong> tuinmann<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuiniers het materiaal <strong>en</strong> de plant<strong>en</strong> die ze gebruik<strong>en</strong> in de tuin? In e<strong>en</strong><br />

speciale winkel, waar ze echt alles hebb<strong>en</strong>, van e<strong>en</strong> grasmachine tot e<strong>en</strong> schepje, van bloem<strong>en</strong>zaad tot<br />

kleine boompjes <strong>en</strong> visjes om in de vijver in de tuin te zett<strong>en</strong> of tuinhuisjes <strong>en</strong> zandbakk<strong>en</strong>. Zo’n winkel<br />

wordt, als hij heel groot is, ook wel e<strong>en</strong> tuinc<strong>en</strong>trum g<strong>en</strong>oemd.<br />

Het is belangrijk dat alle leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> van de vetgedrukte begripp<strong>en</strong>, want<br />

daar gaan ze zo dadelijk e<strong>en</strong> tekst over lez<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Deel de tekst (bijlage A) uit <strong>en</strong> vraag aan de leerling<strong>en</strong> hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) bov<strong>en</strong>aan in<br />

te vull<strong>en</strong>. Vraag h<strong>en</strong> dan te lez<strong>en</strong> tot aan het zwarte bolletje. Zeg dat ze heel aandachtig moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

Tuinier<strong>en</strong> kan veel werk zijn. Ooit maar het is ook heel leuk. In e<strong>en</strong> tuin gebeurt geweest altijd iets.<br />

Tuiniers prat<strong>en</strong> de graag over hun plant<strong>en</strong>. ●<br />

Bespreek de ervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Wellicht zull<strong>en</strong> ze zelf signaler<strong>en</strong> dat er iets mis is met de<br />

zinn<strong>en</strong>. Wat?<br />

Als de leerling<strong>en</strong> het niet zelf zi<strong>en</strong>, wijs h<strong>en</strong> er dan op dat er woord<strong>en</strong> in dit stukje tekst staan die er niet<br />

in pass<strong>en</strong>. Vertel h<strong>en</strong> echter nog niet welke woord<strong>en</strong> dat precies zijn. Zeg dat dieg<strong>en</strong>e die de tekst<br />

geschrev<strong>en</strong> heeft, e<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de tuinier is: hij weet wel e<strong>en</strong> beetje hoe hij e<strong>en</strong> tekst moet schrijv<strong>en</strong>,<br />

maar hij maakt fout<strong>en</strong>. Maar van tuinier<strong>en</strong> weet hij dus wel heel veel. En als de leerling<strong>en</strong> dat te wet<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> ze de fout<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>.<br />

Vraag h<strong>en</strong> de twee zinn<strong>en</strong> opnieuw te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> kruis te zett<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>adruk dat de zinn<strong>en</strong> niet juist zijn als die woord<strong>en</strong> er blijv<strong>en</strong> instaan. Zo vermijd je dat de<br />

leerling<strong>en</strong> alle woord<strong>en</strong> gaan aanduid<strong>en</strong> die in principe zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>.<br />

Zeg dat ze ge<strong>en</strong> twee woord<strong>en</strong> die vlak achter elkaar staan, mog<strong>en</strong> doorkruis<strong>en</strong>.<br />

Zeg dat ze, als ze klaar zijn, de zinn<strong>en</strong> dan nog e<strong>en</strong>s stilletjes moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zonder de woord<strong>en</strong> met het<br />

kruis. Klopp<strong>en</strong> de zinn<strong>en</strong> nu?<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de tijd om de opdracht uit te voer<strong>en</strong>.<br />

