25.09.2013 Views

vlot leidraad en toetsen derde leerjaar - Centrum voor Taal ...

vlot leidraad en toetsen derde leerjaar - Centrum voor Taal ...

vlot leidraad en toetsen derde leerjaar - Centrum voor Taal ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VLOT<br />

3<br />

V OLGSYSTEEM L AGER O NDERWIJS: T AALVAARDIGHEID<br />

Wolters Plantyn<br />

•<br />

ISBN 11 301 0491 5<br />

9 781130 104912


edactie: Marle<strong>en</strong> Colpin<br />

Sara Gys<strong>en</strong><br />

Ko<strong>en</strong> Jaspaert<br />

Saskia Timmermans<br />

Kris Van d<strong>en</strong> Brand<strong>en</strong><br />

inhoud: <strong>leidraad</strong><br />

toets<strong>en</strong> luister<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> edit<br />

1 2 3 4 5 / 06 05 04 03 02 NUR 193<br />

© WKB N.V., Wolters Plantyn<br />

Alle recht<strong>en</strong> <strong>voor</strong>behoud<strong>en</strong>. Behoud<strong>en</strong>s de uitdrukkelijke bij de wet bepaalde uitzondering<strong>en</strong> mag niets uit deze uitgave<br />

word<strong>en</strong> verveelvuldigd, opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geautomatiseerd gegev<strong>en</strong>sbestand of op<strong>en</strong>baar gemaakt, op welke<br />

wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke <strong>voor</strong>afgaande <strong>en</strong> schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />

ISBN 11 301 0491 5 D 2002/0032/838


INHOUD VAN DE LEIDRAAD<br />

Inleiding 5<br />

§1 E<strong>en</strong> (leerling)volgsysteem: wat, waarom <strong>en</strong> hoe? 7<br />

1.1 Inleiding 7<br />

1.2 Waarom <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>? 8<br />

1.3 Wat toets<strong>en</strong>? De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong> 10<br />

1.4 Waarmee toets<strong>en</strong>? De <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem 11<br />

§2 VLOT: praktische informatie <strong>voor</strong> iedere<strong>en</strong> die ermee aan de slag gaat 22<br />

2.1 Aard <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling 22<br />

2.2 Afname van de toets<strong>en</strong> 23<br />

2.3 Scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong> 24<br />

2.4 Omgaan met de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> 27<br />

§3 Goud<strong>en</strong> stelregels bij het afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> 28<br />

§4 De introductie <strong>en</strong> de <strong>voor</strong>bereiding op de toets 30<br />

§5 De band tuss<strong>en</strong> de VLOT-toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> 37<br />

§6 Schrijfvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> 42<br />

§7 Leesvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> 49<br />

§8Toets<strong>en</strong> van spreekvaardigheid 54<br />

Bijlag<strong>en</strong>:<br />

1 Overzicht van de toets<strong>en</strong><br />

2 Overzicht per leerling van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>,<br />

norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid<br />

3 Overzicht per leerling<br />

norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid doorhe<strong>en</strong> de lagere school<br />

4 Overzicht per klas – <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

aantal leerling<strong>en</strong> per norm per toets per vaardigheid<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

3


INLEIDING<br />

Voor u ligt VLOT, het Volgsysteem Lager Onderwijs: <strong>Taal</strong>vaardigheid, e<strong>en</strong> geheel van toets<strong>en</strong> dat toelaat<br />

de taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> van het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong> op de voet te volg<strong>en</strong>. Met<br />

de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> nagegaan of de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de spreekvaardig, luistervaardig, leesvaardig<br />

<strong>en</strong> schrijfvaardig word<strong>en</strong>, zodat ze op het eind van de rit de gestelde doel<strong>en</strong> (i.c. de eindterm<strong>en</strong>) zull<strong>en</strong><br />

bereik<strong>en</strong>. VLOT bevat ook richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat er moet gebeur<strong>en</strong> als gevolg van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de toetsresultat<strong>en</strong>.<br />

Omdat VLOT e<strong>en</strong> hele lading dekt, zull<strong>en</strong> we in wat volgt uitgebreid bij e<strong>en</strong> aantal ding<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> stilstaan:<br />

bij het waarom, wat <strong>en</strong> hoe van de toets<strong>en</strong> waaruit het volgsysteem is opgebouwd, bij het volgsysteem<br />

op zich – in hoeverre voldoet het aan de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die aan (leerling)volgsystem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld, hoe<br />

is dit volgsysteem opgebouwd, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t – <strong>en</strong> bij het gebruik ervan. Bij dat laatste zal zowel word<strong>en</strong><br />

ingegaan op de afname <strong>en</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>, als ook <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al op het omgaan met de toetsresultat<strong>en</strong>.<br />

Deze <strong>leidraad</strong> bij VLOT biedt interessante informatie <strong>voor</strong> iedere<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> of andere manier bij de<br />

afname <strong>en</strong> het gebruik van het volgsysteem betrokk<strong>en</strong> is. Zo geeft paragraaf 2 inzicht in het geheel waar<br />

de af te nem<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> in thuishor<strong>en</strong> <strong>en</strong> geeft paragraaf 3 zeer concrete richtlijn<strong>en</strong> die bij het afnem<strong>en</strong><br />

van de toets<strong>en</strong> precies moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevolgd. Vooral deze paragaf<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> door iedere toetsafnemer<br />

word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. Andere paragraf<strong>en</strong> in de <strong>leidraad</strong> verduidelijk<strong>en</strong> standpunt<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong> meer<br />

toelichting<strong>en</strong> bij on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van het volgsysteem <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> achtergrondinformatie.<br />

In de mapp<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong> vindt m<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> zelf, telk<strong>en</strong>s bestaande uit e<strong>en</strong> praktische handleiding<br />

bij de toets in kwestie <strong>en</strong> de kopieerblad<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>. Deze laatste moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>af <strong>voor</strong> alle<br />

leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekopieerd. De praktische handleiding moet de toetsafnemer tijd<strong>en</strong>s de toets bij de<br />

hand hebb<strong>en</strong>. Het volstaat niet om deze <strong>voor</strong>af ev<strong>en</strong> door te nem<strong>en</strong>.<br />

VLOT kwam tot stand dankzij het werk van vel<strong>en</strong>. Dank gaat <strong>voor</strong>al uit naar de 32 Vlaamse basisschol<strong>en</strong><br />

die hun klass<strong>en</strong> op<strong>en</strong>steld<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>. Enkel door hun medewerking kond<strong>en</strong> de<br />

toets<strong>en</strong> op grote schaal word<strong>en</strong> uitgeprobeerd <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ormeerd, wat zonder twijfel e<strong>en</strong> van de sterkste<br />

troev<strong>en</strong> van het volgsysteem vormt.<br />

De auteurs<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

5


§1 EEN (LEERLING)VOLGSYSTEEM: WAT, WAAROM EN HOE?<br />

1.1 Inleiding<br />

Dit leerlingvolgsysteem is ontstaan als antwoord op e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de vraag van leerkracht<strong>en</strong> in het Vlaamse<br />

basisonderwijs: de vraag om goede taaltoets<strong>en</strong>. Die behoefte ontstond naar aanleiding van de rec<strong>en</strong>te<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in het Vlaamse taalonderwijs. De nieuwe eindterm<strong>en</strong> Nederlands [noot 1, pag. 30] <strong>en</strong> de<br />

nadruk die daarin wordt gelegd op het werk<strong>en</strong> aan taalvaardigheid, meer bepaald aan de vier<br />

basisvaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>), zett<strong>en</strong> onderwijsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ertoe aan hun<br />

bestaande toetspraktijk kritisch te bekijk<strong>en</strong>. Zij ondervond<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> dat de traditionele toets<strong>en</strong> niet<br />

volstond<strong>en</strong> om na te gaan of hun leerling<strong>en</strong> de bedoelde vaardighed<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verworv<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>.<br />

De meeste toets<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers uitsluit<strong>en</strong>d gericht op k<strong>en</strong>niselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (woord<strong>en</strong>schat, regels, ...) <strong>en</strong><br />

technische aspect<strong>en</strong> van taal (technisch lez<strong>en</strong>, spelling, ...).<br />

Zomaar de nodige nieuwe toets<strong>en</strong> gaan ontwikkel<strong>en</strong>, is echter niet evid<strong>en</strong>t. Daartoe is e<strong>en</strong> goed inzicht<br />

nodig in het waarom <strong>en</strong> hoe van die toets<strong>en</strong>, in de te toets<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wisselwerking die er tuss<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijs moet zijn. We gaan hieronder nader op deze onderwerp<strong>en</strong> in.<br />

Wie wil gaan toets<strong>en</strong> moet in de eerste plaats e<strong>en</strong> goed beeld hebb<strong>en</strong> van wat hij met zijn onderwijs wil<br />

bereik<strong>en</strong>. Voor het vak Nederlands in het Vlaamse basisonderwijs betek<strong>en</strong>t dit vandaag, heel algeme<strong>en</strong>:<br />

de leerling<strong>en</strong> taalvaardig mak<strong>en</strong>, er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat ze taal op e<strong>en</strong> goede manier kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong> in communicatieve situaties. In de eindterm<strong>en</strong> wordt dat nader gespecificeerd <strong>voor</strong> het einde<br />

van het zesde <strong>leerjaar</strong>. Het is duidelijk over welke vaardighed<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op het einde van de lagere<br />

school moet<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> om succesvol de overgang naar het secundair onderwijs te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Voor de andere leerjar<strong>en</strong> is dat echter nerg<strong>en</strong>s zo precies bepaald. In de onderscheid<strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> wel nadere richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>, maar het blijft mogelijk om verschill<strong>en</strong>de weg<strong>en</strong> te bewandel<strong>en</strong><br />

om bij de einddoel<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong>. En uiteraard zal de gekoz<strong>en</strong> weg sterk bepal<strong>en</strong> welke positie e<strong>en</strong><br />

leerling op e<strong>en</strong> bepaald og<strong>en</strong>blik inneemt.<br />

Grosso modo kunn<strong>en</strong> we twee grote weg<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, waarop e<strong>en</strong> aantal variaties mogelijk zijn.<br />

Welke weg m<strong>en</strong> kiest, hangt af van de visie die m<strong>en</strong> op taal <strong>en</strong> taaller<strong>en</strong> heeft.<br />

Enerzijds is er de zog<strong>en</strong>aamde weg van de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Daarbij wordt taal beschouwd als bestaande uit<br />

e<strong>en</strong> heel aantal on<strong>derde</strong>eltjes, die m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde volgorde moet verwerv<strong>en</strong> om het geheel te<br />

beheers<strong>en</strong>. We zoud<strong>en</strong> taal hier figuurlijk kunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> huis, dat uit bouwste<strong>en</strong>tjes wordt<br />

gemaakt die één <strong>voor</strong> één op elkaar moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelegd. In het taalonderwijs vertaalt zich dat in e<strong>en</strong><br />

aanpak waarbij taalelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (woord<strong>en</strong>, regels, ...) afzonderlijk word<strong>en</strong> aangebracht <strong>en</strong> later toegepast<br />

in het reeds bestaande geheel, dat steeds completer wordt.<br />

Daarnaast is er de opvatting dat taal e<strong>en</strong> geheel is, waaraan in zijn globaliteit moet word<strong>en</strong> gewerkt.<br />

<strong>Taal</strong> is niet opdeelbaar in kleinere deeltjes, integ<strong>en</strong>deel, het is er van meet af aan helemaal <strong>en</strong> het moet<br />

verder word<strong>en</strong> ontwikkeld. <strong>Taal</strong> lijkt dan eerder e<strong>en</strong> luchtballon, die steeds verder moet word<strong>en</strong><br />

opgeblaz<strong>en</strong> om tot zijn volle recht te kom<strong>en</strong>. In taalonderwijs dat hiervan uitgaat, zorgt de leerkracht<br />

er<strong>voor</strong> dat leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> omgaan met taal in heel veel verschill<strong>en</strong>de situaties, daaruit telk<strong>en</strong>s iets<br />

nieuws ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo hun taalvaardigheid opbouw<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> al do<strong>en</strong>de, door tak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>, zonder dat ze zich ervan bewust zijn met taal<br />

bezig te zijn.<br />

In de volg<strong>en</strong>de paragraaf gaan we in op wat de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde manier van onderwijs betek<strong>en</strong>t<br />

<strong>voor</strong> toetsing.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

7


8<br />

1.2 Waarom <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>?<br />

Toets<strong>en</strong> do<strong>en</strong> we om twee grote red<strong>en</strong><strong>en</strong>: om te evaluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> diagnose te stell<strong>en</strong>. Als we gaan<br />

evaluer<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we daarmee verschill<strong>en</strong>de bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: <strong>en</strong>erzijds nagaan of de leerling<strong>en</strong> op<br />

de juiste weg zijn om de doelstelling<strong>en</strong> (eindterm<strong>en</strong>) te bereik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds onderzoek<strong>en</strong> of ons<br />

onderwijs voldo<strong>en</strong>de op die doelstelling<strong>en</strong> is toegespitst. Diagnostische toets<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> altijd op evaluatieve:<br />

zij zijn erop gericht nader uit te zoek<strong>en</strong> welke de precieze oorzak<strong>en</strong> van de vastgestelde<br />

problem<strong>en</strong> zijn.<br />

Als we nu op het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong> will<strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong><br />

Nederlands bereikt hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we daartoe in principe gebruik mak<strong>en</strong> van twee soort<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>:<br />

<strong>en</strong>erzijds zijn er de toets<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> rechtstreeks, zonder omweg<strong>en</strong> meet wat m<strong>en</strong> wil wet<strong>en</strong>.<br />

Nem<strong>en</strong> we bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong> die stelt dat “leerling<strong>en</strong> in staat moet<strong>en</strong><br />

zijn om informatie te achterhal<strong>en</strong> in <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde instructies <strong>voor</strong> handeling<strong>en</strong> van gevarieerde<br />

aard”. Als we die toets<strong>en</strong> door de leerling<strong>en</strong> effectief informatie te lat<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong> in instructies, toets<strong>en</strong><br />

we rechtstreeks: we lat<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> do<strong>en</strong> wat we will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. Dat kan in dit geval dan concreet<br />

vorm krijg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> taak met recept<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> spelreglem<strong>en</strong>t: tekst<strong>en</strong> die in instructievorm geschrev<strong>en</strong> zijn.<br />

