vlot leidraad en toetsen derde leerjaar - Centrum voor Taal ...
vlot leidraad en toetsen derde leerjaar - Centrum voor Taal ...
vlot leidraad en toetsen derde leerjaar - Centrum voor Taal ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VLOT<br />
3<br />
V OLGSYSTEEM L AGER O NDERWIJS: T AALVAARDIGHEID<br />
Wolters Plantyn<br />
•<br />
ISBN 11 301 0491 5<br />
9 781130 104912
edactie: Marle<strong>en</strong> Colpin<br />
Sara Gys<strong>en</strong><br />
Ko<strong>en</strong> Jaspaert<br />
Saskia Timmermans<br />
Kris Van d<strong>en</strong> Brand<strong>en</strong><br />
inhoud: <strong>leidraad</strong><br />
toets<strong>en</strong> luister<strong>en</strong><br />
toets<strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />
toets<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />
toets<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />
toets<strong>en</strong> edit<br />
1 2 3 4 5 / 06 05 04 03 02 NUR 193<br />
© WKB N.V., Wolters Plantyn<br />
Alle recht<strong>en</strong> <strong>voor</strong>behoud<strong>en</strong>. Behoud<strong>en</strong>s de uitdrukkelijke bij de wet bepaalde uitzondering<strong>en</strong> mag niets uit deze uitgave<br />
word<strong>en</strong> verveelvuldigd, opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geautomatiseerd gegev<strong>en</strong>sbestand of op<strong>en</strong>baar gemaakt, op welke<br />
wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke <strong>voor</strong>afgaande <strong>en</strong> schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />
ISBN 11 301 0491 5 D 2002/0032/838
INHOUD VAN DE LEIDRAAD<br />
Inleiding 5<br />
§1 E<strong>en</strong> (leerling)volgsysteem: wat, waarom <strong>en</strong> hoe? 7<br />
1.1 Inleiding 7<br />
1.2 Waarom <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>? 8<br />
1.3 Wat toets<strong>en</strong>? De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong> 10<br />
1.4 Waarmee toets<strong>en</strong>? De <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem 11<br />
§2 VLOT: praktische informatie <strong>voor</strong> iedere<strong>en</strong> die ermee aan de slag gaat 22<br />
2.1 Aard <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling 22<br />
2.2 Afname van de toets<strong>en</strong> 23<br />
2.3 Scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong> 24<br />
2.4 Omgaan met de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> 27<br />
§3 Goud<strong>en</strong> stelregels bij het afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> 28<br />
§4 De introductie <strong>en</strong> de <strong>voor</strong>bereiding op de toets 30<br />
§5 De band tuss<strong>en</strong> de VLOT-toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> 37<br />
§6 Schrijfvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> 42<br />
§7 Leesvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> 49<br />
§8Toets<strong>en</strong> van spreekvaardigheid 54<br />
Bijlag<strong>en</strong>:<br />
1 Overzicht van de toets<strong>en</strong><br />
2 Overzicht per leerling van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>,<br />
norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid<br />
3 Overzicht per leerling<br />
norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid doorhe<strong>en</strong> de lagere school<br />
4 Overzicht per klas – <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
aantal leerling<strong>en</strong> per norm per toets per vaardigheid<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
3
INLEIDING<br />
Voor u ligt VLOT, het Volgsysteem Lager Onderwijs: <strong>Taal</strong>vaardigheid, e<strong>en</strong> geheel van toets<strong>en</strong> dat toelaat<br />
de taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> van het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong> op de voet te volg<strong>en</strong>. Met<br />
de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> nagegaan of de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de spreekvaardig, luistervaardig, leesvaardig<br />
<strong>en</strong> schrijfvaardig word<strong>en</strong>, zodat ze op het eind van de rit de gestelde doel<strong>en</strong> (i.c. de eindterm<strong>en</strong>) zull<strong>en</strong><br />
bereik<strong>en</strong>. VLOT bevat ook richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat er moet gebeur<strong>en</strong> als gevolg van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de toetsresultat<strong>en</strong>.<br />
Omdat VLOT e<strong>en</strong> hele lading dekt, zull<strong>en</strong> we in wat volgt uitgebreid bij e<strong>en</strong> aantal ding<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> stilstaan:<br />
bij het waarom, wat <strong>en</strong> hoe van de toets<strong>en</strong> waaruit het volgsysteem is opgebouwd, bij het volgsysteem<br />
op zich – in hoeverre voldoet het aan de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die aan (leerling)volgsystem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld, hoe<br />
is dit volgsysteem opgebouwd, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t – <strong>en</strong> bij het gebruik ervan. Bij dat laatste zal zowel word<strong>en</strong><br />
ingegaan op de afname <strong>en</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>, als ook <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al op het omgaan met de toetsresultat<strong>en</strong>.<br />
Deze <strong>leidraad</strong> bij VLOT biedt interessante informatie <strong>voor</strong> iedere<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> of andere manier bij de<br />
afname <strong>en</strong> het gebruik van het volgsysteem betrokk<strong>en</strong> is. Zo geeft paragraaf 2 inzicht in het geheel waar<br />
de af te nem<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> in thuishor<strong>en</strong> <strong>en</strong> geeft paragraaf 3 zeer concrete richtlijn<strong>en</strong> die bij het afnem<strong>en</strong><br />
van de toets<strong>en</strong> precies moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevolgd. Vooral deze paragaf<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> door iedere toetsafnemer<br />
word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. Andere paragraf<strong>en</strong> in de <strong>leidraad</strong> verduidelijk<strong>en</strong> standpunt<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong> meer<br />
toelichting<strong>en</strong> bij on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van het volgsysteem <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> achtergrondinformatie.<br />
In de mapp<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong> vindt m<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> zelf, telk<strong>en</strong>s bestaande uit e<strong>en</strong> praktische handleiding<br />
bij de toets in kwestie <strong>en</strong> de kopieerblad<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>. Deze laatste moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>af <strong>voor</strong> alle<br />
leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekopieerd. De praktische handleiding moet de toetsafnemer tijd<strong>en</strong>s de toets bij de<br />
hand hebb<strong>en</strong>. Het volstaat niet om deze <strong>voor</strong>af ev<strong>en</strong> door te nem<strong>en</strong>.<br />
VLOT kwam tot stand dankzij het werk van vel<strong>en</strong>. Dank gaat <strong>voor</strong>al uit naar de 32 Vlaamse basisschol<strong>en</strong><br />
die hun klass<strong>en</strong> op<strong>en</strong>steld<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>. Enkel door hun medewerking kond<strong>en</strong> de<br />
toets<strong>en</strong> op grote schaal word<strong>en</strong> uitgeprobeerd <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ormeerd, wat zonder twijfel e<strong>en</strong> van de sterkste<br />
troev<strong>en</strong> van het volgsysteem vormt.<br />
De auteurs<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
5
§1 EEN (LEERLING)VOLGSYSTEEM: WAT, WAAROM EN HOE?<br />
1.1 Inleiding<br />
Dit leerlingvolgsysteem is ontstaan als antwoord op e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de vraag van leerkracht<strong>en</strong> in het Vlaamse<br />
basisonderwijs: de vraag om goede taaltoets<strong>en</strong>. Die behoefte ontstond naar aanleiding van de rec<strong>en</strong>te<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> in het Vlaamse taalonderwijs. De nieuwe eindterm<strong>en</strong> Nederlands [noot 1, pag. 30] <strong>en</strong> de<br />
nadruk die daarin wordt gelegd op het werk<strong>en</strong> aan taalvaardigheid, meer bepaald aan de vier<br />
basisvaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>), zett<strong>en</strong> onderwijsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ertoe aan hun<br />
bestaande toetspraktijk kritisch te bekijk<strong>en</strong>. Zij ondervond<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> dat de traditionele toets<strong>en</strong> niet<br />
volstond<strong>en</strong> om na te gaan of hun leerling<strong>en</strong> de bedoelde vaardighed<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verworv<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>.<br />
De meeste toets<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers uitsluit<strong>en</strong>d gericht op k<strong>en</strong>niselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (woord<strong>en</strong>schat, regels, ...) <strong>en</strong><br />
technische aspect<strong>en</strong> van taal (technisch lez<strong>en</strong>, spelling, ...).<br />
Zomaar de nodige nieuwe toets<strong>en</strong> gaan ontwikkel<strong>en</strong>, is echter niet evid<strong>en</strong>t. Daartoe is e<strong>en</strong> goed inzicht<br />
nodig in het waarom <strong>en</strong> hoe van die toets<strong>en</strong>, in de te toets<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wisselwerking die er tuss<strong>en</strong><br />
toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijs moet zijn. We gaan hieronder nader op deze onderwerp<strong>en</strong> in.<br />
Wie wil gaan toets<strong>en</strong> moet in de eerste plaats e<strong>en</strong> goed beeld hebb<strong>en</strong> van wat hij met zijn onderwijs wil<br />
bereik<strong>en</strong>. Voor het vak Nederlands in het Vlaamse basisonderwijs betek<strong>en</strong>t dit vandaag, heel algeme<strong>en</strong>:<br />
de leerling<strong>en</strong> taalvaardig mak<strong>en</strong>, er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat ze taal op e<strong>en</strong> goede manier kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
gebruik<strong>en</strong> in communicatieve situaties. In de eindterm<strong>en</strong> wordt dat nader gespecificeerd <strong>voor</strong> het einde<br />
van het zesde <strong>leerjaar</strong>. Het is duidelijk over welke vaardighed<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op het einde van de lagere<br />
school moet<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> om succesvol de overgang naar het secundair onderwijs te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
Voor de andere leerjar<strong>en</strong> is dat echter nerg<strong>en</strong>s zo precies bepaald. In de onderscheid<strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> wel nadere richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>, maar het blijft mogelijk om verschill<strong>en</strong>de weg<strong>en</strong> te bewandel<strong>en</strong><br />
om bij de einddoel<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong>. En uiteraard zal de gekoz<strong>en</strong> weg sterk bepal<strong>en</strong> welke positie e<strong>en</strong><br />
leerling op e<strong>en</strong> bepaald og<strong>en</strong>blik inneemt.<br />
Grosso modo kunn<strong>en</strong> we twee grote weg<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, waarop e<strong>en</strong> aantal variaties mogelijk zijn.<br />
Welke weg m<strong>en</strong> kiest, hangt af van de visie die m<strong>en</strong> op taal <strong>en</strong> taaller<strong>en</strong> heeft.<br />
Enerzijds is er de zog<strong>en</strong>aamde weg van de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Daarbij wordt taal beschouwd als bestaande uit<br />
e<strong>en</strong> heel aantal on<strong>derde</strong>eltjes, die m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde volgorde moet verwerv<strong>en</strong> om het geheel te<br />
beheers<strong>en</strong>. We zoud<strong>en</strong> taal hier figuurlijk kunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> huis, dat uit bouwste<strong>en</strong>tjes wordt<br />
gemaakt die één <strong>voor</strong> één op elkaar moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelegd. In het taalonderwijs vertaalt zich dat in e<strong>en</strong><br />
aanpak waarbij taalelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (woord<strong>en</strong>, regels, ...) afzonderlijk word<strong>en</strong> aangebracht <strong>en</strong> later toegepast<br />
in het reeds bestaande geheel, dat steeds completer wordt.<br />
Daarnaast is er de opvatting dat taal e<strong>en</strong> geheel is, waaraan in zijn globaliteit moet word<strong>en</strong> gewerkt.<br />
<strong>Taal</strong> is niet opdeelbaar in kleinere deeltjes, integ<strong>en</strong>deel, het is er van meet af aan helemaal <strong>en</strong> het moet<br />
verder word<strong>en</strong> ontwikkeld. <strong>Taal</strong> lijkt dan eerder e<strong>en</strong> luchtballon, die steeds verder moet word<strong>en</strong><br />
opgeblaz<strong>en</strong> om tot zijn volle recht te kom<strong>en</strong>. In taalonderwijs dat hiervan uitgaat, zorgt de leerkracht<br />
er<strong>voor</strong> dat leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> omgaan met taal in heel veel verschill<strong>en</strong>de situaties, daaruit telk<strong>en</strong>s iets<br />
nieuws ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo hun taalvaardigheid opbouw<strong>en</strong>.<br />
De leerling<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> al do<strong>en</strong>de, door tak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>, zonder dat ze zich ervan bewust zijn met taal<br />
bezig te zijn.<br />
In de volg<strong>en</strong>de paragraaf gaan we in op wat de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde manier van onderwijs betek<strong>en</strong>t<br />
<strong>voor</strong> toetsing.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
7
8<br />
1.2 Waarom <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>?<br />
Toets<strong>en</strong> do<strong>en</strong> we om twee grote red<strong>en</strong><strong>en</strong>: om te evaluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> diagnose te stell<strong>en</strong>. Als we gaan<br />
evaluer<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we daarmee verschill<strong>en</strong>de bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: <strong>en</strong>erzijds nagaan of de leerling<strong>en</strong> op<br />
de juiste weg zijn om de doelstelling<strong>en</strong> (eindterm<strong>en</strong>) te bereik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds onderzoek<strong>en</strong> of ons<br />
onderwijs voldo<strong>en</strong>de op die doelstelling<strong>en</strong> is toegespitst. Diagnostische toets<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> altijd op evaluatieve:<br />
zij zijn erop gericht nader uit te zoek<strong>en</strong> welke de precieze oorzak<strong>en</strong> van de vastgestelde<br />
problem<strong>en</strong> zijn.<br />
Als we nu op het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong> will<strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong><br />
Nederlands bereikt hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we daartoe in principe gebruik mak<strong>en</strong> van twee soort<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>:<br />
<strong>en</strong>erzijds zijn er de toets<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> rechtstreeks, zonder omweg<strong>en</strong> meet wat m<strong>en</strong> wil wet<strong>en</strong>.<br />
Nem<strong>en</strong> we bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong> die stelt dat “leerling<strong>en</strong> in staat moet<strong>en</strong><br />
zijn om informatie te achterhal<strong>en</strong> in <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde instructies <strong>voor</strong> handeling<strong>en</strong> van gevarieerde<br />
aard”. Als we die toets<strong>en</strong> door de leerling<strong>en</strong> effectief informatie te lat<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong> in instructies, toets<strong>en</strong><br />
we rechtstreeks: we lat<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> do<strong>en</strong> wat we will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. Dat kan in dit geval dan concreet<br />
vorm krijg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> taak met recept<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> spelreglem<strong>en</strong>t: tekst<strong>en</strong> die in instructievorm geschrev<strong>en</strong> zijn.<br />
E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld van e<strong>en</strong> directe toets in de niet-talige sector vind<strong>en</strong> we in het rij-exam<strong>en</strong>: daar laat<br />
m<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met de auto rijd<strong>en</strong>, om te zi<strong>en</strong> of ze dat kunn<strong>en</strong>. Anderzijds kunn<strong>en</strong> we de eindterm ook<br />
minder rechtstreeks toets<strong>en</strong>. We gaan dan via e<strong>en</strong> omweg na of de leerling<strong>en</strong> informatie kunn<strong>en</strong><br />
achterhal<strong>en</strong> in instructies. E<strong>en</strong> mogelijkheid <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> indirecte toets bij deze eindterm is e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing op<br />
de gebied<strong>en</strong>de wijs. Immers, instructies zijn overweg<strong>en</strong>d in de gebied<strong>en</strong>de wijs geformuleerd <strong>en</strong> je zou<br />
er kunn<strong>en</strong> van uitgaan dat, wie goed is in het begrijp<strong>en</strong> van instructies, ook goed met de gebied<strong>en</strong>de<br />
wijs kan omgaan. De gebied<strong>en</strong>de wijs wordt dan als e<strong>en</strong> indicator beschouwd <strong>voor</strong> ‘informatie kunn<strong>en</strong><br />
achterhal<strong>en</strong> in instructies’. Op basis van het al dan niet goed prester<strong>en</strong> op de toets op de gebied<strong>en</strong>de<br />
wijs, zal beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> welke leerling<strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate kunn<strong>en</strong> omgaan<br />
met instructies.<br />
Uiteraard ligt het meer <strong>voor</strong> de hand om e<strong>en</strong> toets op de gebied<strong>en</strong>de wijs te mak<strong>en</strong>, af te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
scor<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> echte taak met tekst<strong>en</strong> in instructievorm. Zo zou het <strong>voor</strong> de rij-examinator ook<br />
makkelijker <strong>en</strong> wellicht veiliger zijn om de kandidaat op de parking van het exam<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong>kele<br />
schakel- <strong>en</strong> remoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Maar dan moet hij er wel van uitgaan dat de mate waarin<br />
de kandidaat die oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kan uitvoer<strong>en</strong>, hem iets vertell<strong>en</strong> over di<strong>en</strong>s algem<strong>en</strong>e rijvaardigheid. Die<br />
(veronder)stelling die aan dit soort toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>afgaat is natuurlijk het gevoelige punt. De band tuss<strong>en</strong><br />
datg<strong>en</strong>e wat getoetst wordt <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e waarover m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitspraak wil do<strong>en</strong> (de eindterm,<br />
rijvaardigheid) moet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetoond. Als er rechtstreeks wordt getoetst, is dat uiteraard ge<strong>en</strong><br />
probleem: dan is datg<strong>en</strong>e wat getoetst wordt <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e waarover m<strong>en</strong> uitspraak wil do<strong>en</strong>, aan elkaar<br />
gelijk. Rechtstreeks toets<strong>en</strong> wordt ook wel ‘direct’ toets<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, <strong>en</strong> via e<strong>en</strong> omweg of onrechtstreeks<br />
‘indirect’.<br />
Moet nu, e<strong>en</strong>s de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde aanpak van het taalonderwijs gemaakt, ook e<strong>en</strong> keuze <strong>voor</strong><br />
één van de twee vorm<strong>en</strong> van toets<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>? Moet in onderwijs dat door geleidelijke opbouw van steeds<br />
meer on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> aan de eindterm<strong>en</strong> kiest te werk<strong>en</strong>, gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong>?<br />
Dat zoud<strong>en</strong> dan onrechtstreekse toets<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> zijn. En moet in onderwijs dat meer globaal<br />
werkt, waar vertrokk<strong>en</strong> wordt van e<strong>en</strong> steeds hoger word<strong>en</strong> niveau van het soort vaardighed<strong>en</strong> dat in<br />
de eindterm<strong>en</strong> wordt bedoeld, automatisch gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> rechtstreeks toets<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong><br />
op e<strong>en</strong> steeds hoger word<strong>en</strong>d niveau?<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Dat zijn belangrijke vrag<strong>en</strong> waar we e<strong>en</strong> antwoord op moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, omdat we niet <strong>en</strong>kel op het einde<br />
van het zesde <strong>leerjaar</strong> moet<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. Ook in de lagere leerjar<strong>en</strong> moet de positie <strong>en</strong> evolutie van de<br />
leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagegaan. En die positie <strong>en</strong> evolutie van de leerling<strong>en</strong> zijn natuurlijk wel afhankelijk<br />
van de manier waarop het onderwijs aangepakt wordt <strong>en</strong> daar moet dus rek<strong>en</strong>ing mee word<strong>en</strong><br />
gehoud<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat laatste hierbov<strong>en</strong> twee grote weg<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong><br />
aantal overweging<strong>en</strong> door, die bij de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde manier van toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol moet<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />
Ongetwijfeld is het zo dat de manier van toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invloed heeft op het onderwijs dat eraan <strong>voor</strong>af<br />
gaat <strong>en</strong> erop volgt. Als leerling<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat de manier van toets<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze aansluit bij de<br />
manier waarop het onderwijs plaatsvindt — als zij bij<strong>voor</strong>beeld tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong> met het oog op de<br />
bov<strong>en</strong>staande eindterm globale tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> met tekst<strong>en</strong> die in instructievorm geformuleerd<br />
zijn, maar tijd<strong>en</strong>s toets<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel werkwoord<strong>en</strong> in de gebied<strong>en</strong>de wijs moet<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> —, zull<strong>en</strong> zij zich na<br />
verloop van tijd gaan specialiser<strong>en</strong> in het tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel opnem<strong>en</strong> van datg<strong>en</strong>e wat ze moet<strong>en</strong><br />
wet<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets<strong>en</strong>, i.c. de gebied<strong>en</strong>de wijs. Als echter de aard van de toetstak<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, gelijk is aan de onderwijstak<strong>en</strong>, als leerling<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat alles wat tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong><br />
aan bod komt, op één of andere manier terugkomt in de toets<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect<br />
op het onderwijs.<br />
In het volledig op elkaar afstemm<strong>en</strong> van onderwijs- <strong>en</strong> toetstak<strong>en</strong> schuilt echter e<strong>en</strong> groot gevaar waar<br />
het indirect of onrechtstreeks toets<strong>en</strong> betreft. Indirecte toets<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> als indicator <strong>voor</strong> iets anders,<br />
is op zich ge<strong>en</strong> probleem, maar dat wordt het wel wanneer m<strong>en</strong> zich al te veel gaat toespits<strong>en</strong> op de<br />
toetsresultat<strong>en</strong> alsdusdanig <strong>en</strong> die als e<strong>en</strong> doel op zich gaat zi<strong>en</strong>. Dan kan dat indicator-zijn wel e<strong>en</strong>s uit<br />
het oog verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle aandacht gaan naar het onderwijz<strong>en</strong> van de aspect<strong>en</strong> van taal die nodig<br />
zijn om goede toetsresultat<strong>en</strong> te behal<strong>en</strong>. Nem<strong>en</strong> we weer ons <strong>voor</strong>beeld: als, om snel <strong>en</strong> efficiënt te<br />
kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, er<strong>voor</strong> wordt gekoz<strong>en</strong> om het kunn<strong>en</strong> omgaan met instructies te toets<strong>en</strong> aan de hand<br />
van de gebied<strong>en</strong>de wijs <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> op die toets vall<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>, is het risico groot dat we zull<strong>en</strong><br />
oordel<strong>en</strong> dat het nodig is om nog wat extra te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de gebied<strong>en</strong>de wijs. Daarbij verliez<strong>en</strong> we dan<br />
de doelstelling van het onderwijs, namelijk de eindterm bereik<strong>en</strong>, uit het oog. We pass<strong>en</strong> ons onderwijs<br />
aan aan de toets, wat in de vakterminologie ‘teaching to the test’ wordt g<strong>en</strong>oemd. Als dat op grote<br />
schaal <strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van taal die word<strong>en</strong> getoetst, gebeurt, is m<strong>en</strong> uiteraard verkeerd bezig.<br />
Waar in het onderwijs gekoz<strong>en</strong> is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> systematische opbouw van on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> getoetst, is dat gevaar er uiteraard niet. Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met bov<strong>en</strong>staande bed<strong>en</strong>king over<br />
e<strong>en</strong> positief effect van de toets<strong>en</strong> op de leerling<strong>en</strong> moet er in dat onderwijs ook ruimte zijn <strong>voor</strong> toets<strong>en</strong><br />
die bij het gevolgde traject aansluit<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> via woord<strong>en</strong>schatonderwijs de lees- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid<br />
van de leerling<strong>en</strong> wil opdrijv<strong>en</strong>, is het zeker zinvol om die woord<strong>en</strong>schat ook te gaan toets<strong>en</strong>. Maar<br />
daarnaast moet<strong>en</strong> ook globale vaardigheidstoets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, directe toets<strong>en</strong> waarin leerling<strong>en</strong><br />
het soort tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> dat in de eindterm<strong>en</strong> wordt bedoeld. Immers, als m<strong>en</strong> ervan uitgaat<br />
dat leerling<strong>en</strong> via woord<strong>en</strong>schatonderwijs lees- <strong>en</strong> schrijfvaardiger zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moet dat ook getoetst<br />
word<strong>en</strong>. Af <strong>en</strong> toe ev<strong>en</strong> stilstaan <strong>en</strong> de positie binn<strong>en</strong> het grotere geheel <strong>en</strong> de positie t<strong>en</strong> opzichte van<br />
de einddoel<strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong>, is nodig. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> duurt het niet tot het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong> <strong>voor</strong>aleer<br />
de leerling<strong>en</strong> over de vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. In<br />
mindere mate moet<strong>en</strong> ze ook al in de lagere leerjar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot deel van die ding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> om in het<br />
onderwijs te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>. Zo moet<strong>en</strong> ze bij<strong>voor</strong>beeld bij het onderwijs in de zaakvakk<strong>en</strong> in staat<br />
zijn om informatieve tekst<strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>, om naslagwerk<strong>en</strong> te raadpleg<strong>en</strong> via registers <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t,<br />
allemaal zak<strong>en</strong> die we in de eindterm<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Die ding<strong>en</strong> ook al op eerdere mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaan<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
9
10<br />
toets<strong>en</strong> is dus, e<strong>en</strong>s te meer, e<strong>en</strong> zinvolle zaak. Voor onderwijs dat meer globaal is ingericht, waar<br />
leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>d vaardigheidstak<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, is deze manier van toets<strong>en</strong> uiteraard vanzelfsprek<strong>en</strong>d,<br />
maar ook daar moet m<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de kritisch te werk gaan. Toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> exacte<br />
kopieën van lestak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afstemming van het onderwijs op het hogere doel moet regelmatig opnieuw<br />
kritisch word<strong>en</strong> bestudeerd.<br />
Algeme<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we dus besluit<strong>en</strong> dat er in de manier van toets<strong>en</strong> op tuss<strong>en</strong>- <strong>en</strong> eindniveau wel<br />
rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de manier waarop het onderwijs is opgevat.<br />
Toets<strong>en</strong> die op rechtstreekse wijze nagaan of de in de eindterm<strong>en</strong> bedoelde vaardighed<strong>en</strong> geleidelijk<br />
aan verworv<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zijn echter binn<strong>en</strong> elke vorm van onderwijs zinvol.<br />
1.3 Wat toets<strong>en</strong>? De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong><br />
In het vorige hebb<strong>en</strong> we de <strong>voor</strong>del<strong>en</strong> van toets<strong>en</strong> die op directe wijze nagaan of de eindterm<strong>en</strong> stilaan<br />
verworv<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, gemotiveerd. De toets<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zo onafhankelijk mogelijk blijv<strong>en</strong> van de<br />
gebruikte methode <strong>en</strong> het gevolgde onderwijstraject, omdat ook die in vraag moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld.<br />
Wanneer we nu concreter gaan kijk<strong>en</strong> naar wat die toets<strong>en</strong> dan moet<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>, wordt het moeilijk.<br />
Ons vertrekpunt, de eindterm<strong>en</strong>, is immers het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong>. Voor de overige leerjar<strong>en</strong><br />
zijn er ge<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong> geformuleerd <strong>en</strong> is het dus ook niet helemaal duidelijk wat nu precies al wel<br />
<strong>en</strong> nog niet van de leerling<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verwacht. Toch kunn<strong>en</strong> we via drie invalshoek<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om<br />
de moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong> zo goed mogelijk af te stemm<strong>en</strong> op de leerling<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> eerste hal<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal objectieve criteria uit de eindterm<strong>en</strong>. Die zijn geformuleerd in term<strong>en</strong><br />
van de vier vaardighed<strong>en</strong>: luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> dus op één of andere manier<br />
deze vier vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. We onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds de mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke<br />
vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds de receptieve <strong>en</strong> productieve. Verder moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de vier<br />
vaardighed<strong>en</strong> informatie kunn<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus. Bij e<strong>en</strong> taak op kopiër<strong>en</strong>d<br />
niveau moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de aangebod<strong>en</strong> informatie letterlijk kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>: opschrijv<strong>en</strong> zoals bij<br />
e<strong>en</strong> dictee, of opzegg<strong>en</strong>, zoals bij e<strong>en</strong> gedicht. Op beschrijv<strong>en</strong>d niveau wordt van de leerling<strong>en</strong> verwacht<br />
dat ze de aangebod<strong>en</strong> informatie verwerk<strong>en</strong> of in min of meer dezelfde vorm kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>: het<br />
begrijp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tekst of het chronologisch navertell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is<br />
zijn daar <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van. Op structurer<strong>en</strong>d niveau wordt nog e<strong>en</strong> stap verder gezet. Daar moet<strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> zelf de structuur aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of verander<strong>en</strong> in de aangebod<strong>en</strong> informatie, bij<strong>voor</strong>beeld losse<br />
stukjes verhaal in de juiste volgorde zett<strong>en</strong> of zelf e<strong>en</strong> gestructureerd verslagje schrijv<strong>en</strong>.<br />
Op evaluer<strong>en</strong>d of beoordel<strong>en</strong>d niveau t<strong>en</strong>slotte moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> informatie uit verschill<strong>en</strong>de<br />
bronn<strong>en</strong> met elkaar vergelijk<strong>en</strong> of op de juiste manier sam<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld twee recept<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
hetzelfde gerecht met elkaar vergelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> er één uit distiller<strong>en</strong>.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> in de eindterm<strong>en</strong> ook allerlei verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> waarmee<br />
leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconfronteerd: er zijn verhal<strong>en</strong>de <strong>en</strong> informatieve tekst<strong>en</strong>, gedicht<strong>en</strong>,<br />
registers, naslagwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Eén van de objectieve criteria om tekstsoort<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lijn van<br />
makkelijk naar moeilijk uit te zett<strong>en</strong> is het beoogde publiek. E<strong>en</strong> tekst die je <strong>voor</strong> jezelf schrijft of die<br />
<strong>voor</strong> jou specifiek bedoeld is, staat dichter bij je <strong>en</strong> is dus in principe makkelijker dan e<strong>en</strong> tekst die<br />
bedoeld is <strong>voor</strong> al je leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> leesboek. Die tekst is op zijn beurt makkelijker of dichterbij<br />
dan e<strong>en</strong> tekst die bedoeld is <strong>voor</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, bek<strong>en</strong>d of onbek<strong>en</strong>d.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
We hebb<strong>en</strong> dus meerdere lijn<strong>en</strong> van makkelijk naar moeilijk lop<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s dewelke onderwijstak<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
dus ook toetstak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. Elke taak is e<strong>en</strong> combinatie van criteria <strong>en</strong> als we<br />
beginn<strong>en</strong> met tak<strong>en</strong> die op alle vlakk<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> eindig<strong>en</strong> met tak<strong>en</strong> die op alle vlakk<strong>en</strong> het<br />
hoogst gevraagde niveau (volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong>) bereik<strong>en</strong>, dan lijkt het evid<strong>en</strong>t om in tuss<strong>en</strong>tijd<br />
afwissel<strong>en</strong>d nu e<strong>en</strong>s het <strong>en</strong>e, dan weer het andere steeds wat moeilijker te lat<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. We gaan niet<br />
systematisch op alle vlakk<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> <strong>voor</strong>uit zett<strong>en</strong>, maar prober<strong>en</strong> om zoveel mogelijk verschill<strong>en</strong>de<br />
combinaties te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo vanuit verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> tak<strong>en</strong> de vaardighed<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in te<br />
schatt<strong>en</strong>.<br />
Naast de criteria die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, spel<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol in het<br />
bepal<strong>en</strong> van de moeilijkheidsgraad van tekst<strong>en</strong>. Zo onder andere de tijd <strong>en</strong> de plaats waar de<br />
gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zich afspel<strong>en</strong>, de mate waarin van perspectief wordt gewisseld <strong>en</strong> de gebruikte<br />
woord<strong>en</strong>schat. Die woord<strong>en</strong>schat is echter ook vrij goed te controler<strong>en</strong>. Door na te gaan welk perc<strong>en</strong>tage<br />
van de in e<strong>en</strong> tekst gebruikte woord<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> in normale omstandighed<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d moet zijn,<br />
kan word<strong>en</strong> beoordeeld of e<strong>en</strong> tekst, <strong>en</strong> dus ook de toets waarvan hij deel uitmaakt, geschikt is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
bepaalde doelgroep of niet. Uiteraard moet bij e<strong>en</strong> toets, waarin we precies will<strong>en</strong> nagaan wat de<br />
leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong>, het perc<strong>en</strong>tage bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> zeer hoog zijn.<br />
Betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> uit de context waartoe ze behor<strong>en</strong>, maakt impliciet deel uit van<br />
taalvaardigheid <strong>en</strong> wordt dus ook mee getoetst, maar al te veel onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat<br />
onmogelijk.<br />
We kunn<strong>en</strong> onze toetstak<strong>en</strong> dus definiër<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de criteria uit de eindterm<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> het perc<strong>en</strong>tage bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>. Maar is het dan voldo<strong>en</strong>de duidelijk wat we van onze leerling<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> als resultaat op de toets? Is absolute perfectie nodig om te kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> of e<strong>en</strong><br />
leerling op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t het gevraagde niveau van taalvaardigheid haalt of volstaat e<strong>en</strong> bepaalde<br />
graad ervan?<br />
Nog meer houvast lijkt nodig. En die kunn<strong>en</strong> we krijg<strong>en</strong> in de vorm van norm<strong>en</strong>. Als we immers bij<br />
de toets<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> gaan bepal<strong>en</strong>, d.w.z. de toets<strong>en</strong> bij veel leerling<strong>en</strong> gaan afnem<strong>en</strong> om te met<strong>en</strong><br />
wat als e<strong>en</strong> gemiddeld niveau kan word<strong>en</strong> beschouwd, kunn<strong>en</strong> we de scores van individuele leerling<strong>en</strong><br />
daarmee verbind<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>. Hoe de grootschalige normering van toets<strong>en</strong> vorm kan krijg<strong>en</strong>, wordt<br />
in de volg<strong>en</strong>de paragraaf uitgelegd.<br />
1.4 Waarmee toets<strong>en</strong>? De <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
leerlingvolgsysteem<br />
Uit de in paragraaf 1.2 <strong>en</strong> 1.3 bedoelde onafhankelijke, rechtstreeks van de eindterm<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong>de,<br />
g<strong>en</strong>ormeerde taalvaardigheidstoets<strong>en</strong>, is het onderhavige leerlingvolgsysteem opgebouwd. Wat verstaan<br />
we nu precies onder e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem? In deze paragraaf staan we daar ev<strong>en</strong> bij stil: bij de zin<br />
<strong>en</strong> de functie van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem, bij de criteria waaraan het geacht wordt te voldo<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
verschill<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> waaruit het kan bestaan.<br />
Pleidooi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> kwaliteitsbewaking in het onderwijs, e<strong>en</strong> goed doordacht <strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> alle leerjar<strong>en</strong><br />
merkbaar schoolbeleid, e<strong>en</strong> aanpak die het resultaat is van planmatig handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> overleg van het hele<br />
schoolteam <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t, klink<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> luider dan ooit. Dit is niet de plaats om op die algem<strong>en</strong>e<br />
t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in te gaan, maar het moge duidelijk zijn dat e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem daarin e<strong>en</strong> belangrijke<br />
rol te vervull<strong>en</strong> heeft. Onder ‘leerlingvolgsysteem’ verstaan we e<strong>en</strong> geheel van evaluatiemiddel<strong>en</strong><br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
11
12<br />
(toets<strong>en</strong>) waarmee op vaste tijdstipp<strong>en</strong>, verspreid over de basisschool, de evolutie <strong>en</strong> positie van<br />
leerling<strong>en</strong> m.b.t. tot bepaalde basisvaardighed<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> objectieve <strong>en</strong> vergelijkbare wijze kan<br />
word<strong>en</strong> gevolgd, met de bedoeling in te grijp<strong>en</strong> wanneer de evolutie of positie niet gunstig is. Deze<br />
definitie zegt al heel wat, maar zeker niet alles <strong>en</strong> niet precies g<strong>en</strong>oeg. Daarom zett<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong> de<br />
gangbare criteria <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goed leerlingvolgsysteem (hieronder afgekort tot LVS) <strong>en</strong> de fas<strong>en</strong> die er<br />
traditioneel in onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje. [noot 2, pag. 30]. Om de criteria te concretiser<strong>en</strong>,<br />
illustrer<strong>en</strong> we ze telk<strong>en</strong>s aan de hand van dit leerlingvolgsysteem VLOT, waar dan in paragraaf 2 nog<br />
verder wordt op ingegaan.<br />
- E<strong>en</strong> LVS heeft betrekking op de gehele basisschool.<br />
Met ‘gehele’ basisschool word<strong>en</strong> zowel het kleuter- als lager onderwijs bedoeld. VLOT beslaat echter niet<br />
dat volledige veld. In principe richt het zich, met mogelijkheid tot latere uitbreiding, op de vijf hoogste<br />
leerjar<strong>en</strong> van de lagere school, d.w.z. het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong>.<br />
Voor de laatste kleuterklas <strong>en</strong> het eerste <strong>leerjaar</strong> bestaan reeds de TALK (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang<br />
Laatste Kleuterklas) <strong>en</strong> de TAL (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang Lager onderwijs) [noot 3, pag. 30].<br />
De algem<strong>en</strong>e taalvaardigheidsscores die leerling<strong>en</strong> op deze toets<strong>en</strong> behal<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> als aanknopingspunt<br />
<strong>voor</strong> VLOT word<strong>en</strong> gebruikt.<br />
- E<strong>en</strong> LVS heeft betrekking op de basisvaardighed<strong>en</strong>.<br />
Onder ‘basisvaardighed<strong>en</strong>’ wordt dan meestal verstaan: lez<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. In de praktijk<br />
word<strong>en</strong> de eerste twee meestal omgezet in de goed meetbare vaardighed<strong>en</strong> spelling <strong>en</strong> technisch lez<strong>en</strong>.<br />
Slechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel LVS gaat verder <strong>en</strong> probeert werkelijk het totale veld van leerinhoud<strong>en</strong> <strong>voor</strong> Nederlands<br />
op de basisschool te beslaan. Daarbij kom<strong>en</strong> dan ook de meer globale vaardighed<strong>en</strong> aan bod, waarop<br />
ook VLOT zich toespitst: de vier vaardighed<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Daarnaast bevat<br />
VLOT ook edit-toets<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong> van de globale taalvaardigheid.<br />
- E<strong>en</strong> LVS is methode-overstijg<strong>en</strong>d.<br />
Op de beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico’s die toets<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>, die al te nauw aansluit<strong>en</strong> bij het gevolgde onderwijstraject<br />
of de gebruikte methode zijn we al in paragraaf 1.2 ingegaan. Het is nodig voldo<strong>en</strong>de kritisch<br />
<strong>en</strong> onafhankelijk na te gaan of het onderwijs wel is afgestemd op de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op de<br />
goede weg zijn om deze te bereik<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> van VLOT voldo<strong>en</strong> aan deze <strong>voor</strong>waarde, omdat ze bij<br />
ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele specifieke methode of traject aansluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijgevolg door iedere<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt.<br />
Enkele, eerder technische criteria waaraan e<strong>en</strong> LVS moet voldo<strong>en</strong> zijn:<br />
- betrouwbaarheid,<br />
- validiteit,<br />
- objectieve scoorbaarheid <strong>en</strong><br />
- vergelijkbaarheid van de toetsscores.<br />
Betrouwbare toets<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> betrouwbare resultat<strong>en</strong> op, d.w.z. dat ze e<strong>en</strong> nauwkeurig beeld gev<strong>en</strong> van<br />
iemands kunn<strong>en</strong> in het getoetste domein. Die nauwkeurigheid wordt des te belangrijker naarmate m<strong>en</strong><br />
toets<strong>en</strong> met elkaar wil gaan vergelijk<strong>en</strong>, wat het geval is bij e<strong>en</strong> LVS. Bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toets kan<br />
m<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> heel aantal stapp<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> om de betrouwbaarheid te vergrot<strong>en</strong>: zo lever<strong>en</strong> precieze instructies,<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
voldo<strong>en</strong>de verschill<strong>en</strong>de items <strong>en</strong> e<strong>en</strong> toetsformaat waarmee de leerling<strong>en</strong> vertrouwd zijn, al heel wat garanties<br />
op goede betrouwbaarheid. Voor de toets<strong>en</strong> van VLOT wordt de betrouwbaarheid ook statistisch<br />
berek<strong>en</strong>d op basis van proefafnames. Er wordt gestreefd naar e<strong>en</strong> coëfficiënt van 0,85 (Cronbach’s alfa)<br />
maar 0,75 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer 0,70 word<strong>en</strong> ook nog als voldo<strong>en</strong>de beschouwd om van e<strong>en</strong> goed<br />
betrouwbare toets te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>.<br />
Validiteit betek<strong>en</strong>t simpelweg dat m<strong>en</strong> zekerheid moet hebb<strong>en</strong> over het feit dat m<strong>en</strong> met de toets<strong>en</strong> wel<br />
meet wat m<strong>en</strong> beoogt te met<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> LVS wordt ook dat weer des te belangrijker. Immers, als m<strong>en</strong><br />
de resultat<strong>en</strong> op meerdere toets<strong>en</strong> met elkaar wil vergelijk<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> er zeker van te zijn dat wel<br />
degelijk die ding<strong>en</strong> getoetst zijn die m<strong>en</strong> wilde toets<strong>en</strong>. Uit het bov<strong>en</strong>staande mag duidelijk geword<strong>en</strong><br />
zijn dat directe toets<strong>en</strong>, het soort toets<strong>en</strong> waaruit VLOT is opgebouwd, e<strong>en</strong> groter garantie bied<strong>en</strong> op<br />
validiteit dan indirecte. Bij deze laatst<strong>en</strong> moet de band tuss<strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> meet <strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> beoogt te<br />
met<strong>en</strong> nog aangetoond word<strong>en</strong>. Bij directe toets<strong>en</strong> is die band verzekerd.<br />
E<strong>en</strong> zoektocht naar manier<strong>en</strong> waarop de in de eindterm<strong>en</strong> bedoelde vaardighed<strong>en</strong> direct, maar ook<br />
zo objectief mogelijk, d.w.z. zonder dat de subjectieve beoordeling van dieg<strong>en</strong>e die de toets<strong>en</strong> scoort<br />
e<strong>en</strong> te grote rol gaat spel<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst <strong>en</strong> gescoord, levert zeker <strong>voor</strong> de receptieve<br />
vaardighed<strong>en</strong> snel e<strong>en</strong> aantal goede toetsformat<strong>en</strong> op. Het blijkt goed mogelijk om luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zo<br />
te toets<strong>en</strong>, dat op <strong>voor</strong>hand kan word<strong>en</strong> bepaald wat als e<strong>en</strong> goed antwoord kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
De productieve vaardighed<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> in dat opzicht moeilijker omdat de uiting<strong>en</strong> die<br />
hier moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescoord, persoonlijker zijn <strong>en</strong> meer uit elkaar lop<strong>en</strong>. Bij sprek<strong>en</strong> is er dan nog de<br />
bijkom<strong>en</strong>de moeilijkheid dat de uiting<strong>en</strong> vluchtig zijn <strong>en</strong> dus mete<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld. T<strong>en</strong>zij<br />
m<strong>en</strong> natuurlijk met e<strong>en</strong> bandopnemer gaat werk<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> VLOT rad<strong>en</strong> we dat ook sterk aan.<br />
De productieve toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> van aanwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hoe ook daar het scor<strong>en</strong><br />
zo objectief mogelijk kan gebeur<strong>en</strong>. Door op <strong>voor</strong>hand te bepal<strong>en</strong> welke criteria bij de beoordeling e<strong>en</strong><br />
rol zull<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat binn<strong>en</strong> die criteria als goed of fout kan word<strong>en</strong> beschouwd, blijkt het toch<br />
mogelijk e<strong>en</strong> heel aantal stapp<strong>en</strong> in de goede richting te zett<strong>en</strong>.<br />
Hoe gaat m<strong>en</strong> nu de toetsscores op verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />
elkaar vergelijk<strong>en</strong>? Daartoe is het nodig dat de scores op al die toets<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />
vergelijkingsbasis kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teruggebracht, wat ook wel ‘schaling’ wordt g<strong>en</strong>oemd. Daartoe bestaan<br />
meerdere techniek<strong>en</strong> (o.a. perc<strong>en</strong>tielschaling, werk<strong>en</strong> met standaard- of z-scores, didactische leeftijdsequival<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
vordering<strong>en</strong>schal<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t). De techniek die bij VLOT wordt gehanteerd, sluit het dichtst<br />
aan bij het werk<strong>en</strong> met standaardscores <strong>en</strong> vertrekt van de gemiddelde score <strong>en</strong> de standaarddeviatie<br />
van de toets. De standaarddeviatie (SD) staat <strong>voor</strong> de spreiding rond het gemiddelde. In e<strong>en</strong> klas waar<br />
alle leerling<strong>en</strong> ongeveer gelijkwaardig zijn wat betreft taalvaardigheidsniveau, zal de SD klein zijn, in e<strong>en</strong><br />
klas met extreme uitblinkers <strong>en</strong> uitvallers, groot.<br />
Bij VLOT kond<strong>en</strong> alle berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (betrouwbaarheid, gemiddelde score, standaarddeviatie, ...) doorgevoerd<br />
word<strong>en</strong> op de resultat<strong>en</strong> van veel leerling<strong>en</strong> (ongeveer 600) van wie per <strong>leerjaar</strong> de toets<strong>en</strong> werd<br />
afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze afnames vond<strong>en</strong> plaats op 32 verschill<strong>en</strong>de Vlaamse basisschol<strong>en</strong>, die als repres<strong>en</strong>tatief<br />
<strong>voor</strong> de Vlaamse situatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd: er war<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> uit de verschill<strong>en</strong>de<br />
geografisch hoek<strong>en</strong>, schol<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de urbanisatiegraad <strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>traties<br />
migrant<strong>en</strong> (<strong>voor</strong> wie Nederlands de tweede taal is), <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> uit de drie onderwijsnett<strong>en</strong>. Deze<br />
grootschalige afnames maakt<strong>en</strong> het mogelijk bij de toets<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>, die ons e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong><br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
13
14<br />
van wat als gemiddeld resultaat op de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verwacht. De score van elke individuele<br />
leerling <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hele klas kan aan deze norm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong> <strong>en</strong> ermee word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>.<br />
We onderscheid<strong>en</strong> vijf normcategorieën, die elk e<strong>en</strong> letter meekrijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> appreciatie,<br />
afhankelijk van de positie t<strong>en</strong> opzichte van het gemiddelde:<br />
A (goed) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die meer dan 1 SD bov<strong>en</strong> het gemiddelde ligt .<br />
B (goede middelmaat) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong> 1 SD erbov<strong>en</strong> ligt.<br />
C (zwakke middelmaat) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong> 1 SD eronder ligt.<br />
D (zwak) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 SD’s onder het gemiddelde ligt.<br />
E (zeer zwak) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die meer dan 2 SD’s onder het gemiddelde ligt.<br />
Voor e<strong>en</strong> toets op 20, met als gemiddelde 15, 5 <strong>en</strong> SD 2, betek<strong>en</strong>t dat:<br />
A = 18, 19 of 20<br />
B = 16 of 17<br />
C = 14 of 15<br />
D = 12 of 13<br />
E = 11 of minder.<br />
De keuze <strong>voor</strong> deze normcategorieën houdt in dat er wordt gestreefd naar e<strong>en</strong> gemiddelde score op de<br />
toets<strong>en</strong> van ongeveer 70 %. Het is immers <strong>voor</strong>al de bedoeling de grote groep zwakke scoorders (i.e. zij<br />
die onder het gemiddelde scor<strong>en</strong>) goed van elkaar te kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet zozeer de sterke<br />
van de heel sterke leerling<strong>en</strong>. Daarom definiër<strong>en</strong> we slechts twee categorieën bov<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong><br />
drie eronder. We will<strong>en</strong> namelijk van de uitvallers wet<strong>en</strong> of ze e<strong>en</strong> beetje, sterk of heel sterk uitvall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hoe groot bijgevolg hun achterstand is.<br />
Bij elke toets kan m<strong>en</strong> dus de norm<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de scores van de leerling<strong>en</strong> in die norm<strong>en</strong> omzett<strong>en</strong>.<br />
Over toets<strong>en</strong> he<strong>en</strong>, kan dan vastgesteld word<strong>en</strong> hoe leerling<strong>en</strong> of klass<strong>en</strong> evoluer<strong>en</strong>. Blijv<strong>en</strong> ze in dezelfde<br />
categorieën, gaan ze <strong>voor</strong>uit of achteruit <strong>en</strong> wat betek<strong>en</strong>t dat? Doordat telk<strong>en</strong>s wordt vertrokk<strong>en</strong> van de<br />
gemiddelde score, spel<strong>en</strong> onderlinge verschill<strong>en</strong> in moeilijkheidsgraad tuss<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> rol.<br />
Bij VLOT word<strong>en</strong> per toets de norm<strong>en</strong> vermeld. In dit algem<strong>en</strong>e gedeelte vindt m<strong>en</strong> de nodige overzicht<strong>en</strong><br />
om de norm<strong>en</strong> per leerling <strong>en</strong> de verdeling over de normcategorieën per klas te registrer<strong>en</strong>.<br />
Ook aan dit registratiesysteem word<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> hoge eis<strong>en</strong> gesteld. We noem<strong>en</strong> er hieronder <strong>en</strong>kele.<br />
Voor het registratiesysteem van VLOT is er naar gestreefd <strong>en</strong> wordt er nog verder aan gewerkt om zo<br />
goed mogelijk aan de eis<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. Het aan het LVS gekoppelde registratiesysteem moet<br />
- e<strong>en</strong> hoge informatiewaarde hebb<strong>en</strong>, d.w.z. zoveel mogelijk <strong>en</strong> zo specifiek mogelijk de situatie van e<strong>en</strong><br />
leerling of e<strong>en</strong> klas definiër<strong>en</strong>;<br />
- duidelijk <strong>en</strong> inzichtelijk zijn, d.w.z. dat iedere<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> of andere manier bij het LVS betrokk<strong>en</strong> is,<br />
de informatie moet kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> zoals ze bedoeld is;<br />
- cumulatief zijn, d.w.z. dat alle gegev<strong>en</strong>s er systematisch in moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gebracht;<br />
- simpel <strong>en</strong> toegankelijk zijn, <strong>en</strong> dus bruikbaar zonder al te veel extra studie <strong>en</strong> lectuur.<br />
Op de praktische richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het gebruik van het registratiesysteem bij VLOT gaan we in paragraaf<br />
2.3 in.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
T<strong>en</strong>slotte moet<strong>en</strong> alle toets<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet in het minst die van e<strong>en</strong> LVS, omdat het er zoveel zijn, economisch<br />
zijn wat betreft tijdsgebruik. Toets<strong>en</strong> is iets dat moet gebeur<strong>en</strong>, daar gaan we hieronder nog nader op<br />
in. Maar iedere<strong>en</strong> zal het erover e<strong>en</strong>s zijn dat het aandeel van toets<strong>en</strong> in de toch al zo beperkt beschikbare<br />
onderwijstijd zo klein mogelijk moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>, zodat er zoveel mogelijk tijd overblijft <strong>voor</strong><br />
het onderwijs zelf. Dat betek<strong>en</strong>t dat:<br />
- de toets<strong>en</strong> van het LVS zoveel mogelijk groepsgewijs moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Voor de toets<strong>en</strong> op luister-, lees- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid <strong>en</strong> de edit-toets<strong>en</strong> in VLOT kunn<strong>en</strong> we kort zijn.<br />
Alle toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> klassikaal word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Uiteraard verdi<strong>en</strong>t het de <strong>voor</strong>keur dat de leerling<strong>en</strong><br />
niet zo dicht bij elkaar zitt<strong>en</strong> dat ze alles kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wat er naast <strong>en</strong> <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> gebeurt. Bij veel toets<strong>en</strong><br />
in de lagere leerjar<strong>en</strong>, waar vaak met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> wordt gewerkt, is het niet altijd evid<strong>en</strong>t<br />
om dat te vermijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> is afname in kleinere groep<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>. Voor spreekvaardigheid<br />
is het uiteraard niet mogelijk om klassikaal te werk<strong>en</strong>. Daar moet<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> individueel word<strong>en</strong><br />
afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
- de afname <strong>en</strong> verwerkingstijd binn<strong>en</strong> redelijke gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />
Voor de drie eerstg<strong>en</strong>oemde vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de edit-toets<strong>en</strong> wordt hier gestreefd naar e<strong>en</strong> maximale<br />
afnametijd van e<strong>en</strong> lesuur van 50 minut<strong>en</strong>. Sprek<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> duurt uiteraard langer. De verwerking van<br />
receptieve toets<strong>en</strong> kan heel snel gebeur<strong>en</strong>. Bij elke praktische handleiding in VLOT zit e<strong>en</strong><br />
scoringswijzer waarop heel precies is aangegev<strong>en</strong> wat goed <strong>en</strong> wat fout moet word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Ook<br />
invulblad<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de scores zijn <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong>. Voor de productieve toets<strong>en</strong> is dat ook het geval, maar<br />
daar komt de leestijd van schrijfproduct<strong>en</strong>, het beluister<strong>en</strong> van de spreekopdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> oordeelvaardigheid<br />
over heel persoonlijke uiting<strong>en</strong> bij kijk<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong>slotte wordt het ook algeme<strong>en</strong> <strong>voor</strong>delig geacht als het leerlingvolgsysteem gefaseerd kan word<strong>en</strong><br />
ingevoerd. Immers, e<strong>en</strong> LVS betek<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> school meestal e<strong>en</strong> vernieuwing <strong>en</strong> zich daar in inwerk<strong>en</strong><br />
kost tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie. Die twee zijn in de regel niet onbeperkt beschikbaar <strong>voor</strong> één aspect van het<br />
onderwijs <strong>en</strong> daarom lijkt het zinvol om niet alles ine<strong>en</strong>s te will<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>.<br />
Hoewel VLOT op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> afwijkt van de gestelde criteria, lijkt er toch ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om niet van<br />
e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem te sprek<strong>en</strong>. Waarom we nu liever van e<strong>en</strong> volgsysteem sprek<strong>en</strong> dan van e<strong>en</strong><br />
leerlingvolgsysteem, wordt hieronder duidelijk.<br />
In e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem word<strong>en</strong> traditioneel drie fas<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, zijnde signalering, diagnose <strong>en</strong><br />
remediëring of actie. Tijd<strong>en</strong>s de eerste fase, die van de signalering, word<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij<br />
alle leerling<strong>en</strong>, door de toetsafnemer gescoord <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> geregistreerd. Hoe dat bij VLOT<br />
in zijn werk gaat, wordt preciezer uitgelegd in paragraaf 2.<br />
We zijn in het <strong>voor</strong>gaande uitgebreid ingegaan op het nut van methode-overstijg<strong>en</strong>de toets<strong>en</strong> in deze<br />
fase. Deze toets<strong>en</strong> zijn bij elke vorm van onderwijs bruikbaar, onafhankelijk van het traject dat gekoz<strong>en</strong><br />
is om aan taalvaardigheid te werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lesmaterial<strong>en</strong> daartoe aangew<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. In het geval van<br />
VLOT werd als uitgangspunt gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> pakket van 60 toets<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>redig verdeeld over de vier<br />
vaardighed<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
15
16<br />
Dat zou resulter<strong>en</strong> in één toets per vaardigheid per meetmom<strong>en</strong>t (drie per jaar) per <strong>leerjaar</strong>. Het bleek<br />
echter al snel dat dat e<strong>en</strong> ideaalbeeld was, dat op bepaalde punt<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong> bijgesteld. Dat zijn<br />
de volg<strong>en</strong>de:<br />
a Voor het tweede <strong>en</strong> het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> zijn er minder productieve toets<strong>en</strong> dan <strong>voor</strong> de bov<strong>en</strong>bouw<br />
(vierde, vijfde <strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong>).<br />
b Daarteg<strong>en</strong>over staan <strong>en</strong>kele extra luister- <strong>en</strong> leestoets<strong>en</strong>.<br />
c In de bov<strong>en</strong>bouw word<strong>en</strong> twee spreektoets<strong>en</strong> per jaar <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />
d In alle leerjar<strong>en</strong> zijn één of twee edittoets<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Bijlage 1 geeft e<strong>en</strong> overzicht van wat dat als geheel oplevert. Hieronder word<strong>en</strong> de vier punt<strong>en</strong> gemotiveerd.<br />
a De eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn geformuleerd aan de hand van de basisvaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus moet<br />
van meet af aan word<strong>en</strong> nagegaan (getoetst) of de leerling<strong>en</strong> op de goede weg zitt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elk van<br />
die vier vaardighed<strong>en</strong>.<br />
Toch is het onderwijs niet op die manier georganiseerd. Er wordt niet in gelijke verhouding<strong>en</strong> aan de<br />
vaardighed<strong>en</strong> gewerkt. Integ<strong>en</strong>deel: er is e<strong>en</strong> duidelijke evolutie doorhe<strong>en</strong> de lagere school. Waar<br />
aanvankelijk <strong>voor</strong>al de receptieve vaardighed<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong>) c<strong>en</strong>traal staan, is er e<strong>en</strong> geleidelijke<br />
beweging in de richting van meer productief taalgebruik (sprek<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong>), zodat op het einde van<br />
de lagere school de nadruk <strong>voor</strong>al op die vaardighed<strong>en</strong> kan ligg<strong>en</strong>.<br />
Deze evolutie sluit aan bij de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de behoeft<strong>en</strong> van taal-ler<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>. Als we kijk<strong>en</strong><br />
naar eerste-taalverwerving, zi<strong>en</strong> we dat kinder<strong>en</strong> taal ler<strong>en</strong> door eerst het taalaanbod te ontvang<strong>en</strong><br />
(receptief), waarna ze zichzelf beginn<strong>en</strong> uitdrukk<strong>en</strong> (productief). Dat betek<strong>en</strong>t dat begrip verder staat<br />
dan productie. De vaardighed<strong>en</strong> die kinder<strong>en</strong> zo verwerv<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> dan weer de basis <strong>voor</strong> het<br />
verwerv<strong>en</strong> van andere vaardighed<strong>en</strong>.<br />
De leerling<strong>en</strong> die het tweede <strong>leerjaar</strong> aanvatt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> heel eind van deze eerste-taalverwervingsweg<br />
afgelegd. Toch zal de schooltaal, met haar typische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, <strong>voor</strong> ieder van h<strong>en</strong> in meer<br />
of mindere mate e<strong>en</strong> drempel vorm<strong>en</strong>. Die drempel overwinn<strong>en</strong> ze door eerst met veel <strong>en</strong> goed<br />
mondeling taalaanbod te word<strong>en</strong> geconfronteerd <strong>en</strong> dat te prober<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>, om vervolg<strong>en</strong>s zelf te<br />
gaan producer<strong>en</strong>.<br />
Geleidelijk aan komt ook de schriftelijke pool erbij. Dat is ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> rechtlijnige evolutie waarbij<br />
leerling<strong>en</strong> eerst ler<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, dan sprek<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte schrijv<strong>en</strong>, maar wel e<strong>en</strong><br />
reële evolutie waarin zwaartepunt<strong>en</strong> verschuiv<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de lagere school.<br />
In die optiek leek het zinloos om <strong>voor</strong> de twee laagste leerjar<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel productieve toets<strong>en</strong> te<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> als <strong>voor</strong> de andere leerjar<strong>en</strong>. In het tweede <strong>leerjaar</strong> komt het schrijfonderwijs – we bedoel<strong>en</strong><br />
hier creatief schrijv<strong>en</strong>, niet het technische schrijfproces – aarzel<strong>en</strong>d op gang. VLOT <strong>voor</strong>ziet hier<br />
daarom in slechts één schrijftoets, namelijk op het einde van het <strong>derde</strong> trimester. Dat heeft als gevolg<br />
dat m<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit <strong>leerjaar</strong> met de toets<strong>en</strong> van VLOT ge<strong>en</strong> evolutie kan schets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> schrijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
ook dat de leerkracht niet kan ingrijp<strong>en</strong> als de toetsresultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>. Maar het is zeer de vraag<br />
of er in dit prille stadium al e<strong>en</strong> evolutie waar te nem<strong>en</strong> valt, die noem<strong>en</strong>swaardig g<strong>en</strong>oeg is om<br />
zinvolle informatie te bevatt<strong>en</strong>?<br />
Frequ<strong>en</strong>t toets<strong>en</strong> van deze prille vaardigheid houdt dan ook het risico in <strong>voor</strong> verkeerde interpretatie<br />
(zie ook verder bij ‘diagnose’). Word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de gerelativeerd?<br />
Gebruikt m<strong>en</strong> die ‘teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de’ resultat<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong> aanleiding om zeer int<strong>en</strong>sief aan de<br />
productieve vaardighed<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> van het tweede <strong>leerjaar</strong> te gaan werk<strong>en</strong>? Dat hoeft niet,<br />
want het schrijfproces bevindt zich nog in het aanvangsstadium <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
ehoefte aan veel taalaanbod <strong>en</strong> ruimte om met ondersteuning te experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, alvor<strong>en</strong>s zij t<strong>en</strong><br />
volle zelfstandig in deze moeilijke vaardigheid kunn<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bloei<strong>en</strong>.<br />
Het overgrote deel van de onderwijstijd moet in het tweede <strong>leerjaar</strong> naar luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />
gaan. Dat zijn de ding<strong>en</strong> waar de leerling<strong>en</strong> op dat mom<strong>en</strong>t aan toe zijn <strong>en</strong> waar zij reeds grote stapp<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>waarts kunn<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>. Later zal het belang van het spreek- <strong>en</strong> luisteronderwijs word<strong>en</strong> afgebouwd,<br />
t<strong>en</strong> <strong>voor</strong>dele van de moeilijkere vaardighed<strong>en</strong>: steeds moeilijkere tekstsoort<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere mogelijke<br />
reactie op toetsresultat<strong>en</strong> die weinig evolutie verton<strong>en</strong>, zou kunn<strong>en</strong> zijn dat m<strong>en</strong> de toetsresultat<strong>en</strong> niet<br />
ernstig neemt <strong>en</strong> het toets<strong>en</strong> van die vaardigheid aan de hand van VLOT <strong>voor</strong> onbepaalde tijd<br />
achterwege laat. Dat is natuurlijk helemaal af te rad<strong>en</strong>, want zo mist m<strong>en</strong> belangrijke signal<strong>en</strong>. Daarom<br />
lijkt het in alle opzicht<strong>en</strong> beter dat leerkracht<strong>en</strong> observer<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong> schrijfvaardigheid<br />
normaal evoluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ze bijstur<strong>en</strong> waar het nodig is. Te vaak systematisch toets<strong>en</strong> van deze prille<br />
vaardigheid zal de leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> eerder afremm<strong>en</strong> dan stimuler<strong>en</strong>.<br />
De score op de schrijftoets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> is het signaal dat meegaat naar het <strong>derde</strong><br />
<strong>leerjaar</strong>. E<strong>en</strong> half jaar later, op het einde van het eerste trimester, word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> opnieuw<br />
getoetst. En nog e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> half jaar later, op het einde van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>, <strong>voor</strong> de <strong>derde</strong> maal.<br />
Voor het tweede meetmom<strong>en</strong>t <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> schrijftoets, geheel in overe<strong>en</strong>stemming met wat we<br />
hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> beargum<strong>en</strong>teerd.<br />
Vanaf dan wordt het tempo <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van schrijfvaardigheid opgevoerd. Voor het vierde, vijfde<br />
<strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong> is er <strong>voor</strong> deze vaardigheid één toets per meetmom<strong>en</strong>t.<br />
Voor sprek<strong>en</strong> is <strong>voor</strong> het tweede <strong>en</strong> het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> slechts één toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Dat is één minder<br />
dan in de hogere klass<strong>en</strong>. Ook hier moet<strong>en</strong> de jonge leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al de kans krijg<strong>en</strong> te luister<strong>en</strong>, te<br />
verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> rustig uit te prober<strong>en</strong>. Het gaat langzaam maar zeker. We will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> evolutie<br />
is, maar we kiez<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> niet te frequ<strong>en</strong>t te met<strong>en</strong>. Zo prober<strong>en</strong> we mogelijke negatieve effect<strong>en</strong><br />
(verkeerde interpretatie van de resultat<strong>en</strong>, verlegging van acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de onderwijstijd, gedemotiveerde<br />
leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>) uit te sluit<strong>en</strong>.<br />
b Teg<strong>en</strong>over dit vermin<strong>derde</strong> aantal productieve toets<strong>en</strong> in het tweede <strong>en</strong> <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>, staan extra<br />
receptieve toets<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> luister- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leestoets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leestoets <strong>voor</strong> het<br />
<strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>.<br />
Zes receptieve toets<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed beeld van de receptieve vaardighed<strong>en</strong>. Ze gev<strong>en</strong> aan hoe de<br />
leerling evolueert t<strong>en</strong> opzichte van zichzelf, van zijn klas <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> grote groep Vlaamse leerling<strong>en</strong><br />
én hoe zijn klas evolueert t<strong>en</strong> opzichte van zichzelf <strong>en</strong> dat gemiddelde. Dat is zeker nodig in het begin<br />
van de lagere school, waar <strong>voor</strong>al aan deze vaardighed<strong>en</strong> hard wordt gewerkt.<br />
De toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> zo groot mogelijke verscheid<strong>en</strong>heid aan tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaraan<br />
gekoppelde opdracht<strong>en</strong>. Toch is er nog ruimte <strong>voor</strong> <strong>en</strong>kele extra toets<strong>en</strong>, waarin zeer specifieke<br />
tekstsoort<strong>en</strong>, zoals bij<strong>voor</strong>beeld sprookjes <strong>en</strong> versjes, als basis <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> toets word<strong>en</strong> gebruikt. Ook<br />
deze tekstsoort<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> maar word<strong>en</strong> vaak over het hoofd gezi<strong>en</strong> als mogelijke basis<br />
<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> toets.<br />
Deze extra toets<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats waar er ruimte vrijkomt. Zo kom<strong>en</strong> we opnieuw bij vier toets<strong>en</strong><br />
per meetmom<strong>en</strong>t. Deze toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> soepel word<strong>en</strong> ingezet. Voor de vergelijkbaarheid is het<br />
ideaal ze af te nem<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t waarop ze g<strong>en</strong>ormeerd zijn, maar toch di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> dat, in dit<br />
geval, niet al te strikt te hanter<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wat eerder word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo al e<strong>en</strong><br />
indicatie gev<strong>en</strong> van het te verwacht<strong>en</strong> niveau. Hoewel de tekstsoort <strong>en</strong> de opdracht verschill<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong><br />
de afgeleide resultat<strong>en</strong> het mogelijk het algem<strong>en</strong>e niveau van de leerling<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
17
18<br />
De extra toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook wat achteruit word<strong>en</strong> geschov<strong>en</strong>, om het beeld dat m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaald<br />
meetmom<strong>en</strong>t kreeg te bevestig<strong>en</strong> of bij te stell<strong>en</strong>.<br />
De toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook gebruikt word<strong>en</strong> om te peil<strong>en</strong> naar de evolutie van bepaalde leerling<strong>en</strong>,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> die leerling<strong>en</strong> die als gevolg van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> extra stimulans<strong>en</strong> (zie ook<br />
verder onder ‘diagnose’) kreg<strong>en</strong>. Moet m<strong>en</strong> in dit geval de toets<strong>en</strong> dan <strong>en</strong>kel bij die leerling<strong>en</strong><br />
afnem<strong>en</strong>? Dat is niet aan te rad<strong>en</strong>. Het gaat in dit concrete geval over leerling<strong>en</strong> die uitvall<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />
opzichte van de rest van de klas. Daarom is de vergelijkbaarheid met de rest van de klas belangrijker<br />
dan ooit.<br />
c Uiteraard primeert de kwaliteit van VLOT op alle andere aspect<strong>en</strong>. Maar kwaliteit kan alle<strong>en</strong> tot haar<br />
recht kom<strong>en</strong>, als zij ook haalbaar is. Met name <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van spreekvaardigheid stelt de vraag<br />
naar die haalbaarheid zich zeer dwing<strong>en</strong>d. In VLOT is getracht om het afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van<br />
spreektoets<strong>en</strong> zo efficiënt mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>, maar de aard van de vaardigheid vraagt nu<br />
e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke investering.<br />
Spreekvaardigheid kan <strong>en</strong>kel individueel verantwoord <strong>en</strong> objectief getoetst word<strong>en</strong>. Daarom kom<strong>en</strong><br />
leerling<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij de toetsafnemer. Deze laatste schetst e<strong>en</strong> situatie waarin de leerling<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> bepaald <strong>leerjaar</strong> sprek<strong>en</strong>d zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze word<strong>en</strong> aangezet om dat<br />
ook te do<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan deze toetsafnames zo <strong>vlot</strong> mogelijk lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> door te zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
klassikale introductie <strong>en</strong> instructie (zie ook paragraaf 2.2), door de leerling<strong>en</strong> zich op <strong>voor</strong>hand te lat<strong>en</strong><br />
inlev<strong>en</strong>, door ze <strong>vlot</strong> achter elkaar te lat<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Maar het blijft e<strong>en</strong> feit dat e<strong>en</strong><br />
spreektoets <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> klas van ongeveer twintig leerling<strong>en</strong> behoorlijk wat tijd <strong>en</strong> organisatietal<strong>en</strong>t<br />
vraagt.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is er bij spreektoets<strong>en</strong> ook de specifieke moeilijkheid van het scor<strong>en</strong>. De uiting<strong>en</strong> van de<br />
leerling<strong>en</strong> zijn vluchtig <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus ofwel mete<strong>en</strong> beoordeeld, ofwel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om<br />
achteraf te beoordel<strong>en</strong>. In het eerste geval blijk<strong>en</strong> er in de praktijk nogal wat fout<strong>en</strong> in de beoordeling<br />
te sluip<strong>en</strong>, omdat het vrijwel onmogelijk is <strong>voor</strong> de beoordelaar om zo geconc<strong>en</strong>treerd <strong>en</strong> nauwgezet<br />
tewerk te gaan dat dit volledig perfect verloopt.<br />
De toetsprestaties van de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus op band word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> achteraf word<strong>en</strong><br />
beoordeeld of op zijn minst geverifieerd. Dat is nog tijdsint<strong>en</strong>siever dan de afnames zelf, hoewel dit<br />
natuurlijk buit<strong>en</strong> de lesur<strong>en</strong> kan gebeur<strong>en</strong>. Wie op e<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>te, objectieve manier tewerk gaat<br />
bij het scor<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dat kan met de scoringswijzers die bij de VLOT-toets<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>), zal luister<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder luister<strong>en</strong>, maar ook opnieuw luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> beoordeling<br />
evaluer<strong>en</strong>, controler<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. In VLOT is getracht om het opzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> spreektoets <strong>en</strong> de<br />
beoordeling ervan zo haalbaar mogelijk te mak<strong>en</strong>, maar de aard van de vaardigheid vraagt e<strong>en</strong><br />
dergelijke tijdsinvestering.<br />
Om al de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde red<strong>en</strong><strong>en</strong> is het niet realistisch te verlang<strong>en</strong> dat leerkracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke<br />
constructie drie keer per jaar opzett<strong>en</strong>. Daarom is het aantal meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> spreekvaardigheid<br />
gereduceerd. De toets<strong>en</strong> met<strong>en</strong> de spreekvaardigheid zo ruim mogelijk. In de meeste gevall<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong><br />
spreektoets bestaan uit meerdere tak<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de aard. In die verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
leerling<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s weer e<strong>en</strong> andere kant van hun spreekvaardigheid demonstrer<strong>en</strong>, opdat de<br />
leerkracht er e<strong>en</strong> zo volledig <strong>en</strong> vergelijkbaar mogelijk beeld van zou krijg<strong>en</strong>. Op die manier word<strong>en</strong><br />
de weinige meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zo optimaal mogelijk b<strong>en</strong>ut.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
d Edit-toets<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> leestoets<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> edit-taak krijgt e<strong>en</strong> lezer e<strong>en</strong> tekst waarin op willekeurige<br />
plaats<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> zijn toegevoegd. Die woord<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> niet thuis in de tekst <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er door de<br />
lezer uit word<strong>en</strong> geschrapt. De score op e<strong>en</strong> edit-taak is e<strong>en</strong> zeer betrouwbare indicatie van de<br />
algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid van de lezer. Ze geeft ge<strong>en</strong> beeld van de leesvaardigheid alle<strong>en</strong>, maar van<br />
de globale taalvaardigheid. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het e<strong>en</strong> taak die kinder<strong>en</strong> al op zeer jonge leeftijd kunn<strong>en</strong><br />
uitvoer<strong>en</strong>. Zowel het uitvoer<strong>en</strong> als het scor<strong>en</strong> ervan, kunn<strong>en</strong> zeer snel gebeur<strong>en</strong>.<br />
Op die plaats<strong>en</strong> in het VLOT-schema waar ge<strong>en</strong> productieve toets<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, is er ruimte <strong>voor</strong><br />
deze zinvolle toetssoort. Om de scores op de toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de vier afzonderlijke vaardighed<strong>en</strong> te<br />
relater<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> meer algem<strong>en</strong>e score, is het aan te rad<strong>en</strong> deze ruimte te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. In de twee<br />
laagste klass<strong>en</strong> gebeurt dat zelfs tweemaal. Daar zijn nog niet zoveel productieve toets<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
indicatie van de algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid kan dan ook alle<strong>en</strong> maar bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> preciezer beeld,<br />
waarbij ondermeer de noodzakelijke transfer van de receptieve naar de productieve vaardighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>traal aandachtspunt is.<br />
VLOT toetst graag direct: vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst door ze te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Edit-toets<strong>en</strong> zijn<br />
daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> indirecte toets<strong>en</strong>: we mak<strong>en</strong> gebruik van e<strong>en</strong> leestaak, om uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over<br />
de globale taalvaardigheid. Uit onderzoek blijkt dat de score op de edit-taak hierover zinvolle informatie<br />
verschaft, dus ook over de luister-, spreek- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid van de leerling<strong>en</strong>. Het is zowat de <strong>en</strong>ige<br />
toetssoort die, gezi<strong>en</strong> de situatie van de lagere school, hier<strong>voor</strong> in aanmerking komt. Vandaar dat we<br />
deze indirecte toets<strong>en</strong> in het pakket opnem<strong>en</strong>.<br />
Het belangrijkste van deze eerste fase is dat ze signal<strong>en</strong> oplevert, precieze gegev<strong>en</strong>s over de positie van<br />
de leerling<strong>en</strong>, de klas <strong>en</strong> de school t<strong>en</strong> opzichte van de doelstelling<strong>en</strong>. Dat is de red<strong>en</strong> waarom we<br />
toets<strong>en</strong>, om te wet<strong>en</strong> of we er met ons onderwijs in slag<strong>en</strong> om de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de taalvaardig te<br />
mak<strong>en</strong>. Daarom is het ook van wez<strong>en</strong>lijk belang dat we de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong><br />
eindpunt zi<strong>en</strong>, maar als e<strong>en</strong> aanknopingspunt <strong>voor</strong> de volg<strong>en</strong>de fase, die van de diagnose. In deze fase<br />
gaat m<strong>en</strong> op zoek naar de oorzak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de problem<strong>en</strong>, die in de eerste fase gesignaleerd zijn. Die<br />
problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich op verschill<strong>en</strong>de niveaus situer<strong>en</strong>. Het kunn<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> zijn van individuele<br />
leerling<strong>en</strong> of van (bijna) e<strong>en</strong> hele klasgroep. Het kunn<strong>en</strong> kleine of grote problem<strong>en</strong> zijn: net onder het<br />