Kom met de leerling<strong>en</strong> tot de conclusie dat de woord<strong>en</strong> ‘ooit’,’geweest’ <strong>en</strong> ‘de’ niet pass<strong>en</strong> in de zinn<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dat deze woord<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om goede, begrijpelijke zinn<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Lees het<br />

resultaat hardop <strong>voor</strong>. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> immers deze eerste zinn<strong>en</strong> goed begrijp<strong>en</strong>, want ze vorm<strong>en</strong><br />

de inleiding op de tekst die ze nu zelf gaan lez<strong>en</strong>.<br />

Lees nu de rest van de tekst. Over de woord<strong>en</strong> die niet in de tekst<br />

pass<strong>en</strong>, zet je dus e<strong>en</strong> kruis. Net zoals we nu hebb<strong>en</strong> gedaan. Je moet<br />

nooit twee woord<strong>en</strong> vlak achter elkaar doorkruis<strong>en</strong>. Als je de tekst dan<br />

leest zonder de woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kruis, heb je e<strong>en</strong> goede tekst over<br />

tuinier<strong>en</strong>.<br />

Begrijpt iedere<strong>en</strong> wat hij moet do<strong>en</strong>?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> de toetsinstructie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> nodig leg je de procedure nog e<strong>en</strong>s uit.<br />

Geef ge<strong>en</strong> verdere instructies zoals “Lees eerst de tekst/zin e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je woord<strong>en</strong><br />

doorstreept.” Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste strategie <strong>voor</strong> het uitvoer<strong>en</strong> van deze opdracht<br />

maakt daar deel van uit.<br />

De leerling<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Spoor leerling<strong>en</strong> die ontmoedigd rak<strong>en</strong> aan, maar help h<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele wijze. Zeg dat ze rustig moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij wat er staat.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> daar naar vrag<strong>en</strong>, mag je zegg<strong>en</strong> dat er meer dan één overbodig woord per zin kan<br />

zijn, maar nooit twee vlak achter elkaar. Het kan ook zijn dat er in e<strong>en</strong> zin ge<strong>en</strong> woord moet word<strong>en</strong><br />

weggelat<strong>en</strong>.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> e<strong>en</strong> regelmatigheid te hebb<strong>en</strong> ontdekt in de hoeveelheid of plaats van de<br />

overbodige woord<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>g h<strong>en</strong> dan vlug op andere gedacht<strong>en</strong>, want die regelmaat is er niet!<br />

Verklap in ge<strong>en</strong> geval aan de leerling<strong>en</strong> het totale aantal woord<strong>en</strong> dat moet geschrapt word<strong>en</strong> in de<br />

tekst.<br />

Ook jij kan veel over plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> de (1) tuinier<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> door goed te luister<strong>en</strong> naar tuiniers. Of door te<br />

prat<strong>en</strong> met vri<strong>en</strong>djes die ook van tuinier<strong>en</strong> wereldwonder<strong>en</strong> (2) houd<strong>en</strong>. Lees tuinboek<strong>en</strong>. Kijk e<strong>en</strong>s rond<br />

e<strong>en</strong> (3) in andere tuin<strong>en</strong>. Als je e<strong>en</strong>maal begint je eig<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> te grote (4) kwek<strong>en</strong>, wil je er niet meer<br />

mee reis (5) ophoud<strong>en</strong>.<br />

Plant<strong>en</strong> zijn lev<strong>en</strong>de wez<strong>en</strong>s, controler<strong>en</strong> (6) net als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Ze hebb<strong>en</strong> heel verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

we (7) groottes. Sommige plant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in koude <strong>en</strong> wind te (8) overlev<strong>en</strong>. Andere hebb<strong>en</strong> warmte<br />

nodig. Alle plant<strong>en</strong> naar (9) hebb<strong>en</strong> nood aan hoogste (10) licht, voedsel, lucht <strong>en</strong> water. En ze will<strong>en</strong><br />

ook graag dat er goed <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> de (11) gezorgd wordt.<br />

Voordat je met tuinier<strong>en</strong> begint, zijn hier <strong>en</strong>kele ding<strong>en</strong> lange (12) die je moet plek (13) wet<strong>en</strong>.<br />

Bijna elke plant begint als e<strong>en</strong> zaadje of e<strong>en</strong> bol gekke (14). E<strong>en</strong> zaadje bevat g<strong>en</strong>oeg voedsel, zodat de<br />

plant kan beginn<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> we (15). Maar daarna heeft het zaadje aarde <strong>en</strong> water nodig. Als je e<strong>en</strong><br />

zaadje in de hier (16) aarde plant, kom<strong>en</strong> er wortels bijzondere (17) aan. Die wortels per (18) groei<strong>en</strong><br />

naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. Ze mak<strong>en</strong> de plant vast in de grond <strong>en</strong> <strong>en</strong> (19) nem<strong>en</strong> er water <strong>en</strong> voedsel verzamel<strong>en</strong><br />