E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld van e<strong>en</strong> directe toets in de niet-talige sector vind<strong>en</strong> we in het rij-exam<strong>en</strong>: daar laat<br />

m<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met de auto rijd<strong>en</strong>, om te zi<strong>en</strong> of ze dat kunn<strong>en</strong>. Anderzijds kunn<strong>en</strong> we de eindterm ook<br />

minder rechtstreeks toets<strong>en</strong>. We gaan dan via e<strong>en</strong> omweg na of de leerling<strong>en</strong> informatie kunn<strong>en</strong><br />

achterhal<strong>en</strong> in instructies. E<strong>en</strong> mogelijkheid <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> indirecte toets bij deze eindterm is e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing op<br />

de gebied<strong>en</strong>de wijs. Immers, instructies zijn overweg<strong>en</strong>d in de gebied<strong>en</strong>de wijs geformuleerd <strong>en</strong> je zou<br />

er kunn<strong>en</strong> van uitgaan dat, wie goed is in het begrijp<strong>en</strong> van instructies, ook goed met de gebied<strong>en</strong>de<br />

wijs kan omgaan. De gebied<strong>en</strong>de wijs wordt dan als e<strong>en</strong> indicator beschouwd <strong>voor</strong> ‘informatie kunn<strong>en</strong><br />

achterhal<strong>en</strong> in instructies’. Op basis van het al dan niet goed prester<strong>en</strong> op de toets op de gebied<strong>en</strong>de<br />

wijs, zal beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> welke leerling<strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate kunn<strong>en</strong> omgaan<br />

met instructies.<br />

Uiteraard ligt het meer <strong>voor</strong> de hand om e<strong>en</strong> toets op de gebied<strong>en</strong>de wijs te mak<strong>en</strong>, af te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

scor<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> echte taak met tekst<strong>en</strong> in instructievorm. Zo zou het <strong>voor</strong> de rij-examinator ook<br />

makkelijker <strong>en</strong> wellicht veiliger zijn om de kandidaat op de parking van het exam<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong>kele<br />

schakel- <strong>en</strong> remoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Maar dan moet hij er wel van uitgaan dat de mate waarin<br />

de kandidaat die oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kan uitvoer<strong>en</strong>, hem iets vertell<strong>en</strong> over di<strong>en</strong>s algem<strong>en</strong>e rijvaardigheid. Die<br />

(veronder)stelling die aan dit soort toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>afgaat is natuurlijk het gevoelige punt. De band tuss<strong>en</strong><br />

datg<strong>en</strong>e wat getoetst wordt <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e waarover m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitspraak wil do<strong>en</strong> (de eindterm,<br />

rijvaardigheid) moet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetoond. Als er rechtstreeks wordt getoetst, is dat uiteraard ge<strong>en</strong><br />

probleem: dan is datg<strong>en</strong>e wat getoetst wordt <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e waarover m<strong>en</strong> uitspraak wil do<strong>en</strong>, aan elkaar<br />

gelijk. Rechtstreeks toets<strong>en</strong> wordt ook wel ‘direct’ toets<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, <strong>en</strong> via e<strong>en</strong> omweg of onrechtstreeks<br />

‘indirect’.<br />

Moet nu, e<strong>en</strong>s de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde aanpak van het taalonderwijs gemaakt, ook e<strong>en</strong> keuze <strong>voor</strong><br />

één van de twee vorm<strong>en</strong> van toets<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>? Moet in onderwijs dat door geleidelijke opbouw van steeds<br />

meer on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> aan de eindterm<strong>en</strong> kiest te werk<strong>en</strong>, gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong>?<br />

Dat zoud<strong>en</strong> dan onrechtstreekse toets<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> zijn. En moet in onderwijs dat meer globaal<br />

werkt, waar vertrokk<strong>en</strong> wordt van e<strong>en</strong> steeds hoger word<strong>en</strong> niveau van het soort vaardighed<strong>en</strong> dat in<br />

de eindterm<strong>en</strong> wordt bedoeld, automatisch gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> rechtstreeks toets<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong><br />

op e<strong>en</strong> steeds hoger word<strong>en</strong>d niveau?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Dat zijn belangrijke vrag<strong>en</strong> waar we e<strong>en</strong> antwoord op moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, omdat we niet <strong>en</strong>kel op het einde<br />

van het zesde <strong>leerjaar</strong> moet<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. Ook in de lagere leerjar<strong>en</strong> moet de positie <strong>en</strong> evolutie van de<br />

leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagegaan. En die positie <strong>en</strong> evolutie van de leerling<strong>en</strong> zijn natuurlijk wel afhankelijk<br />

van de manier waarop het onderwijs aangepakt wordt <strong>en</strong> daar moet dus rek<strong>en</strong>ing mee word<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat laatste hierbov<strong>en</strong> twee grote weg<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong><br />

aantal overweging<strong>en</strong> door, die bij de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde manier van toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol moet<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />

Ongetwijfeld is het zo dat de manier van toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invloed heeft op het onderwijs dat eraan <strong>voor</strong>af<br />

gaat <strong>en</strong> erop volgt. Als leerling<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat de manier van toets<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze aansluit bij de<br />

manier waarop het onderwijs plaatsvindt — als zij bij<strong>voor</strong>beeld tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong> met het oog op de<br />

bov<strong>en</strong>staande eindterm globale tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> met tekst<strong>en</strong> die in instructievorm geformuleerd<br />

zijn, maar tijd<strong>en</strong>s toets<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel werkwoord<strong>en</strong> in de gebied<strong>en</strong>de wijs moet<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> —, zull<strong>en</strong> zij zich na<br />

verloop van tijd gaan specialiser<strong>en</strong> in het tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel opnem<strong>en</strong> van datg<strong>en</strong>e wat ze moet<strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets<strong>en</strong>, i.c. de gebied<strong>en</strong>de wijs. Als echter de aard van de toetstak<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, gelijk is aan de onderwijstak<strong>en</strong>, als leerling<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat alles wat tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong><br />

aan bod komt, op één of andere manier terugkomt in de toets<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect<br />

op het onderwijs.<br />

In het volledig op elkaar afstemm<strong>en</strong> van onderwijs- <strong>en</strong> toetstak<strong>en</strong> schuilt echter e<strong>en</strong> groot gevaar waar<br />

het indirect of onrechtstreeks toets<strong>en</strong> betreft. Indirecte toets<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> als indicator <strong>voor</strong> iets anders,<br />

is op zich ge<strong>en</strong> probleem, maar dat wordt het wel wanneer m<strong>en</strong> zich al te veel gaat toespits<strong>en</strong> op de<br />

toetsresultat<strong>en</strong> alsdusdanig <strong>en</strong> die als e<strong>en</strong> doel op zich gaat zi<strong>en</strong>. Dan kan dat indicator-zijn wel e<strong>en</strong>s uit<br />

het oog verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle aandacht gaan naar het onderwijz<strong>en</strong> van de aspect<strong>en</strong> van taal die nodig<br />

zijn om goede toetsresultat<strong>en</strong> te behal<strong>en</strong>. Nem<strong>en</strong> we weer ons <strong>voor</strong>beeld: als, om snel <strong>en</strong> efficiënt te<br />

kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, er<strong>voor</strong> wordt gekoz<strong>en</strong> om het kunn<strong>en</strong> omgaan met instructies te toets<strong>en</strong> aan de hand<br />

van de gebied<strong>en</strong>de wijs <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> op die toets vall<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>, is het risico groot dat we zull<strong>en</strong><br />

oordel<strong>en</strong> dat het nodig is om nog wat extra te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de gebied<strong>en</strong>de wijs. Daarbij verliez<strong>en</strong> we dan<br />

de doelstelling van het onderwijs, namelijk de eindterm bereik<strong>en</strong>, uit het oog. We pass<strong>en</strong> ons onderwijs<br />

aan aan de toets, wat in de vakterminologie ‘teaching to the test’ wordt g<strong>en</strong>oemd. Als dat op grote<br />

schaal <strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van taal die word<strong>en</strong> getoetst, gebeurt, is m<strong>en</strong> uiteraard verkeerd bezig.<br />

Waar in het onderwijs gekoz<strong>en</strong> is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> systematische opbouw van on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> getoetst, is dat gevaar er uiteraard niet. Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met bov<strong>en</strong>staande bed<strong>en</strong>king over<br />

e<strong>en</strong> positief effect van de toets<strong>en</strong> op de leerling<strong>en</strong> moet er in dat onderwijs ook ruimte zijn <strong>voor</strong> toets<strong>en</strong><br />

die bij het gevolgde traject aansluit<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> via woord<strong>en</strong>schatonderwijs de lees- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid<br />

van de leerling<strong>en</strong> wil opdrijv<strong>en</strong>, is het zeker zinvol om die woord<strong>en</strong>schat ook te gaan toets<strong>en</strong>. Maar<br />

daarnaast moet<strong>en</strong> ook globale vaardigheidstoets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, directe toets<strong>en</strong> waarin leerling<strong>en</strong><br />

het soort tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> dat in de eindterm<strong>en</strong> wordt bedoeld. Immers, als m<strong>en</strong> ervan uitgaat<br />

dat leerling<strong>en</strong> via woord<strong>en</strong>schatonderwijs lees- <strong>en</strong> schrijfvaardiger zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moet dat ook getoetst<br />

word<strong>en</strong>. Af <strong>en</strong> toe ev<strong>en</strong> stilstaan <strong>en</strong> de positie binn<strong>en</strong> het grotere geheel <strong>en</strong> de positie t<strong>en</strong> opzichte van<br />

de einddoel<strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong>, is nodig. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> duurt het niet tot het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong> <strong>voor</strong>aleer<br />

de leerling<strong>en</strong> over de vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. In<br />

mindere mate moet<strong>en</strong> ze ook al in de lagere leerjar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot deel van die ding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> om in het<br />

onderwijs te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>. Zo moet<strong>en</strong> ze bij<strong>voor</strong>beeld bij het onderwijs in de zaakvakk<strong>en</strong> in staat<br />

zijn om informatieve tekst<strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>, om naslagwerk<strong>en</strong> te raadpleg<strong>en</strong> via registers <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t,<br />

allemaal zak<strong>en</strong> die we in de eindterm<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Die ding<strong>en</strong> ook al op eerdere mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaan<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

9


10<br />

toets<strong>en</strong> is dus, e<strong>en</strong>s te meer, e<strong>en</strong> zinvolle zaak. Voor onderwijs dat meer globaal is ingericht, waar<br />

leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>d vaardigheidstak<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, is deze manier van toets<strong>en</strong> uiteraard vanzelfsprek<strong>en</strong>d,<br />

maar ook daar moet m<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de kritisch te werk gaan. Toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> exacte<br />

kopieën van lestak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afstemming van het onderwijs op het hogere doel moet regelmatig opnieuw<br />

kritisch word<strong>en</strong> bestudeerd.<br />

Algeme<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we dus besluit<strong>en</strong> dat er in de manier van toets<strong>en</strong> op tuss<strong>en</strong>- <strong>en</strong> eindniveau wel<br />

rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de manier waarop het onderwijs is opgevat.<br />

Toets<strong>en</strong> die op rechtstreekse wijze nagaan of de in de eindterm<strong>en</strong> bedoelde vaardighed<strong>en</strong> geleidelijk<br />

aan verworv<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zijn echter binn<strong>en</strong> elke vorm van onderwijs zinvol.<br />

1.3 Wat toets<strong>en</strong>? De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong><br />

In het vorige hebb<strong>en</strong> we de <strong>voor</strong>del<strong>en</strong> van toets<strong>en</strong> die op directe wijze nagaan of de eindterm<strong>en</strong> stilaan<br />

verworv<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, gemotiveerd. De toets<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zo onafhankelijk mogelijk blijv<strong>en</strong> van de<br />

gebruikte methode <strong>en</strong> het gevolgde onderwijstraject, omdat ook die in vraag moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld.<br />

Wanneer we nu concreter gaan kijk<strong>en</strong> naar wat die toets<strong>en</strong> dan moet<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>, wordt het moeilijk.<br />

Ons vertrekpunt, de eindterm<strong>en</strong>, is immers het einde van het zesde <strong>leerjaar</strong>. Voor de overige leerjar<strong>en</strong><br />

zijn er ge<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong> geformuleerd <strong>en</strong> is het dus ook niet helemaal duidelijk wat nu precies al wel<br />

<strong>en</strong> nog niet van de leerling<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verwacht. Toch kunn<strong>en</strong> we via drie invalshoek<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om<br />

de moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong> zo goed mogelijk af te stemm<strong>en</strong> op de leerling<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> eerste hal<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal objectieve criteria uit de eindterm<strong>en</strong>. Die zijn geformuleerd in term<strong>en</strong><br />

van de vier vaardighed<strong>en</strong>: luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> dus op één of andere manier<br />

deze vier vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. We onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds de mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke<br />

vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds de receptieve <strong>en</strong> productieve. Verder moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de vier<br />

vaardighed<strong>en</strong> informatie kunn<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus. Bij e<strong>en</strong> taak op kopiër<strong>en</strong>d<br />

niveau moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de aangebod<strong>en</strong> informatie letterlijk kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>: opschrijv<strong>en</strong> zoals bij<br />

e<strong>en</strong> dictee, of opzegg<strong>en</strong>, zoals bij e<strong>en</strong> gedicht. Op beschrijv<strong>en</strong>d niveau wordt van de leerling<strong>en</strong> verwacht<br />

dat ze de aangebod<strong>en</strong> informatie verwerk<strong>en</strong> of in min of meer dezelfde vorm kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>: het<br />

begrijp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tekst of het chronologisch navertell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is<br />

zijn daar <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van. Op structurer<strong>en</strong>d niveau wordt nog e<strong>en</strong> stap verder gezet. Daar moet<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> zelf de structuur aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of verander<strong>en</strong> in de aangebod<strong>en</strong> informatie, bij<strong>voor</strong>beeld losse<br />

stukjes verhaal in de juiste volgorde zett<strong>en</strong> of zelf e<strong>en</strong> gestructureerd verslagje schrijv<strong>en</strong>.<br />

Op evaluer<strong>en</strong>d of beoordel<strong>en</strong>d niveau t<strong>en</strong>slotte moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> informatie uit verschill<strong>en</strong>de<br />

bronn<strong>en</strong> met elkaar vergelijk<strong>en</strong> of op de juiste manier sam<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld twee recept<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

hetzelfde gerecht met elkaar vergelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> er één uit distiller<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> in de eindterm<strong>en</strong> ook allerlei verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> waarmee<br />

leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconfronteerd: er zijn verhal<strong>en</strong>de <strong>en</strong> informatieve tekst<strong>en</strong>, gedicht<strong>en</strong>,<br />

registers, naslagwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Eén van de objectieve criteria om tekstsoort<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lijn van<br />

makkelijk naar moeilijk uit te zett<strong>en</strong> is het beoogde publiek. E<strong>en</strong> tekst die je <strong>voor</strong> jezelf schrijft of die<br />

<strong>voor</strong> jou specifiek bedoeld is, staat dichter bij je <strong>en</strong> is dus in principe makkelijker dan e<strong>en</strong> tekst die<br />

bedoeld is <strong>voor</strong> al je leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> leesboek. Die tekst is op zijn beurt makkelijker of dichterbij<br />

dan e<strong>en</strong> tekst die bedoeld is <strong>voor</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, bek<strong>en</strong>d of onbek<strong>en</strong>d.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