gemiddelde scor<strong>en</strong> is in principe minder erg dan zwaar onder het gemiddelde scor<strong>en</strong>. Het kunn<strong>en</strong> ook<br />
grootschalige problem<strong>en</strong> zijn met meerdere vaardighed<strong>en</strong> of geïsoleerde problem<strong>en</strong> met één vaardigheid<br />
of e<strong>en</strong> deel ervan.<br />
Het is duidelijk dat bij de zoektocht naar de oorzak<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong> naar de specifieke situatie zal<br />
gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>do<strong>en</strong>. Het school- of methode-overstijg<strong>en</strong>de aspect<br />
vervalt dus. Toch moet de zaak nog steeds zo ruim mogelijk word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet ook de hele<br />
omgeving waarbinn<strong>en</strong> het onderwijs plaatsvindt kritisch word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. De oorzak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> niet<br />
mete<strong>en</strong>, zoals in de praktijk vaak het geval is, bij de zwak scor<strong>en</strong>de leerling zelf word<strong>en</strong> gelegd. Meestal<br />
gaat m<strong>en</strong> dan door middel van toets<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de deelaspect<strong>en</strong> van het getoetste verschijnsel<br />
preciezer uitzoek<strong>en</strong> met welke on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> de leerling dan problem<strong>en</strong> heeft, om daar expliciet <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief<br />
op te gaan train<strong>en</strong>. Die reactie is e<strong>en</strong> gevolg van de visie op taal als opdeelbaar in kleinere on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong><br />
die afzonderlijk word<strong>en</strong> aangebracht (zie bov<strong>en</strong>). Of m<strong>en</strong> zadelt de betreff<strong>en</strong>de leerling van meet af aan<br />
met e<strong>en</strong> onomkeerbaar leerprobleem op.<br />
Als m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ruimer niveau naar oorzak<strong>en</strong> gaat zoek<strong>en</strong> is het in de eerste plaats belangrijk dat het<br />
overleg over problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> oorzak<strong>en</strong> gebeurt in aanwezigheid van alle mogelijke betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er<br />
e<strong>en</strong> positieve sfeer van op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> heerst tuss<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
19
20<br />
Als blijkt dat meerdere klass<strong>en</strong> in één school er niet in slag<strong>en</strong> om met het grootste deel van de leerling<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> aanvaardbaar niveau te behal<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de norm<strong>en</strong>, is het nodig dat er op schoolniveau<br />
wordt overlegd om uit te zoek<strong>en</strong> wat er misloopt. Is er wel e<strong>en</strong> duidelijk beleid uitgestippeld <strong>voor</strong> de<br />
taalvaardigheidsaanpak? Bied<strong>en</strong> de gekoz<strong>en</strong> weg <strong>en</strong> het bijbehor<strong>en</strong>de lesmateriaal voldo<strong>en</strong>de garanties<br />
op succes? Wordt er voldo<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>sgezind aan die weg gewerkt? Is er regelmatig overleg <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>,<br />
zodat de viol<strong>en</strong> weer op elkaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgestemd? <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />
Als dat allemaal in orde is, maar in e<strong>en</strong> bepaalde klas veel leerling<strong>en</strong> herhaald ondermaats scor<strong>en</strong>, is het<br />
nodig dat de aanpak in de klas aan e<strong>en</strong> kritisch onderzoek wordt onderworp<strong>en</strong>. Met ‘aanpak’ bedoel<strong>en</strong><br />
we dan zowel de onderwijssituatie (HOE het onderwijs wordt aangepakt) als de aangebrachte leerstof<br />
(WAT er in het onderwijs wordt aangepakt). In teg<strong>en</strong>stelling tot wat meestal wordt aanbevol<strong>en</strong>, zijn wij,<br />
volledig aansluit<strong>en</strong>d bij het <strong>voor</strong>gaande, van oordeel dat eerst bij de situatie, de organisatie <strong>en</strong> ondersteuning<br />
van het onderwijs in de klas e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld <strong>en</strong> pas in tweede<br />
instantie bij de leerstof. Is er in de klas voldo<strong>en</strong>de ruimte <strong>voor</strong> eig<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g van de leerling<strong>en</strong>? Mog<strong>en</strong><br />
de leerling<strong>en</strong> zelf op zoek gaan naar de oplossing <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> of wordt die h<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s weer zonder<br />
meer aangereikt? Voel<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak om ding<strong>en</strong> uit te prober<strong>en</strong>? Mog<strong>en</strong><br />
ze fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichzelf verbeter<strong>en</strong>? Is er voldo<strong>en</strong>de aandacht <strong>voor</strong> de grote verscheid<strong>en</strong>heid onder<br />
de leerling<strong>en</strong>? Moet er niet meer naar mogelijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht om de grote groep zwakke<br />
scoorders meer te lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan het onderwijs of meer e<strong>en</strong> beroep te lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op feedback<br />
van hun sterkere medeleerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerkracht? Sluit de aanpak voldo<strong>en</strong>de aan bij wat er in de vorige<br />
leerjar<strong>en</strong> is gebeurd? Wordt er in de juiste verhouding aan de verschill<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong> of on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong><br />
ervan gewerkt? <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Dat zijn uiteraard allemaal school-, klas- of methodespecifieke aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />
Indi<strong>en</strong> de oorzak<strong>en</strong> dan toch bij de individuele leerling moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht, moet nog niet mete<strong>en</strong><br />
beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat hij wellicht e<strong>en</strong> probleem heeft met één of ander of alle on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde<br />
vaardigheid. Het is bij<strong>voor</strong>beeld ook mogelijk dat de individuele leeromgeving van het kind hem<br />
verhindert op e<strong>en</strong> bepaalde toets e<strong>en</strong> acceptabele score te behal<strong>en</strong>. Dat kan gaan van e<strong>en</strong> problematische<br />
thuissituatie of e<strong>en</strong> verstoord leerpatroon tot e<strong>en</strong> extra drempel die in de toets ingebouwd zit. Is het<br />
kind misschi<strong>en</strong> om één of andere red<strong>en</strong> minder vertrouwd met het onderwerp van de tekst waarmee in<br />
de toets wordt gewerkt dan de andere leerling<strong>en</strong>? Of heeft het kind e<strong>en</strong> aversie teg<strong>en</strong> dat onderwerp?<br />
Of werd er toch e<strong>en</strong> beroep gedaan op e<strong>en</strong> talig aspect dat de leerling onvoldo<strong>en</strong>de beheerst? Als dat<br />
vermoed wordt, kan er gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van e<strong>en</strong> diagnostische toets om het probleem nader<br />
te definiër<strong>en</strong>. Die diagnostische toets zal dan ook automatisch methode-afhankelijk zijn, omdat m<strong>en</strong> bij<br />
het mak<strong>en</strong> of kiez<strong>en</strong> van deze toets zal uitgaan van e<strong>en</strong> bepaald concept over hoe taalvaardigheid wordt<br />
opgebouwd.<br />
Aan al die vaststelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> diagnoses moet<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte acties word<strong>en</strong> vastgeknoopt, ook weer op de<br />
verschill<strong>en</strong>de niveaus, te beginn<strong>en</strong> bij het hoogste niveau waarop problem<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vastgesteld: op<br />
schoolniveau kunn<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> op de bov<strong>en</strong>gestelde vrag<strong>en</strong> in concrete acties word<strong>en</strong> omgezet.<br />
Die acties moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot meer efficiëntie <strong>en</strong> gerichtheid op de te bereik<strong>en</strong> doel<strong>en</strong>. Op klasniveau<br />
kunn<strong>en</strong> daartoe acties word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> op het niveau van de aangebod<strong>en</strong> tak<strong>en</strong>: er kunn<strong>en</strong> andersoortige<br />
of meer toegankelijke tak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Of er kan e<strong>en</strong> andere b<strong>en</strong>adering word<strong>en</strong><br />
gekoz<strong>en</strong> op het vlak van de individuele of klassikale ondersteuning, de organisatie van de less<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
socio-affectieve context van de klas.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Op leerlingniveau moet al het mogelijke word<strong>en</strong> gedaan om het specifieke probleem van de leerling weg<br />
te werk<strong>en</strong>. Hier will<strong>en</strong> we er<strong>voor</strong> pleit<strong>en</strong> om niet mete<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> uit de klas te hal<strong>en</strong> om geïsoleerd<br />
te gaan train<strong>en</strong> op hun specifieke problem<strong>en</strong>, maar in de eerste plaats te zoek<strong>en</strong> naar manier<strong>en</strong> waarop<br />
de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de klas kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondersteund, zodat ze toch optimaal mee kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong><br />
van het onderwijs. Dat vraagt vaak heel wat differ<strong>en</strong>tiatievaardighed<strong>en</strong> van de leerkracht, e<strong>en</strong> punt<br />
waar zeker in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de bijdrage binn<strong>en</strong> deze handleiding zal word<strong>en</strong> op ingegaan.<br />
De ondernom<strong>en</strong> acties vorm<strong>en</strong> ook weer ge<strong>en</strong> eindpunt. Zij gev<strong>en</strong> aanleiding tot e<strong>en</strong> nieuwe evaluatiecyclus,<br />
te beginn<strong>en</strong> bij signaleringstoets<strong>en</strong>. Die lever<strong>en</strong> weer signal<strong>en</strong> op, waarbij het de bedoeling is dat<br />
die geleidelijk aan positiever word<strong>en</strong>. Waar dat niet het geval is, moet opnieuw e<strong>en</strong> kritische diagnoseronde<br />
het gevolg zijn, die ook weer resulteert in de nodige acties.<br />
De signaleringsfase is zonder meer het sterkst uitgewerkt in VLOT. Zoals we hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
aangetoond, is dat immers de <strong>en</strong>ige fase die <strong>voor</strong> alle schol<strong>en</strong>, klass<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dezelfde is. E<strong>en</strong>s<br />
de signal<strong>en</strong> geleverd <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> vastgesteld, moet in e<strong>en</strong> specifieke context op zoek word<strong>en</strong><br />
gegaan naar oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daartoe kunn<strong>en</strong> uiteraard <strong>en</strong>kel suggesties<br />
<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Omdat VLOT, door het verzamel<strong>en</strong> van resultat<strong>en</strong> op toets<strong>en</strong> die bij alle leerling<strong>en</strong> van alle klass<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> school word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, op zoek wil gaan naar signal<strong>en</strong> van mogelijke problem<strong>en</strong> op school-, klasof<br />
leerlingniveau, om daar op die verschill<strong>en</strong>de niveaus de nodige onderwijsacties aan vast te knop<strong>en</strong>,<br />
sprek<strong>en</strong> we liever van e<strong>en</strong> volgsysteem dan van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem. De leerling<strong>en</strong> als individu<strong>en</strong> die<br />
optimaal van het gebod<strong>en</strong> onderwijs moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> wel de basis van alles, maar het<br />
is slechts door het onderwijs zelf <strong>en</strong> het ruimere kader waarin het plaatsvindt, te verbeter<strong>en</strong>, dat ze er<br />
maximaal van zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
21
22<br />
§2 VLOT: PRAKTISCHE INFORMATIE VOOR IEDEREEN DIE ERMEE AAN<br />
DE SLAG GAAT<br />
2.1 Aard <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling<br />
VLOT, het Volgsysteem Lager Onderwijs: <strong>Taal</strong>vaardigheid, is e<strong>en</strong> geheel van toets<strong>en</strong> dat toelaat de<br />
taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> van het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong> op de voet te volg<strong>en</strong>.<br />
Met de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> nagegaan of de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de spreekvaardig, luistervaardig,<br />
leesvaardig <strong>en</strong> schrijfvaardig word<strong>en</strong>, zodat ze op het eind van de rit de gestelde doel<strong>en</strong> (i.c. de eindterm<strong>en</strong><br />
Nederlands) zull<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. VLOT bevat ook richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat er moet gebeur<strong>en</strong> als gevolg<br />
van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de toetsresultat<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> van VLOT moet<strong>en</strong> in elk <strong>leerjaar</strong>, bij alle leerling<strong>en</strong><br />
afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het einde van elk trimester, dus vóór de kerst-, paas- <strong>en</strong> grote vakantie.<br />
VLOT bestaat uit 60 toets<strong>en</strong> (zie ook paragraaf 1.4 onder ‘signaleringsfase’), of<br />
12 toets<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong>, dat zijn telk<strong>en</strong>s 4 toets<strong>en</strong> per meetmom<strong>en</strong>t:<br />
meetmom<strong>en</strong>t 1: einde 1ste trimester (december)<br />
meetmom<strong>en</strong>t 2: einde 2de trimester (maart/april)<br />
meetmom<strong>en</strong>t 3: einde 3de trimester (juni)<br />
Bijlage 1 geeft e<strong>en</strong> overzicht van wat dat als geheel oplevert. In dat overzicht staat elk vakje <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
toets. Waar e<strong>en</strong> streepje staat (-) wordt ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Waar e<strong>en</strong> vak in twee del<strong>en</strong> is verdeeld, is<br />
e<strong>en</strong> extra toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />
De toets<strong>en</strong> zijn tak<strong>en</strong>, motiver<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> waarin leerling<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />
relevant <strong>en</strong> natuurlijk zijn. In het uitvoer<strong>en</strong> van die opdracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ze taal gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijk gev<strong>en</strong><br />
van het taalvaardigheidsniveau dat ze tot dan toe bereikt hebb<strong>en</strong>. Die toetstak<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> uiteraard<br />
niet te moeilijk zijn. De moeilijkheidsgraad van e<strong>en</strong> taak wordt echter door verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong><br />
bepaald, als daar zijn:<br />
- vaardigheid<br />
- verwerkingsniveau (kopiër<strong>en</strong>d, beschrijv<strong>en</strong>d, structurer<strong>en</strong>d, evaluer<strong>en</strong>d)<br />
- tekstsoort<br />
- publiek<br />
- woord<strong>en</strong>schat<br />
- ...<br />
In paragraaf 1.3 werd dieper ingegaan op deze factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd ook aangeduid hoe de combinatie ervan<br />
tot specifieke tak<strong>en</strong> leidt.<br />
Deze objectief te bepal<strong>en</strong> moeilijkheidsgraad wordt echter in dit volgsysteem gecombineerd met norm<strong>en</strong>.<br />
Die norm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bepaald op basis van afnames bij heel veel leerling<strong>en</strong>, verspreid over heel Vlaander<strong>en</strong>.<br />
Van die grote groep wordt de gemiddelde score berek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bewerking<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> dan vijf<br />
normcategorieën op. De score van elke individuele leerling op de toets<strong>en</strong> valt binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde normcategorie,<br />
die ook e<strong>en</strong> appreciatie meekrijgt, afhankelijk van de positie t<strong>en</strong> opzichte van het gemiddelde:<br />
A = goed<br />
B = goede middelmaat<br />
C = zwakke middelmaat<br />
D = zwak<br />
E = zeer zwak.<br />
De gemiddelde score van de grote groep Vlaamse leerling<strong>en</strong> ligt tuss<strong>en</strong> B <strong>en</strong> C.<br />
Voor meer uitleg over de berek<strong>en</strong>ing van de norm<strong>en</strong>, verwijz<strong>en</strong> we naar paragraaf 1.4 onder ‘vergelijkbaarheid<br />
van de toetsscores’.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
2.2 Afname van de toets<strong>en</strong><br />
De toets<strong>en</strong> zijn bedoeld om afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door leerkracht<strong>en</strong> zelf. Vaak <strong>en</strong> bij veel leerlingvolgsystem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> gestandaardiseerde toets<strong>en</strong> wordt er<strong>voor</strong> gepleit de toets<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> door<br />
iemand die e<strong>en</strong> beetje afstandelijker staat t<strong>en</strong> opzichte van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> erover waakt dat de toets<strong>en</strong><br />
volledig ‘volg<strong>en</strong>s het boekje’ afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is immers absoluut noodzakelijk dat de leerling<strong>en</strong><br />
niet meer, maar ook niet minder <strong>voor</strong>informatie meekrijg<strong>en</strong> dan de bedoeling is. Als ze te weinig <strong>voor</strong>informatie<br />
krijg<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze wellicht niet alles oploss<strong>en</strong> zoals het moet of vertrekk<strong>en</strong> ze van e<strong>en</strong> ongelijke<br />
beginsituatie. Als ze teveel info meekrijg<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> hun scores onev<strong>en</strong>redig hoog uitvall<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />
van de norm<strong>en</strong>.<br />
Indi<strong>en</strong> er op school e<strong>en</strong> onafhankelijke kracht inzetbaar is om al de toets<strong>en</strong> af te nem<strong>en</strong>, zoveel te beter.<br />
Maar als leerkracht<strong>en</strong> zich strikt aan de <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> <strong>voor</strong> afnames houd<strong>en</strong>, is er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel probleem.<br />
Daarom zijn deze <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> ook erg gedetailleerd. We gaan er hier ev<strong>en</strong> op in. In paragraaf 3<br />
passer<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> heleboel praktische ding<strong>en</strong> de revue.<br />
De toets<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op de bedoelde meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, namelijk op het einde van elk<br />
trimester. De afnames kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gespreid over de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de laatste schooldag.<br />
Gedur<strong>en</strong>de die drie wek<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> ook g<strong>en</strong>ormeerd.<br />
Voor de afname di<strong>en</strong>t de leerkracht te beschikk<strong>en</strong> over de praktische handleiding bij de toets in kwestie<br />
<strong>en</strong> het b<strong>en</strong>odigde materiaal. De praktische handleiding kan best al op <strong>voor</strong>hand gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In die<br />
handleiding wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds instructies <strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerkracht<br />
zelf (kleine lettertype), <strong>en</strong> anderzijds wat de leerkracht teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> moet zegg<strong>en</strong> (groter<br />
lettertype). Ook het tekstmateriaal <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> (leestekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> toetsblad<strong>en</strong>) is in deze handleiding<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Het materiaal bestaat meestal uit kopieerblad<strong>en</strong> (op <strong>voor</strong>hand te kopiër<strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>tueel ander materiaal (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>), e<strong>en</strong> geluidscassette (<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> bij sommige luistertoets<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> cassetterecorder (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> o.a. bij spreektoets<strong>en</strong> om de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> op te<br />
nem<strong>en</strong>).<br />
De praktische handleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> kopieerblad<strong>en</strong> zijn terug te vind<strong>en</strong> in de mapp<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong>.<br />
De toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van elkaar onderscheid<strong>en</strong> d.m.v. de pictogramm<strong>en</strong> per vaardigheid <strong>en</strong> het nummer<br />
van het meetmom<strong>en</strong>t.<br />
De afname bestaat uit twee grote del<strong>en</strong>, namelijk de introductie <strong>en</strong> de toets zelf. De introductie vindt<br />
altijd (bij spreektoets<strong>en</strong> zoveel mogelijk) klassikaal plaats <strong>en</strong> kan meerdere bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: het<br />
opwarm<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>, i.e. h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje motiver<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets; ev<strong>en</strong> stilstaan bij e<strong>en</strong> aantal<br />
mogelijke inhoudelijke moeilijkhed<strong>en</strong> die in de toets zull<strong>en</strong> <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>; ev<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het soort taak<br />
dat de leerling<strong>en</strong> in de toets zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (bv. meerkeuze-vrag<strong>en</strong>). Het is van wez<strong>en</strong>lijk belang<br />
dat de introductie plaatsvindt zoals bedoeld, dat er daarbij voldo<strong>en</strong>de aandacht <strong>en</strong> tijd is om alle<br />
leerling<strong>en</strong> aan bod te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, zodat ze allemaal vanuit dezelfde beginsituatie vertrekk<strong>en</strong>.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> dan klassikaal de instructies <strong>voor</strong> de eig<strong>en</strong>lijke toets gegev<strong>en</strong>. In de lagere leerjar<strong>en</strong><br />
wordt daar iets langer bij stilgestaan dan in de hogere. Daar moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> vaak ook nog e<strong>en</strong><br />
aantal instructies individueel <strong>en</strong> schriftelijk verwerk<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>). De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> hier ook al het b<strong>en</strong>odigde<br />
materiaal, bestaande uit tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, leestekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> toetsblad<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat de leerkracht<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
23
24<br />
zich daarbij strikt aan de <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> houdt, zoals die in de praktische handleiding zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong>zij dat expliciet wordt vermeld, mog<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de volgorde waarin<br />
de leerling<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> of schrijv<strong>en</strong>. Ook verwijz<strong>en</strong> naar klassikale gewoontes op dat vlak<br />
is bij toets<strong>en</strong> uit d<strong>en</strong> boze. De leerling<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> zelf welke strategieën ze toepass<strong>en</strong> om de taak op te<br />
loss<strong>en</strong>. Dit is echter wel het mom<strong>en</strong>t bij uitstek <strong>voor</strong> de leerkracht om de leerling<strong>en</strong> te observer<strong>en</strong>.<br />
De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel op de toetsblad<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, de andere blad<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij latere toetsafnames<br />
word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />
Dan gaan alle leerling<strong>en</strong> individueel aan de slag. De aanduiding van de groeperingsvorm bij het begin<br />
van de toets ‘klassikaal/individueel’ betek<strong>en</strong>t dan ook dat alle leerling<strong>en</strong> tegelijkertijd, maar ieder <strong>voor</strong><br />
zich aan het werk<strong>en</strong> zijn.<br />
Tijd<strong>en</strong>s het uitvoer<strong>en</strong> van de toetstaak mag de leerkracht op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze help<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel<br />
kunn<strong>en</strong> de instructies nog e<strong>en</strong>s op dezelfde wijze word<strong>en</strong> herhaald als ze niet goed begrep<strong>en</strong> zijn, maar<br />
extra uitleg (woordverklaring<strong>en</strong>, manier van werk<strong>en</strong>, ...) is uitgeslot<strong>en</strong>.<br />
Wat niet is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de praktische handleiding, di<strong>en</strong>t ook niet verklaard te word<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong><br />
vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> zij positief aangespoord word<strong>en</strong> om zelf naar de antwoord<strong>en</strong> op zoek te gaan.<br />
Daarbij moet de toetsafnemer zich er ook bewust van zijn dat in de toets<strong>en</strong> makkelijkere <strong>en</strong> moeilijkere<br />
items zitt<strong>en</strong>. De bedoeling is immers om leerling<strong>en</strong> wat betreft taalvaardigheidsniveau goed van elkaar<br />
te onderscheid<strong>en</strong>. Als alle items ev<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> door alle leerling<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, kan dat uiteraard<br />
niet. Daarom zijn noodzakelijkerwijze bepaalde items te moeilijk <strong>voor</strong> sommige leerling<strong>en</strong>. De leerkracht<br />
moet die leerling<strong>en</strong> dan ook, wanneer ze vastlop<strong>en</strong>, aanspor<strong>en</strong> om verder te gaan, andere ding<strong>en</strong> te<br />
prober<strong>en</strong>, maar verder mag de leerkracht die leerling<strong>en</strong> niet help<strong>en</strong>.<br />
Het geheel van introductie <strong>en</strong> instructies (meestal e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal minut<strong>en</strong>) <strong>en</strong> toets zelf (meestal e<strong>en</strong> 40-tal<br />
minut<strong>en</strong>) moet in principe kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgerond in één lestijd van 50 minut<strong>en</strong>. Als alle leerling<strong>en</strong><br />
nog aan het werk<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> de tijd is om, kan de leerkracht h<strong>en</strong> nog wel wat lat<strong>en</strong> verderwerk<strong>en</strong>. Maar<br />
het heeft ge<strong>en</strong> zin leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> toets te lat<strong>en</strong> star<strong>en</strong>, waar ze toch niet uitrak<strong>en</strong>. Trouw<strong>en</strong>s, het<br />
kunn<strong>en</strong> afrond<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taak binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde tijdslimiet, behoort ook tot de gevraagde<br />
vaardighed<strong>en</strong>.<br />
Dit alles ligt uiteraard anders in het geval van spreektoets<strong>en</strong>. Daar kom<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> na de klassikale<br />
instructie één <strong>voor</strong> één bij de toetsafnemer. Dan word<strong>en</strong> de belangrijkste zak<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s herhaald.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s is de leerling aan het woord. Verdere richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> tijdsduur <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel ingrijp<strong>en</strong>, zijn bij<br />
de toets<strong>en</strong> zelf opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
2.3 Scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong><br />
Datg<strong>en</strong>e wat in e<strong>en</strong> toets van de leerling<strong>en</strong> wordt gevraagd, moet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderverdeeld in<br />
kleine deeltjes die afzonderlijk beoordeeld word<strong>en</strong>. Die kleine on<strong>derde</strong>eltjes die beoordeeld word<strong>en</strong> noem<strong>en</strong><br />
we items. Bij e<strong>en</strong> toets waarin de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> er meerkeuze-vrag<strong>en</strong> over<br />
beantwoord<strong>en</strong>, is elke meerkeuze-vraag e<strong>en</strong> apart item, waarvan wordt beoordeeld of het goed of fout<br />
beantwoord is. Bij e<strong>en</strong> toetstaak met e<strong>en</strong> tekst over e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin, waar de leerling<strong>en</strong> zoveel mogelijk<br />
nam<strong>en</strong> van dier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong> die ze op de juiste plaats op de tek<strong>en</strong>ing van de dier<strong>en</strong>tuin moet<strong>en</strong><br />
zett<strong>en</strong>, is elk dier e<strong>en</strong> item. Van elk dier wordt bekek<strong>en</strong> of het op de juiste plaats staat of niet.<br />
Elke toets staat dus op e<strong>en</strong> bepaald aantal items. Voor de toets<strong>en</strong> van VLOT is dat aantal items telk<strong>en</strong>s<br />
verschill<strong>en</strong>d, afhankelijk van de taak waar het om gaat. Het is ook niet noodzakelijk e<strong>en</strong> aantal dat<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
makkelijk om te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> is naar e<strong>en</strong> standaardnoemer, omdat dat niet de eerste bedoeling is.<br />
De bedoeling is de scores om te zett<strong>en</strong> naar normcategorieën (zie 1.4 <strong>en</strong> onder).<br />
Nadat de toets is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de product<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescoord. Bij elke<br />
praktische handleiding is in bijlage e<strong>en</strong> scoringswijzer of verbetersleutel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarin heel<br />
precies wordt uitgelegd wat als e<strong>en</strong> goed <strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> slecht antwoord moet word<strong>en</strong> gequoteerd.<br />
E<strong>en</strong> goed antwoord krijgt e<strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong> verkeerd of ge<strong>en</strong> antwoord e<strong>en</strong> 0. Alle items zijn ev<strong>en</strong>waardig <strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> slechts op 1 punt gescoord. Om het scor<strong>en</strong> te vergemakkelijk<strong>en</strong>, kan de scoorder gebruikmak<strong>en</strong><br />
van de scoretabel die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in bijlage is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waar de 1-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 0-<strong>en</strong> afzonderlijk kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> ingevuld. In de bov<strong>en</strong>ste rij van deze tabel staan de nummers van de items zoals in de<br />
verbetersleutel. Dat is meestal de volgorde van de items zoals die <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> op het toetsblad van de<br />
leerling<strong>en</strong>, niet noodzakelijk de volgorde waarin de leerling<strong>en</strong> ze ook gemaakt hebb<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong>slotte kan dan <strong>voor</strong> elke leerling de totaalscore berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> door het aantal 1-tjes sam<strong>en</strong> te<br />
tell<strong>en</strong>. De score van de leerling<strong>en</strong> (= het aantal 1-tjes) kan dan word<strong>en</strong> afgezet teg<strong>en</strong> de maximumscore.<br />
Er wordt dus <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> niet vertrokk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste, afgeronde maximumscore waarvan punt<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> afgetrokk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> foute antwoord<strong>en</strong>.<br />
Ook di<strong>en</strong>t de scoorder niet telk<strong>en</strong>s zelf te beoordel<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> antwoord nu juist is of fout. Voor de meest<br />
<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> zijn daarin reeds beslissing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer kan het<br />
<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling nog met e<strong>en</strong> ander soort antwoord op de propp<strong>en</strong> komt, maar meestal zal<br />
de scoorder wel makkelijk e<strong>en</strong> beslissing kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> die in de lijn ligt van de andere. Het is handig<br />
om in die gevall<strong>en</strong> nota’s te nem<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het scor<strong>en</strong>, zodat, als het zich nog e<strong>en</strong>s <strong>voor</strong>doet, consequ<strong>en</strong>t<br />
dezelfde beslissing kan word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Wat we hier stell<strong>en</strong> ligt wel e<strong>en</strong>voudiger <strong>voor</strong> luister-, lees -<strong>en</strong> edittoets<strong>en</strong> dan <strong>voor</strong> spreek- <strong>en</strong><br />
schrijftoets<strong>en</strong>. Daar is immers minder makkelijk te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> welke de antwoord<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong><br />
zull<strong>en</strong> zijn. Bij het ontwikkel<strong>en</strong> van deze toets<strong>en</strong> is wel geprobeerd de tak<strong>en</strong> zo te formuler<strong>en</strong>, dat de<br />
oplossing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde richting moet<strong>en</strong> uitgaan, maar <strong>voor</strong>al de manier waarop die geformuleerd zijn,<br />
is vaak erg persoonlijk. Bij deze toets<strong>en</strong> zijn de scoringswijzers dan ook wat langer, omdat er meer<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaruit volg<strong>en</strong>de beslissing<strong>en</strong> in opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn. Maar als dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die de toets<strong>en</strong><br />
gaan scor<strong>en</strong> de moeite nem<strong>en</strong> deze richtlijn<strong>en</strong> op <strong>voor</strong>hand goed door te nem<strong>en</strong>, zal het weer mogelijk<br />
zijn om objectief te scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de product<strong>en</strong> van alle leerling<strong>en</strong> gelijkwaardig te beoordel<strong>en</strong>.<br />
De verbetersleutels bij deze toets<strong>en</strong> zijn telk<strong>en</strong>s lijst<strong>en</strong> van ding<strong>en</strong> die belangrijk zijn, relevant <strong>voor</strong> het<br />
soort ‘tekst’ dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>. Zo is het bij bepaalde tekstsoort<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald<br />
publiek belangrijker dan bij andere dat de inhoud<strong>en</strong> vormelijk correct geformuleerd zijn. Dat zal telk<strong>en</strong>s<br />
duidelijk word<strong>en</strong> bij de toets<strong>en</strong> zelf.<br />
E<strong>en</strong>s de totaalscores per leerling bek<strong>en</strong>d zijn, kunn<strong>en</strong> deze word<strong>en</strong> omgezet in norm<strong>en</strong>. Daartoe kan<br />
gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van de normtabel of omzettingstabel die ook bij elke toets in bijlage is<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Daarin staat welke score overe<strong>en</strong>komt met welke norm: A, B, C, D of E.<br />
Vergelijk<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> evoluties zi<strong>en</strong> van individuele leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> klass<strong>en</strong> over<br />
toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> he<strong>en</strong> wordt mogelijk wanneer gebruik wordt gemaakt van de overzicht<strong>en</strong> die<br />
hierna in bijlage 2, 3 <strong>en</strong> 4 zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze bijlag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekopieerd <strong>voor</strong> gebruik.<br />
Bijlage 2 is e<strong>en</strong> overzicht per leerling, waarin per toets de behaalde norm moet word<strong>en</strong> ingevuld.<br />
Bijlage 3 is e<strong>en</strong> overzicht <strong>voor</strong> de hele klas waarin per toets kan word<strong>en</strong> ingevuld hoeveel leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
bepaalde norm behaald<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
25
26<br />
Hieronder zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> ingevuld <strong>voor</strong>beeld van elk van deze twee overzicht<strong>en</strong>, met telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> woordje<br />
uitleg over de informatie die we in de tabell<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> naar<br />
toekomstige acties geformuleerd. Daar<strong>voor</strong> verwijz<strong>en</strong> we naar paragraaf 2.4 <strong>en</strong> latere bijdrag<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld van ingevuld overzicht per leerling: norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid<br />
klas: 3B einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
naam: Olivier<br />
luister<strong>en</strong> C B A<br />
sprek<strong>en</strong> B<br />
lez<strong>en</strong> B C D<br />
schrijv<strong>en</strong> C C<br />
edit<br />
In dit ingevulde <strong>voor</strong>beeld zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> heel aantal interessante gegev<strong>en</strong> m.b.t. leerling Olivier. Olivier doet<br />
het over de hele lijn beter <strong>voor</strong> de mondelinge vaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>) dan <strong>voor</strong> de<br />
schriftelijke (lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>). Voor luister<strong>en</strong> boekt hij grote <strong>voor</strong>uitgang. Voor sprek<strong>en</strong> zit hij in de groep<br />
‘goede middelmaat’. Voor lez<strong>en</strong> loopt er duidelijk iets mis bij Olivier: hij gaat sterk achteruit <strong>en</strong> evolueert<br />
zo van de groep ‘goede middelmaat’ naar ‘zwak’. Voor schrijv<strong>en</strong> blijft zijn situatie status quo.<br />
Voorbeeld van ingevuld overzicht per klas: aantal leerling<strong>en</strong> per norm per toets per vaardigheid<br />
klas: 4 einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
25 lln.<br />
A B C D E A B C D E A B C D E<br />
luister<strong>en</strong> 15 3 3 3 1 17 3 3 2 - 17 5 2 1 -<br />
sprek<strong>en</strong> 8 7 7 1 2 7 6 8 3 1<br />
lez<strong>en</strong> 105 5 5 - 11 6 6 2 - 9 6 6 2 2<br />
schrijv<strong>en</strong> 5 4 4 7 5 6 8 4 5 2 8 8 6 4 -<br />
edit<br />
Klas 4 maakt met zijn 25 leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal evoluties door: <strong>voor</strong> luister<strong>en</strong> is er in deze klas duidelijk<br />
ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> probleem. De meerderheid van de klas is bij het begin van het vierde<br />
<strong>leerjaar</strong> op de goede weg naar de einddoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijft daar ook. Meer zelfs, ook de weinige uitvallers<br />
mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve evolutie door. Voor sprek<strong>en</strong> blijft de situatie, die eig<strong>en</strong>lijk al aan het einde van het<br />
eerste trimester niet zo schitter<strong>en</strong>d is, nag<strong>en</strong>oeg ongewijzigd. Ook <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong> is er weinig evolutie, maar<br />
daar is de situatie van de klas als geheel wel beter. Voor schrijv<strong>en</strong> kan de situatie aanvankelijk ronduit zwak<br />
g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>, maar de aanpak in de loop van het vierde <strong>leerjaar</strong> werpt duidelijk vrucht<strong>en</strong> af.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
2.4 Omgaan met de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong><br />
In paragraaf 1.4 zijn we uitgebreid ingegaan op de fas<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volgsysteem die volg<strong>en</strong> op het<br />
afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>. De toetsresultat<strong>en</strong> zijn namelijk niet meer dan e<strong>en</strong> signaal, e<strong>en</strong> aanduiding van<br />
het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong>. En als dat op kleine of grote schaal niet blijkt te volstaan,<br />
dan moet daar gevolg aan word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Dan moet overleg plaatsvind<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> diagnose te stell<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> het probleem: er moet naar de preciezere oorzaak word<strong>en</strong> gezocht <strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> mogelijke oplossing.<br />
Bij het stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> diagnose moet<strong>en</strong> zowel de school als geheel met haar beleid (op het vlak van<br />
taalvaardigheid), als de klas, zijnde e<strong>en</strong> specifieke leeromgeving waarin op e<strong>en</strong> bepaalde manier wordt<br />
gewerkt, als de individuele leerling, die problem<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong> op het socio-affectieve zowel als op het<br />
vakinhoudelijke vlak, betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is <strong>en</strong>kel indi<strong>en</strong> de zaak voldo<strong>en</strong>de ruim b<strong>en</strong>aderd wordt <strong>en</strong><br />
alles <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> kritisch wordt bekek<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> uiteindelijk de juiste oorzak<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong> kan<br />
vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaraan het juiste gevolg kan gev<strong>en</strong>.<br />
De acties die het gevolg zijn van de signal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de diagnose, zijn de uiteindelijke bedoeling van het<br />
gebruik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> volgsysteem. Wie wil onderzoek<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> met het onderwijs dat ze<br />
krijg<strong>en</strong> op de goede weg zijn, i.e. voldo<strong>en</strong>de taalvaardig word<strong>en</strong> om de eindterm<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>,<br />
moet ook bereid zijn aan de resultat<strong>en</strong> die dat oplevert, gevolg te gev<strong>en</strong>. De ondernom<strong>en</strong> acties<br />
word<strong>en</strong> dan weer geëvalueerd door e<strong>en</strong> nieuwe cyclus toets<strong>en</strong>, die opnieuw signal<strong>en</strong> oplevert, waar<strong>voor</strong><br />
e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> nodig e<strong>en</strong> wijziging in koers moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht. Door die cyclus te blijv<strong>en</strong><br />
herhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>d naar oplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbetering<strong>en</strong> te zoek<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> hopelijk na verloop van tijd<br />
steeds minder negatieve signal<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong>.<br />
Wie hier verder wil op ingaan, kan de algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> in het tweede deel van paragraaf 1.4 in de<br />
praktijk omzett<strong>en</strong>. Dit is echter één van de punt<strong>en</strong> waarop zeker <strong>voor</strong> aanvulling van deze algem<strong>en</strong>e<br />
inleiding zal word<strong>en</strong> gezorgd. Met concrete <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van resultat<strong>en</strong> van schol<strong>en</strong>, klass<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
leerling<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we ton<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> probleemgeval kan of moet word<strong>en</strong> beschouwd <strong>en</strong> hoe daarmee<br />
kan word<strong>en</strong> omgegaan: wie waar op zoek kan gaan naar de oorzak<strong>en</strong> van de vastgestelde problem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> wie welke acties moet ondernem<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
27
28<br />
§3 GOUDEN STELREGELS BIJ HET AFNEMEN VAN DE TOETSEN<br />
- Plan de afname van de toets<strong>en</strong> op de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waar<strong>voor</strong> ze bedoeld zijn:<br />
einde eerste trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kerstvakantie<br />
einde tweede trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de paasvakantie<br />
einde <strong>derde</strong> trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> van het schooljaar<br />
Neem de toets af op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t waarop de leerling<strong>en</strong> zich optimaal zull<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>.<br />
- Neem de praktische handleiding bij de toets die je gaat afnem<strong>en</strong> uit de map, (kopieer ze),<br />
neem ze op <strong>voor</strong>hand door <strong>en</strong> houd ze ook bij de hand tijd<strong>en</strong>s de afname van de toets.<br />
- Voorzie op <strong>voor</strong>hand het b<strong>en</strong>odigde materiaal <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>. Dat kan zijn:<br />
kopieerblad<strong>en</strong>: u vindt ze achter de praktische handleiding<br />
speciale b<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>: o.a. schrijfgerei (ander dan potlood <strong>en</strong> gom), kleurpotlod<strong>en</strong>, ...<br />
cassetterecorder<br />
cassette: u vindt deze bij de toets in kwestie<br />
...<br />
Informatie over het materiaal staat in het kader, <strong>voor</strong>aan in de praktische handleiding.<br />
- Neem de introductie sam<strong>en</strong> met de leerling<strong>en</strong> door zoals dat in de handleiding staat. In de introductie<br />
word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> gemotiveerd <strong>en</strong> <strong>voor</strong>bereid op de toetstaak. Het is belangrijk:<br />
dat je nagaat of alle leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat van h<strong>en</strong> verwacht wordt,<br />
dat zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong> aan bod kom<strong>en</strong> om hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis mee te del<strong>en</strong>,<br />
dat leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak voel<strong>en</strong> om vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> als ze iets niet begrijp<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />
- Geef de leerling<strong>en</strong> de nodige instructies <strong>voor</strong> de toetstaak, precies zoals in de handleiding vermeld<br />
staat, niets minder, maar ook niets meer.<br />
Behandel klassikaal wat klassikaal behandeld moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat de rest aan de leerling<strong>en</strong> zelf over.<br />
Neem schriftelijke instructies niet hardop <strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk door, t<strong>en</strong>zij dat anders vermeld wordt.<br />
Leg ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> uit waarvan je me<strong>en</strong>t dat je leerling<strong>en</strong> ze niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>: kunn<strong>en</strong> omgaan met<br />
moeilijke woord<strong>en</strong>, de betek<strong>en</strong>is van moeilijke woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> uit de context, maakt immers<br />
deel uit van de verschill<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt dus ook mee getoetst.<br />
Herhaal de instructie niet vaker dan vermeld.<br />
- Deel alle blad<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> nodig hebb<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> zeg niet teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> wat ze eerst<br />
moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat erna. Als daar ge<strong>en</strong> instructies over gegev<strong>en</strong> zijn in de handleiding, moet<strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> dat zelf besliss<strong>en</strong>. Verwijs ook niet naar gewoontes die jullie op dat vlak hebb<strong>en</strong>.<br />
(Het is anderzijds wel interessant <strong>voor</strong> jezelf om op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t als dit de leerling<strong>en</strong> te observer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
na te gaan welke strategie ze toepass<strong>en</strong>.)<br />
- Laat de leerling<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> aan het werk gaan, nadat alle gezam<strong>en</strong>lijke instructies behandeld zijn.<br />
Laat de leerling<strong>en</strong> zoveel mogelijk met e<strong>en</strong> potlood werk<strong>en</strong>. De aard van de toets<strong>en</strong> is er immers naar<br />
dat leerling<strong>en</strong> zichzelf moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>. En geknoei schept alle<strong>en</strong> maar onduidelijkheid die bij<br />
het scor<strong>en</strong> behoorlijk vervel<strong>en</strong>d kan zijn.<br />
De blad<strong>en</strong> waar tekst<strong>en</strong> op staan die de leerling<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de<br />
schooljaar of in e<strong>en</strong> parallelklas hergebruikt word<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> daar niet op schrijv<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
- Als je merkt dat individuele leerling<strong>en</strong> niet aan de slag gaan met de taak zoals bedoeld, spoor h<strong>en</strong> dan<br />
aan om het wel te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> herhaal ev<strong>en</strong>tueel nog e<strong>en</strong> keer de instructies. Formuleer deze ev<strong>en</strong>wel<br />
niet volledig anders <strong>en</strong> zeker niet uitgebreider dan <strong>voor</strong>he<strong>en</strong>.<br />
- Als leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> om verduidelijking of hulp bij bepaalde on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van de taak of bij bepaalde<br />
woord<strong>en</strong>, antwoord er dan niet rechtstreeks op door de oplossing te gev<strong>en</strong>, maar spoor de leerling<strong>en</strong><br />
aan zelf de oplossing te zoek<strong>en</strong>, door nog e<strong>en</strong>s goed te kijk<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> of lez<strong>en</strong>. Raad h<strong>en</strong> aan verder<br />
te gaan als ze e<strong>en</strong> bepaald on<strong>derde</strong>el echt niet vind<strong>en</strong>. Wakker het vertrouw<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in<br />
zichzelf aan.<br />
- Na ongeveer één lestijd van 50 minut<strong>en</strong> moet de toets afgelop<strong>en</strong> zijn. Hanteer die limiet niet al te<br />
strikt — als alle leerling<strong>en</strong> nog volop aan het werk<strong>en</strong> zijn, laat h<strong>en</strong> dan verderwerk<strong>en</strong> — maar ook niet<br />
te rekbaar: het heeft ge<strong>en</strong> zin zwakkere leerling<strong>en</strong> eindeloos op bepaalde moeilijkhed<strong>en</strong> in de toets te<br />
lat<strong>en</strong> star<strong>en</strong>.<br />
noot 1:<br />
De eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn terug te vind<strong>en</strong> in Basisonderwijs: Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>.<br />
Decretale tekst <strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong>. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap —<br />
Departem<strong>en</strong>t Onderwijs — C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie <strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie, 1995.<br />
noot 2:<br />
We baser<strong>en</strong> ons hier onder meer op e<strong>en</strong> bijdrage van P. Gillijns Leerlingvolgsystem<strong>en</strong> in Onderwijskundige<br />
Brochur<strong>en</strong>, Reeks nr. 333, Zwijs<strong>en</strong>, Tilburg, 1991.<br />
noot 3:<br />
TALK (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang Laatste Kleuterklas) <strong>en</strong> TAL (<strong>Taal</strong>toets Aanvang Lager Onderwijs)<br />
werd<strong>en</strong> ontwikkeld door de Werkgroep <strong>Taal</strong>toets<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> werkgroep waarin mederwerkers actief war<strong>en</strong> van<br />
PMS-c<strong>en</strong>tra verbond<strong>en</strong> met alle Vlaamse onderwijsnett<strong>en</strong>, gecoördineerd door de Vlaamse Onderwijsraad<br />
<strong>en</strong> met wet<strong>en</strong>schappelijke ondersteuning door het Steunpunt NT2. Uitgave: Steunpunt Nederlands<br />
als Tweede <strong>Taal</strong>.<br />
Voor info <strong>en</strong> bestelling<strong>en</strong>: 016/32 53 67 (tel) <strong>en</strong> 016/32 53 60 (fax)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
29
30<br />
§4 DE INTRODUCTIE EN VOORBEREIDING OP DE TOETS<br />
Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />
Deze bijdrage gaat dieper in op de introductie <strong>en</strong> de <strong>voor</strong>bereiding op de toets <strong>en</strong> vormt als dusdanig e<strong>en</strong><br />
aanvulling op paragraaf 2.2 van de inleiding (pag. 23-24).<br />
Inleiding<br />
De afname van e<strong>en</strong> toets bestaat uit twee grote del<strong>en</strong>, namelijk de introductie <strong>en</strong> de toets zelf. De<br />
introductie vindt altijd klassikaal plaats <strong>en</strong> kan meerdere bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:<br />
• het ‘opwarm<strong>en</strong>’ van de leerling<strong>en</strong><br />
de leerling<strong>en</strong> in de sfeer van de inhoud van de toets lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (niet het toets<strong>en</strong> op zich)<br />
de leerling<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets<br />
• stilstaan bij e<strong>en</strong> aantal inhoudelijke moeilijkhed<strong>en</strong> die in de toets zull<strong>en</strong> <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> (WAT)<br />
• oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het soort taak dat de leerling<strong>en</strong> in de toets zull<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (bv. meerkeuze vrag<strong>en</strong>) (HOE)<br />
Het is van wez<strong>en</strong>lijk belang dat de introductie plaatsvindt zoals bedoeld, zodat alle leerling<strong>en</strong> vanuit<br />
dezelfde beginsituatie vertrekk<strong>en</strong>.<br />
Ga na of alle leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat van h<strong>en</strong> verwacht wordt.<br />
Zorg er<strong>voor</strong> dat zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong> tijd <strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong> om hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis<br />
mee te del<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak voel<strong>en</strong> om vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> als ze iets niet<br />
begrijp<strong>en</strong>.<br />
Neem vervolg<strong>en</strong>s de instructies <strong>voor</strong> de eig<strong>en</strong>lijke toets gezam<strong>en</strong>lijk door. In de lagere leerjar<strong>en</strong> wordt<br />
daar iets langer bij stilgestaan dan in de hogere. Daar moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> vaak nog e<strong>en</strong> aantal<br />
instructies individueel <strong>en</strong> schriftelijk verwerk<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>). Daarna gaan alle leerling<strong>en</strong> individueel aan de<br />
slag. De aanduiding van de groeperingsvorm bij het begin van de toets ‘klassikaal/individueel’ betek<strong>en</strong>t<br />
dat alle leerling<strong>en</strong> gelijktijdig, maar ieder <strong>voor</strong> zich, aan het werk<strong>en</strong> zijn.<br />
Tijd<strong>en</strong>s het uitvoer<strong>en</strong> van de toetstaak mag de leerkracht op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele manier help<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel<br />
kunn<strong>en</strong> de instructies, als ze niet goed begrep<strong>en</strong> zijn, nog e<strong>en</strong>s op dezelfde wijze word<strong>en</strong> herhaald, maar<br />
extra uitleg (woordverklaring<strong>en</strong>, manier van werk<strong>en</strong>, ...) is uitgeslot<strong>en</strong>. Wat niet is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />
praktische handleiding, di<strong>en</strong>t ook niet verklaard te word<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> zij<br />
positief aangespoord word<strong>en</strong> om zelf naar de antwoord<strong>en</strong> op zoek te gaan. Daarbij moet de toetsafnemer<br />
er zich bewust van zijn dat de toets<strong>en</strong> makkelijkere <strong>en</strong> moeilijkere items bevatt<strong>en</strong>. De bedoeling<br />
van de toets<strong>en</strong> is leerling<strong>en</strong> wat betreft taalvaardigheidsniveau goed van elkaar te onderscheid<strong>en</strong>. Als alle<br />
items ev<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> door alle leerling<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, kan dat uiteraard niet. Daarom zijn<br />
noodzakelijkerwijze bepaalde items te moeilijk <strong>voor</strong> sommige leerling<strong>en</strong>. De leerkracht moet die leerling<strong>en</strong><br />
dan ook, wanneer ze vastlop<strong>en</strong>, aanspor<strong>en</strong> verder te gaan <strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de items te prober<strong>en</strong>.<br />
Het geheel van introductie <strong>en</strong> instructies neemt meestal e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal minut<strong>en</strong> in beslag.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Soort<strong>en</strong> introducties <strong>en</strong> instructies <strong>en</strong> het belang ervan<br />
De aard van de introductie wordt bepaald door de aard van de toetstaak. We kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> invulling<br />
die zo logisch <strong>en</strong> natuurlijk mogelijk <strong>voor</strong>afgaat aan de eig<strong>en</strong>lijke toets.<br />
Is het niet evid<strong>en</strong>t dat de leerling<strong>en</strong>, wanneer ze als toets e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> (<strong>en</strong> daarbij blijk<br />
gev<strong>en</strong> van goed begrip van de instructies), e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> waarom ze die tek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>?<br />
Of wanneer de leerling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> toets e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om zijn kamer op te ruim<strong>en</strong> door alle<br />
spull<strong>en</strong> op de juiste plaats te zett<strong>en</strong>, ze op <strong>voor</strong>hand ev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over het opruim<strong>en</strong> van hun<br />
eig<strong>en</strong> kamer, zodat ze zich helemaal kunn<strong>en</strong> inlev<strong>en</strong>?<br />
Of wanneer ze e<strong>en</strong> moeilijke tekst moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> over vlagg<strong>en</strong> of schrijvers, de leerkracht op <strong>voor</strong>hand<br />
ev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met h<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje zet wat ze al wet<strong>en</strong> over deze ding<strong>en</strong>, zodat ze zich gewap<strong>en</strong>d voel<strong>en</strong><br />
om de moeilijke taak uit te voer<strong>en</strong>?<br />
Of wanneer we h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> taak lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> die over e<strong>en</strong> heel specifiek iets gaat waar ze misschi<strong>en</strong> niet<br />
alles van afwet<strong>en</strong> (bv. over op kamp gaan, reclame), op <strong>voor</strong>hand ev<strong>en</strong> de belangrijkste begripp<strong>en</strong> die<br />
bij dat veld hor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangehaald <strong>en</strong> verklaard?<br />
Of wanneer ze e<strong>en</strong> brief moet<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, ze e<strong>en</strong> schets krijg<strong>en</strong> van de situatie waarbinn<strong>en</strong> ze dat<br />
moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>?<br />
Of wanneer ze e<strong>en</strong> soort opdracht moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> die ze wellicht nog niet eerder hebb<strong>en</strong> gedaan<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing bepaalde ding<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere bijtek<strong>en</strong><strong>en</strong>) ze daar ev<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> op<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />
Met al deze vrag<strong>en</strong>, waarop het antwoord ons inszi<strong>en</strong>s volmondig ‘ja’ moet zijn, hebb<strong>en</strong> we mete<strong>en</strong> de<br />
belangrijkste soort<strong>en</strong> introducties nog e<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> rijtje gezet. In de praktijk zal je vaak e<strong>en</strong> combinatie<br />
van de verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> aantreff<strong>en</strong>. Zo zi<strong>en</strong> we hieronder, in de introductie bij e<strong>en</strong> luistertoets<br />
<strong>voor</strong> het vierde <strong>leerjaar</strong> over recept<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> situatieschets waarin mete<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> aantal vakbegripp<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> meegegev<strong>en</strong>, gevolgd door e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>item.<br />
Houd e<strong>en</strong> kort gesprek met de leerling<strong>en</strong> over kok<strong>en</strong>.<br />
Hebb<strong>en</strong> jullie zelf al e<strong>en</strong>s gekookt? Hebb<strong>en</strong> jullie dan e<strong>en</strong> kookboek gebruikt? Was het e<strong>en</strong> kinderkookboek<br />
of e<strong>en</strong> kookboek <strong>voor</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>? Stond<strong>en</strong> er pr<strong>en</strong>tjes of foto’s bij de recept<strong>en</strong> in het<br />
kookboek? Wat was er op die pr<strong>en</strong>tjes/foto’s te zi<strong>en</strong>? Kon je erop zi<strong>en</strong> hoe je elke stap in het recept moest<br />
uitvoer<strong>en</strong>: zoals bij<strong>voor</strong>beeld hoe je e<strong>en</strong> bepaalde gro<strong>en</strong>te moest snijd<strong>en</strong>? Of toond<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes alle<strong>en</strong> hoe<br />
de gerecht<strong>en</strong> er uitzi<strong>en</strong> als ze klaar zijn? In kinderkookboek<strong>en</strong> staan heel vaak pr<strong>en</strong>tjes die stap <strong>voor</strong> stap<br />
lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je het recept moet volg<strong>en</strong>. Dat is om het kok<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje gemakkelijker te mak<strong>en</strong>.<br />
Br<strong>en</strong>g het begrip ‘recept’ (e<strong>en</strong> tekst waarin heel precies staat uitgelegd hoe je e<strong>en</strong> bepaald gerecht moet<br />
klaarmak<strong>en</strong>) expliciet aan. Niet alle leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dit begrip <strong>en</strong> het is van belang dat alle leerling<strong>en</strong><br />
goed wet<strong>en</strong> wat er precies mee bedoeld wordt. Je kan de uitleg illustrer<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele kookboek<strong>en</strong>.<br />
Bij e<strong>en</strong> recept staat ook altijd wat je allemaal nodig hebt om het gerecht klaar te mak<strong>en</strong>. Soms zijn er<br />
ding<strong>en</strong> bij die je nog niet k<strong>en</strong>t. Dat is dan wel e<strong>en</strong> beetje lastig bij het kok<strong>en</strong>, want dan weet je niet<br />
precies wat er allemaal in je gerecht moet. Het is dus belangrijk dat je goed weet wat al die ding<strong>en</strong> zijn<br />
die in je gerecht moet<strong>en</strong>. Wet<strong>en</strong> jullie wat e<strong>en</strong> ‘paprika’ is? En e<strong>en</strong> ‘olijf’? En k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong><br />
‘komkommer’?<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
31
32<br />
Deze ingrediënt<strong>en</strong> (Je hoeft dit woord niet te gebruik<strong>en</strong>.) kan je op de volg<strong>en</strong>de manier aan de leerling<strong>en</strong><br />
uitlegg<strong>en</strong>. Toon aan de leerling<strong>en</strong> ook het blad (bijlage A) waar deze ding<strong>en</strong> op afgebeeld staan. Vergroot<br />
ev<strong>en</strong>tueel de afbeelding<strong>en</strong>. Zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het goed kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat<br />
alle leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat deze ingrediënt<strong>en</strong> juist zijn.<br />
- paprika: e<strong>en</strong> harde gro<strong>en</strong>te die in verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong> bestaat: gro<strong>en</strong>, rood, geel <strong>en</strong> zelfs oranje;<br />
paprika’s word<strong>en</strong> in blokjes, ring<strong>en</strong> <strong>en</strong> reepjes gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> in zowel koude als warme gerecht<strong>en</strong>.<br />
- olijf: de vrucht van de olijfboom; er zijn zwarte <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e olijv<strong>en</strong>; van olijv<strong>en</strong> wordt ook olie gemaakt:<br />
olijfolie; olijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke smaak; veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lust<strong>en</strong> ze niet; ander<strong>en</strong> zijn er dol op<br />
- komkommer: e<strong>en</strong> langwerpige vrucht met e<strong>en</strong> donkergro<strong>en</strong>e schil <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lichtgro<strong>en</strong>e binn<strong>en</strong>kant; e<strong>en</strong><br />
komkommer wordt meestal in schijfjes gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> zit vaak in salades<br />
Dit gesprek heeft als doel de leerling<strong>en</strong> vertrouwd te mak<strong>en</strong> met hoe e<strong>en</strong> kookboek er uitziet, wat e<strong>en</strong><br />
recept precies is <strong>en</strong> dat er bij e<strong>en</strong> recept soms pr<strong>en</strong>tjes/foto’s staan die ton<strong>en</strong> hoe je de verschill<strong>en</strong>de<br />
stapp<strong>en</strong> in het recept juist moet uitvoer<strong>en</strong>. Er kom<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> aantal ingrediënt<strong>en</strong> aan bod waarmee de<br />
leerling<strong>en</strong> wellicht minder vertrouwd zijn.<br />
Ga na dit gesprekje over tot het kader van de toets.<br />
Ik ga jullie nu vertell<strong>en</strong> over Johan. Johan is iemand die veel kookt, want hij is kok. En vandaag moet hij<br />
e<strong>en</strong> heel m<strong>en</strong>u bereid<strong>en</strong>. Hij wil drie verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> klaarmak<strong>en</strong>. Maar het kookboek van Johan de<br />
kok ligt uit elkaar. Hij heeft de recept<strong>en</strong> nog <strong>en</strong> ook de pr<strong>en</strong>tjes die lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je het recept precies<br />
moet uitvoer<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes door elkaar. En er ligg<strong>en</strong> ook pr<strong>en</strong>tjes van andere recept<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong>. Nu vraagt Johan of jullie hem will<strong>en</strong> help<strong>en</strong>. Hij zal de recept<strong>en</strong> stap <strong>voor</strong> stap <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> jullie<br />
moet<strong>en</strong> dan de juiste pr<strong>en</strong>tjes bij die stapp<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. Dan weet Johan straks precies hoe hij alles moet<br />
klaarmak<strong>en</strong>.<br />
Deel de blad<strong>en</strong> met pr<strong>en</strong>tjes (bijlage B) uit. Vertel de leerling<strong>en</strong> dan het volg<strong>en</strong>de:<br />
Johan de kok zal jullie drie verschill<strong>en</strong>de recept<strong>en</strong> <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong>: eerst e<strong>en</strong> recept om e<strong>en</strong> Franse Salade te<br />
mak<strong>en</strong>, daarna e<strong>en</strong> recept om Eier<strong>en</strong> met Worstjes te bereid<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot slot e<strong>en</strong> recept om Lamsvlees<br />
met Erwtjes te mak<strong>en</strong>. Maar allereerst gaat Johan vertell<strong>en</strong> hoe je Worstjes kan klaarmak<strong>en</strong>. Dat doet<br />
hij om te zi<strong>en</strong> of jullie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat je precies moet do<strong>en</strong> om hem te help<strong>en</strong>.<br />
Jullie zi<strong>en</strong> op de blad<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> jullie ligg<strong>en</strong>, per recept e<strong>en</strong> reeks pr<strong>en</strong>tjes. Jullie wet<strong>en</strong> ondertuss<strong>en</strong><br />
dat die pr<strong>en</strong>tjes lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je de verschill<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> in het recept moet uitvoer<strong>en</strong>. Maar in elke reeks<br />
pr<strong>en</strong>tjes staan er pr<strong>en</strong>tjes te veel. Er zull<strong>en</strong> per recept dus pr<strong>en</strong>tjes zijn die je niet moet gebruik<strong>en</strong>. En<br />
de pr<strong>en</strong>tjes staan ook niet in de goede volgorde. Jullie zull<strong>en</strong> dus heel goed moet<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar elke<br />
stap in het recept <strong>en</strong> ook heel goed naar de pr<strong>en</strong>tjes moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, zodat jullie wet<strong>en</strong> welk pr<strong>en</strong>tje uit<br />
de reeks bij welke stap hoort.<br />
Per stap zoek je zo het bijpass<strong>en</strong>de pr<strong>en</strong>tje. Op je toetsblad staan lege vakjes met nummers onder de<br />
nam<strong>en</strong> van de recept<strong>en</strong>. Elke stap die wordt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> nummer <strong>en</strong> het vakje dat bij die stap<br />
hoort, heeft hetzelfde nummer. Als je telk<strong>en</strong>s de letter van het juiste pr<strong>en</strong>tje in dat vakje invult, staan de<br />
pr<strong>en</strong>tjes vanzelf in de juiste volgorde. Begrijp<strong>en</strong> jullie dit? Weet iedere<strong>en</strong> wat hij straks moet do<strong>en</strong>?<br />
Jullie krijg<strong>en</strong> nu ev<strong>en</strong> de tijd om naar de pr<strong>en</strong>tjes te kijk<strong>en</strong>. Dan weet je wat er allemaal precies op staat.<br />
Maar je mag er niet met de andere leerling<strong>en</strong> over prat<strong>en</strong>. Bekijk de pr<strong>en</strong>tjes dus in stilte.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Ga na <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> over tot het <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> van de eerste stap <strong>voor</strong> het bereid<strong>en</strong> van het eerste gerecht:<br />
Worstjes.<br />
Zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het juiste blad met pr<strong>en</strong>tjes <strong>voor</strong> zich hebb<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Het zoek<strong>en</strong> van de<br />
juiste pr<strong>en</strong>tjes bij de twee stapp<strong>en</strong> om worstjes te bereid<strong>en</strong>, geldt als oef<strong>en</strong>ing om de leerling<strong>en</strong><br />
vertrouwd te mak<strong>en</strong> met de procedure <strong>en</strong> het soort tekst dat ze <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Zij moet<strong>en</strong> goed<br />
luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> de letters van de pr<strong>en</strong>tjes die pass<strong>en</strong> bij de stapp<strong>en</strong> die jij <strong>voor</strong>leest in de lege vakjes onder<br />
het eerste recept van hun toetsblad schrijv<strong>en</strong>.<br />
1 Snijd e<strong>en</strong> lange worst in kleine stukjes.<br />
2 Zet e<strong>en</strong> pan op het vuur. Als de pan warm is, doe je er de stukjes worst in. Laat de worstjes vijf<br />
minut<strong>en</strong> bakk<strong>en</strong>. Dan zijn ze klaar <strong>en</strong> kan je ze opet<strong>en</strong>.<br />
Ga na of alle leerling<strong>en</strong> beide items correct opgelost hebb<strong>en</strong>.<br />
Zoniet, herhaal het dan nog e<strong>en</strong> keer <strong>en</strong> bespreek expliciet de link tuss<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> tekst <strong>en</strong> het<br />
pr<strong>en</strong>tje bij de twee items. Leg er de nadruk op dat de leerling<strong>en</strong> naar alle details op de pr<strong>en</strong>tjes kijk<strong>en</strong>,<br />
want daardoor kom<strong>en</strong> ze te wet<strong>en</strong> welk pr<strong>en</strong>tje precies bij de stap past. Sommige pr<strong>en</strong>tjes lijk<strong>en</strong> immers<br />
e<strong>en</strong> beetje op het goede pr<strong>en</strong>tje, maar er staan dan ding<strong>en</strong> op die je niet moet do<strong>en</strong> bij de stap die jij<br />
hebt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong>. Zo zi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> in dat ze telk<strong>en</strong>s heel goed moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>.<br />
Deze combinatie van verschill<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is ontstaan vóór <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de proefafnames<br />
van de VLOT-toets<strong>en</strong>, die aan de uitgave <strong>voor</strong>afgaan. De introducties, gebaseerd op het<br />
aanvoel<strong>en</strong> van de makers van de toets<strong>en</strong> èn de ervaring van de toetsafnemers, gev<strong>en</strong> aan wat de<br />
leerling<strong>en</strong> als bagage nodig hebb<strong>en</strong> om aan de toets te kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>.<br />
De ervaring leert dat sommige leerkracht<strong>en</strong> zich vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> bij de zin van e<strong>en</strong> dergelijke, vrij<br />
uitgebreide introductie. Immers, wie e<strong>en</strong> standaardlijstje met k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van goede toets<strong>en</strong> overloopt,<br />
zal daar mete<strong>en</strong> als één van de belangrijkste <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> staan dat e<strong>en</strong> toetsafname snel <strong>en</strong><br />
efficiënt moet kunn<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> veel leerkracht<strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat hun leerling<strong>en</strong> de meeste<br />
ding<strong>en</strong> die in de introductie word<strong>en</strong> uitgelegd, al wet<strong>en</strong>.<br />
Toch mag niet aan het belang van deze <strong>voor</strong>bereiding op de toets word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>bijgegaan. De leerling<strong>en</strong>,<br />
of ze nu in het tweede dan wel in het zesde <strong>leerjaar</strong> zitt<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> tijd nodig om zich in e<strong>en</strong> taak of e<strong>en</strong><br />
thema in te lev<strong>en</strong>. De eerste items van e<strong>en</strong> toets zijn vaak niet betrouwbaar omdat de leerling<strong>en</strong> ‘er nog<br />
in moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ze daar<strong>voor</strong> <strong>voor</strong>af de kans niet krijg<strong>en</strong>.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan je als leerkracht wel veronderstell<strong>en</strong> dat je leerling<strong>en</strong> al die ding<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, maar<br />
ongetwijfeld zull<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> of meerdere kinder<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong> wie dat op dat mom<strong>en</strong>t niet het geval is. Strikt<br />
de instructies volg<strong>en</strong>, de vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> die er staan, de begripp<strong>en</strong> herhal<strong>en</strong> waarvan dat gevraagd wordt,<br />
is <strong>voor</strong> deze leerling<strong>en</strong> zeker ge<strong>en</strong> overbodige luxe. Probeer <strong>voor</strong>al de leerling<strong>en</strong> die hier behoefte aan<br />
hebb<strong>en</strong> - <strong>en</strong> dat zijn heus niet altijd dezelfd<strong>en</strong> - actief te betrekk<strong>en</strong>. Laat ze meeprat<strong>en</strong>, ga na of ze<br />
meeluister<strong>en</strong> <strong>en</strong> of ze het begrijp<strong>en</strong>. Laat niet alle<strong>en</strong> de taalvaardige leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> breed interesse<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>nisveld hun zegje do<strong>en</strong>, maar ook <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> van wie je d<strong>en</strong>kt dat de inhoud <strong>en</strong> de aard<br />
van de toets op zich e<strong>en</strong> probleem zou kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
33
34<br />
De bedoeling van de introductie is er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> over dezelfde <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />
vaardighed<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>, nodig om de toets optimaal uit te voer<strong>en</strong>. Dat wil niet zegg<strong>en</strong> dat we h<strong>en</strong><br />
gaan <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong> op wat ze in de toets moet<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>, aanduid<strong>en</strong> of opschrijv<strong>en</strong>, maar we zorg<strong>en</strong><br />
er<strong>voor</strong> dat de antwoord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong> van de taalvaardigheid van de leerling<strong>en</strong>, niet van hun vermog<strong>en</strong><br />
zich in te lev<strong>en</strong> in het thema van de toets of te begrijp<strong>en</strong> welk soort taak uitgevoerd moet word<strong>en</strong>.<br />
Het soort taak dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, noem<strong>en</strong> we ook wel het toetsformaat of de procedure.<br />
Wie al meerdere VLOT-toets<strong>en</strong> heeft afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zal merk<strong>en</strong> dat nogal e<strong>en</strong>s hetzelfde soort toets<br />
terugkeert:<br />
• tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong><br />
briefjes <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> met elkaar verbind<strong>en</strong><br />
reclameslogans <strong>en</strong> affiches met elkaar verbind<strong>en</strong><br />
schrijvers met uitsprak<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong><br />
• e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> op de juiste plaats legg<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in het juiste hok zett<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> bij de juiste vlagg<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />
• luister<strong>en</strong> naar instructies <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing mak<strong>en</strong><br />
luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> wegbeschrijving <strong>en</strong> die aanduid<strong>en</strong><br />
• e<strong>en</strong> verhaal of tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> er meerkeuze-vrag<strong>en</strong> over beantwoord<strong>en</strong><br />
• de juiste woord<strong>en</strong> op de juiste plaats invull<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verhaal<br />
het juiste van drie woord<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> in de zinn<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tekstje<br />
Het aantal mogelijke tak<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> de taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> kan met<strong>en</strong> is beperkt. De<br />
tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> precies datg<strong>en</strong>e met<strong>en</strong> wat we will<strong>en</strong> met<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> snel <strong>en</strong> objectief kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
gescoord. De bov<strong>en</strong>staande tak<strong>en</strong> zijn daar <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van.<br />
Op het eerste gezicht zijn leerkracht<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd te veronderstell<strong>en</strong> dat dit heel bek<strong>en</strong>de schoolse tak<strong>en</strong><br />
zijn waar alle leerling<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> mee kunn<strong>en</strong> omgaan. Toch blijkt ook dat in de praktijk niet het geval te zijn<br />
<strong>en</strong> is meestal <strong>en</strong>ige oef<strong>en</strong>ing niet overbodig. Bij de meeste toets<strong>en</strong>, zo ook bij het bov<strong>en</strong>staande<br />
<strong>voor</strong>beeld, zijn dan ook e<strong>en</strong> of meerdere oef<strong>en</strong>items <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat deze precies<br />
word<strong>en</strong> behandeld zoals dat is aangegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat bij de bespreking ervan zolang wordt stilgestaan, tot<br />
alle leerling<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat er van h<strong>en</strong> wordt verlangd. Ook de aard <strong>en</strong> de hoeveelheid van deze<br />
oef<strong>en</strong>items zijn gebaseerd op ervaring<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de proef- <strong>en</strong> normeringsafnames van de toets<strong>en</strong>.<br />
De introductie op de toets in strikte zin (inhoudelijk) <strong>en</strong> deze oef<strong>en</strong>ing op het toetsformaat lop<strong>en</strong> vaak<br />
door elkaar <strong>en</strong> interferer<strong>en</strong> met nog andere instructies, zoals het klaarmak<strong>en</strong> van het materiaal, het<br />
invull<strong>en</strong> van de juiste gegev<strong>en</strong>s (zoals naam <strong>en</strong> (ev<strong>en</strong>tueel) klasnummer), het vernoem<strong>en</strong> van regels in<br />
verband met het schrijv<strong>en</strong> op de toetsblad<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Doe niet minder … maar ook niet meer!<br />
Tot slot zett<strong>en</strong> we nog <strong>en</strong>kele belangrijke aandachtspunt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje:<br />
• Neem op <strong>voor</strong>hand de toets in zijn geheel door, dus ook het deel dat de leerling<strong>en</strong> zelfstandig moet<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong>. Je zal het belang van introductie <strong>en</strong> <strong>voor</strong>bereiding duidelijker zi<strong>en</strong>.<br />
• Het kan nooit kwaad om bek<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> op te friss<strong>en</strong>.<br />
Je kan hierbij verwijz<strong>en</strong> naar ervaring<strong>en</strong> die jij <strong>en</strong> je leerling<strong>en</strong> met elkaar del<strong>en</strong>, maar ga daarin dan<br />
ook weer niet te ver. E<strong>en</strong> concreet <strong>voor</strong>beeld mag dit illustrer<strong>en</strong>: de leestoets <strong>voor</strong> het einde van het<br />
vijfde <strong>leerjaar</strong> gaat over e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> die met de klas op bosklass<strong>en</strong> gaat. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de<br />
informatie uit e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de tekst van wat er allemaal op het programma staat, beknopt maar<br />
duidelijk overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da.<br />
Bij één van de afnames van deze toets, in e<strong>en</strong> klas die net tevor<strong>en</strong> op bosklass<strong>en</strong> was geweest,<br />
verwees de meester <strong>en</strong>thousiast naar de vergelijkbare ag<strong>en</strong>da die zijn leerling<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> vroeg h<strong>en</strong><br />
die erbij te nem<strong>en</strong>. Vergelijkbaar was deze ag<strong>en</strong>da zeker, maar niet id<strong>en</strong>tiek. En doordat deze<br />
leerling<strong>en</strong> die eig<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da vlak <strong>voor</strong> de toets opnieuw onder og<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, beïnvloedde dat<br />
hun prestaties op de toets. E<strong>en</strong> verwijzing ernaar had ruimschoots volstaan.<br />
De introductie zorgt er precies <strong>voor</strong> dat leerling<strong>en</strong> die, in dit conrete geval, niet op bosklass<strong>en</strong> zijn<br />
geweest <strong>en</strong> zeker nog ge<strong>en</strong> dergelijke ag<strong>en</strong>da onder og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad, toch ook met succes de<br />
toets kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />
• Volg zo strikt mogelijk de introductie<strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> zoals die bij de toets zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Stel alle vrag<strong>en</strong> die er staan.<br />
Ga in op alle begripp<strong>en</strong> die aangestipt word<strong>en</strong>.<br />
Schets het inhoudelijke kader, ook al gev<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet de indruk dat boei<strong>en</strong>d te vind<strong>en</strong>.<br />
Behandel alle oef<strong>en</strong>items.<br />
• Hoe divers <strong>en</strong> uitgebreid de introductie ook mag zijn, ze moet binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte tijd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
afgehandeld.<br />
Dat kan per toets sterk verschill<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>e keer zal de <strong>voor</strong>bereiding slechts <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> in beslag<br />
nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere keer kan het makkelijk tot 20 minut<strong>en</strong> uitlop<strong>en</strong>. Het <strong>voor</strong>beeld met de recept<strong>en</strong><br />
toont hoe uitgebreid het geheel dat aan de toets <strong>voor</strong>afgaat, kan zijn.<br />
Toch moet er geprobeerd word<strong>en</strong> zo goed mogelijk door te werk<strong>en</strong>, zodat de leerling<strong>en</strong> de toets<br />
kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar voldo<strong>en</strong>de tijd <strong>voor</strong> hebb<strong>en</strong>, want daar gaat het t<strong>en</strong>slotte om.<br />
In het <strong>voor</strong>beeld zou m<strong>en</strong> heel uitgebreid alle kookervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> aan bod kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong>. Dat is echter helemaal niet de bedoeling. Daar zijn andere geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> <strong>voor</strong>. Laat hier <strong>en</strong>kele<br />
leerling<strong>en</strong>, die wat verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, aan het woord <strong>en</strong> snoer de ander<strong>en</strong><br />
elegant de mond. Ev<strong>en</strong>tueel kan je later op de dag de draad van het gesprek oppikk<strong>en</strong>. Wellicht heb<br />
je e<strong>en</strong> afspraak met je leerling<strong>en</strong> op dat vlak <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> ze dat zij vast e<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de ker<strong>en</strong> iets<br />
mog<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>, als ze die <strong>en</strong>e keer niet aan de beurt kom<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
35
36<br />
• Bereid de eig<strong>en</strong>lijk toets nooit verder <strong>voor</strong> dan nodig of aangegev<strong>en</strong> is.<br />
Neem de toetsblad<strong>en</strong> niet door met leerling<strong>en</strong> als dat niet expliciet gevraagd wordt. Het zelfstandig<br />
kunn<strong>en</strong> omgaan daarmee maakt meestal deel uit van de taak.<br />
Geef ge<strong>en</strong> instructies die aansluit<strong>en</strong> bij gewoontes in de klas. Bij<strong>voor</strong>beeld: “Lees eerst de tekst e<strong>en</strong><br />
keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je op de vrag<strong>en</strong> antwoordt.” Laat de leerling<strong>en</strong> zelf bepal<strong>en</strong> hoe ze te werk<br />
moet<strong>en</strong> gaan. Ook dat maakt deel uit van de toets.<br />
Verklaar nooit woord<strong>en</strong>, begripp<strong>en</strong> of zinn<strong>en</strong>, herformuleer ze niet of vat ze niet sam<strong>en</strong>. De tekst<strong>en</strong> zijn<br />
qua (lees)niveau <strong>en</strong> woordgebruik aangepast aan de leeftijd van de leerling<strong>en</strong>.<br />
• Voor leerling<strong>en</strong> die niet kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> of echt niet verder kunn<strong>en</strong> met wat <strong>voor</strong>af is gegaan, kan je<br />
de <strong>voor</strong>naamste ding<strong>en</strong> kort herhal<strong>en</strong>, maar dan <strong>en</strong>kel op dezelfde manier als dat eerder gebeurd is.<br />
• Beperk het surveiller<strong>en</strong> tot ‘oplett<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> niet spiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed doorwerk<strong>en</strong>’. Kijk niet op hun<br />