(20) uit op. Aan de bov<strong>en</strong>kant groeit de met (21) st<strong>en</strong>gel. Bov<strong>en</strong> de grond kom<strong>en</strong> we (22) er blader<strong>en</strong><br />

aan de boot (23) st<strong>en</strong>gel. De blader<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> zonlicht <strong>en</strong> zuurstof uit de hebb<strong>en</strong> (24) lucht om<br />

voedsel te mak<strong>en</strong>. Daardoor kan maar (25) de plant verder groei<strong>en</strong>.<br />

Je kunt pakjes zaad of gezi<strong>en</strong> (26) kleine plantjes kop<strong>en</strong>. Lees de tekst op de pakjes om te ontdekk<strong>en</strong><br />

hoe grotere (27) groot de plant<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Meestal staat er ook op wanneer je is (28) ze moet<br />

plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe lang leuke (29) ze blijv<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>. Er zijn afbeelding<strong>en</strong> (30) heel veel verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong><br />

plant<strong>en</strong> het (31) waaruit je kunt kiez<strong>en</strong>.<br />

Je ook (32) hoeft ge<strong>en</strong> echte tuin te hebb<strong>en</strong> om legpuzzel (33) van tuinier<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>. De meeste<br />

plant<strong>en</strong> - van e<strong>en</strong> klein opzoek<strong>en</strong> (34) kruidje tot e<strong>en</strong> stevige struik - kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pot bijna (35) of<br />

bak gekweekt word<strong>en</strong>. Er zijn pott<strong>en</strong> <strong>en</strong> bakk<strong>en</strong> in alle e<strong>en</strong> (36) soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mat<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong> is toch<br />

keuze (37) altijd wel e<strong>en</strong> plekje m<strong>en</strong>eer (38) te vind<strong>en</strong>. Zet ze bij<strong>voor</strong>beeld op het balkon of e<strong>en</strong><br />

v<strong>en</strong>sterbank staat (39).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Plant<strong>en</strong> die in pott<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel e<strong>en</strong> (40) aandacht nodig als plant<strong>en</strong> in de tuin. De<br />

gekoppeld (41) aarde mag niet uitdrog<strong>en</strong> <strong>en</strong> je moet oplett<strong>en</strong> <strong>voor</strong> insect<strong>en</strong>. Die kunn<strong>en</strong> immers de plant<br />

helemaal kapot aan (42) mak<strong>en</strong> door van de blader<strong>en</strong> dit (43) of de st<strong>en</strong>gels te et<strong>en</strong>. En dat zou jammer<br />

zijn mom<strong>en</strong>t (44) ...<br />

Naar:<br />

Ivan Bulloch & Diane James<br />

‘Kijk, het groeit! De tuingids <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> vanaf 7 jaar.’<br />

Casterman, Doornik.<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> (A)<br />

- gecorrigeerde versie van het toetsblad <strong>voor</strong> de toetsafnemer (B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Scoringswijzer bij de edittoets ‘Kijk, ik tuinier!’<br />

Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande lijst. Als de leerling<strong>en</strong> de onderstaande<br />

woord<strong>en</strong> effectief hebb<strong>en</strong> doorstreept, scor<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 1. Als dat niet zo is, e<strong>en</strong> 0.<br />

Kijk alle<strong>en</strong> naar deze woord<strong>en</strong>. Alle andere woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> doorstreept hebb<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet<br />

in rek<strong>en</strong>ing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Andere aanduiding<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> kruis door het woord, word<strong>en</strong> ook goedgerek<strong>en</strong>d. T<strong>en</strong>minste, als het<br />

duidelijk blijft.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

Tip<br />

Het is handig om te scor<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in bijlage B uit te snijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit sjabloon op het blad van de<br />

leerling<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>. Op die manier kan het scor<strong>en</strong> sneller verlop<strong>en</strong>.<br />