We hebb<strong>en</strong> dus meerdere lijn<strong>en</strong> van makkelijk naar moeilijk lop<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s dewelke onderwijstak<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

dus ook toetstak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. Elke taak is e<strong>en</strong> combinatie van criteria <strong>en</strong> als we<br />

beginn<strong>en</strong> met tak<strong>en</strong> die op alle vlakk<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> eindig<strong>en</strong> met tak<strong>en</strong> die op alle vlakk<strong>en</strong> het<br />

hoogst gevraagde niveau (volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong>) bereik<strong>en</strong>, dan lijkt het evid<strong>en</strong>t om in tuss<strong>en</strong>tijd<br />

afwissel<strong>en</strong>d nu e<strong>en</strong>s het <strong>en</strong>e, dan weer het andere steeds wat moeilijker te lat<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. We gaan niet<br />

systematisch op alle vlakk<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> <strong>voor</strong>uit zett<strong>en</strong>, maar prober<strong>en</strong> om zoveel mogelijk verschill<strong>en</strong>de<br />

combinaties te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo vanuit verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> tak<strong>en</strong> de vaardighed<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in te<br />

schatt<strong>en</strong>.<br />

Naast de criteria die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, spel<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol in het<br />

bepal<strong>en</strong> van de moeilijkheidsgraad van tekst<strong>en</strong>. Zo onder andere de tijd <strong>en</strong> de plaats waar de<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zich afspel<strong>en</strong>, de mate waarin van perspectief wordt gewisseld <strong>en</strong> de gebruikte<br />

woord<strong>en</strong>schat. Die woord<strong>en</strong>schat is echter ook vrij goed te controler<strong>en</strong>. Door na te gaan welk perc<strong>en</strong>tage<br />

van de in e<strong>en</strong> tekst gebruikte woord<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> in normale omstandighed<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d moet zijn,<br />

kan word<strong>en</strong> beoordeeld of e<strong>en</strong> tekst, <strong>en</strong> dus ook de toets waarvan hij deel uitmaakt, geschikt is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

bepaalde doelgroep of niet. Uiteraard moet bij e<strong>en</strong> toets, waarin we precies will<strong>en</strong> nagaan wat de<br />

leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong>, het perc<strong>en</strong>tage bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> zeer hoog zijn.<br />

Betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> uit de context waartoe ze behor<strong>en</strong>, maakt impliciet deel uit van<br />

taalvaardigheid <strong>en</strong> wordt dus ook mee getoetst, maar al te veel onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat<br />

onmogelijk.<br />

We kunn<strong>en</strong> onze toetstak<strong>en</strong> dus definiër<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de criteria uit de eindterm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het perc<strong>en</strong>tage bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>. Maar is het dan voldo<strong>en</strong>de duidelijk wat we van onze leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> als resultaat op de toets? Is absolute perfectie nodig om te kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> of e<strong>en</strong><br />

leerling op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t het gevraagde niveau van taalvaardigheid haalt of volstaat e<strong>en</strong> bepaalde<br />

graad ervan?<br />

Nog meer houvast lijkt nodig. En die kunn<strong>en</strong> we krijg<strong>en</strong> in de vorm van norm<strong>en</strong>. Als we immers bij<br />

de toets<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> gaan bepal<strong>en</strong>, d.w.z. de toets<strong>en</strong> bij veel leerling<strong>en</strong> gaan afnem<strong>en</strong> om te met<strong>en</strong><br />

wat als e<strong>en</strong> gemiddeld niveau kan word<strong>en</strong> beschouwd, kunn<strong>en</strong> we de scores van individuele leerling<strong>en</strong><br />

daarmee verbind<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>. Hoe de grootschalige normering van toets<strong>en</strong> vorm kan krijg<strong>en</strong>, wordt<br />

in de volg<strong>en</strong>de paragraaf uitgelegd.<br />

1.4 Waarmee toets<strong>en</strong>? De <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

leerlingvolgsysteem<br />

Uit de in paragraaf 1.2 <strong>en</strong> 1.3 bedoelde onafhankelijke, rechtstreeks van de eindterm<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong>de,<br />

g<strong>en</strong>ormeerde taalvaardigheidstoets<strong>en</strong>, is het onderhavige leerlingvolgsysteem opgebouwd. Wat verstaan<br />

we nu precies onder e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem? In deze paragraaf staan we daar ev<strong>en</strong> bij stil: bij de zin<br />

<strong>en</strong> de functie van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem, bij de criteria waaraan het geacht wordt te voldo<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

verschill<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> waaruit het kan bestaan.<br />

Pleidooi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> kwaliteitsbewaking in het onderwijs, e<strong>en</strong> goed doordacht <strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> alle leerjar<strong>en</strong><br />

merkbaar schoolbeleid, e<strong>en</strong> aanpak die het resultaat is van planmatig handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> overleg van het hele<br />

schoolteam <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t, klink<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> luider dan ooit. Dit is niet de plaats om op die algem<strong>en</strong>e<br />

t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in te gaan, maar het moge duidelijk zijn dat e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem daarin e<strong>en</strong> belangrijke<br />

rol te vervull<strong>en</strong> heeft. Onder ‘leerlingvolgsysteem’ verstaan we e<strong>en</strong> geheel van evaluatiemiddel<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

11


12<br />

(toets<strong>en</strong>) waarmee op vaste tijdstipp<strong>en</strong>, verspreid over de basisschool, de evolutie <strong>en</strong> positie van<br />

leerling<strong>en</strong> m.b.t. tot bepaalde basisvaardighed<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> objectieve <strong>en</strong> vergelijkbare wijze kan<br />

word<strong>en</strong> gevolgd, met de bedoeling in te grijp<strong>en</strong> wanneer de evolutie of positie niet gunstig is. Deze<br />

definitie zegt al heel wat, maar zeker niet alles <strong>en</strong> niet precies g<strong>en</strong>oeg. Daarom zett<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong> de<br />

gangbare criteria <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goed leerlingvolgsysteem (hieronder afgekort tot LVS) <strong>en</strong> de fas<strong>en</strong> die er<br />

traditioneel in onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje. [noot 2, pag. 30]. Om de criteria te concretiser<strong>en</strong>,<br />

illustrer<strong>en</strong> we ze telk<strong>en</strong>s aan de hand van dit leerlingvolgsysteem VLOT, waar dan in paragraaf 2 nog<br />

verder wordt op ingegaan.<br />

- E<strong>en</strong> LVS heeft betrekking op de gehele basisschool.<br />

Met ‘gehele’ basisschool word<strong>en</strong> zowel het kleuter- als lager onderwijs bedoeld. VLOT beslaat echter niet<br />

dat volledige veld. In principe richt het zich, met mogelijkheid tot latere uitbreiding, op de vijf hoogste<br />

leerjar<strong>en</strong> van de lagere school, d.w.z. het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong>.<br />

Voor de laatste kleuterklas <strong>en</strong> het eerste <strong>leerjaar</strong> bestaan reeds de TALK (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang<br />

Laatste Kleuterklas) <strong>en</strong> de TAL (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang Lager onderwijs) [noot 3, pag. 30].<br />

De algem<strong>en</strong>e taalvaardigheidsscores die leerling<strong>en</strong> op deze toets<strong>en</strong> behal<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> als aanknopingspunt<br />

<strong>voor</strong> VLOT word<strong>en</strong> gebruikt.<br />

- E<strong>en</strong> LVS heeft betrekking op de basisvaardighed<strong>en</strong>.<br />

Onder ‘basisvaardighed<strong>en</strong>’ wordt dan meestal verstaan: lez<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. In de praktijk<br />

word<strong>en</strong> de eerste twee meestal omgezet in de goed meetbare vaardighed<strong>en</strong> spelling <strong>en</strong> technisch lez<strong>en</strong>.<br />

Slechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel LVS gaat verder <strong>en</strong> probeert werkelijk het totale veld van leerinhoud<strong>en</strong> <strong>voor</strong> Nederlands<br />

op de basisschool te beslaan. Daarbij kom<strong>en</strong> dan ook de meer globale vaardighed<strong>en</strong> aan bod, waarop<br />

ook VLOT zich toespitst: de vier vaardighed<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Daarnaast bevat<br />

VLOT ook edit-toets<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong> van de globale taalvaardigheid.<br />

- E<strong>en</strong> LVS is methode-overstijg<strong>en</strong>d.<br />

Op de beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico’s die toets<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>, die al te nauw aansluit<strong>en</strong> bij het gevolgde onderwijstraject<br />

of de gebruikte methode zijn we al in paragraaf 1.2 ingegaan. Het is nodig voldo<strong>en</strong>de kritisch<br />

<strong>en</strong> onafhankelijk na te gaan of het onderwijs wel is afgestemd op de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op de<br />

goede weg zijn om deze te bereik<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> van VLOT voldo<strong>en</strong> aan deze <strong>voor</strong>waarde, omdat ze bij<br />

ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele specifieke methode of traject aansluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijgevolg door iedere<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt.<br />

Enkele, eerder technische criteria waaraan e<strong>en</strong> LVS moet voldo<strong>en</strong> zijn:<br />

- betrouwbaarheid,<br />

- validiteit,<br />

- objectieve scoorbaarheid <strong>en</strong><br />

- vergelijkbaarheid van de toetsscores.<br />

Betrouwbare toets<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> betrouwbare resultat<strong>en</strong> op, d.w.z. dat ze e<strong>en</strong> nauwkeurig beeld gev<strong>en</strong> van<br />

iemands kunn<strong>en</strong> in het getoetste domein. Die nauwkeurigheid wordt des te belangrijker naarmate m<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> met elkaar wil gaan vergelijk<strong>en</strong>, wat het geval is bij e<strong>en</strong> LVS. Bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toets kan<br />

m<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> heel aantal stapp<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> om de betrouwbaarheid te vergrot<strong>en</strong>: zo lever<strong>en</strong> precieze instructies,<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


voldo<strong>en</strong>de verschill<strong>en</strong>de items <strong>en</strong> e<strong>en</strong> toetsformaat waarmee de leerling<strong>en</strong> vertrouwd zijn, al heel wat garanties<br />

op goede betrouwbaarheid. Voor de toets<strong>en</strong> van VLOT wordt de betrouwbaarheid ook statistisch<br />

berek<strong>en</strong>d op basis van proefafnames. Er wordt gestreefd naar e<strong>en</strong> coëfficiënt van 0,85 (Cronbach’s alfa)<br />

maar 0,75 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer 0,70 word<strong>en</strong> ook nog als voldo<strong>en</strong>de beschouwd om van e<strong>en</strong> goed<br />

betrouwbare toets te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>.<br />

Validiteit betek<strong>en</strong>t simpelweg dat m<strong>en</strong> zekerheid moet hebb<strong>en</strong> over het feit dat m<strong>en</strong> met de toets<strong>en</strong> wel<br />

meet wat m<strong>en</strong> beoogt te met<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> LVS wordt ook dat weer des te belangrijker. Immers, als m<strong>en</strong><br />

de resultat<strong>en</strong> op meerdere toets<strong>en</strong> met elkaar wil vergelijk<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> er zeker van te zijn dat wel<br />

degelijk die ding<strong>en</strong> getoetst zijn die m<strong>en</strong> wilde toets<strong>en</strong>. Uit het bov<strong>en</strong>staande mag duidelijk geword<strong>en</strong><br />

zijn dat directe toets<strong>en</strong>, het soort toets<strong>en</strong> waaruit VLOT is opgebouwd, e<strong>en</strong> groter garantie bied<strong>en</strong> op<br />

validiteit dan indirecte. Bij deze laatst<strong>en</strong> moet de band tuss<strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> meet <strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> beoogt te<br />

met<strong>en</strong> nog aangetoond word<strong>en</strong>. Bij directe toets<strong>en</strong> is die band verzekerd.<br />

E<strong>en</strong> zoektocht naar manier<strong>en</strong> waarop de in de eindterm<strong>en</strong> bedoelde vaardighed<strong>en</strong> direct, maar ook<br />

zo objectief mogelijk, d.w.z. zonder dat de subjectieve beoordeling van dieg<strong>en</strong>e die de toets<strong>en</strong> scoort<br />

e<strong>en</strong> te grote rol gaat spel<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst <strong>en</strong> gescoord, levert zeker <strong>voor</strong> de receptieve<br />

vaardighed<strong>en</strong> snel e<strong>en</strong> aantal goede toetsformat<strong>en</strong> op. Het blijkt goed mogelijk om luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zo<br />

te toets<strong>en</strong>, dat op <strong>voor</strong>hand kan word<strong>en</strong> bepaald wat als e<strong>en</strong> goed antwoord kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

De productieve vaardighed<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> in dat opzicht moeilijker omdat de uiting<strong>en</strong> die<br />

hier moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescoord, persoonlijker zijn <strong>en</strong> meer uit elkaar lop<strong>en</strong>. Bij sprek<strong>en</strong> is er dan nog de<br />

bijkom<strong>en</strong>de moeilijkheid dat de uiting<strong>en</strong> vluchtig zijn <strong>en</strong> dus mete<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld. T<strong>en</strong>zij<br />

m<strong>en</strong> natuurlijk met e<strong>en</strong> bandopnemer gaat werk<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> VLOT rad<strong>en</strong> we dat ook sterk aan.<br />

De productieve toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> van aanwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hoe ook daar het scor<strong>en</strong><br />

zo objectief mogelijk kan gebeur<strong>en</strong>. Door op <strong>voor</strong>hand te bepal<strong>en</strong> welke criteria bij de beoordeling e<strong>en</strong><br />

rol zull<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat binn<strong>en</strong> die criteria als goed of fout kan word<strong>en</strong> beschouwd, blijkt het toch<br />

mogelijk e<strong>en</strong> heel aantal stapp<strong>en</strong> in de goede richting te zett<strong>en</strong>.<br />

Hoe gaat m<strong>en</strong> nu de toetsscores op verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

elkaar vergelijk<strong>en</strong>? Daartoe is het nodig dat de scores op al die toets<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

vergelijkingsbasis kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teruggebracht, wat ook wel ‘schaling’ wordt g<strong>en</strong>oemd. Daartoe bestaan<br />

meerdere techniek<strong>en</strong> (o.a. perc<strong>en</strong>tielschaling, werk<strong>en</strong> met standaard- of z-scores, didactische leeftijdsequival<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

vordering<strong>en</strong>schal<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t). De techniek die bij VLOT wordt gehanteerd, sluit het dichtst<br />

aan bij het werk<strong>en</strong> met standaardscores <strong>en</strong> vertrekt van de gemiddelde score <strong>en</strong> de standaarddeviatie<br />

van de toets. De standaarddeviatie (SD) staat <strong>voor</strong> de spreiding rond het gemiddelde. In e<strong>en</strong> klas waar<br />

alle leerling<strong>en</strong> ongeveer gelijkwaardig zijn wat betreft taalvaardigheidsniveau, zal de SD klein zijn, in e<strong>en</strong><br />

klas met extreme uitblinkers <strong>en</strong> uitvallers, groot.<br />

Bij VLOT kond<strong>en</strong> alle berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (betrouwbaarheid, gemiddelde score, standaarddeviatie, ...) doorgevoerd<br />

word<strong>en</strong> op de resultat<strong>en</strong> van veel leerling<strong>en</strong> (ongeveer 600) van wie per <strong>leerjaar</strong> de toets<strong>en</strong> werd<br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze afnames vond<strong>en</strong> plaats op 32 verschill<strong>en</strong>de Vlaamse basisschol<strong>en</strong>, die als repres<strong>en</strong>tatief<br />

<strong>voor</strong> de Vlaamse situatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd: er war<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> uit de verschill<strong>en</strong>de<br />

geografisch hoek<strong>en</strong>, schol<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de urbanisatiegraad <strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>traties<br />

migrant<strong>en</strong> (<strong>voor</strong> wie Nederlands de tweede taal is), <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> uit de drie onderwijsnett<strong>en</strong>. Deze<br />

grootschalige afnames maakt<strong>en</strong> het mogelijk bij de toets<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>, die ons e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

13


14<br />

van wat als gemiddeld resultaat op de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verwacht. De score van elke individuele<br />

leerling <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hele klas kan aan deze norm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong> <strong>en</strong> ermee word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>.<br />

We onderscheid<strong>en</strong> vijf normcategorieën, die elk e<strong>en</strong> letter meekrijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> appreciatie,<br />

afhankelijk van de positie t<strong>en</strong> opzichte van het gemiddelde:<br />

