20.09.2013 Views

De gordel van Aphrodite - Theartofpainting.be

De gordel van Aphrodite - Theartofpainting.be

De gordel van Aphrodite - Theartofpainting.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong>ugd en Hartstocht Blz. 28 / 450<br />

ook enkele rijpere mannen onder hen, sterk gespierde mannen die natuurlijk slaven waren en<br />

die een dofheid in de ogen hielden die Alcibiades ontstelde en verbaasde. Hun haren hingen in<br />

slierten, samengeklit in stof en zweet. <strong>De</strong> mannen wasten zich nooit, ze stonken, en ze stapten<br />

langzaam verder, zonder energie. Een <strong>be</strong>etje verder zag Alcibiades ook vrouwen aan het werk,<br />

en oudere mannen die de rotsen zeefden waarin het zilver stak. Sommige <strong>van</strong> die vrouwen<br />

waren zwanger.<br />

<strong>De</strong> mannen en vrouwen en kinderen werkten alsof ze niet <strong>be</strong>wust waren <strong>van</strong> wat ze deden, en<br />

met gebogen hoofden. Alcibiades <strong>be</strong>merkte de scheuren in de huid, de nieuwe wonden, de<br />

donkere strepen <strong>van</strong> stokslagen op de ruggen en de magere, verzonken borstkassen <strong>van</strong> de<br />

slaven. Het was verboden slaven te doden in Athene, en huisslaven werden in het algemeen<br />

goed verzorgd. Niets verbood echter zware straffen, en Socrates en zijn gezellen zagen hier, te<br />

Laurion, wat die wetten <strong>be</strong>tekenden.<br />

<strong>De</strong> Atheense gemeenschap was verdraagzaam. Niemand droeg wapens binnen de muren <strong>van</strong><br />

de polis, maar dit hier was een ander Athene. <strong>De</strong> mijn<strong>be</strong>wakers hadden er geen <strong>be</strong>lang bij de<br />

slaven die in de mijn werkten te doden, maar geen grote waarde werd gehecht aan de mensen<br />

die hier werkten ook.<br />

Alcibiades en Socrates dachten hetzelfde: wie won hier het meeste geld, de man die een mijn<br />

<strong>be</strong>zat en ontgon, of de man die slaven verkocht aan de mijneigenaar?<br />

Alcibiades had genoeg gezien. Hij moest het binnenste <strong>van</strong> de mijnen niet nauwkeuriger<br />

onderzoeken, en de <strong>be</strong>velvoerders <strong>van</strong> de wacht hadden al twee maal gewaarschuwd voor de<br />

gevaren in de schachten, ze smeekten de edele mannen om niet af te dalen. Socrates, Paralus<br />

en Charmides waren niet geneigd om dieper de mijnen in te dringen. Ze trokken hun neus toe<br />

en keken naar Alcibiades met smekende ogen die hem vroegen de plaats zo snel mogelijk<br />

weer te verlaten. Alcibiades stapte echter naar een ingang <strong>van</strong> een put, gevolgd door een<br />

angstige <strong>be</strong>velvoerder. Alcibiades keek een schacht in, maar hij kon niets anders zien dan de<br />

donkerte daar <strong>be</strong>neden, opgelicht door een schaarse, kleine olielamp. Hij hoorde de geluiden<br />

<strong>van</strong> de mannen die in en uit schoven, <strong>be</strong>laden met manden, en hij hoorde verre slagen <strong>van</strong><br />

hamers op rotsen. Alcibiades trok zich weldra weg <strong>van</strong> de hitte daarbinnen, en hij ging niet<br />

verder, niet dieper.<br />

<strong>De</strong> mannen praatten nog een tijdje met de <strong>be</strong>wakers en ze zagen hoe de wagens ingeladen<br />

werden. Daarna verlieten ze de plaats, niet echter zonder nog de lichamen <strong>van</strong> twee dode,<br />

naakte mannen gezien te heb<strong>be</strong>n, lichamen die op een hoopje gegooid waren op een<br />

schaduwrijke plaats in een bosje, wachtend op een snelle <strong>be</strong>grafenis. Ze verlieten de mijn in<br />

stilte. Ze volgden een tijdje de wagens, maar staken dan door naar het noorden, naar Athene.<br />

Later, toen de <strong>be</strong>rg achter hen lag, <strong>be</strong>gon Socrates weer te spreken. Hij zei dat hoewel de ziel<br />

onsterfelijk was, ze ook de kwaliteiten moest heb<strong>be</strong>n <strong>van</strong> het lichaam waarin ze woonde. Hij<br />

duidde daarom de plichten <strong>van</strong> de jonge mannen aan om hun ziel in deugden te oefenen. Hij<br />

zei hen dat ze de deugd konden vinden door kennis te vergaren.<br />

„Kennis is deugd,‟ zei hij, en verklaarde met aandrang dat kennis alleen kon opgedaan worden<br />

door te studeren. Een geleerde man was een deugdvolle man en een man zonder deugd had<br />

het aan kennis en leren ontbroken. Een man met kennis was een wijze man. Wijsheid was<br />

deugd. Een man kon slechts kwaad aan iemand anders door gebrek aan deugd, en dat was<br />

wegens gebrek aan kennis.<br />

Alcibiades voelde zich niet op zijn gemak. Hij kende de mannen die rijk geworden waren met<br />

de verkoop <strong>van</strong> slaven aan de zilvermijnen, en die mannen waren onder de meest geleerde en<br />

Copyright © René <strong>De</strong>wil Woorden: 265369. <strong>De</strong>cem<strong>be</strong>r 2010 – mei 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!