1 de<br />

2 wereldwonder<strong>en</strong><br />

3 e<strong>en</strong><br />

4 grote<br />

5 reis<br />

6 controler<strong>en</strong><br />

7 we<br />

8 te<br />

9 naar<br />

10 hoogste<br />

11 de<br />

12 lange<br />

13 plek<br />

14 gekke<br />

15 we<br />

16 hier<br />

17 bijzondere<br />

18 per<br />

19 <strong>en</strong><br />

20 verzamel<strong>en</strong><br />

21 met<br />

22 we<br />

23 boot<br />

24 hebb<strong>en</strong><br />

25 maar<br />

26 gezi<strong>en</strong><br />

27 grotere<br />

28 is<br />

29 leuke<br />

30 afbeelding<strong>en</strong><br />

31 het<br />

32 ook<br />

33 legpuzzel<br />

34 opzoek<strong>en</strong><br />

35 bijna<br />

36 e<strong>en</strong><br />

37 keuze<br />

38 m<strong>en</strong>eer<br />

39 staat<br />

40 e<strong>en</strong><br />

41 gekoppeld<br />

42 aan<br />

43 dit<br />

44 mom<strong>en</strong>t<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de edittoets ‘Kijk, ik tuinier!’<br />

KIJK, IK TUINIER! • edit <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde tweede trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

43 - 44 33 - 42 24 - 32 15 - 23 min 15<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

edit<br />

totaal<br />

op 44<br />

leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 2324 25262728 2930 31 3233 3435 3637 3839 40 41 4243 44<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

Kijk, ik tuinier!<br />

st<strong>en</strong>gel<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

bloem<br />

blad<br />

kopieerblad<br />

Tuinier<strong>en</strong> kan veel werk zijn. Ooit maar het is ook<br />

heel leuk. In e<strong>en</strong> tuin gebeurt geweest altijd iets.<br />

Tuiniers prat<strong>en</strong> de graag over hun plant<strong>en</strong>. ●<br />

Lees nu de rest van de tekst. Over de<br />

woord<strong>en</strong> die niet in de tekst pass<strong>en</strong>, zet je<br />

e<strong>en</strong> kruis. Je moet nooit twee woord<strong>en</strong> vlak<br />

achter elkaar doorkruis<strong>en</strong>. Als je de tekst<br />

leest zonder de woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kruis, heb<br />

je e<strong>en</strong> goede tekst.<br />

Ook jij kan veel over plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> de tuinier<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

door goed te luister<strong>en</strong> naar tuiniers. Of door te<br />

prat<strong>en</strong> met vri<strong>en</strong>djes die ook van tuinier<strong>en</strong><br />

wereldwonder<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Lees tuinboek<strong>en</strong>. Kijk<br />

wortel<br />

e<strong>en</strong>s rond e<strong>en</strong> in andere tuin<strong>en</strong>. Als je e<strong>en</strong>maal<br />

begint je eig<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> te grote kwek<strong>en</strong>, wil je er<br />

niet meer mee reis ophoud<strong>en</strong>.<br />

Plant<strong>en</strong> zijn lev<strong>en</strong>de wez<strong>en</strong>s, controler<strong>en</strong> net als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Ze hebb<strong>en</strong> heel<br />

verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> we groottes. Sommige plant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in koude <strong>en</strong><br />

wind te overlev<strong>en</strong>. Andere hebb<strong>en</strong> warmte nodig. Alle plant<strong>en</strong> naar hebb<strong>en</strong><br />

nood aan hoogste licht, voedsel, lucht <strong>en</strong> water. En ze will<strong>en</strong> ook graag dat er<br />

goed <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> de gezorgd wordt.<br />