A (goed) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die meer dan 1 SD bov<strong>en</strong> het gemiddelde ligt .<br />

B (goede middelmaat) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong> 1 SD erbov<strong>en</strong> ligt.<br />

C (zwakke middelmaat) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong> 1 SD eronder ligt.<br />

D (zwak) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die tuss<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 2 SD’s onder het gemiddelde ligt.<br />

E (zeer zwak) staat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> score die meer dan 2 SD’s onder het gemiddelde ligt.<br />

Voor e<strong>en</strong> toets op 20, met als gemiddelde 15, 5 <strong>en</strong> SD 2, betek<strong>en</strong>t dat:<br />

A = 18, 19 of 20<br />

B = 16 of 17<br />

C = 14 of 15<br />

D = 12 of 13<br />

E = 11 of minder.<br />

De keuze <strong>voor</strong> deze normcategorieën houdt in dat er wordt gestreefd naar e<strong>en</strong> gemiddelde score op de<br />

toets<strong>en</strong> van ongeveer 70 %. Het is immers <strong>voor</strong>al de bedoeling de grote groep zwakke scoorders (i.e. zij<br />

die onder het gemiddelde scor<strong>en</strong>) goed van elkaar te kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet zozeer de sterke<br />

van de heel sterke leerling<strong>en</strong>. Daarom definiër<strong>en</strong> we slechts twee categorieën bov<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong><br />

drie eronder. We will<strong>en</strong> namelijk van de uitvallers wet<strong>en</strong> of ze e<strong>en</strong> beetje, sterk of heel sterk uitvall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hoe groot bijgevolg hun achterstand is.<br />

Bij elke toets kan m<strong>en</strong> dus de norm<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de scores van de leerling<strong>en</strong> in die norm<strong>en</strong> omzett<strong>en</strong>.<br />

Over toets<strong>en</strong> he<strong>en</strong>, kan dan vastgesteld word<strong>en</strong> hoe leerling<strong>en</strong> of klass<strong>en</strong> evoluer<strong>en</strong>. Blijv<strong>en</strong> ze in dezelfde<br />

categorieën, gaan ze <strong>voor</strong>uit of achteruit <strong>en</strong> wat betek<strong>en</strong>t dat? Doordat telk<strong>en</strong>s wordt vertrokk<strong>en</strong> van de<br />

gemiddelde score, spel<strong>en</strong> onderlinge verschill<strong>en</strong> in moeilijkheidsgraad tuss<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> rol.<br />

Bij VLOT word<strong>en</strong> per toets de norm<strong>en</strong> vermeld. In dit algem<strong>en</strong>e gedeelte vindt m<strong>en</strong> de nodige overzicht<strong>en</strong><br />

om de norm<strong>en</strong> per leerling <strong>en</strong> de verdeling over de normcategorieën per klas te registrer<strong>en</strong>.<br />

Ook aan dit registratiesysteem word<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> hoge eis<strong>en</strong> gesteld. We noem<strong>en</strong> er hieronder <strong>en</strong>kele.<br />

Voor het registratiesysteem van VLOT is er naar gestreefd <strong>en</strong> wordt er nog verder aan gewerkt om zo<br />

goed mogelijk aan de eis<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. Het aan het LVS gekoppelde registratiesysteem moet<br />

- e<strong>en</strong> hoge informatiewaarde hebb<strong>en</strong>, d.w.z. zoveel mogelijk <strong>en</strong> zo specifiek mogelijk de situatie van e<strong>en</strong><br />

leerling of e<strong>en</strong> klas definiër<strong>en</strong>;<br />

- duidelijk <strong>en</strong> inzichtelijk zijn, d.w.z. dat iedere<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> of andere manier bij het LVS betrokk<strong>en</strong> is,<br />

de informatie moet kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> zoals ze bedoeld is;<br />

- cumulatief zijn, d.w.z. dat alle gegev<strong>en</strong>s er systematisch in moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gebracht;<br />

- simpel <strong>en</strong> toegankelijk zijn, <strong>en</strong> dus bruikbaar zonder al te veel extra studie <strong>en</strong> lectuur.<br />

Op de praktische richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het gebruik van het registratiesysteem bij VLOT gaan we in paragraaf<br />

2.3 in.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


T<strong>en</strong>slotte moet<strong>en</strong> alle toets<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet in het minst die van e<strong>en</strong> LVS, omdat het er zoveel zijn, economisch<br />

zijn wat betreft tijdsgebruik. Toets<strong>en</strong> is iets dat moet gebeur<strong>en</strong>, daar gaan we hieronder nog nader op<br />

in. Maar iedere<strong>en</strong> zal het erover e<strong>en</strong>s zijn dat het aandeel van toets<strong>en</strong> in de toch al zo beperkt beschikbare<br />

onderwijstijd zo klein mogelijk moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>, zodat er zoveel mogelijk tijd overblijft <strong>voor</strong><br />

het onderwijs zelf. Dat betek<strong>en</strong>t dat:<br />

- de toets<strong>en</strong> van het LVS zoveel mogelijk groepsgewijs moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Voor de toets<strong>en</strong> op luister-, lees- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid <strong>en</strong> de edit-toets<strong>en</strong> in VLOT kunn<strong>en</strong> we kort zijn.<br />

Alle toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> klassikaal word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Uiteraard verdi<strong>en</strong>t het de <strong>voor</strong>keur dat de leerling<strong>en</strong><br />

niet zo dicht bij elkaar zitt<strong>en</strong> dat ze alles kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wat er naast <strong>en</strong> <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> gebeurt. Bij veel toets<strong>en</strong><br />

in de lagere leerjar<strong>en</strong>, waar vaak met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> wordt gewerkt, is het niet altijd evid<strong>en</strong>t<br />

om dat te vermijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> is afname in kleinere groep<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>. Voor spreekvaardigheid<br />

is het uiteraard niet mogelijk om klassikaal te werk<strong>en</strong>. Daar moet<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> individueel word<strong>en</strong><br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

- de afname <strong>en</strong> verwerkingstijd binn<strong>en</strong> redelijke gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

Voor de drie eerstg<strong>en</strong>oemde vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de edit-toets<strong>en</strong> wordt hier gestreefd naar e<strong>en</strong> maximale<br />

afnametijd van e<strong>en</strong> lesuur van 50 minut<strong>en</strong>. Sprek<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> duurt uiteraard langer. De verwerking van<br />

receptieve toets<strong>en</strong> kan heel snel gebeur<strong>en</strong>. Bij elke praktische handleiding in VLOT zit e<strong>en</strong><br />

scoringswijzer waarop heel precies is aangegev<strong>en</strong> wat goed <strong>en</strong> wat fout moet word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Ook<br />

invulblad<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de scores zijn <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong>. Voor de productieve toets<strong>en</strong> is dat ook het geval, maar<br />

daar komt de leestijd van schrijfproduct<strong>en</strong>, het beluister<strong>en</strong> van de spreekopdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> oordeelvaardigheid<br />

over heel persoonlijke uiting<strong>en</strong> bij kijk<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte wordt het ook algeme<strong>en</strong> <strong>voor</strong>delig geacht als het leerlingvolgsysteem gefaseerd kan word<strong>en</strong><br />

ingevoerd. Immers, e<strong>en</strong> LVS betek<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> school meestal e<strong>en</strong> vernieuwing <strong>en</strong> zich daar in inwerk<strong>en</strong><br />

kost tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie. Die twee zijn in de regel niet onbeperkt beschikbaar <strong>voor</strong> één aspect van het<br />

onderwijs <strong>en</strong> daarom lijkt het zinvol om niet alles ine<strong>en</strong>s te will<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>.<br />

Hoewel VLOT op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> afwijkt van de gestelde criteria, lijkt er toch ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om niet van<br />

e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem te sprek<strong>en</strong>. Waarom we nu liever van e<strong>en</strong> volgsysteem sprek<strong>en</strong> dan van e<strong>en</strong><br />

leerlingvolgsysteem, wordt hieronder duidelijk.<br />

In e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem word<strong>en</strong> traditioneel drie fas<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, zijnde signalering, diagnose <strong>en</strong><br />

remediëring of actie. Tijd<strong>en</strong>s de eerste fase, die van de signalering, word<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij<br />

alle leerling<strong>en</strong>, door de toetsafnemer gescoord <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> geregistreerd. Hoe dat bij VLOT<br />

in zijn werk gaat, wordt preciezer uitgelegd in paragraaf 2.<br />

We zijn in het <strong>voor</strong>gaande uitgebreid ingegaan op het nut van methode-overstijg<strong>en</strong>de toets<strong>en</strong> in deze<br />

fase. Deze toets<strong>en</strong> zijn bij elke vorm van onderwijs bruikbaar, onafhankelijk van het traject dat gekoz<strong>en</strong><br />

is om aan taalvaardigheid te werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lesmaterial<strong>en</strong> daartoe aangew<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. In het geval van<br />

VLOT werd als uitgangspunt gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> pakket van 60 toets<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>redig verdeeld over de vier<br />

vaardighed<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

15


16<br />

Dat zou resulter<strong>en</strong> in één toets per vaardigheid per meetmom<strong>en</strong>t (drie per jaar) per <strong>leerjaar</strong>. Het bleek<br />

echter al snel dat dat e<strong>en</strong> ideaalbeeld was, dat op bepaalde punt<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong> bijgesteld. Dat zijn<br />

de volg<strong>en</strong>de:<br />

a Voor het tweede <strong>en</strong> het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> zijn er minder productieve toets<strong>en</strong> dan <strong>voor</strong> de bov<strong>en</strong>bouw<br />

(vierde, vijfde <strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong>).<br />

b Daarteg<strong>en</strong>over staan <strong>en</strong>kele extra luister- <strong>en</strong> leestoets<strong>en</strong>.<br />

c In de bov<strong>en</strong>bouw word<strong>en</strong> twee spreektoets<strong>en</strong> per jaar <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />

d In alle leerjar<strong>en</strong> zijn één of twee edittoets<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Bijlage 1 geeft e<strong>en</strong> overzicht van wat dat als geheel oplevert. Hieronder word<strong>en</strong> de vier punt<strong>en</strong> gemotiveerd.<br />

a De eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn geformuleerd aan de hand van de basisvaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus moet<br />

van meet af aan word<strong>en</strong> nagegaan (getoetst) of de leerling<strong>en</strong> op de goede weg zitt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elk van<br />

die vier vaardighed<strong>en</strong>.<br />

Toch is het onderwijs niet op die manier georganiseerd. Er wordt niet in gelijke verhouding<strong>en</strong> aan de<br />

vaardighed<strong>en</strong> gewerkt. Integ<strong>en</strong>deel: er is e<strong>en</strong> duidelijke evolutie doorhe<strong>en</strong> de lagere school. Waar<br />

aanvankelijk <strong>voor</strong>al de receptieve vaardighed<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong>) c<strong>en</strong>traal staan, is er e<strong>en</strong> geleidelijke<br />

beweging in de richting van meer productief taalgebruik (sprek<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong>), zodat op het einde van<br />

de lagere school de nadruk <strong>voor</strong>al op die vaardighed<strong>en</strong> kan ligg<strong>en</strong>.<br />

Deze evolutie sluit aan bij de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de behoeft<strong>en</strong> van taal-ler<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>. Als we kijk<strong>en</strong><br />

naar eerste-taalverwerving, zi<strong>en</strong> we dat kinder<strong>en</strong> taal ler<strong>en</strong> door eerst het taalaanbod te ontvang<strong>en</strong><br />

(receptief), waarna ze zichzelf beginn<strong>en</strong> uitdrukk<strong>en</strong> (productief). Dat betek<strong>en</strong>t dat begrip verder staat<br />

dan productie. De vaardighed<strong>en</strong> die kinder<strong>en</strong> zo verwerv<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> dan weer de basis <strong>voor</strong> het<br />

verwerv<strong>en</strong> van andere vaardighed<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> die het tweede <strong>leerjaar</strong> aanvatt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> heel eind van deze eerste-taalverwervingsweg<br />

afgelegd. Toch zal de schooltaal, met haar typische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, <strong>voor</strong> ieder van h<strong>en</strong> in meer<br />

of mindere mate e<strong>en</strong> drempel vorm<strong>en</strong>. Die drempel overwinn<strong>en</strong> ze door eerst met veel <strong>en</strong> goed<br />

mondeling taalaanbod te word<strong>en</strong> geconfronteerd <strong>en</strong> dat te prober<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>, om vervolg<strong>en</strong>s zelf te<br />

gaan producer<strong>en</strong>.<br />

Geleidelijk aan komt ook de schriftelijke pool erbij. Dat is ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> rechtlijnige evolutie waarbij<br />

leerling<strong>en</strong> eerst ler<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, dan sprek<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte schrijv<strong>en</strong>, maar wel e<strong>en</strong><br />

reële evolutie waarin zwaartepunt<strong>en</strong> verschuiv<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de lagere school.<br />

In die optiek leek het zinloos om <strong>voor</strong> de twee laagste leerjar<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel productieve toets<strong>en</strong> te<br />

<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> als <strong>voor</strong> de andere leerjar<strong>en</strong>. In het tweede <strong>leerjaar</strong> komt het schrijfonderwijs – we bedoel<strong>en</strong><br />

hier creatief schrijv<strong>en</strong>, niet het technische schrijfproces – aarzel<strong>en</strong>d op gang. VLOT <strong>voor</strong>ziet hier<br />

daarom in slechts één schrijftoets, namelijk op het einde van het <strong>derde</strong> trimester. Dat heeft als gevolg<br />

dat m<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit <strong>leerjaar</strong> met de toets<strong>en</strong> van VLOT ge<strong>en</strong> evolutie kan schets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> schrijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

ook dat de leerkracht niet kan ingrijp<strong>en</strong> als de toetsresultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>. Maar het is zeer de vraag<br />

of er in dit prille stadium al e<strong>en</strong> evolutie waar te nem<strong>en</strong> valt, die noem<strong>en</strong>swaardig g<strong>en</strong>oeg is om<br />

zinvolle informatie te bevatt<strong>en</strong>?<br />

Frequ<strong>en</strong>t toets<strong>en</strong> van deze prille vaardigheid houdt dan ook het risico in <strong>voor</strong> verkeerde interpretatie<br />

(zie ook verder bij ‘diagnose’). Word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de gerelativeerd?<br />

Gebruikt m<strong>en</strong> die ‘teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de’ resultat<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong> aanleiding om zeer int<strong>en</strong>sief aan de<br />

productieve vaardighed<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> van het tweede <strong>leerjaar</strong> te gaan werk<strong>en</strong>? Dat hoeft niet,<br />

want het schrijfproces bevindt zich nog in het aanvangsstadium <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


ehoefte aan veel taalaanbod <strong>en</strong> ruimte om met ondersteuning te experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, alvor<strong>en</strong>s zij t<strong>en</strong><br />

volle zelfstandig in deze moeilijke vaardigheid kunn<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bloei<strong>en</strong>.<br />