blad<strong>en</strong> of ze het goed do<strong>en</strong>, want dan zull<strong>en</strong> ze wellicht je goed- of afkeuring verwacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> die mag<br />
je niet gev<strong>en</strong>.<br />
Met de toets<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong> eerlijke manier te achterhal<strong>en</strong> hoe het met de taalvaardigheid van<br />
de leerling<strong>en</strong> gesteld is. Bij e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>d beeld daarvan is niemand gebaat: de leerkracht niet, de ouders<br />
niet <strong>en</strong> zeker de leerling zelf niet!<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
§5 DE BAND TUSSEN DE VLOT-TOETSEN EN DE VLAAMSE<br />
EINDTERMEN NEDERLANDS VOOR HET BASISONDERWIJS<br />
Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />
In deze bijdrage gaan we in op de band tuss<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> van VLOT <strong>en</strong> de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
Nederlands. We will<strong>en</strong> hier echter niet de theorie herhal<strong>en</strong> die uitgebreid aan bod komt, in de paragraf<strong>en</strong><br />
1.1, 1.2 <strong>en</strong> 1.3 van de inleiding.<br />
We situer<strong>en</strong> kort waarom de band tuss<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> niet rechtlijnig is <strong>en</strong> schepp<strong>en</strong><br />
klaarheid aan de hand van e<strong>en</strong> aantal <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Het is zinvol de eindterm<strong>en</strong> zelf bij de hand te<br />
hebb<strong>en</strong>. [noot]<br />
Algeme<strong>en</strong><br />
De eindterm<strong>en</strong> zijn minimumdoelstelling<strong>en</strong> die alle leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> op het einde van<br />
het zesde <strong>leerjaar</strong>. Wie de eindterm<strong>en</strong> leest <strong>en</strong> bestudeert, weet dat het e<strong>en</strong> beperkt aantal krachtige,<br />
maar erg algeme<strong>en</strong> geformuleerde vaardighed<strong>en</strong> zijn. Er is nood aan - <strong>en</strong> dat is ook de bedoeling -<br />
verdere concretisering van deze doel<strong>en</strong> in leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerlijn<strong>en</strong>.<br />
VLOT, e<strong>en</strong> volgsysteem dat methode-overstijg<strong>en</strong>d wil zijn <strong>en</strong> bruikbaar is in alle vorm<strong>en</strong> van onderwijs<br />
<strong>en</strong> in alle nett<strong>en</strong>, maakt ge<strong>en</strong> gebruik van slechts één van de beschikbaar zijnde concretisering<strong>en</strong>, noch<br />
van leerplann<strong>en</strong>, noch van leerlijn<strong>en</strong> achter e<strong>en</strong> taalmethode. Er wordt integ<strong>en</strong>deel geprobeerd uit te<br />
gaan van e<strong>en</strong> zo breed mogelijk spectrum van elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat aangeeft wat er op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t<br />
van leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde leeftijd wordt verwacht <strong>en</strong> van de zin van die verwachting<strong>en</strong> in het licht<br />
van de eindterm<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>, om na te gaan of de leerling<strong>en</strong> op weg zijn om de<br />
vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bedoeld. Uiteraard moet<strong>en</strong> die tak<strong>en</strong> in de<br />
lagere leerjar<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de niveaus (vaardigheid, verwerkingsniveau, tekstsoort, publiek) gemakkelijker<br />
zijn dan wat in de eindterm<strong>en</strong> wordt gevraagd. Maar aangezi<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> niet per <strong>leerjaar</strong><br />
zijn gespecificeerd, kan nerg<strong>en</strong>s exact bepaald word<strong>en</strong> wat nu net wel <strong>en</strong> net niet moet kunn<strong>en</strong>. Dat is<br />
de hoofdred<strong>en</strong> waarom de toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> zijn van norm<strong>en</strong> die aangev<strong>en</strong> hoe de gemiddelde Vlaamse<br />
leerling op de toets scoort.<br />
De red<strong>en</strong>ering die aan e<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>afgaat verloopt dus als volgt:<br />
• We will<strong>en</strong> nagaan of de leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> op het recht pad zitt<strong>en</strong> om eindterm X <strong>voor</strong><br />
vaardigheid X te bereik<strong>en</strong>.<br />
• vraagstelling: Wat zoud<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> dan al moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>?<br />
We bepal<strong>en</strong> dit op basis van aanvoel<strong>en</strong>, ervaring, leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerlijn<strong>en</strong>.<br />
• We ontwikkel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toets volg<strong>en</strong>s de gestelde verwachting. Die toets is inhoudelijk volledig<br />
onafhankelijk van e<strong>en</strong>der welke methode. We kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> werkvorm waarmee zoveel mogelijk<br />
leerling<strong>en</strong> vertrouwd zijn <strong>en</strong> die toelaat de resultat<strong>en</strong> objectief te scor<strong>en</strong>.<br />
• We gaan met e<strong>en</strong> proefafname van de toets na of we de getoetste vaardigheid inderdaad van de<br />
leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong>. Dat leid<strong>en</strong> we af uit de algem<strong>en</strong>e gemiddelde<br />
score van die proefafname.<br />
[noot]<br />
De definitieve eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn terug te vind<strong>en</strong> in Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>.<br />
Informatiemap <strong>voor</strong> de onderwijspraktijk. Gewoon basisonderwijs. Brussel: Ministerie van de<br />
Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap - Departem<strong>en</strong>t Onderwijs - C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie <strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie - 1998,<br />
pag. 77-81.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
37
38<br />
We strev<strong>en</strong> daarbij naar e<strong>en</strong> gemiddelde dat toelaat zo goed mogelijk leerling<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>d<br />
taalvaardigheidsniveau te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>. Daarbij is het niet in de eerste plaats de bedoeling de<br />
betere van de beste leerling<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong> maar <strong>voor</strong>al in de zwakkere groep e<strong>en</strong><br />
onderscheid te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> risico- <strong>en</strong> echte probleemgevall<strong>en</strong>. We verwacht<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong><br />
(bijna) perfect resultaat van zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong>, maar legg<strong>en</strong> het gemiddelde wel hoger dan<br />
50% (idealiter rond 75%). Kortom: we zorg<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> dat de taalvaardige leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
bevredig<strong>en</strong>de prestatie lever<strong>en</strong> op de toets.<br />
• Als het gemiddelde goed is én de resultat<strong>en</strong> van de betrouwbaarheidsanalyse zijn goed, beschouw<strong>en</strong><br />
we de toets als e<strong>en</strong> bruikbaar instrum<strong>en</strong>t om de taalvaardigheid van de leerling<strong>en</strong> na te gaan.<br />
Eén toets is slechts één instrum<strong>en</strong>t dat één vaardigheid op één niveau toetst aan de hand van één tekst.<br />
Nooit mag op basis van één toetsresultaat beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling al of niet voldo<strong>en</strong>de<br />
taalvaardig is op dat punt in het onderwijs. Zelf alle toets<strong>en</strong> van VLOT sam<strong>en</strong> dekk<strong>en</strong> niet de hele<br />
taalvaardigheids- of eindterm<strong>en</strong>lading. We prober<strong>en</strong> wel zoveel mogelijk verscheid<strong>en</strong>heid te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>,<br />
opdat het beeld van het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong> zo precies mogelijk kan word<strong>en</strong><br />
getek<strong>en</strong>d. Maar het is niet onze bedoeling om in elk <strong>leerjaar</strong> <strong>voor</strong> elke eindterm e<strong>en</strong> toets te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bijgevolg te will<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat: deze leerling de eindterm<strong>en</strong> zal hal<strong>en</strong> of niet. De risico’s van het grote<br />
belang dat aan dat soort toets<strong>en</strong> wordt gehecht, hebb<strong>en</strong> we in paragraaf 1.2 besprok<strong>en</strong> (zie ‘teaching to<br />
the test’).<br />
De toets<strong>en</strong> van VLOT zijn eerder één van de indicaties die op e<strong>en</strong> zinvolle manier kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot<br />
de beeldvorming van het taalvaardigheidsniveau van e<strong>en</strong> leerling, sam<strong>en</strong> met andere toetsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
prestaties op tak<strong>en</strong> in de klas <strong>en</strong>, niet in het minst, de ervaring van de leerkracht.<br />
Voorbeeld<strong>en</strong><br />
Hieronder bekijk<strong>en</strong> we, bij wijze van <strong>voor</strong>beeld, de leestoets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het <strong>derde</strong> meetmom<strong>en</strong>t (het einde<br />
van het schooljaar) van elk <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> legg<strong>en</strong> de link naar de eindterm<strong>en</strong>. We hop<strong>en</strong> dat deze<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot het duidelijker interpreter<strong>en</strong> van de prestaties op de toets<strong>en</strong> (Wat<br />
kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nu wel of niet?) <strong>en</strong> tot het zelf kunn<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong> door leerkracht<strong>en</strong> van deze band.<br />
De grijze kaders die bij het begin van de praktische handleiding van elke toets zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (meer<br />
bepaald de informatie achter de kopjes ‘aard van de toets’ <strong>en</strong> ‘verwerkingsniveau’) kunn<strong>en</strong> daarbij<br />
help<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
TWEEDE LEERJAAR<br />
WIE DOET WAT IN DE KLEUTERKLAS? ZET DE KLEUTERS IN DE JUISTE HOEK.<br />
aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de uitsprak<strong>en</strong> van vijfti<strong>en</strong> kleuters over wat ze will<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong> in de kleuterklas. Op basis daarvan plaats<strong>en</strong> zij de kleuters in de juiste<br />
hoek in de kleuterklas. Daarbij moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> blijk gev<strong>en</strong> van begrip<br />
van wat de kleuters zegg<strong>en</strong>.<br />
verwerkingsniveau: beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />
Wat de leerling<strong>en</strong> hier in feite, in eindterm<strong>en</strong>-term<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, is informatie achterhal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
tekst (verwerkingsniveau = beschrijv<strong>en</strong>d - eindterm<strong>en</strong> 3.1 tot 3.3). Omdat ze die informatie ook<br />
moet<strong>en</strong> overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> plan van de kleuterklas, kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat er al sprake is van <strong>en</strong>ige<br />
vorm van ‘ord<strong>en</strong><strong>en</strong>’ van de informatie (verwerkingsniveau = structurer<strong>en</strong> - eindterm<strong>en</strong> 3.4 <strong>en</strong> 3.5).<br />
De tekstsoort waar we hier mee werk<strong>en</strong> is echter van e<strong>en</strong> veel lager niveau dan die waarmee de<br />
leerling<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong>. Daar is sprake van<br />
‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde instructies <strong>voor</strong> handeling<strong>en</strong> van gevarieerde aard’ (3.1), ‘schema’s <strong>en</strong> tabell<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van het publiek’ (3.2), ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde tekst<strong>en</strong> in tijdschrift<strong>en</strong>’ (3.3) of ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />
bestemde school- <strong>en</strong> studietekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> instructies bij schoolopdracht<strong>en</strong>’ (3.4) <strong>en</strong> ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde<br />
verhal<strong>en</strong>, kinderromans, dialog<strong>en</strong>, gedicht<strong>en</strong>, kindertijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugd<strong>en</strong>cyclopedieën’ (3.5).<br />
Hier gaat het om zeer herk<strong>en</strong>bare uitsprak<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op het niveau van de leerling<strong>en</strong> die de<br />
taak moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Het gaat om meerdere korte, duidelijk te vatt<strong>en</strong> tekstjes.<br />
DERDE LEERJAAR<br />
DE DIERENTUIN: IN WELK HOK ZET IK WELK DIER?<br />
aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> help<strong>en</strong> de opzichter van e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin, die alle dier<strong>en</strong> in<br />
nieuwe hokk<strong>en</strong> moet plaats<strong>en</strong>, door de <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het plaats<strong>en</strong> van<br />
de dier<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daarvan de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> in de<br />
hokk<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>. Wat hier getoetst wordt, is het begrip van de tekst over<br />
de dier<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de nodige informatie er kunn<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong>).<br />
verwerkingsniveau: beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />
Hier hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> taak die qua werkvorm <strong>en</strong> principe vrij gelijkaardig is aan die <strong>voor</strong> het tweede<br />
<strong>leerjaar</strong> (zie bov<strong>en</strong>). We werk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tekst die in kleinere geheeltjes is onderverdeeld. Maar die<br />
geheeltjes zijn al e<strong>en</strong> stuk langer dan in de toets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> hang<strong>en</strong> meer met<br />
elkaar sam<strong>en</strong>. Er zijn dus meer verwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het totale pakket tekst dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong> is aanzi<strong>en</strong>lijk langer dan in de vorige toets.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de tekst geschrev<strong>en</strong> vanuit het perspectief van e<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong>e, die weliswaar op<br />
kinderniveau spreekt, maar ook dat aspect maakt de toets per definitie moeilijker <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s deze lijn kan m<strong>en</strong> aan dit soort taak steeds hogere eis<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> om zo uiteindelijk op het<br />
niveau van de eindterm<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong>. Niets sluit echter uit dat we ook verder gaan dan dat niveau,<br />
aangezi<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> minimumdoel<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> we bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet noodzakelijk perfectie<br />
verwacht<strong>en</strong> om van e<strong>en</strong> goed toetsresultaat te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
39
40<br />
VIERDE LEERJAAR<br />
EEN TEKST OVER FLAMENCO LEZEN EN DE JUISTE WOORDEN INVULLEN<br />
aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invuloef<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> tekst over flam<strong>en</strong>co. Zij<br />
krijg<strong>en</strong> de in te vull<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>, in alfabetische volgorde <strong>en</strong> zonder vervoeging<br />
of verbuiging. De bedoeling is dat ze de tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong>, door gebruik<br />
te mak<strong>en</strong> van de context, de juiste woord<strong>en</strong> in de juiste vorm op de juiste<br />
plaats invull<strong>en</strong>.<br />
verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d<br />
De tekst waarmee in deze toets wordt gewerkt is vrijwel integraal overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> tijdschrift<br />
<strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong>. In de eindterm<strong>en</strong> 3.3 <strong>en</strong> 3.5 lez<strong>en</strong> we dat de leerling<strong>en</strong> in dat soort tekst informatie<br />
moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
De band tuss<strong>en</strong> deze toets <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> is dus vrij duidelijk.<br />
Toch kunn<strong>en</strong> we op basis van deze toets ge<strong>en</strong>szins besluit<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> de eindterm hal<strong>en</strong>,<br />
want het gaat hier slechts om één <strong>voor</strong>beeld, één werkvorm (invuloef<strong>en</strong>ing) van de bedoelde<br />
tekstsoort, e<strong>en</strong> vrij kort <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig <strong>voor</strong>beeld. Er zijn dus nog eindeloos veel mogelijke invulling<strong>en</strong>,<br />
moeilijker <strong>en</strong> gemakkelijker, <strong>voor</strong> deze eindterm te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het resultaat op deze toets is e<strong>en</strong><br />
indicatie.<br />
VIJFDE LEERJAAR<br />
INFORMATIE UIT EEN PROGRAMMATEKST VAN EEN KAMP OVERBRENGEN IN EEN AGENDA<br />
aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de nodige gegev<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de tekst over<br />
in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da. Het gaat om de beschrijving van wat er allemaal zal<br />
gebeur<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vijfdaags kamp. De moeilijkheid is natuurlijk om de<br />
informatie juist over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overtollige ding<strong>en</strong> weg te lat<strong>en</strong>, want<br />
in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da is er niet zoveel plaats.<br />
verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d<br />
Door de leerling<strong>en</strong> deze taak te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, will<strong>en</strong> we nagaan of ze de informatie uit de<br />
beschrijv<strong>en</strong>de tekst juist kunn<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong> <strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>. De tekstsoort vind<strong>en</strong> we als dusdanig niet<br />
terug in de eindterm<strong>en</strong>. Het gaat hier om e<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het vijfde <strong>leerjaar</strong> geschikte versie van ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />
bestemde school- <strong>en</strong> studietekst<strong>en</strong>’.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
ZESDE LEERJAAR<br />
UITSPRAKEN VAN SCHRIJVERS EN INFORMATIEVE STUKJES OVER HEN<br />
MET ELKAAR VERBINDEN<br />
aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> eerst veerti<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> van jeugdauteurs. In veerti<strong>en</strong><br />
korte, informatieve stukjes over deze jeugdschrijvers zoek<strong>en</strong> zij vervolg<strong>en</strong>s<br />
wie welke uitspraak heeft gedaan. Zij moet<strong>en</strong> dus deze tekstjes lez<strong>en</strong> met<br />
de uitsprak<strong>en</strong> in het achterhoofd <strong>en</strong> er de juiste informatie uithal<strong>en</strong>.<br />
verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d/evaluer<strong>en</strong>d<br />
Met deze toets wordt de stap gezet naar het hoogste verwerkingsniveau: de leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op<br />
basis van, hetzij de eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing, hetzij informatie uit andere bronn<strong>en</strong>, informatie beoordel<strong>en</strong><br />
(verwerkingsniveau = beoordel<strong>en</strong> of evaluer<strong>en</strong>). Wat de leerling<strong>en</strong> hier moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> is de uitsprak<strong>en</strong><br />
van de schrijvers beoordel<strong>en</strong> op basis van de informatie die ze over h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Het gaat hier om<br />
e<strong>en</strong> zeer uitgebreide, ingewikkelde taak, waarin de leerling<strong>en</strong> grote hoeveelhed<strong>en</strong> tekst moet<strong>en</strong><br />
verwerk<strong>en</strong>. Daarteg<strong>en</strong>over staat dat de tekstsoort (g<strong>en</strong>re studietekst, tekst uit e<strong>en</strong> jeugd<strong>en</strong>cyclopedie)<br />
er e<strong>en</strong> is waarmee de leerling<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong> nog niet op dit verwerkingsniveau<br />
moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>.<br />
Door de verschill<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de hand waarvan we e<strong>en</strong> taak definiër<strong>en</strong> zo te lat<strong>en</strong> variër<strong>en</strong>,<br />
krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> uitgebreid scala van tak<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus. Op basis van veel verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> we ons e<strong>en</strong> goed beeld vorm<strong>en</strong> van het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
41
42<br />
§6 SCHRIJFVAARDIGHEID BEVORDEREN EN BEOORDELEN<br />
Kris Van D<strong>en</strong> Brand<strong>en</strong><br />
Deze bijdrage gaat dieper in op de vaardigheid schrijv<strong>en</strong>. De auteur bespreekt onder meer hoe schrijfvaardigheid<br />
op e<strong>en</strong> goede manier getoetst kan word<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> manier waarbij de schrijftoets<strong>en</strong> van VLOT<br />
aansluit<strong>en</strong>), wat belangrijk is bij het beoordel<strong>en</strong> van schrijfproduct<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> op welke wijze<br />
het bevorder<strong>en</strong> of remediër<strong>en</strong> van schrijfvaardigheid kan verlop<strong>en</strong>.<br />
1 Inleiding<br />
Van schrijv<strong>en</strong> wordt wel e<strong>en</strong>s gezegd dat het de taaiste van de vier vaardighed<strong>en</strong> is. Daar zit wel wat<br />
waarheid in. Wie nagaat welke eis<strong>en</strong> er allemaal aan e<strong>en</strong> goed schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld, komt al<br />
snel tot e<strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>d lijstje:<br />
a. Om e<strong>en</strong> goed schrijfproduct af te lever<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong> schrijver allereerst in staat zijn om ideeën te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.<br />
Wie wordt gevraagd om aan e<strong>en</strong> onaf verhaal e<strong>en</strong> einde te brei<strong>en</strong>, zal dat einde wel eerst moet<strong>en</strong><br />
verzinn<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> leerling de opdracht krijgt om e<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>de brief te schrijv<strong>en</strong> waarin de<br />
directeur wordt gevraagd de speelplaats van de school e<strong>en</strong> nieuw aanzicht te gev<strong>en</strong>, zal de leerling<br />
in eerste instantie goede argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die herinrichting, <strong>en</strong> goede alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de huidige<br />
inrichting, moet<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />
b. Die ideeën moet e<strong>en</strong> schrijver in begrijpelijke taal giet<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> leerling die e<strong>en</strong> eind<br />
aan e<strong>en</strong> verhaal moet brei<strong>en</strong>, het filmpje van dat einde niet alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zijn og<strong>en</strong> moet zi<strong>en</strong> afspel<strong>en</strong>,<br />
maar ook de nodige woord<strong>en</strong>, uitdrukking<strong>en</strong>, grammaticale regels etc. uit zijn geheug<strong>en</strong> moet<br />
opdiep<strong>en</strong> om dat filmpje in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>.<br />
c. Met geschrev<strong>en</strong> taal moet de schrijver bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in staat zijn om met iemand te communicer<strong>en</strong> die<br />
niet aanwezig is (de lezer). De schrijver moet e<strong>en</strong> ander ‘op afstand’ overtuig<strong>en</strong>, informer<strong>en</strong>,<br />
amuser<strong>en</strong>, etc. Om e<strong>en</strong> lezer op gepaste wijze te informer<strong>en</strong>, zal de schrijver rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong><br />
met wat die lezer al weet <strong>en</strong> wat hij nog niet weet; om e<strong>en</strong> lezer te overtuig<strong>en</strong> zal de schrijver rek<strong>en</strong>ing<br />
moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met wat de lezer belangrijk, gepast, etc. vindt. Als schrijver moet je dus als het ware<br />
uit je eig<strong>en</strong> huid kruip<strong>en</strong> <strong>en</strong> je verplaats<strong>en</strong> in de huid van die ander. Het grote verschil tuss<strong>en</strong> mondelinge<br />
<strong>en</strong> schriftelijke communicatie is precies hierin geleg<strong>en</strong>: bij mondelinge communicatie is de ontvanger<br />
(de luisteraar) aanwezig, <strong>en</strong> kan hij op het mom<strong>en</strong>t van het communicer<strong>en</strong> zelf signal<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />
van hoe hij de boodschap ontvangt. Als hij iets niet begrijpt kan hij zijn w<strong>en</strong>kbrauw<strong>en</strong> frons<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />
verduidelijking vrag<strong>en</strong>, als hem iets wordt verteld dat hij al lang weet, kan hij dat mete<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong>, als<br />
hij niet geamuseerd wordt (terwijl dat net de bedoeling is) kan e<strong>en</strong> geeuw heel veel op<strong>en</strong>bar<strong>en</strong>, als hij<br />
niet overtuigd wordt door de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de spreker, kan hij protester<strong>en</strong> of teg<strong>en</strong>argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
beginn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Door die signal<strong>en</strong> zal de spreker word<strong>en</strong> aangezet om zijn boodschap aan te pass<strong>en</strong>.<br />
Bij schriftelijke communicatie krijgt de schrijver op het mom<strong>en</strong>t van het schrijv<strong>en</strong> dat soort signal<strong>en</strong> niet.<br />
Hij zal die signal<strong>en</strong> zelf moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zijn schrijfproduct op die manier kned<strong>en</strong> <strong>en</strong> herkned<strong>en</strong>.<br />
d. T<strong>en</strong>slotte moet e<strong>en</strong> schrijver ook nog rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal conv<strong>en</strong>ties. Zo zijn er e<strong>en</strong> aantal<br />
spellingconv<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> grammaticaregels die hij moet respecter<strong>en</strong>, maar ev<strong>en</strong>zeer conv<strong>en</strong>ties op het<br />
vlak van lay-out (d<strong>en</strong>k maar aan briev<strong>en</strong>, of aan de titel bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> krant<strong>en</strong>artikel).<br />
E<strong>en</strong> goede schrijver is iemand die in zijn schrijfsels aan deze vier eis<strong>en</strong> op geïntegreerde wijze tegemoet<br />
komt. Hij is in staat om goede ideeën te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>, die in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>, dat op zo’n manier<br />
te do<strong>en</strong> dat zijn schrijfproduct e<strong>en</strong> bepaald doel bij e<strong>en</strong> bepaald publiek bereikt, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de<br />
conv<strong>en</strong>ties te respecter<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> het g<strong>en</strong>re in kwestie van belang word<strong>en</strong> geacht.<br />
Kinder<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> goede schrijvers. Of beter, nog ge<strong>en</strong> goede schrijvers. Kinder<strong>en</strong> zijn nog niet in staat<br />
om met deze vier eis<strong>en</strong> in gelijke mate rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>. Opstell<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijftoets<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> dan ook vaak ontnuchter<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>. Wat blijkt uit heel wat onderzoek naar schrijfproduct<strong>en</strong> van<br />
kinder<strong>en</strong> uit het basisonderwijs, is dat kinder<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong> manier omgaan met de vier<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
ov<strong>en</strong>vermelde eis<strong>en</strong>. Sommige van die eis<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> ze, met andere gaan ze op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong>zinnige<br />
manier om, <strong>en</strong> nog andere stell<strong>en</strong> ze heel c<strong>en</strong>traal. Het onderstaand <strong>voor</strong>beeld werkt in dit verband<br />
verhelder<strong>en</strong>d. In het <strong>voor</strong>beeld heeft K., e<strong>en</strong> leerling van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>, de opdracht gekreg<strong>en</strong> om<br />
e<strong>en</strong> opstel van 1 bladzijde te schrijv<strong>en</strong> over “mijn speelgoed” :<br />
Ik speel graag met mijn (m) nint<strong>en</strong>do<br />
daar staan veel speletjes op<br />
fater woriors vin ik het leukst<br />
ze vegte e<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echt kikboks<strong>en</strong><br />
zoals de power r<strong>en</strong>gers daar zie ik elke dag naar op de t V<br />
daar bestaan ook popetjes van die heb ik alemaal<br />
ze kunne hun arm<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
beweege <strong>en</strong> echt (w) vegt<strong>en</strong> met draak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo<br />
ik heb ook filme van Pokahoontas <strong>en</strong> van disnie<br />
ik zie ook altijd naar Samson<br />
met kerstmis wil ik daar e<strong>en</strong>s naar gaan zi<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ook ngo naar de dieretuin<br />
nu weet ik niks meer<br />
K. g<strong>en</strong>ereert op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong> manier ideeën (eis 1): namelijk, door middel van associatie. Het <strong>en</strong>e idee<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld, films op tv) roept het andere op (Samson). Zo springt K. van de hak op de tak, <strong>en</strong> gaat de<br />
onderlinge sam<strong>en</strong>hang van die gedacht<strong>en</strong>sprong<strong>en</strong>, <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al de band met het oorspronkelijke onderwerp,<br />
verlor<strong>en</strong>. Dat is vaak het geval met kinderopstell<strong>en</strong>: inhoudelijk hang<strong>en</strong> ze met hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong><br />
aan mekaar, precies omdat kinder<strong>en</strong> al te vaak, <strong>en</strong> al te gretig, associatief te werk gaan. Wat de tweede<br />
eis (het giet<strong>en</strong> van die ideeën in begrijpelijke taal) betreft, is het duidelijk dat K. het principe hanteert van<br />
“ik schrijf het op zoals het in me opkomt”. Opvall<strong>en</strong>d is dat hij de taal waarin hij zijn ideeën giet, niet echt<br />
kritisch bekijkt (hij heeft niks geschrapt of verbeterd, of anders geformuleerd), op e<strong>en</strong> bepaald aspect na:<br />
spelling. Met zijn lezer (eis 3) lijkt hij maar in heel beperkte mate rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>, het gaat hem <strong>voor</strong>al<br />
over wat hijzelf weet te verzinn<strong>en</strong>. Enkel het feit dat die lezer heeft gevraagd om e<strong>en</strong> bladzijde vol te<br />
schrijv<strong>en</strong>, leidt K. tot zijn verontschuldig<strong>en</strong>de laatste zin. Aan conv<strong>en</strong>ties heeft hij blijkbaar e<strong>en</strong> broertje<br />
dood: ge<strong>en</strong> titel, ge<strong>en</strong> punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoofdletters, <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> paar spellingproblem<strong>en</strong> pakt hij aan.<br />
Hier moet mete<strong>en</strong> aan toegevoegd word<strong>en</strong> dat deze comm<strong>en</strong>taar niet als e<strong>en</strong> verwijt naar het kind mag<br />
word<strong>en</strong> opgevat. Enerzijds weerspiegelt dit opstel de natuurlijke manier waarop beginn<strong>en</strong>de schrijvers<br />
het probleem van schrijfopdracht<strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong> (bv. het associatieve karakter), anderzijds zijn e<strong>en</strong> aantal<br />
gebrek<strong>en</strong> van dit schrijfopdrachtje rechtstreeks toe te schrijv<strong>en</strong> aan de aard van de opdracht die aan de<br />
leerling werd gegev<strong>en</strong>. De leerkracht oogst hier als het ware wat hij zelf heeft gezaaid. Zo is het niet<br />
verwonderlijk dat K. ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing hield met de lezer. Dat werd hem immers niet gevraagd. In de<br />
instructie was helemaal niet uitgestippeld dat hij dat opstel <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde lezer, <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifiek<br />
doel <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>, moest schrijv<strong>en</strong>.<br />
Als toets van schrijfvaardigheid zou deze taak dan ook niet deug<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede toets van schrijfvaardigheid<br />
beoogt namelijk te toets<strong>en</strong> of kinder<strong>en</strong> (op hun eig<strong>en</strong> niveau) schrijfvaardig zijn, dus of ze (op<br />
hun eig<strong>en</strong> niveau) kunn<strong>en</strong> omgaan met de eis<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld. Dat betek<strong>en</strong>t<br />
dat e<strong>en</strong> schrijftoets pas e<strong>en</strong> goede schrijftoets is, <strong>en</strong> dus echt schrijfvaardigheid meet, indi<strong>en</strong> het e<strong>en</strong><br />
complete schrijfopdracht is waarbij de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde vier eis<strong>en</strong> geïntegreerd aanwezig zijn. E<strong>en</strong> goede<br />
schrijftoets vraagt dus van de leerling om bepaalde ideeën in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>, op zo ’n manier<br />
dat bij e<strong>en</strong> bepaalde lezer e<strong>en</strong> bepaald doel wordt bereikt, <strong>en</strong> waarbij bepaalde conv<strong>en</strong>ties (welke, dat<br />
hangt van de aard van de schrijftaak af) word<strong>en</strong> gerespecteerd.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
43
44<br />
2 Schrijfvaardigheid bevorder<strong>en</strong><br />
Niet alle<strong>en</strong> schrijftoets<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> complete schrijfopdracht<strong>en</strong> zijn, maar ook de schrijftak<strong>en</strong> die we aan<br />
leerling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> het schooljaar om hun schrijfvaardigheid te bevorder<strong>en</strong>. Het is nogal logisch<br />
dat als we leerling<strong>en</strong> will<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> om met bepaalde eis<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> (lezer, doel), we h<strong>en</strong><br />
veelvuldig met die eis<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> confronter<strong>en</strong>. Schrijv<strong>en</strong> leer je immers grot<strong>en</strong>deels al do<strong>en</strong>de.<br />
In het volg<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>beeld werd e<strong>en</strong> dergelijke complete schrijftaak gegev<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong><br />
<strong>leerjaar</strong> kreg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal zonder tekstballonnetjes <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>. De schrijfopdracht bestond erin dat<br />
ze de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de schoolkrant. In de schoolkrant was echter ge<strong>en</strong> plaats <strong>voor</strong> de<br />
tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, dus moest<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat lezers die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kond<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> toch<br />
het verhaal kond<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. In vele gevall<strong>en</strong> (zoals het onderstaande) bleek dat niet te lukk<strong>en</strong>:<br />
De jong<strong>en</strong>s speel<strong>en</strong> voetbal<br />
En dan die andere schopt heel hard<br />
ze hebb<strong>en</strong> planetjes<br />
Ja ja we gaan dat schilder<strong>en</strong> met zwarte verf<br />
ha ha daar is hij kom we verstop<strong>en</strong> ons agter de muur<br />
Auw Auw dat doet zeer mijn voet gebrook<strong>en</strong><br />
Nu komt hij nooit meer trug<br />
Het <strong>voor</strong>naamste probleem van deze schrijfopdracht is niet het aantal spellingfout<strong>en</strong> dat erin staat, maar<br />
het feit dat de schrijfster moeilijk kan inschatt<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> lezer die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kan zi<strong>en</strong> aan<br />
informatie (verband<strong>en</strong>, verwijzing<strong>en</strong>) nodig heeft om de draad van het verhaal te kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. Voor<br />
het kind zelf is het verhaal zonneklaar, het ligt immers in stripvorm <strong>voor</strong> haar og<strong>en</strong>. Al wat niet op papier<br />
staat, kan het kind erbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> buig<strong>en</strong> deze red<strong>en</strong>ering echter vaak om: alles wat je erbij kunt<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, hoeft niet op papier.<br />
Dit <strong>voor</strong>beeld toont duidelijk aan dat het gev<strong>en</strong> van complete schrijftak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> lang niet<br />
volstaat om hun schrijfvaardigheid te bevorder<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> belangrijke eerste stap, maar met die stap<br />
b<strong>en</strong> je er nog lang niet. Het is niet omdat je leerling<strong>en</strong> vraagt om iets te schrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />
lezer, dat ze in hun schrijfsels automatisch rek<strong>en</strong>ing gaan houd<strong>en</strong> met die (afwezige) lezer. Integ<strong>en</strong>deel,<br />
de kans is groot dat de leerling<strong>en</strong> na twee minut<strong>en</strong> al weer op zichzelf zijn teruggeplooid. Het zal dan<br />
ook van belang zijn om kinder<strong>en</strong> in hun schrijfproces int<strong>en</strong>sief te begeleid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> te ondersteun<strong>en</strong> in<br />
het tegemoetkom<strong>en</strong> aan de eis<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> goed schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld.<br />
Dat gebeurde in het bov<strong>en</strong>staande strip-<strong>voor</strong>beeld niet. Nadat de leerling<strong>en</strong> de instructie tot de<br />
schrijfopdracht hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> zij gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> half uur met rust gelat<strong>en</strong>. Op het einde van<br />
het lesuur gav<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> hun verhaal af aan de leerkracht, waarop deze de opstell<strong>en</strong> verbeterde.<br />
Hieronder vindt u hetzelfde opstel terug met de aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de leerkracht.<br />
De jong<strong>en</strong>s speel<strong>en</strong> voetbal<br />
En dan die andere schopt heel hard<br />
nn<br />
ze hebb<strong>en</strong> planetjes<br />
Ja ja we gaan dat schilder<strong>en</strong> met zwarte verf<br />
pp ch<br />
ha ha daar is hij kom we verstop<strong>en</strong> ons agter de muur<br />
Auw Auw dat doet zeer mijn voet gebrook<strong>en</strong><br />
terug<br />
Nu komt hij nooit meer trug<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Ik vrees dat dit soort feedback onze leerling niet echt veel helpt om e<strong>en</strong> betere, meer lezergerichte,<br />
schrijver te word<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, de kans is groot dat dit soort van feedback bij de schrijver totaal<br />
verkeerde noties aanwakkert over waar het bij schrijv<strong>en</strong> op aan komt. T<strong>en</strong> eerste is de feedback haast<br />
uitsluit<strong>en</strong>d gericht op het micro-niveau van correcte spelling <strong>en</strong> grammatica. De leerling kan dus zonder<br />
meer de conclusie trekk<strong>en</strong> dat haar opstel op inhoudelijk vlak perfect was, dat alle informatie <strong>en</strong><br />
verband<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de niets wet<strong>en</strong>de lezer <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede kan de vraag gesteld word<strong>en</strong> of<br />
de leerling zelfs op het vlak van spelling <strong>en</strong> vormcorrectheid iets bijleert: de fout<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> haar<br />
verbeterd, de leerling hoeft dus zelf niet na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. En t<strong>en</strong> <strong>derde</strong> dreigt, zeker wanneer de leerling<br />
pas veel dag<strong>en</strong> nadi<strong>en</strong> haar blad weer in hand<strong>en</strong> krijgt, het vijg<strong>en</strong>-na-Pas<strong>en</strong>-syndroom (of beter: het<br />
schrijv<strong>en</strong>-na-Pas<strong>en</strong>-syndroom). De feedback komt <strong>voor</strong> de leerling op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t dat de interesse in de<br />
taak al sterk is weggeëbd.<br />
Alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dit soort van verbeterwerk moet<strong>en</strong> gezocht word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t van<br />
feedback, e<strong>en</strong> andere inhoudelijke invulling ervan, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere functie. Het ideale mom<strong>en</strong>t om<br />
feedback <strong>en</strong> ondersteuning te gev<strong>en</strong> valt <strong>voor</strong>aleer de leerling e<strong>en</strong> - psychologisch - punt achter haar<br />
schrijfproces heeft gezet, <strong>en</strong> niet erna. Kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> het meest op<strong>en</strong> staan <strong>voor</strong> feedback op het<br />
mom<strong>en</strong>t dat ze nog op<strong>en</strong> staan <strong>voor</strong> de taak waarop die feedback slaat, op het mom<strong>en</strong>t dat ze de hulp<br />
die h<strong>en</strong> wordt aangebod<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> als on-line informatie waarmee ze mete<strong>en</strong> iets kunn<strong>en</strong> aanvang<strong>en</strong>.<br />
De bedoeling van de feedback moet er in de eerste plaats in bestaan de pot<strong>en</strong>tiële lezer van het<br />
schrijfproduct t<strong>en</strong> tonele te voer<strong>en</strong>, met andere woord<strong>en</strong> de schrijver lat<strong>en</strong> aanvoel<strong>en</strong> wat <strong>voor</strong> effect zijn<br />
<strong>voor</strong>lopig schrijfproduct zal hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lezer. In het <strong>voor</strong>beeld hierbov<strong>en</strong> zal de lezer die de<br />
tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet k<strong>en</strong>t <strong>en</strong> toch het verhaal wil begrijp<strong>en</strong>, concrete vrag<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> in de trant van:<br />
“Wat gaan ze schilder<strong>en</strong>?” “Wie is die andere?” “Is dat ook e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>?” “Wie doet er zich pijn?” “Wat<br />
gebeurt er?” Het zijn dit soort vrag<strong>en</strong> die de schrijver confronter<strong>en</strong> met de gebrek<strong>en</strong> van zijn schrijfproduct,<br />
<strong>en</strong> die hem ook e<strong>en</strong> scherp beeld oplever<strong>en</strong> van waar het om draait.<br />
Het probleem van leerkracht<strong>en</strong> is echter dat zij zeld<strong>en</strong> de niets wet<strong>en</strong>de lezer kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. Bij het<br />
<strong>voor</strong>beeld van het stripverhaal kan ook de leerkracht de informatie die niet is gegev<strong>en</strong> erbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,<br />
precies omdat hij het stripverhaal door <strong>en</strong> door k<strong>en</strong>t. Dat is paradoxaal, aangezi<strong>en</strong> de opdracht erin<br />
bestond het verhaal te beschrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> iemand die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kon zi<strong>en</strong>. De leerkracht moet zich<br />
dus in de huid van de lezer wring<strong>en</strong>: dat betek<strong>en</strong>t zijn huid van alwet<strong>en</strong>de aflegg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de verwarring<br />
van de niets wet<strong>en</strong>de lezer uit<strong>en</strong>. Op die manier krijgt de schrijver toch de signal<strong>en</strong> van de ontvanger,<br />
net zoals dat in mondelinge interactie gebeurt. Er wordt als het ware e<strong>en</strong> mondelinge brug ingelast<br />
tuss<strong>en</strong> de eis<strong>en</strong> van de schrijftaal <strong>en</strong> de schrijfvaardigheid van de schrijver.<br />
De inhoud van die mondelinge feedback moet rechtstreeks gelinkt zijn aan de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak.<br />
Het is nogal logisch dat als leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>de brief moet<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> zij in de eerste plaats<br />
feedback krijg<strong>en</strong> over de overtuigingskracht van hun <strong>voor</strong>lopig schrijfsel. Als kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal<br />
moet<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>, is het belangrijk dat zij informatie krijg<strong>en</strong> over hoe goed e<strong>en</strong> lezer die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
niet ziet, het verhaal nog kan volg<strong>en</strong>. Dit houdt in dat leerkracht<strong>en</strong>, om goed feedback te gev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />
schrijfopdracht, eerst <strong>voor</strong> zichzelf moet<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> wat de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak is.<br />
De ess<strong>en</strong>tie van e<strong>en</strong> schrijftaak vind je door e<strong>en</strong> antwoord te gev<strong>en</strong> op de simpele vraag: wanneer is<br />
deze schrijfopdracht voldo<strong>en</strong>de goed uitgevoerd? Welke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er zeker in het schrijfproduct<br />
zitt<strong>en</strong>? Die elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in de eerste plaats op het inhoudelijke vlak gezocht word<strong>en</strong>; of vorm <strong>en</strong><br />
correctheid ook e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel elem<strong>en</strong>t is, hangt van de schrijftaak af. E<strong>en</strong> opsomming van de ess<strong>en</strong>tiële<br />
<strong>en</strong> vormelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> beoordelingswijzer. Dit is de wijzer die de leerkracht in zijn<br />
hoofd heeft als hij kinder<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> feedback gaat gev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook wanneer hij de finale<br />
versies van het schrijfproduct gaat beoordel<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
45
46<br />
3 Praktisch realiseerbaar?<br />
Leerkracht<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> nascholing met deze ideeën word<strong>en</strong> geconfronteerd onderschrijv<strong>en</strong> de logica<br />
van de red<strong>en</strong>ering meestal zonder veel moeite, onderschrijv<strong>en</strong> ook het leerpot<strong>en</strong>tieel dat in deze aanpak<br />
vervat zit (zeker in vergelijking met de oude verbetermethode), maar wijz<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s op de belasting<br />
<strong>voor</strong> de leerkracht. Hoe kan je in e<strong>en</strong> klas van vijf<strong>en</strong>twintig dit soort van ondersteuning opzett<strong>en</strong>?<br />
T<strong>en</strong> eerste moet hier onderstreept word<strong>en</strong> dat de ondersteuning gediffer<strong>en</strong>tieerd di<strong>en</strong>t te gebeur<strong>en</strong>. Dat<br />
betek<strong>en</strong>t dat niet aan alle leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel aandacht moet geschonk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; ondersteuning di<strong>en</strong>t<br />
in de eerste plaats te gaan naar h<strong>en</strong> die dat het meest nodig hebb<strong>en</strong>. Om het initiatief van de leerling<br />
niet al te zeer te fnuik<strong>en</strong>, kan die ondersteuning tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> best de vorm aannem<strong>en</strong> van<br />
blitzbezoek<strong>en</strong> aan individuele leerling<strong>en</strong>. Hierbij leest de leerkracht (in stilte) wat de leerling tot dan toe<br />
heeft geproduceerd; indi<strong>en</strong> blijkt dat <strong>voor</strong> de modale lezer bepaalde informatie ontbreekt om te kunn<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong>, of de lezer (bv. door e<strong>en</strong> verkeerde verwijzing) op het verkeerde pad wordt gezet, kan de<br />
leerkracht daarop wijz<strong>en</strong>. Dit kan hij bij<strong>voor</strong>beeld do<strong>en</strong> door de verkeerde interpretatie aan de leerling<br />
aan te bied<strong>en</strong> (dus: de verwarring van de lezer weer te gev<strong>en</strong>), <strong>en</strong> de schrijver daarop te lat<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>.<br />
Zodra de leerkracht door heeft dat de leerling het probleem ziet, <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> antwoord op weet te<br />
formuler<strong>en</strong>, kan de leerkracht de leerling verder aan het werk lat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zich naar de volg<strong>en</strong>de leerling<br />
begev<strong>en</strong>. De leerkracht hoeft niet op de vingers van de leerling te blijv<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> tot de nieuwe versie (of<br />
nieuwe informatie) daadwerkelijk op papier staat. Het lijkt me beter om e<strong>en</strong> aantal minut<strong>en</strong> later nog<br />
e<strong>en</strong>s langs te gaan, <strong>en</strong> dan te kijk<strong>en</strong> hoe de leerling heeft gereageerd. Met andere woord<strong>en</strong>, bij het gev<strong>en</strong><br />
van feedback is het aangewez<strong>en</strong> dat de leerkracht niet alle initiatief naar zich toe trekt. Als leerling<strong>en</strong> zelf<br />
nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat nu precies de verwarring van de lezer veroorzaakte <strong>en</strong> hoe die kan word<strong>en</strong><br />
weggewerkt, gaan ze hun eig<strong>en</strong> schrijfproduct - <strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong> ervan - actief te lijf. De kans dat ze<br />
ler<strong>en</strong> (zelf less<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>) uit die actie zal groter zijn dan wanneer de leerkracht de leerling met zijn<br />
verbetering<strong>en</strong> <strong>voor</strong> voldong<strong>en</strong> feit<strong>en</strong> stelt <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar moet<strong>en</strong> knikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> absorber<strong>en</strong><br />
Leerkracht<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> ook niet op alle details in te gaan. Het is belangrijk hierbij de ess<strong>en</strong>tie van de<br />
schrijftaak strak <strong>voor</strong> og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Ook op dit vlak di<strong>en</strong>t de leerkracht te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>. Zo is het in<br />
e<strong>en</strong> verhaal met veel actie veel belangrijker de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> die acties goed te beschrijv<strong>en</strong>, dan de<br />
kleur van de trui van e<strong>en</strong> der hoofdrolspelers. Het focuss<strong>en</strong> van de leerkracht op ess<strong>en</strong>tiële elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
laat de leerling ook toe om zich e<strong>en</strong> beeld op te bouw<strong>en</strong> van waar het bij schrijv<strong>en</strong> om draait.<br />
Feedback moet niet alle<strong>en</strong> aangepast zijn aan de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak, maar ook aan de fase<br />
waarin het schrijfproces van de leerling zich bevindt. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> leerkracht pas opmerking<strong>en</strong><br />
over vormelijke afwerking (spelling, lay-out) begint te mak<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de inhoud op pot<strong>en</strong><br />
staat. T<strong>en</strong>slotte lat<strong>en</strong> wij, bij het aanmak<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> op onze pc, onze spellingcontrole ook maar pas<br />
lop<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de tekst inhoudelijk af is.<br />
Aan het einde van het schrijfuurtje, als de leerkracht e<strong>en</strong> heleboel blitzbezoekjes heeft afgelegd, zull<strong>en</strong><br />
misschi<strong>en</strong> niet alle leerling<strong>en</strong> de ondersteuning hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> waar ze nood aan hadd<strong>en</strong> (e<strong>en</strong><br />
leerkracht is ook maar e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s), <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> niet alle leerling<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong>zelfde product zijn gekom<strong>en</strong>. Dit<br />
hoeft echter niet te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het gev<strong>en</strong> van feedback als beëindigd di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
Als de leerling<strong>en</strong> hun eerste versie afgev<strong>en</strong> kan de leerkracht ook nog door middel van schriftelijke<br />
aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op inhoudelijke <strong>en</strong> vormelijke onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />
Uiteraard moet deze schriftelijke feedback duidelijk <strong>en</strong> bruikbaar zijn <strong>voor</strong> de leerling (het gev<strong>en</strong> van<br />
schriftelijke feedback is <strong>voor</strong> de leerkracht net zo goed e<strong>en</strong> lezergerichte schrijfopdracht). Het kan in dit<br />
verband handig zijn om de kinder<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> om bij de eerste versie van de schrijfopdracht op e<strong>en</strong><br />
dubbel blad te werk<strong>en</strong>. De leerling noteert zijn eerste versie van de schrijfopdracht op de rechterkant; de<br />
linkerkant wordt <strong>voor</strong>behoud<strong>en</strong> <strong>voor</strong> inhoudelijke opmerking<strong>en</strong> vanwege de leerkracht. De leerkracht<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
noteert die inhoudelijke opmerking<strong>en</strong> ter hoogte van de passage die <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorgde. Voor<br />
opmerking<strong>en</strong> van meer vormelijke aard kan in de tekst zelf word<strong>en</strong> gemarkeerd. Fout<strong>en</strong> die de kinder<strong>en</strong><br />
zelf kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>, hoev<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel maar onderstreept of aangestipt te word<strong>en</strong>, terwijl fout<strong>en</strong> die ze<br />
nog niet zelf kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> (bv. spellingregels waar ze nog niet aan toe zijn) door de leerkracht<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecorrigeerd. Ook positieve feedback mag in dit geheel niet ontbrek<strong>en</strong>.<br />
De tijd die verstrijkt tuss<strong>en</strong> het schrijv<strong>en</strong> van de eerste versie <strong>en</strong> het terugbezorg<strong>en</strong> daarvan aan de<br />
leerling met schriftelijke feedback kan best zo kort mogelijk gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Belangrijk is dat, als de<br />
leerling zijn opstel terugkrijgt, hij ge<strong>en</strong> punt of e<strong>en</strong> goed/slecht beoordeling krijgt, maar e<strong>en</strong> opdracht.<br />
Die bestaat erin om op basis van zijn eerste versie <strong>en</strong> de inhoudelijke/vormelijke opmerking<strong>en</strong> die de<br />
leerkracht daarbij heeft vermeld, e<strong>en</strong> finale versie te schrijv<strong>en</strong>. De feedback is dus niet het verdict van<br />
e<strong>en</strong> autoriteit, maar eerder de hulp van e<strong>en</strong> goedm<strong>en</strong><strong>en</strong>d lezer. Tuss<strong>en</strong> haakjes wil ik hier nog aanstipp<strong>en</strong><br />
dat <strong>voor</strong> het herschrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede schrijfuurtje kan word<strong>en</strong> ingelast, of dat het schrijv<strong>en</strong> van de finale<br />
versie ook als (zeer nuttig) huiswerk kan word<strong>en</strong> opgegev<strong>en</strong>.<br />
Het gev<strong>en</strong> van feedback hoeft overig<strong>en</strong>s niet te word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> exclusief <strong>voor</strong>recht van de<br />
leerkracht, of iets waartoe deze laatste alle<strong>en</strong> in staat zou zijn. E<strong>en</strong> klas van vier<strong>en</strong>twintig leerling<strong>en</strong> bevat<br />
<strong>voor</strong> elke leerling, naast de leerkracht, nog drieëntwintig andere pot<strong>en</strong>tiële feedback-verstrekkers. Precies<br />
omdat kinder<strong>en</strong> in het basisonderwijs vaak de opdracht krijg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> tekst <strong>voor</strong> fictieve leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />
te schrijv<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> de echte leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> die in de klas aanwezig zijn e<strong>en</strong> troef die niet mag word<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>egeerd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> gevoelig <strong>en</strong> ontvankelijk te zijn <strong>voor</strong> de signal<strong>en</strong> van hun<br />
medeleerling<strong>en</strong>.<br />
4 Remediër<strong>en</strong>?<br />
Zoals eerder aangestipt, moet<strong>en</strong> schrijfproduct<strong>en</strong> in hun finale versie beoordeeld word<strong>en</strong> op de ess<strong>en</strong>tie.<br />
Het heeft ge<strong>en</strong> zin, <strong>en</strong> het is teg<strong>en</strong>over leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet fair, om tijd<strong>en</strong>s feedbackmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heel<br />
sterk te hamer<strong>en</strong> op inhoudelijke aspect<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bij de eindbeoordeling spellingcorrectheid te do<strong>en</strong><br />
doorweg<strong>en</strong>. Finale schrijfproduct<strong>en</strong> - <strong>en</strong> dus ook schrijftoets<strong>en</strong> - moet<strong>en</strong> beoordeeld word<strong>en</strong> op de mate<br />
waarin de ess<strong>en</strong>tiële elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals ze vervat zijn in de beoordelingswijzer, aanwezig zijn. Daarbij<br />
kunn<strong>en</strong> dan ev<strong>en</strong>tueel nog extra punt<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (als m<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste met punt<strong>en</strong> wil werk<strong>en</strong>)<br />
als er bov<strong>en</strong>op de ess<strong>en</strong>tie nog bijkom<strong>en</strong>de bevorder<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> aanwezig zijn. Als e<strong>en</strong> leerling in<br />
e<strong>en</strong> stelopdracht niet alle<strong>en</strong> al de noodzakelijke informatie heeft vermeld die in de beoordelingswijzer zat,<br />
maar dat ook op e<strong>en</strong> originele manier heeft gedaan, <strong>en</strong> zonder spellingfout<strong>en</strong>, verdi<strong>en</strong>t hij extra punt<strong>en</strong><br />
(of extra lofbetuiging<strong>en</strong>).<br />
Bij leerling<strong>en</strong> die er e<strong>en</strong> aantal keer niet in slag<strong>en</strong> de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak te hal<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong><br />
leerkracht<strong>en</strong> vaak de neiging om aan de noodrem te gaan trekk<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong> het gevoel dat hun zwakste<br />
schrijvers zodanig overdonderd word<strong>en</strong> door de eis<strong>en</strong> die aan schrijfproduct<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld, dat die<br />
eis<strong>en</strong> zeer drastisch moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgebouwd. Er wordt dan ‘geremedieerd’ door te focuss<strong>en</strong> op slechts<br />
e<strong>en</strong> van de eis<strong>en</strong>, of slechts e<strong>en</strong> deelaspect van die eis<strong>en</strong>. De eis<strong>en</strong> die meestal het eerst sneuvel<strong>en</strong> zijn eis<br />
2 (schrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> lezer <strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald doel) <strong>en</strong> eis 1 (ideeën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>). Wat overblijft is meestal<br />
e<strong>en</strong> training op conv<strong>en</strong>ties (spelling) of het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op ‘in taal giet<strong>en</strong>’. Zo word<strong>en</strong> zwakke schrijvers in de<br />
remediëring vaak geconfronteerd op oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> rond ‘zinn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>’ of ‘werkwoord<strong>en</strong> vervoeg<strong>en</strong>’, of<br />
krijg<strong>en</strong> ze zeer vere<strong>en</strong>voudigde opdracht<strong>en</strong> in de trant van ‘schrijf e<strong>en</strong> goede zin over deze tek<strong>en</strong>ing’ of<br />
‘schrijf het teg<strong>en</strong>overgestelde van de opgegev<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong>’. Er kan lang gediscussieerd word<strong>en</strong> over de<br />
zinvolheid van dit soort oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, feit is dat kinder<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> goede schrijvers zijn als ze goede zinn<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>. Zinn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>, dat mag hopelijk duidelijk ondertuss<strong>en</strong>, is slechts e<strong>en</strong> beperkt aspect van<br />
wat er aan m<strong>en</strong>tale handeling<strong>en</strong> nodig is bij het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schrijfopdracht.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
47
48<br />
E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d probleem is dat die deeloef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vaak ook minder motiver<strong>en</strong>d <strong>en</strong> zinvol zijn <strong>voor</strong> de<br />
kinder<strong>en</strong> in kwestie. Goede schrijfproduct<strong>en</strong> aflever<strong>en</strong> heeft zeer veel te mak<strong>en</strong> met ‘bloed, zweet <strong>en</strong><br />
tran<strong>en</strong>’, met <strong>en</strong>ergie die je erin wil invester<strong>en</strong>. De opdracht<strong>en</strong> die in schrijfonderwijs aan kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>geschoteld moet<strong>en</strong> h<strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong> om er teg<strong>en</strong>aan te gaan. Die kans is groter bij e<strong>en</strong><br />
leuke, uitdag<strong>en</strong>de, communicatieve schrijfopdracht dan bij e<strong>en</strong> droge zinsbouwoef<strong>en</strong>ing.<br />
Als er al remediëring op deelaspect<strong>en</strong> wordt gebod<strong>en</strong>, dan zal de leerkracht in kwestie zich t<strong>en</strong> eerste<br />
moet<strong>en</strong> bewust zijn van het geringe leereffect dat hij maar kan bereik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zal hij er<strong>voor</strong> moet<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong><br />
dat er ook voldo<strong>en</strong>de ‘complete schrijfopdracht<strong>en</strong>’ in het remediëringsprogramma aanwezig zijn. Daarbij<br />
moet uiteraard de ondersteuning van de leerling geïnt<strong>en</strong>sifieerd word<strong>en</strong>. Dat kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat in<br />
kleinere groepjes (of zelfs op individuele basis) wordt gewerkt, <strong>en</strong> dat er meer stutt<strong>en</strong> onder de<br />
‘mondelinge brug’ word<strong>en</strong> gezet. Zo is het zinvol om, in remediëring, leerling<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal<br />
zoals dat in het <strong>voor</strong>beeld hierbov<strong>en</strong>, eerst mondeling te beschrijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de leerling daarin te<br />
ondersteun<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere vorm van remediëring bestaat erin dat de leerkracht ge<strong>en</strong> schriftelijke<br />
feedback op het schrijfproduct van de leerling biedt, maar e<strong>en</strong> individuele, uitgebreide mondelinge<br />
feedback. Het ‘blitzbezoek’ wordt dan e<strong>en</strong> uitgebreidere visite. Cruciaal is dat zeker de zwakkere<br />
schrijvers e<strong>en</strong> duidelijk beeld hebb<strong>en</strong> op de prioriteit<strong>en</strong> waar het bij schrijv<strong>en</strong> om draait <strong>en</strong> waarop<br />
schrijfproduct<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld. Dat kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat, althans in de periode van de remediëring,<br />
het inhoudelijke nog sterker op de <strong>voor</strong>grond treedt, <strong>en</strong> er op vormelijk vlak wat meer ding<strong>en</strong> door de<br />
vingers word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Enkel op die manier kunn<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> echt, <strong>en</strong> bruikbaar, bewustzijn<br />
opbouw<strong>en</strong> van waar ze op moet<strong>en</strong> lett<strong>en</strong> bij het schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> reviser<strong>en</strong> van hun tekst<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />
vaardiger word<strong>en</strong> in het schriftelijk verwoord<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>isvolle boodschapp<strong>en</strong>.<br />
Remediëring is echter altijd e<strong>en</strong> tijdelijke injectie. Het is ge<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de toestand, <strong>voor</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
leerling. Remediëring is erop gericht om e<strong>en</strong> leerling, of e<strong>en</strong> klein groepje leerling<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />
impuls te gev<strong>en</strong> naar de ontwikkeling van e<strong>en</strong> bepaalde vaardigheid toe, zodanig dat deze leerling<strong>en</strong><br />
maximaal van het ‘gewoon’ onderwijs in die vaardigheid kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong>. Het lijkt me dan ook niet<br />
aangewez<strong>en</strong> om leerling<strong>en</strong> ‘remediëring schrijfvaardigheid’ te gev<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de andere<br />
kinder<strong>en</strong> hun lesje schrijv<strong>en</strong> afwerk<strong>en</strong>. Beter is het om de zwakke schrijvers dat schrijflesje mee te lat<strong>en</strong><br />
afwerk<strong>en</strong>, h<strong>en</strong> daarbij van goede ondersteuning te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> extra<br />
schrijfkans te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Remediër<strong>en</strong> is op de keper beschouwd e<strong>en</strong> kwestie van meer kans<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> de leerling om ervaring op te do<strong>en</strong> met de vaardigheid in kwestie. De principes van goed<br />
schrijfonderwijs moet<strong>en</strong> dus ook tijd<strong>en</strong>s die remediëringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gehandhaafd blijv<strong>en</strong>, of beter,<br />
moet<strong>en</strong> daar nog veel sterker, veel int<strong>en</strong>ser uit de verf kom<strong>en</strong>. Dat impliceert dat leerling<strong>en</strong> in<br />
schrijfremediëring motiver<strong>en</strong>de <strong>en</strong> complete schrijftak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat ze op e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde <strong>en</strong><br />
leerlinggerichte manier word<strong>en</strong> ondersteund om te ler<strong>en</strong> uit hun eig<strong>en</strong> probeersels.<br />
5 Conclusies<br />
Schrijv<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> taaie vaardigheid. Het hoeft dan ook ge<strong>en</strong> verwondering te wekk<strong>en</strong> - zeker niet <strong>voor</strong> wie<br />
de traditie van het schrijfonderwijs k<strong>en</strong>t - dat Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nederland op dit mom<strong>en</strong>t zo veel slechte<br />
schrijvers onder hun huidige g<strong>en</strong>eratie volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> tell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de grootste gebrek<strong>en</strong> die vele<br />
schrijvers kan word<strong>en</strong> aangewrev<strong>en</strong> is dat zij onvoldo<strong>en</strong>de in staat zijn e<strong>en</strong> publiekgericht <strong>en</strong> doelgericht<br />
product af te lever<strong>en</strong>. Het lijkt me dan ook ge<strong>en</strong> overbodige luxe om hier van in het basisonderwijs aan<br />
te timmer<strong>en</strong>, <strong>en</strong> op die manier te vermijd<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> nieuwe g<strong>en</strong>eratie van schrijvers opgroeit in de<br />
overtuiging dat de <strong>en</strong>ige moeilijkheid bij schrijv<strong>en</strong> ligt in het vermijd<strong>en</strong> van dt-fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> het correct<br />
plaats<strong>en</strong> van punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> komma’s.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
§7 LEESVAARDIGHEID BEVORDEREN EN BEOORDELEN<br />
Saskia Timmermans <strong>en</strong> Mieke Vand<strong>en</strong>broucke<br />
Deze bijdrage gaat dieper in op leesvaardigheid. In e<strong>en</strong> eerste deel wordt kort stilgestaan bij ‘Wat is<br />
lez<strong>en</strong>?’. Verder wordt er onder meer besprok<strong>en</strong> hoe leesvaardigheid bij <strong>voor</strong>keur wordt bevorderd <strong>en</strong><br />
beoordeeld.<br />
7.1 Inleiding: Wat is lez<strong>en</strong>?<br />
Lez<strong>en</strong> is de afvalkal<strong>en</strong>der juist kunn<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong>.<br />
Lez<strong>en</strong> is de krant snel doorblader<strong>en</strong>, op zoek naar het nieuws van de dag.<br />
Lez<strong>en</strong> is de treintabell<strong>en</strong> op het station raadpleg<strong>en</strong> om de trein op tijd te hal<strong>en</strong>.<br />
Lez<strong>en</strong> is g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mooi verhaal.<br />
Lez<strong>en</strong> is het boodschapp<strong>en</strong>lijstje dat je meekreeg foutloos kunn<strong>en</strong> afwerk<strong>en</strong>.<br />
Lez<strong>en</strong> is op e<strong>en</strong> efficiënte manier informatie uit e<strong>en</strong> stadsgids hal<strong>en</strong> om je reis te plann<strong>en</strong>.<br />
Lez<strong>en</strong> is…<br />
Uit deze <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> blijkt dat lez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>de lezer e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele vaardigheid is.<br />
Functionaliteit staat <strong>voor</strong>op: je leest immers altijd met e<strong>en</strong> bepaalde bedoeling <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>, je leest omwille<br />
van e<strong>en</strong> bepaalde inhoud. In de loop van de lagere school groei<strong>en</strong> de meeste leerling<strong>en</strong> uit tot geoef<strong>en</strong>de<br />
lezers.<br />
De functionaliteit van lez<strong>en</strong> staat ook c<strong>en</strong>traal in de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het basisonderwijs. Lez<strong>en</strong> wordt er<br />
beschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële compet<strong>en</strong>tie om zich op e<strong>en</strong> verantwoorde wijze te handhav<strong>en</strong> in de<br />
maatschappij.<br />
Het is belangrijk kinder<strong>en</strong> al heel vroeg te confronter<strong>en</strong> met de functionaliteit van lez<strong>en</strong>: leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong><br />
zich er op het einde van het eerste <strong>leerjaar</strong> al bewust moet<strong>en</strong> van zijn dat lez<strong>en</strong> veel verder reikt dan<br />
louter hardop verklank<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> of technisch lez<strong>en</strong>, ondanks het feit dat daarop de nadruk ligt<br />
binn<strong>en</strong> het aanvankelijk lez<strong>en</strong>.<br />
Als we ervan uitgaan dat lez<strong>en</strong> gebruikt wordt als middel om informatie uit tekst<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong>, heeft het<br />
immers weinig zin ons <strong>en</strong>kel in leestechnische zin op leestak<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons tot ‘verklankingsonderwijs’<br />
te beperk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede technische leesvaardigheid is met andere woord<strong>en</strong> niet toereik<strong>en</strong>d,<br />
zolang de tekst<strong>en</strong> niet daadwerkelijk begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Liefst komt hier ook nog leesplezier bij kijk<strong>en</strong>. Wanneer leerling<strong>en</strong> leesplezier wordt gebod<strong>en</strong>, ontdekk<strong>en</strong><br />
ze immers hoe leuk lez<strong>en</strong> wel kan zijn, <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ze het liever <strong>en</strong> meer gaan do<strong>en</strong>!<br />
7.2 Leesvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong><br />
Om alle leerling<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong> tot geoef<strong>en</strong>de lezers, zodat ze zinvol <strong>en</strong> functioneel kunn<strong>en</strong> omgaan<br />
met informatie uit tekst<strong>en</strong>, is het noodzakelijk dat ze:<br />
1 binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat…<br />
2 geconfronteerd word<strong>en</strong> met betek<strong>en</strong>isvolle, functionele leestak<strong>en</strong>,<br />
3 waarbij zwakke lezers op e<strong>en</strong> goede manier ondersteund word<strong>en</strong>.<br />
Dit zijn de drie belangrijkste criteria <strong>voor</strong> goed leesonderwijs, die zowel in de klas als tijd<strong>en</strong>s remediëringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong> de klas zoveel mogelijk gehandhaafd blijv<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
49
50<br />
7.2.1 Leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat<br />
Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat krijg<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> maximale leeskans<strong>en</strong>. Er wordt niet<br />
alle<strong>en</strong> veel gelez<strong>en</strong> in de taalmethode, maar ook bij wereldoriëntatie of andere vakk<strong>en</strong>. Daarnaast is<br />
leesbevordering bij <strong>voor</strong>keur structureel ingebouwd in de klaspraktijk van elke dag, bij<strong>voor</strong>beeld door e<strong>en</strong><br />
vast <strong>voor</strong>leesmom<strong>en</strong>t, of e<strong>en</strong> wekelijks uurtje ‘vrij lez<strong>en</strong>’ of boekpromotie-activiteit<strong>en</strong>.<br />
Zo biedt e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat ook leesplezier aan de leerling<strong>en</strong>.<br />
Lez<strong>en</strong> wordt hierbij in al zijn facett<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>: doordat leerling<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
boek<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld, word<strong>en</strong> ze geconfronteerd met verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leesdoel<strong>en</strong>.<br />
Dergelijk leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat is ook e<strong>en</strong> veilig klimaat, waar leerling<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
Dit komt t<strong>en</strong> goede aan àlle leerling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zeker aan de zwakkere lezers.<br />
7.2.2 Betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong><br />
De leestak<strong>en</strong> in de klas zijn bij <strong>voor</strong>keur betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>: lez<strong>en</strong> is er altijd functioneel, er wordt<br />
steeds gelez<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>d <strong>en</strong> relevant doel, <strong>en</strong> er is e<strong>en</strong> kloof of e<strong>en</strong> moeilijkheid in de leestaak<br />
ingebouwd.<br />
E<strong>en</strong> eerste k<strong>en</strong>merk van betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> is dat lez<strong>en</strong> functioneel is: aangezi<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>al de<br />
vaardigheid is om doelgericht informatie uit tekst<strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t in leestak<strong>en</strong> dit gebruiksaspect<br />
van lez<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal te staan. In elke leesactiviteit wordt daarom met e<strong>en</strong> bepaald doel gelez<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld tweede <strong>leerjaar</strong>:<br />
De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de instructies bij e<strong>en</strong> gezelschapsspel zodat ze het spel kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld vierde <strong>leerjaar</strong>:<br />
De leerling<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> boek over dolfijn<strong>en</strong> de nodige informatie op zodat ze vrag<strong>en</strong> hierover kunn<strong>en</strong><br />
beantwoord<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> tweede belangrijk k<strong>en</strong>merk van betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> is het motiver<strong>en</strong>de doel dat wordt bereikt<br />
door de leestaak aan te vatt<strong>en</strong>. Door leerling<strong>en</strong> leesplezier te bied<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> ze immers gemotiveerd om<br />
te lez<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld zesde <strong>leerjaar</strong>:<br />
De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>de tekst over handlez<strong>en</strong> zodat ze hun eig<strong>en</strong> toekomst kunn<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>spell<strong>en</strong>.<br />
Daarbij aansluit<strong>en</strong>d is het ook zo dat de betek<strong>en</strong>isvolle leestaak niet alle<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>d, maar ook relevant<br />
moet zijn. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er écht beter ler<strong>en</strong> door lez<strong>en</strong>. Dit kan doordat ze veel én verschill<strong>en</strong>de<br />
soort<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>: fictieve verhal<strong>en</strong>, informatieve tekst<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Om vordering<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die ze nog niet kunn<strong>en</strong>, anders ler<strong>en</strong> ze<br />
weinig bij. Leestak<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> dus steeds e<strong>en</strong> kloof, e<strong>en</strong> moeilijkheid te bevatt<strong>en</strong>. Dit vierde k<strong>en</strong>merk van<br />
betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> kan zich zowel op het inhoudelijke vlak <strong>voor</strong>do<strong>en</strong> (de tekst bevat nieuwe<br />
informatie) als op het functionele vlak (de leerling moet iets met de tekst do<strong>en</strong> dat hij nog niet kan).<br />
Interactie tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> blijkt e<strong>en</strong> geschikt middel te zijn om klov<strong>en</strong> bij dit soort leesactiviteit<strong>en</strong> te<br />
overbrugg<strong>en</strong>. Deze interactie kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> georganiseerd word<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> mogelijk <strong>voor</strong>beeld hiervan is het principe van verdeelde informatie. Dit houdt in dat iedere leerling<br />
e<strong>en</strong> aantal tekst<strong>en</strong> leest waarin informatie staat die ander<strong>en</strong> niet hebb<strong>en</strong>. Elke leerling wordt als het ware<br />
tot expert gemaakt met betrekking tot die informatie. Alle informatie is echter van ev<strong>en</strong> groot belang om<br />
de gezam<strong>en</strong>lijke opdracht te kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> elke individuele inbr<strong>en</strong>g noodzakelijk is <strong>voor</strong><br />
de groep, kan vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de sterke leerling<strong>en</strong> de zwakkere dominer<strong>en</strong>. Pas als alle leerling<strong>en</strong><br />
van de groep de specifieke informatie uit hun tekst<strong>en</strong> uitgewisseld hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> de informatiekloof<br />
overbrugd is, kan de taak feitelijk uitgevoerd word<strong>en</strong>. Omdat het in ieders belang is dat de juiste,<br />
relevante informatie uit de tekst<strong>en</strong> gehaald wordt, motiver<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> elkaar om de relatief moeilijke<br />
tekst<strong>en</strong> toch te begrijp<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>:<br />
Leesles over straatkinder<strong>en</strong> uit andere werelddel<strong>en</strong><br />
Eerst lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e inleiding over straatkinder<strong>en</strong>. Daarna word<strong>en</strong> ze<br />
verdeeld in heterog<strong>en</strong>e groepjes van vier. De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nummer van 1 tot 4 <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
overe<strong>en</strong>komstige getuig<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> straatkind. Om de bijbehor<strong>en</strong>de vraagjes op te loss<strong>en</strong> is de<br />
informatie uit alle vier de tekstjes nodig.<br />
De leerling<strong>en</strong> met dezelfde getuig<strong>en</strong>is mog<strong>en</strong> eerst ev<strong>en</strong> bij elkaar zitt<strong>en</strong> om te besprek<strong>en</strong> wat er globaal<br />
in hun tekstje stond <strong>en</strong> wat ze ervan vond<strong>en</strong>. Zo help<strong>en</strong> ze elkaar bij het begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> van de<br />
tekst. Ook mog<strong>en</strong> ze nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussiër<strong>en</strong> over de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> straatkinder<strong>en</strong> ginder <strong>en</strong><br />
kinder<strong>en</strong> hier. Daarna mog<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> terug naar hun oorspronkelijke groepje om de verschill<strong>en</strong>de<br />
tekst<strong>en</strong> die ze gelez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (nu voldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>bereid) aan ander<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong>.<br />
7.2.3 Leesvaardigheid beoordel<strong>en</strong><br />
Als alle leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong> tot geoef<strong>en</strong>de lezers, dan moet het lez<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t getoetst<br />
word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> goede manier om er zinvolle uitsprak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> over do<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede toets van<br />
leesvaardigheid is dan ook e<strong>en</strong> complete leesopdracht (waar zowel begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong>, technisch lez<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> liefst ook leesplezier in <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>), die aan de bov<strong>en</strong>vermelde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle<br />
leestaak voldoet.<br />
Enerzijds wordt leesvaardigheid in VLOT direct getoetst door de verschill<strong>en</strong>de leestoets<strong>en</strong>. Anderzijds<br />
gebeurt dit ook indirect in de edittoets<strong>en</strong>. Hier krijgt de lezer e<strong>en</strong> tekst waarin op willekeurige plaats<strong>en</strong><br />
woord<strong>en</strong> zijn toegevoegd. Die woord<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> niet thuis in de tekst <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er door de lezer uit word<strong>en</strong><br />
geschrapt. De score op e<strong>en</strong> edittoets is e<strong>en</strong> zeer betrouwbare indicatie van de algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid<br />
van de lezer. Ze geeft dus ge<strong>en</strong> beeld van de leesvaardigheid alle<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het e<strong>en</strong> taak die de<br />
kinder<strong>en</strong> al op zeer jonge leeftijd kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
51
52<br />
Het volstaat dus niet om zich bij het toets<strong>en</strong> van leesvaardigheid te beperk<strong>en</strong> tot het technisch leesniveau<br />
van de leerling<strong>en</strong>, zoals bij de AVI-test<strong>en</strong>. Deze gev<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>tair beeld van de leesvaardigheid<br />
van de leerling, aangezi<strong>en</strong> er weinig of niet wordt gepeild of het gelez<strong>en</strong>e effectief wordt begrep<strong>en</strong>.<br />
Het louter test<strong>en</strong> van technisch lez<strong>en</strong> houdt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het gevaar in dat het leesonderwijs volledig wordt<br />
aangepast aan de manier waarop lez<strong>en</strong> getoetst wordt, <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> zich dus gaat beperk<strong>en</strong> tot ‘technisch<br />
leesonderwijs’ of verklankingsonderwijs. Dit werd in de <strong>leidraad</strong> bij VLOT reeds beschrev<strong>en</strong> als ‘teaching<br />
to the test’ (zie VLOT-<strong>leidraad</strong> blz. 9).<br />
7.2.4 Ondersteuning van zwakke lezers<br />
Helaas is het nog steeds zo dat niet alle leerling<strong>en</strong> optimaal kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van het leesonderwijs. In<br />
elke klas tref je zwakke lezers aan <strong>voor</strong> wie lez<strong>en</strong> niet zo <strong>vlot</strong> lukt <strong>en</strong> <strong>voor</strong> wie dit bijgevolg helemaal niet<br />
leuk is 1 .<br />
Het is belangrijk om ook <strong>voor</strong> de groep van de zwakke lezers de c<strong>en</strong>trale doelstelling van leesonderwijs<br />
<strong>voor</strong> og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>, namelijk e<strong>en</strong> goede leesvaardigheid ontwikkel<strong>en</strong>. Zoals beschrev<strong>en</strong> in de eerste<br />
paragraaf, staat begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> hierbij <strong>voor</strong>op. In de ondersteuning van zwakke lezers mag m<strong>en</strong> zich<br />
bijgevolg niet beperk<strong>en</strong> tot technisch lez<strong>en</strong>. De functionaliteit van lez<strong>en</strong> is dan ver te zoek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> gaan naderhand misschi<strong>en</strong> wel d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat lez<strong>en</strong> niet méér is dan louter technisch lez<strong>en</strong>!<br />
In klass<strong>en</strong> met sterke <strong>en</strong> zwakke lezers zijn de betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> dezelfde.<br />
Differ<strong>en</strong>tiatie bestaat erin dat de leerling<strong>en</strong>, die het nodig hebb<strong>en</strong>, meer ondersteuning krijg<strong>en</strong> van de<br />
leerkracht. Hier is het aangewez<strong>en</strong> dat de leerkracht niet alle initiatief naar zich toehaalt, maar dat de<br />
leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangezet om zelf na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. De kans dat de leerling<strong>en</strong> effectief ler<strong>en</strong> is dan immers<br />
groter.<br />
Het individueel remediër<strong>en</strong> van zwakke lezers heeft pas zin als de werking in de klas (zoals hierbov<strong>en</strong><br />
beschrev<strong>en</strong>) optimaal verloopt. Dit wil zegg<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat voldo<strong>en</strong>de<br />
geconfronteerd word<strong>en</strong> met betek<strong>en</strong>isvolle, goede leestak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hierbij op e<strong>en</strong> goede manier<br />
ondersteund word<strong>en</strong>. Wanneer de leerling<strong>en</strong> hier onvoldo<strong>en</strong>de aan hun trekk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, kan het zinvol<br />
zijn om h<strong>en</strong> (individueel of in e<strong>en</strong> klein groepje) uit de klas te hal<strong>en</strong> <strong>voor</strong> leesremediëring. Hierbij kom<strong>en</strong><br />
de leerling<strong>en</strong> terecht in e<strong>en</strong> nog leesrijker klasklimaat waar ze nog meer leeskans<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de<br />
confrontatie met betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>. Ook hier krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dus de boodschap dat lez<strong>en</strong> h<strong>en</strong><br />
kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tot zinvolle informatie, alle<strong>en</strong> kan de ondersteuning nog int<strong>en</strong>siever gebeur<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> de<br />