Voordat je met tuinier<strong>en</strong> begint, zijn hier <strong>en</strong>kele ding<strong>en</strong> lange die je moet plek<br />

wet<strong>en</strong>. Bijna elke plant begint als e<strong>en</strong> zaadje of e<strong>en</strong> bol gekke. E<strong>en</strong> zaadje<br />

bevat g<strong>en</strong>oeg voedsel, zodat de plant kan beginn<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> we. Maar daarna<br />

heeft het zaadje aarde <strong>en</strong> water nodig. Als je e<strong>en</strong> zaadje in de hier aarde plant,<br />

kom<strong>en</strong> er wortels bijzondere aan. Die wortels per groei<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. Ze<br />

mak<strong>en</strong> de plant vast in de grond <strong>en</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> er water <strong>en</strong> voedsel verzamel<strong>en</strong><br />

uit op. Aan de bov<strong>en</strong>kant groeit de met st<strong>en</strong>gel. Bov<strong>en</strong> de grond kom<strong>en</strong> we er<br />

blader<strong>en</strong> aan de boot st<strong>en</strong>gel. De blader<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> zonlicht <strong>en</strong> zuurstof uit de<br />

hebb<strong>en</strong> lucht om voedsel te mak<strong>en</strong>. Daardoor kan maar de plant verder<br />

groei<strong>en</strong>.<br />

edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A<br />

Je kunt pakjes zaad of gezi<strong>en</strong> kleine plantjes kop<strong>en</strong>. Lees de tekst op de pakjes<br />

om te ontdekk<strong>en</strong> hoe grotere groot de plant<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Meestal staat er<br />

ook op wanneer je is ze moet plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe lang leuke ze blijv<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>. Er zijn<br />

afbeelding<strong>en</strong> heel veel verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> het waaruit je kunt kiez<strong>en</strong>.<br />

Je ook hoeft ge<strong>en</strong> echte tuin te hebb<strong>en</strong> om legpuzzel van tuinier<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>.<br />

De meeste plant<strong>en</strong> - van e<strong>en</strong> klein opzoek<strong>en</strong> kruidje tot e<strong>en</strong> stevige struik -<br />

kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pot bijna of bak gekweekt word<strong>en</strong>. Er zijn pott<strong>en</strong> <strong>en</strong> bakk<strong>en</strong> in<br />

alle e<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mat<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong> is toch keuze altijd wel e<strong>en</strong> plekje m<strong>en</strong>eer<br />

te vind<strong>en</strong>. Zet ze bij<strong>voor</strong>beeld op het balkon of e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>sterbank staat.<br />

Plant<strong>en</strong> die in pott<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel e<strong>en</strong> aandacht nodig als plant<strong>en</strong><br />

in de tuin. De gekoppeld aarde mag niet uitdrog<strong>en</strong> <strong>en</strong> je moet oplett<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

insect<strong>en</strong>. Die kunn<strong>en</strong> immers de plant helemaal kapot aan mak<strong>en</strong> door van de<br />

blader<strong>en</strong> dit of de st<strong>en</strong>gels te et<strong>en</strong>. En dat zou jammer zijn mom<strong>en</strong>t...<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Gecorrigeerde versie van het toetsblad<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

Kijk, ik tuinier!<br />

st<strong>en</strong>gel<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

bloem<br />

blad<br />

Tuinier<strong>en</strong> kan veel werk zijn. Ooit maar het is ook<br />

heel leuk. In e<strong>en</strong> tuin gebeurt geweest altijd iets.<br />

Tuiniers prat<strong>en</strong> de graag over hun plant<strong>en</strong>. ●<br />

Lees nu de rest van de tekst. Over de<br />

woord<strong>en</strong> die niet in de tekst pass<strong>en</strong>, zet je<br />

e<strong>en</strong> kruis. Je moet nooit twee woord<strong>en</strong> vlak<br />

achter elkaar doorkruis<strong>en</strong>. Als je de tekst<br />

leest zonder de woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kruis, heb<br />

je e<strong>en</strong> goede tekst.<br />

Ook jij kan veel over plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> de tuinier<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

door goed te luister<strong>en</strong> naar tuiniers. Of door te<br />

prat<strong>en</strong> met vri<strong>en</strong>djes die ook van tuinier<strong>en</strong><br />

wereldwonder<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Lees tuinboek<strong>en</strong>. Kijk<br />