Het overgrote deel van de onderwijstijd moet in het tweede <strong>leerjaar</strong> naar luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />

gaan. Dat zijn de ding<strong>en</strong> waar de leerling<strong>en</strong> op dat mom<strong>en</strong>t aan toe zijn <strong>en</strong> waar zij reeds grote stapp<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>waarts kunn<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>. Later zal het belang van het spreek- <strong>en</strong> luisteronderwijs word<strong>en</strong> afgebouwd,<br />

t<strong>en</strong> <strong>voor</strong>dele van de moeilijkere vaardighed<strong>en</strong>: steeds moeilijkere tekstsoort<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere mogelijke<br />

reactie op toetsresultat<strong>en</strong> die weinig evolutie verton<strong>en</strong>, zou kunn<strong>en</strong> zijn dat m<strong>en</strong> de toetsresultat<strong>en</strong> niet<br />

ernstig neemt <strong>en</strong> het toets<strong>en</strong> van die vaardigheid aan de hand van VLOT <strong>voor</strong> onbepaalde tijd<br />

achterwege laat. Dat is natuurlijk helemaal af te rad<strong>en</strong>, want zo mist m<strong>en</strong> belangrijke signal<strong>en</strong>. Daarom<br />

lijkt het in alle opzicht<strong>en</strong> beter dat leerkracht<strong>en</strong> observer<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong> schrijfvaardigheid<br />

normaal evoluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ze bijstur<strong>en</strong> waar het nodig is. Te vaak systematisch toets<strong>en</strong> van deze prille<br />

vaardigheid zal de leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> eerder afremm<strong>en</strong> dan stimuler<strong>en</strong>.<br />

De score op de schrijftoets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> is het signaal dat meegaat naar het <strong>derde</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>. E<strong>en</strong> half jaar later, op het einde van het eerste trimester, word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> opnieuw<br />

getoetst. En nog e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> half jaar later, op het einde van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>, <strong>voor</strong> de <strong>derde</strong> maal.<br />

Voor het tweede meetmom<strong>en</strong>t <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> schrijftoets, geheel in overe<strong>en</strong>stemming met wat we<br />

hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> beargum<strong>en</strong>teerd.<br />

Vanaf dan wordt het tempo <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van schrijfvaardigheid opgevoerd. Voor het vierde, vijfde<br />

<strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong> is er <strong>voor</strong> deze vaardigheid één toets per meetmom<strong>en</strong>t.<br />

Voor sprek<strong>en</strong> is <strong>voor</strong> het tweede <strong>en</strong> het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> slechts één toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Dat is één minder<br />

dan in de hogere klass<strong>en</strong>. Ook hier moet<strong>en</strong> de jonge leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al de kans krijg<strong>en</strong> te luister<strong>en</strong>, te<br />

verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> rustig uit te prober<strong>en</strong>. Het gaat langzaam maar zeker. We will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> evolutie<br />

is, maar we kiez<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> niet te frequ<strong>en</strong>t te met<strong>en</strong>. Zo prober<strong>en</strong> we mogelijke negatieve effect<strong>en</strong><br />

(verkeerde interpretatie van de resultat<strong>en</strong>, verlegging van acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de onderwijstijd, gedemotiveerde<br />

leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>) uit te sluit<strong>en</strong>.<br />

b Teg<strong>en</strong>over dit vermin<strong>derde</strong> aantal productieve toets<strong>en</strong> in het tweede <strong>en</strong> <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>, staan extra<br />

receptieve toets<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> luister- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leestoets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leestoets <strong>voor</strong> het<br />

<strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>.<br />

Zes receptieve toets<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed beeld van de receptieve vaardighed<strong>en</strong>. Ze gev<strong>en</strong> aan hoe de<br />

leerling evolueert t<strong>en</strong> opzichte van zichzelf, van zijn klas <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> grote groep Vlaamse leerling<strong>en</strong><br />

én hoe zijn klas evolueert t<strong>en</strong> opzichte van zichzelf <strong>en</strong> dat gemiddelde. Dat is zeker nodig in het begin<br />

van de lagere school, waar <strong>voor</strong>al aan deze vaardighed<strong>en</strong> hard wordt gewerkt.<br />

De toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> zo groot mogelijke verscheid<strong>en</strong>heid aan tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaraan<br />

gekoppelde opdracht<strong>en</strong>. Toch is er nog ruimte <strong>voor</strong> <strong>en</strong>kele extra toets<strong>en</strong>, waarin zeer specifieke<br />

tekstsoort<strong>en</strong>, zoals bij<strong>voor</strong>beeld sprookjes <strong>en</strong> versjes, als basis <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> toets word<strong>en</strong> gebruikt. Ook<br />

deze tekstsoort<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> maar word<strong>en</strong> vaak over het hoofd gezi<strong>en</strong> als mogelijke basis<br />

<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> toets.<br />

Deze extra toets<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats waar er ruimte vrijkomt. Zo kom<strong>en</strong> we opnieuw bij vier toets<strong>en</strong><br />

per meetmom<strong>en</strong>t. Deze toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> soepel word<strong>en</strong> ingezet. Voor de vergelijkbaarheid is het<br />

ideaal ze af te nem<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t waarop ze g<strong>en</strong>ormeerd zijn, maar toch di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> dat, in dit<br />

geval, niet al te strikt te hanter<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wat eerder word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo al e<strong>en</strong><br />

indicatie gev<strong>en</strong> van het te verwacht<strong>en</strong> niveau. Hoewel de tekstsoort <strong>en</strong> de opdracht verschill<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong><br />

de afgeleide resultat<strong>en</strong> het mogelijk het algem<strong>en</strong>e niveau van de leerling<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

17


18<br />

De extra toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook wat achteruit word<strong>en</strong> geschov<strong>en</strong>, om het beeld dat m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaald<br />

meetmom<strong>en</strong>t kreeg te bevestig<strong>en</strong> of bij te stell<strong>en</strong>.<br />

De toets<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook gebruikt word<strong>en</strong> om te peil<strong>en</strong> naar de evolutie van bepaalde leerling<strong>en</strong>,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> die leerling<strong>en</strong> die als gevolg van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> extra stimulans<strong>en</strong> (zie ook<br />

verder onder ‘diagnose’) kreg<strong>en</strong>. Moet m<strong>en</strong> in dit geval de toets<strong>en</strong> dan <strong>en</strong>kel bij die leerling<strong>en</strong><br />

afnem<strong>en</strong>? Dat is niet aan te rad<strong>en</strong>. Het gaat in dit concrete geval over leerling<strong>en</strong> die uitvall<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

opzichte van de rest van de klas. Daarom is de vergelijkbaarheid met de rest van de klas belangrijker<br />

dan ooit.<br />

c Uiteraard primeert de kwaliteit van VLOT op alle andere aspect<strong>en</strong>. Maar kwaliteit kan alle<strong>en</strong> tot haar<br />

recht kom<strong>en</strong>, als zij ook haalbaar is. Met name <strong>voor</strong> het toets<strong>en</strong> van spreekvaardigheid stelt de vraag<br />

naar die haalbaarheid zich zeer dwing<strong>en</strong>d. In VLOT is getracht om het afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van<br />

spreektoets<strong>en</strong> zo efficiënt mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>, maar de aard van de vaardigheid vraagt nu<br />

e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke investering.<br />

Spreekvaardigheid kan <strong>en</strong>kel individueel verantwoord <strong>en</strong> objectief getoetst word<strong>en</strong>. Daarom kom<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij de toetsafnemer. Deze laatste schetst e<strong>en</strong> situatie waarin de leerling<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> bepaald <strong>leerjaar</strong> sprek<strong>en</strong>d zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze word<strong>en</strong> aangezet om dat<br />

ook te do<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan deze toetsafnames zo <strong>vlot</strong> mogelijk lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> door te zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

klassikale introductie <strong>en</strong> instructie (zie ook paragraaf 2.2), door de leerling<strong>en</strong> zich op <strong>voor</strong>hand te lat<strong>en</strong><br />

inlev<strong>en</strong>, door ze <strong>vlot</strong> achter elkaar te lat<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Maar het blijft e<strong>en</strong> feit dat e<strong>en</strong><br />

spreektoets <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> klas van ongeveer twintig leerling<strong>en</strong> behoorlijk wat tijd <strong>en</strong> organisatietal<strong>en</strong>t<br />

vraagt.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is er bij spreektoets<strong>en</strong> ook de specifieke moeilijkheid van het scor<strong>en</strong>. De uiting<strong>en</strong> van de<br />

leerling<strong>en</strong> zijn vluchtig <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus ofwel mete<strong>en</strong> beoordeeld, ofwel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om<br />

achteraf te beoordel<strong>en</strong>. In het eerste geval blijk<strong>en</strong> er in de praktijk nogal wat fout<strong>en</strong> in de beoordeling<br />

te sluip<strong>en</strong>, omdat het vrijwel onmogelijk is <strong>voor</strong> de beoordelaar om zo geconc<strong>en</strong>treerd <strong>en</strong> nauwgezet<br />

tewerk te gaan dat dit volledig perfect verloopt.<br />

De toetsprestaties van de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus op band word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> achteraf word<strong>en</strong><br />

beoordeeld of op zijn minst geverifieerd. Dat is nog tijdsint<strong>en</strong>siever dan de afnames zelf, hoewel dit<br />

natuurlijk buit<strong>en</strong> de lesur<strong>en</strong> kan gebeur<strong>en</strong>. Wie op e<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>te, objectieve manier tewerk gaat<br />

bij het scor<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dat kan met de scoringswijzers die bij de VLOT-toets<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>), zal luister<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder luister<strong>en</strong>, maar ook opnieuw luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> beoordeling<br />

evaluer<strong>en</strong>, controler<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. In VLOT is getracht om het opzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> spreektoets <strong>en</strong> de<br />

beoordeling ervan zo haalbaar mogelijk te mak<strong>en</strong>, maar de aard van de vaardigheid vraagt e<strong>en</strong><br />

dergelijke tijdsinvestering.<br />

Om al de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde red<strong>en</strong><strong>en</strong> is het niet realistisch te verlang<strong>en</strong> dat leerkracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke<br />

constructie drie keer per jaar opzett<strong>en</strong>. Daarom is het aantal meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> spreekvaardigheid<br />

gereduceerd. De toets<strong>en</strong> met<strong>en</strong> de spreekvaardigheid zo ruim mogelijk. In de meeste gevall<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong><br />

spreektoets bestaan uit meerdere tak<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de aard. In die verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s weer e<strong>en</strong> andere kant van hun spreekvaardigheid demonstrer<strong>en</strong>, opdat de<br />

leerkracht er e<strong>en</strong> zo volledig <strong>en</strong> vergelijkbaar mogelijk beeld van zou krijg<strong>en</strong>. Op die manier word<strong>en</strong><br />

de weinige meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zo optimaal mogelijk b<strong>en</strong>ut.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


d Edit-toets<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> leestoets<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> edit-taak krijgt e<strong>en</strong> lezer e<strong>en</strong> tekst waarin op willekeurige<br />

plaats<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> zijn toegevoegd. Die woord<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> niet thuis in de tekst <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er door de<br />

lezer uit word<strong>en</strong> geschrapt. De score op e<strong>en</strong> edit-taak is e<strong>en</strong> zeer betrouwbare indicatie van de<br />

algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid van de lezer. Ze geeft ge<strong>en</strong> beeld van de leesvaardigheid alle<strong>en</strong>, maar van<br />

de globale taalvaardigheid. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het e<strong>en</strong> taak die kinder<strong>en</strong> al op zeer jonge leeftijd kunn<strong>en</strong><br />

uitvoer<strong>en</strong>. Zowel het uitvoer<strong>en</strong> als het scor<strong>en</strong> ervan, kunn<strong>en</strong> zeer snel gebeur<strong>en</strong>.<br />

Op die plaats<strong>en</strong> in het VLOT-schema waar ge<strong>en</strong> productieve toets<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, is er ruimte <strong>voor</strong><br />

deze zinvolle toetssoort. Om de scores op de toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de vier afzonderlijke vaardighed<strong>en</strong> te<br />

relater<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> meer algem<strong>en</strong>e score, is het aan te rad<strong>en</strong> deze ruimte te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. In de twee<br />

laagste klass<strong>en</strong> gebeurt dat zelfs tweemaal. Daar zijn nog niet zoveel productieve toets<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

indicatie van de algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid kan dan ook alle<strong>en</strong> maar bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> preciezer beeld,<br />

waarbij ondermeer de noodzakelijke transfer van de receptieve naar de productieve vaardighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>traal aandachtspunt is.<br />

VLOT toetst graag direct: vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst door ze te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Edit-toets<strong>en</strong> zijn<br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> indirecte toets<strong>en</strong>: we mak<strong>en</strong> gebruik van e<strong>en</strong> leestaak, om uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over<br />

de globale taalvaardigheid. Uit onderzoek blijkt dat de score op de edit-taak hierover zinvolle informatie<br />

verschaft, dus ook over de luister-, spreek- <strong>en</strong> schrijfvaardigheid van de leerling<strong>en</strong>. Het is zowat de <strong>en</strong>ige<br />

toetssoort die, gezi<strong>en</strong> de situatie van de lagere school, hier<strong>voor</strong> in aanmerking komt. Vandaar dat we<br />

deze indirecte toets<strong>en</strong> in het pakket opnem<strong>en</strong>.<br />

Het belangrijkste van deze eerste fase is dat ze signal<strong>en</strong> oplevert, precieze gegev<strong>en</strong>s over de positie van<br />

de leerling<strong>en</strong>, de klas <strong>en</strong> de school t<strong>en</strong> opzichte van de doelstelling<strong>en</strong>. Dat is de red<strong>en</strong> waarom we<br />

toets<strong>en</strong>, om te wet<strong>en</strong> of we er met ons onderwijs in slag<strong>en</strong> om de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de taalvaardig te<br />

mak<strong>en</strong>. Daarom is het ook van wez<strong>en</strong>lijk belang dat we de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong><br />

eindpunt zi<strong>en</strong>, maar als e<strong>en</strong> aanknopingspunt <strong>voor</strong> de volg<strong>en</strong>de fase, die van de diagnose. In deze fase<br />

gaat m<strong>en</strong> op zoek naar de oorzak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de problem<strong>en</strong>, die in de eerste fase gesignaleerd zijn. Die<br />

problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich op verschill<strong>en</strong>de niveaus situer<strong>en</strong>. Het kunn<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> zijn van individuele<br />

leerling<strong>en</strong> of van (bijna) e<strong>en</strong> hele klasgroep. Het kunn<strong>en</strong> kleine of grote problem<strong>en</strong> zijn: net onder het<br />

gemiddelde scor<strong>en</strong> is in principe minder erg dan zwaar onder het gemiddelde scor<strong>en</strong>. Het kunn<strong>en</strong> ook<br />

grootschalige problem<strong>en</strong> zijn met meerdere vaardighed<strong>en</strong> of geïsoleerde problem<strong>en</strong> met één vaardigheid<br />

of e<strong>en</strong> deel ervan.<br />

Het is duidelijk dat bij de zoektocht naar de oorzak<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong> naar de specifieke situatie zal<br />

gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>do<strong>en</strong>. Het school- of methode-overstijg<strong>en</strong>de aspect<br />

vervalt dus. Toch moet de zaak nog steeds zo ruim mogelijk word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet ook de hele<br />

omgeving waarbinn<strong>en</strong> het onderwijs plaatsvindt kritisch word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. De oorzak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> niet<br />

mete<strong>en</strong>, zoals in de praktijk vaak het geval is, bij de zwak scor<strong>en</strong>de leerling zelf word<strong>en</strong> gelegd. Meestal<br />

gaat m<strong>en</strong> dan door middel van toets<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de deelaspect<strong>en</strong> van het getoetste verschijnsel<br />

preciezer uitzoek<strong>en</strong> met welke on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> de leerling dan problem<strong>en</strong> heeft, om daar expliciet <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief<br />

op te gaan train<strong>en</strong>. Die reactie is e<strong>en</strong> gevolg van de visie op taal als opdeelbaar in kleinere on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong><br />

die afzonderlijk word<strong>en</strong> aangebracht (zie bov<strong>en</strong>). Of m<strong>en</strong> zadelt de betreff<strong>en</strong>de leerling van meet af aan<br />

met e<strong>en</strong> onomkeerbaar leerprobleem op.<br />

Als m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ruimer niveau naar oorzak<strong>en</strong> gaat zoek<strong>en</strong> is het in de eerste plaats belangrijk dat het<br />

overleg over problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> oorzak<strong>en</strong> gebeurt in aanwezigheid van alle mogelijke betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er<br />

e<strong>en</strong> positieve sfeer van op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> heerst tuss<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