groep<strong>en</strong> kleiner zijn 2 . Deze leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beschouwd word<strong>en</strong> als jonge plantjes: eerst kom<strong>en</strong> ze in<br />
de beschutte serre van e<strong>en</strong> groepje <strong>voor</strong> remediër<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> terecht, waar ze ondergedompeld word<strong>en</strong><br />
in e<strong>en</strong> leesbad vol betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>. Na deze leeskuur word<strong>en</strong> ze in de volle grond van de<br />
reguliere klas geplant. Het (klas)klimaat moet ook dan voldo<strong>en</strong>de vruchtbaar <strong>en</strong> leesrijk zijn, zodat de<br />
plantjes na de leeskuur niet verdorr<strong>en</strong>.<br />
Remediër<strong>en</strong> op deelaspect<strong>en</strong> van lez<strong>en</strong> zoals technisch lez<strong>en</strong> kan, maar mag dus niet de hoofdmoot van<br />
het remediëringsparcours uitmak<strong>en</strong>: dit maakt van de leerling<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>de lezers.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
7.4 Conclusie<br />
Door goed leesonderwijs groei<strong>en</strong> de meeste leerling<strong>en</strong> uit tot geoef<strong>en</strong>de lezers. Hier<strong>voor</strong> word<strong>en</strong><br />
leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat voldo<strong>en</strong>de geconfronteerd met betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> ze op e<strong>en</strong> goede manier ondersteund. Binn<strong>en</strong> leesremediëring zijn dezelfde principes nog<br />
uitdrukkelijker aanwezig.<br />
1 We hebb<strong>en</strong> het hier niet over de leerling<strong>en</strong> met ernstige <strong>en</strong> hardnekkige lees- <strong>en</strong> spellingsproblem<strong>en</strong> zoals dyslexie.<br />
Dyslexie werd door de Nederlandse Gezondheidsraad gedefinieerd als e<strong>en</strong> stoornis die gek<strong>en</strong>merkt wordt door<br />
hardnekkige problem<strong>en</strong> in de automatisering van de woordid<strong>en</strong>tificatie (lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong>/of schriftbeeldvorming (spell<strong>en</strong>).<br />
Voor meer informatie hierover kan u steeds terecht in het CLB van uw school of bij Sprankel, e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging van<br />
ouders van normaalbegaafde kinder<strong>en</strong> met leermoeilijkhed<strong>en</strong>. (Nationaal Secretariaat Sprankel vzw, Kerkhofstraat<br />
60, 3500 Hasselt, tel.: 011/28.45.91, fax: 011/28.45.92).<br />
2 Op het Steunpunt <strong>voor</strong> Nederlands als Tweede <strong>Taal</strong> (KULeuv<strong>en</strong>) werd het lesmateriaal Taakgericht Remediër<strong>en</strong>d<br />
Lez<strong>en</strong> ontwikkeld. Dit is speciaal bestemd <strong>voor</strong> de remediëring van zwakke lezers van het tweede <strong>en</strong> <strong>derde</strong><br />
<strong>leerjaar</strong>. Het materiaal is bedoeld om kleine groepjes leerling<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de vier wek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve, taakgericht<br />
‘leesimpuls’ te gev<strong>en</strong>. In the tweede <strong>leerjaar</strong> is het thema De Dolle Dier<strong>en</strong>krant, in het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> wordt<br />
gewerkt rond het thema E<strong>en</strong> heel bijzondere familie.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
53
54<br />
§ 8 TOETSEN VAN SPREEKVAARDIGHEID<br />
Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />
8.1 Uitgangspunt<strong>en</strong><br />
Spreekvaardigheid wordt vaak nog – <strong>en</strong> zeker op het vlak van toetsing – stiefmoederlijk behandeld in het<br />
Vlaamse basisonderwijs. Van de vier vaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong>) is het de<br />
vaardigheid waar het minst regelmatig <strong>en</strong> systematisch aan wordt gewerkt, laat staan getoetst. Vaak<br />
gebeurt het dan nog uitsluit<strong>en</strong>d in de hogere leerjar<strong>en</strong> door middel van spreekbeurt<strong>en</strong>. En dat zijn<br />
eig<strong>en</strong>lijk moeilijke opdracht<strong>en</strong> die veel meer dan alle<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> (o.a. gestructureerd lees- <strong>en</strong><br />
schrijfwerk ter <strong>voor</strong>bereiding).<br />
We kunn<strong>en</strong> natuurlijk de vraag stell<strong>en</strong> of systematisch werk<strong>en</strong> aan spreekvaardigheid überhaupt nodig<br />
is, juist omdat er tijd<strong>en</strong>s de klasdag zoveel gesprok<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong> er dus op e<strong>en</strong> heel natuurlijke<br />
manier op elk mom<strong>en</strong>t aan spreekvaardigheid kan word<strong>en</strong> gewerkt (vgl. eerste taalverwerving bij het<br />
kind). Het leidt ons te ver om op die vraag verder in te gaan, maar het lijkt zeker nodig <strong>en</strong> zinvol om, net<br />
zoals bij de andere vaardighed<strong>en</strong>, op geregelde tijdstipp<strong>en</strong> systematischer vast te legg<strong>en</strong> hoe het met de<br />
spreekvaardigheid van leerling<strong>en</strong> is gesteld.<br />
Tot dat systematisch vastlegg<strong>en</strong> van het niveau van spreekvaardigheid van lagere-schoolleerling<strong>en</strong><br />
will<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> deel van de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschaff<strong>en</strong> in VLOT. Er word<strong>en</strong> spreekvaardigheidtoets<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het tweede, <strong>derde</strong>, vierde, vijfde <strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong><br />
Hieronder vatt<strong>en</strong> we kort sam<strong>en</strong> wat de basisprincipes <strong>voor</strong> de toets<strong>en</strong> zijn (2) <strong>en</strong> hoe het beoordel<strong>en</strong><br />
van spreektoets<strong>en</strong> in zijn werk kan gaan (3). Daarna schets<strong>en</strong> we hoe we dit concreet hebb<strong>en</strong><br />
gerealiseerd in e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>tele spreektoets <strong>voor</strong> het vierde <strong>leerjaar</strong> (4).<br />
8.2 Wat <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>?<br />
8.2.1 Wat toets<strong>en</strong>?<br />
Om te wet<strong>en</strong> welke inhoud<strong>en</strong> (welke tak<strong>en</strong>) we in de spreektoets<strong>en</strong> aan bod moet<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>,<br />
bekijk<strong>en</strong> we de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het basisonderwijs <strong>voor</strong> sprek<strong>en</strong> (Departm<strong>en</strong>t Onderwijs,<br />
1998). Die eindterm<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> de communicatieve functie van taal <strong>voor</strong>op <strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>,<br />
gespecificeerd per verwerkingsniveau, tekstsoort <strong>en</strong> pulbiek, die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />
De lijst van tak<strong>en</strong> is echter kort <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong>. De eindterm<strong>en</strong> zijn eerder vaag <strong>en</strong> beknopt, maar bevatt<strong>en</strong><br />
anderzijds wel de nodige criteria (verwerkingsniveau, publiek <strong>en</strong> tekstsoort, zie ook Paragraaf 1: 1.3 Wat<br />
toets<strong>en</strong>. De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong>) om spreektak<strong>en</strong> op te stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de hele lagere school.<br />
8.2.2 Hoe toets<strong>en</strong>?<br />
Om (spreek)vaardigheid te evaluer<strong>en</strong> zijn er twee middel<strong>en</strong>: observatie-instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. Wij<br />
kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> toets<strong>en</strong> naar analogie met de andere vaardighed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> VLOT, waar<strong>voor</strong> de meting<strong>en</strong><br />
op vaste tijdstipp<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> observatie-instrum<strong>en</strong>t is eerder geschikt om, over e<strong>en</strong> langere periode<br />
gespreid, leerling<strong>en</strong> (met problem<strong>en</strong>) te volg<strong>en</strong>. Het wordt ook als vrijblijv<strong>en</strong>der ervar<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Net zoals <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> we de spreektoets<strong>en</strong> bestaan uit geïntegreerde tak<strong>en</strong>,<br />
d.w.z. spreektak<strong>en</strong> waarin de leerling<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong> on<strong>derde</strong>el van, maar hun totale spreekvaardigheid<br />
moet<strong>en</strong> aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> om ze tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het gaat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> om tak<strong>en</strong> die<br />
communicatief relevant zijn <strong>voor</strong> leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald <strong>leerjaar</strong>. En we prober<strong>en</strong> die tak<strong>en</strong> zo<br />
natuurlijk mogelijk in te bedd<strong>en</strong>. Uiteraard gaat het altijd om e<strong>en</strong> simulatie, maar dat is in de<br />
onderwijscontext niet uit te sluit<strong>en</strong>. Toch kunn<strong>en</strong> we sprek<strong>en</strong> van directe toets<strong>en</strong>: we toets<strong>en</strong> precies die<br />
ding<strong>en</strong> waarvan we will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> ze kunn<strong>en</strong>. Deze soort tak<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we immers ook<br />
in de eindterm<strong>en</strong> terug.<br />
De praktische problem<strong>en</strong> bij het evaluer<strong>en</strong> van spreekvaardigheid zijn bek<strong>en</strong>d. Zo is er het probleem dat<br />
het individueel toets<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> veel tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie in beslag neemt. Je moet als<br />
toetsafnemer/scoorder ook zeer alert zijn <strong>en</strong> duidelijk op <strong>voor</strong>hand bepaald hebb<strong>en</strong> welke criteria je bij de<br />
beoordeling gaat hanter<strong>en</strong>. Daarnaast vormt ook het beoordel<strong>en</strong> van de spreekprestaties e<strong>en</strong> hele klus.<br />
8.3 Spreekvaardigheid beoordel<strong>en</strong><br />
8.3.1 Wat beoordel<strong>en</strong>?<br />
Het beoordel<strong>en</strong> van spreekvaardigheid kan in principe twee richting<strong>en</strong> uitgaan.<br />
• M<strong>en</strong> kan zich richt<strong>en</strong> op aparte compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van spreekvaardigheid zoals bij<strong>voor</strong>beeld de uitspraak<br />
of de grammaticale juistheid van uiting<strong>en</strong>.<br />
• Of m<strong>en</strong> kan <strong>voor</strong>al het gebruik van taal om e<strong>en</strong> communicatief doel te bereik<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.<br />
Spreekvaardigheid wordt dan als één globale vaardigheid beschouwd <strong>en</strong> beoordeeld.<br />
Omdat het gebruik van taal in communicatieve situaties zowel <strong>voor</strong> het onderwijs (cfr. de eindterm<strong>en</strong>)<br />
als <strong>voor</strong> de maatschappij het belangrijkste doel is, ligt het <strong>voor</strong> de hand om de tweede manier van<br />
beoordel<strong>en</strong> te verkiez<strong>en</strong>. Dit sluit ook aan bij de manier waarop we het toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van de<br />
andere vaardighed<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>) in VLOT hebb<strong>en</strong> opgevat.<br />
Wanneer we opter<strong>en</strong> <strong>voor</strong> deze communicatieve visie op spreekvaardigheid, zull<strong>en</strong> de criteria bij het<br />
beoordel<strong>en</strong> <strong>voor</strong>namelijk betrekking hebb<strong>en</strong> op de communicatieve kwaliteit van het sprek<strong>en</strong>. Meer<br />
bepaald: is het sprek<strong>en</strong> van die kwaliteit dat de spreker erin slaagt te functioner<strong>en</strong> in communicatieve<br />
situaties? Maar wat moet<strong>en</strong> we dan precies onder die communicatieve kwaliteit verstaan?<br />
In de eindterm<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we de vage formulering “het gepaste register kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>”. Slaat dit op<br />
inhoud of vorm, of op allebei? We wet<strong>en</strong>, in de lijn van de andere eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de manier waarop<br />
de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> sprek<strong>en</strong> zijn ingevuld, dat dit zeker ook op inhoud moet slaan. Toch is ook de vorm<br />
van belang, meer nog dan bij schrijfvaardigheid. Immers, bij schrijv<strong>en</strong> heb je hopelijk e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de<br />
lezer die alles zal do<strong>en</strong> om te begrijp<strong>en</strong> wat er staat: hij kan e<strong>en</strong> schrijfproduct meerdere mal<strong>en</strong> herlez<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> uiting daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is vluchtig <strong>en</strong> vergaan e<strong>en</strong>s ze uitgesprok<strong>en</strong> is. De luisteraar, hoe<br />
welwill<strong>en</strong>d ook, kan e<strong>en</strong> onverstaanbare uiting ge<strong>en</strong> tweede keer beluister<strong>en</strong> om er toch iets van te<br />
mak<strong>en</strong>. (Bij de spreektoets<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> we de uitsprak<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> wel op op band, maar dat is niet<br />
de normale communicatieve situatie, waar we toch zoveel mogelijk will<strong>en</strong> bij aansluit<strong>en</strong>.) Spraaktechnische<br />
vaardighed<strong>en</strong> (zoals formulering <strong>en</strong> uitspraak) die met vorm te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, zijn dus<br />
belangrijk om de luisteraar niet <strong>voor</strong> begripsmoeilijkhed<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
55
56<br />
8.3.2 Hoe beoordel<strong>en</strong>?<br />
Naast het bepal<strong>en</strong> van de criteria waarmee rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> bij het beoordel<strong>en</strong> van de<br />
communicatieve kwaliteit van spreekprestaties, moet het beoordel<strong>en</strong> nog aan e<strong>en</strong> aantal andere eis<strong>en</strong><br />
voldo<strong>en</strong>:<br />
• betrouwbaar: d.w.z. dat het oordeel van verschill<strong>en</strong>de beoordelaars op basis van dezelfde beoordelingswijzer<br />
moet<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong>,<br />
• valide: d.w.z. dat de beoordeling voldo<strong>en</strong>de informatie over het niveau van de spreekvaardigheid moet<br />
oplever<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat deze informatie g<strong>en</strong>uanceerd moet zijn,<br />
• efficiënt: d.w.z. dat het beoordel<strong>en</strong> met zo min mogelijk tijd <strong>en</strong> inspanning gepaard mag gaan.<br />
8.3.3 Welk beoordelingsschema?<br />
De literatuur over het toets<strong>en</strong> biedt e<strong>en</strong> heel aantal <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> beoordelingsschema’s. De meeste<br />
schema’s voldo<strong>en</strong> echter niet in het licht van bov<strong>en</strong>staande overweging<strong>en</strong>. Veelal is de beoordeling<br />
volg<strong>en</strong>s deze schema’s (vaak punt<strong>en</strong>schal<strong>en</strong>) erg globaal <strong>en</strong> levert ze dus weinig specifieke informatie<br />
over de spreekvaardigheid van leerling<strong>en</strong> op. Dat komt de validiteit (voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde<br />
informatie) van de beoordeling niet t<strong>en</strong> goede. Andere schema’s zijn dan weer zo uitgebreid dat ze<br />
nauwelijks hanteerbaar zijn <strong>voor</strong> het beoordel<strong>en</strong> van de toch wel beperkte mondelinge uiting<strong>en</strong> van<br />
lagere-schoolleerling<strong>en</strong>.<br />
Het “Algeme<strong>en</strong> functioneel beoordelingsschema” van Van Gelder<strong>en</strong> (1992) vormt echter e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>weg<br />
tuss<strong>en</strong> té algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> té specifiek. We gebruik<strong>en</strong> het daarom als basis <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> beoordelingsschema<br />
<strong>voor</strong> de spreektoets<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> VLOT.<br />
Het schema van Van Gelder<strong>en</strong> bestaat uit vier dim<strong>en</strong>sies, waarvan we in Tabel 1 de belangrijkste criteria<br />
<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>:<br />
Tabel 1: Algeme<strong>en</strong> functioneel beoordelingsschema (Van Gelder<strong>en</strong>, 1992)<br />
‘Refer<strong>en</strong>tie’ (het gev<strong>en</strong> van belangrijke <strong>en</strong> juiste informatie)<br />
- symboolfunctie van taal -<br />
• Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />
• Relevantie<br />
• Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />
• Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />
• Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />
‘Overdracht’ (rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met behoeft<strong>en</strong> van de luisteraar)<br />
- expressieve <strong>en</strong> appelatieve functie van taal -<br />
• Adequaatheid van register<br />
• Gebruik van middel<strong>en</strong> ter versterking van expressie <strong>en</strong> appèl (bij<strong>voor</strong>beeld: variatie van<br />
intonatie, tempo <strong>en</strong> volume; ondersteun<strong>en</strong>de gebar<strong>en</strong> <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t oogcontact; extra<br />
uitleg; humor, nuancering van bewering<strong>en</strong>...)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
‘Spreekgemak’ (beheersing van de taal)<br />
• Continuïteit van spraak<br />
• Goede afbak<strong>en</strong>ing van uiting<strong>en</strong><br />
• Vlotheid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo<br />
• Moeiteloosheid van woordkeuze<br />
• Vermijd<strong>en</strong> van lange pauzes, veelvuldige hapering<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfcorrecties<br />
• Directe interpreteerbaarheid van uiting<strong>en</strong><br />
• Vloei<strong>en</strong>de ope<strong>en</strong>volging van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />
‘Verstaanbaarheid’ (realisatie van woord<strong>en</strong>)<br />
• Directe herk<strong>en</strong>baarheid van lexem<strong>en</strong><br />
• Voldo<strong>en</strong>de articulatie <strong>en</strong> volume<br />
• Tempo, intonatie <strong>en</strong> uitspraak aangepast aan de luisteromstandighed<strong>en</strong><br />
Kan met het schema de communicatieve kwaliteit van spreekprestaties nagegaan word<strong>en</strong>?<br />
Het schema van Van Gelder<strong>en</strong> richt zich in de eerste plaats op het functionele aspect van sprek<strong>en</strong>: de<br />
communicatieve kwaliteit van sprek<strong>en</strong> was <strong>voor</strong> Van Gelder<strong>en</strong> bij het ontwikkel<strong>en</strong> van het schema het<br />
overkoepel<strong>en</strong>de criterium waaruit alle andere criteria werd<strong>en</strong> afgeleid. Zowel inhoud als vorm (meer<br />
spraaktechnische aspect<strong>en</strong>) kom<strong>en</strong> erin aan bod.<br />
De vier dim<strong>en</strong>sies van het schema staan <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> communicatieve functies. De<br />
dim<strong>en</strong>sies kunn<strong>en</strong> per twee sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: refer<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> overdracht <strong>en</strong>erzijds die de<br />
communicatie substantieel bepal<strong>en</strong>, <strong>en</strong> spreekgemak <strong>en</strong> verstaanbaarheid anderzijds die nodig zijn<br />
<strong>voor</strong> de kwaliteit van communicatie. Binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie zijn e<strong>en</strong> aantal relevante beoordelingscriteria<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, relevant <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> zo groot mogelijke variatie van spreeksituaties.<br />
Het schema is algeme<strong>en</strong> bedoeld. Dat maakt het ook heel goed hanteerbaar. Het bevat richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
het mak<strong>en</strong> van specifieke beoordelingsschema’s <strong>voor</strong> specifieke tak<strong>en</strong> (<strong>voor</strong>al monologe tak<strong>en</strong>). Het<br />
uitwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> specifiek schema bestaat erin het meest relevante criterium per dim<strong>en</strong>sie te<br />
selecter<strong>en</strong>. De relevantie van e<strong>en</strong> criterium wordt bepaald door de aard van de specifieke taak. Zo zal<br />
het bij het vertell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verhaal bij<strong>voor</strong>beeld relevant zijn om <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ het<br />
criterium ‘logische ope<strong>en</strong>volging van passages’ te selecter<strong>en</strong>. Het selecter<strong>en</strong> van één criterium per<br />
dim<strong>en</strong>sie volstaat weg<strong>en</strong>s de bijzonder hoge correlaties tuss<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> op basis van verschill<strong>en</strong>de<br />
criteria binn<strong>en</strong> één bepaalde dim<strong>en</strong>sie.<br />
Van Gelder<strong>en</strong> geeft aan dat door het opstell<strong>en</strong> van specifieke schema’s op basis van het algem<strong>en</strong>e<br />
functionele schema, het mogelijk is om e<strong>en</strong> gemotiveerde <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige selectie van criteria op te<br />
stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de beoordeling spreekvaardigheid in verschill<strong>en</strong>de communicatieve situaties.<br />
Daarnaast biedt deze werkwijze ook de mogelijkheid om oordel<strong>en</strong> over spreekvaardigheid in diverse<br />
communicatieve situaties onderling te vergelijk<strong>en</strong>, door telk<strong>en</strong>s terug te grijp<strong>en</strong> naar de vier dim<strong>en</strong>sies.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
57
58<br />
Is het beoordelingsschema betrouwbaar, valide <strong>en</strong> efficiënt?<br />
Op basis van e<strong>en</strong> onderzoek waarin dit beoordelingsschema werd uitgeprobeerd, stelt Van Gelder<strong>en</strong> (1992)<br />
dat het schema tegemoet komt aan de eis<strong>en</strong> van betrouwbaarheid, validiteit <strong>en</strong> efficiëntie. Hij vond dat het<br />
oordeel van verschill<strong>en</strong>de beoordelaars aan de hand van zijn schema in voldo<strong>en</strong>de mate overe<strong>en</strong>stemd<strong>en</strong><br />
(betrouwbaar).<br />
De vier dim<strong>en</strong>sies verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> van spreekvaardigheid. Oordel<strong>en</strong> over criteria<br />
van deze vier dim<strong>en</strong>sies gev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd, maar vrij volledig beeld van iemands<br />
spreekvaardigheid (valide).<br />
Spreekprestaties kunn<strong>en</strong> op vier verschill<strong>en</strong>de criteria (één <strong>voor</strong> elke dim<strong>en</strong>sie) beoordeeld word<strong>en</strong>. Dit<br />
kan in vele gevall<strong>en</strong> (wanneer de spreekopdracht van niet al te korte duur is) tijd<strong>en</strong>s één luistersessie: de<br />
criteria word<strong>en</strong> tegelijkertijd beoordeeld. Dit maakt dat het schema e<strong>en</strong> vrij efficiënt instrum<strong>en</strong>t is om<br />
spreekprestaties te beoordel<strong>en</strong>.<br />
Tekortkoming<strong>en</strong> van het beoordelingsschema<br />
Bij e<strong>en</strong> grondige bestudering van de vier dim<strong>en</strong>sies <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de criteria binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie lijk<strong>en</strong><br />
de categorieën ‘verstaanbaarheid’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’ min of meer op hetzelfde te wijz<strong>en</strong>. Criteria als<br />
bij<strong>voor</strong>beeld ‘<strong>vlot</strong>heid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo’ uit de dim<strong>en</strong>sie ‘spreekgemak’ <strong>en</strong> ‘tempo aangepast aan<br />
luisteromstandighed<strong>en</strong>’ van de dim<strong>en</strong>sie ‘verstaanbaarheid’, of ‘directe interpreteerbaarheid van uiting<strong>en</strong>’<br />
(spreekgemak) <strong>en</strong> ‘directe herk<strong>en</strong>baarheid van lexem<strong>en</strong>’ (verstaanbaarheid) ligg<strong>en</strong> heel dicht bij elkaar.<br />
Ook overdracht <strong>en</strong> verstaanbaarheid lijk<strong>en</strong> niet altijd echt verschill<strong>en</strong>de informatie op te lever<strong>en</strong>:<br />
‘variatie van intonatie, tempo <strong>en</strong> volume’ (overdracht) teg<strong>en</strong>over ‘tempo, intonatie <strong>en</strong> uitspraak<br />
aangepast aan de luisteromstandighed<strong>en</strong>’ (verstaanbaarheid) bij<strong>voor</strong>beeld.<br />
Zelf vond Van Gelder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d onderzoek over de hanteerbaarheid van het schema dat oordel<strong>en</strong><br />
over de dim<strong>en</strong>sies ‘overdracht’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’ erg hoog correler<strong>en</strong>. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> de<br />
dim<strong>en</strong>sies is dus betrekkelijk <strong>en</strong> er is sprake van overlap.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> we de vaardigheid sprek<strong>en</strong> als één globale vaardigheid <strong>en</strong> will<strong>en</strong> we ze ook zo<br />
globaal mogelijk scor<strong>en</strong>. Dat moet echter afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over de validiteit van de beoordeling:<br />
de informatie die het oplevert, moet voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg g<strong>en</strong>uanceerd zijn. Maar met dit schema van<br />
Van Gelder<strong>en</strong> wordt de vaardigheid sprek<strong>en</strong> net te veel in aparte aspect<strong>en</strong> opgesplitst.<br />
E<strong>en</strong> laatste punt is de moeilijkheid van het selecter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> relevant criterium binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie bij<br />
e<strong>en</strong> specifieke spreekopdracht. Voor de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ lijkt dit minder e<strong>en</strong> probleem. Maar <strong>voor</strong> de<br />
overige dim<strong>en</strong>sies is dit niet zo vanzelfsprek<strong>en</strong>d. Waarom zou <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie ‘spreekgemak’ bij<strong>voor</strong>beeld<br />
‘continuïteit van spraak’ <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde taak relevanter zijn dan ‘<strong>vlot</strong>heid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo’?<br />
Eig<strong>en</strong> versie<br />
Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met onze bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij het schema van Van Gelder<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> versie<br />
op van het functioneel beoordelingsschema (tabel 2).<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Tabel 2: Functioneel beoordelingsschema <strong>voor</strong> spreekvaardigheid (eig<strong>en</strong> versie)<br />
‘Inhoud’<br />
• Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />
• Relevantie<br />
• Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />
• Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />
• Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />
‘Vorm’<br />
• Communicatief adequaat: te begrijp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar<br />
‘Spreekgemak’<br />
• Vlotheid van sprek<strong>en</strong><br />
Het schema is in de eerste plaats gericht op de communicatieve kwaliteit van spreekprestaties. Voor deze<br />
communicatieve kwaliteit veronderstell<strong>en</strong> we dat de drie categorieën ‘inhoud’, ‘vorm’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’<br />
ess<strong>en</strong>tieel zijn. E<strong>en</strong> verdere uitbreiding lijkt niet nodig: oordel<strong>en</strong> op basis van dit schema lever<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>uanceerde informatie op over de spreekvaardigheid van e<strong>en</strong> leerling. En die uitbreiding is zeker niet<br />
w<strong>en</strong>selijk met het oog op efficiëntie: leerkracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> redelijk tijdsbestek de<br />
spreekprestaties van hun leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.<br />
Net zoals het functionele schema van Van Gelder<strong>en</strong> is dit e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> schema. Per spreektoets zull<strong>en</strong><br />
we op basis van dit schema e<strong>en</strong> specifieker beoordelingsschema opstell<strong>en</strong>, aangepast aan de<br />
opdracht(<strong>en</strong>) van e<strong>en</strong> bepaalde spreektoets.<br />
Drie categorieën: inhoud, vorm <strong>en</strong> spreekgemak<br />
De eerste categorie, inhoud, sluit aan bij de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ in het schema van Van Gelder<strong>en</strong>. Het<br />
gaat hier om wat gezegd wordt. Net zoals bij Van Gelder<strong>en</strong> wordt per specifieke spreekopdracht <strong>voor</strong><br />
deze categorie e<strong>en</strong> (of meer) relevant aspect geselecteerd. Bij<strong>voor</strong>beeld: ‘volledigheid van informatie’,<br />
‘logische ope<strong>en</strong>volging van passages’, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />
De categorie vorm richt zich op de manier waarop de inhoud geformuleerd wordt: is de inhoud op e<strong>en</strong><br />
communicatief adequate manier geformuleerd, zodat die te begrijp<strong>en</strong> is door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar?<br />
Deze categorie wordt ook per taak geconcretiseerd, afhankelijk van de leeftijd van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
onderwijs dat ze reeds achter de rug hebb<strong>en</strong>, én van de taak zelf. Zo is het evid<strong>en</strong>t dat uiting<strong>en</strong> van<br />
leerling<strong>en</strong> van het vijfde <strong>leerjaar</strong> ‘str<strong>en</strong>ger’ beoordeeld word<strong>en</strong>, dan uiting<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> van het<br />
tweede <strong>leerjaar</strong>, of dat in e<strong>en</strong> taak waarbij leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de volwass<strong>en</strong>e moet<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong> de<br />
eis<strong>en</strong> hoger ligg<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> taak waarbij ze e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje moet<strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong>.<br />
De categorie spreekgemak is globaler opgevat dan wat Van Gelder<strong>en</strong> bedoelt. In principe wordt hier<br />
steeds hetzelfde (namelijk de <strong>vlot</strong>heid waarmee iemand spreekt) beoordeeld. Het is niet haalbaar <strong>en</strong><br />
zeker niet zinvol om dit <strong>voor</strong> elk stukje inhoud te beoordel<strong>en</strong>. We do<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>maal per gehele taak. In<br />
het eerste geval zou het veel te sterk doorweg<strong>en</strong> in de totale beoordeling. Er kunn<strong>en</strong> ook weer al<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
59
60<br />
naargelang de leeftijd <strong>en</strong> het niveau van de getoetste leerling<strong>en</strong> str<strong>en</strong>gere of minder str<strong>en</strong>ge eis<strong>en</strong> aan<br />
‘spreekgemak’ gesteld word<strong>en</strong>.<br />
• haper<strong>en</strong>: 0 als e<strong>en</strong> leerling herhaaldelijk hapert.<br />
• tempo: 0 als e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> onnatuurlijk of onaangepast (te traag of te snel) tempo hanteert.<br />
• stemvolume: 0 als e<strong>en</strong> leerling té stil praat.<br />
• natuurlijkheid: 0 als e<strong>en</strong> leerling te onnatuurlijk spreekt: bij<strong>voor</strong>beeld te monotoon, te nonchalant.<br />
8.4 E<strong>en</strong> spreektoets <strong>voor</strong> het vierde <strong>leerjaar</strong><br />
Hieronder stell<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>tele spreektoets volg<strong>en</strong>s bov<strong>en</strong>staande principes <strong>voor</strong>. Deze toets werd<br />
in juni 1998 uitgeprobeerd bij e<strong>en</strong> 100-tal leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>de als basis <strong>voor</strong> de andere spreektoets<strong>en</strong> van<br />
VLOT.<br />
8.4.1 Toetsformaat<br />
De toets bestaat uit vier on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong>. De toetsafnemer ontvangt iedere leerling individueel <strong>en</strong> legt uit wat<br />
er van hem/haar wordt verwacht:<br />
In de eerste opdracht, ‘Verjaardagsfeestje’, moet de leerling e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje opbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
verjaardagsfeestje. De toetsafnemer zegt op <strong>voor</strong>hand duidelijk wat de getoetste leerling allemaal moet<br />
zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> (zie Tabel 3). Als de leerling deze inhoudelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het telefoongesprek<br />
zelf zegt of vraagt, plaatst de leerkracht tijd<strong>en</strong>s de toetsafname e<strong>en</strong> kruisje in de tweede kolom. Zegt of<br />
vraagt de leerling e<strong>en</strong> bepaald elem<strong>en</strong>t niet spontaan <strong>en</strong> moet de toetsafnemer erachter vrag<strong>en</strong> (<strong>en</strong> krijgt<br />
hij er e<strong>en</strong> correct antwoord op) dan zet hij e<strong>en</strong> kruisje in de vierde kolom.<br />
Zo wordt de toets al inhoudelijk beoordeeld tijd<strong>en</strong>s de afname. Tegelijkertijd wordt het gesprek ook<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op band, zodat het geheel achteraf op andere punt<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eerste<br />
inhoudelijke beoordeling kan word<strong>en</strong> geverifieerd (wat nodig bleek te zijn).<br />
Ook kunn<strong>en</strong> de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> die ter beoordeling werd<strong>en</strong> <strong>voor</strong>opgesteld, achteraf nog op hun deugdelijkheid<br />
word<strong>en</strong> geëvalueerd. Zo bleek o.a. dat heel weinig leerling<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje<br />
gaat (e<strong>en</strong> van de <strong>voor</strong>opgesteld elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> was juist de vermelding dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje gaat,<br />
zie Tabel 3 – on<strong>derde</strong>el 2). Dat hoeft ons niet te verbaz<strong>en</strong>, want dieg<strong>en</strong>e die ze moet<strong>en</strong> opbell<strong>en</strong> (gespeeld<br />
door de toetsafnemer) is feitelijk dieg<strong>en</strong>e die h<strong>en</strong> verteld heeft dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje gaat.<br />
Waarom zoud<strong>en</strong> ze dat dan nog vermeld<strong>en</strong>? Door deze paradox die eig<strong>en</strong> is aan de toetssituatie, blijkt dit<br />
<strong>voor</strong>opgestelde inhoudelijk elem<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> de beoordeling niet meer geschikt.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Tabel 3: scoreformulier per leerling bij de opdracht ‘Verjaardagsfeestje’<br />
Leerling vermeldt zelf Antwoord op vraag van toetsafnemer<br />
1 WAAROM? Waarom bel je?<br />
2. WAT? Wat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> feestje is het?<br />
3 WAAR? Waar is het feestje?<br />
4 WANNEER? Wanneer is het feestje?<br />
5 OM HOE LAAT BEGIN? Om hoe laat begint het?<br />
6 OM HOE LAAT EINDE? Om hoe laat is het gedaan?<br />
7 WAT MEEBRENGEN? Moet ik iets meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>?<br />
In de tweede opdracht ‘Sportdag’ krijgt de leerling e<strong>en</strong> reeks tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (zie volg<strong>en</strong>de bladzijde) te zi<strong>en</strong>.<br />
Deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sportdag op school <strong>voor</strong>. De getoetste leerling wordt dan gevraagd zich <strong>voor</strong><br />
te stell<strong>en</strong> dat hij zijn ouders vertelt – aan de hand van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> – wat hij tijd<strong>en</strong>s de sportdag<br />
allemaal gedaan heeft. De toetsafnemer speelt één van de ouders van de leerling.<br />
Als de leerling bepaalde belangrijke informatie vergeet te vermeld<strong>en</strong>, moet de toetsafnemer daar op het<br />
einde van de opdracht naar vrag<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> <strong>derde</strong> moet de leerling spel<strong>en</strong> dat hij in e<strong>en</strong> speeltuin e<strong>en</strong> meisje van de glijbaan heeft zi<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>.<br />
Hij krijgt e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing van vóór <strong>en</strong> na het ongeluk te zi<strong>en</strong>. Hij moet bij e<strong>en</strong> huis gaan aanbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />
hulp vrag<strong>en</strong>. De persoon die de deur op<strong>en</strong>doet (gespeeld door de toetsafnemer) heeft het ongeluk niet<br />
zi<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Als de leerling belangrijke informatie niet geeft, moet de toetsafnemer daar naar vrag<strong>en</strong>.<br />
En t<strong>en</strong>slotte krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer vage affiche <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> sportkamp te zi<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> de<br />
organisator van het sportkamp (opnieuw gespeeld door de toetsafnemer) opbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> om meer informatie<br />
vrag<strong>en</strong>. Op basis van de intuïties van de makers van de toets<strong>en</strong> én de proefafnames kan e<strong>en</strong> lijstje van<br />
noodzakelijk te stell<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt. Op die inhoudelijke parameters word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />
beoordeeld (zie Tabel 4).<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
61
3 4 5<br />
2<br />
1<br />
62<br />
9<br />
7 8<br />
6<br />
10<br />
13<br />
11 12<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
Tabel 4: scoreformulier per leerling bij de opdracht ‘Sportkamp’<br />
Vraag (leerling) Antwoord (door de toetsafnemer)<br />
1 WANNEER? Het kamp vindt plaats van 10 tot 15 juli.<br />
2 HOE LAAT BEGIN EN EINDE? Het kamp begint elke morg<strong>en</strong> om 9 u <strong>en</strong><br />
is om 5u in de namiddag gedaan.<br />
3 WAAR, Het kamp vindt plaats in ...<br />
4 WAT MEEBRENGEN? Elke dag sport- <strong>en</strong> zwemkledij <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
luchtpakket.<br />
5 WELKE SPORTEN? (geef <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>) Elke <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> namiddag<br />
kun je e<strong>en</strong> andere sport do<strong>en</strong>.<br />
We hebb<strong>en</strong> hier gewerkt met vier verschill<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> zo groot mogelijke verscheid<strong>en</strong>heid in<br />
te bouw<strong>en</strong>. De tak<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> over parameters als doel, context, relatie spreker/luisteraar, bek<strong>en</strong>dheid met<br />
de situatie, formaliteit, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Deze parameters vind<strong>en</strong> we terug in het schema dat Van Gelder<strong>en</strong> (1992)<br />
opstelde met ‘parameters van taalgebruikssitiaties <strong>voor</strong> de selectie <strong>en</strong> constructie van spreektak<strong>en</strong>’.<br />
8.4.2. Beoordelingsschema<br />
Voor de experim<strong>en</strong>tele spreektoets van het vierde <strong>leerjaar</strong> ziet het specifieke beoordelingsschema er als<br />
volgt uit:<br />
Tabel 5: Specifiek beoordelingsschema <strong>voor</strong> de spreektoets <strong>voor</strong> het vierde <strong>leerjaar</strong><br />
Dim<strong>en</strong>sie 1 ‘Inhoud’<br />
Opdracht 1 • Volledigheid van informatie<br />
Opdracht 2 • Volledigheid van informatie/Logische sam<strong>en</strong>hang<br />
Opdracht 3 • Volledigheid van informatie<br />
Opdracht 4 • Volledigheid van informatie<br />
Dim<strong>en</strong>sie 2 ‘Vorm’<br />
• Formulering (zinsbouw)<br />
Dim<strong>en</strong>sie 3 ‘Spreekgemak’<br />
• Haper<strong>en</strong><br />
• Tempo<br />
• Verstaanbaarheid<br />
• Stemvolume<br />
• Natuurlijkheid<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
63
64<br />
Inhoud<br />
Voor de vier opdracht<strong>en</strong> van de spreektoets selecteerd<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> de beoordelingscategorie ‘inhoud’<br />
telk<strong>en</strong>s het criterium ‘volledigheid van informatie’. Dat leek ons het meest relevante. Per opdracht ging<strong>en</strong><br />
we na welke ding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leerling moet zegg<strong>en</strong>, opdat hij het opgelegde communicatieve doel (het doel<br />
van de opdracht) zou bereik<strong>en</strong>. Dit resulteerde <strong>voor</strong> elke opdracht in e<strong>en</strong> aantal onderscheid<strong>en</strong> items (zie<br />
bij<strong>voor</strong>beeld tabell<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 4). Wanneer e<strong>en</strong> item spontaan door de leerling werd vermeld, scoord<strong>en</strong> we<br />
e<strong>en</strong> 2. Werd het item pas vermeld, nadat de toetsafnemer ernaar vroeg, dan scoord<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> 1.<br />
Bij opdracht 2 selecteerd<strong>en</strong> we ook nog het criterium ‘logische sam<strong>en</strong>hang van passages’. De<br />
onderscheid<strong>en</strong> items (passages van de sportdag) moet<strong>en</strong> dus ook in e<strong>en</strong> logisch verband verteld word<strong>en</strong>.<br />
Vorm<br />
Per item ging<strong>en</strong> we na of het communicatief adequaat geformuleerd was.<br />
Vond<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> item goed geformuleerd (o.a. zinn<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonsvorm die<br />
congruer<strong>en</strong>, verwijswoord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> goed gebruikt, er zijn ge<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de zinsvolgorde) dan<br />
scoord<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> dat item e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> ‘vorm’. Werd e<strong>en</strong> item niet of fout vermeld, dan kond<strong>en</strong> we het<br />
<strong>voor</strong> ‘vorm’ niet scor<strong>en</strong>.<br />
Spreekgemak<br />
Per hele opdracht bekek<strong>en</strong> we hoe <strong>vlot</strong> leerling die volbracht had. Daarbij hield<strong>en</strong> we dus rek<strong>en</strong>ing met:<br />
het al dan niet haper<strong>en</strong>, het tempo, de verstaanbaarheid, het stemvolume <strong>en</strong> de natuurlijkheid van<br />
sprek<strong>en</strong>.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> leerling bij e<strong>en</strong> opdracht op ge<strong>en</strong> van deze criteria negatief scoorde, dan kreeg hij <strong>voor</strong> die<br />
opdracht e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> ‘spreekgemak’.<br />
8.4.3 Resultat<strong>en</strong><br />
In ons onderzoek hebb<strong>en</strong> we de toetsprestaties van de leerling<strong>en</strong> op band opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Nadi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
we aan de hand van dit schema 30 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> spreektoets<strong>en</strong> gescoord binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tijdsbestek van 6<br />
ur<strong>en</strong> (5 leerling<strong>en</strong> per uur). Het beoordel<strong>en</strong> van de categorie ‘inhoud’ gebeurde echter reeds tijd<strong>en</strong>s de<br />
toetsafname zelf. Bij het beluister<strong>en</strong> van de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> spreekprestaties hebb<strong>en</strong> we dit nog e<strong>en</strong>s<br />
herbekek<strong>en</strong> om ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> eruit te hal<strong>en</strong>. Deze manier van scor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit tijdsbestek lijkt dus<br />
haalbaar <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> leerkracht. Zeker wanneer je bed<strong>en</strong>kt dat e<strong>en</strong> gemiddelde klas uit e<strong>en</strong> 20-tal leerling<strong>en</strong><br />
bestaat, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leerkracht dus gemiddeld 20 spreekprestaties te beoordel<strong>en</strong> heeft. Dit pleit <strong>voor</strong> de<br />
efficiëntie van het beoordelingsschema.<br />
Literatuur<br />
COLPIN, M., LINSEN B. & K. VAN GORP, Taakgericht <strong>Taal</strong>vaardigheidsonderwijs in de basisschool.<br />
In: Gids <strong>voor</strong> het basisonderwijs. Diegem, Kluwer, september 1997, pp. 149-175.<br />
VAN GELDEREN, A., De evaluatie van spreekvaardigheid in communicatieve situaties. Academisch<br />
Proefschrift. SCO-Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam, publicatie 303, 1992.<br />
Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>. Informatiemap <strong>voor</strong> de onderwijspraktijk. Gewoon basisonderwijs.<br />
Brussel, Ministerie van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap – Departem<strong>en</strong>t Onderwijs – C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie<br />
<strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie, 1998.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
BIJLAGE 1: OVERZICHT VAN DE TOETSEN<br />
ALLE LEERJAREN<br />
2de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong> - -<br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong> -<br />
edit<br />
3de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
4de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
5de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
6de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit -<br />
twee toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> -<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
66<br />
TOETSEN DERDE LEERJAAR<br />
vaardig- meet- titel<br />
heid mom<strong>en</strong>t<br />
luister<strong>en</strong> 1 Luister<strong>en</strong> naar de weg die e<strong>en</strong> vlieg aflegt <strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<br />
luister<strong>en</strong> 2 Liegt Tony of niet?<br />
Luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> verslag <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
luister<strong>en</strong> 3 Nordin <strong>en</strong> zijn buurvrouw<br />
Luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> verhaal <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong> 1 Opruim<strong>en</strong><br />
Waar moet<strong>en</strong> de spulletjes in Brams kamer staan?<br />
lez<strong>en</strong> 2 Uitsprak<strong>en</strong> van klusjesmann<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing aanduid<strong>en</strong> wie<br />
welk gereedschap nodig heeft<br />
lez<strong>en</strong> 2 (extra) De tiara <strong>en</strong> de wolf<br />
Twee sprookjes lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong> 3 De dier<strong>en</strong>tuin<br />
In welk hok zet ik welk dier?<br />
sprek<strong>en</strong> 2 Het was kermis<br />
E<strong>en</strong> rondleiding gev<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong> 1 Op e<strong>en</strong> onbewoond eiland<br />
schrijv<strong>en</strong> 3 De slimme oplossing van Nathalie<br />
E<strong>en</strong> verhaal schrijv<strong>en</strong> bij tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
edit 1 Ziek, pijn, iets gebrok<strong>en</strong>?<br />
edit 3 Pirat<strong>en</strong>!<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
kopieerblad<br />
BIJLAGE 2: OVERZICHT PER LEERLING VAN HET<br />
3de LEERJAAR:<br />
NORMEN PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />
naam:<br />
klas: 3<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
naam:<br />
klas: 3<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
naam:<br />
klas: 3<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
naam:<br />
klas: 3<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />
einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />
einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester
BIJLAGE 3: OVERZICHT PER LEERLING:<br />
NORMEN PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />
DOORHEEN DE HELE LAGERE SCHOOL<br />
Naam: ......................................................................................................................................................................................<br />
2de <strong>leerjaar</strong> 3de <strong>leerjaar</strong> 4de <strong>leerjaar</strong> 5de <strong>leerjaar</strong> 6de <strong>leerjaar</strong><br />
1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />
kopieerblad
BIJLAGE 4: OVERZICHT PER KLAS - 3de LEERJAAR<br />
AANTAL LEERLINGEN PER NORM<br />
PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />
einde 1ste trimester einde tweede trimester<br />
klas: 3<br />
A B C D E A B C D E A B C D E<br />
luister<strong>en</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
edit<br />
A = goed<br />
B = goede middelmaat<br />
C = zwakke middelmaat<br />
D = zwak<br />
E = zeer zwak<br />
ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />
kopieerblad
LUISTEREN
LUISTEREN NAAR DE WEG DIE EEN VLIEG<br />
AFLEGT EN AANDUIDEN OP EEN TEKENING<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar de beschrijving van de route van e<strong>en</strong> vlieg<br />
door de keuk<strong>en</strong> <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> deze tegelijkertijd heel precies aan op e<strong>en</strong><br />
tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong>.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal - individueel<br />
De beschrijving wordt stap <strong>voor</strong> stap letterlijk <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de nodige<br />
rustpunt<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing aangestipt. De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de<br />
tijd om de weg aan te duid<strong>en</strong>.<br />
scoring Deze toets bevat 18 scoorbare items. Het gaat hier telk<strong>en</strong>s om plaats<strong>en</strong><br />
waar de vlieg passeert op weg van het <strong>en</strong>e punt naar het andere.<br />
Bij de evaluatie mag <strong>en</strong>kel gelet word<strong>en</strong> op deze plaats<strong>en</strong>. Over de weg<br />
daartuss<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> informatie gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze kan dus ook niet fout zijn.<br />
De toetsafnemer duidt bij elke stap aan vanaf welk punt de vlieg vertrekt<br />
<strong>en</strong> waar ze uitkomt. Dat is ook met nummers aangeduid op de tek<strong>en</strong>ing.<br />
Zodo<strong>en</strong>de kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s goed vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn ze niet<br />
afhankelijk van ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> die ze in e<strong>en</strong> vorige stap gemaakt<br />
hebb<strong>en</strong>.<br />
Stap 1 <strong>en</strong> de drie on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> daarvan geld<strong>en</strong> als oef<strong>en</strong>items.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong> (zie bijlage A), e<strong>en</strong><br />
kleurpotlood <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gom.<br />
Vergroot bijlage A <strong>voor</strong> klassikaal gebruik.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
1<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Geef alle leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong> (zie bijlage A). Laat ze hun naam,<br />
<strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) op de achterkant van de tek<strong>en</strong>ing schrijv<strong>en</strong>. Geef de volg<strong>en</strong>de uitleg:<br />
Jullie zi<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> heel drukke keuk<strong>en</strong>. Het is twee uur.<br />
De vier kinder<strong>en</strong> van het gezin dat in dit huis woont, zijn deze middag<br />
thuisgekom<strong>en</strong> van school. Papa is aan het afwass<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schort <strong>voor</strong>.<br />
(Wijs de schort aan <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> hem zi<strong>en</strong>.)<br />
De ding<strong>en</strong> die papa afgewass<strong>en</strong> heeft, staan op het droogrek. (Wijs het droogrek<br />
aan <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het zi<strong>en</strong>.) Mama is de was aan het ophang<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> normaal aan tafel moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> te et<strong>en</strong>. Maar dat<br />
is niet zo. Hoe komt dat nu?<br />
To<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> pas aan tafel zat<strong>en</strong>, kwam er e<strong>en</strong> vlieg op de boterham<br />
met confituur van het meisje zitt<strong>en</strong>. Wat vervel<strong>en</strong>d, zo'n zoem<strong>en</strong>de vlieg<br />
die van alle zoete <strong>en</strong> lekkere ding<strong>en</strong> wil mee-et<strong>en</strong>. De kinder<strong>en</strong> will<strong>en</strong><br />
de vlieg vang<strong>en</strong>. Maar papa heeft h<strong>en</strong> dat verbod<strong>en</strong>. Ze mog<strong>en</strong> niet<br />
naar de vlieg slaan, want dan zoud<strong>en</strong> er wel e<strong>en</strong>s allerlei ding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
vall<strong>en</strong> of brek<strong>en</strong>. Dat kan gebeur<strong>en</strong> in de keuk<strong>en</strong>. In deze keuk<strong>en</strong> zijn<br />
er al heel wat ding<strong>en</strong> helemaal bov<strong>en</strong>aan op de kast gezet opdat de<br />
kinder<strong>en</strong> er niet bij zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. Zi<strong>en</strong> jullie dat? Er staan fless<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
pott<strong>en</strong> <strong>en</strong> doz<strong>en</strong>. Er staat ook e<strong>en</strong> grote kookpot bov<strong>en</strong>aan op de kast.<br />
Daar zit soep in. Het is e<strong>en</strong> heel zware kookpot, maar hij heeft gelukkig<br />
twee stevige handvatt<strong>en</strong> om hem beet te pakk<strong>en</strong>. (Wijs de kookpot <strong>en</strong> de handvat-<br />
t<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> ze zi<strong>en</strong>.)<br />
Papa heeft de stofzuiger (rechts <strong>voor</strong>aan op de tek<strong>en</strong>ing) al in de keuk<strong>en</strong><br />
gezet om de vlieg op te zuig<strong>en</strong> als ze in de buurt van de stofzuiger<br />
komt. Daarom is het belangrijk dat de kinder<strong>en</strong> goed volg<strong>en</strong> waar de<br />
vlieg allemaal vliegt. Help<strong>en</strong> jullie h<strong>en</strong> door de weg van de vlieg aan te<br />
duid<strong>en</strong>, dwars door de keuk<strong>en</strong>?<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
De leerling<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kleurpotlood <strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing. Neem zelf e<strong>en</strong> uitvergroot exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing<br />
bij de hand om de rustpunt<strong>en</strong> van de vlieg aan te duid<strong>en</strong>. Beschrijf de wegvan de vlieg <strong>en</strong> wijs de leerling<strong>en</strong><br />
telk<strong>en</strong>s op de juiste vertrek- <strong>en</strong> aankomstpunt<strong>en</strong> (met nummers aangeduid op de tek<strong>en</strong>ing).Ga ook<br />
telk<strong>en</strong>s na of de leerling<strong>en</strong> het juiste vertrek- of aankomstpunt zi<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> eerste keer vingers erop lat<strong>en</strong><br />
zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> controler<strong>en</strong>, als dat ge<strong>en</strong> probleem is gewoon lat<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong> bepaald nummer<br />
niet vind<strong>en</strong>). Indi<strong>en</strong> dat niet zo is, duid je heel expliciet aan waar de leerling(<strong>en</strong>) moet(<strong>en</strong>) vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
aankom<strong>en</strong>. Aan het <strong>voor</strong>gaande (waar er misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fout gemaakt is door de leerling(<strong>en</strong>)) moet ge<strong>en</strong><br />
aandacht meer besteed word<strong>en</strong>.<br />
Elk on<strong>derde</strong>el van de weg van de vlieg kan best één keer herhaald word<strong>en</strong>, ook al vrag<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />
daar niet om. Lees de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van de stap <strong>voor</strong>, met pauzes waar de *-tjes staan, om de leerling<strong>en</strong><br />
de geleg<strong>en</strong>heid te gev<strong>en</strong> bij te tek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Herhaal elk on<strong>derde</strong>el mete<strong>en</strong>. Als de leerling<strong>en</strong> daar om vrag<strong>en</strong>,<br />
kun je de stap als geheel ook nog e<strong>en</strong> keer traag herhal<strong>en</strong>.<br />
Stap 1 <strong>en</strong> de drie on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> daarvan geld<strong>en</strong> als oef<strong>en</strong>items. Voor je overgaat tot het <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> van stap<br />
2, ga je dus bij alle leerling<strong>en</strong> controler<strong>en</strong> of ze de instructie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Herhaal indi<strong>en</strong> nodig. Als<br />
de leerling<strong>en</strong> zichzelf will<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze hun lijn<strong>en</strong> uitgomm<strong>en</strong>. Als dat moeilijk<br />
is omdat ze met kleurpotlood werk<strong>en</strong>, kun je ook <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> om de verkeerde lijn te doorstrep<strong>en</strong>.<br />
stap 1:<br />
De vlieg vliegt in de keuk<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e plaats naar de andere. Maar ze<br />
vliegt niet rechtdoor. Ze maakt allerlei bocht<strong>en</strong> <strong>en</strong> kronkels. Soms gaat<br />
ze ook erg<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> rust<strong>en</strong>, <strong>voor</strong> ze verder zoemt. Ik zal telk<strong>en</strong>s<br />
zegg<strong>en</strong> waar de vlieg blijft zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar ze naartoe vliegt. Daar staan<br />
nummers bij. Daar moet<strong>en</strong> jullie allemaal goed naar kijk<strong>en</strong>. Jullie duid<strong>en</strong><br />
dan de weg van het <strong>en</strong>e nummer naar het andere aan.<br />
We gaan allemaal sam<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>. De vlieg zat dus op de boterham<br />
met confituur, waar nummer 1 staat. Het meisje heeft de vlieg van haar<br />
boterham weg geslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vlieg is gevlucht naar de fless<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>aan<br />
op de kast. De vlieg zit nu op de fles die op de hoek van de kast staat.<br />
Daar staat nummer 2 bij. (Duid de boterham (= vertrekpunt) <strong>en</strong> de meest rechtse fles<br />
(= aankomstpunt) aan <strong>en</strong> controleer of de leerling<strong>en</strong> deze kunn<strong>en</strong> lokaliser<strong>en</strong>.)<br />
Hoe is de vlieg daar nu naartoe gevlog<strong>en</strong>? Trek maar e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> lijn om<br />
dat aan te duid<strong>en</strong>:<br />
De vlieg vliegt over het hoofd van de hond die bij de tafel staat. *<br />
Ze vliegt naar het strikje van de schort die papa aanheeft, *<br />
<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drie lepels die in e<strong>en</strong> pot op de kast staan, naar de fles. *<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
1<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
stap 2:<br />
De vlieg vliegt dan van de fles, waar nummer 2 bij staat, naar het strijkijzer<br />
in de kast, waar nummer 3 bij staat. (Duid de fles (2 = vertrekpunt) <strong>en</strong> het strijkijzer<br />
(3 = aankomstpunt) aan <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> van het juiste punt vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed wet<strong>en</strong> waar<br />
het strijkijzer staat.)<br />
Ook nu vliegt de vlieg weer niet recht van het <strong>en</strong>e punt naar het andere.<br />
Volg<strong>en</strong> jullie mee?<br />
Eerst vliegt de vlieg over de fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grote kookpot die bov<strong>en</strong> op de<br />
kast staan. *<br />
Dan duikt ze ev<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> door het handvat van die kookpot. *<br />
En dan gaat het weer recht omhoog <strong>en</strong> vliegt onze vlieg ev<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de<br />
lamp. *<br />
Dan vliegt ze naar de poes toe <strong>en</strong> draait e<strong>en</strong>s rond de staart van de poes. *<br />
De poes schrikt daarvan <strong>en</strong> stoot e<strong>en</strong> pot met pilletjes om die bov<strong>en</strong> op<br />
de kast stond. De vlieg vliegt door deze pilletjes naar het strijkijzer. *<br />
stap 3:<br />
Maar oh, wat is dat strijkijzer heet! Mama heeft namelijk net nog gestrek<strong>en</strong>.<br />
Daar wil de vlieg snel weg. Die confituur op tafel was veel beter<br />
om op te zitt<strong>en</strong>. Laat ik daar nog maar e<strong>en</strong>s naartoe gaan, d<strong>en</strong>kt de<br />
vlieg. Ze gaat dus van het strijkijzer, waar nummer 3 bij staat, naar de<br />
pot confituur, waar nummer 4 bij staat. (Duid het strijkijzer (3 = vertrekpunt) <strong>en</strong> de<br />
pot confituur op de tafel (4 = aankomstpunt) aan <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> van het juiste punt<br />
vertrekk<strong>en</strong>.)<br />
Duid<strong>en</strong> jullie aan langs welke weg de vlieg weer op de tafel terechtkomt?<br />
De vlieg vliegt langs de steel van de borstel die onder het strijkijzer<br />
staat, naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. *<br />
Ze gaat ev<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> wat er in het glas zat dat omgevall<strong>en</strong> op de rand van<br />
de tafel ligt. *<br />
Ze snuffelt ook ev<strong>en</strong> in de kom waar e<strong>en</strong> lepel in staat <strong>en</strong> landt t<strong>en</strong>slotte<br />
op de pot confituur. *<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
stap 4:<br />
Maar nu zijn ze daar in dat gezin met de vlieg in de keuk<strong>en</strong> natuurlijk<br />
nog ge<strong>en</strong> stap verder gekom<strong>en</strong>. De vlieg zit weer op de confituur, waar<br />
ze in het begin zat. Het meisje jaagt haar weer weg <strong>en</strong> de vlieg vliegt<br />
naar de bord<strong>en</strong> op het droogrek. Ze gaat van de pot confituur, waar<br />
nummer 4 bij staat, naar de bord<strong>en</strong> op het droogrek, waar nummer 5<br />
bij staat. (Duid de pot confituur op de tafel (4 = vertrekpunt) <strong>en</strong> de bord<strong>en</strong> op het droogrek<br />
(5 = aankomstpunt) aan <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> van het juiste punt vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed wet<strong>en</strong><br />
waar het droogrek is.)<br />
En jullie volg<strong>en</strong> weer waar de vlieg allemaal langs vliegt.<br />
De vlieg vliegt over de tafel over de sleutel die daar ligt. *<br />
En dan naar het bakje waar de mess<strong>en</strong> in ligg<strong>en</strong>. *<br />
En dan ziet onze vlieg iets leuks. Weer e<strong>en</strong> dier met e<strong>en</strong> lekker warme<br />
vacht! En de vlieg zet zich ev<strong>en</strong> op de snuit van de hond. *<br />
De hond schrikt <strong>en</strong> stoot e<strong>en</strong> paar bord<strong>en</strong> waar taartjes op staan om.<br />
E<strong>en</strong> bord valt in stukk<strong>en</strong> op de grond. Onze vlieg ziet het bord niet,<br />
maar wel het taartje dat ernaast op de grond ligt <strong>en</strong> daar gaat ze ev<strong>en</strong><br />
van snoep<strong>en</strong>. Mmm, wat lekker! *<br />
T<strong>en</strong>slotte vliegt ze door de b<strong>en</strong><strong>en</strong> van het kind dat e<strong>en</strong> omgekeerde<br />
pan op zijn hoofd heeft staan, recht omhoog <strong>en</strong> gaat op één van de<br />
bord<strong>en</strong> op het droogrek zitt<strong>en</strong>. *<br />
stap 5:<br />
En nu komt het laatste stuk van de reis van de vlieg door de keuk<strong>en</strong>.<br />
Want nu zal ze van het droogrek naar de vloer vlieg<strong>en</strong>. Ze zal vlak<br />
naast de stofzuiger terechtkom<strong>en</strong>, waar ze zal word<strong>en</strong> opgezog<strong>en</strong>.<br />
Zi<strong>en</strong> jullie waar nummer 6 staat? De vlieg gaat nu van het droogrek,<br />
waar nummer 5 bij staat naar de vloer, waar nummer 6 staat.<br />
(Duid het droogrek (5 = vertrekpunt) <strong>en</strong> de vloer rechts naast de stofzuiger (6 = aankomstpunt)<br />
aan <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> van het juiste punt vertrekk<strong>en</strong>.)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
1<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
Duid<strong>en</strong> jullie het laatste stuk van de zoemweg van de vlieg aan?<br />
De vlieg vliegt op <strong>en</strong> gaat ev<strong>en</strong> door het raam kijk<strong>en</strong>. Ze hangt juist <strong>voor</strong><br />
de neus van mama, die natuurlijk aan de andere kant van het raam<br />
staat. *<br />
Dan vliegt ze verder over de plant<strong>en</strong> die op de v<strong>en</strong>sterbank <strong>en</strong> op de<br />
koelkast staan, maar ze blijft wel onder de klok vlieg<strong>en</strong>. *<br />
Dan duikt ze recht naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> in de vuilnisbak. Die heeft ze gerok<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ze gelooft dat daar <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> vliegje vast wel wat lekkers in zal<br />
zitt<strong>en</strong>.*<br />
Nu heeft ons vliegje haar buikje echt rondgeget<strong>en</strong>: confituur, e<strong>en</strong> taartje,<br />
<strong>en</strong> wat er in de vuilnisbak zat, ... Ze valt van moeheid op de grond.<br />
BOEM!<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- toetsblad <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>: tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong> (A)<br />
- tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong>, waarop de juiste weg is aangeduid (B)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Vlieg’<br />
Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />
Bekijk de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande 'juiste oplossing<strong>en</strong>'. Overloop het lijstje <strong>en</strong><br />
zet onder de corresponder<strong>en</strong>de nummers in de scoretabel 1-<strong>en</strong> of 0-<strong>en</strong>, al naargelang van of de leerling<strong>en</strong><br />
juist of fout getek<strong>en</strong>d hebb<strong>en</strong>. Houd ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met andere dan de hieronder vermelde punt<strong>en</strong>. Als<br />
de leerling<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld tuss<strong>en</strong> twee punt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gekke afwijking van de weg gemaakt hebb<strong>en</strong> die je<br />
niet mete<strong>en</strong> kunt verklar<strong>en</strong>, maar wat er moet staan, staat er, dan is alles 1.<br />
Ook als leerling<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> begin- <strong>en</strong> /of eindpunt<strong>en</strong>, mag daar<strong>voor</strong> ge<strong>en</strong> 0 gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
(bv. item 6: de vlieg vliegt door de pilletjes naar het strijkijzer --> als de kinder<strong>en</strong> op de strijkplank land<strong>en</strong>,<br />
krijg<strong>en</strong> ze toch nog e<strong>en</strong> 1).<br />
De onderlinge afhankelijkheid van items binn<strong>en</strong> één stap bemoeilijkt soms de scoring, bv. als de vlieg<br />
niet door het handvat van de kookpot gaat (2), kan ze ook niet recht omhoog gaan naar de lamp (3).<br />
Dan moet je soepel zijn in het interpreter<strong>en</strong> van de bedoeling<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. In dit geval: als de<br />
weg teg<strong>en</strong> de lamp komt, is het goed. Of: leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich ook binn<strong>en</strong> één stap herpakk<strong>en</strong>, dus<br />
als iets aangeduid is of er loopt e<strong>en</strong> stukje weg langs = 1. Let wel: op sommige plaats<strong>en</strong> is het stukje<br />
weg wel belangrijk.<br />
Sommige leerling<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> in perspectief, in drie dim<strong>en</strong>sies. Ander<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> alles plat. Bij deze<br />
laatst<strong>en</strong> is bij<strong>voor</strong>beeld 'over' bov<strong>en</strong> (bov<strong>en</strong> de kop van de hond), bij de eerste groep is 'over' op (lijn loopt<br />
op het hoofd, t<strong>en</strong>minste, zo zie je het op de tek<strong>en</strong>ing).<br />
De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />
In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de<br />
scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>.<br />
In de meest rechtse kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />
overzicht van de juiste items - de nummers van de items staan tuss<strong>en</strong> ( ):<br />
stap 2 (van fles tot strijkijzer/van nummer 2 naar 3):<br />
(1) over de fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grote kookpot die bov<strong>en</strong> op de kast staan<br />
(2) ev<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> door het handvat van die kookpot<br />
(3) recht (min of meer) omhoog <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de lamp (teg<strong>en</strong> lamp<strong>en</strong>kap = 1)<br />
(4) naar de poes toe<br />
(5) rond de staart van de poes draai<strong>en</strong> (soepel zijn, want moeilijk aan te duid<strong>en</strong>)<br />
(6) door (ertuss<strong>en</strong>) de pilletjes<br />
(naar het strijkijzer)<br />
stap 3 (van strijkijzer tot pot confituur/van nummer 3 naar 4):<br />
(7) langs de steel van de borstel die onder het strijkijzer staat, naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />
(str<strong>en</strong>g zijn: aftrekker = 0<br />
<strong>en</strong>kel langs het bov<strong>en</strong>ste stukje van borstelsteel = 0)<br />
(8) naar het glas dat omgevall<strong>en</strong> op de rand van de tafel ligt (aan de kant waar er iets uitloopt)<br />
(9) naar de kom waar e<strong>en</strong> lepel in staat<br />
(naar de pot confituur)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
7<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
1<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
stap 4 (van confituur tot droogrek/van nummer 4 naar 5):<br />
(10) over de tafel over de sleutel die daar ligt<br />
(11) naar het bakje waar de mess<strong>en</strong> in ligg<strong>en</strong> (niet per se recht over mess<strong>en</strong>; bakje = 1)<br />
(12) naar de snuit van de hond<br />
(13) naar het taartje dat op de grond ligt<br />
(14) door de b<strong>en</strong><strong>en</strong> van het kind dat e<strong>en</strong> omgekeerde pan op zijn hoofd staan heeft, recht omhoog<br />
(langs kind he<strong>en</strong> = 0; maar min of meer recht = 1)<br />
(naar één van de bord<strong>en</strong> op het droogrek)<br />
stap 5 (van droogrek tot grond/van nummer 5 naar 6):<br />
(15) <strong>voor</strong> het raam - JUIST <strong>voor</strong> de neus van mama<br />
(16) verder over de plant<strong>en</strong> die op de v<strong>en</strong>sterbank <strong>en</strong> op de koelkast staan<br />
(17) maar wel onder de klok (als de leerling<strong>en</strong> niet over de plant<strong>en</strong> gaan bij item 16, blijv<strong>en</strong> ze toch<br />
onder de klok <strong>en</strong> is dit item juist)<br />
(18) recht naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> in de vuilnisbak<br />
(naar de vloer)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de luistertoets ‘Vlieg’<br />
VLIEG • LUISTEREN • 3de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
/ 17 - 18 15 - 16 12 - 14 min 12<br />
Omdat de gemiddelde score op deze toets vrij hoog ligt, kunn<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> ook niet heel hoog bov<strong>en</strong> het<br />
gemiddelde scor<strong>en</strong>. Bijgevolg wordt er ge<strong>en</strong> A-norm onderscheid<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
9<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: ....................<br />
Datum: ... / ... / ...<br />
luister<strong>en</strong><br />
Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Totaal<br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Naam: ........................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
2<br />
3<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
4<br />
1<br />
kopieerblad<br />
6<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
Bijlage A<br />
1
Juiste oplossing<br />
2<br />
3<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
4<br />
1<br />
6<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
Bijlage B
LIEGT TONY OF NIET?<br />
LUISTEREN NAAR EEN VERSLAG EN<br />
VERGELIJKEN MET TEKENINGEN<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar wat e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>, Tony, teg<strong>en</strong> de politie vertelt<br />
over wat hij op e<strong>en</strong> dag heeft gedaan. Zij vergelijk<strong>en</strong> wat zij hor<strong>en</strong> met<br />
wat zij op tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> (= wat Tony echt heeft gedaan) <strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> zo<br />
of Tony de waarheid spreekt of niet.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal-individueel<br />
Na de klassikale introductie <strong>en</strong> instructie wordt e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beelditem behandeld.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s leest de toetsafnemer stap <strong>voor</strong> stap <strong>voor</strong> wat Tony aan<br />
de politie vertelt. Na elke uitspraak krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de tijd om<br />
aan te duid<strong>en</strong> of Tony de waarheid spreekt of niet.<br />
scoring Deze toets bevat 12 scoorbare items. E<strong>en</strong> item is juist als de leerling correct<br />
aanduidt wanneer Tony de waarheid spreekt <strong>en</strong> wanneer niet. (waar<br />
of niet waar)<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de twee toetsblad<strong>en</strong> (tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>: bijlage A <strong>en</strong> antwoordblad:<br />
bijlage B); <strong>voor</strong> de toetsafnemer e<strong>en</strong> uitvergrote versie van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
(bijlage C)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Tek<strong>en</strong> op het bord drie klokk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> balkje erteg<strong>en</strong> (zie bijlage C <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>beeld):<br />
klok + balk 1: de wijzers van de klok gev<strong>en</strong> aan dat het acht uur is; in het balkje staat ‘acht uur’;<br />
klok + balk 2: de wijzers zijn nog niet getek<strong>en</strong>d; in het balkje staat ‘halfelf’<br />
klok + balk 3: de wijzers van de klok gev<strong>en</strong> aan dat het kwart over zes is; in het balkje staat niets;<br />
Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong> opdracht gaan uitvoer<strong>en</strong> waarbij het heel belangrijk is dat ze goed<br />
wet<strong>en</strong> hoe laat het is. Daarom gaan ze ev<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op kloklez<strong>en</strong>. Afhankelijk van de <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis die je<br />
leerling<strong>en</strong> reeds hebb<strong>en</strong>, zal je hier meer of minder tijd aan moet<strong>en</strong> bested<strong>en</strong>. Voor alle leerling<strong>en</strong> is<br />
deze korte introductie nodig om h<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> inzi<strong>en</strong> dat met de wijzers van de klok, én met de woord<strong>en</strong><br />
die in het balkje staan, dezelfde tijd wordt aangegev<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> die nog niet zo goed overweg<br />
kunn<strong>en</strong> met de wijzers, kunn<strong>en</strong> dan bij de opdracht die volgt, de woord<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> die de tijd aangev<strong>en</strong>.<br />
Bij het eerste <strong>voor</strong>beeld zijn beide ingevuld, <strong>en</strong> kan je de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> om het te verifiër<strong>en</strong>. De twee<br />
volg<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>, waarbij één keer de wijzers moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> één keer de woord<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> ingevuld, mak<strong>en</strong> jullie sam<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
Deel vervolg<strong>en</strong>s het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tony’s dag (bijlage A) uit. Toon de jong<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing<br />
<strong>en</strong> zeg dat het TONY is, e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> van 14 jaar.<br />
Tony gaat elke dag met de bus naar school <strong>en</strong> terug. Ook gister<strong>en</strong> deed hij dat. Maar gister<strong>en</strong> is er geld<br />
gestol<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> winkeltje vlakbij de plaats waar Tony op de bus stapt. En de politie d<strong>en</strong>kt dat Tony de<br />
dief is. Daarom moet Tony aan de politie heel precies vertell<strong>en</strong> wat hij gister<strong>en</strong> gedaan heeft. Zo wil de<br />
politie te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> of Tony de dief is of niet.<br />
Will<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de politie help<strong>en</strong> om uit te zoek<strong>en</strong> of Tony de waarheid spreekt of niet?<br />
Vertel de leerling<strong>en</strong> dat jij gaat <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> WAT Tony gister<strong>en</strong> allemaal gedaan heeft, <strong>en</strong> ook WANNEER<br />
hij dat precies gedaan heeft. De leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dan moet<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> of het waar is wat hij zegt of<br />
niet. Zij gaan dus controler<strong>en</strong> of de uitleg van Tony juist is. Dat do<strong>en</strong> ze met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage A).<br />
Op deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> staat wat Tony gister<strong>en</strong> echt gedaan heeft. Tony zal misschi<strong>en</strong> aan de politie ding<strong>en</strong><br />
vertell<strong>en</strong> die niet waar zijn. Want als hij de echte dief is, wil hij natuurlijk niet dat de politie dat weet.<br />
En dus zal hij soms lieg<strong>en</strong> over wat hij gister<strong>en</strong> gedaan heeft. De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong><br />
wanneer Tony de waarheid spreekt <strong>en</strong> wanneer niet door goed te luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
te kijk<strong>en</strong>.<br />
Ga nader in op de tek<strong>en</strong>ing. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de inzicht krijg<strong>en</strong> in de structuur ervan. Maak<br />
de volg<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> wijs alles heel expliciet aan op e<strong>en</strong> uitvergrote tek<strong>en</strong>ing (bijlage C) die<br />
je zelf bij de hand houdt:<br />
- de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de vakjes ton<strong>en</strong> wat Tony allemaal gedaan heeft<br />
- er zijn 11 vakk<strong>en</strong> (met nummers rechts bov<strong>en</strong>aan); in sommige vakk<strong>en</strong> staan twee of drie ding<strong>en</strong> die<br />
Tony vlak na elkaar heeft gedaan<br />
- de volgorde van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is: van links naar rechts, drie rij<strong>en</strong>;<br />
- bij elk vak hoort e<strong>en</strong> klokje (links bov<strong>en</strong>aan); daarop staat aangegev<strong>en</strong> om hoe laat Tony begonn<strong>en</strong> is<br />
met de ding<strong>en</strong> die in het vak staan;<br />
- in het blokje/balkje naast elk klokje staat hetzelfde uur in woord<strong>en</strong>;<br />
- de dikkere rand rond vak 6 geeft aan dat het dan middag is (als de klok rond is)<br />
Praat niet over wat er eig<strong>en</strong>lijk allemaal op de tek<strong>en</strong>ing staat, maar geef de leerling<strong>en</strong> wel de geleg<strong>en</strong>heid<br />
om ev<strong>en</strong> rustig naar alle vakk<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>, zodat ze goed wet<strong>en</strong> wat er allemaal instaat. Het <strong>en</strong>ige<br />
wat je wel ev<strong>en</strong> klassikaal moet aanstipp<strong>en</strong> is dat Tony zich op het eerste tek<strong>en</strong>ingetje in vak 2 aan het<br />
scher<strong>en</strong> is.<br />
De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> of Tony de waarheid spreekt door tijd<strong>en</strong>s het luister<strong>en</strong> goed naar de klokjes<br />
(of de woord<strong>en</strong> die de tijd aangev<strong>en</strong>: dat mog<strong>en</strong> ze zelf kiez<strong>en</strong>) én de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>. Jij zal<br />
zegg<strong>en</strong> naar welke vakk<strong>en</strong> ze moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>: soms is het er één, soms zijn het er meer. Ze moet<strong>en</strong> dus<br />
nagaan of Tony juist zegt wat hij gedaan heeft <strong>en</strong> wanneer hij het gedaan heeft.<br />
Om aan te duid<strong>en</strong> of het waar is of niet wat Tony zegt, krijg<strong>en</strong> ze nog e<strong>en</strong> apart blad. Deel het antwoordblad<br />
uit (bijlage B), vraag aan de leerling<strong>en</strong> om bov<strong>en</strong>aan hun <strong>voor</strong>naam <strong>en</strong> famili<strong>en</strong>aam (<strong>en</strong> nummer)<br />
te schrijv<strong>en</strong>. Op het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (A) mog<strong>en</strong> ze niet schrijv<strong>en</strong>. Dat kan bij volg<strong>en</strong>de toetsafnames<br />
opnieuw word<strong>en</strong> gebruikt.<br />
Hun antwoord<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong> door telk<strong>en</strong>s achter de juiste letter het bolletje <strong>voor</strong><br />
het juiste antwoord te kleur<strong>en</strong>. Raad h<strong>en</strong> aan om eerst goed na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> alvor<strong>en</strong>s ze iets aanduid<strong>en</strong>,<br />
zodat ze zeker zijn dat het juist is. En om telk<strong>en</strong>s goed op te lett<strong>en</strong> dat ze het bij de juiste letter aan-<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
duid<strong>en</strong>. Als er toch iets moet word<strong>en</strong> verbeterd gaat dat zo: door het foutief gekleurde bolletje wordt<br />
e<strong>en</strong> kruis gezet <strong>en</strong> het andere wordt gekleurd.<br />
Illustreer dit op het bord <strong>en</strong> controleer tijd<strong>en</strong>s de toets of de leerling<strong>en</strong> er op e<strong>en</strong> duidelijke manier mee<br />
omgaan.<br />
De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ook wet<strong>en</strong> dat ze telk<strong>en</strong>s maar één antwoord mog<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong>. Soms is het<br />
moeilijk om te besliss<strong>en</strong> of het nu waar is of niet, wat Tony zegt. Maar dan moet er heel goed geluisterd<br />
word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan kan je het wet<strong>en</strong>. Er moet telk<strong>en</strong>s één beslissing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> heel stukje.<br />
Nu mak<strong>en</strong> jullie sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld. Vraag de leerling<strong>en</strong> naar de eerste tek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> klok te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
goed te luister<strong>en</strong> naar wat Tony daarover zegt.<br />
X Kijk naar vak 1.<br />
“Meestal word ik om halfzev<strong>en</strong> wakker. Dan steek ik mijn arm<strong>en</strong> in de lucht<br />
<strong>en</strong> spring ik uit bed. Maar gister<strong>en</strong> was ik heel moe omdat ik de vorige avond<br />
laat gaan slap<strong>en</strong> was. Daarom werd ik pas om kwart over zev<strong>en</strong> wakker.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
Laat de leerling<strong>en</strong> zelf het juiste antwoord aanduid<strong>en</strong>, stel dan klassikaal de vraag of Tony de waarheid<br />
spreekt of niet <strong>en</strong> behandel het item. De red<strong>en</strong> waarom het niet waar is, moet zeker aan bod kom<strong>en</strong>:<br />
je ziet op de tek<strong>en</strong>ing dat Tony om zev<strong>en</strong> uur wakker wordt, dus hij liegt. Het gaat dus niet alle<strong>en</strong> om<br />
het tek<strong>en</strong>ingetje, of alle<strong>en</strong> de klok, maar de twee sam<strong>en</strong>.<br />
Herhaal <strong>en</strong> leg uit indi<strong>en</strong> nodig <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> die het fout hadd<strong>en</strong>. Ga controler<strong>en</strong> of iedere<strong>en</strong> het<br />
juiste antwoord heeft aangeduid.<br />
Lees nu achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de onderstaande 16 uitsprak<strong>en</strong> van Tony <strong>voor</strong>, gevolgd door ‘Is het waar of<br />
niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.’, <strong>en</strong> geef de leerling<strong>en</strong> dan voldo<strong>en</strong>de tijd om te<br />
antwoord<strong>en</strong>. Het zal wellicht nodig zijn om elke uitspraak e<strong>en</strong> keer te herhal<strong>en</strong>. Doe dat mete<strong>en</strong>. Het is<br />
niet de bedoeling dat het geheel twee keer doorlop<strong>en</strong> wordt.<br />
Het is heel belangrijk om telk<strong>en</strong>s goed te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> om welk(e) vak(k<strong>en</strong>) <strong>en</strong> welk antwoord het<br />
gaat, zodat de leerling<strong>en</strong> daar ge<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Probeer ook in de mate van het mogelijke te<br />
controler<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> bij de juiste letter blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook of ze goed begrijp<strong>en</strong> hoe ze het antwoord<br />
moet<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel kun je telk<strong>en</strong>s na e<strong>en</strong> vijftal items ev<strong>en</strong> gaan kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> die<br />
verkeerd zijn terug bij de juiste letter lat<strong>en</strong> meevolg<strong>en</strong>. Je mag de leerling<strong>en</strong> verder op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze<br />
help<strong>en</strong>. Betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> ze prober<strong>en</strong> af te<br />
leid<strong>en</strong> uit de context. Spoor de leerling<strong>en</strong> aan als ze ontmoedigd rak<strong>en</strong>. Als ze één uitspraak van Tony<br />
niet begrijp<strong>en</strong> of er ge<strong>en</strong> beslissing over kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, lukt het vast wel bij de volg<strong>en</strong>de.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
A Kijk naar vak 2.<br />
“Als ik opsta heb ik altijd veel honger. En meestal is mijn zus zich dan aan<br />
het wass<strong>en</strong>. Dan moet ik wacht<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ik in de badkamer mag. Daarom ga ik<br />
altijd eerst ontbijt<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna ga ik mij scher<strong>en</strong> <strong>en</strong> wass<strong>en</strong> in de badkamer.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
B Kijk naar vak 3 <strong>en</strong> vak 4.<br />
“Wist je al dat ik met de bus naar school ga? Soms ga ik ook met de fiets,<br />
maar meestal b<strong>en</strong> ik daar te lui <strong>voor</strong>. Want het is nogal ver. En als het reg<strong>en</strong>t<br />
wordt je nat. Gister<strong>en</strong> heb ik om halfneg<strong>en</strong> de bus g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
C Kijk naar de vakk<strong>en</strong> waarop staat wat Tony in de <strong>voor</strong>middag deed:<br />
dat zijn vak 4 <strong>en</strong> vak 5.<br />
“In de <strong>voor</strong>middag was ik van halfneg<strong>en</strong> tot twaalf uur op school. In de klas<br />
mog<strong>en</strong> we niet met elkaar prat<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> als de meester iets vraagt, mog<strong>en</strong><br />
we antwoord<strong>en</strong>. Op de speelplaats mog<strong>en</strong> we gelukkig wel met elkaar prat<strong>en</strong>.<br />
Maar ik voelde mij gister<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje ziek. Ik heb dan ook tijd<strong>en</strong>s de hele<br />
<strong>voor</strong>middag met niemand gepraat.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
D Kijk naar vak 6.<br />
“Als ik ’s middags naar huis ga om te et<strong>en</strong>, b<strong>en</strong> ik niet op tijd terug op<br />
school. Daarom blijf ik elke middag op school et<strong>en</strong>. Maar gister<strong>en</strong> was ik mijn<br />
boterhamm<strong>en</strong> verget<strong>en</strong>. Gelukkig kunn<strong>en</strong> we op school ook altijd wel iets<br />
kop<strong>en</strong> om te et<strong>en</strong>. Ik heb alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> appel geget<strong>en</strong>, want ik had ge<strong>en</strong> zin in<br />
