20.09.2013 Views

De gordel van Aphrodite - Theartofpainting.be

De gordel van Aphrodite - Theartofpainting.be

De gordel van Aphrodite - Theartofpainting.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong>ugd en Hartstocht Blz. 18 / 450<br />

„Ach, kom nu, Socrates,‟ antwoordde de jonge man ongeduldig, „dit is toch geen plaats om<br />

aan de kwade dood te denken! Kijk naar de zee, naar de hemel, en naar de tempel, ginds.<br />

Alles is hier licht en blijheid. Kijk naar de groene zee, de bruine bomen, de grijze rotsen, de<br />

vogels en de schapen ginder. <strong>De</strong> donkere dood is iets om aan te denken ‟s nachts of in de hitte<br />

<strong>van</strong> een veldslag, wanneer ze op je valt en niet ontweken kan worden. Laat ons hier toch niet<br />

aan de dood denken!‟<br />

Socrates bleef echter bij zijn onderwerp. Hij stapte nu minder snel verder en plaatste zijn<br />

handen achter zijn rug.<br />

„Jij denkt dus dat de dood het kwade is, ons niet steeds <strong>be</strong>geleidt, en niet iets is waarnaar we<br />

kunnen verlangen, nietwaar Alcibiades?‟<br />

„Natuurlijk, Socrates.‟<br />

„Wel, weet je, Alcibiades, de mensen <strong>be</strong>weren dat ik een filosoof <strong>be</strong>n, en eigenlijk is dat ook<br />

waar, omdat ik de kennis zoek. Maar mijn lichaam verstoort mijn zoeken naar kennis. Als we<br />

ooit willen hopen de pure kennis <strong>van</strong> iets te vinden, dan lijkt het me dat we eerst ons lichaam<br />

moeten kwijt spelen. Ik geloof dat het <strong>be</strong>reiken <strong>van</strong> de zuivere kennis niet mogelijk is in het<br />

gezelschap <strong>van</strong> ons lichaam. Zo lang ik leef kan ik de kennis <strong>van</strong> de dingen zoeken, maar ik<br />

zal die kennis <strong>van</strong> de zuiverste ideeën nooit vinden. Kennis vinden <strong>van</strong> de on<strong>be</strong>zoedelde<br />

waarheid kan niet door een ziel die opgesloten zit in een lichaam. Ik wens de dood niet, maar<br />

dikwijls jaagt het vooruitzicht <strong>van</strong> sterven me geen vrees aan. Waarom zouden we angst<br />

moeten heb<strong>be</strong>n <strong>van</strong> iets waar<strong>van</strong> we niet weten wat het is? Ik heb er geen enkel idee over hoe<br />

het leven na de dood zou kunnen zijn.‟<br />

Socrates wachtte even, dacht na, en zei dan, „ik <strong>be</strong>n slechts een zwaan <strong>van</strong> Apollo, zijn<br />

dienaar, en ik zal mijn zwanenzang zingen vóór mijn dood. Het zal een lied <strong>van</strong> blijdschap<br />

zijn om te leren hoe de andere wereld er uitziet! Apollo gaf me slechts schrale profetische<br />

krachten, maar die zijn desondanks ook niet on<strong>be</strong>staande. Dat schip <strong>van</strong> Apollo zal ooit mijn<br />

dood aankondigen. Maar vertel dat niet verder, opdat men mij niet een waarzegger zou<br />

noemen!‟<br />

<strong>De</strong> jonge man gaf minder aandacht aan die woorden dan aan het gras, maar hij had toch wel<br />

gehoord wat zijn leraar gezegd had. Alcibiades geloofde eerder dat de ziel vernietigd werd de<br />

dag dat een man stierf, dat ze uiteen zou vliegen en verspreid zou worden, zou verdwijnen in<br />

wolkjes <strong>van</strong> dunne, onzichtbare rook. Maar reeds in het verleden had Socrates <strong>be</strong>weerd dat de<br />

ziel na de dood zou blijven <strong>be</strong>staan met haar eigen kracht en haar eigen soort <strong>van</strong> intelligentie.<br />

Alcibiades antwoordde daarom, „ik vroeg me echt af of er wel leven is na de dood, Socrates,<br />

we kunnen dus <strong>be</strong>ter genieten <strong>van</strong> het hier en het nu. Tevens, hoe zou het lichaam ons kunnen<br />

afwenden <strong>van</strong> de kennis wanneer het juist met ons lichaam is dat we leren, de dingen voelen,<br />

horen, en zien? Komt niet alle kennis <strong>van</strong> onze zintuigen?‟<br />

Socrates dacht daarover na. Hij opende zijn ogen wijd, één <strong>van</strong> zijn voorgeliefde trukken<br />

wanneer hij een argument op iemand wou forceren en het wou doen doordringen tot een<br />

gesprekspartner. Het was moeilijk om die priemende ogen te weerstaan!<br />

Dan zei hij, „eigenlijk is dat ook zo, Alcibiades. Onze kennis komt echter <strong>van</strong> de ziel en <strong>van</strong><br />

haar eigen perceptie <strong>van</strong> haar natuur, die één is met de zuiverste ideeën. Onze ziel geeft ons<br />

toegang tot de rede, en door de rede kunnen we hopen iets te <strong>be</strong>grijpen <strong>van</strong> de Ene. Hoe<br />

verstrooit ons lichaam ons <strong>van</strong> de rede? Wel, het antwoord op die vraag is eenvoudig. Onze<br />

ziel wordt <strong>be</strong>smet door de onvolkomenheden <strong>van</strong> ons lichaam, door onze verlangens en onze<br />

angsten, door de hartstochten, de woede en de verzuchtingen, door de emoties die ons doen<br />

handelen. Al die zijn hinderpalen voor de rede. Oorlogen en veldslagen, onze verlangens naar<br />

weelde en seks, maken ons tot slaaf <strong>van</strong> de zichtbare wereld en trekken ons weg <strong>van</strong> de ideeën.<br />

<strong>De</strong> ware filosoof zou deze wereld zonder verdriet of bitterheid moeten kunnen verlaten!‟<br />

Copyright © René <strong>De</strong>wil Woorden: 265369. <strong>De</strong>cem<strong>be</strong>r 2010 – mei 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!