19


20<br />

Als blijkt dat meerdere klass<strong>en</strong> in één school er niet in slag<strong>en</strong> om met het grootste deel van de leerling<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> aanvaardbaar niveau te behal<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de norm<strong>en</strong>, is het nodig dat er op schoolniveau<br />

wordt overlegd om uit te zoek<strong>en</strong> wat er misloopt. Is er wel e<strong>en</strong> duidelijk beleid uitgestippeld <strong>voor</strong> de<br />

taalvaardigheidsaanpak? Bied<strong>en</strong> de gekoz<strong>en</strong> weg <strong>en</strong> het bijbehor<strong>en</strong>de lesmateriaal voldo<strong>en</strong>de garanties<br />

op succes? Wordt er voldo<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>sgezind aan die weg gewerkt? Is er regelmatig overleg <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>,<br />

zodat de viol<strong>en</strong> weer op elkaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgestemd? <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

Als dat allemaal in orde is, maar in e<strong>en</strong> bepaalde klas veel leerling<strong>en</strong> herhaald ondermaats scor<strong>en</strong>, is het<br />

nodig dat de aanpak in de klas aan e<strong>en</strong> kritisch onderzoek wordt onderworp<strong>en</strong>. Met ‘aanpak’ bedoel<strong>en</strong><br />

we dan zowel de onderwijssituatie (HOE het onderwijs wordt aangepakt) als de aangebrachte leerstof<br />

(WAT er in het onderwijs wordt aangepakt). In teg<strong>en</strong>stelling tot wat meestal wordt aanbevol<strong>en</strong>, zijn wij,<br />

volledig aansluit<strong>en</strong>d bij het <strong>voor</strong>gaande, van oordeel dat eerst bij de situatie, de organisatie <strong>en</strong> ondersteuning<br />

van het onderwijs in de klas e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld <strong>en</strong> pas in tweede<br />

instantie bij de leerstof. Is er in de klas voldo<strong>en</strong>de ruimte <strong>voor</strong> eig<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g van de leerling<strong>en</strong>? Mog<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> zelf op zoek gaan naar de oplossing <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> of wordt die h<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s weer zonder<br />

meer aangereikt? Voel<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak om ding<strong>en</strong> uit te prober<strong>en</strong>? Mog<strong>en</strong><br />

ze fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichzelf verbeter<strong>en</strong>? Is er voldo<strong>en</strong>de aandacht <strong>voor</strong> de grote verscheid<strong>en</strong>heid onder<br />

de leerling<strong>en</strong>? Moet er niet meer naar mogelijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht om de grote groep zwakke<br />

scoorders meer te lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan het onderwijs of meer e<strong>en</strong> beroep te lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op feedback<br />

van hun sterkere medeleerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerkracht? Sluit de aanpak voldo<strong>en</strong>de aan bij wat er in de vorige<br />

leerjar<strong>en</strong> is gebeurd? Wordt er in de juiste verhouding aan de verschill<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong> of on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong><br />

ervan gewerkt? <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Dat zijn uiteraard allemaal school-, klas- of methodespecifieke aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> de oorzak<strong>en</strong> dan toch bij de individuele leerling moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht, moet nog niet mete<strong>en</strong><br />

beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat hij wellicht e<strong>en</strong> probleem heeft met één of ander of alle on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde<br />

vaardigheid. Het is bij<strong>voor</strong>beeld ook mogelijk dat de individuele leeromgeving van het kind hem<br />

verhindert op e<strong>en</strong> bepaalde toets e<strong>en</strong> acceptabele score te behal<strong>en</strong>. Dat kan gaan van e<strong>en</strong> problematische<br />

thuissituatie of e<strong>en</strong> verstoord leerpatroon tot e<strong>en</strong> extra drempel die in de toets ingebouwd zit. Is het<br />

kind misschi<strong>en</strong> om één of andere red<strong>en</strong> minder vertrouwd met het onderwerp van de tekst waarmee in<br />

de toets wordt gewerkt dan de andere leerling<strong>en</strong>? Of heeft het kind e<strong>en</strong> aversie teg<strong>en</strong> dat onderwerp?<br />

Of werd er toch e<strong>en</strong> beroep gedaan op e<strong>en</strong> talig aspect dat de leerling onvoldo<strong>en</strong>de beheerst? Als dat<br />

vermoed wordt, kan er gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van e<strong>en</strong> diagnostische toets om het probleem nader<br />

te definiër<strong>en</strong>. Die diagnostische toets zal dan ook automatisch methode-afhankelijk zijn, omdat m<strong>en</strong> bij<br />

het mak<strong>en</strong> of kiez<strong>en</strong> van deze toets zal uitgaan van e<strong>en</strong> bepaald concept over hoe taalvaardigheid wordt<br />

opgebouwd.<br />

Aan al die vaststelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> diagnoses moet<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte acties word<strong>en</strong> vastgeknoopt, ook weer op de<br />

verschill<strong>en</strong>de niveaus, te beginn<strong>en</strong> bij het hoogste niveau waarop problem<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vastgesteld: op<br />

schoolniveau kunn<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> op de bov<strong>en</strong>gestelde vrag<strong>en</strong> in concrete acties word<strong>en</strong> omgezet.<br />

Die acties moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot meer efficiëntie <strong>en</strong> gerichtheid op de te bereik<strong>en</strong> doel<strong>en</strong>. Op klasniveau<br />

kunn<strong>en</strong> daartoe acties word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> op het niveau van de aangebod<strong>en</strong> tak<strong>en</strong>: er kunn<strong>en</strong> andersoortige<br />

of meer toegankelijke tak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Of er kan e<strong>en</strong> andere b<strong>en</strong>adering word<strong>en</strong><br />

gekoz<strong>en</strong> op het vlak van de individuele of klassikale ondersteuning, de organisatie van de less<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

socio-affectieve context van de klas.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Op leerlingniveau moet al het mogelijke word<strong>en</strong> gedaan om het specifieke probleem van de leerling weg<br />

te werk<strong>en</strong>. Hier will<strong>en</strong> we er<strong>voor</strong> pleit<strong>en</strong> om niet mete<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> uit de klas te hal<strong>en</strong> om geïsoleerd<br />

te gaan train<strong>en</strong> op hun specifieke problem<strong>en</strong>, maar in de eerste plaats te zoek<strong>en</strong> naar manier<strong>en</strong> waarop<br />

de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de klas kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondersteund, zodat ze toch optimaal mee kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong><br />

van het onderwijs. Dat vraagt vaak heel wat differ<strong>en</strong>tiatievaardighed<strong>en</strong> van de leerkracht, e<strong>en</strong> punt<br />

waar zeker in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de bijdrage binn<strong>en</strong> deze handleiding zal word<strong>en</strong> op ingegaan.<br />

De ondernom<strong>en</strong> acties vorm<strong>en</strong> ook weer ge<strong>en</strong> eindpunt. Zij gev<strong>en</strong> aanleiding tot e<strong>en</strong> nieuwe evaluatiecyclus,<br />

te beginn<strong>en</strong> bij signaleringstoets<strong>en</strong>. Die lever<strong>en</strong> weer signal<strong>en</strong> op, waarbij het de bedoeling is dat<br />

die geleidelijk aan positiever word<strong>en</strong>. Waar dat niet het geval is, moet opnieuw e<strong>en</strong> kritische diagnoseronde<br />

het gevolg zijn, die ook weer resulteert in de nodige acties.<br />

De signaleringsfase is zonder meer het sterkst uitgewerkt in VLOT. Zoals we hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

aangetoond, is dat immers de <strong>en</strong>ige fase die <strong>voor</strong> alle schol<strong>en</strong>, klass<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dezelfde is. E<strong>en</strong>s<br />

de signal<strong>en</strong> geleverd <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> vastgesteld, moet in e<strong>en</strong> specifieke context op zoek word<strong>en</strong><br />

gegaan naar oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daartoe kunn<strong>en</strong> uiteraard <strong>en</strong>kel suggesties<br />

<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Omdat VLOT, door het verzamel<strong>en</strong> van resultat<strong>en</strong> op toets<strong>en</strong> die bij alle leerling<strong>en</strong> van alle klass<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> school word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, op zoek wil gaan naar signal<strong>en</strong> van mogelijke problem<strong>en</strong> op school-, klasof<br />

leerlingniveau, om daar op die verschill<strong>en</strong>de niveaus de nodige onderwijsacties aan vast te knop<strong>en</strong>,<br />

sprek<strong>en</strong> we liever van e<strong>en</strong> volgsysteem dan van e<strong>en</strong> leerlingvolgsysteem. De leerling<strong>en</strong> als individu<strong>en</strong> die<br />

optimaal van het gebod<strong>en</strong> onderwijs moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> wel de basis van alles, maar het<br />

is slechts door het onderwijs zelf <strong>en</strong> het ruimere kader waarin het plaatsvindt, te verbeter<strong>en</strong>, dat ze er<br />

maximaal van zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

21


22<br />

§2 VLOT: PRAKTISCHE INFORMATIE VOOR IEDEREEN DIE ERMEE AAN<br />

DE SLAG GAAT<br />

2.1 Aard <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling<br />

VLOT, het Volgsysteem Lager Onderwijs: <strong>Taal</strong>vaardigheid, is e<strong>en</strong> geheel van toets<strong>en</strong> dat toelaat de<br />

taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> van het tweede tot <strong>en</strong> met het zesde <strong>leerjaar</strong> op de voet te volg<strong>en</strong>.<br />

Met de toets<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> nagegaan of de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de spreekvaardig, luistervaardig,<br />

leesvaardig <strong>en</strong> schrijfvaardig word<strong>en</strong>, zodat ze op het eind van de rit de gestelde doel<strong>en</strong> (i.c. de eindterm<strong>en</strong><br />

Nederlands) zull<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. VLOT bevat ook richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat er moet gebeur<strong>en</strong> als gevolg<br />

van teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de toetsresultat<strong>en</strong>. De toets<strong>en</strong> van VLOT moet<strong>en</strong> in elk <strong>leerjaar</strong>, bij alle leerling<strong>en</strong><br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het einde van elk trimester, dus vóór de kerst-, paas- <strong>en</strong> grote vakantie.<br />

VLOT bestaat uit 60 toets<strong>en</strong> (zie ook paragraaf 1.4 onder ‘signaleringsfase’), of<br />

12 toets<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong>, dat zijn telk<strong>en</strong>s 4 toets<strong>en</strong> per meetmom<strong>en</strong>t:<br />

meetmom<strong>en</strong>t 1: einde 1ste trimester (december)<br />

meetmom<strong>en</strong>t 2: einde 2de trimester (maart/april)<br />

meetmom<strong>en</strong>t 3: einde 3de trimester (juni)<br />

Bijlage 1 geeft e<strong>en</strong> overzicht van wat dat als geheel oplevert. In dat overzicht staat elk vakje <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

toets. Waar e<strong>en</strong> streepje staat (-) wordt ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Waar e<strong>en</strong> vak in twee del<strong>en</strong> is verdeeld, is<br />

e<strong>en</strong> extra toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />

De toets<strong>en</strong> zijn tak<strong>en</strong>, motiver<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> waarin leerling<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />

relevant <strong>en</strong> natuurlijk zijn. In het uitvoer<strong>en</strong> van die opdracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ze taal gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijk gev<strong>en</strong><br />

van het taalvaardigheidsniveau dat ze tot dan toe bereikt hebb<strong>en</strong>. Die toetstak<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> uiteraard<br />

niet te moeilijk zijn. De moeilijkheidsgraad van e<strong>en</strong> taak wordt echter door verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong><br />

bepaald, als daar zijn:<br />

- vaardigheid<br />

- verwerkingsniveau (kopiër<strong>en</strong>d, beschrijv<strong>en</strong>d, structurer<strong>en</strong>d, evaluer<strong>en</strong>d)<br />

- tekstsoort<br />

- publiek<br />

- woord<strong>en</strong>schat<br />

- ...<br />

In paragraaf 1.3 werd dieper ingegaan op deze factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd ook aangeduid hoe de combinatie ervan<br />

tot specifieke tak<strong>en</strong> leidt.<br />

Deze objectief te bepal<strong>en</strong> moeilijkheidsgraad wordt echter in dit volgsysteem gecombineerd met norm<strong>en</strong>.<br />

Die norm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bepaald op basis van afnames bij heel veel leerling<strong>en</strong>, verspreid over heel Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Van die grote groep wordt de gemiddelde score berek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bewerking<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> dan vijf<br />

normcategorieën op. De score van elke individuele leerling op de toets<strong>en</strong> valt binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde normcategorie,<br />

die ook e<strong>en</strong> appreciatie meekrijgt, afhankelijk van de positie t<strong>en</strong> opzichte van het gemiddelde:<br />

A = goed<br />

B = goede middelmaat<br />

C = zwakke middelmaat<br />

D = zwak<br />

E = zeer zwak.<br />

De gemiddelde score van de grote groep Vlaamse leerling<strong>en</strong> ligt tuss<strong>en</strong> B <strong>en</strong> C.<br />

Voor meer uitleg over de berek<strong>en</strong>ing van de norm<strong>en</strong>, verwijz<strong>en</strong> we naar paragraaf 1.4 onder ‘vergelijkbaarheid<br />

van de toetsscores’.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


2.2 Afname van de toets<strong>en</strong><br />

De toets<strong>en</strong> zijn bedoeld om afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door leerkracht<strong>en</strong> zelf. Vaak <strong>en</strong> bij veel leerlingvolgsystem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gestandaardiseerde toets<strong>en</strong> wordt er<strong>voor</strong> gepleit de toets<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> door<br />

iemand die e<strong>en</strong> beetje afstandelijker staat t<strong>en</strong> opzichte van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> erover waakt dat de toets<strong>en</strong><br />

volledig ‘volg<strong>en</strong>s het boekje’ afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is immers absoluut noodzakelijk dat de leerling<strong>en</strong><br />

niet meer, maar ook niet minder <strong>voor</strong>informatie meekrijg<strong>en</strong> dan de bedoeling is. Als ze te weinig <strong>voor</strong>informatie<br />

krijg<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze wellicht niet alles oploss<strong>en</strong> zoals het moet of vertrekk<strong>en</strong> ze van e<strong>en</strong> ongelijke<br />

beginsituatie. Als ze teveel info meekrijg<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> hun scores onev<strong>en</strong>redig hoog uitvall<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />

van de norm<strong>en</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> er op school e<strong>en</strong> onafhankelijke kracht inzetbaar is om al de toets<strong>en</strong> af te nem<strong>en</strong>, zoveel te beter.<br />