e<strong>en</strong> broodje. E<strong>en</strong> flesje cola heb ik wel gekocht.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
E Kijk naar de vakk<strong>en</strong> waarop staat wat Tony in de namiddag deed:<br />
dat zijn vak 7 <strong>en</strong> vak 8.<br />
“Op wo<strong>en</strong>sdag <strong>en</strong> vrijdag moet<strong>en</strong> we in de namiddag niet naar school. Dan<br />
hebb<strong>en</strong> we vrij. Maar gister<strong>en</strong> was dat niet zo. Ik b<strong>en</strong> dus ook in de namiddag<br />
op school geweest.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(waar)<br />
F Kijk naar vak 8.<br />
“Omdat ik 's morg<strong>en</strong>s niet met de fiets gekom<strong>en</strong> was, kon ik ook niet met de<br />
fiets naar huis gaan to<strong>en</strong> de school uit was. Ik heb de bus naar huis g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
om kwart over vier. Ik moest wel r<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, want anders was de bus zonder mij<br />
weggered<strong>en</strong>.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
G Kijk naar vak 8 <strong>en</strong> vak 9.<br />
“De rit met de bus duurt normaal niet zo heel erg lang. Maar gister<strong>en</strong> was<br />
er erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ongeluk gebeurd. Daardoor moest de bus heel lang wacht<strong>en</strong> tot<br />
ze verder kon rijd<strong>en</strong>. Om halfvijf 's avonds zat ik dus nog steeds op de bus<br />
naar huis.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
H Kijk naar vak 9.<br />
“Als huiswerk moest<strong>en</strong> we gister<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal over twee paard<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.<br />
Daarna moest<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong> blad schrijv<strong>en</strong> of we het e<strong>en</strong> goed verhaal vond<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> waarom. Ik lees wel graag verhal<strong>en</strong>, maar ik vertel niet graag wat ik ervan<br />
vind. Ik heb dus alle<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>, niet geschrev<strong>en</strong>.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
I Kijk naar vak 10.<br />
“Aan tafel zit ik op e<strong>en</strong> stoel. Soms zit ik op mijn knieën. Maar als ik naar de<br />
televisie kijk, lig ik op mijn buik op de grond."<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
J Kijk naar vak 11.<br />
“Ik weet niet meer precies wanneer ik gaan slap<strong>en</strong> b<strong>en</strong>. Gewoonlijk stur<strong>en</strong><br />
mijn ouders mij om ti<strong>en</strong> uur naar bed. Dat is wel later dan de meeste andere<br />
leerling<strong>en</strong> van mijn klas. Alle<strong>en</strong> de jong<strong>en</strong> die naast mij in de klas zit, moet<br />
pas om halfelf naar bed. Mijn mama zegt dat ik gister<strong>en</strong> om halfelf al aan het<br />
slap<strong>en</strong> was.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(waar)<br />
K Kijk naar vak 3 <strong>en</strong> vak 8.<br />
“Er zitt<strong>en</strong> altijd veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op de bus die ik neem. Dat zijn <strong>voor</strong>al m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
die naar hun werk gaan, niet zoveel kinder<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> ik 's morg<strong>en</strong>s <strong>en</strong> 's<br />
avonds de bus nam, stapte er telk<strong>en</strong>s nog iemand na mij op."<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
L Kijk naar vak 4 <strong>en</strong> vak 7.<br />
“De jong<strong>en</strong> die naast mij zit in de klas, zit de hele dag met zijn vinger<br />
omhoog. Ik vind het wel e<strong>en</strong> beetje vervel<strong>en</strong>d dat hij altijd alle antwoord<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>t. Want ik weet veel ding<strong>en</strong> niet <strong>en</strong> hij wil mij nooit help<strong>en</strong>.”<br />
Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />
(niet waar)<br />
Wat d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> jullie? Zou Tony gister<strong>en</strong> iets gestol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>? Wanneer zou<br />
hij dat gedaan hebb<strong>en</strong>? ... Heeft hij veel gelog<strong>en</strong>?<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
7<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tony’s dag <strong>voor</strong> elke leerling (A)<br />
- antwoordblad <strong>voor</strong> elke leerling (B)<br />
- grotere versie van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tony’s dag <strong>voor</strong> de toetsafnemer (C)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Liegt Tony?’<br />
Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk met de onderstaande lijst van juiste antwoord<strong>en</strong>.<br />
Elk juist antwoord scoort 1, e<strong>en</strong> fout of ge<strong>en</strong> antwoord of twee antwoord<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> allemaal 0. Als de<br />
leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander systeem gebruikt hebb<strong>en</strong> om aan te duid<strong>en</strong>, mag dat ook goedgerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>,<br />
zolang het maar duidelijk is.<br />
Om de totaalscore te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> de 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> de 1-<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />
In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores.<br />
Op de bov<strong>en</strong>ste rij staat telk<strong>en</strong>s het juiste antwoord (w = waar; n = niet waar), zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore. Deze is gelijk aan het aantal<br />
correct gescoorde items.<br />
lijst van de items met juiste antwoord<strong>en</strong>:<br />
A niet waar<br />
B niet waar<br />
C niet waar<br />
D niet waar<br />
E waar<br />
F niet waar<br />
G niet waar<br />
H niet waar<br />
I niet waar<br />
J waar<br />
K niet waar<br />
L niet waar<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
9<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de luistertoets ‘Liegt Tony?’<br />
LIEGT TONY? • LUISTEREN • 3de LEERJAAR • einde tweede trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
/ 11 - 12 9 - 10 7 - 8 min 7<br />
Omdat de gemiddelde score op deze toets hoog is, kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet hoog bov<strong>en</strong> het gemiddelde<br />
scor<strong>en</strong>. Bijgevolg wordt er ge<strong>en</strong> A-norm onderscheid<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3 2<br />
10<br />
luister<strong>en</strong><br />
<strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
luister<strong>en</strong><br />
leerling A B C D E F G H I J K L Totaal<br />
niet niet niet niet waar niet niet niet niet waar niet niet op 12<br />
waar waar waar waar waar waar waar waar waar waar<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tony’s dag<br />
zev<strong>en</strong> uur kwart over zev<strong>en</strong> kwart <strong>voor</strong> acht<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
twaalf uur halftwee vier uur<br />
halfneg<strong>en</strong> kwart<br />
over ti<strong>en</strong><br />
halfvijf halfzev<strong>en</strong> halfelf<br />
kopieerblad<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
✂<br />
luister<strong>en</strong><br />
kopieerblad<br />
luister<strong>en</strong><br />
kopieerblad<br />
Naam: ........................................<br />
Naam: ........................................<br />
Klas: ...........................................<br />
Klas: ...........................................<br />
Nr: .....<br />
Nr: .....<br />
3 2<br />
ANTWOORDBLAD<br />
3 2<br />
ANTWOORDBLAD<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
<strong>leerjaar</strong><br />
X ❒ waar ❒ niet waar<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
X ❒ waar ❒ niet waar<br />
A ❒ waar ❒ niet waar<br />
A ❒ waar ❒ niet waar<br />
B ❒ waar ❒ niet waar<br />
B ❒ waar ❒ niet waar<br />
C ❒ waar ❒ niet waar<br />
C ❒ waar ❒ niet waar<br />
D ❒ waar ❒ niet waar<br />
D ❒ waar ❒ niet waar<br />
E ❒ waar ❒ niet waar<br />
E ❒ waar ❒ niet waar<br />
F ❒ waar ❒ niet waar<br />
F ❒ waar ❒ niet waar<br />
G ❒ waar ❒ niet waar<br />
G ❒ waar ❒ niet waar<br />
H ❒ waar ❒ niet waar<br />
H ❒ waar ❒ niet waar<br />
I ❒ waar ❒ niet waar<br />
I ❒ waar ❒ niet waar<br />
J ❒ waar ❒ niet waar<br />
J ❒ waar ❒ niet waar<br />
K ❒ waar ❒ niet waar<br />
K ❒ waar ❒ niet waar<br />
L ❒ waar ❒ niet waar<br />
L ❒ waar ❒ niet waar<br />
bijlage B
NORDIN EN ZIJN BUURVROUW:<br />
LUISTEREN NAAR EEN VERHAAL EN<br />
VRAGEN BEANTWOORDEN<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> verhaal. Het verhaal wordt regelmatig<br />
onderbrok<strong>en</strong> <strong>voor</strong> meerkeuzevrag<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>.<br />
Bij het vind<strong>en</strong> van het goede antwoord, moet<strong>en</strong> zij blijk gev<strong>en</strong> van<br />
allerlei aspect<strong>en</strong> van luistervaardigheid: meestal gaat het om begrip van<br />
e<strong>en</strong> paragraaf of groter tekstgeheel, maar ook kom<strong>en</strong> soms detailvrag<strong>en</strong><br />
aan bod. Het zijn echter allemaal vrag<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong><br />
als ze goed luister<strong>en</strong>.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal<br />
De toetsafnemer laat de cassette met het verhaal afspel<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s wanneer<br />
er e<strong>en</strong> vraag wordt gesteld (ook op de cassette), wordt de cassette<br />
stopgezet <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de tijd om deze te beantwoord<strong>en</strong>.<br />
scoring Deze toets bevat 14 scoorbare items. Dat zijn de 14 vrag<strong>en</strong> waarop de<br />
leerling het goede antwoord moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>. Het gaat om meerkeuzevrag<strong>en</strong><br />
waarbij er telk<strong>en</strong>s maar één goed antwoord mogelijk is.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> toetsblad (zie bijlage A), de cassette met het verhaal<br />
<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> (zie bijlage B) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cassetterecorder<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Vertel de leerling<strong>en</strong> dat ze nu naar e<strong>en</strong> verhaal gaan luister<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> verhaal over e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>,<br />
Nordin, die problem<strong>en</strong> heeft met zijn boze buurvrouw. Nordin <strong>en</strong> zijn buurvrouw won<strong>en</strong> allebei in e<strong>en</strong><br />
appartem<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> groot flatgebouw in Brussel. Wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> appartem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
flatgebouw zijn? (Leg uit indi<strong>en</strong> nodig. Het volstaat dat de leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> groot gebouw<br />
is, ingedeeld in allemaal woning<strong>en</strong>. Er is één ingang <strong>voor</strong> het hele gebouw <strong>en</strong> alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er won<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> dan met de trap of de lift naar hun eig<strong>en</strong> appartem<strong>en</strong>t gaan. B<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> aan de grote ingang is<br />
ook de briev<strong>en</strong>bus waar de briev<strong>en</strong> van alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in het gebouw won<strong>en</strong>, ingestopt word<strong>en</strong> door<br />
de postbode. Dat laatste klopt wel niet helemaal, maar is in het verhaal wel het geval.)<br />
De buurvrouw van Nordin is niet zomaar boos. Er is iets meer aan de hand met haar. Will<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />
help<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong> wat er eig<strong>en</strong>lijk scheelt met de buurvrouw? Dat kunn<strong>en</strong> ze do<strong>en</strong> door de vrag<strong>en</strong><br />
bij het verhaal te beantwoord<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
Leg uit hoe de opdracht in zijn werk zal gaan: de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> niets anders do<strong>en</strong> dan goed luister<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> de hele tijd aandachtig te blijv<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> niet op bepaalde ding<strong>en</strong> lett<strong>en</strong>,<br />
gewoon goed luister<strong>en</strong>.<br />
Het verhaal (dat wordt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> stem op e<strong>en</strong> cassette) zal telk<strong>en</strong>s onderbrok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door<br />
vrag<strong>en</strong>. Als er e<strong>en</strong> vraag wordt gesteld, zal e<strong>en</strong> andere stem beginn<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook<br />
telk<strong>en</strong>s herhaald op de cassette.<br />
Deel nu het toetsblad uit (bijlage A). Daar staan de nummers van de vrag<strong>en</strong> op, met naast elk nummer<br />
drie/vier letters (van a tot c/d). Bij elke vraag die de stem op de cassette stelt, zal die stem ook drie/vier<br />
antwoord<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Daarvan is er maar één (<strong>en</strong> niet meer!) het juiste antwoord. De vier antwoord<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> letter van a tot d. Wanneer de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> welk antwoord het juiste<br />
is, moet<strong>en</strong> ze de letter van dat antwoord op hun blad omcirkel<strong>en</strong>. Dus als ze d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat bij<strong>voor</strong>beeld<br />
antwoord a bij vraag 1 het juiste antwoord is, moet<strong>en</strong> ze rond de letter a naast nummer 1 e<strong>en</strong> cirkel<br />
zett<strong>en</strong>.<br />
Ga na of alle leerling<strong>en</strong> deze procedure begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel kan je de procedure met de leerling<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>s oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Schrijf op bord het cijfer 1 <strong>en</strong> daarnaast de letters a, b, c <strong>en</strong> d. Stel dan de volg<strong>en</strong>de<br />
vraag: Wat is Samson? Geef onmiddellijk ook vier mogelijke antwoord<strong>en</strong>: (a) e<strong>en</strong> poes, (b) e<strong>en</strong><br />
hond, (c) e<strong>en</strong> vogel, <strong>en</strong> (d) e<strong>en</strong> vis, (Vermeld per antwoord telk<strong>en</strong>s heel duidelijk de letter van dat antwoord).<br />
Vraag de leerling<strong>en</strong> dan welk antwoord het goede is: a, b, c of d? Vraag h<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte wat ze<br />
dan moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>: de letter van het goede antwoord (namelijk de letter b) omcirkel<strong>en</strong>.<br />
Zeg de leerling<strong>en</strong> ook heel expliciet dat ze altijd alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de vraag waar ze nu mee<br />
bezig zijn, niet meer aan de vorige vrag<strong>en</strong>. Daar mog<strong>en</strong> ze niets meer aan verander<strong>en</strong>: ze mog<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> letters meer omcirkel<strong>en</strong> of doorkruis<strong>en</strong>. Die vrag<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> over <strong>voor</strong>gaande stukk<strong>en</strong> verhaal <strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet meer precies wet<strong>en</strong> wat er juist gevraagd werd <strong>en</strong> wat precies de antwoord<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong>.<br />
De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> ook in ge<strong>en</strong> geval schrijv<strong>en</strong> terwijl er <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> wordt.<br />
Laat nu de cassette afspel<strong>en</strong>. Het verhaal wordt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> door één stem, de vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld<br />
<strong>en</strong> herhaald door e<strong>en</strong> andere. Nadat e<strong>en</strong> vraag gesteld <strong>en</strong> herhaald is, stop je de cassette <strong>en</strong> wacht<br />
je tot alle leerling<strong>en</strong> de geleg<strong>en</strong>heid hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> om te antwoord<strong>en</strong>. Wacht niet te lang, want<br />
het risico op afkijk<strong>en</strong> is bij dit soort antwoordblad<strong>en</strong> heel groot. Als leerling<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong> dat ze de vraag<br />
nog niet goed verstaan hebb<strong>en</strong>, kan je ze nog e<strong>en</strong>s herhal<strong>en</strong>, op id<strong>en</strong>tiek dezelfde wijze als op de cassette.<br />
Probeer de leerling<strong>en</strong> te bemoedig<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong> antwoord niet wet<strong>en</strong>. Er is <strong>voor</strong> gezorgd dat het<br />
kunn<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vraag niet per sé e<strong>en</strong> correct antwoord op de vorige vraag verondersteld,<br />
dus de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gewoon weer flink meeluister<strong>en</strong> <strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de vraag prober<strong>en</strong>. Verklaar ge<strong>en</strong><br />
woord<strong>en</strong> (ook al kom<strong>en</strong> er woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdrukking<strong>en</strong> in <strong>voor</strong> waarvan je d<strong>en</strong>kt dat de leerling<strong>en</strong> die niet<br />
k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>), vat het <strong>voor</strong>gaande deel van het verhaal niet sam<strong>en</strong>, <strong>en</strong> help de leerling<strong>en</strong> ook op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
andere wijze.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
Nordin <strong>en</strong> zijn buurvrouw<br />
“Blijf van mijn briev<strong>en</strong> af,” brult de buurvrouw. “Maar, het zijn onze briev<strong>en</strong>,” zegt Nordin stilletjes. Oh,<br />
wat is hij weer geschrokk<strong>en</strong> van die luide schreeuw. Hij staat doodstil aan de briev<strong>en</strong>bus. Het gebeurt<br />
hem telk<strong>en</strong>s weer. Het is immers niet de eerste keer dat de buurvrouw schreeuwt. Ze schreeuwt vaak.<br />
Vooral naar hem. De buurvrouw d<strong>en</strong>kt dat Nordin haar briev<strong>en</strong> steelt. Voortdur<strong>en</strong>d houdt ze hem in de<br />
gat<strong>en</strong>. Als Nordin naar de briev<strong>en</strong>bus gaat, staat haar deur al op e<strong>en</strong> kier.<br />
1 Waarom schreeuwt de buurvrouw naar Nordin?<br />
a Omdat Nordin teveel lawaai maakt.<br />
b Omdat ze d<strong>en</strong>kt dat Nordin haar briev<strong>en</strong> steelt.<br />
c Omdat ze niet graag heeft dat Nordin briev<strong>en</strong> krijgt.<br />
Nordin krijgt graag briev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> gelukkig krijgt hij er veel. De meeste briev<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van zijn p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>din<br />
in Avelgem. Ze schrijft hem elke week. Avelgem is heel anders dan Brussel, de stad waar Nordin<br />
woont. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> er Nederlands, maar wel e<strong>en</strong> beetje anders dan in Brussel. Het schrijv<strong>en</strong> is<br />
wel hetzelfde. Ze is echt e<strong>en</strong> leuke p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>din. Oh ja, ze heet Tina. Nordin is e<strong>en</strong> beetje verliefd op<br />
haar. Zij is ook verliefd, schrijft ze, maar ze vindt zich met acht jaar nog e<strong>en</strong> beetje te jong <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> echt<br />
liefje ... <strong>en</strong> ‘t is dan ook nog zo ver! Nordin leest haar briev<strong>en</strong> heel graag. Hij leest ze wel zev<strong>en</strong> keer. En<br />
elke week is er weer e<strong>en</strong> nieuwe brief, soms op maandag, soms op dinsdag, soms nog later in de week.<br />
Nordin kijkt elke morg<strong>en</strong> in de bus.<br />
2 Is Tina verliefd op Nordin?<br />
a Ne<strong>en</strong>, want ze voelt zich nog te jong daar<strong>voor</strong><br />
b Ne<strong>en</strong>, want ze won<strong>en</strong> veel te ver van elkaar<br />
c Ja, maar ze wil nog ge<strong>en</strong> liefje<br />
3 D<strong>en</strong>k je dat Nordin <strong>en</strong> Tina elkaar veel zi<strong>en</strong>?<br />
a Ne<strong>en</strong>, want Avelgem ligt ver weg van Brussel.<br />
b Ja, want ze wet<strong>en</strong> elkaar veel te vertell<strong>en</strong> in hun briev<strong>en</strong>.<br />
c Ja, want ze zijn verliefd op elkaar.<br />
Het leuke aan de brief van Tina wordt wel e<strong>en</strong> beetje verpest door die boze buurvrouw. Het lijkt alsof ze<br />
hem gewoon staat op te wacht<strong>en</strong> achter die deur. Nordin hoort haar adem<strong>en</strong>. Ze kan niet stilletjes adem<strong>en</strong><br />
zoals de andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Ze heeft al vaak geschreeuwd. Eig<strong>en</strong>lijk weet Nordin dus steeds wat er<br />
zal gebeur<strong>en</strong>, maar soms komt die schreeuw toch nog heel onverwacht.<br />
4 Nordin krijgt heel graag briev<strong>en</strong>. Maar waardoor vindt Nordin briev<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> soms minder leuk?<br />
a Hij moet soms lang wacht<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> brief.<br />
b De buurvrouw schreeuwt telk<strong>en</strong>s boos wanneer Nordin briev<strong>en</strong> uit de briev<strong>en</strong>bus haalt.<br />
c De buurvrouw kan niet stilletjes adem<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
De boze buurvrouw, die gewoon mevrouw De Vuyster heet, woont alle<strong>en</strong>. Nordin weet niet zoveel over<br />
haar. Hij weet bij<strong>voor</strong>beeld niet hoe oud ze is. Hij vindt ze gewoon oud. Iedere<strong>en</strong> die ouder is dan z’n<br />
moeder is <strong>voor</strong> hem oud. Maar is ze nu vijftig, zestig of zev<strong>en</strong>tig? Nordin vindt haar <strong>voor</strong>al e<strong>en</strong> zielige <strong>en</strong><br />
bange vrouw. De grote jong<strong>en</strong>s uit de buurt plag<strong>en</strong> haar altijd. Ze roep<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>e ding<strong>en</strong> in haar or<strong>en</strong>.<br />
Dan schrikt ze. De grote jong<strong>en</strong>s zijn geme<strong>en</strong> <strong>voor</strong> haar. Ze doet h<strong>en</strong> nochtans niets verkeerd. Ze is wel<br />
niet vri<strong>en</strong>delijk of zo. Ze zal nooit teg<strong>en</strong> iemand iets zegg<strong>en</strong>, maar ze laat t<strong>en</strong>minste iedere<strong>en</strong> met rust.<br />
“Iedere<strong>en</strong> behalve mij,” d<strong>en</strong>kt Nordin. “Maar ik b<strong>en</strong> nog klein. Het zal dat wel zijn.”<br />
5 Waarom vindt Nordin de buurvrouw oud?<br />
a Omdat Nordin d<strong>en</strong>kt dat de buurvrouw al zev<strong>en</strong>tig jaar is.<br />
b Omdat de buurvrouw ouder is dan zijn moeder.<br />
c Omdat de buurvrouw e<strong>en</strong> zielige <strong>en</strong> bange vrouw is.<br />
De mama van Nordin zegt dat hij het zich allemaal niet moet aantrekk<strong>en</strong>. “Die mevrouw is e<strong>en</strong>zaam,”<br />
zegt z’n moeder. “Vroeger k<strong>en</strong>de ze iedere<strong>en</strong> in de wijk <strong>en</strong> nu is ze alle<strong>en</strong>, helemaal alle<strong>en</strong>.” “Heeft ze<br />
dan ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>?” vroeg Nordin e<strong>en</strong>s aan z’n mama. Zijn mama d<strong>en</strong>kt dat ze wel vier kinder<strong>en</strong> heeft,<br />
maar ze heeft die kinder<strong>en</strong> al lang niet meer gezi<strong>en</strong>. Mevrouw De Vuyster is alle<strong>en</strong> op de wereld. Zo lijkt<br />
het toch <strong>voor</strong> Nordin. “Gelukkig heeft ze mij nog,” d<strong>en</strong>kt Nordin, “dan heeft ze toch iemand om teg<strong>en</strong> te<br />
roep<strong>en</strong>. Och, als ik me alle<strong>en</strong> voel, heb ik ook zin om te roep<strong>en</strong> of te huil<strong>en</strong>.”<br />
6 Wat doet Nordin wanneer hij zich alle<strong>en</strong> voelt?<br />
a Nordin telefoneert dan naar e<strong>en</strong> paar vri<strong>en</strong>djes.<br />
b Nordin schrijft dan e<strong>en</strong> brief.<br />
c Nordin heeft dan zin om te roep<strong>en</strong> of te huil<strong>en</strong>.<br />
Laatst schreef Nordin e<strong>en</strong> brief naar z’n p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>din Tina <strong>en</strong> hij legde er z’n probleem met de buurvrouw<br />
in uit. Tina schreef in haar antwoord dat ze dat ook al e<strong>en</strong>s had meegemaakt. To<strong>en</strong> haar opa pas<br />
gestorv<strong>en</strong> was, was haar oma heel alle<strong>en</strong>. Niemand mocht nog prat<strong>en</strong> of lach<strong>en</strong> in huis. Ze was kwaad<br />
als Tina naar de televisie keek. Ze wou zelfs ge<strong>en</strong> verhaaltjes meer vertell<strong>en</strong>. Ze schreeuwde, maar eig<strong>en</strong>lijk<br />
was ze <strong>voor</strong>al droef <strong>en</strong> e<strong>en</strong>zaam.<br />
7 Begrijpt Tina het probleem van Nordins buurvrouw?<br />
a Ne<strong>en</strong>, want Tina schrijft alle<strong>en</strong> maar iets terug over haar eig<strong>en</strong> oma.<br />
b Ja, want Tina schrijft ook graag briev<strong>en</strong>.<br />
c Ja, want de oma van Tina deed ook zo to<strong>en</strong> opa pas gestorv<strong>en</strong> was.<br />
De volg<strong>en</strong>de dag schreeuwt de buurvrouw opnieuw dat Nordin haar briev<strong>en</strong> moet lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Nordin<br />
laat haar daarop de vier briev<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> die hij zopas uit de bus haalde. “Eén <strong>voor</strong> mama, twee <strong>voor</strong> mijn<br />
papa ... <strong>en</strong> nog ééntje, van Tina <strong>voor</strong> mij!” zegt Nordin. “Er is ge<strong>en</strong> brief <strong>voor</strong> jou.” De boze buurvrouw<br />
trekt de briev<strong>en</strong> uit Nordins hand <strong>en</strong> bekijkt ze één <strong>voor</strong> één. Ze neemt haar tijd. Het lijkt erop dat ze die<br />
briev<strong>en</strong> gewoon ev<strong>en</strong> wil vasthoud<strong>en</strong>. Ze voelt meer aan de briev<strong>en</strong> dan ernaar te kijk<strong>en</strong>. Dan geeft ze<br />
de briev<strong>en</strong> terug <strong>en</strong> zegt: “Deze keer zijn ze niet <strong>voor</strong> mij, maar let erop dat je nooit meer mijn briev<strong>en</strong><br />
steelt!”<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
Nordin stapt naar bov<strong>en</strong>. Hij d<strong>en</strong>kt na. Nog <strong>voor</strong> hij de brief van Tina op<strong>en</strong>t, neemt hij e<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> schrijft<br />
er <strong>en</strong>kele woord<strong>en</strong> op. Hij wil zijn gedacht<strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hij probeert de buurvrouw te begrijp<strong>en</strong>. Hij schrijft:<br />
boos, e<strong>en</strong>zaam, brief, familie, Tina <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>t er e<strong>en</strong> hartje bij. Nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> lukt nu helemaal niet meer. Van<br />
het papier maakt hij e<strong>en</strong> prop <strong>en</strong> gooit die in de vuilnisbak. Daarna doet hij de brief van Tina op<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de volg<strong>en</strong>de minut<strong>en</strong> droomt hij van haar.<br />
Die avond kan Nordin moeilijk in slaap gerak<strong>en</strong>. Hij heeft weer gezi<strong>en</strong> hoe <strong>en</strong>kele jong<strong>en</strong>s heel vervel<strong>en</strong>d<br />
ded<strong>en</strong> naar die lieve ... euh, hij bedoelt natuurlijk boze buurvrouw. Hij d<strong>en</strong>kt na over dat gevoel. Die<br />
lieve, boze buurvrouw. Het is gek. Hij heeft e<strong>en</strong> speciaal gevoel <strong>voor</strong> haar. “Ze verdi<strong>en</strong>t het wel niet,”<br />
d<strong>en</strong>kt hij, maar toch is er dat warme gevoel. Nordin weet niet waarom.<br />
Hij staat op <strong>en</strong> doet het licht aan. Door het plotselinge licht kan hij ev<strong>en</strong>tjes niets meer zi<strong>en</strong>. Alles is stil.<br />
Hij hoort niemand. Hij hoort alle<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> adem <strong>en</strong> zijn hart dat klopt. Dat is heel normaal natuurlijk,<br />
maar meestal valt het je zo niet op. Nu wel! Het doet Nordin d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de buurvrouw. “Ze kan niet<br />
stilletjes adem<strong>en</strong>, maar haar hart klopt vast heel zachtjes, erg<strong>en</strong>s erg e<strong>en</strong>zaam in e<strong>en</strong> hoekje van haar<br />
oude lichaam.” Nordin neemt e<strong>en</strong> groot wit blad. Hij schrijft:<br />
Beste buurvrouw,<br />
Deze brief zal je misschi<strong>en</strong> verbaz<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> brief van Nordin. Misschi<strong>en</strong> k<strong>en</strong> je mijn naam<br />
niet? Ik b<strong>en</strong> de jong<strong>en</strong> van hierbov<strong>en</strong>. Je weet wel, de jong<strong>en</strong> die je briev<strong>en</strong> “nooit” steelt. Ik<br />
schrijf je omdat ik je wil verrass<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> brief. Ik weet dat je dat graag zou will<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong><br />
wil je wel liever e<strong>en</strong> brief van iemand anders, maar ja, e<strong>en</strong> brief van Nordin is beter dan helemaal<br />
ge<strong>en</strong> brief <strong>en</strong> ik schrijf graag briev<strong>en</strong>. Ik heb ook e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>din. Ze woont in<br />
Avelgem. Misschi<strong>en</strong> b<strong>en</strong> je daar al ooit geweest? Het is wel ver. Nu word ik moe <strong>en</strong> ga ik slap<strong>en</strong>.<br />
Als je zelf e<strong>en</strong>s wilt terugschrijv<strong>en</strong>, je k<strong>en</strong>t mijn adres.<br />
Groetjes,<br />
Nordin<br />
De volg<strong>en</strong>de dag plakt Nordin e<strong>en</strong> postzegel op de brief. Op weg naar school gooit hij de brief in de<br />
postbus. Net <strong>voor</strong> de brief in de postbus verdwijnt, roept hij nog: “Goeie reis, briefje.”<br />
8 Waarom schrijft Nordin e<strong>en</strong> briefje naar zijn buurvrouw?<br />
a Nordin wil de buurvrouw e<strong>en</strong> plezier do<strong>en</strong> met het briefje.<br />
b Nordin wil de buurvrouw plag<strong>en</strong>.<br />
c Nordin moest van zijn mama e<strong>en</strong> brief naar de buurvrouw schrijv<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> dag later huppelt Nordin weer naar de briev<strong>en</strong>bus, zoals elke morg<strong>en</strong>. Er zijn maar twee briev<strong>en</strong>.<br />
Er is er één <strong>voor</strong> zijn papa <strong>en</strong> de tweede brief is ... niet <strong>voor</strong> hem. Die tweede brief is <strong>voor</strong> mevrouw De<br />
Vuyster. Hij knipoogt e<strong>en</strong>s naar die brief, maar laat hem ligg<strong>en</strong>. Op weg naar bov<strong>en</strong> staat de boze buurvrouw<br />
in de weg. “Laat zi<strong>en</strong> die brief!” roept ze. “Oh, wat is ze weer lief vandaag,” d<strong>en</strong>kt Nordin, “echt<br />
e<strong>en</strong> schatje”. “Het is e<strong>en</strong> brief <strong>voor</strong> mijn papa,” zegt hij, <strong>en</strong> terwijl hij naar bov<strong>en</strong> gaat, zegt hij ook nog:<br />
“Jouw brief ligt nog in de bus.” De buurvrouw aarzelt ev<strong>en</strong>, maar stapt dan toch zelf naar de briev<strong>en</strong>bus.<br />
Ze ziet de brief ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> neemt hem opvall<strong>en</strong>d langzaam uit de bus <strong>en</strong> draagt hem naar haar<br />
appartem<strong>en</strong>t. Daar doet ze de brief op<strong>en</strong> <strong>en</strong> groot is haar ... verdriet.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
9 Hoe heet de buurvrouw van Nordin?<br />
a mevrouw De Voet<br />
b mevrouw De Vuil<br />
c mevrouw De Vuyster<br />
d mevrouw Tina<br />
10 Waarom is de buurvrouw niet blij met het briefje van Nordin?<br />
a Het is maar e<strong>en</strong> heel kort briefje.<br />
b Ze leest niet graag briev<strong>en</strong>.<br />
c Ze had liever e<strong>en</strong> brief van één van haar kinder<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>.<br />
De buurvrouw verfrommelt de brief. Ze is kwaad <strong>en</strong> ze huilt. Ev<strong>en</strong> later neemt ze opnieuw de brief in<br />
haar hand<strong>en</strong>. Ze wrijft hem plat, zo goed als dat nog kan. Ze leest de brief opnieuw <strong>en</strong> ... ze huilt<br />
opnieuw, maar nu niet meer van verdriet. Deze tran<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de brief nat <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> vlekk<strong>en</strong>.<br />
Voorzichtig veegt ze de tran<strong>en</strong> weg.<br />
De volg<strong>en</strong>de dag staat er ge<strong>en</strong> boze buurvrouw achter de deur. De deur is zelfs dicht <strong>en</strong> Nordin hoort<br />
niemand adem<strong>en</strong>. De dag daarop ligt er e<strong>en</strong> pakje in de briev<strong>en</strong>bus. Het pakje is <strong>voor</strong> Nordin. Het is<br />
mooi ingepakt. Nordin neemt het pakje mee naar bov<strong>en</strong> <strong>en</strong> legt het op zijn tafel. Hij bekijkt het eerst van<br />
alle kant<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna maakt hij het pakje op<strong>en</strong>. Er zit e<strong>en</strong> mooie vulp<strong>en</strong> in, de mooiste die Nordin ooit<br />
zag, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kaartje. “Voor mijn lieve p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>d, vanwege Nora De Vuyster” staat erop.<br />
11 Waarom, d<strong>en</strong>k je, krijgt Nordin e<strong>en</strong> cadeautje van zijn buurvrouw?<br />
a Omdat de buurvrouw toch heel blij is dat ze e<strong>en</strong> brief heeft gekreg<strong>en</strong>.<br />
b Omdat de buurvrouw hoopt dat Nordin daardoor haar briev<strong>en</strong> niet meer zal stel<strong>en</strong>.<br />
c Omdat de buurvrouw de vulp<strong>en</strong> niet meer nodig had.<br />
12 Is de vulp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed cadeautje <strong>voor</strong> Nordin?<br />
a Ne<strong>en</strong>, want Nordin is nog te klein om met e<strong>en</strong> vulp<strong>en</strong> te schrijv<strong>en</strong>.<br />
b Ja, want met die vulp<strong>en</strong> kan Nordin zijn briev<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>.<br />
c Ja, want Nordin had net e<strong>en</strong> nieuwe vulp<strong>en</strong> nodig.<br />
Sinds die dag heeft Nordin twee beste vri<strong>en</strong>dinn<strong>en</strong>. Tina in Avelgem <strong>en</strong> Nora ... in huis. Nora vertelt hem<br />
veel over vroeger. “Onze buurt is helemaal veranderd,” zegt ze. “Vroeger k<strong>en</strong>de ik hier iedere<strong>en</strong>, maar<br />
alle Belg<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> weg of zijn dood. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er nu won<strong>en</strong> zijn niet slechter, maar ik mis mijn<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> mijn familie.” Nora vertelt over haar vier kinder<strong>en</strong>. Ze hebb<strong>en</strong> de stad verlat<strong>en</strong>. Ze leid<strong>en</strong> elk<br />
e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>. Haar zoon Pierre heeft e<strong>en</strong> restaurant aan de kust. Hij heeft nooit tijd. Claire woont in<br />
Frankrijk. Ze is getrouwd met e<strong>en</strong> rijke boer. Marie verkoopt ... Ze verkoopt iets, maar wat wil Nora niet<br />
vertell<strong>en</strong>. Nordin zou het toch niet begrijp<strong>en</strong>. En Jules: waar hij is, weet niemand. Nora barst in tran<strong>en</strong><br />
uit. Nordin troost haar. Ze neemt z’n hand <strong>en</strong> zegt: “Je b<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> lieve jong<strong>en</strong>. Had ik dat maar eerder<br />
gezi<strong>en</strong>.”<br />
“Zal ik e<strong>en</strong>s in de briev<strong>en</strong>bus gaan kijk<strong>en</strong> of de postbode al geweest is?,” vraagt Nordin. “Doe maar, jong<strong>en</strong>,”<br />
zegt Nora, “<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g mijn post ook maar mee.”<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
7<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
luister<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
13 Wat is er <strong>voor</strong> de buurvrouw veranderd in de buurt?<br />
a De buurt is vuil geword<strong>en</strong>.<br />
b Er won<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer die ze k<strong>en</strong>t.<br />
c Haar zoon Pierre heeft nu e<strong>en</strong> restaurant in de buurt.<br />
14 Wat weet je over de kinder<strong>en</strong> van de buurvrouw?<br />
a De kinder<strong>en</strong> het<strong>en</strong> Bruno, Josephine, Emma <strong>en</strong> Mathieu.<br />
b De kinder<strong>en</strong> zijn nog heel jong.<br />
c De kinder<strong>en</strong> won<strong>en</strong> ver weg <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> nooit briev<strong>en</strong> naar hun moeder.<br />
Bron: 10 (on)gewone verhal<strong>en</strong> uit Brussel<br />
Patrick Vanspauw<strong>en</strong><br />
Impuls Brussel vzw<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- toetsblad (bijlage A)<br />
- cassette met het verhaal <strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> (bijlage B)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Nordin’<br />
Deze toets wordt gescoord op 14 items. Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk ze met<br />
de onderstaande lijst. Als het antwoord van de leerling<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komt met wat hieronder staat, krijgt<br />
de leerling e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> het item, als dat niet het geval is, e<strong>en</strong> 0.<br />
Als er meer dan één mogelijk antwoord is aangeduid, wordt het item foutgerek<strong>en</strong>d.<br />
Om de totaalscore te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> de 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> de 1-<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />
In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores.<br />
Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de vrag<strong>en</strong> met het juiste antwoord, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore. Deze is gelijk aan het aantal<br />
correct gescoorde items.<br />
1 b<br />
2 c<br />
3 a<br />
4 b<br />
5 b<br />
6 c<br />
7 c<br />
8 a<br />
9 c<br />
10 c<br />
11 a<br />
12 b<br />
13 b<br />
14 c<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
9<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de luistertoets ‘Nordin’<br />
NORDIN • LUISTEREN • 3de LEERJAAR • einde <strong>derde</strong> trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
14 12 - 13 9 - 11 7 - 8 min 7<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
luister<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
luister<strong>en</strong><br />
totaal<br />
op 14<br />
14 =<br />
c<br />
13 =<br />
b<br />
12 =<br />
b<br />
11 =<br />
a<br />
10 =<br />
c<br />
9 =<br />
c<br />
8 =<br />
a<br />
7 =<br />
c<br />
6 =<br />
c<br />
5 =<br />
b<br />
4 =<br />
b<br />
3 =<br />
a<br />
2 =<br />
c<br />
1 =<br />
b<br />
nr + naam van de leerling<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
3 3<br />
7<br />
8<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
Luister goed naar het verhaal <strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>. Zet e<strong>en</strong> cirkel rond de letter van het<br />
juiste antwoord.<br />
1 a b c<br />
2 a b c<br />
3 a b c<br />
4 a b c<br />
5 a b c<br />
6 a b c<br />
7 a b c<br />
8 a b c<br />
9 a b c d<br />
10 a b c<br />
11 a b c<br />
12 a b c<br />
13 a b c<br />
14 a b c<br />
luister<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
LEZEN
OPRUIMEN: WAAR MOETEN DE SPULLETJES IN BRAMS<br />
KAMER STAAN?<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst waarin Bram vertelt waar alle spulletjes in<br />
zijn kamer moet<strong>en</strong> staan. De leerling<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing van<br />
Brams kamer met nummers aan waar de spull<strong>en</strong> precies moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />
Ze moet<strong>en</strong> de tekst dus heel goed lez<strong>en</strong> om te wet<strong>en</strong> op welke plaats in<br />
de kamer ze het nummer van e<strong>en</strong> ding moet<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal - individueel<br />
De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de tekst individueel <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing van<br />
Brams kamer met nummers aan waar de spull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> staan. In de<br />
introductie word<strong>en</strong> er <strong>en</strong>kele oef<strong>en</strong>items klassikaal behandeld.<br />
scoring Deze toets bevat 14 scoorbare items. Het gaat hier om de nummers van<br />
de spull<strong>en</strong> die op de juiste plaats in de kamer gezet moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Drie<br />
nummers word<strong>en</strong> om diverse red<strong>en</strong><strong>en</strong> (zie scoringswijzer) niet meegerek<strong>en</strong>d.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de tek<strong>en</strong>ing van Brams kamer met de spulletjes errond<br />
(zie bijlage A), de tekst over de spulletjes (zie bijlage C) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> (kleur)potlood.<br />
Vergroot bijlage A <strong>voor</strong> klassikaal gebruik.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1
1<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Geef alle leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing van Brams kamer met de spulletjes errond (zie bijlage<br />
A). Laat ze hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) op de achterkant van de tek<strong>en</strong>ing schrijv<strong>en</strong>. Hou<br />
zelf e<strong>en</strong> uitvergroot exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing bij de hand. Als introductie op de toets kan je de leerling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> over hun kamer. Dit gesprekje hoeft niet uitgebreid te zijn. Hun eig<strong>en</strong><br />
kamer behoort immers tot de dagelijkse leefwereld van de leerling<strong>en</strong>.<br />
Jullie zi<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing de kamer van Bram. (Laat de leerling<strong>en</strong> er ev<strong>en</strong> naar kijk<strong>en</strong>.)<br />
Hebb<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> kamer of moet je die del<strong>en</strong> met je broers of zuss<strong>en</strong>?<br />
Lijkt jullie kamer op die van Bram? Hebb<strong>en</strong> jullie ook e<strong>en</strong> bureau<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> boek<strong>en</strong>rek? Hangt er ook e<strong>en</strong> grote lamp in jullie kamer? (Wijs ev<strong>en</strong><br />
op de grote lamp, die is misschi<strong>en</strong> niet zo duidelijk <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>.) Wat staat er nog allemaal in<br />
jullie kamer? E<strong>en</strong> radio? (Wijs de radio aan.) Veel speelgoed? Staan er ook ding<strong>en</strong><br />
in waarmee jullie sport<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> bal bij<strong>voor</strong>beeld, of e<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong>nisracket?<br />
Wijs de t<strong>en</strong>nisracket aan <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat de leerling<strong>en</strong> die t<strong>en</strong>nisracket op de tek<strong>en</strong>ing zi<strong>en</strong>. Je gaat<br />
best ev<strong>en</strong> op de term<strong>en</strong> 't<strong>en</strong>nisracket' <strong>en</strong> 't<strong>en</strong>niss<strong>en</strong>' in. T<strong>en</strong>nis kan je best definiër<strong>en</strong> als 'e<strong>en</strong> spel<br />
waarbij twee spelers met e<strong>en</strong> racket e<strong>en</strong> balletje naar elkaar slaan. Ze prober<strong>en</strong> het balletje zo (hard)<br />
te slaan dat de andere het balletje niet kan terugslaan.'<br />
Mak<strong>en</strong> jullie je huiswerk op je kamer? Mog<strong>en</strong> je broers <strong>en</strong> zuss<strong>en</strong> op je<br />
kamer kom<strong>en</strong>? Is jullie kamer soms rommelig? Wat zegt jullie mama of<br />
papa daarvan? Moet<strong>en</strong> jullie je kamer zelf opruim<strong>en</strong>?<br />
Leid vervolg<strong>en</strong>s de toets in met het volg<strong>en</strong>de verhaaltje.<br />
Bram is e<strong>en</strong> jongetje met e<strong>en</strong> heel rommelige kamer. Zijn mama vindt<br />
dat niet zo fijn. Ze heeft al wel honderd keer gezegd dat Bram zijn<br />
kamer moet opruim<strong>en</strong>. Maar Bram doet liever andere ding<strong>en</strong>. Nu is<br />
mama het beu. Ze heeft bijna alle spull<strong>en</strong> uit zijn kamer gehaald. Dat zie<br />
je op de tek<strong>en</strong>ing. De spull<strong>en</strong> staan niet meer in, maar rond de kamer.<br />
Brams kamer is dus bijna leeg: <strong>en</strong>kele plank<strong>en</strong> in het grote rek zijn leeg,<br />
aan de kapstokjes hangt niets... (Wijs de beide kapstokjes, naast het raam <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het bed, aan<br />
<strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat de leerling<strong>en</strong> deze op de tek<strong>en</strong>ing zi<strong>en</strong>.)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Al de spulletjes moet<strong>en</strong> natuurlijk terug in de kamer gezet word<strong>en</strong>. Op<br />
de goede plaats!<br />
Je ziet dat elk spulletje e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> nummer of letter heeft. (Ga hier niet verder op in.<br />
De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gewoon wet<strong>en</strong> dat elk ding (of ding<strong>en</strong> die bij elkaar hor<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> nummer of letter heeft.)<br />
Zo kan je de letters/nummers van de spull<strong>en</strong> op de goede plaats in de<br />
kamer zett<strong>en</strong>. We gaan dat eerst e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong> prober<strong>en</strong>. Neem je<br />
(kleur)potlood <strong>en</strong> luister goed naar wat ik zeg.<br />
Bram heeft graag dat de kleurpotlod<strong>en</strong> op zijn bureau ligg<strong>en</strong>. Zet dus<br />
de letter van de kleurpotlod<strong>en</strong>, dat is letter a, op het bureau in Brams<br />
kamer. Let erop dat je de letter precies op het bureau zet. (Zet zelf de letter van de<br />
kleurpotlod<strong>en</strong> (letter a dus) op het bureau op de uitvergrote tek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> toon dat aan de leerling<strong>en</strong>. Laat h<strong>en</strong> hetzelfde<br />
do<strong>en</strong> op hun kleine tek<strong>en</strong>ing. Controleer of de leerling<strong>en</strong> het op de juiste manier do<strong>en</strong>.)<br />
Nu kan je ook aanduid<strong>en</strong> dat het boek dat op het bureau ligt, bij de<br />
andere boek<strong>en</strong> in het boek<strong>en</strong>rek moet staan. (Toon dat boek op de tek<strong>en</strong>ing. Het verschil<br />
met de andere items is dat het boek niet buit<strong>en</strong>, maar al in de kamer ligt. Het is belangrijk dat de leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat<br />
er ook nummers of letters in de kamer zelf staan. In de toets komt immers ook e<strong>en</strong> item <strong>voor</strong> dat al in de kamer ligt <strong>en</strong><br />
waarvan het nummer dus ook al in de kamer staat.)<br />
Loop door de klas <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> de letters a <strong>en</strong> b op de juiste manier op de juiste plaats<br />
zett<strong>en</strong>. Als dat niet het geval is, kan je de procedure nog e<strong>en</strong>s opnieuw uitlegg<strong>en</strong>. Zorg er<strong>voor</strong> dat de<br />
leerling<strong>en</strong> de letters precies zett<strong>en</strong> waar ze moet<strong>en</strong> staan, <strong>en</strong> niet erg<strong>en</strong>s in de buurt ervan, want dan<br />
is het achteraf niet duidelijk wat ze bedoeld<strong>en</strong>.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> letter of nummer fout gezet heeft <strong>en</strong> dat wil verbeter<strong>en</strong>, kan hij over het<br />
foute tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kruisje zett<strong>en</strong>. Maar b<strong>en</strong>adruk dat ze eerst goed moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ze e<strong>en</strong> nummer<br />
in de kamer zett<strong>en</strong>. Zeg h<strong>en</strong> dat ze eerst moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> welk nummer het spulletje heeft, dan hun<br />
vinger zett<strong>en</strong> op de plaats in de kamer waar het spulletje moet kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> pas dan het nummer van<br />
dat spulletje op die plaats schrijv<strong>en</strong>.<br />
Blijf ook tijd<strong>en</strong>s de toets door de klas rondlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> houd in het oog of de leerling<strong>en</strong> de procedure<br />
goed uitvoer<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
lez<strong>en</strong><br />
1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
Toets<br />
Als de leerling<strong>en</strong> aan de hand van de oef<strong>en</strong>items begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hoe de toetsprocedure werkt <strong>en</strong> ze<br />
hun ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing verbeterd hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze aan de toets beginn<strong>en</strong>. Geef ze<br />
allemaal de blad<strong>en</strong> met de tekst over de spulletjes (zie bijlage B). Vraag h<strong>en</strong> om niet op de blad<strong>en</strong> met<br />
de leestekst te schrijv<strong>en</strong>, dan kunn<strong>en</strong> deze blad<strong>en</strong> hergebruikt word<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de afname van de<br />
toets.<br />
Jullie gaan nu zelf de andere spulletjes in Brams kamer zett<strong>en</strong>, net zoals<br />
jullie dat met de kleurpotlod<strong>en</strong> <strong>en</strong> het boek hebb<strong>en</strong> gedaan. Maar ik ga<br />
jullie niet meer vertell<strong>en</strong> waar de spulletjes moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Dat staat in<br />
de tekst. Lees de tekst dus heel goed <strong>en</strong> schrijf de nummers van de spull<strong>en</strong><br />
met kleurpotlood duidelijk op de goede plaats in de kamer. Het<br />
begint met nummer 1.<br />
Geef ge<strong>en</strong> verdere aanwijzing<strong>en</strong> over de te volg<strong>en</strong> strategie bij het uitvoer<strong>en</strong> van deze leestaak, zoals<br />
"Lees eerst de tekst e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je nummers op de tek<strong>en</strong>ing schrijft." of "Telk<strong>en</strong>s als je<br />
e<strong>en</strong> ding weet, mag je het nummertje op de tek<strong>en</strong>ing schrijv<strong>en</strong>." Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goede leesstrategie wordt ook mee geëvalueerd. Leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hier normaliter<br />
gewoontes toepass<strong>en</strong> die ze tijd<strong>en</strong>s de les hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>, maar het is niet de bedoeling<br />
dat je h<strong>en</strong> hier op die gewoontes wijst.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> leerling signaleert dat hij iets niet vindt, kan je erop wijz<strong>en</strong> dat hij het volg<strong>en</strong>de item<br />
(spulletje) kan prober<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> die signaler<strong>en</strong> dat er iets niet klopt, kan je aanrad<strong>en</strong> om nog e<strong>en</strong>s<br />
terug te gaan lez<strong>en</strong>. Maar preciseer dat niet verder. Als er uitleg wordt gevraagd over woord<strong>en</strong>, spoor<br />
de leerling<strong>en</strong> dan aan om zelf naar de betek<strong>en</strong>is te zoek<strong>en</strong> op basis van wat er in de zinn<strong>en</strong> staat<br />
(context).<br />
"Nu is het g<strong>en</strong>oeg", zegt Brams mama boos. "Als je kamer binn<strong>en</strong> het uur niet opgeruimd is, mag<br />
je niet mee naar zee." Bram zucht. Hij wil heel graag mee met Esther <strong>en</strong> David e<strong>en</strong> week<strong>en</strong>d<br />
naar de zee. Maar zijn kamer opruim<strong>en</strong>, dat is nog e<strong>en</strong> heel karwei. Die ligt al maand<strong>en</strong> vol rommel.<br />
Pfff! Bram zucht nog e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> loopt de trap op. Dan staat hij binn<strong>en</strong> in zijn kamer. Maar wat<br />
ziet hij. Zijn kamer is bijna helemaal leeg. Iemand heeft al zijn spulletjes uit zijn kamer gehaald.<br />
En nu moet<strong>en</strong> die terug de kamer in. Bram weet niet waar hij moet beginn<strong>en</strong>. Hoe krijgt hij zijn<br />
kamer ooit weer op orde?<br />
Misschi<strong>en</strong> kan jij help<strong>en</strong> om alle spull<strong>en</strong> weer op hun plaats in de kamer te zett<strong>en</strong>. Bram zal je<br />
precies vertell<strong>en</strong> waar alles moet staan. Dan kan jij de nummers op de juiste plaats zett<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Bram vertelt:<br />
"'s Avonds, als ik in mijn bed lig, luister ik graag nog wat naar muziek. Daarom heb ik mijn radio het<br />
liefst vlak naast mijn bed, op het tafeltje.<br />
Weet je dat ik ook graag tek<strong>en</strong>? Zie je daar die tek<strong>en</strong>ing met dat huisje? Mooi hè. Die mag bov<strong>en</strong> mijn<br />
bed aan de muur geprikt word<strong>en</strong>. Ofwel leg je de tek<strong>en</strong>ing op mijn bureau. Dan kan ik er nog aan<br />
verder werk<strong>en</strong>.<br />
Maar veel tijd om te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> heb ik niet, want ik t<strong>en</strong>nis ook. Twee keer per week. Ik heb pas e<strong>en</strong><br />
nieuwe t<strong>en</strong>nisracket gekreg<strong>en</strong>. Daar b<strong>en</strong> ik heel <strong>voor</strong>zichtig mee. Mijn racket staat het best in e<strong>en</strong><br />
hoek waar nog niets staat.<br />
En wo<strong>en</strong>sdagnamiddag ga ik naar de muziekles. Maar dat vind ik niet zo leuk. Ik schuif mijn muziekinstrum<strong>en</strong>t<br />
altijd ver weg onder mijn bed. Dan zie ik het lekker niet.<br />
Soms komt mijn vri<strong>en</strong>dje Olivio spel<strong>en</strong>. Dan spel<strong>en</strong> we met de autootjes <strong>en</strong> vliegtuigjes of mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
puzzel. Voor die autootjes heb ik e<strong>en</strong> grote doos op mijn kamer. Maar vorige keer hebb<strong>en</strong> we iets heel<br />
anders gedaan. We hebb<strong>en</strong> popp<strong>en</strong>kast gespeeld. De popp<strong>en</strong>kast stond in het midd<strong>en</strong> van de kamer.<br />
Dat was heel fijn. Jammer g<strong>en</strong>oeg is de popp<strong>en</strong>kast niet van mij, maar van mijn zus. Die moet dus<br />
terug naar haar kamer, <strong>en</strong> niet naar de mijne. Maar de teddybeer is niet van haar! Al zegt mijn zus<br />
van wel. Daarover hebb<strong>en</strong> we gister<strong>en</strong> veel ruzie gemaakt. We hebb<strong>en</strong> allebei zo hard aan de beer<br />
getrokk<strong>en</strong> dat zijn armpjes eraf gescheurd zijn. Nu ga ik die arme teddybeer onder mijn bed verstopp<strong>en</strong>.<br />
Als er daar nog niets ligt. Anders moet hij maar onder mijn bureau.<br />
Ik heb ook e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dinnetje: Eli<strong>en</strong>. Ze heeft mij e<strong>en</strong> foto van zichzelf gegev<strong>en</strong>. Die krijgt e<strong>en</strong> mooi<br />
plekje in mijn kamer: op de middelste plank van het boek<strong>en</strong>rek. Daar staat nog niets. Eig<strong>en</strong>lijk b<strong>en</strong> ik<br />
e<strong>en</strong> beetje verliefd op haar. Sssjjt! Niet verder vertell<strong>en</strong> hoor.<br />
Ev<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, welke spulletjes moet<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> plaats in mijn kamer krijg<strong>en</strong>?<br />
De twee vliegtuigjes, die bij elkaar ligg<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> nog bij in de doos met de autootjes. De andere<br />
mog<strong>en</strong> op mijn bureau ligg<strong>en</strong>. Dat vindt mijn mama niet erg. Maar losse puzzelstukjes hor<strong>en</strong> daar<br />
niet, zegt ze. Want zo rak<strong>en</strong> ze kwijt. Ze heeft speciaal <strong>voor</strong> de losse stukjes e<strong>en</strong> klein doosje gekocht.<br />
Dat doosje mag naast de visbak staan. Het potje met viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong> niet. Want het was er e<strong>en</strong> keer afgevall<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> to<strong>en</strong> lag mijn bureau vol viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>. Als het potje op de onderste plank van het grote rek<br />
staat, kan dat niet meer gebeur<strong>en</strong>. Maar daar leg ik altijd mijn lievelingspet, die met streepjes. Die pet<br />
zet ik bijna elke dag op. Soms zet ik mijn pet zelfs omgedraaid op. Tof hè. Weet je wat? Ik zal mijn pet<br />
aan het kapstokje naast het raam hang<strong>en</strong>. Dan is er toch plaats <strong>voor</strong> het potje viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>.<br />
De wekker wil ik liever niet meer naast mijn bed. Die maakt 's morg<strong>en</strong>s zoveel lawaai! Ik wil dat die<br />
zover mogelijk van mijn bed staat. Helemaal aan de andere kant van de kamer."<br />
Bram ziet dat zijn kamer bijna opgeruimd is. Je hebt hem flink geholp<strong>en</strong>! Bram is zo blij dat hij iets<br />
geks doet met de laatste ding<strong>en</strong>. Zijn sjaal slingert hij rond de lamp <strong>en</strong> zijn knikkers laat hij bij de visjes<br />
vall<strong>en</strong>.<br />
Kan jij dat op de tek<strong>en</strong>ing ook nog aanduid<strong>en</strong> met nummers?<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
1<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- toetsblad: tek<strong>en</strong>ing van Brams kamer met de spulletjes errond (A)<br />
- leestekst met uitleg over de spulletjes (B)<br />
- tek<strong>en</strong>ing van de kamer, waarop de nummers op de juiste plaats staan (C)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoringswijzer bij de leestoets 'Opruim<strong>en</strong>'<br />
Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />
Bekijk de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Overloop het onderstaande lijstje <strong>en</strong> zet onder de corresponder<strong>en</strong>de<br />
nummers in de scoretabel 1-<strong>en</strong> of 0-<strong>en</strong>, al naargelang van of de leerling<strong>en</strong> de nummers al of<br />
niet op de juiste plaats hebb<strong>en</strong> gezet. De tek<strong>en</strong>ing van de leerling<strong>en</strong> kan ook vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met<br />
de tek<strong>en</strong>ing in bijlage C. Daarop staan de nummers op de juiste plaats.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> leerling het nummer van e<strong>en</strong> bepaald item nerg<strong>en</strong>s gezet heeft, scoort de leerling <strong>voor</strong><br />
dat item 0. Wanneer echter e<strong>en</strong> leerling het nummer van e<strong>en</strong> item op meer dan één plaats in de<br />
kamer gezet heeft, waaronder de juiste plaats(<strong>en</strong>), scoort de leerling op dat item 1.<br />
Drie nummers die de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats moest<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet in de scoring betrokk<strong>en</strong>. Het<br />
gaat om nummer 1, wat nog als e<strong>en</strong> opwarmertje wordt beschouwd; nummer 6, wat eig<strong>en</strong>lijk niet in,<br />
maar buit<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong> geplaatst; <strong>en</strong> nummer 9, dat <strong>en</strong>kel als <strong>voor</strong>bereiding op<br />
nummer 10 moet word<strong>en</strong> beschouwd, maar op zichzelf niet meetelt.<br />
De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />
In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />
de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers die de leerling<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>, zodat er ge<strong>en</strong><br />
vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores ingevuld word<strong>en</strong>.<br />
overzicht van de juiste items = nummers van de spulletjes <strong>en</strong> de plaats waar ze moet<strong>en</strong> staan:<br />
2 tek<strong>en</strong>ing: erg<strong>en</strong>s op de muur bov<strong>en</strong> het bed of op het bureau<br />
3 t<strong>en</strong>nisracket: in de vrije hoek (rechtsbov<strong>en</strong>aan op de tek<strong>en</strong>ing of linksonderaan)<br />
4 muziekinstrum<strong>en</strong>t: onder het bed. Natuurlijk kan het nummer niet echt onder het bed gezet word<strong>en</strong>,<br />
maar wanneer het nummer op de dek<strong>en</strong> staat, is het fout.<br />
5 autootjes: in de GROTE doos in de kamer. Het nummer hoeft niet per se IN de doos te staan.<br />
7 teddybeer: onder het bureau, maar als het nummer onder het bed staat, al ligt er daar al iets<br />
onder (het muziekinstrum<strong>en</strong>t), moet het goedgerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Het kan immers zijn dat de leerling<br />
de teddybeer eerst onder het bed 'gestok<strong>en</strong>' heeft <strong>voor</strong> dat er iets anders lag: de leerling<strong>en</strong><br />
hoev<strong>en</strong> de volgorde van de items in de tekst niet te respecter<strong>en</strong>.<br />
8 foto: op de middelste plank van het rek.<br />
10 de overige vliegtuigjes: op het bureau. Rek<strong>en</strong> het zeker niet fout als de leerling<strong>en</strong> 3 keer nummer<br />
10 op het bureau hebb<strong>en</strong> gezet; de drie 'overige vliegtuigjes' staan immers verspreid op de tek<strong>en</strong>ing.<br />
11 puzzelstukjes: in het KLEINE doosje in de kamer. Het nummer hoeft niet per se IN de doos te<br />
staan.<br />
12 klein doosje: naast de visbak op de legplank bov<strong>en</strong> het bureau<br />
13 potje met viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>: op de onderste plank van het boek<strong>en</strong>rek<br />
14 lievelingspet (de gestreepte): teg<strong>en</strong> of op het kapstokje NAAST het raam<br />
! Als hier <strong>en</strong>kel nr. 18 staat (= de andere pet) is dat niet voldo<strong>en</strong>de. Nr. 18 mag er wel bij staan,<br />
maar dat hoeft niet.<br />
15 wekker: erg<strong>en</strong>s zover mogelijk van het bed weg. Rek<strong>en</strong> alle plaats<strong>en</strong> goed in de andere helft dan<br />
de helft van de kamer waarin het bed staat.<br />
16 sjaal: teg<strong>en</strong> of op de lamp<br />
17 knikkers: in de visbak<br />
NB: De andere pet (nr. 18) mag overal of nerg<strong>en</strong>s staan, wordt niet meegerek<strong>en</strong>d.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
7<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
1<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
Normtabel bij de leestoets ‘Opruim<strong>en</strong>’<br />
OPRUIMEN • LEZEN • 3de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
13 - 14 10 - 12 7 - 9 5 - 6 min 5<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
lez<strong>en</strong><br />
Totaal<br />
op 14<br />
2 3 4 5 7 8 10 11 12 13 14 15 16 17<br />
Naam van de leerling<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
3 1<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
9.<br />
2. 3.<br />
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
18.<br />
1.<br />
10.<br />
5.<br />
4.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
b<br />
a<br />
6.<br />
17.<br />
7.<br />
12.<br />
kopieerblad<br />
10.<br />
8.<br />
10.<br />
11.<br />
13. 14.<br />
15.<br />
16.<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
Leestekst<br />
kopieerblad<br />
"Nu is het g<strong>en</strong>oeg", zegt Brams mama boos. "Als je kamer binn<strong>en</strong> het<br />
uur niet opgeruimd is, mag je niet mee naar zee." Bram zucht. Hij wil<br />
heel graag mee met Esther <strong>en</strong> David e<strong>en</strong> week<strong>en</strong>d naar de zee. Maar<br />
zijn kamer opruim<strong>en</strong>, dat is nog e<strong>en</strong> heel karwei. Die ligt al maand<strong>en</strong><br />
vol rommel. Pfff! Bram zucht nog e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> loopt de trap op. Dan staat<br />
hij binn<strong>en</strong> in zijn kamer. Maar wat ziet hij. Zijn kamer is bijna<br />
helemaal leeg. Iemand heeft al zijn spulletjes uit zijn kamer gehaald.<br />
En nu moet<strong>en</strong> die terug de kamer in. Bram weet niet waar hij moet<br />
beginn<strong>en</strong>. Hoe krijgt hij zijn kamer ooit weer op orde?<br />
Misschi<strong>en</strong> kan jij help<strong>en</strong> om alle spull<strong>en</strong> weer op hun plaats in de<br />
kamer te zett<strong>en</strong>. Bram zal je precies vertell<strong>en</strong> waar alles moet staan.<br />
Dan kan jij de nummers op de juiste plaats zett<strong>en</strong>.<br />
Bram vertelt:<br />
"'s Avonds, als ik in mijn bed lig, luister ik graag nog wat naar muziek.<br />
Daarom heb ik mijn radio het liefst vlak naast mijn bed, op het tafeltje.<br />
Weet je dat ik ook graag tek<strong>en</strong>? Zie je daar die tek<strong>en</strong>ing met dat huisje?<br />
Mooi hè. Die mag bov<strong>en</strong> mijn bed aan de muur geprikt word<strong>en</strong>. Ofwel<br />
leg je de tek<strong>en</strong>ing op mijn bureau. Dan kan ik er nog aan verder werk<strong>en</strong>.<br />
Maar veel tijd om te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> heb ik niet, want ik t<strong>en</strong>nis ook. Twee keer<br />
per week. Ik heb pas e<strong>en</strong> nieuwe t<strong>en</strong>nisracket gekreg<strong>en</strong>. Daar b<strong>en</strong> ik heel<br />
<strong>voor</strong>zichtig mee. Mijn racket staat het best in e<strong>en</strong> hoek waar nog niets<br />
staat.<br />
En wo<strong>en</strong>sdagnamiddag ga ik naar de muziekles. Maar dat vind ik niet<br />
zo leuk. Ik schuif mijn muziekinstrum<strong>en</strong>t altijd ver weg onder mijn bed.<br />
Dan zie ik het lekker niet.<br />
Soms komt mijn vri<strong>en</strong>dje Olivio spel<strong>en</strong>. Dan spel<strong>en</strong> we met de autootjes<br />
<strong>en</strong> vliegtuigjes of mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> puzzel. Voor die autootjes heb ik e<strong>en</strong> grote<br />
doos op mijn kamer. Maar vorige keer hebb<strong>en</strong> we iets heel anders<br />
gedaan. We hebb<strong>en</strong> popp<strong>en</strong>kast gespeeld. De popp<strong>en</strong>kast stond in het<br />
midd<strong>en</strong> van de kamer.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B1
kopieerblad<br />
Dat was heel fijn. Jammer g<strong>en</strong>oeg is de popp<strong>en</strong>kast niet van mij, maar<br />
van mijn zus. Die moet dus terug naar haar kamer, <strong>en</strong> niet naar de<br />
mijne. Maar de teddybeer is niet van haar! Al zegt mijn zus van wel.<br />
Daarover hebb<strong>en</strong> we gister<strong>en</strong> veel ruzie gemaakt. We hebb<strong>en</strong> allebei zo<br />
hard aan de beer getrokk<strong>en</strong> dat zijn armpjes eraf gescheurd zijn. Nu ga<br />
ik die arme teddybeer onder mijn bed verstopp<strong>en</strong>. Als er daar nog niets<br />
ligt. Anders moet hij maar onder mijn bureau.<br />
Ik heb ook e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dinnetje: Eli<strong>en</strong>. Ze heeft mij e<strong>en</strong> foto van haarzelf<br />
gegev<strong>en</strong>. Die krijgt e<strong>en</strong> mooi plekje in mijn kamer: op de middelste<br />
plank van het boek<strong>en</strong>rek. Daar staat nog niets. Eig<strong>en</strong>lijk b<strong>en</strong> ik e<strong>en</strong> beetje<br />
verliefd op haar. Sssjjt! Niet verder vertell<strong>en</strong> hoor.<br />
Ev<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, welke spulletjes moet<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> plaats in mijn kamer<br />
krijg<strong>en</strong>?<br />
Twee vliegtuigjes kunn<strong>en</strong> nog bij in de doos met de autootjes. De andere<br />
mog<strong>en</strong> op mijn bureau ligg<strong>en</strong>. Dat vindt mijn mama niet erg. Maar losse<br />
puzzelstukjes hor<strong>en</strong> daar niet, zegt ze. Want zo rak<strong>en</strong> ze kwijt. Ze heeft<br />
speciaal <strong>voor</strong> de losse stukjes e<strong>en</strong> klein doosje gekocht.<br />
Dat doosje mag naast de visbak staan. Het potje met viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong> niet.<br />
Want het was er e<strong>en</strong> keer afgevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> to<strong>en</strong> lag mijn bureau vol<br />
viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>. Als het potje op de onderste plank van het grote rek staat,<br />
kan dat niet meer gebeur<strong>en</strong>. Maar daar leg ik altijd mijn lievelingspet,<br />
die met streepjes. Die pet zet ik bijna elke dag op. Soms zet ik mijn pet<br />
zelfs omgedraaid op. Tof hè. Weet je wat? Ik zal mijn pet aan het<br />
kapstokje naast het raam hang<strong>en</strong>. Dan is er toch plaats <strong>voor</strong> het potje<br />
viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>.<br />
De wekker wil ik liever niet meer naast mijn bed. Die maakt 's morg<strong>en</strong>s<br />
zoveel lawaai! Ik wil dat die zover mogelijk van mijn bed staat.<br />
Helemaal aan de andere kant van de kamer."<br />
Bram ziet dat zijn kamer bijna opgeruimd is. Je hebt hem flink geholp<strong>en</strong>!<br />
Bram is zo blij dat hij iets geks doet met de laatste ding<strong>en</strong>. Zijn sjaal<br />
slingert hij rond de lamp <strong>en</strong> zijn knikkers laat hij bij de visjes vall<strong>en</strong>.<br />
Kan jij dat op de tek<strong>en</strong>ing ook nog aanduid<strong>en</strong> met nummers?<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B2
Juiste oplossing<br />
9.<br />
2. 3.<br />
18.<br />
1.<br />
10.<br />
5.<br />
16.<br />
4.<br />
b<br />
17.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
14.<br />
8.<br />
12.<br />
3.<br />
2.<br />
13.<br />
b 2. 10.<br />
a<br />
6.<br />
15.<br />
a<br />
7.<br />
11.<br />
(1.)<br />
17.<br />
7.<br />
5.<br />
(9.)<br />
12.<br />
4.<br />
3.<br />
10.<br />
8.<br />
10.<br />
11.<br />
13. 14.<br />
15.<br />
16.<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C
UITSPRAKEN VAN KLUSJESMANNEN LEZEN EN OP<br />
EEN TEKENING AANDUIDEN WIE WELK GEREEDSCHAP<br />
NODIG HEEFT<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de uitsprak<strong>en</strong> van drie klusjesmann<strong>en</strong>, die vertell<strong>en</strong><br />
wat ze die dag gaan do<strong>en</strong> <strong>en</strong> welk gereedschap ze daar<strong>voor</strong> nodig<br />
hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> blad met allemaal<br />
gereedschap aan, wie welke ding<strong>en</strong> wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> dus<br />
heel goed lez<strong>en</strong> wat de mann<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> op de b<strong>en</strong>aming<strong>en</strong><br />
van het gereedschap lett<strong>en</strong>, maar ook <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al op de context waarin<br />
deze <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal - individueel<br />
De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> individueel de uitsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op het blad met<br />
de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan, wie welk gereedschap wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />
scoring Deze toets bevat 23 scoorbare items. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> blad<br />
met 24 tek<strong>en</strong>ingetjes 14 tek<strong>en</strong>ingetjes aanduid<strong>en</strong>/kleur<strong>en</strong>. Eén van deze<br />
tek<strong>en</strong>ingetjes moet met twee kleur<strong>en</strong> aangeduid zijn. 8 <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> door één van de klusjesmann<strong>en</strong> vermeld, maar zij hebb<strong>en</strong> ze niet<br />
nodig of zull<strong>en</strong> ze niet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Ook deze word<strong>en</strong> gescoord. Er zijn dus<br />
13 <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> die met één kleur aangeduid moet<strong>en</strong> zijn, 1 <strong>voor</strong>werp dat<br />
met twee kleur<strong>en</strong> aangeduid moet zijn <strong>en</strong> 8 <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> die niet of niet<br />
met e<strong>en</strong> bepaalde kleur aangeduid mog<strong>en</strong> zijn.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de tekst met uitsprak<strong>en</strong> van de klusjesmann<strong>en</strong> (zie bijlag<strong>en</strong><br />
A), het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het gereedschap (zie bijlage B) <strong>en</strong><br />
drie kleurpotlod<strong>en</strong> (rood, blauw <strong>en</strong> gro<strong>en</strong> - zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />
Aangezi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> in deze toets on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> bepaalde kleur moet<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong>,<br />
is de kans op 'afkijk<strong>en</strong>' natuurlijk heel groot. Probeer al het mogelijke te do<strong>en</strong> om het te beperk<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Houd, als introductie op de toets, e<strong>en</strong> kort gesprekje met de leerling<strong>en</strong> over klusjes opknapp<strong>en</strong>.<br />
Knapp<strong>en</strong> jullie wel e<strong>en</strong>s klusjes op? Do<strong>en</strong> jullie wel e<strong>en</strong>s kleine werkjes?<br />
Wat zoal? Waar knapp<strong>en</strong> jullie klusjes op? Thuis of bij andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />
Geef zelf suggesties als de leerling<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de ideeën aandrag<strong>en</strong>. Het begrip 'klusjes opknapp<strong>en</strong>'<br />
mag hier zeer ruim g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; ding<strong>en</strong> als: je bed opmak<strong>en</strong>, help<strong>en</strong> in de tuin, de vaat gaan do<strong>en</strong><br />
bij oma <strong>en</strong> opa, boodschapp<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, ... kunn<strong>en</strong> er allemaal bijhor<strong>en</strong>.<br />
Wat gebruik<strong>en</strong> jullie allemaal bij het uitvoer<strong>en</strong> van die klusjes? Wet<strong>en</strong><br />
jullie met welk woord je al die ding<strong>en</strong> kunt aanduid<strong>en</strong>? (gereedschap)<br />
Wat verstaan we onder 'gereedschap'? Wat kan er allemaal mee bedoeld<br />
word<strong>en</strong>?<br />
Hier kan e<strong>en</strong> liefst zo uitgebreid mogelijke lijst van allerlei gereedschap aan bod kom<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> zelf <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ander<strong>en</strong> daarop lat<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>. Als ze zelf ge<strong>en</strong> ideeën hebb<strong>en</strong>,<br />
kun jij telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp noem<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of dat gereedschap kan zijn of niet. Bij<strong>voor</strong>beeld: hamer,<br />
lepel, bloem, vod, zaag, schop, broek, schaar, appel, ...<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
Wist<strong>en</strong> jullie dat er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn die klusjes opknapp<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hun beroep?<br />
Dat zijn klusjesmann<strong>en</strong>. Er zijn immers m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die te oud zijn om hun<br />
klusjes zelf op te knapp<strong>en</strong>. Of die nogal onhandig zijn. Of die het juiste<br />
gereedschap niet hebb<strong>en</strong>. Enzo<strong>voor</strong>t. Zulke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> hun klusjes<br />
door iemand anders opknapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> betal<strong>en</strong> daar<strong>voor</strong>.<br />
Deze opdracht gaat over drie klusjesmann<strong>en</strong>. Die won<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in één<br />
huis. Ze hebb<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> één kist met gereedschap. Daar zit elk stuk<br />
gereedschap één keer in: één hamer, één zaag <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Jullie gaan nu<br />
lez<strong>en</strong> wat de drie klusjesmann<strong>en</strong> 's morg<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong> elkaar zegg<strong>en</strong>. Elke<br />
morg<strong>en</strong> bij het ontbijt besprek<strong>en</strong> ze wie welk gereedschap nodig heeft<br />
die dag. Want als er twee zijn die hetzelfde gereedschap moet<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>,<br />
dan is er e<strong>en</strong> probleem. Jullie gaan de klusjesmann<strong>en</strong> help<strong>en</strong><br />
door aan te duid<strong>en</strong> wie welke ding<strong>en</strong> wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dat gaan jullie<br />
do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het gereedschap (ton<strong>en</strong>). En dan<br />
kunn<strong>en</strong> de klusjesmann<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> probleem is.<br />
Het aanduid<strong>en</strong> zal gebeur<strong>en</strong> met kleurpotlod<strong>en</strong> (of stift<strong>en</strong>, balp<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, ...). Zorg er<strong>voor</strong> dat elke leerling<br />
drie verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong> heeft: rood, gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw.<br />
Deel de tekstblad<strong>en</strong> met de uitsprak<strong>en</strong> van de drie klusjesmann<strong>en</strong> (zie bijlag<strong>en</strong> A) <strong>en</strong> het blad met de<br />
tek<strong>en</strong>ingetjes uit (zie bijlage B). Lees de opdracht zoals die op het eerste tekstblad staat (= vet) <strong>voor</strong>. De<br />
leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> mee. Daarna lez<strong>en</strong> ze individueel de uitsprak<strong>en</strong> van de drie klusjesmann<strong>en</strong> <strong>en</strong> duid<strong>en</strong><br />
aan op het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> wie welk gereedschap wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Op dat blad schrijv<strong>en</strong> ze ook<br />
hun naam (<strong>en</strong> nummer). Op de blad<strong>en</strong> met tekst mog<strong>en</strong> ze niet schrijv<strong>en</strong>. Die kunn<strong>en</strong> bij latere toetsafnames<br />
word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />
Je mag de leerling<strong>en</strong> vanaf hier op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze meer help<strong>en</strong>. Als er uitleg wordt gevraagd over<br />
bepaalde woord<strong>en</strong>, spoor de leerling<strong>en</strong> dan aan om zelf naar de betek<strong>en</strong>is te zoek<strong>en</strong> op basis van wat<br />
er in de zinn<strong>en</strong> staat (context).<br />
Loop rond terwijl de leerling<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ga na of ze het kleur-systeem op e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige wijze hanter<strong>en</strong>.<br />
Als ze signaler<strong>en</strong> dat ze iets will<strong>en</strong> uitgomm<strong>en</strong>, maar dat dat niet meer gaat, schrijf het er dan duidelijk<br />
bij op het toetsblad. Dan kun je er bij het scor<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee houd<strong>en</strong>.<br />
Opmerking<strong>en</strong>:<br />
De procedure die in deze toets wordt gehanteerd, het aanduid<strong>en</strong> van iets door het kleur<strong>en</strong>, zal <strong>voor</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> wellicht ge<strong>en</strong> probleem zijn. Mocht je echter d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat dat wel het<br />
geval is, dan kun je er <strong>voor</strong>af ev<strong>en</strong> op oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, bv. door iets op het bord te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dat te kleur<strong>en</strong> of<br />
door één van de tek<strong>en</strong>ingetjes van gereedschap te lat<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong>. Let er dan wel op dat dat niet één van<br />
de toetsitems is.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3 2<br />
3<br />
lez<strong>en</strong><br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
Als je bij het surveiller<strong>en</strong> merkt dat individuele leerling<strong>en</strong> moeilijkhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de procedure,<br />
kun je h<strong>en</strong> erbij help<strong>en</strong>. (o.a. nog e<strong>en</strong>s wijz<strong>en</strong> op zin over 'kring')<br />
Als je merkt dat leerling<strong>en</strong> de drie kleur<strong>en</strong> verkeerd gebruik<strong>en</strong>, kun je dat nog e<strong>en</strong>s algeme<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
de hele klas herhal<strong>en</strong>: "Let erop dat je met de juiste kleur werkt." Maar verder mag je niet gaan.<br />
Ron, Willem <strong>en</strong> Ted zijn klusjesmann<strong>en</strong>. Vandaag moet<strong>en</strong> er weer heel wat ding<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Ze<br />
gaan alle drie apart e<strong>en</strong> aantal klusjes opknapp<strong>en</strong>. En daar<strong>voor</strong> hebb<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> heel wat gereedschap<br />
nodig. Ze vrag<strong>en</strong> zich af of ze wel g<strong>en</strong>oeg gereedschap hebb<strong>en</strong>. En of niemand hetzelfde<br />
moet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> als iemand anders. Ze besprek<strong>en</strong> het bij het ontbijt.<br />
Help<strong>en</strong> jullie h<strong>en</strong>?<br />
Lees heel goed wat de drie mann<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>.<br />
Kleur op het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>:<br />
- het gereedschap dat RON wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het GROEN<br />
- het gereedschap dat WILLEM wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het BLAUW<br />
- het gereedschap dat TED wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het ROOD.<br />
Als je d<strong>en</strong>kt dat iemand e<strong>en</strong> stuk gereedschap nodig heeft dat al gekleurd is, trek er dan e<strong>en</strong> cirkel<br />
rond in de kleur van die persoon.<br />
Dit zegg<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> als ze aan het ontbijt zitt<strong>en</strong>:<br />
Ron zegt:<br />
"Ik ga deze morg<strong>en</strong> eerst naar de familie Strop. Hun deur is stuk.<br />
Ik weet niet precies wat er scheelt. Daarom zal ik veel gereedschap me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dan b<strong>en</strong> ik op alles <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />
De ding<strong>en</strong> die ik zeker me<strong>en</strong>eem, zijn: de hamer, de zaag <strong>en</strong> spijkers. En ik d<strong>en</strong>k dat ik de vijl ook<br />
zal kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. De schroev<strong>en</strong>draaier <strong>en</strong> de sleutel heb ik misschi<strong>en</strong> ook nodig. Maar als ik die<br />
me<strong>en</strong>eem, blijft er niets meer over <strong>voor</strong> jullie. M<strong>en</strong>eer Strop zal zelf ook wel wat gereedschap hebb<strong>en</strong>.<br />
En het schuurpapier, dat mag ik ook niet verget<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong> moet het hout van de deur wat afgeschuurd<br />
word<strong>en</strong>.<br />
En e<strong>en</strong> zakmes heb ik natuurlijk ook altijd bij."<br />
Willem zegt:<br />
"Ik blijf deze <strong>voor</strong>middag thuis. Ik ga e<strong>en</strong> beetje aan mijn brommer werk<strong>en</strong>. Daarbij zou ik graag de<br />
schroev<strong>en</strong>draaier <strong>en</strong> de sleutel gebruik<strong>en</strong>.<br />
Na de middag ga ik in de tuin werk<strong>en</strong> bij de familie Maes. Mevrouw Maes heeft gezegd dat ik ge<strong>en</strong><br />
emmers, ladder of spade hoef mee te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Die hebb<strong>en</strong> ze zelf. Ev<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat ik wel moet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />
Er moet e<strong>en</strong> boom omgehakt word<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong> heb ik de bijl nodig, natuurlijk. En e<strong>en</strong> schopje<br />
<strong>en</strong> de hark om in het bloem<strong>en</strong>tuintje te werk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kruiwag<strong>en</strong> zal ik daarbij wel niet nodig hebb<strong>en</strong>. En<br />
ook e<strong>en</strong> tractor lijkt me wat overdrev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> gewone tuin."<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Ted zegt:<br />
"Ik moet vandaag heel veel verschill<strong>en</strong>de klusjes uitvoer<strong>en</strong>. Eerst ga ik de band<strong>en</strong> van de auto van<br />
onze buurman oppomp<strong>en</strong>. Je kunt vast wel rad<strong>en</strong> wat ik daar<strong>voor</strong> nodig heb.<br />
Daarna ga ik e<strong>en</strong> paar dingetjes opknapp<strong>en</strong> bij mijn tante Dori<strong>en</strong>. En omdat ik nog niet weet wat dat<br />
allemaal is, weet ik ook niet wat ik zal me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Mijn oom heeft wel e<strong>en</strong> gereedschapskist. Daarin<br />
vind ik wel wat ik nodig heb. Alle<strong>en</strong> de verf neem ik mee. Daar heeft mijn tante speciaal om gevraagd.<br />
Zonder de meter kan ik niet naar mijn volg<strong>en</strong>de klusje gaan.<br />
Daar moet ik immers de mat<strong>en</strong> gaan nem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nieuw raam.<br />
En t<strong>en</strong>slotte moet ik nog erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> raam gaan herstell<strong>en</strong>. Die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> mij gezegd dat ik e<strong>en</strong><br />
schroev<strong>en</strong>draaier moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
De schroev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ze zelf nog."<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- leestekst: uitsprak<strong>en</strong> van de klusjesmann<strong>en</strong> (A)<br />
- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>: tek<strong>en</strong>ingetjes gereedschap (B)<br />
- blad met gereedschap, correct gekleurd (C)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
Scoringswijzer bij de leestoets ‘Gereedschap’<br />
Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />
Overloop de blad<strong>en</strong> met tek<strong>en</strong>ingetjes van de leerling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ga na of, wat de leerling<strong>en</strong> wel of niet gekleurd<br />
hebb<strong>en</strong>, overe<strong>en</strong>komt met de onderstaande lijst. Je kunt dat item per item (zie de cijfers tuss<strong>en</strong><br />
haakjes) nagaan. Als de leerling e<strong>en</strong> bepaald tek<strong>en</strong>ingetje op de juiste manier gekleurd heeft (of niet)<br />
—als wat je ziet dus overe<strong>en</strong>komt met wat hieronder staat—, dan scoort hij 1 <strong>voor</strong> het item in kwestie.<br />
Als dat niet het geval is, krijgt hij e<strong>en</strong> 0 <strong>voor</strong> dat item. E<strong>en</strong> leerling kan dus maximum 23 punt<strong>en</strong> scor<strong>en</strong>.<br />
Naar de ding<strong>en</strong> die niet in de onderstaande lijst vermeld word<strong>en</strong>, wordt niet gekek<strong>en</strong>.<br />
bij<strong>voor</strong>beeld:<br />
Als e<strong>en</strong> leerling de luchtpomp rood heeft gekleurd, scoort hij 1 <strong>voor</strong> item 1. Of hij daarnaast nog e<strong>en</strong><br />
gro<strong>en</strong>e cirkel rond de luchtpomp heeft getek<strong>en</strong>d of iets anders heeft gedaan wat eig<strong>en</strong>lijk niet moest,<br />
dat doet er niet toe. Daar houd<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee.<br />
Ook als e<strong>en</strong> leerling bij<strong>voor</strong>beeld de schaar heeft gekleurd, houd<strong>en</strong> we daar ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee.<br />
Het zou onmogelijk zijn om alle mogelijkhed<strong>en</strong> te gaan meetell<strong>en</strong> <strong>en</strong> we gaan ervan uit dat e<strong>en</strong> leerling<br />
die dergelijke fout<strong>en</strong> maakt, ook bij de items die wel gescoord word<strong>en</strong> veel fout<strong>en</strong> zal mak<strong>en</strong>.<br />
Het zal dus wel duidelijk uit zijn resultaat naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, wat hij ervan gemaakt heeft.<br />
Andere <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong>, zoals bij<strong>voor</strong>beeld de schroev<strong>en</strong>draaier, word<strong>en</strong> op meerdere punt<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>.<br />
Als deze niet gro<strong>en</strong> is, scoort de leerling 1 op item 11. Als deze rood is, scoort de leerling 1 op item 13.<br />
Als hij niet blauw is, scoort de leerling 0 op item 12. Deze drie punt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij elke leerling apart bekek<strong>en</strong>.<br />
Er di<strong>en</strong>t wel opgemerkt dat de bedoeling<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> ruim mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geïnterpreteerd. Als<br />
de leerling bij<strong>voor</strong>beeld het <strong>voor</strong>werp niet volledig gekleurd heeft, of als hij e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp dat tweemaal<br />
gekleurd moet word<strong>en</strong>, in twee kleur<strong>en</strong> gekleurd heeft in plaats van er e<strong>en</strong> cirkel rond te trekk<strong>en</strong>, dan is<br />
