DE TIJD AFTREKBARE BEROEPSKOSTEN Aanslagjaar 2007 ...
DE TIJD AFTREKBARE BEROEPSKOSTEN Aanslagjaar 2007 ...
DE TIJD AFTREKBARE BEROEPSKOSTEN Aanslagjaar 2007 ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
aftrekken als beroepskost, namelijk in de verhouding van de ruimte die voor beroepsdoeleinden gebruikt<br />
wordt 92 , 93 , 94 , 95 , 96 tot de totale ruimte (meestal gebaseerd op de oppervlakte).<br />
Zijn onder andere in deze verhouding als beroepskost aftrekbaar: de huurprijs (in geval de<br />
belastingplichtige het onroerend goed huurt), de onroerende voorheffing, de afschrijvingen 97 op de<br />
aanschaffingsprijs van de woning, verzekeringspremies, gas, water, elektriciteit, verwarming, interesten<br />
van leningen 98 , 99 , 100 . In een parlementaire vraag (Vr. nr. 982 Hatry, 27 maart 1998, V.&A., Senaat,<br />
92 L11{Luik, 28 mei 1997, J.D.F., 1997, p. 356, Luik, 4 juni 1997, F.J.F., 97/278 en Brussel, 20<br />
maart 1998, Fisc. Act., 14 april 1998, nr. 15, p. 15/2. Men moet niet enkel rekening houden met de<br />
oppervlakte van de kamers die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid gebruikt worden.<br />
Ook bepaalde ruimten die voor gemengd gebruik aangewend worden (inkomhal, traphal) en zonder<br />
dewelke de kamers die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid gebruikt worden<br />
onbereikbaar zouden zijn, komen ook (gedeeltelijk) als beroepskost in aanmerking.<br />
93 Brussel, 24 april 1994, Fisk., 1 juli 1998, nr. 668, p. 10. Vervanging van het raamwerk en het rolluik<br />
van de bureaukamer past in de herstelling van het gebouw en niet louter in de inrichting van het<br />
bureau. De aftrek van de betreffende kosten wordt beperkt in verhouding van de oppervlakte van de<br />
bureaukamer tot de oppervlakte van het ganse gebouw.<br />
94 Luik, 5 februari 1997, Ced. Samson, 9755128 en Luik, 11 december 1997, Ced. Samson, 9155768.<br />
Een privéleraar die regelmatig thuis studenten ontvangt, kan de kosten van gemeenschappelijke<br />
delen in rekening brengen. Het is bovendien niet noodzakelijk dat de bureauruimte volledig<br />
afgescheiden is. Ook een deel van de woonkamer kan als beroepskost worden afgetrokken indien een<br />
deel van deze ruimte gebruikt wordt voor de uitoefening van beroepswerkzaamheden.<br />
95 Gent, 22 oktober 1998, F.J.F., 99/4. Wanneer een geregistreerde huurovereenkomst bepaalt dat de<br />
helft van de huurprijs betrekking heeft op de beroepsactiviteit van de huurder en wanneer uit een<br />
onderzoek ter plaatse blijkt dat slechts een derde van het gebouw voor professionele doeleinden<br />
gebruikt wordt, dan is de Administratie niet gebonden door de verdeelsleutel zoals voorzien in de<br />
huurovereenkomst.<br />
96 Gent, 21 januari 2004, Fisc., 10 maart 2004, nr. 927, p. 910. De bewering van de administratie dat<br />
een legerofficier nooit thuis dient te werken, komt de Rechtbank van Eerste aanleg te Gent als niet<br />
ernstig over. Uit een attest van de korpsoverste van de officier blijkt duidelijk dat thuiswerk vaak<br />
onontbeerlijk is voor de job die hij als kaderlid uitoefent (cf. lezen van orders en inlichtingen, het<br />
voorbereiden van nota’s, het opmaken van allerhande dossiers, enz.). De kosten van een bureau thuis<br />
zijn dus wel aftrekbaar.<br />
97 Brussel, 22 december 2004, Fisc., 4 februari 2004, nr. 922 p. 1-2. Een vertegenwoordiger, eigenaar<br />
van zijn wonnig, wil de kosten van een bureau fiscaal als beroepskosten in aftrek brengen. In plaats van<br />
een proportionele afschrijving van de aanschaffingswaarde van het gebouw in aanmerking te nemen,<br />
berekent hij de beroepskost op basis van de huurwaarde van de woning. Deze aftrek werd eerst<br />
verworpen door de administratie , vervolgens toegestaan door het Hof van Beroep te Brussel en tenslotte<br />
verworpen door het Hof van Cassatie.<br />
98 Gent, 20 december 2000, Fisc. Act., 17 januari 2001, nr. 3/9. Een belastingplichtige wiens woning<br />
door de Administratie geacht wordt voor 38% beroepsmatig te worden gebruikt en voor 62% voor<br />
privédoeleinden, heeft in verhouding meer intrest afgetrokken dan het percentage beroepsgebruik. Het<br />
hof oordeelde dat als aangetoond kan worden dat een groter deel van het geleende bedrag betrekking<br />
heeft op het beroepsgedeelte van de woning, dat de intresten op dat ontleende bedrag als<br />
beroepskosten in aftrek mogen worden gebracht. Een akkoordbrief van de kredietinstelling werd in<br />
dit geval voorgelegd.<br />
99 Eenzelfde positie werd later ook ingenomen door de minister van Financiën op een parlementaire<br />
vraag (Parl. Vr., nr 1346, 14 juni 2001, Thissen)<br />
100 Gent, 26 juni 2002, Fisk., 18 september 2002, nr. 860, p. 9. Met betrekking tot de aftrekbaarheid van<br />
intresten op een lening die werd aangegaan om een onroerend goed te kopen of te bouwen, waarbij<br />
dat onroerend goed gedeeltelijk voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid wordt gebruikt<br />
(zgn. gemengde gebouwen), bevestigt het Hof nogmaals dat de lening geacht wordt bij voorrang te<br />
zijn aangegaan voor de kosten te financieren van de verbouwingen met betrekking tot het<br />
20