Maar als leerkracht<strong>en</strong> zich strikt aan de <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> <strong>voor</strong> afnames houd<strong>en</strong>, is er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel probleem.<br />

Daarom zijn deze <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> ook erg gedetailleerd. We gaan er hier ev<strong>en</strong> op in. In paragraaf 3<br />

passer<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> heleboel praktische ding<strong>en</strong> de revue.<br />

De toets<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op de bedoelde meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, namelijk op het einde van elk<br />

trimester. De afnames kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gespreid over de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de laatste schooldag.<br />

Gedur<strong>en</strong>de die drie wek<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> ook g<strong>en</strong>ormeerd.<br />

Voor de afname di<strong>en</strong>t de leerkracht te beschikk<strong>en</strong> over de praktische handleiding bij de toets in kwestie<br />

<strong>en</strong> het b<strong>en</strong>odigde materiaal. De praktische handleiding kan best al op <strong>voor</strong>hand gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In die<br />

handleiding wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds instructies <strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de leerkracht<br />

zelf (kleine lettertype), <strong>en</strong> anderzijds wat de leerkracht teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> moet zegg<strong>en</strong> (groter<br />

lettertype). Ook het tekstmateriaal <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> (leestekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> toetsblad<strong>en</strong>) is in deze handleiding<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Het materiaal bestaat meestal uit kopieerblad<strong>en</strong> (op <strong>voor</strong>hand te kopiër<strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel ander materiaal (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>), e<strong>en</strong> geluidscassette (<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> bij sommige luistertoets<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> cassetterecorder (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> o.a. bij spreektoets<strong>en</strong> om de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> op te<br />

nem<strong>en</strong>).<br />

De praktische handleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> kopieerblad<strong>en</strong> zijn terug te vind<strong>en</strong> in de mapp<strong>en</strong> per <strong>leerjaar</strong>.<br />

De toets<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van elkaar onderscheid<strong>en</strong> d.m.v. de pictogramm<strong>en</strong> per vaardigheid <strong>en</strong> het nummer<br />

van het meetmom<strong>en</strong>t.<br />

De afname bestaat uit twee grote del<strong>en</strong>, namelijk de introductie <strong>en</strong> de toets zelf. De introductie vindt<br />

altijd (bij spreektoets<strong>en</strong> zoveel mogelijk) klassikaal plaats <strong>en</strong> kan meerdere bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: het<br />

opwarm<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>, i.e. h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje motiver<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets; ev<strong>en</strong> stilstaan bij e<strong>en</strong> aantal<br />

mogelijke inhoudelijke moeilijkhed<strong>en</strong> die in de toets zull<strong>en</strong> <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>; ev<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het soort taak<br />

dat de leerling<strong>en</strong> in de toets zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (bv. meerkeuze-vrag<strong>en</strong>). Het is van wez<strong>en</strong>lijk belang<br />

dat de introductie plaatsvindt zoals bedoeld, dat er daarbij voldo<strong>en</strong>de aandacht <strong>en</strong> tijd is om alle<br />

leerling<strong>en</strong> aan bod te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, zodat ze allemaal vanuit dezelfde beginsituatie vertrekk<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> dan klassikaal de instructies <strong>voor</strong> de eig<strong>en</strong>lijke toets gegev<strong>en</strong>. In de lagere leerjar<strong>en</strong><br />

wordt daar iets langer bij stilgestaan dan in de hogere. Daar moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> vaak ook nog e<strong>en</strong><br />

aantal instructies individueel <strong>en</strong> schriftelijk verwerk<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>). De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> hier ook al het b<strong>en</strong>odigde<br />

materiaal, bestaande uit tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, leestekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> toetsblad<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat de leerkracht<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

23


24<br />

zich daarbij strikt aan de <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> houdt, zoals die in de praktische handleiding zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>zij dat expliciet wordt vermeld, mog<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de volgorde waarin<br />

de leerling<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> of schrijv<strong>en</strong>. Ook verwijz<strong>en</strong> naar klassikale gewoontes op dat vlak<br />

is bij toets<strong>en</strong> uit d<strong>en</strong> boze. De leerling<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> zelf welke strategieën ze toepass<strong>en</strong> om de taak op te<br />

loss<strong>en</strong>. Dit is echter wel het mom<strong>en</strong>t bij uitstek <strong>voor</strong> de leerkracht om de leerling<strong>en</strong> te observer<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel op de toetsblad<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, de andere blad<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij latere toetsafnames<br />

word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />

Dan gaan alle leerling<strong>en</strong> individueel aan de slag. De aanduiding van de groeperingsvorm bij het begin<br />

van de toets ‘klassikaal/individueel’ betek<strong>en</strong>t dan ook dat alle leerling<strong>en</strong> tegelijkertijd, maar ieder <strong>voor</strong><br />

zich aan het werk<strong>en</strong> zijn.<br />

Tijd<strong>en</strong>s het uitvoer<strong>en</strong> van de toetstaak mag de leerkracht op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze help<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel<br />

kunn<strong>en</strong> de instructies nog e<strong>en</strong>s op dezelfde wijze word<strong>en</strong> herhaald als ze niet goed begrep<strong>en</strong> zijn, maar<br />

extra uitleg (woordverklaring<strong>en</strong>, manier van werk<strong>en</strong>, ...) is uitgeslot<strong>en</strong>.<br />

Wat niet is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de praktische handleiding, di<strong>en</strong>t ook niet verklaard te word<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> zij positief aangespoord word<strong>en</strong> om zelf naar de antwoord<strong>en</strong> op zoek te gaan.<br />

Daarbij moet de toetsafnemer zich er ook bewust van zijn dat in de toets<strong>en</strong> makkelijkere <strong>en</strong> moeilijkere<br />

items zitt<strong>en</strong>. De bedoeling is immers om leerling<strong>en</strong> wat betreft taalvaardigheidsniveau goed van elkaar<br />

te onderscheid<strong>en</strong>. Als alle items ev<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> door alle leerling<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, kan dat uiteraard<br />

niet. Daarom zijn noodzakelijkerwijze bepaalde items te moeilijk <strong>voor</strong> sommige leerling<strong>en</strong>. De leerkracht<br />

moet die leerling<strong>en</strong> dan ook, wanneer ze vastlop<strong>en</strong>, aanspor<strong>en</strong> om verder te gaan, andere ding<strong>en</strong> te<br />

prober<strong>en</strong>, maar verder mag de leerkracht die leerling<strong>en</strong> niet help<strong>en</strong>.<br />

Het geheel van introductie <strong>en</strong> instructies (meestal e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal minut<strong>en</strong>) <strong>en</strong> toets zelf (meestal e<strong>en</strong> 40-tal<br />

minut<strong>en</strong>) moet in principe kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgerond in één lestijd van 50 minut<strong>en</strong>. Als alle leerling<strong>en</strong><br />

nog aan het werk<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> de tijd is om, kan de leerkracht h<strong>en</strong> nog wel wat lat<strong>en</strong> verderwerk<strong>en</strong>. Maar<br />

het heeft ge<strong>en</strong> zin leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> toets te lat<strong>en</strong> star<strong>en</strong>, waar ze toch niet uitrak<strong>en</strong>. Trouw<strong>en</strong>s, het<br />

kunn<strong>en</strong> afrond<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taak binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde tijdslimiet, behoort ook tot de gevraagde<br />

vaardighed<strong>en</strong>.<br />

Dit alles ligt uiteraard anders in het geval van spreektoets<strong>en</strong>. Daar kom<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> na de klassikale<br />

instructie één <strong>voor</strong> één bij de toetsafnemer. Dan word<strong>en</strong> de belangrijkste zak<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s herhaald.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s is de leerling aan het woord. Verdere richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> tijdsduur <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel ingrijp<strong>en</strong>, zijn bij<br />

de toets<strong>en</strong> zelf opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

2.3 Scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong><br />

Datg<strong>en</strong>e wat in e<strong>en</strong> toets van de leerling<strong>en</strong> wordt gevraagd, moet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderverdeeld in<br />

kleine deeltjes die afzonderlijk beoordeeld word<strong>en</strong>. Die kleine on<strong>derde</strong>eltjes die beoordeeld word<strong>en</strong> noem<strong>en</strong><br />

we items. Bij e<strong>en</strong> toets waarin de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> er meerkeuze-vrag<strong>en</strong> over<br />

beantwoord<strong>en</strong>, is elke meerkeuze-vraag e<strong>en</strong> apart item, waarvan wordt beoordeeld of het goed of fout<br />

beantwoord is. Bij e<strong>en</strong> toetstaak met e<strong>en</strong> tekst over e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin, waar de leerling<strong>en</strong> zoveel mogelijk<br />

nam<strong>en</strong> van dier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong> die ze op de juiste plaats op de tek<strong>en</strong>ing van de dier<strong>en</strong>tuin moet<strong>en</strong><br />

zett<strong>en</strong>, is elk dier e<strong>en</strong> item. Van elk dier wordt bekek<strong>en</strong> of het op de juiste plaats staat of niet.<br />

Elke toets staat dus op e<strong>en</strong> bepaald aantal items. Voor de toets<strong>en</strong> van VLOT is dat aantal items telk<strong>en</strong>s<br />

verschill<strong>en</strong>d, afhankelijk van de taak waar het om gaat. Het is ook niet noodzakelijk e<strong>en</strong> aantal dat<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


makkelijk om te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> is naar e<strong>en</strong> standaardnoemer, omdat dat niet de eerste bedoeling is.<br />

De bedoeling is de scores om te zett<strong>en</strong> naar normcategorieën (zie 1.4 <strong>en</strong> onder).<br />

Nadat de toets is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de product<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescoord. Bij elke<br />

praktische handleiding is in bijlage e<strong>en</strong> scoringswijzer of verbetersleutel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarin heel<br />

precies wordt uitgelegd wat als e<strong>en</strong> goed <strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> slecht antwoord moet word<strong>en</strong> gequoteerd.<br />

E<strong>en</strong> goed antwoord krijgt e<strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong> verkeerd of ge<strong>en</strong> antwoord e<strong>en</strong> 0. Alle items zijn ev<strong>en</strong>waardig <strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> slechts op 1 punt gescoord. Om het scor<strong>en</strong> te vergemakkelijk<strong>en</strong>, kan de scoorder gebruikmak<strong>en</strong><br />

van de scoretabel die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in bijlage is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waar de 1-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 0-<strong>en</strong> afzonderlijk kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> ingevuld. In de bov<strong>en</strong>ste rij van deze tabel staan de nummers van de items zoals in de<br />

verbetersleutel. Dat is meestal de volgorde van de items zoals die <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> op het toetsblad van de<br />

leerling<strong>en</strong>, niet noodzakelijk de volgorde waarin de leerling<strong>en</strong> ze ook gemaakt hebb<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte kan dan <strong>voor</strong> elke leerling de totaalscore berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> door het aantal 1-tjes sam<strong>en</strong> te<br />

tell<strong>en</strong>. De score van de leerling<strong>en</strong> (= het aantal 1-tjes) kan dan word<strong>en</strong> afgezet teg<strong>en</strong> de maximumscore.<br />

Er wordt dus <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> niet vertrokk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste, afgeronde maximumscore waarvan punt<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> afgetrokk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> foute antwoord<strong>en</strong>.<br />

Ook di<strong>en</strong>t de scoorder niet telk<strong>en</strong>s zelf te beoordel<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> antwoord nu juist is of fout. Voor de meest<br />

<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> zijn daarin reeds beslissing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer kan het<br />

<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling nog met e<strong>en</strong> ander soort antwoord op de propp<strong>en</strong> komt, maar meestal zal<br />

de scoorder wel makkelijk e<strong>en</strong> beslissing kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> die in de lijn ligt van de andere. Het is handig<br />

om in die gevall<strong>en</strong> nota’s te nem<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het scor<strong>en</strong>, zodat, als het zich nog e<strong>en</strong>s <strong>voor</strong>doet, consequ<strong>en</strong>t<br />

dezelfde beslissing kan word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Wat we hier stell<strong>en</strong> ligt wel e<strong>en</strong>voudiger <strong>voor</strong> luister-, lees -<strong>en</strong> edittoets<strong>en</strong> dan <strong>voor</strong> spreek- <strong>en</strong><br />

schrijftoets<strong>en</strong>. Daar is immers minder makkelijk te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> welke de antwoord<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> zijn. Bij het ontwikkel<strong>en</strong> van deze toets<strong>en</strong> is wel geprobeerd de tak<strong>en</strong> zo te formuler<strong>en</strong>, dat de<br />

oplossing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde richting moet<strong>en</strong> uitgaan, maar <strong>voor</strong>al de manier waarop die geformuleerd zijn,<br />

is vaak erg persoonlijk. Bij deze toets<strong>en</strong> zijn de scoringswijzers dan ook wat langer, omdat er meer<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaruit volg<strong>en</strong>de beslissing<strong>en</strong> in opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn. Maar als dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die de toets<strong>en</strong><br />

gaan scor<strong>en</strong> de moeite nem<strong>en</strong> deze richtlijn<strong>en</strong> op <strong>voor</strong>hand goed door te nem<strong>en</strong>, zal het weer mogelijk<br />

zijn om objectief te scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de product<strong>en</strong> van alle leerling<strong>en</strong> gelijkwaardig te beoordel<strong>en</strong>.<br />

De verbetersleutels bij deze toets<strong>en</strong> zijn telk<strong>en</strong>s lijst<strong>en</strong> van ding<strong>en</strong> die belangrijk zijn, relevant <strong>voor</strong> het<br />

soort ‘tekst’ dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>. Zo is het bij bepaalde tekstsoort<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald<br />

publiek belangrijker dan bij andere dat de inhoud<strong>en</strong> vormelijk correct geformuleerd zijn. Dat zal telk<strong>en</strong>s<br />

duidelijk word<strong>en</strong> bij de toets<strong>en</strong> zelf.<br />

E<strong>en</strong>s de totaalscores per leerling bek<strong>en</strong>d zijn, kunn<strong>en</strong> deze word<strong>en</strong> omgezet in norm<strong>en</strong>. Daartoe kan<br />

gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van de normtabel of omzettingstabel die ook bij elke toets in bijlage is<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Daarin staat welke score overe<strong>en</strong>komt met welke norm: A, B, C, D of E.<br />

Vergelijk<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> evoluties zi<strong>en</strong> van individuele leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> klass<strong>en</strong> over<br />

toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> he<strong>en</strong> wordt mogelijk wanneer gebruik wordt gemaakt van de overzicht<strong>en</strong> die<br />

hierna in bijlage 2, 3 <strong>en</strong> 4 zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze bijlag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekopieerd <strong>voor</strong> gebruik.<br />

Bijlage 2 is e<strong>en</strong> overzicht per leerling, waarin per toets de behaalde norm moet word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

Bijlage 3 is e<strong>en</strong> overzicht <strong>voor</strong> de hele klas waarin per toets kan word<strong>en</strong> ingevuld hoeveel leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bepaalde norm behaald<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