dat ook goed. Ook andere manier<strong>en</strong> om de kleur aan te gev<strong>en</strong> (bv. woord gekleurd i.p.v. <strong>voor</strong>werp),<br />
mog<strong>en</strong> goedgerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> overkleur<strong>en</strong>, wordt het moeilijk. Dan moet je heel<br />
vaak individuele beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, naargelang van wat je kan veronderstell<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld: als bij de<br />
sleutel <strong>en</strong> bij de schroev<strong>en</strong>draaier het gro<strong>en</strong> overkleurd is door het blauw, <strong>en</strong> er staat ook nog e<strong>en</strong> rode<br />
cirkel, dan kun je misschi<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> dat het gro<strong>en</strong> wegmoet, want de leerling heeft het cirkelsysteem<br />
toch begrep<strong>en</strong>. Door rond te lop<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de toets <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> naar hun bedoeling te vrag<strong>en</strong><br />
bij dergelijke onduidelijkhed<strong>en</strong> (zonder e<strong>en</strong> goed/fout-oordeel uit te sprek<strong>en</strong>), kun je dat ook al<br />
opvang<strong>en</strong>.<br />
Leerling<strong>en</strong> die kleur<strong>en</strong> omgedraaid hebb<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> toch 0-<strong>en</strong>.<br />
Bijlage C toont hoe e<strong>en</strong> correct gekleurd blad er uitziet.<br />
De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />
scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />
de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
gebeur<strong>en</strong>. In de meest rechtse kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
7<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
luchtpomp: rood (1)<br />
ladder: niet blauw (2)<br />
meter: rood (3)<br />
vijz<strong>en</strong><br />
schaar<br />
schuurpapier: gro<strong>en</strong> (4)<br />
spade: niet blauw (5)<br />
kruiwag<strong>en</strong>: niet blauw (6)<br />
zaag: gro<strong>en</strong> (7)<br />
hark: blauw (8)<br />
verf: rood (9)<br />
tractor: niet blauw (10)<br />
schroev<strong>en</strong>draaier: niet gro<strong>en</strong> (11) - blauw (12) - rood (13)<br />
zakmes: gro<strong>en</strong> (14)<br />
potlod<strong>en</strong><br />
sleutel: niet gro<strong>en</strong> (15) - blauw (16)<br />
emmers: niet blauw (17)<br />
vijl: gro<strong>en</strong> (18)<br />
schroev<strong>en</strong>: niet rood (19)<br />
hamer: gro<strong>en</strong> (20)<br />
bijl: blauw (21)<br />
schopje: blauw (22)<br />
spijkers: gro<strong>en</strong> (23)<br />
borstel<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de leestoets ‘Gereedschap’<br />
GEREEDSCHAP • LEZEN • 3de LEERJAAR • einde tweede trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
22 - 23 20 - 21 17 - 19 14 - 16 min 14<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
9<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
lez<strong>en</strong><br />
Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Totaal<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Leestekst<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
Ron, Willem <strong>en</strong> Ted zijn klusjesmann<strong>en</strong>. Vandaag moet<strong>en</strong> er weer heel wat<br />
ding<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Ze gaan alle drie apart e<strong>en</strong> aantal klusjes opknapp<strong>en</strong>.<br />
En daar<strong>voor</strong> hebb<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> heel wat gereedschap nodig. Ze vrag<strong>en</strong><br />
zich af of ze wel g<strong>en</strong>oeg gereedschap hebb<strong>en</strong>. En of niemand hetzelfde<br />
moet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> als iemand anders. Ze besprek<strong>en</strong> het bij het ontbijt.<br />
Help<strong>en</strong> jullie h<strong>en</strong>?<br />
Lees heel goed wat de drie mann<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>.<br />
Kleur op het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>:<br />
- het gereedschap dat RON wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het GROEN<br />
- het gereedschap dat WILLEM wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het BLAUW<br />
- het gereedschap dat TED wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het ROOD.<br />
Als je d<strong>en</strong>kt dat iemand e<strong>en</strong> stuk gereedschap nodig heeft dat al gekleurd<br />
is, trek er dan e<strong>en</strong> cirkel rond in de kleur van die persoon.<br />
Dit zegg<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> als ze aan het ontbijt zitt<strong>en</strong>:<br />
Ron zegt:<br />
"Ik ga deze morg<strong>en</strong> eerst naar de familie Strop. Hun deur is stuk. Ik weet niet<br />
precies wat er scheelt. Daarom zal ik veel gereedschap me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dan b<strong>en</strong> ik<br />
op alles <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. De ding<strong>en</strong> die ik zeker me<strong>en</strong>eem, zijn: de hamer, de zaag <strong>en</strong><br />
spijkers. En ik d<strong>en</strong>k dat ik de vijl ook zal kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. De schroev<strong>en</strong>draaier<br />
<strong>en</strong> de sleutel heb ik misschi<strong>en</strong> ook nodig. Maar als ik die me<strong>en</strong>eem, blijft er niets<br />
meer over <strong>voor</strong> jullie. M<strong>en</strong>eer Strop zal zelf ook wel wat gereedschap hebb<strong>en</strong>.<br />
En het schuurpapier, dat mag ik ook niet verget<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong> moet het hout van<br />
de deur wat afgeschuurd word<strong>en</strong>.<br />
En e<strong>en</strong> zakmes heb ik natuurlijk ook altijd bij."<br />
Willem zegt:<br />
"Ik blijf deze <strong>voor</strong>middag thuis. Ik ga e<strong>en</strong> beetje aan mijn brommer werk<strong>en</strong>.<br />
Daarbij zou ik graag de schroev<strong>en</strong>draaier <strong>en</strong> de sleutel gebruik<strong>en</strong>.<br />
Na de middag ga ik in de tuin werk<strong>en</strong> bij de familie Maes. Mevrouw Maes heeft<br />
gezegd dat ik ge<strong>en</strong> emmers, ladder of spade hoef mee te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Die hebb<strong>en</strong><br />
ze zelf. Ev<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat ik wel moet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Er moet e<strong>en</strong> boom omgehakt<br />
word<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong> heb ik de bijl nodig, natuurlijk. En e<strong>en</strong> schopje <strong>en</strong> de hark om in<br />
het bloem<strong>en</strong>tuintje te werk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kruiwag<strong>en</strong> zal ik daarbij wel niet nodig hebb<strong>en</strong>.<br />
En ook e<strong>en</strong> tractor lijkt me wat overdrev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> gewone tuin."<br />
Ted zegt:<br />
"Ik moet vandaag heel veel verschill<strong>en</strong>de klusjes uitvoer<strong>en</strong>. Eerst ga ik de band<strong>en</strong><br />
van de auto van onze buurman oppomp<strong>en</strong>. Je kunt vast wel rad<strong>en</strong> wat ik daar<strong>voor</strong><br />
nodig heb.<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A1
Daarna ga ik e<strong>en</strong> paar dingetjes opknapp<strong>en</strong> bij mijn tante Dori<strong>en</strong>. En omdat ik<br />
nog niet weet wat dat allemaal is, weet ik ook niet wat ik zal me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Mijn<br />
oom heeft wel e<strong>en</strong> gereedschapskist. Daarin vind ik wel wat ik nodig heb. Alle<strong>en</strong><br />
de verf neem ik mee. Daar heeft mijn tante speciaal om gevraagd.<br />
Zonder de meter kan ik niet naar mijn volg<strong>en</strong>de klusje gaan. Daar moet ik immers<br />
de mat<strong>en</strong> gaan nem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nieuw raam.<br />
En t<strong>en</strong>slotte moet ik nog erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> raam gaan herstell<strong>en</strong>. Die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
mij gezegd dat ik e<strong>en</strong> schroev<strong>en</strong>draaier moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De schroev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
ze zelf nog."<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A2
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
luchtpomp ladder meter vijz<strong>en</strong><br />
schaar schuurpapier spade kruiwag<strong>en</strong><br />
zaag hark verf tractor<br />
schroev<strong>en</strong>draaier zakmes potlod<strong>en</strong> sleutel<br />
emmers vijl schroev<strong>en</strong> hamer<br />
bijl schopje spijkers borstel<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B
Correct ingekleurde tek<strong>en</strong>ing<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
gro<strong>en</strong><br />
blauw<br />
luchtpomp ladder meter vijz<strong>en</strong><br />
schaar schuurpapier spade kruiwag<strong>en</strong><br />
rood<br />
zaag hark verf tractor<br />
schroev<strong>en</strong>draaier zakmes potlod<strong>en</strong> sleutel<br />
emmers vijl schroev<strong>en</strong> hamer<br />
bijl schopje spijkers borstel<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C
DE TIARA EN DE WOLF:<br />
TWEE SPROOKJES LEZEN EN VRAGEN BEANTWOORDEN<br />
EXTRA LEESTOETS<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de sprookjes ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’ <strong>en</strong> ‘De wolf <strong>en</strong><br />
de drie meisjes’ <strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> er vrag<strong>en</strong> over. Het gaat om meerkeuze-,<br />
waar/niet waar- <strong>en</strong> andere beslissingsvrag<strong>en</strong>.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal - individueel<br />
Na e<strong>en</strong> klassikale introductie (5 à 10 min.), waarin <strong>en</strong>kele begripp<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
verduidelijkt, lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel het eerste sprookje <strong>en</strong><br />
beantwoord<strong>en</strong> er de vrag<strong>en</strong> over (20 min.). Vervolg<strong>en</strong>s wordt ook het<br />
tweede sprookje klassikaal geïntroduceerd <strong>en</strong> individueel gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
behandeld (20 min.).<br />
scoring Deze toets bevat 17 scoorbare items: 9 bij het eerste <strong>en</strong> 8 bij het tweede<br />
sprookje.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling het sprookje ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’ (bijlage A) met de<br />
bijbehor<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> (bijlage B) <strong>en</strong> het sprookje ‘De wolf<br />
<strong>en</strong> de drie meisjes’ (bijlage C) met vrag<strong>en</strong> (bijlage D)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2
2<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro - De prinses <strong>en</strong> de tiara<br />
De hele toets lijkt vrij lang. Toch is het perfect mogelijk om de toets op één lesuur (50 minut<strong>en</strong>) af te<br />
nem<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de introductie van het eerste sprookje 5 à 10 minut<strong>en</strong>. Voor het lez<strong>en</strong> van beide<br />
sprookjes <strong>en</strong> het beantwoord<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong> erover krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s 20 minut<strong>en</strong>.<br />
Vertel de leerling<strong>en</strong> dat ze zo dadelijk twee sprookjes gaan lez<strong>en</strong>. Wet<strong>en</strong> ze goed wat e<strong>en</strong> sprookje is?<br />
Laat h<strong>en</strong> wat <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> van sprookjes die ze k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Als ze titels gev<strong>en</strong> van verhal<strong>en</strong>, die<br />
eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong> sprookjes zijn, zeg dat dan. Maar je hoeft niet in te gaan op de red<strong>en</strong> waarom het ge<strong>en</strong><br />
sprookjes zijn. Geef indi<strong>en</strong> nodig zelf <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van sprookjes.<br />
Zeg dat sprookjes verhal<strong>en</strong> zijn die zich meestal erg<strong>en</strong>s ver weg <strong>en</strong> lang geled<strong>en</strong> afspel<strong>en</strong>. Maar in<br />
sprookjes kom<strong>en</strong> soms figur<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die niet echt bestaan, zoals kabouters, elfjes <strong>en</strong> reuz<strong>en</strong>. En in<br />
sprookjes kunn<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> soms prat<strong>en</strong>. Sprookjes kunn<strong>en</strong> dus niet echt gebeurd zijn.<br />
Andere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van sprookjes, moet<strong>en</strong> niet op e<strong>en</strong> rijtje word<strong>en</strong> gezet. Maar als leerling<strong>en</strong> ze noem<strong>en</strong><br />
(bij<strong>voor</strong>beeld “Het begint met ‘Er was e<strong>en</strong>s...’.”), kan je daar wel op ingaan.<br />
Het eerste sprookje dat de leerling<strong>en</strong> gaan lez<strong>en</strong>, is ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’. Deel het sprookje (bijlage<br />
A) uit. Laat de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij het verhaal kijk<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> nog niet beginn<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong>. Ze hoev<strong>en</strong> ook niets op dit blad te schrijv<strong>en</strong>. Zo kan het bij latere toetsafnames word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />
Behandel aan de hand van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> de vetgedrukte begripp<strong>en</strong>:<br />
- keizer: Die heerst over e<strong>en</strong> land, net zoals e<strong>en</strong> koning. E<strong>en</strong><br />
land kan <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> keizer OF e<strong>en</strong> koning hebb<strong>en</strong>, nooit<br />
allebei sam<strong>en</strong>.<br />
De vrouw van e<strong>en</strong> keizer, noem<strong>en</strong> we keizerin. De kinder<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> keizer, zijn prins<strong>en</strong> <strong>en</strong> prinsess<strong>en</strong>, net<br />
zoals van e<strong>en</strong> koning.<br />
(Wijs de keizer <strong>en</strong> de prinses aan op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.)<br />
- tiara: Het verhaal speelt zich af in China. (Toon ev<strong>en</strong>tueel op e<strong>en</strong><br />
wereldkaart of -bol waar China ligt.)<br />
Daar drag<strong>en</strong> belangrijke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong> tiara. E<strong>en</strong><br />
tiara is iets wat je op je hoofd/in je haar zet, net zoals<br />
e<strong>en</strong> kroon of e<strong>en</strong> diadeem. (Wijs de tiara van de prinses aan.)<br />
E<strong>en</strong> tiara is eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> juweel. Welke juwel<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
we nog? (Laat de leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.)<br />
Juwel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt door juweliers.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
- dauwdruppels: Wat is dauw? (Laat de leerling<strong>en</strong> dit begrip uitlegg<strong>en</strong> of doe het indi<strong>en</strong><br />
nodig zelf: In de zomer, als het ’s nachts koud <strong>en</strong> vochtig<br />
kan zijn, zie je ’s morg<strong>en</strong>s dauwdruppels in het gras,<br />
op bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> bloem<strong>en</strong>, op v<strong>en</strong>sterbank<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />
Dauwdruppels zijn druppels water: als je dan op je<br />
voet<strong>en</strong> door het gras loopt, word<strong>en</strong> ze nat. Toon de schitte-<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
r<strong>en</strong>de dauwdruppels op de tek<strong>en</strong>ing.)<br />
3<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
Toets - De prinses <strong>en</strong> de tiara<br />
Deel dan de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> bij het sprookje uit (bijlage B). Vraag de leerling<strong>en</strong> om bov<strong>en</strong>aan op<br />
het eerste blad hun naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel klasnummer) in te vull<strong>en</strong>.<br />
Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat zij het sprookje moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, goed naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s moet<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> zo goed mogelijk te beantwoord<strong>en</strong>.<br />
Ze kunn<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> door goed te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>. B<strong>en</strong>adruk<br />
dat de leerling<strong>en</strong> het verhaal bij mog<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> als ze de vrag<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>.<br />
Overloop de vrag<strong>en</strong> niet! De leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> vertrouwd moet<strong>en</strong> zijn met dit soort opdracht<strong>en</strong>. Als<br />
ze er vrag<strong>en</strong> over hebb<strong>en</strong>, kan je de procedure kort uitlegg<strong>en</strong>. Maak gebruik van e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld. Doe<br />
dat <strong>en</strong>kel klassikaal, als je merkt dat veel leerling<strong>en</strong> in de klas er problem<strong>en</strong> mee hebb<strong>en</strong>.<br />
Reik ge<strong>en</strong> leesstrategieën aan! Zeg niet teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> HOE of WAAR ze de vrag<strong>en</strong> op de antwoord<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> of WAT ze eerst moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> (de vrag<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> of mete<strong>en</strong> aan het verhaal<br />
beginn<strong>en</strong>). Dit is e<strong>en</strong> leestoets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste strategie om deze zo goed mogelijk te<br />
mak<strong>en</strong>, maakt deel uit van de toets.<br />
Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> woord- <strong>en</strong> zinsbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Spoor leerling<strong>en</strong> die signaler<strong>en</strong> dat ze iets niet wet<strong>en</strong>,<br />
aan om zelf op zoek te gaan naar de betek<strong>en</strong>is of oplossing. Help h<strong>en</strong> echter op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze.<br />
DE PRINSES EN DE TIARA (e<strong>en</strong> Chinees sprookje)<br />
Er was e<strong>en</strong> machtige keizer, die e<strong>en</strong> mooie dochter had. Zij was de meest trotse prinses van de hele<br />
wereld. Op e<strong>en</strong> ocht<strong>en</strong>d wandelde zij in de tuin. Zij zag de dauwdruppels als juwel<strong>en</strong> schitter<strong>en</strong> op<br />
bloem<strong>en</strong> <strong>en</strong> blader<strong>en</strong>. Nog nooit had ze zulke mooie juwel<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als die in de tuin. Ze zei teg<strong>en</strong><br />
haar vader. “Ik wil e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels. Als ik die niet krijg, zal ik sterv<strong>en</strong> van verdriet.” Daarna<br />
sloot ze zich op in haar kamer <strong>en</strong> huilde.<br />
Hoewel de keizer wist dat dit onmogelijk was, liet<br />
hij alle juweliers bij zich kom<strong>en</strong>. Hij vertelde hun<br />
dat zij binn<strong>en</strong> drie dag<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de prinses e<strong>en</strong> tiara<br />
van dauwdruppels moest<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Anders werd<strong>en</strong><br />
ze gedood.<br />
De juweliers keerd<strong>en</strong> naar huis terug. Zij wist<strong>en</strong><br />
dat zij zoud<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>, want het was onmogelijk<br />
e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels te mak<strong>en</strong>. In de vroege<br />
ocht<strong>en</strong>d van de <strong>derde</strong> dag had niemand nog<br />
hoop. To<strong>en</strong> versche<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oude juwelier aan de<br />
paleispoort. Hij vertelde de wachters dat hij gekom<strong>en</strong><br />
was om e<strong>en</strong> tiara <strong>voor</strong> de prinses te mak<strong>en</strong>.<br />
Hij werd snel naar de keizer <strong>en</strong> de prinses<br />
gebracht. De oude man boog diep <strong>en</strong> zei. “Ik zal<br />
de tiara mak<strong>en</strong>, maar ik heb één vraag.”<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Naar:<br />
Sprookjes uit vele land<strong>en</strong><br />
naverteld door Li<strong>en</strong> de Reuver<br />
Mulder & zoon n.v., Amsterdam<br />
VRAGEN EN OPDRACHTEN BIJ ‘DE PRINSES EN DE TIARA’<br />
Kies het beste antwoord.<br />
Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij dat antwoord.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
“Wat u ook vraagt, het is toegelat<strong>en</strong>,” beloofde de<br />
prinses.<br />
“Gaat u dan in de tuin de dauwdruppels uitzoek<strong>en</strong>,”<br />
zei de oude man. “Als u ze mij geeft, zal ik<br />
de tiara mak<strong>en</strong>.”<br />
De prinses ging de tuin in. Overal schitterd<strong>en</strong> de<br />
dauwdruppels. Maar als ze er e<strong>en</strong> aanraakte, verdwe<strong>en</strong><br />
hij. Zij ging van bloem tot bloem, de hele<br />
tuin door.<br />
To<strong>en</strong> keek de oude juwelier haar aan <strong>en</strong> glimlachte.<br />
Daarna zei ze hem dat hij mocht weggaan. Ze<br />
zou nooit meer om e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels<br />
vrag<strong>en</strong>.<br />
Waarom wil de prinses e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels?<br />
❏ Haar vader de keizer heeft beloofd dat ze e<strong>en</strong> cadeau van hem zou krijg<strong>en</strong>.<br />
❏ De prinses is heel trots. Zo trots, dat ze e<strong>en</strong> opdracht zoekt die de juweliers nooit kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />
❏ Ze d<strong>en</strong>kt dat de dauwdruppels juwel<strong>en</strong> zijn. En van juwel<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> juwelier e<strong>en</strong> tiara mak<strong>en</strong>.<br />
Waarom laat de oude juwelier de prinses de dauwdruppels zelf uitzoek<strong>en</strong>?<br />
❏ Hij wil haar zelf de mooiste dauwdruppels lat<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>. Hij kan dat niet zo goed.<br />
❏ Hij wil haar do<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> dat het niet kan.<br />
❏ Het is al de <strong>derde</strong> dag. Hij heeft niet zoveel tijd meer.<br />
Waarom laat de prinses de juwelier gaan <strong>en</strong> wil ze ope<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> tiara meer?<br />
❏ Ze vindt het heel moeilijk om de mooiste dauwdruppels te kiez<strong>en</strong>. Ze zijn allemaal mooi.<br />
❏ Ze wil ge<strong>en</strong> tiara van e<strong>en</strong> juwelier die haar zelf dauwdruppels laat zoek<strong>en</strong>.<br />
❏ Ze weet nu dat je ge<strong>en</strong> dauwdruppels kan uitzoek<strong>en</strong>. Je kan er alle<strong>en</strong> maar naar kijk<strong>en</strong>.<br />
3 2<br />
5<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
Is het waar of niet waar?<br />
Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij het juiste antwoord.<br />
De prinses wil de dauwdruppels zelf help<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>. Gelukkig maar! Anders had ze nooit begrep<strong>en</strong><br />
waarom je ge<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels kan krijg<strong>en</strong>.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
De oude juwelier verlaat het paleis. De drie dag<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>bij. En de prinses heeft nog steeds ge<strong>en</strong><br />
tiara van dauwdruppels. Daarom laat de keizer alle juweliers dod<strong>en</strong>.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Wie heeft wat gezegd?<br />
Kies uit:<br />
❏ de prinses<br />
❏ de keizer<br />
❏ de keizerin<br />
❏ de oude juwelier<br />
Schrijf de juiste persoon onder de uitspraak.<br />
Je mag e<strong>en</strong> persoon twee keer gebruik<strong>en</strong> als je dat wil.<br />
Wat e<strong>en</strong> verw<strong>en</strong>d kind is die prinses toch! Ze d<strong>en</strong>kt dat ze zomaar alles kan krijg<strong>en</strong> wat ze wil.<br />
Maar dit kan toch echt niet! En dat zal ik haar wel e<strong>en</strong>s duidelijk gaan zegg<strong>en</strong>. Hopelijk wil ze meewerk<strong>en</strong>.<br />
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
Waarom heeft hij haar niet gezegd dat dat niet kan? Straks moet<strong>en</strong> al die juweliers sterv<strong>en</strong>! En dan<br />
heeft ze nog ge<strong>en</strong> tiara. Hoe kan ik haar troost<strong>en</strong>?<br />
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
Hoe kan ik dit probleem oploss<strong>en</strong>? Ik wil dat zij gelukkig is. Maar ik wil ook al die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet lat<strong>en</strong><br />
dod<strong>en</strong>. Oh, kwam er toch maar iemand die e<strong>en</strong> oplossing weet!<br />
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
Is er e<strong>en</strong> juwelier aan de paleispoort? Laat hem vlug binn<strong>en</strong>! Misschi<strong>en</strong> weet hij e<strong>en</strong> oplossing <strong>voor</strong><br />
het probleem. Misschi<strong>en</strong> kan hij er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat er niemand hoeft te sterv<strong>en</strong>. Ik niet <strong>en</strong> de juweliers<br />
ook niet.<br />
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Intro - De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes<br />
Deel het sprookje ‘De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes’ (bijlage C) uit. Vraag de leerling<strong>en</strong> naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
te kijk<strong>en</strong>. Do<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> h<strong>en</strong> erg<strong>en</strong>s aan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>? Wellicht zull<strong>en</strong> ze het sprookje ‘Roodkapje’<br />
m<strong>en</strong><strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>n<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> dat sprookje? Als er leerling<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong> wie dat niet het<br />
geval is, leg er dan sterk de nadruk op dat dat ge<strong>en</strong> probleem is. Immers, dit sprookje lijkt er wel<br />
beetje op, maar het is toch anders. Het sprookje komt uit Italië <strong>en</strong> het gaat over drie meisjes.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
7<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
Toets - De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes<br />
Deel dan de vrag<strong>en</strong> bij het sprookje uit (bijlage D). Vraag de leerling<strong>en</strong> om bov<strong>en</strong>aan hun naam <strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel klasnummer) in te vull<strong>en</strong>.<br />
Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat zij het sprookje moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, goed naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s moet<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> zo goed mogelijk te beantwoord<strong>en</strong>.<br />
Lees ev<strong>en</strong> de vetgedrukte tekst vóór de opdracht<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat de<br />
bedoeling is. Leg er de nadruk op dat de meisjes deze ding<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> NA het verhaal. Lees de uitsprak<strong>en</strong><br />
van de meisjes niet <strong>voor</strong>.<br />
Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze ook hier de antwoord<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> door goed te<br />
lez<strong>en</strong>, te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. En herhaal dat het om dit sprookje gaat <strong>en</strong> niet om ‘Roodkapje’.<br />
Verder geld<strong>en</strong> dezelfde richtlijn<strong>en</strong> als bij het eerste deel van de toets.<br />
DE WOLF EN DE DE DRIE MEISJES (e<strong>en</strong> Italiaans sprookje)<br />
Er war<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s drie zusjes, die sam<strong>en</strong> in één huis woond<strong>en</strong>. Ze kreg<strong>en</strong> het bericht dat hun moeder<br />
ernstig ziek was. De moeder woonde erg<strong>en</strong>s anders. To<strong>en</strong> maakte de oudste zus twee mand<strong>en</strong> klaar.<br />
Ze stopte er vier fless<strong>en</strong> wijn <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong> in <strong>en</strong> vertrok naar haar moeder. Onderweg kwam zij de<br />
wolf teg<strong>en</strong>. Die vroeg aan haar: “Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />
“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />
“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />
“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />
“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />
Het meisje gaf alles aan de wolf <strong>en</strong> liep zo snel ze kon naar haar zuss<strong>en</strong> terug. To<strong>en</strong> vulde het tweede<br />
meisje de mand<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrok naar haar moeder. En zij vond de wolf ook.<br />
“Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />
“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />
“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />
“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />
“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />
Ook het tweede meisje maakte de mand<strong>en</strong> leeg <strong>en</strong> holde naar huis. To<strong>en</strong> zei de kleinste: “Nu ga ik<br />
ook e<strong>en</strong>s.” Zij maakte de mand<strong>en</strong> klaar <strong>en</strong> vertrok. En ook zij ontmoette de wolf.<br />
“Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />
“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />
“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />
“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />
“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />
To<strong>en</strong> nam het meisje e<strong>en</strong> koek <strong>en</strong> gooide die naar de wolf. Die deed zijn muil op<strong>en</strong> om de koek op te<br />
vang<strong>en</strong>. Maar het was ge<strong>en</strong> gewone koek. Het meisje had er spijkers in gestopt. De wolf hapte in de<br />
koek <strong>en</strong> verwondde zijn tong. Hij spuwde alles uit <strong>en</strong> r<strong>en</strong>de weg. Hij riep nog naar het meisje: “Dat zal<br />
ik je betaald zett<strong>en</strong>!”<br />
Langs e<strong>en</strong> kortere weg die hij alle<strong>en</strong> k<strong>en</strong>de, liep de wolf naar het huis van de moeder. Het meisje was<br />
er nog niet. De wolf ging het huis van de zieke moeder binn<strong>en</strong>, at haar in één hap op <strong>en</strong> ging op haar<br />
plaats in het bed ligg<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Het meisje kwam binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> zag haar moeder die met haar gezicht net bov<strong>en</strong> het dek<strong>en</strong> uitkwam. Ze<br />
zei teg<strong>en</strong> haar: “Wat b<strong>en</strong>t u donker geword<strong>en</strong>, mama!”<br />
“Dat komt door alle pijn<strong>en</strong> die ik had, mijn kind,” hoorde zij als antwoord.<br />
“Wat hebt u e<strong>en</strong> dik hoofd gekreg<strong>en</strong>, mama!”<br />
“Dat komt door alle zorg<strong>en</strong> die ik had, lief kind.”<br />
“Mag ik u e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, mama?” vroeg het meisje. Hap! Natuurlijk at de wolf haar in één hap op.<br />
To<strong>en</strong> ging de wolf er vandoor.<br />
Maar to<strong>en</strong> de boer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wolf uit het huis zag<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> zij hun schopp<strong>en</strong>. Zij ving<strong>en</strong> de wolf<br />
<strong>en</strong> doodd<strong>en</strong> hem. Dadelijk sned<strong>en</strong> zij zijn buik op<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar kwam<strong>en</strong> moeder <strong>en</strong> dochter nog lev<strong>en</strong>d<br />
uit te <strong>voor</strong>schijn. De moeder werd beter <strong>en</strong> het meisje ging terug naar huis. Ze vertelde alles wat er<br />
gebeurd was aan haar zuss<strong>en</strong>.<br />
Naar:<br />
Italiaanse Volks Sprookjes<br />
Italo Calvino<br />
Het Spectrum, Utrecht/Antwerp<strong>en</strong><br />
VRAGEN EN OPDRACHTEN BIJ ‘DE WOLF EN DE DRIE MEISJES’<br />
Die avond zitt<strong>en</strong> de drie zuss<strong>en</strong> bij elkaar. Ze besprek<strong>en</strong> wat er die dag is gebeurd. Maar ze zijn<br />
moe. Wie moe is, vertelt soms iets dat niet helemaal juist is. Is het wel allemaal waar wat de drie<br />
meisjes zegg<strong>en</strong>?<br />
Eerst vertelt de oudste zus, dan de tweede <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte de jongste.<br />
Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij het juiste antwoord.<br />
Het oudste meisje zegt:<br />
Ik ging als eerste op weg. En ik was ook de moedigste van ons drieën.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
De wolf vroeg aan ons alledrie wat er in onze mand<strong>en</strong> zat. Maar wij gav<strong>en</strong> niet alledrie hetzelfde antwoord.<br />
Want we hadd<strong>en</strong> niet alledrie hetzelfde bij ons.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Ik zag mete<strong>en</strong> dat mama’s hoofd dik geword<strong>en</strong> was.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Het tweede meisje zegt:<br />
Onze oudste zus was vlug terug. Daarom bedacht ik e<strong>en</strong> slim plan.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
9<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong>
2<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
10<br />
Wat de wolf aan mij vroeg, had hij al aan één van jullie gevraagd. En hij zou na mij nog e<strong>en</strong>s precies<br />
hetzelfde vrag<strong>en</strong> aan de andere.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Het jongste meisje zegt:<br />
To<strong>en</strong> mijn zuss<strong>en</strong> de wolf zag<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> ze mete<strong>en</strong> heel bang. De wolf had nog niks gezegd of<br />
gevraagd, <strong>en</strong> ze r<strong>en</strong>d<strong>en</strong> al naar huis terug.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
De wolf had veel pijn nadat hij de spijkerkoek had opgeget<strong>en</strong>. Daardoor kon hij niet zo snel lop<strong>en</strong> als<br />
ik <strong>en</strong> was ik eerst bij mama.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Wat e<strong>en</strong> geluk dat de boer<strong>en</strong> de wolf zag<strong>en</strong> to<strong>en</strong> hij naar buit<strong>en</strong> kwam! Anders war<strong>en</strong> mama <strong>en</strong> ik misschi<strong>en</strong><br />
niet gered.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- sprookje ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’ met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elke leerling (A)<br />
- vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> bij ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’ <strong>voor</strong> elke leerling (B)<br />
- sprookje ‘De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes’ met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elke leerling (C)<br />
- vrag<strong>en</strong> bij ‘De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes’ <strong>voor</strong> elke leerling (D)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoringswijzer bij de extra leestoets<br />
'De tiara <strong>en</strong> de wolf'<br />
Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig word<strong>en</strong> gescoord. Overloop de antwoordblad<strong>en</strong> van elke leerling (bijlage<br />
B <strong>en</strong> D) met de onderstaande lijst van goede antwoord<strong>en</strong>. Voor elk juist antwoord, krijgt de leerling<br />
e<strong>en</strong> 1, <strong>voor</strong> elk fout antwoord e<strong>en</strong> 0.<br />
Wanneer meer dan één mogelijkheid is aangeduid, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> dat item.<br />
Als de leerling e<strong>en</strong> andere dan de gevraagde manier van aanduid<strong>en</strong> heeft gebruikt, die door de scoorder<br />
goed te interpreter<strong>en</strong> is, speelt dat ge<strong>en</strong> rol bij de beoordeling.<br />
De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items word<strong>en</strong> gescoord, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />
In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />
de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
gebeur<strong>en</strong>. Deze kom<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de lijst hieronder. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />
DE PRINSES EN DE TIARA<br />
Meerkeuze-vrag<strong>en</strong>: 1 het <strong>derde</strong> antwoord is correct<br />
2 het tweede antwoord is correct<br />
3 het <strong>derde</strong> antwoord is correct<br />
Waar/niet waar: 4 waar<br />
5 niet waar<br />
Wie heeft wat gezegd? 6 de oude juwelier<br />
7 de keizerin<br />
8 de keizer<br />
9 de prinses<br />
DE WOLF EN DE DRIE MEISJES<br />
Het oudste meisje: 10 niet waar<br />
11 niet waar<br />
12 niet waar<br />
Het tweede meisje: 13 niet waar<br />
14 waar<br />
Het jongste meisje: 15 niet waar<br />
16 niet waar<br />
17 waar<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3 2<br />
11<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
<strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de extra leestoets ‘De tiara <strong>en</strong> de wolf’<br />
DE TIARA EN DE WOLF • LEZEN • 3de LEERJAAR • einde tweede trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
15 - 17 12 - 14 8 - 11 5 - 7 min 5<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3 2<br />
12<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
<strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
DE PRINSES EN DE TIARA DE WOLF EN DE DRIE MEISJES<br />
Totaal<br />
op 17<br />
leerling<br />
waar<br />
niet waar<br />
niet waar<br />
waar<br />
niet waar<br />
niet waar<br />
niet waar<br />
niet waar<br />
prinses<br />
keizer<br />
keizerin<br />
oude<br />
juwelier<br />
niet waar<br />
waar<br />
3e antw<br />
2e antw<br />
3e antw<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Er was e<strong>en</strong> machtige keizer, die<br />
e<strong>en</strong> mooie dochter had. Zij was<br />
de meest trotse prinses van de<br />
hele wereld.<br />
Op e<strong>en</strong> ocht<strong>en</strong>d wandelde zij in<br />
de tuin. Zij zag de dauwdruppels<br />
als juwel<strong>en</strong> schitter<strong>en</strong> op bloem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> blader<strong>en</strong>. Nog nooit had ze<br />
zulke mooie juwel<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als die<br />
in de tuin. Ze zei teg<strong>en</strong> haar<br />
vader. “Ik wil e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels.<br />
Als ik die niet krijg, zal ik<br />
sterv<strong>en</strong> van verdriet.” Daarna<br />
sloot ze zich op in haar kamer <strong>en</strong><br />
huilde.<br />
Hoewel de keizer wist dat dit onmogelijk was, liet hij alle juweliers bij zich<br />
kom<strong>en</strong>. Hij vertelde hun dat zij binn<strong>en</strong> drie dag<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de prinses e<strong>en</strong> tiara van<br />
dauwdruppels moest<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Anders werd<strong>en</strong> ze gedood.<br />
De juweliers keerd<strong>en</strong> naar huis terug. Zij wist<strong>en</strong> dat zij zoud<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>, want het<br />
was onmogelijk e<strong>en</strong> tiara van<br />
dauwdruppels te mak<strong>en</strong>. In de<br />
vroege ocht<strong>en</strong>d van de <strong>derde</strong> dag<br />
had niemand nog hoop. To<strong>en</strong> versche<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> oude juwelier aan de<br />
paleispoort. Hij vertelde de wachters<br />
dat hij gekom<strong>en</strong> was om e<strong>en</strong><br />
tiara <strong>voor</strong> de prinses te mak<strong>en</strong>. Hij<br />
werd snel naar de keizer <strong>en</strong> de<br />
prinses gebracht. De oude man<br />
boog diep <strong>en</strong> zei. “Ik zal de tiara<br />
mak<strong>en</strong>, maar ik heb één vraag.”<br />
“Wat u ook vraagt, het is toegelat<strong>en</strong>,”<br />
beloofde de prinses.<br />
“Gaat u dan in de tuin de dauwdruppels<br />
uitzoek<strong>en</strong>,” zei de oude<br />
man. “Als u ze mij geeft, zal ik de<br />
tiara mak<strong>en</strong>.”<br />
De prinses ging de tuin in. Overal schitterd<strong>en</strong> de dauwdruppels. Maar als ze er<br />
e<strong>en</strong> aanraakte, verdwe<strong>en</strong> hij. Zij ging van bloem tot bloem, de hele tuin door.<br />
To<strong>en</strong> keek de oude juwelier haar aan <strong>en</strong> glimlachte. Daarna zei ze hem dat hij<br />
mocht weggaan. Ze zou nooit meer om e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels vrag<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
De prinses <strong>en</strong> de tiara<br />
(e<strong>en</strong> Chinees sprookje)<br />
kopieerblad<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
VRAGEN EN OPDRACHTEN BIJ ‘DE PRINSES EN DE TIARA’<br />
Kies het beste antwoord.<br />
Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij dat antwoord.<br />
kopieerblad<br />
Waarom wil de prinses e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels?<br />
❏ Haar vader de keizer heeft beloofd dat ze e<strong>en</strong> cadeau van hem zou krijg<strong>en</strong>.<br />
❏ De prinses is heel trots. Zo trots, dat ze e<strong>en</strong> opdracht zoekt die de juweliers<br />
nooit kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />
❏ Ze d<strong>en</strong>kt dat de dauwdruppels juwel<strong>en</strong> zijn. En van juwel<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> juwelier<br />
e<strong>en</strong> tiara mak<strong>en</strong>.<br />
Waarom laat de oude juwelier de prinses de dauwdruppels zelf uitzoek<strong>en</strong>?<br />
❏ Hij wil haar zelf de mooiste dauwdruppels lat<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>. Hij kan dat niet zo<br />
goed.<br />
❏ Hij wil haar do<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> dat het niet kan.<br />
❏ Het is al de <strong>derde</strong> dag. Hij heeft niet zoveel tijd meer.<br />
Waarom laat de prinses de juwelier gaan <strong>en</strong> wil ze ope<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> tiara meer?<br />
❏ Ze vindt het heel moeilijk om de mooiste dauwdruppels te kiez<strong>en</strong>. Ze zijn<br />
allemaal mooi.<br />
❏ Ze wil ge<strong>en</strong> tiara van e<strong>en</strong> juwelier die haar zelf dauwdruppels laat zoek<strong>en</strong>.<br />
❏ Ze weet nu dat je ge<strong>en</strong> dauwdruppels kan uitzoek<strong>en</strong>. Je kan er alle<strong>en</strong> maar<br />
naar kijk<strong>en</strong>.<br />
Is het waar of niet waar?<br />
Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij het juiste antwoord.<br />
De prinses wil de dauwdruppels zelf help<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>. Gelukkig maar! Anders<br />
had ze nooit begrep<strong>en</strong> waarom je ge<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels kan krijg<strong>en</strong>.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
De oude juwelier verlaat het paleis. De drie dag<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>bij. En de prinses<br />
heeft nog steeds ge<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels. Daarom laat de keizer alle<br />
juweliers dod<strong>en</strong>.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B1
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
Wie heeft wat gezegd?<br />
Kies uit:<br />
❏ de prinses<br />
❏ de keizer<br />
❏ de keizerin<br />
❏ de oude juwelier<br />
Schrijf de juiste persoon onder de uitspraak.<br />
Je mag e<strong>en</strong> persoon twee keer gebruik<strong>en</strong> als je dat wil.<br />
kopieerblad<br />
Wat e<strong>en</strong> verw<strong>en</strong>d kind is die prinses toch! Ze d<strong>en</strong>kt dat ze zomaar alles kan<br />
krijg<strong>en</strong> wat ze wil. Maar dit kan toch echt niet! En dat zal ik haar wel e<strong>en</strong>s<br />
duidelijk gaan zegg<strong>en</strong>. Hopelijk wil ze meewerk<strong>en</strong>.<br />
........................................................................................................................<br />
Waarom heeft hij haar niet gezegd dat dat niet kan? Straks moet<strong>en</strong> al die<br />
juweliers sterv<strong>en</strong>! En dan heeft ze nog ge<strong>en</strong> tiara. Hoe kan ik haar troost<strong>en</strong>?<br />
........................................................................................................................<br />
Hoe kan ik dit probleem oploss<strong>en</strong>? Ik wil dat zij gelukkig is. Maar ik wil ook al<br />
die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet lat<strong>en</strong> dod<strong>en</strong>. Oh, kwam er toch maar iemand die e<strong>en</strong><br />
oplossing weet!<br />
........................................................................................................................<br />
Is er e<strong>en</strong> juwelier aan de paleispoort? Laat hem vlug binn<strong>en</strong>! Misschi<strong>en</strong> weet hij<br />
e<strong>en</strong> oplossing <strong>voor</strong> het probleem. Misschi<strong>en</strong> kan hij er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat er<br />
niemand hoeft te sterv<strong>en</strong>. Ik niet <strong>en</strong> de juweliers ook niet.<br />
........................................................................................................................<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B2
kopieerblad<br />
Er war<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s drie zusjes, die sam<strong>en</strong> in één huis woond<strong>en</strong>. Ze kreg<strong>en</strong> het<br />
bericht dat hun moeder ernstig ziek was. De moeder woonde erg<strong>en</strong>s anders.<br />
To<strong>en</strong> maakte de oudste zus twee mand<strong>en</strong> klaar. Ze stopte er vier fless<strong>en</strong> wijn<br />
<strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong> in <strong>en</strong> vertrok naar haar moeder.<br />
Onderweg kwam zij de wolf teg<strong>en</strong>.<br />
Die vroeg aan haar: “Waar ga jij zo<br />
haastig naartoe?”<br />
“Naar mijn mama, want zij is ernstig<br />
ziek.”<br />
“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />
“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />
“Geef ze aan mij, anders zal ik je<br />
opet<strong>en</strong>!”<br />
Het meisje gaf alles aan de wolf <strong>en</strong><br />
liep zo snel ze kon naar haar zuss<strong>en</strong><br />
terug.<br />
To<strong>en</strong> vulde het tweede meisje de mand<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrok naar haar moeder. En zij<br />
vond de wolf ook.<br />
“Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />
“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />
“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />
“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />
“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />
Ook het tweede meisje maakte de mand<strong>en</strong> leeg <strong>en</strong> holde naar huis. To<strong>en</strong> zei<br />
de kleinste: “Nu ga ik ook e<strong>en</strong>s.” Zij maakte de mand<strong>en</strong> klaar <strong>en</strong> vertrok. En<br />
ook zij ontmoette de wolf.<br />
“Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />
“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />
“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />
“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />
“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />
To<strong>en</strong> nam het meisje e<strong>en</strong> koek <strong>en</strong> gooide die naar de wolf. Die deed zijn muil<br />
op<strong>en</strong> om de koek op te vang<strong>en</strong>. Maar het was ge<strong>en</strong> gewone koek. Het meisje<br />
had er spijkers in gestopt. De wolf hapte in de koek <strong>en</strong> verwondde zijn tong. Hij<br />
spuwde alles uit <strong>en</strong> r<strong>en</strong>de weg. Hij riep nog naar het meisje: “Dat zal ik je<br />
betaald zett<strong>en</strong>!”<br />
Langs e<strong>en</strong> kortere weg die hij alle<strong>en</strong> k<strong>en</strong>de, liep de wolf naar het huis van de<br />
moeder. Het meisje was er nog niet. De wolf ging het huis van de zieke moeder<br />
binn<strong>en</strong>, at haar in één hap op <strong>en</strong> ging op haar plaats in het bed ligg<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes<br />
(e<strong>en</strong> Italiaans sprookje)<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C1
De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes<br />
(vervolg)<br />
kopieerblad<br />
Het meisje kwam binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> zag haar moeder die met haar gezicht net bov<strong>en</strong><br />
het dek<strong>en</strong> uitkwam. Ze zei teg<strong>en</strong> haar: “Wat b<strong>en</strong>t u donker geword<strong>en</strong>, mama!”<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
“Dat komt door alle pijn<strong>en</strong> die ik had,<br />
mijn kind,” hoorde zij als antwoord.<br />
“Wat hebt u e<strong>en</strong> dik hoofd gekreg<strong>en</strong>,<br />
mama!”<br />
“Dat komt door alle zorg<strong>en</strong> die ik had,<br />
lief kind.”<br />
“Mag ik u e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, mama?”<br />
vroeg het meisje. Hap! Natuurlijk at de<br />
wolf haar in één hap op. To<strong>en</strong> ging hij<br />
er vandoor.<br />
Maar to<strong>en</strong> de boer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wolf uit het<br />
huis zag<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> zij hun<br />
schopp<strong>en</strong>. Zij ving<strong>en</strong> de wolf <strong>en</strong> doodd<strong>en</strong><br />
hem. Dadelijk sned<strong>en</strong> zij zijn buik<br />
op<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar kwam<strong>en</strong> moeder <strong>en</strong> dochter nog lev<strong>en</strong>d uit te <strong>voor</strong>schijn. De<br />
moeder werd beter <strong>en</strong> het meisje ging terug naar huis. Ze vertelde alles wat er<br />
gebeurd was aan haar zuss<strong>en</strong>.<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C2
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
VRAGEN EN OPDRACHTEN BIJ ‘DE WOLF EN DE DRIE MEISJES’<br />
Die avond zitt<strong>en</strong> de drie zuss<strong>en</strong> bij elkaar. Ze besprek<strong>en</strong> wat er die dag is<br />
gebeurd. Maar ze zijn moe. Wie moe is, vertelt soms iets dat niet helemaal<br />
juist is. Is het wel allemaal waar wat de drie meisjes zegg<strong>en</strong>?<br />
Eerst vertelt de oudste zus, dan de tweede <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte de jongste.<br />
Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij het juiste antwoord.<br />
Het oudste meisje zegt:<br />
Ik ging als eerste op weg. En ik was ook de moedigste van ons drieën.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
De wolf vroeg aan ons alledrie wat er in onze mand<strong>en</strong> zat. Maar wij gav<strong>en</strong> niet<br />
alledrie hetzelfde antwoord. Want we hadd<strong>en</strong> niet alledrie hetzelfde bij ons.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Ik zag mete<strong>en</strong> dat mama’s hoofd dik geword<strong>en</strong> was.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Het tweede meisje zegt:<br />
Onze oudste zus was vlug terug. Daarom bedacht ik e<strong>en</strong> slim plan.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Wat de wolf aan mij vroeg, had hij al aan één van jullie gevraagd. En hij zou na<br />
mij nog e<strong>en</strong>s precies hetzelfde vrag<strong>en</strong> aan de andere.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage D1
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
Het jongste meisje zegt:<br />
To<strong>en</strong> mijn zuss<strong>en</strong> de wolf zag<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> ze mete<strong>en</strong> heel bang. De wolf had<br />
nog niks gezegd of gevraagd, <strong>en</strong> ze r<strong>en</strong>d<strong>en</strong> al naar huis terug.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
De wolf had veel pijn nadat hij de spijkerkoek had opgeget<strong>en</strong>. Daardoor kon hij<br />
niet zo snel lop<strong>en</strong> als ik <strong>en</strong> was ik eerst bij mama.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
Wat e<strong>en</strong> geluk dat de boer<strong>en</strong> de wolf zag<strong>en</strong> to<strong>en</strong> hij naar buit<strong>en</strong> kwam! Anders<br />
war<strong>en</strong> mama <strong>en</strong> ik misschi<strong>en</strong> niet gered.<br />
❏ waar<br />
❏ niet waar<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
lez<strong>en</strong> +<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage D2
DE DIERENTUIN: IN WELK HOK ZET IK WELK DIER?<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> help<strong>en</strong> de opzichter van e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin die alle dier<strong>en</strong> in<br />
nieuwe hokk<strong>en</strong> moet plaats<strong>en</strong>, door de <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het plaats<strong>en</strong><br />
van de dier<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daarvan de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> in de<br />
hokk<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>. Wat hier getoetst wordt, is begrip van de tekst over<br />
de dier<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de nodige informatie er kunn<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong>).<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal - individueel<br />
De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de tekst <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> op de<br />
juiste plaats op de tek<strong>en</strong>ing van de dier<strong>en</strong>tuin.<br />
Vooraf wordt wel klassikaal e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld gegev<strong>en</strong>, zodat alle leerling<strong>en</strong><br />
met de procedure vertrouwd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
scoring Deze toets bevat 15 scoorbare items. Elk dier dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
invull<strong>en</strong> (behalve de <strong>voor</strong>beelditems) wordt beoordeeld. Staat het op de<br />
juiste plaats of niet? Er wordt wel rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de onderlinge<br />
afhankelijkheid van de items (e<strong>en</strong> fout kan e<strong>en</strong> andere fout tot gevolg<br />
hebb<strong>en</strong>). Als laatste item wordt gekek<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> de nam<strong>en</strong> van de<br />
dier<strong>en</strong> voluit geschrev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of niet.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> plan van de dier<strong>en</strong>tuin (zie bijlage A) <strong>en</strong> de blad<strong>en</strong><br />
met de tekst over de dier<strong>en</strong> (zie bijlage B)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Houd heel kort e<strong>en</strong> gesprek met de leerling<strong>en</strong> over de dier<strong>en</strong>tuin <strong>en</strong> dan <strong>voor</strong>al over hoe de dier<strong>en</strong><br />
daar in de hokk<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.<br />
Zijn jullie al wel e<strong>en</strong>s naar de dier<strong>en</strong>tuin geweest? Welke dier<strong>en</strong> zijn er<br />
allemaal in de dier<strong>en</strong>tuin? Zitt<strong>en</strong> al die dier<strong>en</strong> bij elkaar? Waarom (niet)?<br />
Hoe word<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> van elkaar weg gehoud<strong>en</strong>? (doordat ze in kooi<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> hokk<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>) Zitt<strong>en</strong> de ap<strong>en</strong> <strong>en</strong> de olifant<strong>en</strong> in dezelfde kooi? Zitt<strong>en</strong><br />
ze ver uit elkaar? Zitt<strong>en</strong> de slang<strong>en</strong> bij de leeuw<strong>en</strong>? Waarom (niet)?<br />
Zitt<strong>en</strong> de vogels <strong>en</strong> de viss<strong>en</strong> dicht bij elkaar? Waarom (niet)? ...<br />
De conclusie van dit gesprek moet zijn dat je al die vreemde <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> niet zomaar willekeurig<br />
door elkaar kunt plaats<strong>en</strong>. Sommige dier<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> elkaar dod<strong>en</strong> als ze bij elkaar zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong>. Sommige moet<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>, andere buit<strong>en</strong>. Sommige in het water, andere in de lucht, ...<br />
Leid vervolg<strong>en</strong>s de toets in met het onderstaande verhaaltje.<br />
Wist<strong>en</strong> jullie al dat de dier<strong>en</strong>tuin van Antwerp<strong>en</strong> gaat verhuiz<strong>en</strong>? Ja<br />
hoor, het is echt waar. En wet<strong>en</strong> jullie hoe dat komt? Omdat er vlak bij<br />
de dier<strong>en</strong>tuin e<strong>en</strong> nieuwe fabriek staat. Die blaast vieze rook uit. En dat<br />
adem<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> dan in. En dat is natuurlijk niet goed <strong>voor</strong> ze. Ze word<strong>en</strong><br />
er allemaal ziek van. En daarom gaat de dier<strong>en</strong>tuin verhuiz<strong>en</strong>.<br />
Gewoon e<strong>en</strong> beetje verder van de fabriek weg.<br />
Er is alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot probleem: de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin is niet zo groot als<br />
de vorige. Er zijn maar twaalf hokk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de dier<strong>en</strong>, terwijl er zeker 17<br />
verschill<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> zijn. Hoe moet dat nou? Er zull<strong>en</strong> dus toch e<strong>en</strong> paar<br />
dier<strong>en</strong> bij elkaar moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>, alhoewel we net gezegd hebb<strong>en</strong> dat dat<br />
normaal niet kan.<br />
Kijk, zo ziet de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin eruit.<br />
Geef alle leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plan van de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin (zie bijlage A) <strong>en</strong> laat ze er ev<strong>en</strong> naar kijk<strong>en</strong>.<br />
Geef dan de volg<strong>en</strong>de uitleg, terwijl je de ding<strong>en</strong> aanduidt op e<strong>en</strong> uitvergroot plan dat je zelf bij de<br />
hand houdt. (Kopieer hier<strong>voor</strong> bijlage A op A3-formaat.)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Zo ziet de dier<strong>en</strong>tuin eruit als je hem vanuit de lucht bekijkt. Er zijn<br />
twaalf hokk<strong>en</strong>. Zie je het? In elk hok staat e<strong>en</strong> nummer van 1 tot 12.<br />
Langs de hokk<strong>en</strong> loopt e<strong>en</strong> pad, e<strong>en</strong> weggetje vanwaar de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de<br />
dier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>. Het weggetje loopt rond e<strong>en</strong> vijver. Zi<strong>en</strong> jullie<br />
de e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de vijver?<br />
Kolbe is de baas van de dier<strong>en</strong>tuin. Hij moet zegg<strong>en</strong> welk dier in welk<br />
hok in de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin moet kom<strong>en</strong>. Dat is heel moeilijk <strong>voor</strong> hem,<br />
<strong>voor</strong>al omdat er niet <strong>voor</strong> elk dier e<strong>en</strong> apart hok is. Op dit mom<strong>en</strong>t loopt<br />
hij midd<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de hokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt na. Kijk, daar loopt hij te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />
Help<strong>en</strong> jullie hem e<strong>en</strong> beetje?<br />
Vraag nu aan de leerling<strong>en</strong> om hun naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) op de achterkant van het plan<br />
(of in de vijver) te schrijv<strong>en</strong>. Als ze dat gedaan hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze ev<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong> met<br />
Kolbe e<strong>en</strong> plaats <strong>voor</strong> elk dier te vind<strong>en</strong>. Geef ze allemaal de blad<strong>en</strong> met tekst over de dier<strong>en</strong> (zie bijlage<br />
B). Op deze blad<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niets schrijv<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> latere afname van de<br />
toets word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />
Zet de leerling<strong>en</strong> ertoe aan om eerst e<strong>en</strong>s te lez<strong>en</strong> wat er bov<strong>en</strong> de horizontale lijn staat. Dat zijn oef<strong>en</strong>items.<br />
Als ze dat gelez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> ze de nam<strong>en</strong> van die dier<strong>en</strong> in potlood in het juiste hok zett<strong>en</strong>.<br />
De eerste waar Kolbe aan d<strong>en</strong>kt is Ol de Olifant. Dat is het grootste dier van de dier<strong>en</strong>tuin. Waar zal<br />
hij die zett<strong>en</strong>? Erg<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> hoek? Ja, dat lijkt hem e<strong>en</strong> goed plan. Dan kan hij dus kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hok 1,<br />
5, 8 of 12. Hij kiest <strong>voor</strong> het laatste. Schrijf je 'Ol de Olifant' in het juiste hok?<br />
En Bo de Bosaap, waar kan die naartoe? Weet je wat, e<strong>en</strong> aap heeft vier hand<strong>en</strong>, dus die mag naar<br />
hok nummer 4.<br />
Loop rond <strong>en</strong> controleer bij alle leerling<strong>en</strong> na of zij 'Ol de Olifant' <strong>en</strong> 'Bo de Bosaap' in het juiste hok<br />
(12 <strong>en</strong> 4) schrijv<strong>en</strong>. Als er leerling<strong>en</strong> zijn die er problem<strong>en</strong> mee hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> de items klassikaal<br />
behandeld word<strong>en</strong>, waarbij je zelf de nam<strong>en</strong> op je plan/op het bord schrijft <strong>en</strong> het aan de kinder<strong>en</strong><br />
toont. Daarbij di<strong>en</strong>t expliciet gezegd te word<strong>en</strong> dat de nam<strong>en</strong> voluit, in drie woord<strong>en</strong>, geschrev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
Toets<br />
Als alle leerling<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hoe de oef<strong>en</strong>items in elkaar zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze hun ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> op<br />
hun plan verbeterd hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze aan de toets beginn<strong>en</strong>. Let erop dat ze verder met hun potlood<br />
schrijv<strong>en</strong>, zodat ze zichzelf kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>.<br />
Jullie gaan nu zelf de andere dier<strong>en</strong> in het juiste hok zett<strong>en</strong>, net zoals jullie<br />
dat bij Ol <strong>en</strong> Bo hebb<strong>en</strong> gedaan. Lees maar <strong>en</strong> vul de nam<strong>en</strong> met potlood<br />
in.<br />
Geef ge<strong>en</strong> verdere aanwijzing<strong>en</strong> over de te volg<strong>en</strong> strategie bij het uitvoer<strong>en</strong> van deze leestaak, zoals<br />
"Lees eerst de tekst e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je dier<strong>en</strong> in de dier<strong>en</strong>tuin plaatst." of "Telk<strong>en</strong>s als je<br />
e<strong>en</strong> dier weet, mag je het invull<strong>en</strong>." Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
goede leesstrategie wordt ook mee geëvalueerd. Leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hier normaliter gewoontes toepass<strong>en</strong><br />
die ze tijd<strong>en</strong>s de les hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>, maar het is niet de bedoeling dat je h<strong>en</strong> hier op die<br />
gewoontes wijst.<br />
Dit is ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> moeilijke toets. Het zal wellicht nodig zijn de leerling<strong>en</strong> aan te spor<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> ertoe<br />
aan te zett<strong>en</strong> om verder te werk<strong>en</strong>. Je kan bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> leerling die signaleert dat hij iets niet<br />
vindt, erop wijz<strong>en</strong> dat hij het volg<strong>en</strong>de dier kan prober<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> die signaler<strong>en</strong> dat er iets niet<br />
klopt, kan je aanrad<strong>en</strong> om nog e<strong>en</strong>s terug te lez<strong>en</strong>. Als de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> 'okapi' of e<strong>en</strong><br />
'emoe' zijn, kun je dat uitlegg<strong>en</strong>, maar sta er niet te lang bij stil <strong>en</strong> wijs er ook op dat dat eig<strong>en</strong>lijk niet<br />
belangrijk is. Als er uitleg wordt gevraagd over andere woord<strong>en</strong>, spoor de leerling<strong>en</strong> dan aan om zelf<br />
naar de betek<strong>en</strong>is te zoek<strong>en</strong> op basis van wat er in de zinn<strong>en</strong> staat (context).<br />
Nu blijv<strong>en</strong> er nog 15 dier<strong>en</strong> over. Lees goed wat erover gezegd wordt.<br />
En schrijf dan hun naam in het juiste hok. Let op: je moet altijd de hele<br />
naam van het dier schrijv<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> 'Ol', maar wel 'Ol de Olifant'.<br />
- Kolbe is iets verget<strong>en</strong>. Ol is niet het grootste dier. Dat is Gi de Giraf. Zijn lange nek steekt nog ver<br />
bov<strong>en</strong> de olifant uit. Gi moet dus ook in e<strong>en</strong> hoek. Hij komt in de hoek schuin teg<strong>en</strong>over Ol.<br />
- En als Kolbe aan Gi d<strong>en</strong>kt, d<strong>en</strong>kt hij mete<strong>en</strong> ook aan Pa het Paard. Pa is jaloers op de lange nek<br />
van Gi. Maar Pa kan harder lop<strong>en</strong>. Gi <strong>en</strong> Pa mak<strong>en</strong> dan ook altijd ruzie. Ze moet<strong>en</strong> dus ver uit<br />
elkaar in e<strong>en</strong> hok. Wat dacht je van het hok links van Ol op de rij waar ook hok 9 is? Zet Pa daar<br />
maar.<br />
- Pap de Papegaai <strong>en</strong> Kan de Kangoeroe die kunn<strong>en</strong> het ook niet zo goed met elkaar vind<strong>en</strong>. Ze<br />
kom<strong>en</strong> nochtans allebei uit hetzelfde land. Eig<strong>en</strong>lijk zoud<strong>en</strong> ze naast elkaar moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Maar<br />
dat kan niet. Kolbe wil ze ook maar zo ver mogelijk uit elkaar zett<strong>en</strong>. Er zijn immers nog twee hoek<strong>en</strong><br />
over. Pap komt in de hoek met het hoogste nummer <strong>en</strong> Kan in de andere.<br />
- Zo, dat zijn al zes dier<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> plaatsje hebb<strong>en</strong>. Wie is er nog meer? Zeb de Zebra. Met zijn<br />
mooie strep<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> zebra is eig<strong>en</strong>lijk ook e<strong>en</strong> beetje e<strong>en</strong> paard. Dus Zeb mag naast Pa.<br />
- Leo de Leeuw, dat is e<strong>en</strong> moeilijk dier om e<strong>en</strong> plaatsje te gev<strong>en</strong>. Hij is e<strong>en</strong> beetje de koning der<br />
dier<strong>en</strong>. Dus hij moet e<strong>en</strong> heel bijzondere plaats hebb<strong>en</strong>. Kolbe zal nog ev<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> om hem e<strong>en</strong><br />
plaatsje te gev<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
- Dan zijn er Ok de Okapi, Em de Emoe <strong>en</strong> Evi het Everzwijn. Die drie stond<strong>en</strong> in de oude dier<strong>en</strong>tuin<br />
vlak bij elkaar. En ze zijn ook dikke vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dus moet<strong>en</strong> ze hier ook bij elkaar kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />
Maar... er zijn ge<strong>en</strong> drie hokk<strong>en</strong> naast elkaar meer over. Twee wel, hok 2 <strong>en</strong> 3. Och, d<strong>en</strong>kt Kolbe,<br />
één van die drie kan wel bij Bo de Bosaap in het hok. Dat is e<strong>en</strong> lief dier. Die vindt dat wel goed.<br />
Dus kom<strong>en</strong> Em, Evi <strong>en</strong> Ok in deze volgorde in hok 2, 3 <strong>en</strong> 4.<br />
- Ad de Adelaar moet ook in e<strong>en</strong> hok. Dat is wel wat vervel<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> vogel. Hij heeft er immers<br />
niet veel plaats om te vlieg<strong>en</strong>. Maar anders vliegt hij weg. In welk hok kan hij kom<strong>en</strong>? Hij is e<strong>en</strong><br />
vogel, net als Pap de Papegaai. Dus mag hij daar wel naast, tuss<strong>en</strong> Pap <strong>en</strong> Zeb in.<br />
- Het hok tuss<strong>en</strong> Kan de Kangoeroe <strong>en</strong> Ol de Olifant is ook nog vrij. Daar zou Tigra de Tijger in kunn<strong>en</strong>,<br />
of Rob de Zeeleeuw. Als Rob erin komt, moet er water in het hok. Zonder water gaat Rob<br />
dood. Maar water in zo'n hok? Dat kan niet. Misschi<strong>en</strong> moet Kolbe maar e<strong>en</strong>s vrag<strong>en</strong> of Rob niet<br />
in de vijver mag. Dus komt de tijger maar tuss<strong>en</strong> de twee andere in.<br />
- Voor Jim de kleine Chimpansee moet er e<strong>en</strong> boom in het hok gezet word<strong>en</strong>. Waar zou dat kunn<strong>en</strong>?<br />
Het kan op twee plaats<strong>en</strong>. De eerste is bij de giraf. Dan kan die blaadjes van de bom<strong>en</strong><br />
smull<strong>en</strong>. De tweede plaats is bij Bo. Misschi<strong>en</strong> wil Jim liever bij Bo. Hij is immers ook e<strong>en</strong> aap.<br />
Maar in dat hok zitt<strong>en</strong> ze al met twee. Kolbe kiest toch maar <strong>voor</strong> de eerste plaats.<br />
- Sis de Slang is er ook nog. Sis bijt niet, dus ze mag wel bij e<strong>en</strong> ander dier. Maar nu ook weer niet<br />
bij iedere<strong>en</strong>. Tigra, die zou zeker vecht<strong>en</strong> met Sis. En Ol, die zou erop kunn<strong>en</strong> trapp<strong>en</strong>. Dan maar<br />
bij Pa of bij Zeb? Zeb is nogal trots met zijn strep<strong>en</strong>, dus die kan beter alle<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Wie blijft er<br />
dan nog over? Zet Sis daar maar bij.<br />
- Bijna alle hokk<strong>en</strong> zijn nu vol. Kolbe d<strong>en</strong>kt na. Waar kunn<strong>en</strong> er nog twee dier<strong>en</strong> bij elkaar? Bij Ad de<br />
Adelaar misschi<strong>en</strong>? Die vliegt toch de hele dag rond. En bij Kan de Kangoeroe is er ook nog wel<br />
wat plaats. Die moet dan wel oplett<strong>en</strong> waar hij springt. Die twee plaatsjes zijn <strong>voor</strong> Stekkie het<br />
Stekelvark<strong>en</strong> <strong>en</strong> Be de Beer. Kolbe zet ze in hun hok <strong>en</strong> zorgt er<strong>voor</strong> dat Kan niet op de stekels<br />
van Stekkie kan spring<strong>en</strong>.<br />
- Oh ja, <strong>en</strong> dan blijft alle<strong>en</strong> de koning der dier<strong>en</strong> nog over. Die komt in het <strong>en</strong>ige hok dat nog over is.<br />
Als dat ge<strong>en</strong> bijzonder plaatsje is!<br />
Zitt<strong>en</strong> er nu 17 dier<strong>en</strong> in de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin? Kijk alles nog maar e<strong>en</strong>s<br />
goed na.<br />
Bedank de leerling<strong>en</strong> uit naam van Kolbe <strong>voor</strong> hun hulp bij het mak<strong>en</strong> van het plan. Als de dier<strong>en</strong> nu<br />
gaan verhuiz<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e dier<strong>en</strong>tuin naar de andere, kunn<strong>en</strong> ze mete<strong>en</strong> in hun juiste hok word<strong>en</strong><br />
gezet.<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- toetsblad/tek<strong>en</strong>ing van de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (A)<br />
- leestekst met uitleg over de dier<strong>en</strong> (B)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
Scoringswijzer bij de leestoets 'Dier<strong>en</strong>tuin'<br />
Overloop de plattegrond<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande lijst. In die lijst is aangegev<strong>en</strong> waar<br />
de dier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> staan. Er is daarbij rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de onderlinge afhankelijkheid van de<br />
items: als je erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bepaalde beslissing neemt, goed of fout, heeft dat logischerwijze bepaalde<br />
andere beslissing<strong>en</strong> tot gevolg. Ga na of de leerling<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> op de juiste plaats hebb<strong>en</strong> staan. Als<br />
je e<strong>en</strong> dier terugvindt op de juiste plaats op de plattegrond van e<strong>en</strong> leerling, scoort die leerling <strong>voor</strong><br />
dat item 1. Als je het dier niet terugvindt op die plaats, scoort die leerling 0 <strong>voor</strong> dat item.<br />
Let op! Als de plaats van e<strong>en</strong> dier afhankelijk is van de plaats van e<strong>en</strong> ander dier, <strong>en</strong> dat andere staat<br />
er niet, kan het eerste ook niet juist zijn.<br />
Eén dier, Stekkie het Stekelvark<strong>en</strong>, wordt niet mee gescoord. Om volledig juist te zijn, moet dat dier in<br />
hetzelfde hok geplaatst zijn als Ad de Adelaar, maar omdat dit wel erg moeilijk blijkt te zijn <strong>voor</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong>, wordt er ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee gehoud<strong>en</strong>. Door de manier waarop de tekst geformuleerd is<br />
(de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> Be de Beer <strong>en</strong> Stekkie elk één van twee plaats<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>) wordt het stukje tekst<br />
over Stekkie echter wel behoud<strong>en</strong>.<br />
Er zijn dus 14 dier<strong>en</strong> waarvan de plaatsing bekek<strong>en</strong> wordt. De toets wordt echter op 15 punt<strong>en</strong> gescoord.<br />
Met het laatste item gaan je na of de leerling de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> voluit geschrev<strong>en</strong> heeft<br />
(Ol de Olifant i.p.v. Ol)? Zo ja, 1, zo ne<strong>en</strong>, 0. Om niet al te str<strong>en</strong>g te zijn, hebb<strong>en</strong> we 'alle nam<strong>en</strong> voluit<br />
geschrev<strong>en</strong>' teruggebracht tot 'maximum twee nam<strong>en</strong> niet voluit geschrev<strong>en</strong>'. Bij de eerste 15 items<br />
speelt dit alles dus ge<strong>en</strong> rol. Daar word<strong>en</strong> ook de verkorte nam<strong>en</strong> goed gerek<strong>en</strong>d.<br />
Andere mogelijke ding<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> al dan niet opgeschrev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet in deze berek<strong>en</strong>ing<br />
betrokk<strong>en</strong>.<br />
bv. 'Em de Evi' in het hok nr. 2 = 1 <strong>voor</strong> item 3<br />
Als naam <strong>en</strong> diersoort in e<strong>en</strong> apart hok staan (bv. Em in één hok <strong>en</strong> 'de Emoe' in e<strong>en</strong> ander): de diersoort<br />
lat<strong>en</strong> primer<strong>en</strong> (i.c. 'emoe').<br />
De schrijfwijze van de nam<strong>en</strong> mag ge<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de beoordeling.<br />
De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items scor<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />
scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast<br />
kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />
Lijst van items met juiste oplossing<strong>en</strong>:<br />
(1) Gi de Giraf in hok nr. 1 (= schuin teg<strong>en</strong>over Ol)<br />
(2) Jim de Chimpansee in het hok bij Gi de Giraf (dus ook als die niet in 1 staat)<br />
(3) Em de Emoe in hok nr. 2<br />
(4) Evi het Everzwijn in hok nr. 3<br />
(5) Ok de Okapi in hok nr. 4<br />
(6) Kan de Kangoeroe in hok nr. 5 (als Pap in 8 of 1 staat) of 8 (als Pap in 5 of 1 staat) of 1 (als Pap<br />
in 5 of 8 staat).<br />
Maar: als Pap nog erg<strong>en</strong>s anders staat: 0.<br />
(7) Be de Beer in hetzelfde hok als Kan de Kangoeroe (dus ook als Kan niet in 5, 8 of 1 staat)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
(8) Leo de Leeuw/de koning der dier<strong>en</strong>/Ko de Koning in e<strong>en</strong> hok alle<strong>en</strong><br />
(9) Tigra de Tijger in het hok tuss<strong>en</strong> Ol de Olifant <strong>en</strong> Kan de Kangoeroe in (zal hok 7 of 11 moet<strong>en</strong><br />
zijn, afhankelijk van waar Kan staat)<br />
(10) Pa(p) de Papegaai in hok nr. 8 of hok nr. 5 (als Gi in 8 staat)<br />
(11) Ad de Adelaar naast Pap de Papegaai (links of rechts, vlak naast Pap) maar: in de kortste lijn tuss<strong>en</strong><br />
Pap <strong>en</strong> Zeb in. Als Zeb er niet staat: 0<br />
(12) Zeb de Zebra in het hok naast Pa het Paard (links of rechts, vlak naast Pa)<br />
(13) Pa het Paard in hok nr. 11<br />
(14) Sis de Slang in hetzelfde hok als Pa het Paard (dus ook als Pa niet in 11 staat)<br />
(15) nam<strong>en</strong> voluit geschrev<strong>en</strong>? (als er meer dan 2 niet voluit geschrev<strong>en</strong> zijn = 0)<br />
Noot: Rob de Zeeleeuw mag overal staan <strong>en</strong> wordt dus niet meegeteld.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
7<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
3<br />
lez<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
Normtabel bij de leestoets ‘Dier<strong>en</strong>tuin’<br />
DIERENTUIN • LEZEN • 3de LEERJAAR • einde <strong>derde</strong> trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
13 - 15 8 - 12 4 - 7 min 4 -<br />
Omdat de gemiddelde score op deze toets vrij laag ligt <strong>en</strong> de standaarddeviatie groot is, kunn<strong>en</strong> we<br />
hier ge<strong>en</strong> E-norm onderscheid<strong>en</strong>. Zie <strong>leidraad</strong> <strong>voor</strong> meer uitleg over deze begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de berek<strong>en</strong>ing<br />
van de norm<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
lez<strong>en</strong><br />
Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Totaal<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
leestekst<br />
Kijk e<strong>en</strong>s naar de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin. Wat is hij klein! Waar moet<strong>en</strong><br />
alle dier<strong>en</strong> naartoe? Help Kolbe om ze e<strong>en</strong> plaats te gev<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
De eerste waar Kolbe aan d<strong>en</strong>kt is Ol de Olifant. Dat is het grootste dier<br />
van de dier<strong>en</strong>-tuin. Waar zal hij die zett<strong>en</strong>? Erg<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> hoek? Ja, dat<br />
lijkt hem e<strong>en</strong> goed plan. Dan kan hij dus kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hok 1, 5, 8 of 12.<br />
Hij kiest <strong>voor</strong> het laatste. Schrijf je 'Ol de Olifant' in het juiste hok?<br />
En Bo de Bosaap, waar kan die naartoe? Weet je wat, e<strong>en</strong> aap heeft vier<br />
hand<strong>en</strong>. Dus die mag naar hok nummer 4.<br />
Nu blijv<strong>en</strong> er nog 15 dier<strong>en</strong> over. Lees goed wat erover gezegd wordt.<br />
En schrijf dan hun naam in het juiste hok. Let op: je moet altijd de<br />
hele naam van het dier schrijv<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> 'Ol', maar wel 'Ol de<br />
Olifant'.<br />
- Kolbe is iets verget<strong>en</strong>. Ol is niet het grootste dier. Dat is Gi de Giraf.<br />
Zijn lange nek steekt nog ver bov<strong>en</strong> de olifant uit. Gi moet dus ook in<br />
e<strong>en</strong> hoek. Hij komt in de hoek schuin teg<strong>en</strong>over Ol.<br />
- En als Kolbe aan Gi d<strong>en</strong>kt, d<strong>en</strong>kt hij mete<strong>en</strong> ook aan Pa het Paard. Pa<br />
is jaloers op de lange nek van Gi. Maar Pa kan harder lop<strong>en</strong>. Gi <strong>en</strong> Pa<br />
mak<strong>en</strong> dan ook altijd ruzie. Ze moet<strong>en</strong> dus ver uit elkaar in e<strong>en</strong> hok.<br />
Wat dacht je van het hok links van Ol op de rij waar ook hok 9 is? Zet<br />
Pa daar maar.<br />
- Pap de Papegaai <strong>en</strong> Kan de Kangoeroe die kunn<strong>en</strong> het ook niet zo<br />
goed met elkaar vind<strong>en</strong>. Ze kom<strong>en</strong> nochtans allebei uit hetzelfde land.<br />
Eig<strong>en</strong>lijk zoud<strong>en</strong> ze naast elkaar moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Maar dat kan niet.<br />
Kolbe wil ze ook maar zo ver mogelijk uit elkaar zett<strong>en</strong>. Er zijn<br />
immers nog twee hoek<strong>en</strong> over. Pap komt in de hoek met het hoogste<br />
nummer <strong>en</strong> Kan in de andere.<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B1
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
- Zo, dat zijn al zes dier<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> plaatsje hebb<strong>en</strong>. Wie is er nog meer?<br />
Zeb de Zebra. Met zijn mooie strep<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> zebra is eig<strong>en</strong>lijk ook e<strong>en</strong><br />
beetje e<strong>en</strong> paard. Dus Zeb mag naast Pa.<br />
- Leo de Leeuw, dat is e<strong>en</strong> moeilijk dier om e<strong>en</strong> plaatsje te gev<strong>en</strong>. Hij is<br />
e<strong>en</strong> beetje de koning der dier<strong>en</strong>. Dus hij moet e<strong>en</strong> heel bijzondere<br />
plaats hebb<strong>en</strong>. Kolbe zal nog ev<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> om hem e<strong>en</strong> plaatsje te<br />
gev<strong>en</strong>.<br />
- Dan zijn er Ok de Okapi, Em de Emoe <strong>en</strong> Evi het Everzwijn. Die drie<br />
stond<strong>en</strong> in de oude dier<strong>en</strong>tuin vlak bij elkaar. En ze zijn ook dikke<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dus moet<strong>en</strong> ze hier ook bij elkaar kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Maar... er<br />
zijn ge<strong>en</strong> drie hokk<strong>en</strong> naast elkaar meer over. Twee wel, hok 2 <strong>en</strong> 3.<br />
Och, d<strong>en</strong>kt Kolbe, één van die drie kan wel bij Bo de Bosaap in het<br />
hok. Dat is e<strong>en</strong> lief dier. Die vindt dat wel goed. Dus kom<strong>en</strong> Em, Evi<br />
<strong>en</strong> Ok in deze volgorde in hok 2, 3 <strong>en</strong> 4.<br />
- Ad de Adelaar moet ook in e<strong>en</strong> hok. Dat is wel wat vervel<strong>en</strong>d <strong>voor</strong><br />
e<strong>en</strong> vogel. Hij heeft er immers niet veel plaats om te vlieg<strong>en</strong>. Maar<br />
anders vliegt hij weg. In welk hok kan hij kom<strong>en</strong>? Hij is e<strong>en</strong> vogel, net<br />
als Pap de Papegaai. Dus mag hij daar wel naast, tuss<strong>en</strong> Pap <strong>en</strong> Zeb<br />
in.<br />
- Het hok tuss<strong>en</strong> Kan de Kangoeroe <strong>en</strong> Ol de Olifant is ook nog vrij.<br />
Daar zou Tigra de Tijger in kunn<strong>en</strong>, of Rob de Zeeleeuw. Als Rob erin<br />
komt, moet er water in het hok. Zonder water gaat Rob dood. Maar<br />
water in zo'n hok? Dat kan niet. Misschi<strong>en</strong> moet Kolbe maar e<strong>en</strong>s<br />
vrag<strong>en</strong> of Rob niet in de vijver mag. Dus komt de tijger maar tuss<strong>en</strong><br />
de twee andere in.<br />
- Voor Jim de kleine Chimpansee moet er e<strong>en</strong> boom in het hok gezet<br />
word<strong>en</strong>. Waar zou dat kunn<strong>en</strong>? Het kan op twee plaats<strong>en</strong>. De eerste is<br />
lez<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B2
kopieerblad<br />
bij de giraf. Dan kan die blaadjes van de bom<strong>en</strong> smull<strong>en</strong>. De tweede<br />
plaats is bij Bo. Misschi<strong>en</strong> wil Jim liever bij Bo. Hij is immers ook e<strong>en</strong><br />
aap. Maar in dat hok zitt<strong>en</strong> ze al met twee. Kolbe kiest toch maar <strong>voor</strong><br />
de eerste plaats.<br />
- Sis de Slang is er ook nog. Sis bijt niet, dus ze mag wel bij e<strong>en</strong> ander<br />
dier. Maar nu ook weer niet bij iedere<strong>en</strong>. Tigra, die zou zeker vecht<strong>en</strong><br />
met Sis. En Ol, die zou erop kunn<strong>en</strong> trapp<strong>en</strong>. Dan maar bij Pa of bij<br />
Zeb? Zeb is nogal trots met zijn strep<strong>en</strong>, dus die kan beter alle<strong>en</strong><br />
blijv<strong>en</strong>. Wie blijft er dan nog over? Zet Sis daar maar bij.<br />
- Bijna alle hokk<strong>en</strong> zijn nu vol. Kolbe d<strong>en</strong>kt na. Waar kunn<strong>en</strong> er nog<br />
twee dier<strong>en</strong> bij elkaar? Bij Ad de Adelaar misschi<strong>en</strong>? Die vliegt toch<br />
de hele dag rond. En bij Kan de Kangoeroe is er ook nog wel wat<br />
plaats. Die moet dan wel oplett<strong>en</strong> waar hij springt. Die twee plaatsjes<br />
zijn <strong>voor</strong> Stekkie het Stekelvark<strong>en</strong> <strong>en</strong> Be de Beer. Kolbe zet ze in hun<br />
hok <strong>en</strong> zorgt er<strong>voor</strong> dat Kan niet op de stekels van Stekkie kan<br />
spring<strong>en</strong>.<br />
- Oh ja, <strong>en</strong> dan blijft alle<strong>en</strong> de koning der dier<strong>en</strong> nog over. Die komt in<br />
het <strong>en</strong>ige hok dat nog over is. Als dat ge<strong>en</strong> bijzonder plaatsje is!<br />
Zitt<strong>en</strong> er nu 17 dier<strong>en</strong> in de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin? Kijk alles nog maar<br />
e<strong>en</strong>s goed na.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B3
SPREKEN
HET WAS KERMIS<br />
e<strong>en</strong> rondleiding gev<strong>en</strong><br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> vertelplaat e<strong>en</strong> rondleiding op<br />
de kermis.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> klassikaal de introductie <strong>en</strong> de instructie <strong>voor</strong> de taak.<br />
De eig<strong>en</strong>lijke afname gebeurt individueel <strong>en</strong> neemt per leerling ongeveer<br />
10 minut<strong>en</strong> in beslag. De prestatie van elke leerling op de toets wordt<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op cassette.<br />
scoring Deze toets bevat 28 scoorbare items. Elk on<strong>derde</strong>el van de tek<strong>en</strong>ing<br />
waarover de leerling<strong>en</strong> iets moet<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>, wordt beoordeeld op inhoud<br />
(b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> specifieke informatie) <strong>en</strong> vorm. Vlotheid van<br />
spreekgedrag wordt <strong>voor</strong> de rondleiding als geheel beoordeeld<br />
materiaal <strong>en</strong>kele exemplar<strong>en</strong> van de tek<strong>en</strong>ing van de kermis (bijlage A, ev<strong>en</strong>tueel<br />
vergroot <strong>en</strong> gekopieerd op A3-formaat), per leerling e<strong>en</strong> scoreblad<br />
(bijlage B), de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> klassikaal gebruik (bijlage C) die op het<br />
bord bevestigd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (geschikt zoals de tek<strong>en</strong>ing in bijlage A),<br />
e<strong>en</strong> cassetterecorder (met microfoon) <strong>en</strong> lege cassettes (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Zijn alle leerling<strong>en</strong> al wel e<strong>en</strong>s naar de kermis geweest? Vraag h<strong>en</strong> dat <strong>en</strong> laat h<strong>en</strong> volop vertell<strong>en</strong> over<br />
wat er daar allemaal te zi<strong>en</strong> is <strong>en</strong> gebeurt <strong>en</strong> wat zij fijn vind<strong>en</strong>.<br />
Wellicht k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> de kermis. Mocht dat niet zo zijn, besteed dan extra aandacht aan die<br />
leerling<strong>en</strong>, zodat ook zij zich e<strong>en</strong> goed beeld kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> wat wat ‘kermis’ allemaal betek<strong>en</strong>t: waar,<br />
wanneer, welke attracties, ...<br />
Vraag de leerling<strong>en</strong> nu zich <strong>voor</strong> te stell<strong>en</strong> dat er vanaf vandaag e<strong>en</strong> nieuwe leerling in hun klas zit. Het<br />
nieuwe klasg<strong>en</strong>ootje komt uit e<strong>en</strong> ander land. Hij komt sam<strong>en</strong> met zijn ouders in België won<strong>en</strong>. Zijn<br />
moeder komt hier werk<strong>en</strong>. Het klasg<strong>en</strong>ootje spreekt nog niet goed Nederlands; iedere<strong>en</strong> hoopt dat hij de<br />
taal snel zal ler<strong>en</strong> als hij in het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> komt zitt<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong> die net zo oud zijn als hij, <strong>en</strong> die net<br />
dezelfde ding<strong>en</strong> fijn vind<strong>en</strong>. Het klasg<strong>en</strong>ootje vindt de kermis vast ook fijn. Alle<strong>en</strong>... hij heeft nog nooit e<strong>en</strong><br />
kermis bezocht.<br />
Zoud<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s will<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> wat er op de kermis allemaal te belev<strong>en</strong> valt?<br />
Toon de op het bord, in de juiste volgorde, geplaatste vertelplat<strong>en</strong> van de kermis (bijlage C) <strong>en</strong> vraag de<br />
leerling<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong> te stell<strong>en</strong> dat dit de kermis is waar ze pas geled<strong>en</strong> naartoe geweest zijn. Alle ding<strong>en</strong><br />
die op de tek<strong>en</strong>ing staan, staan op de meeste kermiss<strong>en</strong>, dus de leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de attracties zeker<br />
herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Ga er niet verder op in. Leg wel uit hoe de tek<strong>en</strong>ing in elkaar zit: zicht op de hele kermis in<br />
het midd<strong>en</strong>, aparte tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van elke attractie (kram<strong>en</strong>, mol<strong>en</strong>s, ...) rond deze tek<strong>en</strong>ing.<br />
Straks mog<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij jou kom<strong>en</strong> om over al die ding<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong>. Ze gaan net<br />
do<strong>en</strong> alsof ze het nieuwe klasg<strong>en</strong>ootje e<strong>en</strong> rondleiding gev<strong>en</strong> op deze kermis. En omdat het klasg<strong>en</strong>ootje<br />
nog maar e<strong>en</strong> beetje Nederlands kan, moet<strong>en</strong> ze het natuurlijk allemaal heel duidelijk vertell<strong>en</strong>. Jij zal het<br />
klasg<strong>en</strong>ootje spel<strong>en</strong>, dus ze moet<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> jou vertell<strong>en</strong>.<br />
Probeer na te gaan of de leerling<strong>en</strong> zich alles voldo<strong>en</strong>de goed kunn<strong>en</strong> <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong>. Straks is het immers<br />
belangrijk <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goede uitvoering van de opdracht dat:<br />
- ze niet over e<strong>en</strong> kermis die ze zelf k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, maar over de kermis op de tek<strong>en</strong>ing vertell<strong>en</strong><br />
- jij niet de juf/meester b<strong>en</strong>t, maar de nieuwe leerling in de klas.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
De leerling<strong>en</strong> gaan over elke attractie waar e<strong>en</strong> nummer bijstaat iets vertell<strong>en</strong>. Er staan 8 nummers op<br />
de grote tek<strong>en</strong>ing. En van elk van die nummers is er ook e<strong>en</strong> kleine tek<strong>en</strong>ing. Daar staat hetzelfde<br />
nummer bij. Wijs de nummers aan, maar zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze dat straks veel beter kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />
als ze de tek<strong>en</strong>ing <strong>voor</strong> zich ligg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Ga in ge<strong>en</strong> geval op de nummers in; b<strong>en</strong>oem ge<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
op de tek<strong>en</strong>ing.<br />
Over al die ding<strong>en</strong> waar e<strong>en</strong> nummer bijstaat moet<strong>en</strong> jullie zeker iets<br />
vertell<strong>en</strong>, want dat zijn allemaal ding<strong>en</strong> die ik, het nieuwe klasg<strong>en</strong>ootje,<br />
niet k<strong>en</strong>. Ik heb dat nog nooit gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> weet niet wat het is. Kunn<strong>en</strong><br />
jullie je dat <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong>? Je moet dus eerst goed nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat je<br />
allemaal moet vertell<strong>en</strong> aan iemand die deze ding<strong>en</strong> nog nooit gezi<strong>en</strong><br />
heeft <strong>en</strong> dus niet weet wat het allemaal is.<br />
Probeer ook hier weer zicht te krijg<strong>en</strong> op het <strong>voor</strong>stellingsvermog<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>.<br />
Je vertelt over elk van die ding<strong>en</strong> wat het is <strong>en</strong> wat er gebeurt. We zull<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld nem<strong>en</strong>.<br />
Hier zie je bij nummer 1 (Wijs aan op het bord.) e<strong>en</strong> krachtmeter. Weet iemand<br />
wat dat is? (Laat de leerling<strong>en</strong> het uitlegg<strong>en</strong> of leg het zelf uit: met dit toestel kan je<br />
met<strong>en</strong> hoe sterk je b<strong>en</strong>t; als je heel hard met de hamer slaat, gaat de bel<br />
rinkel<strong>en</strong>; dat wil zegg<strong>en</strong> dat je heel sterk b<strong>en</strong>t.) Hier (op de c<strong>en</strong>trale tek<strong>en</strong>ing)<br />
slaat e<strong>en</strong> man met de hamer om de bel te do<strong>en</strong> rinkel<strong>en</strong>. Er staat e<strong>en</strong><br />
jong<strong>en</strong> naar te kijk<strong>en</strong>. En hier (op tek<strong>en</strong>ing 1) is de jong<strong>en</strong> het zelf aan het<br />
prober<strong>en</strong>. Zou dat lukk<strong>en</strong>? De hamer is toch veel te groot!<br />
Zulke ding<strong>en</strong> moet je vertell<strong>en</strong>. Wat zie je <strong>en</strong> wat gebeurt er op de<br />
tek<strong>en</strong>ing? Er gebeur<strong>en</strong> bijzondere ding<strong>en</strong> op die kermis, dat zal je wel<br />
merk<strong>en</strong>.<br />
Regel nu het praktische verloop van de afname:<br />
De leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij jou kom<strong>en</strong> om over de kermis te vertell<strong>en</strong>.<br />
Bepaal duidelijk waar dat zal gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke volgorde.<br />
Geef één exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing aan de leerling die de opdracht als eerste zal aflegg<strong>en</strong>. Zeg dat hij<br />
er in de klas ev<strong>en</strong> mag naar kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> over nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, <strong>en</strong> over <strong>en</strong>kele minuutjes naar jou mag kom<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
3
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
(Intuss<strong>en</strong> kun jij alles klaarzett<strong>en</strong> in het afnamelokaal.) Dan moet hij de tek<strong>en</strong>ing doorgev<strong>en</strong> aan de<br />
volg<strong>en</strong>de leerling in de klas = de leerling die als tweede zal kom<strong>en</strong>.<br />
Zo wordt de tek<strong>en</strong>ing steeds doorgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouwd<br />
word<strong>en</strong> met wat er op de tek<strong>en</strong>ing staat. Dit verkort de afnametijd.<br />
In het afnamelokaal vind<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> uiteraard dezelfde tek<strong>en</strong>ing terug. Ev<strong>en</strong>tueel kan de<br />
uitvergroting (bijlage C) hier ook di<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Schakel de leerkracht die in de klas blijft in bij deze praktische regeling<strong>en</strong>. Probeer zoveel mogelijk aan te<br />
sluit<strong>en</strong> bij wat de leerling<strong>en</strong> op dit vlak gewoon zijn (bv. bij individuele leesproev<strong>en</strong>). Het is belangrijk dat<br />
deze praktische afsprak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kinder<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> extra moeilijkhed<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />
De leerling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> nu één <strong>voor</strong> één tot bij jou. Stel de leerling bij wie je de toets gaat afnem<strong>en</strong> zoveel<br />
mogelijk op zijn gemak. Vul de naam van de leerling in op het scoreblad. Herhaal kort de instructie.<br />
Hier is de tek<strong>en</strong>ing van de kermis waar jij he<strong>en</strong>ging. (Wijs op de tek<strong>en</strong>ing<br />
(bijlage A) die <strong>voor</strong> de leerling ligt of de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage C), geschikt zoals in bijlage A.) Ik speel<br />
de nieuwe leerling in de klas. Ik heb nog nooit e<strong>en</strong> kermis gezi<strong>en</strong>. Jij gaat<br />
mij vertell<strong>en</strong> wat er allemaal op deze kermis te zi<strong>en</strong> is. Je vertelt aan de<br />
hand van de nummers die overal bijstaan. Nummer 1 hebb<strong>en</strong> we al<br />
sam<strong>en</strong> gedaan. Daar hoef je dus niet meer over te vertell<strong>en</strong>.<br />
Begin maar bij nummer 2, dan 3 <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Je zegt telk<strong>en</strong>s wat het is <strong>en</strong><br />
dan vertel je wat er gebeurt op de tek<strong>en</strong>ing.<br />
D<strong>en</strong>k eraan dat ik de nieuwe leerling in de klas b<strong>en</strong>. Ik weet dus niet wat<br />
er op de kermis allemaal staat <strong>en</strong> gebeurt. Je moet dus heel goed <strong>en</strong><br />
duidelijk vertell<strong>en</strong>.<br />
Zet nu de cassetterecorder aan, spreek de naam van de leerling in <strong>en</strong> laat de leerling prat<strong>en</strong>. Onderbreek<br />
de leerling <strong>en</strong>kel wanneer je hem niet verstaat. Laat hem zoveel mogelijk uitsprek<strong>en</strong>, zodat hij zich niet<br />
geremd voelt. Wanneer e<strong>en</strong> leerling echter te ver begint uit te weid<strong>en</strong>, laat hem dan afrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zet hem<br />
aan om e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing te besprek<strong>en</strong>, of, wanneer hij alle on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd heeft, de opdracht<br />
te beëindig<strong>en</strong>.<br />
Veel leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> ook om bevestiging. Geef h<strong>en</strong> die, maar probeer dit zo minimaal mogelijk te<br />
houd<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dan immers vaak t<strong>en</strong> onrechte dat ze voldo<strong>en</strong>de verteld hebb<strong>en</strong>.<br />
Ook aansporing om verder te vertell<strong>en</strong> (Ga maar verder.) of de vraag of het gedaan is (B<strong>en</strong> je klaar?<br />
Is de rondleiding afgelop<strong>en</strong>?) – beide in het geval dat de leerling stilvalt – moet zo beperkt mogelijk<br />
word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.<br />
Naast toetsafnemer b<strong>en</strong> jij <strong>voor</strong>al de nieuwe leerling in de klas <strong>en</strong> je mag dus reager<strong>en</strong> op wat de<br />
leerling zegt, maar het is <strong>voor</strong>al de bedoeling dat de leerling zelf praat. Hij is dieg<strong>en</strong>e die jou de kermis<br />
toont.<br />
Afhankelijk van hoe de leerling de opdracht opvat, zal je meer of minder moet<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>. Je zal<br />
bij<strong>voor</strong>beeld moet<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> als de leerling jou vraagt of iets in jouw land anders is <strong>en</strong> hoe dan wel.<br />
Maar dat moet allemaal zo beperkt mogelijk blijv<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Vul ondertuss<strong>en</strong> zo nauwkeurig mogelijk het scoreblad (bijlage B) in. In de tabel op dat blad vind je de<br />
verschill<strong>en</strong>de attracties van de tek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de uitleg (opgesplitst in ALGEMEEN <strong>en</strong> BIJ DE TEKENING; het<br />
laatste ook nog in ESSENTIEEL <strong>en</strong> EXTRA) die de leerling erbij zou moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Voor attracties 2, 3 <strong>en</strong><br />
4 word<strong>en</strong> al deze aspect<strong>en</strong> gescoord, <strong>voor</strong> attracties 5, 6, 7 <strong>en</strong> 8 <strong>en</strong>kel de algem<strong>en</strong>e uitleg (zie ook<br />
scoringswijzer).<br />
Als de leerling de informatie uit zichzelf zegt, zet je e<strong>en</strong> kruisje in de (smalle) kolom ernaast. Let wel:<br />
wat de leerling zegt, moet juist zijn. Zoniet scoor je 0. (Zie scoreblad <strong>en</strong> scoringswijzer <strong>voor</strong> wat als<br />
juist of voldo<strong>en</strong>de wordt beschouwd <strong>en</strong> wat niet.)<br />
Als de leerling bepaalde on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> niet vermeld, wordt daar niet naar gevraagd <strong>en</strong> is de score uiteraard<br />
ook 0.<br />
Het invull<strong>en</strong> van dit scoreblad is nog ge<strong>en</strong> definitieve beoordeling, maar biedt de nodige houvast tijd<strong>en</strong>s<br />
de afname (Wat heeft de leerling gezegd <strong>en</strong> wat nog niet?). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vere<strong>en</strong>voudigt dit het scor<strong>en</strong><br />
achteraf.<br />
Alles wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op cassette, zodat het niet nodig is de leerling te lat<strong>en</strong> herhal<strong>en</strong> of te lat<strong>en</strong><br />
wacht<strong>en</strong> tot jij het scoreblad nauwkeurig hebt ingevuld. Met de vorm moet je nog ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>.<br />
Als de inhoud begrijpelijk is, krijgt de leerling e<strong>en</strong> kruisje.<br />
En verder:<br />
1 De leerling hoeft het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> on<strong>derde</strong>el <strong>en</strong> de uitleg daarbij niet zo duidelijk van elkaar te<br />
scheid<strong>en</strong>. Veelal zal dit in één zin gebeur<strong>en</strong>.<br />
2 Ev<strong>en</strong>zo zull<strong>en</strong> de meer algem<strong>en</strong>e uitleg over e<strong>en</strong> bepaalde attractie <strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg<br />
soms door elkaar lop<strong>en</strong>. Probeer het zo goed mogelijk te beoordel<strong>en</strong> zoals het bedoeld is. Meestal kan<br />
je dat het best inschatt<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de afname zelf. Noteer het dus op het scoreblad. (zie ook<br />
scoringswijzer)<br />
3 Bij ‘b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>’ gaat het wel degelijk om het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> naam of term die de attractie definieert.<br />
Van zodra het op e<strong>en</strong> omschrijving begint te lijk<strong>en</strong>, wordt dit beoordeeld bij ‘algem<strong>en</strong>e informatie’. (zie<br />
ook <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> in de scoringswijzer)<br />
4 In de instructie heb je aangegev<strong>en</strong> dat de leerling best de volgorde van de nummers van 1 tot 8 volgt.<br />
Laat hem echter begaan als hij <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> andere volgorde kiest. Als er daardoor nummers word<strong>en</strong><br />
overgeslag<strong>en</strong>, wordt daar op het einde niet op gewez<strong>en</strong> of naar gevraagd.<br />
5 Vaak moet e<strong>en</strong> leerling aangespoord word<strong>en</strong> om na de beschrijving van attractie 2 zelf over te gaan<br />
naar atractie 3. E<strong>en</strong>s die overgang gemaakt, is de leerling meestal ‘vertrokk<strong>en</strong>’ <strong>voor</strong> de hele<br />
rondleiding. Dit heeft ge<strong>en</strong> invloed op de beoordeling.<br />
6 Wanneer de leerling na het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van de 8 on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele extra on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong>) de<br />
rondleiding niet spontaan afrondt, vraag je of hij al dan niet klaar is (B<strong>en</strong> je klaar? Is de rondleiding<br />
afgelop<strong>en</strong>?). Of de leerling de rondleiding spontaan afrondt of niet, wordt niet gescoord. Als de leerling<br />
na jouw vraag toch nog relevant<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> vertelt, word<strong>en</strong> die achteraf wel mee gescoord.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
5
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
7 Fout is het te ‘<strong>en</strong>g’ b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld wanneer de leerling bij nummer 8 zegt Dit is e<strong>en</strong> kassa.<br />
i.p.v. het over de draaimol<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Dankzij de introductie op de toets <strong>en</strong> de context van de opdracht<br />
moet het <strong>voor</strong> de leerling immers duidelijk zijn dat de cijfers op de tek<strong>en</strong>ing op de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van de<br />
kermis betrekking hebb<strong>en</strong>.<br />
Enkele algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> optimaal verloop van de spreektoets:<br />
❑ De afname moet plaatsvind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere ruimte dan de klas. Dan heerst er rust <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> elkaar niet hor<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>.<br />
❑ Zorg er<strong>voor</strong> dat je de opname-apparatuur hebt geïnstalleerd (zo discreet mogelijk) <strong>en</strong> de werking<br />
ervan hebt uitgetest <strong>voor</strong>aleer je met de toets begint.<br />
❑ Laat de leerling <strong>voor</strong> jou gaan zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> leg de tek<strong>en</strong>ing (bijlage A) <strong>voor</strong> hem. Zorg er<strong>voor</strong> dat je zelf<br />
ook ev<strong>en</strong>tueel iets kan aanduid<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing. Ga echter niet te dicht bij de leerling zitt<strong>en</strong>. Je moet<br />
immers scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat kan de leerling afleid<strong>en</strong>.<br />
❑ Neem per leerling e<strong>en</strong> nieuw scoreblad (zie bijlage B) <strong>en</strong> schrijf bov<strong>en</strong>aan naam, <strong>voor</strong>naam <strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>tueel nummer van de leerling.<br />
❑ Spreek de naam van de leerling in op de cassette bij het begin van de toets, maar neem de<br />
instructies die je nog geeft bij <strong>voor</strong>keur niet op.<br />
❑ Het is van groot belang dat je bij alle getoetste leerling<strong>en</strong> steeds hetzelfde zegt, niet meer of niet<br />
minder. Zo krijgt elke leerling dezelfde hoeveelheid informatie <strong>en</strong> begint niemand met <strong>voor</strong>- of nadeel<br />
aan de opdracht.<br />
❑ Vraag de leerling tijd<strong>en</strong>s de toets duidelijk, maar tegelijkertijd zo gewoon mogelijk te sprek<strong>en</strong>. Er moet<br />
bij<strong>voor</strong>beeld niet luider gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan normaal.<br />
❑ Wanneer je de leerling niet goed hebt verstaan, vraag je of hij het nog e<strong>en</strong>s wil herhal<strong>en</strong>. Wanneer<br />
hij echter zo onduidelijk spreekt dat je hem na e<strong>en</strong> <strong>derde</strong> herhaling nog niet verstaat, laat je dat zo.<br />
Noteer het wel op het scoreblad van de leerling. Daar wordt bij het scor<strong>en</strong> dan rek<strong>en</strong>ing mee<br />
gehoud<strong>en</strong>.<br />
❑ Wanneer de leerling na de (klassikale) introductie <strong>en</strong> instructie nog niet begrijpt wat hij precies moet<br />
do<strong>en</strong>, kan je alles snel opnieuw uitlegg<strong>en</strong>. Zorg er echter <strong>voor</strong> dat je niet teveel tijd verliest. De<br />
opdracht is e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> mag eig<strong>en</strong>lijk niet <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>.<br />
❑ Als dat al in de klas is gebeurd, hoef je in principe ge<strong>en</strong> tijd meer te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> om de tek<strong>en</strong>ing te<br />
bekijk<strong>en</strong>.<br />
❑ Probeer het gesprek tuss<strong>en</strong> de leerling <strong>en</strong> jou zo natuurlijk mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Reageer<br />
onmiddellijk wanneer de leerling tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> opdracht iets vraagt. Beperk echter je interv<strong>en</strong>ties als<br />
toetsafnemer/gesprekspartner tot e<strong>en</strong> strikt minimum. Het scor<strong>en</strong> van de inhoudelijke aspect<strong>en</strong><br />
tijd<strong>en</strong>s de opdracht, vergemakkelijkt het aannem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> neutrale houding.<br />
❑ Het zal wellicht <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling on<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>e ding<strong>en</strong> zegt of vraagt. Reageer daarop naar<br />
eig<strong>en</strong> goeddunk<strong>en</strong> <strong>en</strong> noteer dit <strong>voor</strong>val op het toetsblad van de leerling. Zo kan je er achteraf naar<br />
teruggrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vergelijkbare manier reager<strong>en</strong> bij andere leerling<strong>en</strong>. Maar onthou: hoe meer<br />
je tuss<strong>en</strong>komt of reageert, hoe meer verschill<strong>en</strong> je creëert tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong>. En dat moet zoveel<br />
mogelijk word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.<br />
❑ Voorzie na elke toetsafname ev<strong>en</strong>tjes de tijd om ev<strong>en</strong>tuele bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij de prestaties van de<br />
leerling op het scoreblad neer te schrijv<strong>en</strong>.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- vertelplaat van de kermis (A)<br />
- scoreblad per leerling (B)<br />
- grotere vertelplat<strong>en</strong> (C)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
7
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
Scoringswijzer bij de spreektoets ‘Het was kermis’<br />
De eerste beoordeling van de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> gebeurde tijd<strong>en</strong>s de afname. Nu moet deze<br />
beoordeling word<strong>en</strong> geverifiëerd <strong>en</strong> verder aangevuld op basis van onderstaande instructies.<br />
De spreektak<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld aan de hand van drie belangrijke criteria die de<br />
basis vorm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e beoordeling van spreekvaardigheid: inhoud, vorm <strong>en</strong> spreekgemak.<br />
Inhoud<br />
- Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />
- Relevantie<br />
- Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />
- Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />
- Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />
Vorm<br />
- Communicatief adequaat: te begrijp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar<br />
- Afhankelijk van de inhoud: is de inhoud niet vermeld of is de inhoud fout, dan kan de vorm ervan<br />
ook niet beoordeeld word<strong>en</strong>.<br />
Spreekgemak<br />
- Vlotheid van sprek<strong>en</strong><br />
Uit dit schema selecter<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie inhoud de parameter ‘Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid<br />
van informatie’. Deze parameter wordt in verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> opgesplitst <strong>en</strong> toegepast op de zev<strong>en</strong><br />
attracties van de kermis waar de leerling<strong>en</strong> iets over moet<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>. Dit zijn de aspect<strong>en</strong>:<br />
(1) b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> (door middel van e<strong>en</strong> term of naam) van de attractie (WAT IS HET?)<br />
(2) het algeme<strong>en</strong> omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg over, de attractie (al dan niet ingegev<strong>en</strong> door wat<br />
er op de tek<strong>en</strong>ing te zi<strong>en</strong> is) (WAT KAN JE ER DOEN?)<br />
(3) het gev<strong>en</strong> van ess<strong>en</strong>tiële informatie met betrekking tot wat er op de tek<strong>en</strong>ing gebeurt<br />
(4) het gev<strong>en</strong> van extra informatie met betrekking tot wat er op de tek<strong>en</strong>ing gebeurt<br />
Voor attracties 2, 3 <strong>en</strong> 4 word<strong>en</strong> de vier aspect<strong>en</strong> beoordeeld. Voor attracties 5, 6, 7 <strong>en</strong> 8 <strong>en</strong>kel de eerste<br />
twee aspect<strong>en</strong>.<br />
Dit levert in totaal 20 inhoudelijke items op. De score is 1 (goed) of 0 (fout of onvoldo<strong>en</strong>de).<br />
Enkele opmerking<strong>en</strong> bij de verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> <strong>en</strong> het onderscheid ertuss<strong>en</strong>:<br />
• (1) moet echt expliciet, bij het begin van de uite<strong>en</strong>zetting word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>, niet erg<strong>en</strong>s in de<br />
uite<strong>en</strong>zetting terloops word<strong>en</strong> vermeld; dus ofwel: Nummer 2 dat is ... of: In het schietkraam ... (in de<br />
eerste zin, maar niet noodzakelijk bij het begin van die zin vermeld)<br />
• (2) geldt vaak als alternatief <strong>voor</strong> (1) – zie <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
• de algem<strong>en</strong>e uitleg die de leerling<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> bepaalde attractie gev<strong>en</strong> (2) moet niet noodzakelijk als e<strong>en</strong><br />
sluit<strong>en</strong>de definitie of e<strong>en</strong> afgerond geheel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevat; het mog<strong>en</strong> ook fragm<strong>en</strong>taire<br />
elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn, gewoon ding<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> bij deze attractie door het hoofd schiet<strong>en</strong>, bv. Bov<strong>en</strong><br />
in zo’n groot rad kan je veel zi<strong>en</strong>.; in deze categorie is er heel veel variatie tuss<strong>en</strong> de prestaties van de<br />
leerling<strong>en</strong>, maar er wordt verder ge<strong>en</strong> onderscheid gemaakt; wat er gezegd wordt, moet gewoon<br />
relevante, eerder typische info over de attractie zijn (zie <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>)<br />
• bij (2) vertell<strong>en</strong> sommige leerling<strong>en</strong> persoonlijke ervaring<strong>en</strong>; dat mag, maar als de luisteraar daar<br />
verder niets aan heeft, als hij met andere woord<strong>en</strong> niet uit de ervaring<strong>en</strong> kan opmak<strong>en</strong> wat er bij die<br />
bepaalde attractie gebeurt, leidt het niet tot e<strong>en</strong> 1-score; als de ervaring<strong>en</strong> verwev<strong>en</strong> zijn met<br />
algem<strong>en</strong>e informatie, leidt dat wel tot 1-score<br />
• (2) <strong>en</strong> (3) komt eerder weinig in combinatie <strong>voor</strong>; de meeste leerling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e, of e<strong>en</strong><br />
tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg; bij proefafnames bleek ook dat veel leerling<strong>en</strong> na attractie 4 overschakel<strong>en</strong><br />
van tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> naar meer algem<strong>en</strong>e uitleg bij attracties 5, 6, 7 <strong>en</strong> 8; dat is de red<strong>en</strong> waarom<br />
de tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg bij die laatste vier attracties ook niet meer wordt beoordeeld<br />
• (2) <strong>en</strong> (3) zijn soms moeilijk te onderscheid<strong>en</strong> wanneer leerling<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing in hun<br />
algem<strong>en</strong>e uitleg betrekk<strong>en</strong>; dat is bij<strong>voor</strong>beeld het geval bij attractie 3 (groot rad) bv. Je mag niet op de<br />
rand van het bakje gaan zitt<strong>en</strong>. (Dat is gevaarlijk.), bij attractie 4 (paard<strong>en</strong>) bv. Er staat iemand bij om<br />
er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat de paard<strong>en</strong> niet weglop<strong>en</strong>. <strong>en</strong> bij attractie 8 (draaimol<strong>en</strong>) Je moet de flosj prober<strong>en</strong><br />
te pakk<strong>en</strong>. (Dan mag je nog e<strong>en</strong> keer.); het gaat hier om ding<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> wellicht niet zoud<strong>en</strong><br />
vermeld<strong>en</strong> als ze niet op de tek<strong>en</strong>ing zoud<strong>en</strong> staan; toch zijn de leerling<strong>en</strong> in dat geval nog steeds e<strong>en</strong><br />
algem<strong>en</strong>e uitleg aan het gev<strong>en</strong> (dat hoor je); in dat geval wordt dus e<strong>en</strong> 1 gescoord <strong>voor</strong> (2) – zie bij<br />
de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat als ‘tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e uitleg’ wordt beschouwd;<br />
• let op: het komt sporadisch wel <strong>voor</strong> dat leerling<strong>en</strong> duidelijk overschakel<strong>en</strong> van (2) naar (3), bv. Je mag<br />
niet op de rand van het bakje gaan zitt<strong>en</strong> (2-score 1), zoals deze jong<strong>en</strong> hier ... (3-score 1) (zie ook<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>)<br />
• omgekeerd gebeurt het ook dat leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>op hun tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg (met name bij<br />
attracties 3 <strong>en</strong> 4) iets algeme<strong>en</strong>s zegg<strong>en</strong> als: Daar zit e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> op de rand van het bakje. Dat is<br />
gevaarlijk. of Daar stapt e<strong>en</strong> paard uit de ring. Dat is gevaarlijk. In dat geval wordt nog steeds<br />
gewoon 1 gescoord <strong>voor</strong> (3) – zie ook bij de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>;<br />
let op: hier gaat het om e<strong>en</strong> soort korte algem<strong>en</strong>e toevoeging<strong>en</strong> aan de duidelijk tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong><br />
uitleg; dat is nog iets anders dan wanneer leerling<strong>en</strong> bij bij attractie 5, 6 <strong>en</strong> 8 (schiett<strong>en</strong>t <strong>en</strong> ball<strong>en</strong>t<strong>en</strong>t)<br />
overschakel<strong>en</strong> van (3) naar (2), bv. Er zijn twee jong<strong>en</strong>s aan het schiet<strong>en</strong>. Als ze alle staafjes om<br />
hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> prijs winn<strong>en</strong>. of Die jong<strong>en</strong> in de bus probeert de flosj te pakk<strong>en</strong>. Dan mag je<br />
nog e<strong>en</strong> keer. Dat laatste is toch weer duidelijk algem<strong>en</strong>e info over de attractie <strong>en</strong> die wordt in deze<br />
gevall<strong>en</strong> dan ook bij (2) met e<strong>en</strong> 1-score gewaardeerd.<br />
• bij (3) <strong>en</strong> (4) gaat het in de meeste gevall<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> informatie-gegev<strong>en</strong> (of e<strong>en</strong> combinatie van <strong>en</strong>kele<br />
gegev<strong>en</strong>s; of één van <strong>en</strong>kele mogelijke gegev<strong>en</strong>s) dat de leerling ‘zeker’ moet vermeld<strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />
1-score te hal<strong>en</strong>; daarnaast kunn<strong>en</strong> nog <strong>en</strong>kele andere gegev<strong>en</strong>s vermeld word<strong>en</strong> (‘ev<strong>en</strong>tueel’), maar<br />
die lever<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hogere score op;<br />
• <strong>voor</strong> (4) geldt <strong>en</strong>kel wat op het scoreblad in de vierde kolom staat als ‘extra informatie’; niet wat als<br />
‘ev<strong>en</strong>tueel’ is aangeduid in de kolom met ess<strong>en</strong>tiële informatie (3); bij ‘ev<strong>en</strong>tueel’ gaat het om verdere<br />
uitleg bij het c<strong>en</strong>trale gegev<strong>en</strong>; bij ‘extra’ om andere elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op dezelfde tek<strong>en</strong>ing<br />
• <strong>voor</strong> (3) <strong>en</strong> (4) <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van wat als ‘ess<strong>en</strong>tieel’ <strong>en</strong> ‘extra’ wordt beschouwd, is vertrokk<strong>en</strong> van de<br />
aparte tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de attracties<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
9
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
10<br />
Met het feit of de leerling<strong>en</strong> al dan niet e<strong>en</strong> vergelijking mak<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> relatie uitdrukk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> wat er op<br />
de grote <strong>en</strong> wat er op de kleine tek<strong>en</strong>ing te zi<strong>en</strong> is, wordt bij de beoordeling ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong>. De<br />
leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> daar ook ge<strong>en</strong> expliciete instructies over. In het <strong>voor</strong>beeld (attractie 1) komt het wel <strong>voor</strong>.<br />
Maar het is zeker niet bij alle attracties relevant.<br />
Als leerling<strong>en</strong> deze vergelijking<strong>en</strong> toch mak<strong>en</strong> (<strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> over grote/kleine tek<strong>en</strong>ing of hier... <strong>en</strong> hier...)<br />
wordt gewoon beoordeeld of ze de feitelijke gegev<strong>en</strong>s, zoals die in de scoretabel zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />
vermeld<strong>en</strong>.<br />
Sommige leerling<strong>en</strong> zijn in de war door de twee groep<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> behandel<strong>en</strong> eerst de fragm<strong>en</strong>ttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
in de rand <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de grote tek<strong>en</strong>ing in het midd<strong>en</strong> of omgekeerd; in dat geval scor<strong>en</strong><br />
ze 0 <strong>voor</strong> spreekgemak, want dat schept wel degelijk verwarring, maar de feitelijke gegev<strong>en</strong>s die zij in<br />
hun ‘tweede ronde’ nog juist vermeld<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> wel goed gescoord.<br />
En verder:<br />
• Als e<strong>en</strong> leerling de informatie op e<strong>en</strong> verwarr<strong>en</strong>de manier naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt, waardoor die mogelijk<br />
verkeerd kan word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, scoort hij 0 <strong>voor</strong> het betreff<strong>en</strong>de inhoudelijke aspect.<br />
• Als de leerling de attractie niet b<strong>en</strong>oemt, noch er e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e omschrijving/uitleg over geeft, kan hij<br />
toch nog 1 scor<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg.<br />
• Alle gegev<strong>en</strong>s die op de tek<strong>en</strong>ing staan, maar die niet op het scoreblad zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet<br />
in de scoring betrokk<strong>en</strong>. (Bv. over de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die staan te wacht<strong>en</strong> bij het groot rad, of <strong>en</strong>kele losse<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die rondlop<strong>en</strong> op de kermis.)<br />
Vorm<br />
Vorm wordt <strong>voor</strong> deze opdracht beoordeeld door te luister<strong>en</strong> naar de zinsbouw (op basisniveau) van de<br />
zinn<strong>en</strong> in de stukjes tekst die de leerling<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over de attracties. Per attractie op de kermis wordt de<br />
vorm dus globaal beoordeeld (items 5, 10, 15, 18, 21, 24 <strong>en</strong> 27). Als de zinsbouw algeme<strong>en</strong> goed is, scoort<br />
de leerling 1 <strong>voor</strong> deze items. Als de zinsbouw niet goed zit, scoort de leerling 0.<br />
algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong>:<br />
• 0 <strong>voor</strong> inhoud (alle vier aspect<strong>en</strong>) betek<strong>en</strong>t automatisch ook 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />
• Hoewel de inhoudelijke uitleg rond één attractie meestal over meerdere zinn<strong>en</strong> gespreid is, <strong>en</strong> vorm<br />
slechts één score toek<strong>en</strong>t, wordt toch e<strong>en</strong> 0 gescoord als de inhoudelijke uitleg slechts één vormelijk<br />
niet-aanvaardbare zin bevat.<br />
• ‘Zinsbouw’ moet ruim word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, want de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> zijn soms ge<strong>en</strong><br />
‘echte’ zinn<strong>en</strong> in de strikte betek<strong>en</strong>is van het woord. Je kan dus niet steeds het al dan niet aanwezig<br />
zijn van onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm <strong>en</strong> het feit of die al dan niet congruer<strong>en</strong> als maatstaf nem<strong>en</strong>.<br />
Ook heel minimale, maar niettemin juist gevormde uiting<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> we als ‘goede zinn<strong>en</strong>’.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld: Nummer drie: groot rad.<br />
• ‘Begrijpelijkheid’ is e<strong>en</strong> goede maatstaf. Als de vorm van de uiting de begrijpelijkheid in de weg staat,<br />
m.a.w. als er mogelijk aanleiding is tot verkeerd begrip, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />
• Zuiver grammaticale fout<strong>en</strong> op woordniveau (verkeerd lidwoord, verkeerd gevormd voltooid<br />
deelwoord, verkeerd hulpwerkwoord, bij<strong>voor</strong>beeld: ‘hebb<strong>en</strong>’ i.p.v. ‘zijn’ of omgekeerd) verstor<strong>en</strong><br />
meestal de betek<strong>en</strong>is niet <strong>en</strong> geld<strong>en</strong> in dit geval dus ook niet als fout. Let op: de leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> deze<br />
fout<strong>en</strong> wel zeer frequ<strong>en</strong>t!<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
• E<strong>en</strong> verkeerd gebruik van verwijswoord<strong>en</strong> of fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> congru<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm<br />
(zinsbouw op basisniveau), leid<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wel vaak tot verwarring.<br />
• E<strong>en</strong> verkeerde volgorde van de verschill<strong>en</strong>de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van de zin, heeft vaak verwarring tot gevolg.<br />
In dat geval scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />
• De leerling mag zichzelf verbeter<strong>en</strong> of ‘herpakk<strong>en</strong>’ in het midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zin. Als je deze als geheel<br />
bekijkt, klopt hij niet, maar het laatste stuk wellicht wel. Je hoort dat ook meestal wel wanneer de<br />
leerling van constructie verandert.<br />
• We houd<strong>en</strong> steeds <strong>voor</strong> og<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> in het soort spreeksituatie waarin<br />
ze hier moet<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> (informeel/kermis, e<strong>en</strong> rondleiding <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> leeftijdg<strong>en</strong>oot) echt ‘spreektaal’<br />
hanter<strong>en</strong>. Vandaar dat ‘eerder-ongepast-<strong>voor</strong>-school’ of regionaal woordgebruik of uiting<strong>en</strong> in principe<br />
niet word<strong>en</strong> aangerek<strong>en</strong>d als e<strong>en</strong> vormelijke fout.<br />
• Onnatuurlijk taalgebruik is eig<strong>en</strong> aan de toetssituatie. Bijgevolg zijn we niet te str<strong>en</strong>g op dat vlak. Als<br />
de inhoud daardoor echter niet duidelijk is, scoort de leerling wel 0 <strong>voor</strong> inhoud <strong>en</strong> dus ook <strong>voor</strong> vorm.<br />
Spreekgemak<br />
Spreekgemak wordt <strong>voor</strong> de rondleiding als geheel beoordeeld in item 28.<br />
We beoordel<strong>en</strong> hier of de leerling<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> prat<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat dit absoluut wordt beoordeeld<br />
(wat verwacht ik in deze situatie?) <strong>en</strong> niet relatief (wat is goed <strong>voor</strong> deze leerling<strong>en</strong>?). Daartoe moet je e<strong>en</strong><br />
beetje afstand do<strong>en</strong> van het algem<strong>en</strong>e beeld dat je hebt van de spreekvaardigheid van de leerling die <strong>voor</strong><br />
je zit (t<strong>en</strong> opzicht van de rest van de klas).<br />
• Voor deze parameter wordt <strong>voor</strong>al 0 gescoord als de leerling herhaaldelijk (meer dan één keer)<br />
aarzelt, lange pauzes laat, hapert of gegev<strong>en</strong>s meerdere ker<strong>en</strong> laat terugkom<strong>en</strong>.<br />
Als de leerling zijn rondleiding niet afsluit <strong>en</strong> gewoon wacht tot de toetsafnemer zegt dat hij mag<br />
teruggaan naar de klas, wordt dat niet als e<strong>en</strong> te lange pauze beschouwd. E<strong>en</strong> niet-spontane overgang<br />
van attractie 2 naar 3 wordt wel als e<strong>en</strong> te lang pauze beschouwd.<br />
Als verwarring het gevolg is van het feit dat de leerling probeert om de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong>, wordt<br />
dat niet als e<strong>en</strong> fout teg<strong>en</strong> spreekgemak beschouwd. Dat is wel het geval als de leerling eerst alle<br />
tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de rand afhandelt <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de grote tek<strong>en</strong>ing in het midd<strong>en</strong> of omgekeerd, of<br />
indi<strong>en</strong> de leerling nu e<strong>en</strong>s het <strong>en</strong>e, dan weer het andere perspectief hanteert. De feitelijke gegev<strong>en</strong>s die<br />
daarbij juist word<strong>en</strong> vermeld, word<strong>en</strong> wel 1 gescoord.<br />
• Ook e<strong>en</strong> onnatuurlijk tempo leidt tot e<strong>en</strong> 0-score. Onnatuurlijk = monotoon, heel ‘afgekapt’ prat<strong>en</strong>, …<br />
• Is het goed verstaanbaar? (<strong>voor</strong> de toetsafnemer, die weet wat hij zou moet<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>) Hier hanter<strong>en</strong><br />
we parameters als:<br />
- articulatie: onduidelijk = 0<br />
- stemvolume: te stil = 0<br />
- snelheid: te snel/ te traag = 0<br />
- intonatie: ge<strong>en</strong> duidelijk onderscheid tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> = 0<br />
te monotoon = 0<br />
Let op! Als de leerling slechts één informatie-deeltje op e<strong>en</strong> onverstaanbare manier naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt,<br />
beoordel<strong>en</strong> we dat eerder bij het item in kwestie <strong>en</strong> heeft het ge<strong>en</strong> invloed op ‘spreekgemak’.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
11
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
12<br />
De 1-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 0-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items word<strong>en</strong> gescoord, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />
scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />
de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />
Lijst van items met <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Deze lijst geldt als aanvulling op wat op het scoreblad is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als te vermeld<strong>en</strong> informatie. Hier<br />
gaat het <strong>voor</strong>al om minder <strong>voor</strong> de hand ligg<strong>en</strong>de variaties die als goed/fout word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
- Hieronder staan veel <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s is aangegev<strong>en</strong> of deze goed of fout werd<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Dat<br />
gebeurt d.m.v. 1 of 0. Tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong> staat e<strong>en</strong> schuine streep (/).<br />
item 1: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 2<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Er zijn kinder<strong>en</strong> op/bij/in/... de botsauto’s. (als eerste zin) = 1<br />
- boksauto’s = 1<br />
- e<strong>en</strong> botsauto = 1<br />
- autobotsers = 1<br />
- Dat is e<strong>en</strong> botskraam met autokes. = 0 (maar 1 <strong>voor</strong> item 2)<br />
item 2: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 2<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- ‘bots<strong>en</strong>’ moet er niet per se bij<br />
- Daar kan je mee bots<strong>en</strong>/rijd<strong>en</strong>. = 1<br />
- Daar kun je spel<strong>en</strong> met de botsauto’s. = 1<br />
- Je hebt ook e<strong>en</strong> nummer op de <strong>voor</strong>kant. = 1<br />
- Als je botst, kan je je pijn do<strong>en</strong>. = 1<br />
- Als er twee jong<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong> elkaar bots<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze omkantel<strong>en</strong>. = 1 (duidelijk tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>,<br />
maar wordt toch nog als algeme<strong>en</strong> beschouwd)<br />
- Als je hard botst, kun je omvervall<strong>en</strong>. = 1 (idem)<br />
item 3: ess<strong>en</strong>tiële info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 2 te zi<strong>en</strong> is<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- ‘bots<strong>en</strong>’ of ‘teg<strong>en</strong> elkaar gered<strong>en</strong>’ is ess<strong>en</strong>tieel; niet <strong>en</strong>kel ‘kantel<strong>en</strong>’ of ‘gevall<strong>en</strong>’<br />
- Daar zijn ze gebotst. = 1 (niet noodzakelijk: 2 jong<strong>en</strong>s)<br />
- Ze hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> botsing gemaakt. = 1<br />
- De botsauto is gevall<strong>en</strong>. = 0<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
item 4: bijkom<strong>en</strong>de info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 2 te zi<strong>en</strong> is<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Eén wil er <strong>voor</strong>bijrijd<strong>en</strong>. = 1<br />
- Die twee staan in de weg <strong>voor</strong> dat meisje. = 1<br />
item 5: vorm van de uitleg bij attractie 2<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Iemand botst teg<strong>en</strong> elkaar. = 0 (inhoud nog wel duidelijk)<br />
- De twee jong<strong>en</strong>s bots<strong>en</strong> (aan) elkaar. = 0<br />
item 6: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 3<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- rad = 1<br />
- draairad = 1 (maar niet ook <strong>voor</strong> item 7)<br />
- (draai)mol<strong>en</strong> = 0<br />
item 7: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 3<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Draaimol<strong>en</strong>. of Dat draait rond. of Daar kun je mee draai<strong>en</strong>. = 1 (dit volstaat, want het blijkt<br />
e<strong>en</strong> attractie te zijn waar de leerling<strong>en</strong> niet zo vertrouwd mee zijn)<br />
- Je kan er blijv<strong>en</strong> inzitt<strong>en</strong>, want het gaat niet overkop. = 1<br />
- Het is e<strong>en</strong> draaimol<strong>en</strong> die de lucht ingaat. = 1<br />
- Daar moet je inzitt<strong>en</strong>. Dat gaat zo rond. = 1<br />
- Je mag niet op de rand van het bakje gaan zitt<strong>en</strong>. (Dat is gevaarlijk.) = 1 (wordt als<br />
algeme<strong>en</strong> beschouwd, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />
- Er zijn er soms die teveel op de rand gaan zitt<strong>en</strong>. = 1<br />
- Ge moet daar tegoei gaan inzitt<strong>en</strong>. = 1<br />
- Daar zijn paraplukes aan. (zonder meer) = 0<br />
- Dat is e<strong>en</strong> mol<strong>en</strong> waar je kan inzitt<strong>en</strong>. (zonder meer) = 0 (maar: aangevuld met nog wat<br />
andere info, bv. Bov<strong>en</strong> is het koud. kan het wel e<strong>en</strong> 1 word<strong>en</strong>; op zich zegt dit niet g<strong>en</strong>oeg)<br />
- Dat is gevaarlijk. Je kan eruit vall<strong>en</strong>. = 0 (zonder verwijzing naar ‘jong<strong>en</strong>’ of ‘op de rand<br />
zitt<strong>en</strong>’ slaat het nerg<strong>en</strong>s op)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
13
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
14<br />
item 8: ess<strong>en</strong>tiële info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 3 te zi<strong>en</strong> is<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- ‘bakje’ of ‘mandje’ moet niet noodzakelijk (juist) word<strong>en</strong> vermeld; veel leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> er<br />
moeite mee<br />
- De jong<strong>en</strong> zegt teg<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> onder zich dat hij op de kant gaat zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij dat niet<br />
durv<strong>en</strong>. = 1 (ook <strong>voor</strong> item 9)<br />
- Die jong<strong>en</strong> gaat daaraf vall<strong>en</strong>. = 1<br />
- Die jong<strong>en</strong> wil eraf spring<strong>en</strong>. = 1<br />
- Die jong<strong>en</strong> zit uit de draaimol<strong>en</strong>. = 1<br />
- Die jong<strong>en</strong> zit met zijn b<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de buit<strong>en</strong>kant. = 1<br />
- Hij zit niet op dat dinges, maar erop/eruit. = 1<br />
- Die zit op de rand. Dat mag niet. = 1 (zegt wat er op de tek<strong>en</strong>ing gebeurt + algem<strong>en</strong>e<br />
toevoeging)<br />
- Die man mag niet op de rand gaan zitt<strong>en</strong>. = 1 (duidelijk tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> + algem<strong>en</strong>e<br />
toevoeging)<br />
- Er is daar e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> gevaarlijk aan het do<strong>en</strong> op de rand van het bakje. = 1<br />
- Hij zit op de rand. Als hij valt, kan hij dood zijn. = 1<br />
- Die jong<strong>en</strong> doet iets heel gevaarlijks, want zo kan hij eruit vall<strong>en</strong>. = 1<br />
maar: Dat is gevaarlijk zoals deze m<strong>en</strong>eer doet. = 0 (<strong>voor</strong> item 7 <strong>en</strong> 8, want de ll. zegt helemaal<br />
niet waar het om gaat)<br />
- Die jong<strong>en</strong> zit niet tegoei/verkeerd. = 0 (te vaag)<br />
let op: het blijkt soms moeilijk te zijn om te bepal<strong>en</strong> of de leerling nu eerder algeme<strong>en</strong>, dan wel<br />
tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> aan het vertell<strong>en</strong> is; dat moet meestal uit de context word<strong>en</strong> afgeleid<br />
item 9: bijkom<strong>en</strong>de info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 3 te zi<strong>en</strong> is<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- ... <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> kijkt. = 1<br />
- Die zitt<strong>en</strong> wel goed. = 0 (het gaat wel degelijk om het ‘kijk<strong>en</strong>’)<br />
item 10: vorm van de uitleg bij attractie 3<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Dat jongetje gaat bov<strong>en</strong>, gedraaid zo telk<strong>en</strong>s. = 0<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
item 11: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 4<br />
let op: omdat er niet echt e<strong>en</strong> term (lees: één woord) bestaat om deze attractie te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>,<br />
mag dit iets milder word<strong>en</strong> beoordeeld dan bv. 5 (ball<strong>en</strong>kraam) of 6 (schiett<strong>en</strong>t)<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Dat zijn de paard<strong>en</strong>. = 1<br />
- Bij nummer 4 (daar) zijn de paard<strong>en</strong>. = 1<br />
- Nummer 4, dat is paardrijd<strong>en</strong>. = 1 (definitie)<br />
- paard<strong>en</strong>kraam = 1<br />
- paard<strong>en</strong>stal = 1<br />
- paard<strong>en</strong>mol<strong>en</strong> = 1<br />
- mol<strong>en</strong> = 0<br />
- e<strong>en</strong> paard = 0<br />
- Nummer 4, daar kunt ge op e<strong>en</strong> paard rijd<strong>en</strong>. = 0 (want het zegt eerder wat je er kan do<strong>en</strong>,<br />
dan wat het is; maar wel 1 <strong>voor</strong> item 12)<br />
- Nummer 4, daar zijn de kinder<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> paard aan het rijd<strong>en</strong>. = 0 (ook <strong>voor</strong> item 12, want<br />
het betreft hier beschrijving van de tek<strong>en</strong>ing)<br />
item 12: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 4<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Er staat meestal iemand bij met e<strong>en</strong> zweep. = 1<br />
- Je draait rondjes op het paard. = 1<br />
- Dat zijn de paard<strong>en</strong>. Daar kun je op rijd<strong>en</strong>. = 1 (<strong>voor</strong> item 11 én 12)<br />
- Er staat iemand bij met e<strong>en</strong> touw om er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat de paard<strong>en</strong> niet weglop<strong>en</strong>. = 2<br />
(wordt als algeme<strong>en</strong> beschouwd, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />
- Er staat iemand bij die zegt: “Alle paard<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> rondlop<strong>en</strong>.” = 1<br />
- Je moet mak<strong>en</strong> dat je paard niet uit de t<strong>en</strong>t komt. = 1<br />
- Daar draait ge altijd. = 0<br />
- als het duidelijk niet over echte paard<strong>en</strong> gaat = 0<br />
item 13: ess<strong>en</strong>tiële info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 4 te zi<strong>en</strong> is<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Er staat e<strong>en</strong> paard met twee b<strong>en</strong><strong>en</strong> over de rand. = 1<br />
- over het hek/rek, uit de ring/stal, ... = 1<br />
- Dat paard stapt erover. = 1 (‘waarover’ is wat moeilijk uit te legg<strong>en</strong>)<br />
- Het paard wil weg. = 1<br />
- E<strong>en</strong> kind gaat eruit. = 1 (maar het moet wel heel duidelijk uit de context blijk<strong>en</strong> dat het kind<br />
op e<strong>en</strong> paard zit)<br />
- Dat paard mag niet uit de band lop<strong>en</strong>. = 1 (want het zegt ook wat er gebeurt)<br />
- Op dat kleine plaatje is dat kind nog binn<strong>en</strong>. = 1<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
15
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
16<br />
- Daar zijn kinder<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> paard aan het rijd<strong>en</strong>. = 0 (dat is wel waar, maar we beoordel<strong>en</strong><br />
hier niet deze algem<strong>en</strong>e beschrijving, maar wel het aangev<strong>en</strong> van wat echt ess<strong>en</strong>tieel <strong>en</strong><br />
goed zichtbaar is, namelijk dat één paard uit de ring stapt)<br />
- De kinder<strong>en</strong> draai<strong>en</strong> rond op de paard<strong>en</strong>. Daarna gaan de paard<strong>en</strong> weg. = 0 (ge<strong>en</strong> goede<br />
omschrijving van de situatie)<br />
- Op de kleine tek<strong>en</strong>ing (midd<strong>en</strong>) zijn er maar twee paard<strong>en</strong>. = 0<br />
item 14: bijkom<strong>en</strong>de info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 4 te zi<strong>en</strong> is<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Iemand roept STOP <strong>en</strong> alle paard<strong>en</strong> staan stil. = 1<br />
- De man kijkt. = 1 (in dit geval moet er wel e<strong>en</strong> duidelijk verband zijn met het feit dat het<br />
paard uit de ring stapt, anders is de score 0)<br />
- De man zwaait. = 1 (idem)<br />
- De man wil niet dat het paard weggaat. = 1<br />
- Dat mag niet van die m<strong>en</strong>eer. = 1<br />
- De cowboy vindt het erg. = 1<br />
- Hij vloekt. = 1<br />
item 15: vorm van de uitleg bij attractie 4<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- E<strong>en</strong> paard die wil over het hekje gaan. = 1 (ge<strong>en</strong> begripsverwarring)<br />
- Dat is de paard<strong>en</strong>. = 1 (‘de paard<strong>en</strong>’ wordt gebruikt als naam <strong>voor</strong> de attractie)<br />
- Dat meisje is eruit <strong>en</strong> die lacht <strong>en</strong> die kijkt. = 0 (onduidelijk)<br />
item 16: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 5<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Ball<strong>en</strong> werp<strong>en</strong>/gooi<strong>en</strong>. = 0 (maar wel 1 <strong>voor</strong> item 17, want het zegt wat je er kan do<strong>en</strong>) (deze<br />
attractie moet dus wel degelijk met één term als ‘ball<strong>en</strong>kraam’ of ‘ball<strong>en</strong>t<strong>en</strong>t’ word<strong>en</strong><br />
gedefinieerd)<br />
- Op de kermis kan je ook met ball<strong>en</strong> gooi<strong>en</strong>. = 0 (idem)<br />
item 17: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 5<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Ze gooi<strong>en</strong> met ball<strong>en</strong>. (tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>) Als ze ze allemaal om hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze iets winn<strong>en</strong>.<br />
= 1 (want dat laatste is algem<strong>en</strong>e info, algeme<strong>en</strong> geformuleerd)<br />
- ‘ball<strong>en</strong>’ alle<strong>en</strong> is niet g<strong>en</strong>oeg<br />
- met de bal spel<strong>en</strong> = 0<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
item 18: vorm van de uitleg bij attractie 5<br />
item 19: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 6<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- schietbarak = 1<br />
- schietmol<strong>en</strong> = 0<br />
- schiet<strong>en</strong> = 0 (vergelijk ‘ball<strong>en</strong> gooi<strong>en</strong>’ bij attractie 5)<br />
item 20: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 6<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- ‘geweer’ vermeld, maar ‘schiet<strong>en</strong>’ niet = 1<br />
- Daar staat zoiets recht <strong>en</strong> daar moet je dan teg<strong>en</strong> schiet<strong>en</strong>. = 1 (e<strong>en</strong> beetje onhandig geformuleerd,<br />
maar het kan nog wel)<br />
- Bij 6 moet<strong>en</strong> ze op ber<strong>en</strong> schiet<strong>en</strong>. = 1 (wordt als algeme<strong>en</strong> beschouwd, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />
- Je moet oplett<strong>en</strong> dat je niet op het speelgoed/op de ber<strong>en</strong> schiet. = 1 (wordt als algeme<strong>en</strong><br />
beschouwd, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />
item 21: vorm van de uitleg bij attractie 6<br />
item 22: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 7<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- e<strong>en</strong> verplaatsbaar barretje = 1<br />
- (snoep)winkeltje = 1<br />
- e<strong>en</strong> gewone kraam = 0<br />
- Er zijn ook kram<strong>en</strong> met frietjes of ijsjes. Daar kan je frietjes of ijsjes kop<strong>en</strong>. = 0 (wel 1 <strong>voor</strong><br />
item 23; dit kan niet als definitie én algem<strong>en</strong>e uitleg geld<strong>en</strong>)<br />
- e<strong>en</strong> kraam dat BARBAPAPA heet = 0<br />
- Dat is e<strong>en</strong> Barbapapa. = 0<br />
item 23: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 7<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- e<strong>en</strong> mevrouw die ijsjes, lekstokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> suikerspinn<strong>en</strong> verkoopt = 1 (wordt als algeme<strong>en</strong><br />
beschouwd, ook al zijn die precies de drie ding<strong>en</strong> die op de tek<strong>en</strong>ing te zi<strong>en</strong> zijn)<br />
- de ijsvrouw = 1<br />
- e<strong>en</strong> kraam waar je snoepjes kan kop<strong>en</strong> = 1 (eerder item 23 dan 22, want het zegt wat er<br />
gebeurt)<br />
- Daar kan je iets kop<strong>en</strong>/nem<strong>en</strong>: ... = 1 (in dit geval moet<strong>en</strong> er <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> bij, want anders<br />
zegt het niet g<strong>en</strong>oeg)<br />
- Dit is e<strong>en</strong> snoepkraam. Daar kan je snoep kop<strong>en</strong>. = 1 (<strong>voor</strong> item 22 én 23)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
17
2<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
18<br />
item 24: vorm van de uitleg bij attractie 7<br />
item 25: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 8<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- paard<strong>en</strong>mol<strong>en</strong> = 1<br />
- ‘mol<strong>en</strong>’ is onvoldo<strong>en</strong>de (meestal volgt er nog iets, zodat het op e<strong>en</strong> omschrijving (item 32)<br />
neerkomt)<br />
- kermis(mol<strong>en</strong>) = 0<br />
item 26: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 8<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- e<strong>en</strong> mol<strong>en</strong> met ... = 1<br />
- e<strong>en</strong> mol<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kleine kindjes = 1<br />
- Je moet de flosj prober<strong>en</strong> te pakk<strong>en</strong>. = 1 (algeme<strong>en</strong>, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />
- Als je de flosj pakt, mag je nog e<strong>en</strong> keer. = 1 (algeme<strong>en</strong>, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />
- i.p.v. ‘flosj’: vodje, sliertjes, draadjes, staart, ... = 1<br />
- Die jong<strong>en</strong> probeert de flosj te pakk<strong>en</strong>. (tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>) Dan mag je nog e<strong>en</strong> keer. = 1<br />
(want dat laatste is algem<strong>en</strong>e info, algeme<strong>en</strong> geformuleerd)<br />
- ... zoiets waar ge kunt inzitt<strong>en</strong> met autokes <strong>en</strong> dan moet ge prober<strong>en</strong> zoiets te pakk<strong>en</strong>... = 0<br />
- daar kunt ge iets vang<strong>en</strong> = 0<br />
- auto’s rij<strong>en</strong> = 0 (daar stel je je iets anders bij <strong>voor</strong>)<br />
- info over de prijz<strong>en</strong> kan soms eerder ‘algeme<strong>en</strong>’ lijk<strong>en</strong> (vgl. flosj), maar is toch tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>,<br />
dus wordt hier niet beoordeeld<br />
item 27: vorm van de uitleg bij attractie 8<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Daar kan je iets zitt<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> auto of zo. = 0<br />
- Daar kunt ge teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bal. = 0<br />
- Dat is om op de draaimol<strong>en</strong> te gaan. = 0 (want het lijkt alsof het over iets anders gaat) (wel<br />
1 <strong>voor</strong> item 25)<br />
item 28: spreekgemak (rondleiding als geheel)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de spreektoets ‘Het was kermis’<br />
HET WAS KERMIS • sprek<strong>en</strong> <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde tweede trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
21 – 2816 – 20 11 – 15 7 – 10 min 7<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
19
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
sprek<strong>en</strong><br />
totaal<br />
op 28<br />
attractie<br />
attractie<br />
attractie<br />
attractie attractie attractie attractie<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28<br />
leerling<br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
sprek<strong>en</strong><br />
1 2<br />
3 2<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
8<br />
3<br />
3<br />
5<br />
6<br />
8<br />
7<br />
1<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
bijlage A
Scoretabel Naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam: ................................................ .nr............ Datum: ... / ... / ...<br />
sprek<strong>en</strong><br />
Leerling b<strong>en</strong>oemt Leerling omschrijft of geeft Leerling geeft ess<strong>en</strong>tiële informatie Leerling geeft extra informatie<br />
de attractie algem<strong>en</strong>e uitleg over over wat er op de tek<strong>en</strong>ing bij over wat er op de tek<strong>en</strong>ing bij<br />
de attractie de attractie te zi<strong>en</strong> is de attractie te zi<strong>en</strong> is<br />
(WAT IS HET?) (WAT KAN JE ER DOEN?)<br />
2 3<br />
Attractie 2 mogelijke gegev<strong>en</strong>s: zeker (voldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong> score 1): E<strong>en</strong> meisje/kind rijdt <strong>voor</strong>bij/ kijkt/<br />
auto-scooter - daar rijd<strong>en</strong> allemaal autootjes rond Twee kinder<strong>en</strong>/jong<strong>en</strong>s zijn gebotst. lacht.<br />
botsauto’s - die hang<strong>en</strong> vast aan het dak<br />
(of andere b<strong>en</strong>aming) - je moet dan rondrijd<strong>en</strong>/bots<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel (levert ge<strong>en</strong> hogere score op):<br />
Hun wag<strong>en</strong>tjes zijn omgekanteld.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
<strong>leerjaar</strong><br />
tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>: Eén jong<strong>en</strong> is eruit gevall<strong>en</strong>.<br />
Als je heel hard botst, kan je omvervall<strong>en</strong>.<br />
Attractie 3 - dat is e<strong>en</strong> groot ding dat ronddraait zeker: Onder de jong<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> nog twee<br />
(groot) rad - je zit in e<strong>en</strong> bakje dat eraan hangt E<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> zit op de rand van bakje kinder<strong>en</strong>/m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. (En die kijk<strong>en</strong><br />
reuz<strong>en</strong>rad - als het draait kan je niet opstapp<strong>en</strong> in het groot rad. naar bov<strong>en</strong>).<br />
- bov<strong>en</strong> kan je heel veel zi<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>tueel (levert ge<strong>en</strong> hogere score op):<br />
tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>: Dat is gevaarlijk/mag niet!<br />
Je mag niet op de rand van het bakje<br />
gaan zitt<strong>en</strong>. (Dat is gevaarlijk./<br />
Dat mag niet.)<br />
Attractie 4 - je kan er op e<strong>en</strong> paard zitt<strong>en</strong> zeker: De man/cowboy) zwaait met zijn<br />
paard<strong>en</strong> - er zijn meestal grotere <strong>en</strong> kleinere E<strong>en</strong> paard stapt uit de ronde. arm<strong>en</strong>/maakt zich boos/ roept het<br />
paard<strong>en</strong> of: E<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> gaat (met paard) uit de paard terug/...<br />
- er staat iemand bij met e<strong>en</strong> zweep ronde.<br />
ev<strong>en</strong>tueel met e<strong>en</strong> evaluatie erbij:<br />
tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>: Dat mag niet / Wat gaat er nu gebeur<strong>en</strong>?<br />
... (verder over persoon die erbij staat:)<br />
om er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat de paard<strong>en</strong><br />
niet ontsnapp<strong>en</strong><br />
of: Je mag niet met je paard uit de ring<br />
gaan.<br />
bijlage B
sprek<strong>en</strong><br />
Attractie 5 - daar moet je met ball<strong>en</strong><br />
ball<strong>en</strong>kraam pott<strong>en</strong>/blikk<strong>en</strong> omgooi<strong>en</strong><br />
- als het lukt win je e<strong>en</strong> prijs<br />
Attractie 6 - je moet prober<strong>en</strong> op staafjes/<br />
schietkraam ballonnetjes te schiet<strong>en</strong><br />
schiett<strong>en</strong> - als het lukt win je e<strong>en</strong> prijst<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3 2<br />
tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>:<br />
Je moet oplett<strong>en</strong> dat je niet teg<strong>en</strong><br />
de ber<strong>en</strong>/het speelgoed schiet.<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
Attractie 7 - daar kan je allemaal lekkere<br />
snoepkraam ding<strong>en</strong>(...) kop<strong>en</strong>(lekstokk<strong>en</strong>,<br />
ijsjeskraam ijsjes, suikerspinn<strong>en</strong>)<br />
(of andere)<br />
Attractie 8 - je kan daarop zitt<strong>en</strong> op ...<br />
(draai)mol<strong>en</strong> - het draait rond<br />
tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />
Je moet prober<strong>en</strong> de flosj te pakk<strong>en</strong>.<br />
(Als het lukt mag je nog e<strong>en</strong> keer.)<br />
Bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong><br />
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />
bijlage B
4<br />
2<br />
8<br />
3<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
6<br />
7<br />
kopieerblad<br />
1<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C1
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
kopieerblad<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C2
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
kopieerblad<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C3
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
3<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C4
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
4<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C5
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
5<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C6
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
kopieerblad<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C7
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
7<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C8
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
8<br />
sprek<strong>en</strong><br />
3 2<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C9
SCHRIJVEN
OP EEN ONBEWOOND EILAND<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong> dat ze op e<strong>en</strong> onbewoond eiland zitt<strong>en</strong>. Ze<br />
schrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> briefje naar hun vri<strong>en</strong>dje waarin ze vrag<strong>en</strong> of hij ook naar het<br />
eiland wil kom<strong>en</strong>, of hij e<strong>en</strong> aantal spull<strong>en</strong> wil meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> of hij aan hun<br />
ouders e<strong>en</strong> boodschap wil doorgev<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing is deze opdracht nog<br />
e<strong>en</strong>s gevisualiseerd.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal-individueel<br />
Na e<strong>en</strong> korte klassikale introductie waarin de situatie <strong>voor</strong>gesteld wordt <strong>en</strong><br />
de opdracht uitgelegd wordt, schrijv<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel het briefje.<br />
scoring De toets kan gescoord word<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> lijst van 14 items.<br />
Deze lijst omvat inhoudelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die het briefje moet bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vormelijke eis<strong>en</strong> waaraan het briefje moet voldo<strong>en</strong>.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> blad met drie kleine tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het onbewoond<br />
eiland (bijlage A), e<strong>en</strong> blad met de grote tek<strong>en</strong>ing van het onbewoond<br />
eiland <strong>en</strong> de toetsinstructie (bijlage B), <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijntjesblad (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1
1<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Deel de blad<strong>en</strong> met de drie tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onbewoond eiland (zie bijlage A) uit. Houd met de<br />
leerling<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de introductie. De bedoeling ervan is dat het concept ‘onbewoond eiland’ duidelijk<br />
wordt <strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> zich in de situatie inlev<strong>en</strong>.<br />
Wet<strong>en</strong> jullie dat er op aarde piepkleine eilandjes bestaan waar ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
m<strong>en</strong>s woont? Sommige van die eilandjes zijn zo klein dat er maar e<strong>en</strong><br />
paar bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> plant<strong>en</strong> op groei<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong> zijn wat groter. Daar heb je<br />
soms e<strong>en</strong> heel bos <strong>en</strong> lev<strong>en</strong> er ook dier<strong>en</strong>.<br />
(Toon op e<strong>en</strong> wereldbol of wereldkaart <strong>en</strong>kele hele kleine eilandjes.)<br />
Zo’n eiland waar niemand woont, noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> onbewoond eiland. Kijk<br />
maar naar de eerste tek<strong>en</strong>ing. Daarop zie je e<strong>en</strong> onbewoond eiland.<br />
Wie is er al e<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> onbewoond eiland geweest? Waar was dat<br />
eiland? Was het e<strong>en</strong> groot eiland? Kan je e<strong>en</strong>s vertell<strong>en</strong> hoe het eruitzag?<br />
Stel je nu <strong>voor</strong>: je b<strong>en</strong>t helemaal alle<strong>en</strong> op zo’n onbewoond eiland beland.<br />
Hoe zou je daar terechtgekom<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn?<br />
(Laat de leerling<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> antwoord verzinn<strong>en</strong>. Wanneer ze niets kunn<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, suggereer dan ‘e<strong>en</strong><br />
afgedrev<strong>en</strong> luchtmatras’ of ‘gestrand met e<strong>en</strong> roeibootje’, ...)<br />
Het is lekker warm op dat eiland. Er is e<strong>en</strong> prachtig wit strand, <strong>en</strong> je kan<br />
er de hele dag spel<strong>en</strong>. Met takk<strong>en</strong> <strong>en</strong> blader<strong>en</strong> heb je e<strong>en</strong> hutje gebouwd<br />
waar je ’s nachts in slaapt. (Wijs de leerling<strong>en</strong> op de tweede tek<strong>en</strong>ing.) Over et<strong>en</strong> hoef<br />
je je ge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, want er hangt heerlijk fruit aan de bom<strong>en</strong>. En<br />
in het midd<strong>en</strong> van het eiland is er e<strong>en</strong> bronnetje waar je fris water kan<br />
drink<strong>en</strong>. Er won<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aardige dier<strong>en</strong> op het eiland zoals e<strong>en</strong> aapje <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> grote papegaai.<br />
(Wijs de leerling<strong>en</strong> op de <strong>derde</strong> tek<strong>en</strong>ing.)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
Geef de leerling<strong>en</strong> het blad met de tek<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> onbewoond eiland <strong>en</strong> de toetsinstructie (zie bijlage<br />
B) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijntjesblad. Laat de leerling<strong>en</strong> op het lijntjesblad hun naam (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel klasnummer) schrijv<strong>en</strong>.<br />
Op de grote tek<strong>en</strong>ing zie je jezelf op het onbewoond eiland.<br />
Je vindt het heel fijn op het eiland. Zo fijn dat je er wel zou will<strong>en</strong> won<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> tijdje. Maar toch mis je <strong>en</strong>kele ding<strong>en</strong>. Aan die ding<strong>en</strong> zit je te<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Dat zie je in de d<strong>en</strong>kballonnetjes staan.<br />
(Wijs de leerling<strong>en</strong> op de d<strong>en</strong>kballonnetjes. Leg uit dat die d<strong>en</strong>kballonnetjes lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> waaraan de jong<strong>en</strong><br />
op de tek<strong>en</strong>ing d<strong>en</strong>kt. Vergelijk de d<strong>en</strong>kballonnetjes met tekstballonnetjes uit e<strong>en</strong> stripverhaal.)<br />
Je mist je beste vri<strong>en</strong>dje om mee te spel<strong>en</strong>. (Wijs de leerling<strong>en</strong> op de eerste d<strong>en</strong>kballon.)<br />
Je wil graag televisie kijk<strong>en</strong>, je wil je liefste knuffelbeer bij je hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
lekkere snoep zou je smak<strong>en</strong>. (Wijs op de tweede d<strong>en</strong>kballon.)<br />
En je d<strong>en</strong>kt ook aan je ouders die het nu zonder jou moet<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>. (Wijs<br />
op de <strong>derde</strong> d<strong>en</strong>kballon.)<br />
Je wordt er zelfs e<strong>en</strong> beetje droevig van.<br />
Plots krijg je e<strong>en</strong> idee. Je besluit om e<strong>en</strong> briefje te schrijv<strong>en</strong> naar je<br />
vri<strong>en</strong>dje. Je hebt in je broekzak nog e<strong>en</strong> stuk papier <strong>en</strong> e<strong>en</strong> potloodje<br />
zitt<strong>en</strong>. En op het strand ligt e<strong>en</strong> aangespoelde glaz<strong>en</strong> fles.<br />
Het briefje stop je in de fles. Dan blijft het briefje droog. De fles gooi je in<br />
de zee. Je hoopt dat de fles met het briefje op e<strong>en</strong> dag aan de Belgische<br />
kust aanspoelt <strong>en</strong> dat je vri<strong>en</strong>dje het briefje vindt.<br />
Wat ga je precies in dat briefje schrijv<strong>en</strong>?<br />
(Geef onmiddellijk zelf e<strong>en</strong> antwoord op deze vraag.)<br />
E<strong>en</strong>, je vraagt of je vri<strong>en</strong>dje ook naar het eiland wil kom<strong>en</strong>. Je vertelt hem<br />
natuurlijk waarom het zo fijn is op het onbewoond eiland. Je mag zelf<br />
verzinn<strong>en</strong> wat je zo fijn aan het eiland vindt.<br />
(Wijs de leerling<strong>en</strong> opnieuw op de eerste d<strong>en</strong>kballon.)<br />
Twee, je vraagt of je vri<strong>en</strong>dje de spull<strong>en</strong> die je mist, wil meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
(Wijs opnieuw op de tweede d<strong>en</strong>kballon.)<br />
Drie, je vraagt of je vri<strong>en</strong>dje aan je ouders wil vertell<strong>en</strong> dat alles goed met<br />
je gaat, én dat je nog e<strong>en</strong> poosje op het eiland blijft.<br />
(Wijs opnieuw op de <strong>derde</strong> d<strong>en</strong>kballon.)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
3
1<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
Ga na of alle leerling<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat ze in het briefje moet<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> dit niet het geval<br />
is, herhaal je de opdracht. Doe dit met zoveel mogelijk dezelfde woord<strong>en</strong>. Zo br<strong>en</strong>g je ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> of<br />
formulering<strong>en</strong> aan die de leerling<strong>en</strong> extra zoud<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om het briefje te schrijv<strong>en</strong>.<br />
Deze opdracht wordt onder de tek<strong>en</strong>ing nog e<strong>en</strong>s herhaald. De opdracht moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nog<br />
e<strong>en</strong>s lez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ze aan het briefje beginn<strong>en</strong>.<br />
Als de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> over woord<strong>en</strong>schat of schrijfwijze, spoor h<strong>en</strong> dan aan om het alle<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
zo goed mogelijk op te loss<strong>en</strong>.<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- blad met drie kleine tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het onbewoond eiland (bijlage A)<br />
- blad met grote tek<strong>en</strong>ing van het onbewoond eiland <strong>en</strong> toetsinstructies (bijlage B)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoringswijzer bij de schrijftoets ‘EILAND’<br />
<strong>voor</strong> het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
Deze toets is e<strong>en</strong> creatieve opdracht <strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die wellicht op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier<br />
ingevuld. Door de precieze formulering van de opdracht <strong>en</strong> het feit dat we met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>,<br />
hebb<strong>en</strong> we <strong>voor</strong>af geprobeerd om de leerling<strong>en</strong> op de juiste weg te zett<strong>en</strong>, zodat we vrij precies kunn<strong>en</strong><br />
bepal<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> goed verhaal kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
Van wez<strong>en</strong>lijk belang is hier dat de leerling<strong>en</strong> de boodschap op e<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> leesbare manier overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
naar hun publiek (= leeftijdg<strong>en</strong>oot). Dat algem<strong>en</strong>e criterium vertal<strong>en</strong> we in e<strong>en</strong> lijst van 14 items,<br />
on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> waaraan de brief moet voldo<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goede brief te zijn. Het gaat zowel om inhoudelijke<br />
gegev<strong>en</strong>s als vormelijke eis<strong>en</strong>. Hieronder vind je de items, met telk<strong>en</strong>s de nodige uitleg <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />
van effectieve uiting<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> die als goed of fout werd<strong>en</strong> beschouwd.<br />
In de schrijfproduct<strong>en</strong> van jouw leerling<strong>en</strong> zal je weer andere uiting<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Het is belangrijk deze<br />
zoveel mogelijk in de lijn van het onderstaande, objectief <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t te beoordel<strong>en</strong>.<br />
Voor e<strong>en</strong> goed item scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> 1, <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> fout 0. De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de<br />
items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel. In de meest linkse kolom komt het<br />
nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de<br />
nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats<br />
<strong>voor</strong> de totaalscore.<br />
Beoordelingscriteria, beschrijving <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />
De items 3, 5, 7, 9 <strong>en</strong> 11 zijn vormelijke items, d.w.z. met die items wordt de vorm van de inhoudelijke<br />
elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beoordeeld.<br />
Per inhoudelijk elem<strong>en</strong>t wordt beoordeeld of de zin(n<strong>en</strong>) <strong>vlot</strong> <strong>en</strong> goedgebouwd is (zijn). Zinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonsvorm (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp <strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong>) die congruer<strong>en</strong>.<br />
Uitzondering hierop vorm<strong>en</strong> heel minimale, maar niettemin juist gevormde zinn<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld: Heel<br />
fijn! = 1 <strong>voor</strong> item 4 (dit is correct als conclusie, ook al bevat deze zin ge<strong>en</strong> werkwoord.)<br />
Wanneer e<strong>en</strong> zin slecht gevormd is (bij<strong>voor</strong>beeld onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm niet gecongrueerd of<br />
onvolledige/kromme zinn<strong>en</strong>), scoort de leerling <strong>voor</strong> het vormelijk item in kwestie 0. Dit staat immers de<br />
duidelijkheid in de weg.<br />
Ontbrek<strong>en</strong>de lidwoord<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> veel <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de fout bij NT2-leerling<strong>en</strong>) vorm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aanleiding <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
0-score bij dit item.<br />
Foute <strong>voor</strong>zetels zolang ze de begrijpelijkheid niet in de weg staan, word<strong>en</strong> niet als fout aangerek<strong>en</strong>d.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld: Ik woon in e<strong>en</strong> onbewoond eiland is goed.<br />
Als de leerling e<strong>en</strong> inhoudelijke item niet vermeldt, scoort hij <strong>voor</strong> het bijbehor<strong>en</strong>de vormelijk item<br />
automatisch ook 0.<br />
Hieronder staat e<strong>en</strong> / (schuine streep) tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>.<br />
Wat tuss<strong>en</strong> haakjes staat ( ) is niet noodzakelijk, maar mag erbij.<br />
Eén item is e<strong>en</strong> geheel: 1 of 0<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
5
1<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
item 1 aanspreking / begroeting<br />
E<strong>en</strong> naam is g<strong>en</strong>oeg.<br />
E<strong>en</strong> aanspreking die als titel bov<strong>en</strong> het briefje is gezet, wordt ook goedgerek<strong>en</strong>d. Dit geldt<br />
echter niet als de leerling er e<strong>en</strong> echt verhaaltje van heeft gemaakt ipv e<strong>en</strong> briefje.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Bert, je moet kom<strong>en</strong> = 1<br />
- Hallo = 1<br />
- Vri<strong>en</strong>d, … = 1<br />
- Mama <strong>en</strong> papa, … = 1 (ook al moet de leerling e<strong>en</strong> briefje naar zijn vri<strong>en</strong>dje schrijv<strong>en</strong>)<br />
item 2 vrag<strong>en</strong> of het vri<strong>en</strong>dje wil kom<strong>en</strong><br />
Dit mag ook in de gebied<strong>en</strong>de vorm gebeur<strong>en</strong> (ipv e<strong>en</strong> vraag). Als het woord ‘eiland’ niet in de<br />
vraag is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, moet het uit het <strong>voor</strong>gaande duidelijk zijn dat het om e<strong>en</strong> eiland gaat.<br />
De vraag moet aan het vri<strong>en</strong>dje gericht zijn <strong>en</strong> niet aan de ouders.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Wil je mij e<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong>? = 1<br />
- Wil je naar het eiland kom<strong>en</strong>? =1<br />
- Ik woon nu op e<strong>en</strong> onbewoon eiland. Zal je kom<strong>en</strong>? = 1 (in de vraag is ‘eiland’ niet<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar uit de <strong>voor</strong>gaande zin is het duidelijk dat de leerling zijn vri<strong>en</strong>dje vraagt<br />
om naar het eiland te kom<strong>en</strong>.)<br />
- Wil je naar het onbewoont kom<strong>en</strong>? = 0<br />
item 3 vorm item 2<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Wil je naar het eiland wil kom<strong>en</strong> = 1<br />
- Gaan jij kom<strong>en</strong>? = 0 (ge<strong>en</strong> congru<strong>en</strong>tie)<br />
item 4 waarom het fijn is op het eiland<br />
De leerling moet e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> (of meerdere) gev<strong>en</strong> waarom het fijn is op het eiland. Dit kan<br />
impliciet aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het kan ook helemaal op het einde van de brief vermeld zijn.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Je kunt zwemm<strong>en</strong>. Ik heb e<strong>en</strong> kamp gebouwd = 1 (impliciet)<br />
- Het is hier zo tof, het is precies e<strong>en</strong> oerwoud = 1<br />
- We gaan alletwee e<strong>en</strong> kamp bouw<strong>en</strong> = 1<br />
- Dan kunn<strong>en</strong> we kokosnot<strong>en</strong> <strong>en</strong> banan<strong>en</strong> et<strong>en</strong> = 1<br />
- Het is hier fijn hoor = 0 (geeft ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> aan)<br />
- Als je veel speelgoed me<strong>en</strong>eemt, gaan we ons amuser<strong>en</strong> = 0 (geeft niet aan dat het eiland zelf<br />
fijn is)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
item 5 vorm item 4<br />
item 6 vrag<strong>en</strong> of het vri<strong>en</strong>dje drie ding<strong>en</strong> wil meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
Om op dit item te scor<strong>en</strong> is het niet noodzakelijk dat de leerling in zijn brief zijn vri<strong>en</strong>dje<br />
gevraagd heeft om te kom<strong>en</strong>.<br />
Dit mag ook in de gebied<strong>en</strong>de vorm staan. E<strong>en</strong> ‘ik wil/mis’-constructie zonder vraag of het kan<br />
meegebracht word<strong>en</strong>, is niet g<strong>en</strong>oeg!<br />
De ding<strong>en</strong> (TV, snoepjes, beer) moet<strong>en</strong> alledrie vermeld word<strong>en</strong>, bijkom<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong><br />
leidt niet tot e<strong>en</strong> 0-score.<br />
‘Knuffel’ <strong>voor</strong> ‘beer’ is goed.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Br<strong>en</strong>g mijn deddy beer, e<strong>en</strong> beetje snoep <strong>en</strong> de TV = 1<br />
- Kan je mijn knuffelbeer, zaklamp <strong>en</strong> televicie meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> = 0 (snoepjes zijn niet vermeld)<br />
- Ik wil mijn beer, TV <strong>en</strong> snoep = 0 (als niet expliciet gevraagd wordt om dit mee te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>)<br />
item 7 vorm item 6<br />
item 8 vrag<strong>en</strong> of het vri<strong>en</strong>dje aan de ouders wil vertell<strong>en</strong> dat alles goed is<br />
De drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, ‘zegg<strong>en</strong>’, ‘ouders’, ‘alles goed’, moet<strong>en</strong> vermeld word<strong>en</strong>. Dit kan wel<br />
impliciet gebeur<strong>en</strong>.<br />
Dit item wordt vaak sam<strong>en</strong> met item 10 in één zin vermeld.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Zeg naar mijn mama <strong>en</strong> papa dat ik hier goed b<strong>en</strong> = 1<br />
- Zeg ook aan mijn ouders dat ik hier veel speel = 1 (impliciet wordt aangegev<strong>en</strong> dat het goed<br />
gaat)<br />
- Laat mijn ouders wet<strong>en</strong> dat het in orde is met mij = 1<br />
- Zeg aan mijn ouders dat ze niet ongerust moet<strong>en</strong> zijn = 1<br />
- Mama <strong>en</strong> papa, hoe gaat het? = 0<br />
- Zeg dat het mij gaat = 0<br />
item 9 vorm item 8<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Ga je naar mijn ouders zegg<strong>en</strong> dat ik goed b<strong>en</strong> = 1<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
7
1<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
item 10 vrag<strong>en</strong> of het vri<strong>en</strong>dje aan de ouders wil vertell<strong>en</strong> dat hij (de schrijver van de brief) nog<br />
ev<strong>en</strong> op het eiland blijft<br />
Ook hier moet<strong>en</strong> de drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, ‘zegg<strong>en</strong>’, ‘ouders’, ‘blijv<strong>en</strong>’, vermeld word<strong>en</strong>. Wanneer dit<br />
sam<strong>en</strong> in één zin met item 8 is, hoev<strong>en</strong> de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ‘zegg<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘ouders’ uiteraard niet dubbel<br />
vermeld te word<strong>en</strong>.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Zeg teg<strong>en</strong> mama <strong>en</strong> papa dat ik niet zal kom<strong>en</strong> = 1<br />
- Ik blijf m’n hele lev<strong>en</strong> hier. Zeg dat aan mijn ouders = 1<br />
item 11 vorm item 10<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Zeg teg<strong>en</strong> mijn ouders dat ik daar nog wat blijv<strong>en</strong> = 0<br />
item 12 afsluiting<br />
item 13 geheel<br />
De eig<strong>en</strong> naam (van de briefschrijver) hoeft niet vermeld te word<strong>en</strong>.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Groetjes = 1<br />
- Ik mis je heel veel = 1<br />
- Danku = 1<br />
Met dit item wordt beoordeeld of de brief e<strong>en</strong> logische structuur bevat, of het <strong>vlot</strong> leest én of het<br />
e<strong>en</strong> afgerond geheel is. Wanneer dit allemaal het geval is, scoort de leerling 1 <strong>voor</strong> dit item. Let<br />
wel: om 1 te scor<strong>en</strong> hoeft het briefje niet noodzakelijk e<strong>en</strong> aanhef of e<strong>en</strong> afsluiting te bevatt<strong>en</strong>.<br />
item 14 afgebak<strong>en</strong>de zinn<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> zin beschouw<strong>en</strong> we als afgebak<strong>en</strong>d wanneer hij begint met e<strong>en</strong> hoofdletter of eindigt met<br />