wortel<br />

e<strong>en</strong>s rond e<strong>en</strong> in andere tuin<strong>en</strong>. Als je e<strong>en</strong>maal<br />

begint je eig<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> te grote kwek<strong>en</strong>, wil je er<br />

niet meer mee reis ophoud<strong>en</strong>.<br />

Plant<strong>en</strong> zijn lev<strong>en</strong>de wez<strong>en</strong>s, controler<strong>en</strong> net als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Ze hebb<strong>en</strong> heel<br />

verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> we groottes. Sommige plant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in koude <strong>en</strong><br />

wind te overlev<strong>en</strong>. Andere hebb<strong>en</strong> warmte nodig. Alle plant<strong>en</strong> naar hebb<strong>en</strong><br />

nood aan hoogste licht, voedsel, lucht <strong>en</strong> water. En ze will<strong>en</strong> ook graag dat er<br />

goed <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> de gezorgd wordt.<br />

Voordat je met tuinier<strong>en</strong> begint, zijn hier <strong>en</strong>kele ding<strong>en</strong> lange die je moet plek<br />

wet<strong>en</strong>. Bijna elke plant begint als e<strong>en</strong> zaadje of e<strong>en</strong> bol gekke. E<strong>en</strong> zaadje<br />

bevat g<strong>en</strong>oeg voedsel, zodat de plant kan beginn<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> we. Maar daarna<br />

heeft het zaadje aarde <strong>en</strong> water nodig. Als je e<strong>en</strong> zaadje in de hier aarde plant,<br />

kom<strong>en</strong> er wortels bijzondere aan. Die wortels per groei<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. Ze<br />

mak<strong>en</strong> de plant vast in de grond <strong>en</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> er water <strong>en</strong> voedsel verzamel<strong>en</strong><br />

uit op. Aan de bov<strong>en</strong>kant groeit de met st<strong>en</strong>gel. Bov<strong>en</strong> de grond kom<strong>en</strong> we er<br />

blader<strong>en</strong> aan de boot st<strong>en</strong>gel. De blader<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> zonlicht <strong>en</strong> zuurstof uit de<br />

hebb<strong>en</strong> lucht om voedsel te mak<strong>en</strong>. Daardoor kan maar de plant verder<br />

groei<strong>en</strong>.<br />

edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


edit<br />

4 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B<br />

Je kunt pakjes zaad of gezi<strong>en</strong> kleine plantjes kop<strong>en</strong>. Lees de tekst op de pakjes<br />

om te ontdekk<strong>en</strong> hoe grotere groot de plant<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Meestal staat er<br />

ook op wanneer je is ze moet plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe lang leuke ze blijv<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>. Er zijn<br />

afbeelding<strong>en</strong> heel veel verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> het waaruit je kunt kiez<strong>en</strong>.<br />

Je ook hoeft ge<strong>en</strong> echte tuin te hebb<strong>en</strong> om legpuzzel van tuinier<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>.<br />

De meeste plant<strong>en</strong> - van e<strong>en</strong> klein opzoek<strong>en</strong> kruidje tot e<strong>en</strong> stevige struik -<br />

kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pot bijna of bak gekweekt word<strong>en</strong>. Er zijn pott<strong>en</strong> <strong>en</strong> bakk<strong>en</strong> in<br />

alle e<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mat<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong> is toch keuze altijd wel e<strong>en</strong> plekje m<strong>en</strong>eer<br />

te vind<strong>en</strong>. Zet ze bij<strong>voor</strong>beeld op het balkon of e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>sterbank staat.<br />

Plant<strong>en</strong> die in pott<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel e<strong>en</strong> aandacht nodig als plant<strong>en</strong><br />

in de tuin. De gekoppeld aarde mag niet uitdrog<strong>en</strong> <strong>en</strong> je moet oplett<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

insect<strong>en</strong>. Die kunn<strong>en</strong> immers de plant helemaal kapot aan mak<strong>en</strong> door van de<br />

blader<strong>en</strong> dit of de st<strong>en</strong>gels te et<strong>en</strong>. En dat zou jammer zijn mom<strong>en</strong>t...<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>vierde</strong> <strong>leerjaar</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!