e<strong>en</strong> punt (of ander leestek<strong>en</strong>). Wanneer e<strong>en</strong> leerling meer dan twee zinn<strong>en</strong> niet afbak<strong>en</strong>t, scoort<br />
hij 0 <strong>voor</strong> dit item.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de schrijftoets ‘EILAND’<br />
<strong>voor</strong> het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> – einde eerste trimester<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
EILAND • schrijv<strong>en</strong> <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde eerste trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
12 – 14 8 – 11 4 – 7 min 4 –<br />
Omdat de gemiddelde score op deze toets eerder laag is, kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet ver onder het<br />
gemiddelde scor<strong>en</strong>. Bijgevolg wordt er ge<strong>en</strong> E-norm onderscheid<strong>en</strong>.<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
9
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
totaal<br />
op 14<br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
Schrijf e<strong>en</strong> briefje naar je vri<strong>en</strong>dje.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
– Vraag of je vri<strong>en</strong>dje ook naar het eiland wil kom<strong>en</strong>.<br />
– Vertel waarom het zo fijn is op het onbewoond eiland. Dat mag je zelf verzinn<strong>en</strong>.<br />
– Vraag of je vri<strong>en</strong>dje de ding<strong>en</strong> die je mist, wil meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
– Vraag of je vri<strong>en</strong>dje aan je ouders wil vertell<strong>en</strong> dat alles goed met je gaat. Hij moet je ouders ook vertell<strong>en</strong><br />
dat je nog ev<strong>en</strong> op het eiland blijft won<strong>en</strong>.<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B
DE SLIMME OPLOSSING VAN NATHALIE<br />
e<strong>en</strong> verhaal schrijv<strong>en</strong> bij tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal bij zes ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
Wellicht zull<strong>en</strong> veel leerling<strong>en</strong> zich daarbij beperk<strong>en</strong> tot het beschrijv<strong>en</strong> van<br />
iedere tek<strong>en</strong>ing afzonderlijk. Andere leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in meer of mindere<br />
mate ook verband<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van het<br />
verhaal, e<strong>en</strong> gevarieerder woord<strong>en</strong>schat gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />
verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal-individueel<br />
De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de opdracht, bekijk<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> het<br />
verhaal.<br />
scoring De toets kan gescoord word<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> lijst van 13 items.<br />
Items 1 tot <strong>en</strong> met 9 van deze lijst hebb<strong>en</strong> betrekking op gegev<strong>en</strong>s (<strong>en</strong><br />
verband<strong>en</strong> daartuss<strong>en</strong>) die op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> terug te vind<strong>en</strong> zijn. Items 10<br />
tot <strong>en</strong> met 13 hebb<strong>en</strong> betrekking op vormelijke eis<strong>en</strong> waaraan het verhaal<br />
moet voldo<strong>en</strong>.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> blad met illustratieve tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij introductie<br />
(bijlage A), e<strong>en</strong> blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de toets (bijlage B) <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
lijntjesblad (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1
3<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Vertel de leerling<strong>en</strong> in het kort over Nathalie. Deel daarbij het blad uit met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die illustrer<strong>en</strong><br />
wat er verteld wordt (zie bijlage A).<br />
Dit is Nathalie. Deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> boek dat over haar<br />
geschrev<strong>en</strong> is. Het is e<strong>en</strong> boek <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> zo oud als jullie. Nathalie is<br />
ook ev<strong>en</strong> oud. Ze heeft twee ouders <strong>en</strong> e<strong>en</strong> baby-broertje. Het hele gezin<br />
woont in e<strong>en</strong> gewoon huis. Maar Nathalie is ge<strong>en</strong> gewoon kind: ze is e<strong>en</strong><br />
beetje speciaal.<br />
T<strong>en</strong> eerste wil ze niet won<strong>en</strong> waar ze nu woont. En ook niet met haar<br />
ouders <strong>en</strong> haar broertje. Ze wil helemaal alle<strong>en</strong> met haar rugzak (duid die<br />
aan op de tek<strong>en</strong>ing) de wereld intrekk<strong>en</strong>. Ze wil op reis gaan naar allerlei<br />
vreemde land<strong>en</strong>, op zee var<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> vliegtuig vlieg<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />
Daarom oef<strong>en</strong>t ze thuis: ze probeert op e<strong>en</strong> tapijt te vlieg<strong>en</strong>, ze slaat e<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong>t op in haar slaapkamer <strong>en</strong> slaapt erin.<br />
Maar dat is niet alles. Nathalie gaat ook op e<strong>en</strong> nogal gekke manier met<br />
haar broertje om. Ze gebruikt hem wanneer ze hem nodig heeft om te<br />
spel<strong>en</strong>. Ze haalt allemaal ding<strong>en</strong> met hem uit die je met baby’tjes niet<br />
kunt do<strong>en</strong>. Ze plaagt hem, ze maakt hem aan het schrikk<strong>en</strong>, ze stopt<br />
hem in haar rugzak <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Haar ouders durv<strong>en</strong> haar dan ook niet<br />
goed alle<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> met haar broertje.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
Maak dan de overgang naar de eig<strong>en</strong>lijke toets:<br />
Jullie wet<strong>en</strong> nu al e<strong>en</strong> paar belangrijke ding<strong>en</strong> over Nathalie. En jullie<br />
wet<strong>en</strong> ook hoe ze er uitziet. Dat is natuurlijk nog niet veel. Maar jullie<br />
kunn<strong>en</strong> je wel <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> dat Nathalie veel gekke <strong>en</strong> vreemde ding<strong>en</strong><br />
meemaakt. Elke dag beleeft ze wel iets omdat ze e<strong>en</strong> beetje bijzonder is.<br />
Meestal zijn dat ding<strong>en</strong> waar andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> heel erg mee kunn<strong>en</strong><br />
lach<strong>en</strong>, maar <strong>voor</strong> Nathalies ouders <strong>en</strong> haar broertje is het niet altijd<br />
ev<strong>en</strong> leuk.<br />
Kijk maar wat ze hier heeft uitgespookt.<br />
Geef de leerling<strong>en</strong> nu het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets (zie bijlage B). Het is niet de bedoeling<br />
dat er daarover <strong>en</strong>ige vorm van gesprek tuss<strong>en</strong> jou <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> of tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> onderling<br />
ontstaat. Ze mog<strong>en</strong> er <strong>en</strong>kel in stilte naar kijk<strong>en</strong>.<br />
Vertel dan dat dit e<strong>en</strong> bladzijde is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nieuw boek over Nathalie. Nu is er e<strong>en</strong> probleem. De<br />
tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn er al, maar er is nog ge<strong>en</strong> verhaal bij. En het boek moest eig<strong>en</strong>lijk al klaar zijn! Will<strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s prober<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> verhaal te schrijv<strong>en</strong>?<br />
B<strong>en</strong>adruk dat het e<strong>en</strong> gewoon doorlop<strong>en</strong>d tekstje moet zijn, e<strong>en</strong> lees-verhaal. Het mog<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong><br />
tekstballonnetjes bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />
Wat <strong>voor</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn dit? (e<strong>en</strong> stripverhaal) Wat kan er nog bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> stripverhaal staan? (tekstballonnetjes) Weet iedere<strong>en</strong> wat<br />
tekstballonnetjes zijn? Wat staat daarin? (Wat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />
elkaar zegg<strong>en</strong>.) Dit verhaal heeft ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes. Jullie gaan nu ge<strong>en</strong><br />
tekstballonnetjes schrijv<strong>en</strong>, maar wel het verhaal bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
vertell<strong>en</strong>. Je mag in je verhaal wel schrijv<strong>en</strong> wat de person<strong>en</strong> op de<br />
tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, maar niet alle<strong>en</strong> dat. Je moet <strong>voor</strong>al beschrijv<strong>en</strong> wat<br />
er gebeurt. Vertel in je verhaal wat er op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> is. Het<br />
stripverhaal wordt e<strong>en</strong> lees-verhaal. (Je kan ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> blad lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
doorlop<strong>en</strong>de tekst erop zonder tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.) Het leesverhaal kan je ook lez<strong>en</strong> zonder<br />
dat je de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet.<br />
Zeg de leerling<strong>en</strong> ook dat het e<strong>en</strong> verhaaltje moet zijn <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> leeftijd.<br />
Deel lijntjesblad<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> spoor de leerling<strong>en</strong> aan om aan het werk te gaan. Je mag h<strong>en</strong> vanaf hier in<br />
principe niet meer help<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij om e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> op expliciete<br />
vraag van de leerling<strong>en</strong>, al zoud<strong>en</strong> er eig<strong>en</strong>lijk op dat vlak ge<strong>en</strong> onduidelijkhed<strong>en</strong> meer mog<strong>en</strong> zijn.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
3
3<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
Als er vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld naar de werkwijze, herhaal dan nog e<strong>en</strong>s wat hierbov<strong>en</strong> staat. Reik ge<strong>en</strong><br />
strategie, woord<strong>en</strong>schat of spelling aan. Spoor de leerling<strong>en</strong> aan om op hun eig<strong>en</strong> manier duidelijk te<br />
mak<strong>en</strong> wat ze will<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>.<br />
Opmerking:<br />
Misschi<strong>en</strong> zal je veronderstell<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> de ‘clou’ van deze strip niet begrijp<strong>en</strong>. Er mag echter<br />
niet verder word<strong>en</strong> op ingegaan. De titel kan de leerling<strong>en</strong> op weg help<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder kunn<strong>en</strong> zij deze<br />
schrijfopdracht ook tot e<strong>en</strong> goed einde br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> door gewoon op te schrijv<strong>en</strong> wat zij op elk pr<strong>en</strong>tje zi<strong>en</strong>.<br />
Hieronder zie je de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het boek over Nathalie. Er zijn zes tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Die vertell<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal. Bekijk alle tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> eerst heel goed. Schrijf dan het verhaal over wat je op<br />
de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet. Het stripverhaal moet e<strong>en</strong> gewoon leesverhaal zonder tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Je mag dus ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes mak<strong>en</strong>.<br />
(tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>)<br />
De tek<strong>en</strong>ing uit de introductie <strong>en</strong> het stripverhaal uit de toets kom<strong>en</strong> uit:<br />
‘Nathalie. Mijn eerste wereldreis.’<br />
door Sergio Salma<br />
Casterman, Doornik.<br />
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de introductie (A)<br />
- blad met opdracht <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de toets zelf (B)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoringswijzer bij de schrijftoets<br />
‘De slimme oplossing van Nathalie’<br />
Deze toets is e<strong>en</strong> creatieve opdracht <strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die wellicht op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier<br />
ingevuld. Door de formulering van de opdracht <strong>en</strong> het feit dat we met ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
werk<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we <strong>voor</strong>af wel geprobeerd om de leerling<strong>en</strong> op de juiste weg te zett<strong>en</strong>, zodat we vrij<br />
precies kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> goed verhaal kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
Van wez<strong>en</strong>lijk belang is hier dat de leerling<strong>en</strong> de boodschap (= de informatie op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>) op e<strong>en</strong><br />
<strong>vlot</strong> leesbare manier overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> naar hun publiek (= leeftijdsg<strong>en</strong>oot). Dat algem<strong>en</strong>e criterium vertal<strong>en</strong><br />
we in e<strong>en</strong> lijst van 13 items, on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> waaraan het verhaal moet voldo<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goed verhaal te<br />
zijn. Het gaat zowel om inhoudelijke gegev<strong>en</strong>s, verband<strong>en</strong> als vormelijke eis<strong>en</strong>. Hieronder vindt u de<br />
items, met telk<strong>en</strong>s de nodige uitleg <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van effectieve uiting<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> die als goed of<br />
fout werd<strong>en</strong> beschouwd.<br />
In de schrijfproduct<strong>en</strong> van uw leerling<strong>en</strong> zal u weer andere uiting<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Het is belangrijk deze<br />
zoveel mogelijk in de lijn van het onderstaande, objectief <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t te beoordel<strong>en</strong>.<br />
Voor e<strong>en</strong> goed item scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> 1, <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> fout 0. De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de<br />
items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel. In de meest linkse kolom komt het<br />
nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de<br />
nummers van de items. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />
Beoordelingscriteria, beschrijving <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />
De items beoordel<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het verhaal afzonderlijk. Toch is het vaak zo dat deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
meestal niet op die manier van elkaar gescheid<strong>en</strong> zijn in de verhaaltjes van de leerling<strong>en</strong>. Vaak staan<br />
aspect<strong>en</strong> (die in de scoringswijzer afzonderlijk word<strong>en</strong> beoordeeld) sam<strong>en</strong> in één zin. In die gevall<strong>en</strong> zal<br />
één <strong>en</strong> dezelfde zin dan <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> aantal items beoordeeld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld: Nathalie valt met haar blik cola op de mat: 1 <strong>voor</strong> item 1, 2 <strong>en</strong> 3.<br />
Voor de items 1 tot <strong>en</strong> met 9 geldt dat de informatie volledig moet zijn, maar ook niet mis te verstaan.<br />
Als de informatie wordt gebracht in e<strong>en</strong> vorm die aanleiding geeft tot verkeerd begrip, scoort de leerling 0.<br />
Verkeerde vorm, <strong>voor</strong> zover deze de betek<strong>en</strong>is niet verstoort, geeft ge<strong>en</strong> aanleiding tot fout-rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zo<br />
houd<strong>en</strong> we er ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee of de leerling de informatie in e<strong>en</strong> goedgevormde zin heeft verpakt of<br />
niet. Met item 11 wordt de vorm van de zinn<strong>en</strong> in het geheel beoordeeld.<br />
Alle andere informatie die e<strong>en</strong> leerling ev<strong>en</strong>tueel in zijn verhaal heeft betrokk<strong>en</strong>, wordt niet beoordeeld,<br />
<strong>voor</strong> zover deze de duidelijkheid niet in het gedrang br<strong>en</strong>gt. Waar deze extra informatie onduidelijkheid<br />
schept over één van de onderstaande items, scoort de leerling <strong>voor</strong> dat item 0.<br />
Hieronder staat e<strong>en</strong> / (schuine streep) tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>.<br />
Wat tuss<strong>en</strong> ( ) is niet noodzakelijk, maar mag erbij. Eén item is e<strong>en</strong> geheel: 1 of 0.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
5
3<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
item 1: Nathalie valt<br />
item 2: de mat<br />
De leerling hoeft Nathalie niet te introducer<strong>en</strong>. Over Nathalie is al veel in de introductie verteld,<br />
<strong>en</strong> de leerling kan ervan uitgaan dat de lezer al wel weet dat het verhaaltje over haar gaat <strong>en</strong><br />
wat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> meisje zij is. De leerling mag dus onmiddellijk met het eerste gebeur<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> leerling te algeme<strong>en</strong> blijft <strong>en</strong> Nathalie niet bij naam noemt, scoort hij niet <strong>voor</strong> dit<br />
item. In de introductie is immers voldo<strong>en</strong>de duidelijk gemaakt dat het om Nathalie gaat (<strong>en</strong> niet<br />
zomaar e<strong>en</strong> meisje).<br />
Wanneer echter het verhaaltje vanuit de ik-persoon geschrev<strong>en</strong> wordt, moet de naam Nathalie<br />
niet vermeld word<strong>en</strong>.<br />
informatie die er zeker moet staan:<br />
Nathalie valt / struikelt (op / over de mat / het tapijt).<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Oei, nu struikel ik over de mat, zegt Nathalie.<br />
- Nathalie valt met e<strong>en</strong> blikje op de tapijt.<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- Ze valt op de mat. (wanneer de naam Nathalie niet vermeld wordt)<br />
- De voet van Nathalie is onder de tapijt. (het is niet duidelijk dat Nathalie valt)<br />
Bij welk stukje informatie de mat/het tapijt nu precies vermeld wordt, heeft ge<strong>en</strong> belang zolang<br />
het maar in de context is van Nathalie die erop/erover valt, <strong>en</strong>/of het blikje dat erop valt.<br />
Het gegev<strong>en</strong> ‘mat’ moet ook in het begin van het verhaal geïntroduceerd word<strong>en</strong>.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- De cola valt op de mat.<br />
- Nathalie struikelt over het karpetje.<br />
- De mat is nu helemaal vuil.<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- In haar kamer lag e<strong>en</strong> mooie mat. (Wanneer de mat wel vermeld wordt, maar niet dat<br />
Nathalie erover / erop valt, <strong>en</strong> / of dat het blikje erop valt.)<br />
item 3: blikje drank valt<br />
informatie die er zeker moet staan:<br />
Haar / Het blikje / busje drank / cola valt (op de mat/het tapijt)<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Nathalie valt met haar blikje op het tapijt.<br />
- Mmm, e<strong>en</strong> lekker blikje cola. Pats! Oei, wat nu gedaan? (onomatopee die in deze context<br />
duidelijk maakt dat het blikje valt. Of onomatopeeën volstaan om ‘het vall<strong>en</strong>’ duidelijk te<br />
mak<strong>en</strong>, hangt af van de duidelijkheid van de context.)<br />
Let op: de leerling schrijft hier tekstballonnetjes. Voor item 10 scoort hij dus 0. Maar <strong>voor</strong> de<br />
inhoudelijke items (1 t.e.m. 9) kan er wel gescoord word<strong>en</strong>, als de gegev<strong>en</strong>s uit de tekstballonnetjes<br />
duidelijk zijn, zoals in dit <strong>voor</strong>beeld.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
- Het blikje rolt op de mat.<br />
- Ik heb mijn cola gemorst. (impliceert dat de drank gevall<strong>en</strong> is)<br />
- Platsh, de cola loopt uit het blikje.<br />
- Mijn limonade ligt op moeders tapijt, zegt Nathalie.<br />
- Nathalie had e<strong>en</strong> blikje cola. Ze struikelde. To<strong>en</strong> lag de mat ook vol met cola. (dat de drank<br />
valt wordt hier impliciet gelat<strong>en</strong>, toch kan het gemakkelijk word<strong>en</strong> opgemaakt uit de context)<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- ‘Glas’ of ‘fles’ i.p.v. van blik of busje, want dat is het duidelijk niet.<br />
item 4: oorzaak: Nathalie valt/blikje drank valt – gevolg: vlek op de mat<br />
Het is ess<strong>en</strong>tieel <strong>voor</strong> het verhaal dat op de e<strong>en</strong> of ander manier wordt duidelijk gemaakt dat<br />
de mat vuil / nat is / dat er e<strong>en</strong> vlek op is. Dat kan ook op het einde van het verhaal vermeld<br />
word<strong>en</strong>. De oorzaak-gevolg relatie wordt dan heel impliciet gelat<strong>en</strong> in het verhaal. Dat is op<br />
zich niet fout.<br />
Wanneer de leerling echter het gegev<strong>en</strong> ‘dat de mat vuil is’ introduceert zonder dat er sprake<br />
is van Nathalie die (of haar blikje drank dat) valt, of wanneer het gegev<strong>en</strong> helemaal niet<br />
vermeld wordt in het verhaal (noch in het begin, noch op het einde) dan scoort de leerling <strong>voor</strong><br />
dit item 0.<br />
informatie die er zeker moet staan:<br />
De mat / het tapijt is vuil / nat.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Het tapijt is helemaal nat.<br />
- De cola valt op de mat. Nathalie kuist het niet op. (‘kuis<strong>en</strong>’ impliceert dat, in dit geval de mat<br />
vuil is)<br />
- Nu plakt de mat.<br />
- De cola valt op de mat ( - e<strong>en</strong> paar zinn<strong>en</strong> verder – Nathalie wandelt naar de colavlek.<br />
- De tapijt zit vol cola.<br />
- Haar blikje cola valt. Het is gemorst op de tapijt. (‘mors<strong>en</strong>’ impliceert dat er iets vuil<br />
geword<strong>en</strong> is)<br />
- Heel de mat hangt vol cola.<br />
- Ze br<strong>en</strong>gt haar broertje naar de vuile tapijt.<br />
- Het hele busje cola loopt leeg op de mat.<br />
- Alle cola valt op het tapijt.<br />
- De cola loopt uit op de mat.<br />
- Dan zet ze haar broer op de tapijt waar ze gemorst heeft.<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- Het blikje valt op de tapijt <strong>en</strong> het water is deruit. (niet expliciet g<strong>en</strong>oeg dat er e<strong>en</strong> vlek op de<br />
mat is.)<br />
- Ze morst cola. (als er nerg<strong>en</strong>s sprake is dat het op de mat is, wanneer bij<strong>voor</strong>beeld niet<br />
vermeld wordt dat Nathalie op/over de mat struikelt, <strong>en</strong>/of het blikje drank op de mat valt)<br />
- Er is cola op de mat gevall<strong>en</strong>. (niet expliciet g<strong>en</strong>oeg dat er e<strong>en</strong> vlek op de mat is/dat de mat<br />
vuil is)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
7
3<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
8<br />
item 5: broertje speelt<br />
Dit gegev<strong>en</strong> is niet ess<strong>en</strong>tieel <strong>voor</strong> het verhaal. Toch wordt het mee beoordeeld, omdat het de<br />
clou van het verhaal nog sterker maakt: het broertje speelt <strong>en</strong> is dus onschuldig (heeft niets<br />
te mak<strong>en</strong> met de vlek op de mat), maar Nathalie zorgt er<strong>voor</strong> dat het lijkt alsof het broertje de<br />
vlek heeft gemaakt (alsof hij heeft geplast op de mat).<br />
Wanneer e<strong>en</strong> leerling in zijn verhaal over het ‘zusje’ van Nathalie schrijft, wordt dit niet foutgerek<strong>en</strong>d.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> leerling de gegev<strong>en</strong>s/informatie over het broertje in de verkeerde volgorde<br />
schrijft, wordt dit wel foutgerek<strong>en</strong>d. In het verhaal is de volgorde immers belangrijk: het<br />
broertje speelt (onschuldig), dan gaat Nathalie hem paai<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zet hem t<strong>en</strong>slotte op de mat<br />
met de vlek (ze wil de schuld in zijn scho<strong>en</strong><strong>en</strong> schuiv<strong>en</strong>)<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld: Nathalie geeft haar broertje e<strong>en</strong> kusje, dan gaat hij spel<strong>en</strong>: de leerling scoort 0 op<br />
item 5 ‘broertje speelt’, omdat dit niet eerst vermeld wordt; <strong>voor</strong> item 7 ‘Nathalie is lief <strong>voor</strong><br />
haar broertje’ scoort de leerling dan wel 1.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> leerling mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> naam vermeldt (bij<strong>voor</strong>beeld: Tim speelt.) zonder eerst e<strong>en</strong><br />
aanduiding dat het om Nathalies broertje gaat, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> dit item. Voor de<br />
volg<strong>en</strong>de items (6, 7, 8 <strong>en</strong> 9) die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met het broertje wordt dit dan niet meer<br />
foutgerek<strong>en</strong>d.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> zin (of <strong>en</strong>kele zinn<strong>en</strong>) later pas vermeld wordt dat het om het broertje van<br />
Nathalie gaat, is dit ook goed <strong>en</strong> kan de leerling <strong>voor</strong> de items 5, 6, 7, 8 <strong>en</strong> 9 juist scor<strong>en</strong>.<br />
informatie die er zeker moet staan:<br />
Het (baby-)broertje (van Nathalie) speelt.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Nathalie gaat naar haar broertje dat aan het spel<strong>en</strong> is.<br />
- De baby is aan het spel<strong>en</strong>. (‘baby’ i.p.v. ‘broertje’ volstaat)<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- Nathalie speelt met haar broertje. (het moet duidelijk zijn dat het broertje alle<strong>en</strong> aan het<br />
spel<strong>en</strong> is <strong>en</strong> dus met de vlek cola niets te mak<strong>en</strong> heeft)<br />
item 6: Nathalie – broertje<br />
Nathalie gaat naar haar broertje/is nu bij haar broertje.<br />
De leerling moet op e<strong>en</strong> of andere manier duidelijk mak<strong>en</strong> dat Nathalie haar broertje ‘opzoekt’.<br />
Dat kan vrij impliciet gelat<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Dag broertje, zegt Nathalie poeslief.<br />
- Nathalie gaat naar haar broertje <strong>en</strong> geeft hem e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong>tje.<br />
- Nathalie pakt haar broertje op dat aan het spel<strong>en</strong> is.<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- Haar kleine broer speelt. Nathalie geeft haar broer e<strong>en</strong> kus. (ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanduiding dat<br />
Nathalie naar haar broertje toegaat)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
item 7: Nathalie is lief <strong>voor</strong> haar broertje<br />
Ook dit gegev<strong>en</strong> is niet echt ess<strong>en</strong>tieel, maar maakt de clou van het verhaal sterker: Nathalie<br />
doet lief teg<strong>en</strong> haar broertje (paait hem), omdat ze de schuld <strong>voor</strong> de vlek op hem wil stek<strong>en</strong>.<br />
dit gegev<strong>en</strong> kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> verwoord word<strong>en</strong>:<br />
Nathalie geeft haar broertje e<strong>en</strong> kusje / Nathalie pakt haar broertje op / Nathalie is lief teg<strong>en</strong><br />
haar broertje<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Nathalie geeft hem e<strong>en</strong> kusje.<br />
- Dag lief broertje van mij, je krijgt e<strong>en</strong> kusje, zegt Nathalie.<br />
- Waarom krijg ik nu ine<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong>, d<strong>en</strong>kt het broertje.<br />
- Nathalie doet poeslief teg<strong>en</strong> Tommeke.<br />
item 8: Nathalie zet haar broertje op de mat<br />
De leerling moet verwoord<strong>en</strong> dat Nathalie haar broertje op de mat zet. Dit moet heel expliciet<br />
zijn, omdat het om e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel elem<strong>en</strong>t in het verhaal gaat.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Nathalie zet haar broertje op de mat.<br />
- Ze br<strong>en</strong>gt hem naar de tapijt <strong>en</strong> zet hem op de cola. (als reeds vermeld is dat er cola op het<br />
tapijt gevall<strong>en</strong> is)<br />
- Ze zet hem op de vlek cola. (als reeds vermeld is dat er op de mat e<strong>en</strong> vlek cola is)<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- Haar broertje zit op de mat. (zonder aanwijzing dat Nathalie hem daarop gezet heeft/heeft<br />
do<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.)<br />
item 9: relatie: broertje op de mat – broertje heeft zogezegd vlek gemaakt<br />
In het verhaaltje van de leerling moet het duidelijk word<strong>en</strong> gemaakt dat Nathalie de schuld<br />
<strong>voor</strong> de vlek op haar broertje wil schuiv<strong>en</strong>. Dit kan heel expliciet gebeur<strong>en</strong> (Nathalie zet haar<br />
broertje op de mat, zodat haar ouders gaan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hij de vlek heeft gemaakt.) of eerder<br />
impliciet gelat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Heb je nu weer geplast, vraagt mama aan het broertje.), maar niet zo<br />
impliciet dat het nog moeilijk af te leid<strong>en</strong> valt (Ziezo, probleem opgelost! zonder meer).<br />
Op dit item kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescoord als ook op item 4 ‘oorzaak: Nathalie valt/blikje<br />
drank valt – gevolg: vlek op de mat’ werd gescoord. Immers, als niet duidelijk is in het verhaal<br />
dat Nathalie e<strong>en</strong> vlek op de mat heeft gemaakt, doet dit elem<strong>en</strong>t niet meer ter zake in het<br />
verhaal. De clou kan niet meer duidelijk word<strong>en</strong> gemaakt.<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Dan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ze dat broertje het heeft gedaan.<br />
- Nathalie zet Tim op de mat. Nu zull<strong>en</strong> haar ouders d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hij pipi heeft gedaan.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
9
3<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
10<br />
item 10: is het verhaal één tekstgeheel?<br />
item 11: zinn<strong>en</strong><br />
Is het schrijfproduct van de leerling echt e<strong>en</strong> verhaal = e<strong>en</strong> geheel van zinn<strong>en</strong> die op elkaar<br />
volg<strong>en</strong>?<br />
Of is het slechts e<strong>en</strong> opsomming met streepjes, losse stukjes tekst per pr<strong>en</strong>tje?<br />
Deze laatste k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> niet automatisch e<strong>en</strong> 0-score. Ook in geval van streepjes<br />
of tuss<strong>en</strong>gelat<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nog duidelijke talige verband<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gelegd.<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- Tekstballonnetjes-tekst (= geschrev<strong>en</strong> spreektaal), bij<strong>voor</strong>beeld: Waah, ik val. Wat nu? Ev<strong>en</strong><br />
broertje hal<strong>en</strong>. Ziezo probleem opgelost.<br />
In het geval van e<strong>en</strong> tekst in de vorm van tekstballonn<strong>en</strong> kan de leerling wel scor<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />
inhoudelijke gegev<strong>en</strong>s (item 1 t.e.m. 9) als die in het verhaal duidelijk zijn, maar dit zal<br />
omwille van de tekstballonnetjes-vorm meestal niet het geval zijn (zie het bov<strong>en</strong>staande<br />
<strong>voor</strong>beeld).<br />
E<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><strong>voor</strong>beeld is het volg<strong>en</strong>de: Oh nee, ik b<strong>en</strong> op de mat gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> de cola uit mijn<br />
blikje heeft e<strong>en</strong> vlek op de mat gemaakt. Wacht, ik heb e<strong>en</strong> idee. Kom broertje Tim, ik zet je<br />
op mat. Nu gaan mama <strong>en</strong> papa d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hij op de mat geplast heeft. De leerling scoort<br />
hier 1 op item 1, 2, 3, 4, 8 <strong>en</strong> 9, maar 0 op 10, want het is ge<strong>en</strong> lees-verhaaltje, maar de<br />
tekst bij e<strong>en</strong> stripverhaal (tekstballonnetjes).<br />
- Dialog<strong>en</strong> zonder beschrijving<strong>en</strong> ertuss<strong>en</strong>.<br />
- Wanneer de leerling nog e<strong>en</strong> vervolg aan het verhaal heeft geschrev<strong>en</strong> dat niet klopt of dat<br />
e<strong>en</strong> herhaling is van het eig<strong>en</strong>lijke verhaal.<br />
Schrijft de leerling in <strong>vlot</strong>te, goedgebouwde <strong>en</strong> gevarieerde zinn<strong>en</strong>?<br />
Wanneer de leerling bezittelijke <strong>voor</strong>naamwoord<strong>en</strong> fout gebruikt, wordt dit niet foutgerek<strong>en</strong>d,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld: Ze zette zijn broertje op de mat.<br />
Wanneer echter verwarring mogelijk is, <strong>en</strong> de inhoud daardoor niet meer duidelijk is, scoort de<br />
leerling <strong>voor</strong> het item in kwestie 0 (item 1 t.e.m. 9 – de inhoudelijke items), bij<strong>voor</strong>beeld:<br />
Nathalie ging naar haar broertje. Dan ging hij hem op de mat zett<strong>en</strong>. = 0 <strong>voor</strong> item 8 (het is<br />
niet duidelijk dat Nathalie haar broertje op de mat zet.)<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- Het geheel bevat meer dan één verkeerd gevormde zin. Dit betek<strong>en</strong>t hier concreet:<br />
‘onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm niet gecongrueerd.’ Bij<strong>voor</strong>beeld: Zij val op de tapijt.<br />
- Meerdere zinn<strong>en</strong> (niet noodzakelijk de hele tekst) lop<strong>en</strong> in elkaar over, niet van elkaar<br />
gescheid<strong>en</strong> door leestek<strong>en</strong>s.<br />
- De leerling vergeet in meer dan één zin ess<strong>en</strong>tiële on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong>. Meerdere zinn<strong>en</strong> zijn<br />
onvolledig.<br />
item 12: woord<strong>en</strong>schat<br />
De leerling gebruikt e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de rijke/gevarieerde woord<strong>en</strong>schat. Dit blijkt <strong>voor</strong>al uit<br />
bepaling<strong>en</strong>, beschrijving<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdrukking<strong>en</strong> die extra informatie gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verhaal<br />
aang<strong>en</strong>aam om lez<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
Als we hiervan minst<strong>en</strong>s twee <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>, scoort de leerling 1.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Let op: Alle soort<strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong>, van heel e<strong>en</strong>voudige als de mooie <strong>en</strong> dure tapijt tot bijna<br />
literaire als Nathalie, het meisje vol grapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> deug<strong>en</strong>ieterij<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier op één lijn<br />
gesteld. Er wordt ge<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> deze verschill<strong>en</strong>de niveaus.<br />
Bij dit item wordt niet beoordeeld of de leerling bepaalde elem<strong>en</strong>taire woord<strong>en</strong> niet of<br />
fout gebruikt!<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />
- Schattig broertje<br />
- Nathalie loopt weer te drom<strong>en</strong> van wereldreiz<strong>en</strong>.<br />
- ‘Nathalie bedacht to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pi<strong>en</strong>tere oplossing.<br />
- Stomverbaasd zat het broertje op de mat.<br />
item 13: perspectief<br />
Schrijft de leerling consequ<strong>en</strong>t vanuit hetzelfde, juiste perspectief? Belangrijk is dus in de eerste<br />
plaats dat de leerling <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald perspectief kiest <strong>en</strong> dat doorhe<strong>en</strong> het hele verhaal<br />
aanhoudt.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet het e<strong>en</strong> juist perspectief zijn. Wat is juist?<br />
- <strong>derde</strong> persoon <strong>en</strong>kelvoud<br />
- eerste persoon <strong>en</strong>kelvoud: als de leerling zich met Nathalie id<strong>en</strong>tificeert; in dat geval kan hij<br />
dialog<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of beschouw<strong>en</strong>d schrijv<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld: ‘Oei, ik val’, riep Nathalie. ‘Wat nu<br />
gedaan? Ik heb e<strong>en</strong> idee.’ Ze ging naar haar broertje dat aan het spel<strong>en</strong> was. ‘Kom e<strong>en</strong>s hier<br />
broertje.’ Ze pakte het broertje op <strong>en</strong> gaf hem e<strong>en</strong> kusje. Beschrijving <strong>en</strong> dialoog zijn hier op<br />
de juiste manier afgewisseld.<br />
Als op alle items 0 werd gescoord, dan wordt dit item ook automatisch 0 gescoord. Dit item is<br />
dan immers niet meer relevant.<br />
niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />
- Nu mag je met mij meekom<strong>en</strong>. Waarom zet zus mij hier? Hier wordt gewisseld van persoon,<br />
zonder dat dit wordt ‘aangekondigd’.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
11
3<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
12<br />
Normtabel bij de schrijftoets<br />
‘De slimme oplossing van Nathalie’<br />
NATHALIE • schrijv<strong>en</strong> <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde <strong>derde</strong> trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
11 - 13 8 - 10 4 - 7 1 - 3 0<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
13<br />
12<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
de<br />
mat<br />
1<br />
totaal<br />
op 13<br />
11<br />
zinn<strong>en</strong><br />
perspectief<br />
woord<strong>en</strong>schat<br />
10<br />
tekstgeheel<br />
broertje<br />
vlek<br />
broertje<br />
op de mat<br />
Nathalie<br />
lief<br />
Nathalie<br />
broertje<br />
broertje<br />
speelt<br />
vlek op<br />
mat<br />
drank<br />
valt<br />
Nathalie<br />
valt<br />
leerling<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
3 3<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
Hieronder zie je de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het boek over Nathalie. Er zijn zes tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Die<br />
vertell<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal. Bekijk alle tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> eerst heel goed.<br />
Schrijf dan het verhaal over wat je op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet.<br />
Het stripverhaal moet e<strong>en</strong> gewoon leesverhaal zonder tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Je mag dus ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes mak<strong>en</strong>.<br />
schrijv<strong>en</strong><br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B
EDIT
ZIEK, PIJN, IETS GEBROKEN?<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst over kinder<strong>en</strong> in het ziek<strong>en</strong>huis <strong>en</strong> schrapp<strong>en</strong><br />
de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong> in de tekst.<br />
verwerkingsniveau structurer<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal - individueel<br />
De taak wordt klassikaal geïntroduceerd <strong>en</strong> uitgelegd. Enkele oef<strong>en</strong>items<br />
word<strong>en</strong> behandeld. Daarna lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel de tekst <strong>en</strong><br />
schrapp<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>.<br />
scoring Deze toets bevat 35 scoorbare items (= woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
schrapp<strong>en</strong>). Er wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong><br />
onterecht geschrapt hebb<strong>en</strong>.<br />
materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> toetsblad (bijlage A)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
edit<br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
1<br />
edit<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Houd met de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kort gesprek als introductie op de toets.<br />
Sari is verpleegster in e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis. Wet<strong>en</strong> jullie wat e<strong>en</strong> verpleegster<br />
in het ziek<strong>en</strong>huis doet? (Laat de leerling<strong>en</strong> aan het woord.)<br />
Maar Sari doet ook nog iets anders. Ze gaat in schol<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over<br />
haar werk in het ziek<strong>en</strong>huis. Is er bij ons op school al wel e<strong>en</strong>s iemand<br />
iets kom<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over zijn werk? Bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> schrijver? Of e<strong>en</strong><br />
tandarts? Of zijn we wel e<strong>en</strong>s met de klas al naar de tandarts/bakker/...<br />
geweest? (Verwijs naar de ervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Br<strong>en</strong>g deze terug in herinnering.)<br />
Zoiets doet Sari dus ook. Ze doet haar werk <strong>en</strong> ze leert kinder<strong>en</strong> erover.<br />
Waarover zou e<strong>en</strong> verpleegster allemaal kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>?<br />
Laat de leerling<strong>en</strong> verder brainstorm<strong>en</strong>. Zorg dat de volg<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> aangestipt <strong>en</strong> verduidelijkt<br />
word<strong>en</strong>: g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>/g<strong>en</strong>eesmiddel - operer<strong>en</strong>/prikje (ongetwijfeld zijn er leerling<strong>en</strong> in de klas die daar<br />
ervaring mee hebb<strong>en</strong>) - huisarts (de dokter waar je normaal eerst naartoe gaat als je gewoon ziek b<strong>en</strong>t)<br />
- kinderarts (de dokter waar de huisarts je naartoe stuurt of waar je zelf naartoe gaat als je iets vreemds<br />
of ergs aan de hand hebt).<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
Nu heeft Sari e<strong>en</strong> probleem. Vandaag zou ze naar jullie klas kom<strong>en</strong>. Maar ze is zelf ziek geword<strong>en</strong>, zo<br />
ziek dat ze onmogelijk kan kom<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over haar werk. Daarom krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst van<br />
Sari waarin ze vanalles over haar werk geschrev<strong>en</strong> heeft.<br />
Deel de tekst (bijlage A) uit <strong>en</strong> vraag aan de leerling<strong>en</strong> hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) bov<strong>en</strong>aan in<br />
te vull<strong>en</strong>. Vraag h<strong>en</strong> dan te lez<strong>en</strong> tot aan het zwarte bolletje. Zeg dat ze heel aandachtig moet<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong><br />
er rek<strong>en</strong>ing mee moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> dat Sari ziek was to<strong>en</strong> ze de tekst schreef.<br />
Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />
Als je ziek b<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>ees je meestal kind thuis in je eig<strong>en</strong> bed. Maar er zijn ook kinder<strong>en</strong> die tand<strong>en</strong> thuis<br />
niet kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>. Die dat moet<strong>en</strong> naar het ziek<strong>en</strong>huis. •<br />
Bespreek de ervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Wellicht zull<strong>en</strong> ze zelf signaler<strong>en</strong> dat er iets mis is met de zinn<strong>en</strong>.<br />
Wat?<br />
Als de leerling<strong>en</strong> het niet zelf zi<strong>en</strong>, wijs h<strong>en</strong> er dan op dat er woord<strong>en</strong> in dit stukje tekst staan die er niet<br />
in pass<strong>en</strong>. Vertel h<strong>en</strong> echter nog niet welke woord<strong>en</strong> dat precies zijn. Zeg dat het komt doordat Sari ziek<br />
was to<strong>en</strong> ze de tekst schreef.<br />
Vraag h<strong>en</strong> het stukje tekst opnieuw te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> kruis te zett<strong>en</strong>.<br />
B<strong>en</strong>adruk dat de zinn<strong>en</strong> niet juist zijn als die woord<strong>en</strong> er blijv<strong>en</strong> instaan. Zo vermijd je dat de leerling<strong>en</strong><br />
alle woord<strong>en</strong> gaan aanduid<strong>en</strong> die in principe zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>.<br />
Zeg dat ze ge<strong>en</strong> twee woord<strong>en</strong> die vlak achter elkaar staan, mog<strong>en</strong> doorkruis<strong>en</strong>.<br />
Zeg dat ze, als ze klaar zijn, de zinn<strong>en</strong> dan nog e<strong>en</strong>s stilletjes moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zonder de woord<strong>en</strong> met het<br />
kruis. Klopp<strong>en</strong> de zinn<strong>en</strong> nu?<br />
Geef de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de tijd om de opdracht uit te voer<strong>en</strong>.<br />
Kom met de leerling<strong>en</strong> tot de conclusie dat de woord<strong>en</strong> ‘kind’ in zin 1, ‘tand<strong>en</strong>’ in zin 2 <strong>en</strong> ‘dat’ in zin 3<br />
niet pass<strong>en</strong> in het stukje <strong>en</strong> dat deze woord<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goede, begrijpelijke<br />
zinn<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Lees het resultaat hardop <strong>voor</strong>. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> immers deze eerste zinnetjes<br />
goed begrijp<strong>en</strong>, want ze vorm<strong>en</strong> de inleiding op de tekst die ze nu zelf gaan lez<strong>en</strong>.<br />
De rest van de tekst gaan jullie nu helemaal zelf lez<strong>en</strong>. Over de woord<strong>en</strong><br />
die niet pass<strong>en</strong> in de tekst, zet je dus e<strong>en</strong> kruis. Net zoals we nu hebb<strong>en</strong><br />
gedaan. En nooit twee woord<strong>en</strong> vlak achter elkaar. Als je de tekst dan<br />
leest zonder de woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kruis, heb je e<strong>en</strong> goede tekst over het<br />
ziek<strong>en</strong>huis.<br />
Begrijpt iedere<strong>en</strong> wat hij moet do<strong>en</strong>?<br />
Ga na of alle leerling<strong>en</strong> de toetsinstructie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> nodig leg je de procedure nog e<strong>en</strong>s<br />
uit. Geef ge<strong>en</strong> verdere instructies zoals “Lees eerst de tekst/zin e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je woord<strong>en</strong><br />
doorstreept.” Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste strategie <strong>voor</strong> het uitvoer<strong>en</strong> van deze opdracht<br />
maakt daar deel van uit.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
edit<br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
3
1<br />
edit<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
De leerling<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Spoor leerling<strong>en</strong> die ontmoedigd rak<strong>en</strong> aan, maar help h<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kele wijze. Zeg dat ze rustig moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij wat er staat.<br />
Als de leerling<strong>en</strong> daar naar vrag<strong>en</strong>, mag je zegg<strong>en</strong> dat er meer dan één overbodig woord per zin kan<br />
zijn, maar nooit twee vlak achter elkaar. Het kan ook zijn dat er in e<strong>en</strong> zin ge<strong>en</strong> woord moet word<strong>en</strong><br />
weggelat<strong>en</strong>.<br />
Als de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> e<strong>en</strong> regelmatigheid te hebb<strong>en</strong> ontdekt in de hoeveelheid of plaats van de overbodige<br />
woord<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>g h<strong>en</strong> dan vlug op andere gedacht<strong>en</strong>, want die regelmaat is er niet!<br />
Verklap in ge<strong>en</strong> geval aan de leerling<strong>en</strong> het totale aantal woord<strong>en</strong> dat moet geschrapt word<strong>en</strong> in<br />
de tekst.<br />
Kijk maar naar Jan. Hij andere (1) is met de fiets teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> auto gered<strong>en</strong>. Hij heeft je (2) zijn be<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong>.<br />
Of Nele, die b<strong>en</strong>t (3) heeft e<strong>en</strong> vreemde ziekte. Haar lichaam staat vol daarna (4) vlekjes. De huisarts<br />
weet niet wat het de (5) is. Daarom stuurt hij zit (6) Nele naar de dokter in het ziek<strong>en</strong>huis.<br />
Of Sofie, we (7) die heeft al al (8) dag<strong>en</strong> erge pijn in haar buik. Wil ze g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>, dan zal de dokter haar<br />
moet<strong>en</strong> je (9) operer<strong>en</strong>.<br />
Jan, Nele <strong>en</strong> Sofie word<strong>en</strong> maar beter de (10) als ze naar het ziek<strong>en</strong>huis gaan. Dat bij (11) is e<strong>en</strong> groot<br />
gebouw met lange gang<strong>en</strong>, trapp<strong>en</strong> het (12) <strong>en</strong> lift<strong>en</strong>. Wie er nieuwe (13) langer dan e<strong>en</strong> dag moet blijv<strong>en</strong>,<br />
krijgt e<strong>en</strong> kamer. Er zijn kamers met één bed, maar er zijn er ook je (14) met twee of meer bedd<strong>en</strong>.<br />
De hele grote kamers noem<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> zaal.<br />
In e<strong>en</strong> grote keuk<strong>en</strong> wordt gebit (15) het et<strong>en</strong> gemaakt <strong>voor</strong> lev<strong>en</strong> (16) alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in het ziek<strong>en</strong>huis<br />
zijn.<br />
Heel veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> er sam<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat poets<strong>en</strong> (17) de kinder<strong>en</strong> snel weer beter word<strong>en</strong>.<br />
De dokter g<strong>en</strong>eest ze.<br />
De verpleegster verzorgt ze.<br />
De kok naar (18) maakt het et<strong>en</strong>.<br />
Iemand maakt de kamers schoon.<br />
En iemand anders wijst de bezoekers et<strong>en</strong> (19) de weg.<br />
Jan komt met de dan (20) ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> aan. Hij was aan het fiets<strong>en</strong>. Moet (21) ev<strong>en</strong> later lag hij met<br />
e<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong> be<strong>en</strong> je (22) op straat. Hij moest mete<strong>en</strong> naar het gaan (23) ziek<strong>en</strong>huis.<br />
Hij heeft veel pijn <strong>en</strong> tand<strong>en</strong>borstel (24) we<strong>en</strong>t.<br />
Jan krijgt e<strong>en</strong> verband rond elke (25) zijn be<strong>en</strong>. Hij moet veel rust<strong>en</strong>. Hij is blij niet (26) dat zijn mama<br />
bij hem blijft.<br />
Nele gaat naar de kinderarts. Die zal kijk<strong>en</strong> vanwaar die iemand (27) vreemde vlekjes kom<strong>en</strong>. Eerst meet<br />
<strong>en</strong> weegt de verpleegster haar. Dan tand<strong>en</strong> (28) kijkt de dokter naar de vlekk<strong>en</strong>. Wanneer hij daarmee<br />
klaar is tandarts (29) geeft hij Nele e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel.<br />
Sofie wordt geopereerd. Ze ligt op zij (30) e<strong>en</strong> smal, hoog bed. Bov<strong>en</strong> het bed hangt naam (31) e<strong>en</strong><br />
grote lamp. De dokters drag<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e jass<strong>en</strong> <strong>en</strong> stoel (32) kapjes.<br />
Sofie krijgt e<strong>en</strong> prikje zodat ze kan slap<strong>en</strong>. Zo zal ze niets voel<strong>en</strong>. Als ze straks wakker wordt,<br />
omlaag (33) is alles <strong>voor</strong>bij allerlei (34). Ze moet wel nog <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> luchtspuit (35) tot ze<br />
helemaal beter is.<br />
Naar:<br />
An Deba<strong>en</strong>e <strong>en</strong> Ingrid Godon<br />
Naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />
Infodok, Leuv<strong>en</strong><br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- toetsblad <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (A)<br />
- gecorrigeerde versie van het toetsblad <strong>voor</strong> de toetsafnemer (B)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
edit<br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
1<br />
edit<br />
3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
Scoringswijzer bij de schrijftoets ‘Ziek, pijn,<br />
iets gebrok<strong>en</strong>?’<br />
Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande lijst. Als de leerling<strong>en</strong> de onderstaande<br />
woord<strong>en</strong> effectief hebb<strong>en</strong> doorstreept, scor<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 1. Als dat niet zo is, e<strong>en</strong> 0.<br />
We kijk<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> naar deze woord<strong>en</strong>. Alle andere woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> al dan niet doorstreept hebb<strong>en</strong>,<br />
word<strong>en</strong> niet in rek<strong>en</strong>ing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het is handig om de te scor<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in bijlage C uit te snijd<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dat blad met gaatjes op het blad van de leerlijng<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong><br />
Andere aanduiding<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> kruis door het woord, word<strong>en</strong> ook goedgerek<strong>en</strong>d. T<strong>en</strong>minste, als het duidelijk<br />
blijft.<br />
De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />
In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de<br />
scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>.<br />
In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />
1. andere<br />
2. je<br />
3. b<strong>en</strong>t<br />
4. daarna<br />
5. de<br />
6. zit<br />
7. we<br />
8. al<br />
9. je<br />
10. de<br />
11. bij<br />
12. het<br />
13. nieuwe<br />
14. je<br />
15. gebit<br />
16. lev<strong>en</strong><br />
17. poets<strong>en</strong><br />
18. naar<br />
19. et<strong>en</strong><br />
20. dan<br />
21. moet<br />
22. je<br />
23. gaan<br />
24. tand<strong>en</strong>borstel<br />
25. elke<br />
26. niet<br />
27. iemand<br />
28. tand<strong>en</strong><br />
29. tandarts<br />
30. zij<br />
31. naam<br />
32. stoel<br />
33. omlaag<br />
34. allerlei<br />
35. luchtspuit<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de edittoets ‘Ziek, pijn, iets gebrok<strong>en</strong>?’<br />
ZIEK, PIJN, IETS GEBROKEN • EDIT • 3de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
35 28 - 34 20 - 27 12 - 19 min 12<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
7<br />
edit<br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
edit<br />
leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 Totaal<br />
op 35<br />
3 1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />
kopieerblad<br />
Als je ziek b<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>ees je meestal kind thuis in je eig<strong>en</strong> bed. Maar er zijn ook<br />
kinder<strong>en</strong> die tand<strong>en</strong> thuis niet kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>. Die dat moet<strong>en</strong> naar het ziek<strong>en</strong>huis.<br />
•<br />
Kijk maar naar Jan. Hij andere is met de fiets teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> auto gered<strong>en</strong>. Hij heeft<br />
je zijn be<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong>.<br />
Of Nele, die b<strong>en</strong>t heeft e<strong>en</strong> vreemde ziekte. Haar lichaam staat vol daarna vlekjes.<br />
De huisarts weet niet wat het de is. Daarom stuurt hij zit Nele naar de dokter<br />
in het ziek<strong>en</strong>huis.<br />
Of Sofie, we die heeft al al dag<strong>en</strong> erge pijn in haar buik. Wil ze g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>, dan<br />
zal de dokter haar moet<strong>en</strong> je operer<strong>en</strong>.<br />
Jan, Nele <strong>en</strong> Sofie word<strong>en</strong> maar beter de als ze naar het ziek<strong>en</strong>huis gaan. Dat<br />
bij is e<strong>en</strong> groot gebouw met lange gang<strong>en</strong>, trapp<strong>en</strong> het <strong>en</strong> lift<strong>en</strong>. Wie er nieuwe<br />
langer dan e<strong>en</strong> dag moet blijv<strong>en</strong>, krijgt e<strong>en</strong> kamer. Er zijn kamers met één bed,<br />
maar er zijn er ook je met twee of meer bedd<strong>en</strong>. De hele grote kamers noem<strong>en</strong><br />
ze e<strong>en</strong> zaal.<br />
In e<strong>en</strong> grote keuk<strong>en</strong> wordt gebit het et<strong>en</strong> gemaakt <strong>voor</strong> lev<strong>en</strong> alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />
in het ziek<strong>en</strong>huis zijn.<br />
Heel veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> er sam<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat poets<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> snel weer<br />
beter word<strong>en</strong>.<br />
De dokter g<strong>en</strong>eest ze.<br />
De verpleegster verzorgt ze.<br />
De kok naar maakt het et<strong>en</strong>.<br />
Iemand maakt de kamers schoon.<br />
En iemand anders wijst de bezoekers et<strong>en</strong> de weg.<br />
Jan komt met de dan ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> aan. Hij was aan het fiets<strong>en</strong>. Moet ev<strong>en</strong><br />
later lag hij met e<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong> be<strong>en</strong> je op straat. Hij moest mete<strong>en</strong> naar het<br />
gaan ziek<strong>en</strong>huis.<br />
Hij heeft veel pijn <strong>en</strong> tand<strong>en</strong>borstel we<strong>en</strong>t.<br />
Jan krijgt e<strong>en</strong> verband rond elke zijn be<strong>en</strong>. Hij moet veel rust<strong>en</strong>. Hij is blij niet<br />
dat zijn mama bij hem blijft.<br />
Nele gaat naar de kinderarts. Die zal kijk<strong>en</strong> vanwaar die iemand vreemde vlekjes<br />
kom<strong>en</strong>. Eerst meet <strong>en</strong> weegt de verpleegster haar. Dan tand<strong>en</strong> kijkt de<br />
dokter naar de vlekk<strong>en</strong>. Wanneer hij daarmee klaar is tandarts geeft hij Nele<br />
e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel.<br />
Sofie wordt geopereerd. Ze ligt op zij e<strong>en</strong> smal, hoog bed. Bov<strong>en</strong> het bed<br />
hangt naam e<strong>en</strong> grote lamp. De dokters drag<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e jass<strong>en</strong> <strong>en</strong> stoel kapjes.<br />
Sofie krijgt e<strong>en</strong> prikje zodat ze kan slap<strong>en</strong>. Zo zal ze niets voel<strong>en</strong>. Als ze straks<br />
wakker wordt, omlaag is alles <strong>voor</strong>bij allerlei. Ze moet wel nog <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong><br />
blijv<strong>en</strong> luchtspuit tot ze helemaal beter is.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
edit<br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
Bijlage B - gecorrigeerde versie van het toetsblad<br />
Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />
Als je ziek b<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>ees je meestal kind thuis in je eig<strong>en</strong> bed. Maar er zijn ook<br />
kinder<strong>en</strong> die tand<strong>en</strong> thuis niet kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>. Die dat moet<strong>en</strong> naar het ziek<strong>en</strong>huis.<br />
•<br />
Kijk maar naar Jan. Hij andere is met de fiets teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> auto gered<strong>en</strong>. Hij heeft<br />
je zijn be<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong>.<br />
Of Nele, die b<strong>en</strong>t heeft e<strong>en</strong> vreemde ziekte. Haar lichaam staat vol daarna vlekjes.<br />
De huisarts weet niet wat het de is. Daarom stuurt hij zit Nele naar de dokter<br />
in het ziek<strong>en</strong>huis.<br />
Of Sofie, we die heeft al al dag<strong>en</strong> erge pijn in haar buik. Wil ze g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>, dan<br />
zal de dokter haar moet<strong>en</strong> je operer<strong>en</strong>.<br />
Jan, Nele <strong>en</strong> Sofie word<strong>en</strong> maar beter de als ze naar het ziek<strong>en</strong>huis gaan. Dat<br />
bij is e<strong>en</strong> groot gebouw met lange gang<strong>en</strong>, trapp<strong>en</strong> het <strong>en</strong> lift<strong>en</strong>. Wie er nieuwe<br />
langer dan e<strong>en</strong> dag moet blijv<strong>en</strong>, krijgt e<strong>en</strong> kamer. Er zijn kamers met één bed,<br />
maar er zijn er ook je met twee of meer bedd<strong>en</strong>. De hele grote kamers noem<strong>en</strong><br />
ze e<strong>en</strong> zaal.<br />
In e<strong>en</strong> grote keuk<strong>en</strong> wordt gebit het et<strong>en</strong> gemaakt <strong>voor</strong> lev<strong>en</strong> alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />
in het ziek<strong>en</strong>huis zijn.<br />
Heel veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> er sam<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat poets<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> snel weer<br />
beter word<strong>en</strong>.<br />
De dokter g<strong>en</strong>eest ze.<br />
De verpleegster verzorgt ze.<br />
De kok naar maakt het et<strong>en</strong>.<br />
Iemand maakt de kamers schoon.<br />
En iemand anders wijst de bezoekers et<strong>en</strong> de weg.<br />
Jan komt met de dan ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> aan. Hij was aan het fiets<strong>en</strong>. Moet ev<strong>en</strong><br />
later lag hij met e<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong> be<strong>en</strong> je op straat. Hij moest mete<strong>en</strong> naar het<br />
gaan ziek<strong>en</strong>huis.<br />
Hij heeft veel pijn <strong>en</strong> tand<strong>en</strong>borstel we<strong>en</strong>t.<br />
Jan krijgt e<strong>en</strong> verband rond elke zijn be<strong>en</strong>. Hij moet veel rust<strong>en</strong>. Hij is blij niet<br />
dat zijn mama bij hem blijft.<br />
Nele gaat naar de kinderarts. Die zal kijk<strong>en</strong> vanwaar die iemand vreemde vlekjes<br />
kom<strong>en</strong>. Eerst meet <strong>en</strong> weegt de verpleegster haar. Dan tand<strong>en</strong> kijkt de<br />
dokter naar de vlekk<strong>en</strong>. Wanneer hij daarmee klaar is tandarts geeft hij Nele<br />
e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel.<br />
Sofie wordt geopereerd. Ze ligt op zij e<strong>en</strong> smal, hoog bed. Bov<strong>en</strong> het bed<br />
hangt naam e<strong>en</strong> grote lamp. De dokters drag<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e jass<strong>en</strong> <strong>en</strong> stoel kapjes.<br />
Sofie krijgt e<strong>en</strong> prikje zodat ze kan slap<strong>en</strong>. Zo zal ze niets voel<strong>en</strong>. Als ze straks<br />
wakker wordt, omlaag is alles <strong>voor</strong>bij allerlei. Ze moet wel nog <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong><br />
blijv<strong>en</strong> luchtspuit tot ze helemaal beter is.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
edit<br />
3 1<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B
PIRATEN!<br />
aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst over pirat<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrapp<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> die<br />
niet pass<strong>en</strong> in de tekst.<br />
verwerkingsniveau structurer<strong>en</strong>d<br />
doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
afname klassikaal-individueel<br />
De taak wordt klassikaal geïntroduceerd <strong>en</strong> uitgelegd. Enkele oef<strong>en</strong>items<br />
word<strong>en</strong> behandeld. Daarna lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel de tekst <strong>en</strong><br />
schrapp<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>.<br />
scoring Deze toets bevat 38 scoorbare items (= woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
schrapp<strong>en</strong>). Er wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong><br />
onterecht geschrapt hebb<strong>en</strong>.<br />
materiaal de afbeelding<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> piraat (bijlage A) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doodskopvlag (bijlage B),<br />
<strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> toetsblad (bijlage C)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
2<br />
Intro<br />
Houd met de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kort gesprek over pirat<strong>en</strong>.<br />
Hebb<strong>en</strong> jullie ooit gehoord over pirat<strong>en</strong> of zeerovers? Wat weet je over<br />
h<strong>en</strong>?<br />
Hoe ziet e<strong>en</strong> piraat er eig<strong>en</strong>lijk uit?<br />
Laat de leerling<strong>en</strong> kort vertell<strong>en</strong> wat ze zelf over pirat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hierbij aan carnaval<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> of aan e<strong>en</strong> (tek<strong>en</strong>)film die ze ooit zag<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld ‘Peter Pan’ (de bek<strong>en</strong>dste zeerover die<br />
hierin <strong>voor</strong>komt is Kapitein Haak).<br />
Laat de afbeelding<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> piraat (bijlage A) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doodskopvlag (bijlage B) zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> bespreek aan de<br />
hand daarvan <strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> piraat: ooglapje, papegaai op de schouder, vloek<strong>en</strong>, drink<strong>en</strong>,<br />
tatoeages, zwaard of pistool, hoofddoek, goud<strong>en</strong> oorring<strong>en</strong>, hout<strong>en</strong> be<strong>en</strong>, pirat<strong>en</strong>vlag met doodskop…<br />
Vertel de leerling<strong>en</strong> over je nieuwe bur<strong>en</strong> die iets met pirat<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> tijdje geled<strong>en</strong> kwam er e<strong>en</strong> nieuwe familie in onze straat won<strong>en</strong>.<br />
‘Niets ongewoons!’ zull<strong>en</strong> jullie misschi<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>. Voor ze er introkk<strong>en</strong>,<br />
ging<strong>en</strong> deze nieuwe bur<strong>en</strong> hun huis wat opknapp<strong>en</strong>, want dat was wel<br />
nodig. Bij het opruim<strong>en</strong> van de rommelige, stoffige zolder vond<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong><br />
tekst in e<strong>en</strong> oud sigar<strong>en</strong>kistje. In het sigar<strong>en</strong>kistje zat ook nog e<strong>en</strong> mooi<br />
juweel. Het zag er wel wat stoffig uit. To<strong>en</strong> ze de tekst laz<strong>en</strong>, merkt<strong>en</strong><br />
onze bur<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> heel oude tekst ging. Hij werd heel lang<br />
geled<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> verre over-over-overgrootvader van de<br />
vorige bewoners van het oude huis. Deze man was ooit e<strong>en</strong> piraat! Hij<br />
maakte hele lange reiz<strong>en</strong> met zijn schip <strong>en</strong> was soms lang onderweg.<br />
To<strong>en</strong> deze man het einde van zijn lev<strong>en</strong> voelde nader<strong>en</strong>, schreef hij e<strong>en</strong><br />
tekst over hoe pirat<strong>en</strong> echt leefd<strong>en</strong>. Er werd namelijk heel veel verteld<br />
over pirat<strong>en</strong>. En deze man vond het belangrijk dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de waarheid<br />
over pirat<strong>en</strong> k<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Het was deze tekst die onze bur<strong>en</strong> vond<strong>en</strong>. Will<strong>en</strong><br />
jullie hem ook e<strong>en</strong>s lez<strong>en</strong>?<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Toets<br />
Deel de tekst (bijlage C) uit <strong>en</strong> vraag de leerling<strong>en</strong> hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) bov<strong>en</strong>aan in te<br />
vull<strong>en</strong>. Vraag h<strong>en</strong> dan te lez<strong>en</strong> tot aan het zwarte bolletje. Zeg dat ze heel aandachtig moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.<br />
Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />
Wie heel was lang geled<strong>en</strong> met zijn schip over zee voer, <strong>en</strong> moest goed oplett<strong>en</strong>. Want de zee zat op vol<br />
met pirat<strong>en</strong>! Ze hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle schep<strong>en</strong>. Aan de mast van elk pirat<strong>en</strong>schip wapperde e<strong>en</strong> vlag met<br />
e<strong>en</strong> doodskop. ●<br />
Bespreek de ervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Wellicht zull<strong>en</strong> ze zelf signaler<strong>en</strong> dat er iets mis is met de<br />
zinn<strong>en</strong>. Wat?<br />
Als de leerling<strong>en</strong> het niet zelf zi<strong>en</strong>, wijs h<strong>en</strong> er dan op dat er woord<strong>en</strong> in dit stukje tekst staan die er niet<br />
in pass<strong>en</strong>. Vertel h<strong>en</strong> echter nog niet welke woord<strong>en</strong> dat precies zijn. Zeg dat het komt omdat het om<br />
e<strong>en</strong> heel oude tekst gaat.<br />
Vraag h<strong>en</strong> het stukje tekst opnieuw te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> kruis te zett<strong>en</strong>.<br />
B<strong>en</strong>adruk dat de zinn<strong>en</strong> niet juist zijn als die woord<strong>en</strong> er blijv<strong>en</strong> instaan. Zo vermijd je dat de<br />
leerling<strong>en</strong> alle woord<strong>en</strong> gaan aanduid<strong>en</strong> die in principe zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>.<br />
Zeg dat ze ge<strong>en</strong> twee woord<strong>en</strong> die vlak achter elkaar staan, mog<strong>en</strong> doorkruis<strong>en</strong>.<br />
Zeg dat ze, als ze klaar zijn, de zinn<strong>en</strong> dan nog e<strong>en</strong>s stilletjes moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zonder de woord<strong>en</strong> met het<br />
kruis. Klopp<strong>en</strong> de zinn<strong>en</strong> nu?<br />
Geef de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de tijd om de opdracht uit te voer<strong>en</strong>.<br />
Kom met de leerling<strong>en</strong> tot de conclusie dat de woord<strong>en</strong> ‘was’, ‘<strong>en</strong>’, ‘op’ <strong>en</strong> ‘e<strong>en</strong>’ niet pass<strong>en</strong> in het stukje<br />
<strong>en</strong> dat deze woord<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om goede, begrijpelijke zinn<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Lees het<br />
resultaat hardop <strong>voor</strong>. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> immers deze eerste zinn<strong>en</strong> goed begrijp<strong>en</strong>, want ze vorm<strong>en</strong><br />
de inleiding op de tekst die ze nu zelf gaan lez<strong>en</strong>.<br />
De rest van de tekst gaan jullie nu helemaal zelf lez<strong>en</strong>. Over de woord<strong>en</strong><br />
die niet pass<strong>en</strong> in de tekst, zet je dus e<strong>en</strong> kruis. Net zoals we nu hebb<strong>en</strong><br />
gedaan. Je zet nooit e<strong>en</strong> kruis over twee woord<strong>en</strong> vlak achter elkaar. Als<br />
je de tekst dan leest zonder de woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kruis, heb je e<strong>en</strong> goede<br />
tekst over pirat<strong>en</strong>.<br />
Begrijpt iedere<strong>en</strong> wat hij moet do<strong>en</strong>?<br />
Ga na of alle leerling<strong>en</strong> de toetsinstructie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> nodig leg je de procedure nog e<strong>en</strong>s<br />
uit. Geef ge<strong>en</strong> verdere instructies zoals “Lees eerst de tekst/zin e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je woord<strong>en</strong><br />
doorstreept.” Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste strategie <strong>voor</strong> het uitvoer<strong>en</strong> van deze opdracht<br />
maakt daar deel van uit.<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
3<br />
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
4<br />
De leerling<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Spoor leerling<strong>en</strong> die ontmoedigd rak<strong>en</strong> aan, maar help h<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kele wijze. Zeg dat ze rustig moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij wat er staat.<br />
Als de leerling<strong>en</strong> daar naar vrag<strong>en</strong>, mag je zegg<strong>en</strong> dat er meer dan één overbodig woord per zin kan<br />
zijn, maar nooit twee vlak achter elkaar. Het kan ook zijn dat er in e<strong>en</strong> zin ge<strong>en</strong> woord moet word<strong>en</strong><br />
weggelat<strong>en</strong>.<br />
Als de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> e<strong>en</strong> regelmatigheid te hebb<strong>en</strong> ontdekt in de hoeveelheid of plaats van de<br />
overbodige woord<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>g h<strong>en</strong> dan vlug op andere gedacht<strong>en</strong>, want die regelmaat is er niet!<br />
Verklap in ge<strong>en</strong> geval aan de leerling<strong>en</strong> het totale aantal woord<strong>en</strong> dat moet geschrapt word<strong>en</strong> in de<br />
tekst.<br />
Pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> altijd op werd (1) zoek naar schep<strong>en</strong> die ze kond<strong>en</strong> berov<strong>en</strong>. Ze het (2) war<strong>en</strong> daar heel<br />
goed in. Midd<strong>en</strong> in vanavond (3) de nacht, of bij mist, opet<strong>en</strong> (4) ging<strong>en</strong> ze achter e<strong>en</strong> ander schip aan.<br />
Als ze de (5) naast het andere schip war<strong>en</strong> viel<strong>en</strong> ze trekk<strong>en</strong> (6) aan. Zo e<strong>en</strong> aanval ging heel snel. De<br />
vastzitt<strong>en</strong> (7) pirat<strong>en</strong> sprong<strong>en</strong> op het schip <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> alles mee wat ze kond<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>: voedsel <strong>en</strong><br />
grond (8) wap<strong>en</strong>s. De pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>voor</strong> niets of niemand bang. Ze haar (9) kond<strong>en</strong> erg goed vecht<strong>en</strong>.<br />
Soms doodd<strong>en</strong> ze de mann<strong>en</strong> van ze (10) het andere schip.<br />
Wanneer ze terug op hun eig<strong>en</strong> schip war<strong>en</strong>, voer<strong>en</strong> kind (11) de pirat<strong>en</strong> snel weg. Daarna verdeeld<strong>en</strong><br />
ze de buit eerlijk. Iedere<strong>en</strong> knol (12) kreeg ev<strong>en</strong>veel. Bijna iedere<strong>en</strong>, want de het (13) kapitein kreeg<br />
natuurlijk het <strong>en</strong> (14) meest!<br />
Als ze net e<strong>en</strong> schip het (15) hadd<strong>en</strong> beroofd, was het feest. Maar op andere dag<strong>en</strong> was aan (16) het<br />
lev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip niet gemakkelijk. Het et<strong>en</strong> was heel bleef (17) slecht. De pirat<strong>en</strong> at<strong>en</strong> meestal<br />
scheepsbeschuit. Dat was e<strong>en</strong> soort harde koek, gemaakt help (18) van water <strong>en</strong> bloem. De beschuit<br />
kon heel lang bewaard word<strong>en</strong>. De trok (19) pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers lang onderweg. Maar na e<strong>en</strong> tijdje<br />
zat <strong>en</strong> (20) de beschuit vol met worm<strong>en</strong>. Daarom at<strong>en</strong> die (21) de pirat<strong>en</strong> het liefst in het moeder (22)<br />
donker!<br />
Ze dronk<strong>en</strong> er bier of wijn de (23) bij. Het liefst heel veel.<br />
Pirat<strong>en</strong> de (24) war<strong>en</strong> echte diev<strong>en</strong>. Ze stal<strong>en</strong> veel van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de (25). Maar e<strong>en</strong> piraat die iets<br />
stal van e<strong>en</strong> andere piraat, werd str<strong>en</strong>g gestraft. Hij werd achtergelat<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> onbewoond zijn (26)<br />
eiland. Dat was de ergste straf <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> piraat.<br />
Pirat<strong>en</strong> trok (27) war<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>. Vrouw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip. Vrouw<strong>en</strong> die grond (28)<br />
piraat wild<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> zich dan ook in e<strong>en</strong> aanfladder<strong>en</strong> (29) man verkled<strong>en</strong>. Ze moest<strong>en</strong> ook<br />
vloek<strong>en</strong> hond (30), vecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> drink<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kip (31) man.<br />
Na aan (32) e<strong>en</strong> lange reis op zee kwam<strong>en</strong> trok (33) de pirat<strong>en</strong> weer kind (34) aan land het (35). Dan<br />
moest<strong>en</strong> ze soms e<strong>en</strong> moeder (36) deel van hun buit aan de achterover (37) koning gev<strong>en</strong>. Pirat<strong>en</strong><br />
blev<strong>en</strong> nooit lang aan daar (38) land, want... er moest<strong>en</strong> weer nieuwe schep<strong>en</strong> overvall<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Bijlag<strong>en</strong><br />
- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />
- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />
- scoretabel<br />
- afbeelding van e<strong>en</strong> zeerover (A)<br />
- afbeelding van e<strong>en</strong> doodskopvlag (B)<br />
- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> (C)<br />
- gecorrigeerde versie van het toetsblad <strong>voor</strong> de toetsafnemer (D)<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
5<br />
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
6<br />
Scoringswijzer bij de edittoets ‘Pirat<strong>en</strong>!’<br />
Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande lijst. Als de leerling<strong>en</strong> de onderstaande<br />
woord<strong>en</strong> effectief hebb<strong>en</strong> doorstreept, scor<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 1. Als dat niet zo is, e<strong>en</strong> 0.<br />
Kijk alle<strong>en</strong> naar deze woord<strong>en</strong>. Alle andere woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> doorstreept hebb<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet<br />
in rek<strong>en</strong>ing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Andere aanduiding<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> kruis door het woord, word<strong>en</strong> ook goedgerek<strong>en</strong>d. T<strong>en</strong>minste, als het<br />
duidelijk blijft.<br />
De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />
scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />
de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />
Tip<br />
Het is handig om te scor<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in bijlage D uit te snijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit sjabloon op het blad van de<br />
leerling<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>. Op die manier kan het scor<strong>en</strong> sneller verlop<strong>en</strong>.<br />
1 werd<br />
2 het<br />
3 vanavond<br />
4 opet<strong>en</strong><br />
5 de<br />
6 trekk<strong>en</strong><br />
7 vastzitt<strong>en</strong><br />
8 grond<br />
9 haar<br />
10 ze<br />
11 kind<br />
12 knol<br />
13 het<br />
14 <strong>en</strong><br />
15 het<br />
16 aan<br />
17 bleef<br />
18 help<br />
19 trok<br />
20 <strong>en</strong><br />
21 die<br />
22 moeder<br />
23 de<br />
24 de<br />
25 de<br />
26 zijn<br />
27 trok<br />
28 grond<br />
29 aanfladder<strong>en</strong><br />
30 hond<br />
31 kip<br />
32 aan<br />
33 trok<br />
34 kind<br />
35 het<br />
36 moeder<br />
37 achterover<br />
38 daar<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
Normtabel bij de edittoets ‘Pirat<strong>en</strong>!’<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
PIRATEN! • edit <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde <strong>derde</strong> trimester<br />
A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />
middelmaat middelmaat zwak<br />
37 - 38 29 - 36 22 - 28 14 - 21 min 14<br />
7<br />
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong>
Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />
edit<br />
leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 totaal<br />
op 38<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage A
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage B
Naam: .................................................................................<br />
Klas: .................................. Nr: .....<br />
Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />
Pirat<strong>en</strong>!<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
kopieerblad<br />
Wie heel was lang geled<strong>en</strong> met zijn schip over zee voer, <strong>en</strong> moest goed<br />
oplett<strong>en</strong>. Want de zee zat op vol met pirat<strong>en</strong>! Ze hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle schep<strong>en</strong>.<br />
Aan de mast van elk pirat<strong>en</strong>schip wapperde e<strong>en</strong> vlag met e<strong>en</strong> doodskop. ●<br />
Pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> altijd op werd zoek naar schep<strong>en</strong> die ze kond<strong>en</strong> berov<strong>en</strong>. Ze het<br />
war<strong>en</strong> daar heel goed in. Midd<strong>en</strong> in vanavond de nacht, of bij mist, opet<strong>en</strong><br />
ging<strong>en</strong> ze achter e<strong>en</strong> ander schip aan. Als ze de naast het andere schip war<strong>en</strong><br />
viel<strong>en</strong> ze trekk<strong>en</strong> aan. Zo e<strong>en</strong> aanval ging heel snel. De vastzitt<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong><br />
sprong<strong>en</strong> op het schip <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> alles mee wat ze kond<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>: voedsel<br />
<strong>en</strong> grond wap<strong>en</strong>s. De pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>voor</strong> niets of niemand bang. Ze haar<br />
kond<strong>en</strong> erg goed vecht<strong>en</strong>. Soms doodd<strong>en</strong> ze de mann<strong>en</strong> van ze het andere<br />
schip.<br />
Wanneer ze terug op hun eig<strong>en</strong> schip war<strong>en</strong>, voer<strong>en</strong> kind de pirat<strong>en</strong> snel weg.<br />
Daarna verdeeld<strong>en</strong> ze de buit eerlijk. Iedere<strong>en</strong> knol kreeg ev<strong>en</strong>veel. Bijna<br />
iedere<strong>en</strong>, want de het kapitein kreeg natuurlijk het <strong>en</strong> meest!<br />
Als ze net e<strong>en</strong> schip het hadd<strong>en</strong> beroofd, was het feest. Maar op andere<br />
dag<strong>en</strong> was aan het lev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip niet gemakkelijk. Het et<strong>en</strong> was<br />
heel bleef slecht. De pirat<strong>en</strong> at<strong>en</strong> meestal scheepsbeschuit. Dat was e<strong>en</strong> soort<br />
harde koek, gemaakt help van water <strong>en</strong> bloem. De beschuit kon heel lang<br />
bewaard word<strong>en</strong>. De trok pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers lang onderweg. Maar na e<strong>en</strong><br />
tijdje zat <strong>en</strong> de beschuit vol met worm<strong>en</strong>. Daarom at<strong>en</strong> die de pirat<strong>en</strong> het liefst<br />
in het moeder donker!<br />
Ze dronk<strong>en</strong> er bier of wijn de bij. Het liefst heel veel.<br />
Pirat<strong>en</strong> de war<strong>en</strong> echte diev<strong>en</strong>. Ze stal<strong>en</strong> veel van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de. Maar<br />
e<strong>en</strong> piraat die iets stal van e<strong>en</strong> andere piraat, werd str<strong>en</strong>g gestraft. Hij werd<br />
achtergelat<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> onbewoond zijn eiland. Dat was de ergste straf <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
piraat.<br />
Pirat<strong>en</strong> trok war<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>. Vrouw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip.<br />
Vrouw<strong>en</strong> die grond piraat wild<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> zich dan ook in e<strong>en</strong><br />
aanfladder<strong>en</strong> man verkled<strong>en</strong>. Ze moest<strong>en</strong> ook vloek<strong>en</strong> hond, vecht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
drink<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kip man.<br />
Na aan e<strong>en</strong> lange reis op zee kwam<strong>en</strong> trok de pirat<strong>en</strong> weer kind aan land het.<br />
Dan moest<strong>en</strong> ze soms e<strong>en</strong> moeder deel van hun buit aan de achterover<br />
koning gev<strong>en</strong>. Pirat<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> nooit lang aan daar land, want... er moest<strong>en</strong><br />
weer nieuwe schep<strong>en</strong> overvall<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage C
Gecorrigeerde versie van het toetsblad<br />
Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />
Pirat<strong>en</strong>!<br />
Wie heel was lang geled<strong>en</strong> met zijn schip over zee voer, <strong>en</strong> moest goed<br />
oplett<strong>en</strong>. Want de zee zat op vol met pirat<strong>en</strong>! Ze hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle schep<strong>en</strong>.<br />
Aan de mast van elk pirat<strong>en</strong>schip wapperde e<strong>en</strong> vlag met e<strong>en</strong> doodskop. ●<br />
Pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> altijd op werd zoek naar schep<strong>en</strong> die ze kond<strong>en</strong> berov<strong>en</strong>. Ze het<br />
war<strong>en</strong> daar heel goed in. Midd<strong>en</strong> in vanavond de nacht, of bij mist, opet<strong>en</strong><br />
ging<strong>en</strong> ze achter e<strong>en</strong> ander schip aan. Als ze de naast het andere schip war<strong>en</strong><br />
viel<strong>en</strong> ze trekk<strong>en</strong> aan. Zo e<strong>en</strong> aanval ging heel snel. De vastzitt<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong><br />
sprong<strong>en</strong> op het schip <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> alles mee wat ze kond<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>: voedsel<br />
<strong>en</strong> grond wap<strong>en</strong>s. De pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>voor</strong> niets of niemand bang. Ze haar<br />
kond<strong>en</strong> erg goed vecht<strong>en</strong>. Soms doodd<strong>en</strong> ze de mann<strong>en</strong> van ze het andere<br />
schip.<br />
Wanneer ze terug op hun eig<strong>en</strong> schip war<strong>en</strong>, voer<strong>en</strong> kind de pirat<strong>en</strong> snel weg.<br />
Daarna verdeeld<strong>en</strong> ze de buit eerlijk. Iedere<strong>en</strong> knol kreeg ev<strong>en</strong>veel. Bijna<br />
iedere<strong>en</strong>, want de het kapitein kreeg natuurlijk het <strong>en</strong> meest!<br />
Als ze net e<strong>en</strong> schip het hadd<strong>en</strong> beroofd, was het feest. Maar op andere<br />
dag<strong>en</strong> was aan het lev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip niet gemakkelijk. Het et<strong>en</strong> was<br />
heel bleef slecht. De pirat<strong>en</strong> at<strong>en</strong> meestal scheepsbeschuit. Dat was e<strong>en</strong> soort<br />
harde koek, gemaakt help van water <strong>en</strong> bloem. De beschuit kon heel lang<br />
bewaard word<strong>en</strong>. De trok pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers lang onderweg. Maar na e<strong>en</strong><br />
tijdje zat <strong>en</strong> de beschuit vol met worm<strong>en</strong>. Daarom at<strong>en</strong> die de pirat<strong>en</strong> het liefst<br />
in het moeder donker!<br />
Ze dronk<strong>en</strong> er bier of wijn de bij. Het liefst heel veel.<br />
Pirat<strong>en</strong> de war<strong>en</strong> echte diev<strong>en</strong>. Ze stal<strong>en</strong> veel van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de. Maar<br />
e<strong>en</strong> piraat die iets stal van e<strong>en</strong> andere piraat, werd str<strong>en</strong>g gestraft. Hij werd<br />
achtergelat<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> onbewoond zijn eiland. Dat was de ergste straf <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
piraat.<br />
Pirat<strong>en</strong> trok war<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>. Vrouw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip.<br />
Vrouw<strong>en</strong> die grond piraat wild<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> zich dan ook in e<strong>en</strong><br />
aanfladder<strong>en</strong> man verkled<strong>en</strong>. Ze moest<strong>en</strong> ook vloek<strong>en</strong> hond, vecht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
drink<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kip man.<br />
Na aan e<strong>en</strong> lange reis op zee kwam<strong>en</strong> trok de pirat<strong>en</strong> weer kind aan land het.<br />
Dan moest<strong>en</strong> ze soms e<strong>en</strong> moeder deel van hun buit aan de achterover<br />
koning gev<strong>en</strong>. Pirat<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> nooit lang aan daar land, want... er moest<strong>en</strong><br />
weer nieuwe schep<strong>en</strong> overvall<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />
© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />
edit<br />
3 3<br />
<strong>leerjaar</strong><br />
bijlage D