25


26<br />

Hieronder zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> ingevuld <strong>voor</strong>beeld van elk van deze twee overzicht<strong>en</strong>, met telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> woordje<br />

uitleg over de informatie die we in de tabell<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> naar<br />

toekomstige acties geformuleerd. Daar<strong>voor</strong> verwijz<strong>en</strong> we naar paragraaf 2.4 <strong>en</strong> latere bijdrag<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld van ingevuld overzicht per leerling: norm<strong>en</strong> per toets per vaardigheid<br />

klas: 3B einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

naam: Olivier<br />

luister<strong>en</strong> C B A<br />

sprek<strong>en</strong> B<br />

lez<strong>en</strong> B C D<br />

schrijv<strong>en</strong> C C<br />

edit<br />

In dit ingevulde <strong>voor</strong>beeld zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> heel aantal interessante gegev<strong>en</strong> m.b.t. leerling Olivier. Olivier doet<br />

het over de hele lijn beter <strong>voor</strong> de mondelinge vaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>) dan <strong>voor</strong> de<br />

schriftelijke (lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>). Voor luister<strong>en</strong> boekt hij grote <strong>voor</strong>uitgang. Voor sprek<strong>en</strong> zit hij in de groep<br />

‘goede middelmaat’. Voor lez<strong>en</strong> loopt er duidelijk iets mis bij Olivier: hij gaat sterk achteruit <strong>en</strong> evolueert<br />

zo van de groep ‘goede middelmaat’ naar ‘zwak’. Voor schrijv<strong>en</strong> blijft zijn situatie status quo.<br />

Voorbeeld van ingevuld overzicht per klas: aantal leerling<strong>en</strong> per norm per toets per vaardigheid<br />

klas: 4 einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

25 lln.<br />

A B C D E A B C D E A B C D E<br />

luister<strong>en</strong> 15 3 3 3 1 17 3 3 2 - 17 5 2 1 -<br />

sprek<strong>en</strong> 8 7 7 1 2 7 6 8 3 1<br />

lez<strong>en</strong> 105 5 5 - 11 6 6 2 - 9 6 6 2 2<br />

schrijv<strong>en</strong> 5 4 4 7 5 6 8 4 5 2 8 8 6 4 -<br />

edit<br />

Klas 4 maakt met zijn 25 leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal evoluties door: <strong>voor</strong> luister<strong>en</strong> is er in deze klas duidelijk<br />

ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> probleem. De meerderheid van de klas is bij het begin van het vierde<br />

<strong>leerjaar</strong> op de goede weg naar de einddoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijft daar ook. Meer zelfs, ook de weinige uitvallers<br />

mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve evolutie door. Voor sprek<strong>en</strong> blijft de situatie, die eig<strong>en</strong>lijk al aan het einde van het<br />

eerste trimester niet zo schitter<strong>en</strong>d is, nag<strong>en</strong>oeg ongewijzigd. Ook <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong> is er weinig evolutie, maar<br />

daar is de situatie van de klas als geheel wel beter. Voor schrijv<strong>en</strong> kan de situatie aanvankelijk ronduit zwak<br />

g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>, maar de aanpak in de loop van het vierde <strong>leerjaar</strong> werpt duidelijk vrucht<strong>en</strong> af.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


2.4 Omgaan met de resultat<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong><br />

In paragraaf 1.4 zijn we uitgebreid ingegaan op de fas<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volgsysteem die volg<strong>en</strong> op het<br />

afnem<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong>. De toetsresultat<strong>en</strong> zijn namelijk niet meer dan e<strong>en</strong> signaal, e<strong>en</strong> aanduiding van<br />

het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong>. En als dat op kleine of grote schaal niet blijkt te volstaan,<br />

dan moet daar gevolg aan word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Dan moet overleg plaatsvind<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> diagnose te stell<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> het probleem: er moet naar de preciezere oorzaak word<strong>en</strong> gezocht <strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> mogelijke oplossing.<br />

Bij het stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> diagnose moet<strong>en</strong> zowel de school als geheel met haar beleid (op het vlak van<br />

taalvaardigheid), als de klas, zijnde e<strong>en</strong> specifieke leeromgeving waarin op e<strong>en</strong> bepaalde manier wordt<br />

gewerkt, als de individuele leerling, die problem<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong> op het socio-affectieve zowel als op het<br />

vakinhoudelijke vlak, betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is <strong>en</strong>kel indi<strong>en</strong> de zaak voldo<strong>en</strong>de ruim b<strong>en</strong>aderd wordt <strong>en</strong><br />

alles <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> kritisch wordt bekek<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> uiteindelijk de juiste oorzak<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong> kan<br />

vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaraan het juiste gevolg kan gev<strong>en</strong>.<br />

De acties die het gevolg zijn van de signal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de diagnose, zijn de uiteindelijke bedoeling van het<br />

gebruik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> volgsysteem. Wie wil onderzoek<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> met het onderwijs dat ze<br />

krijg<strong>en</strong> op de goede weg zijn, i.e. voldo<strong>en</strong>de taalvaardig word<strong>en</strong> om de eindterm<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>,<br />

moet ook bereid zijn aan de resultat<strong>en</strong> die dat oplevert, gevolg te gev<strong>en</strong>. De ondernom<strong>en</strong> acties<br />

word<strong>en</strong> dan weer geëvalueerd door e<strong>en</strong> nieuwe cyclus toets<strong>en</strong>, die opnieuw signal<strong>en</strong> oplevert, waar<strong>voor</strong><br />

e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> nodig e<strong>en</strong> wijziging in koers moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezocht. Door die cyclus te blijv<strong>en</strong><br />

herhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>d naar oplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbetering<strong>en</strong> te zoek<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> hopelijk na verloop van tijd<br />

steeds minder negatieve signal<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong>.<br />

Wie hier verder wil op ingaan, kan de algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> in het tweede deel van paragraaf 1.4 in de<br />

praktijk omzett<strong>en</strong>. Dit is echter één van de punt<strong>en</strong> waarop zeker <strong>voor</strong> aanvulling van deze algem<strong>en</strong>e<br />

inleiding zal word<strong>en</strong> gezorgd. Met concrete <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van resultat<strong>en</strong> van schol<strong>en</strong>, klass<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we ton<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> probleemgeval kan of moet word<strong>en</strong> beschouwd <strong>en</strong> hoe daarmee<br />

kan word<strong>en</strong> omgegaan: wie waar op zoek kan gaan naar de oorzak<strong>en</strong> van de vastgestelde problem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> wie welke acties moet ondernem<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

27


28<br />

§3 GOUDEN STELREGELS BIJ HET AFNEMEN VAN DE TOETSEN<br />

- Plan de afname van de toets<strong>en</strong> op de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waar<strong>voor</strong> ze bedoeld zijn:<br />

einde eerste trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kerstvakantie<br />

einde tweede trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de paasvakantie<br />

einde <strong>derde</strong> trimester = gedur<strong>en</strong>de de laatste drie wek<strong>en</strong> van het schooljaar<br />

Neem de toets af op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t waarop de leerling<strong>en</strong> zich optimaal zull<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>.<br />

- Neem de praktische handleiding bij de toets die je gaat afnem<strong>en</strong> uit de map, (kopieer ze),<br />

neem ze op <strong>voor</strong>hand door <strong>en</strong> houd ze ook bij de hand tijd<strong>en</strong>s de afname van de toets.<br />

- Voorzie op <strong>voor</strong>hand het b<strong>en</strong>odigde materiaal <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>. Dat kan zijn:<br />

kopieerblad<strong>en</strong>: u vindt ze achter de praktische handleiding<br />

speciale b<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>: o.a. schrijfgerei (ander dan potlood <strong>en</strong> gom), kleurpotlod<strong>en</strong>, ...<br />

cassetterecorder<br />

cassette: u vindt deze bij de toets in kwestie<br />

...<br />

Informatie over het materiaal staat in het kader, <strong>voor</strong>aan in de praktische handleiding.<br />

- Neem de introductie sam<strong>en</strong> met de leerling<strong>en</strong> door zoals dat in de handleiding staat. In de introductie<br />

word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> gemotiveerd <strong>en</strong> <strong>voor</strong>bereid op de toetstaak. Het is belangrijk:<br />

dat je nagaat of alle leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat van h<strong>en</strong> verwacht wordt,<br />

dat zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong> aan bod kom<strong>en</strong> om hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis mee te del<strong>en</strong>,<br />

dat leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak voel<strong>en</strong> om vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> als ze iets niet begrijp<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

- Geef de leerling<strong>en</strong> de nodige instructies <strong>voor</strong> de toetstaak, precies zoals in de handleiding vermeld<br />

staat, niets minder, maar ook niets meer.<br />

Behandel klassikaal wat klassikaal behandeld moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat de rest aan de leerling<strong>en</strong> zelf over.<br />

Neem schriftelijke instructies niet hardop <strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk door, t<strong>en</strong>zij dat anders vermeld wordt.<br />

Leg ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> uit waarvan je me<strong>en</strong>t dat je leerling<strong>en</strong> ze niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>: kunn<strong>en</strong> omgaan met<br />

moeilijke woord<strong>en</strong>, de betek<strong>en</strong>is van moeilijke woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> uit de context, maakt immers<br />

deel uit van de verschill<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt dus ook mee getoetst.<br />

Herhaal de instructie niet vaker dan vermeld.<br />

- Deel alle blad<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> nodig hebb<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> zeg niet teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> wat ze eerst<br />

moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat erna. Als daar ge<strong>en</strong> instructies over gegev<strong>en</strong> zijn in de handleiding, moet<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> dat zelf besliss<strong>en</strong>. Verwijs ook niet naar gewoontes die jullie op dat vlak hebb<strong>en</strong>.<br />

(Het is anderzijds wel interessant <strong>voor</strong> jezelf om op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t als dit de leerling<strong>en</strong> te observer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

na te gaan welke strategie ze toepass<strong>en</strong>.)<br />

- Laat de leerling<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> aan het werk gaan, nadat alle gezam<strong>en</strong>lijke instructies behandeld zijn.<br />

Laat de leerling<strong>en</strong> zoveel mogelijk met e<strong>en</strong> potlood werk<strong>en</strong>. De aard van de toets<strong>en</strong> is er immers naar<br />

dat leerling<strong>en</strong> zichzelf moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>. En geknoei schept alle<strong>en</strong> maar onduidelijkheid die bij<br />

het scor<strong>en</strong> behoorlijk vervel<strong>en</strong>d kan zijn.<br />

De blad<strong>en</strong> waar tekst<strong>en</strong> op staan die de leerling<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de<br />

schooljaar of in e<strong>en</strong> parallelklas hergebruikt word<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> daar niet op schrijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


- Als je merkt dat individuele leerling<strong>en</strong> niet aan de slag gaan met de taak zoals bedoeld, spoor h<strong>en</strong> dan<br />

aan om het wel te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> herhaal ev<strong>en</strong>tueel nog e<strong>en</strong> keer de instructies. Formuleer deze ev<strong>en</strong>wel<br />

niet volledig anders <strong>en</strong> zeker niet uitgebreider dan <strong>voor</strong>he<strong>en</strong>.<br />

- Als leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> om verduidelijking of hulp bij bepaalde on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van de taak of bij bepaalde<br />

woord<strong>en</strong>, antwoord er dan niet rechtstreeks op door de oplossing te gev<strong>en</strong>, maar spoor de leerling<strong>en</strong><br />

aan zelf de oplossing te zoek<strong>en</strong>, door nog e<strong>en</strong>s goed te kijk<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> of lez<strong>en</strong>. Raad h<strong>en</strong> aan verder<br />

te gaan als ze e<strong>en</strong> bepaald on<strong>derde</strong>el echt niet vind<strong>en</strong>. Wakker het vertrouw<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in<br />

zichzelf aan.<br />

- Na ongeveer één lestijd van 50 minut<strong>en</strong> moet de toets afgelop<strong>en</strong> zijn. Hanteer die limiet niet al te<br />

strikt — als alle leerling<strong>en</strong> nog volop aan het werk<strong>en</strong> zijn, laat h<strong>en</strong> dan verderwerk<strong>en</strong> — maar ook niet<br />

te rekbaar: het heeft ge<strong>en</strong> zin zwakkere leerling<strong>en</strong> eindeloos op bepaalde moeilijkhed<strong>en</strong> in de toets te<br />

lat<strong>en</strong> star<strong>en</strong>.<br />

noot 1:<br />

De eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn terug te vind<strong>en</strong> in Basisonderwijs: Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>.<br />

Decretale tekst <strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong>. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap —<br />

Departem<strong>en</strong>t Onderwijs — C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie <strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie, 1995.<br />

noot 2:<br />

We baser<strong>en</strong> ons hier onder meer op e<strong>en</strong> bijdrage van P. Gillijns Leerlingvolgsystem<strong>en</strong> in Onderwijskundige<br />

Brochur<strong>en</strong>, Reeks nr. 333, Zwijs<strong>en</strong>, Tilburg, 1991.<br />

noot 3:<br />

TALK (<strong>Taal</strong>vaardigheidstoets Aanvang Laatste Kleuterklas) <strong>en</strong> TAL (<strong>Taal</strong>toets Aanvang Lager Onderwijs)<br />

werd<strong>en</strong> ontwikkeld door de Werkgroep <strong>Taal</strong>toets<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> werkgroep waarin mederwerkers actief war<strong>en</strong> van<br />

PMS-c<strong>en</strong>tra verbond<strong>en</strong> met alle Vlaamse onderwijsnett<strong>en</strong>, gecoördineerd door de Vlaamse Onderwijsraad<br />

<strong>en</strong> met wet<strong>en</strong>schappelijke ondersteuning door het Steunpunt NT2. Uitgave: Steunpunt Nederlands<br />

als Tweede <strong>Taal</strong>.<br />

Voor info <strong>en</strong> bestelling<strong>en</strong>: 016/32 53 67 (tel) <strong>en</strong> 016/32 53 60 (fax)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

29


30<br />

§4 DE INTRODUCTIE EN VOORBEREIDING OP DE TOETS<br />

Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />

Deze bijdrage gaat dieper in op de introductie <strong>en</strong> de <strong>voor</strong>bereiding op de toets <strong>en</strong> vormt als dusdanig e<strong>en</strong><br />

aanvulling op paragraaf 2.2 van de inleiding (pag. 23-24).<br />

Inleiding<br />

De afname van e<strong>en</strong> toets bestaat uit twee grote del<strong>en</strong>, namelijk de introductie <strong>en</strong> de toets zelf. De<br />

introductie vindt altijd klassikaal plaats <strong>en</strong> kan meerdere bedoeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:<br />

• het ‘opwarm<strong>en</strong>’ van de leerling<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> in de sfeer van de inhoud van de toets lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (niet het toets<strong>en</strong> op zich)<br />

de leerling<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets<br />

• stilstaan bij e<strong>en</strong> aantal inhoudelijke moeilijkhed<strong>en</strong> die in de toets zull<strong>en</strong> <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> (WAT)<br />

• oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het soort taak dat de leerling<strong>en</strong> in de toets zull<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (bv. meerkeuze vrag<strong>en</strong>) (HOE)<br />

Het is van wez<strong>en</strong>lijk belang dat de introductie plaatsvindt zoals bedoeld, zodat alle leerling<strong>en</strong> vanuit<br />

dezelfde beginsituatie vertrekk<strong>en</strong>.<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat van h<strong>en</strong> verwacht wordt.<br />

Zorg er<strong>voor</strong> dat zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong> tijd <strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong> om hun ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis<br />

mee te del<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> zich voldo<strong>en</strong>de op hun gemak voel<strong>en</strong> om vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> als ze iets niet<br />

begrijp<strong>en</strong>.<br />

Neem vervolg<strong>en</strong>s de instructies <strong>voor</strong> de eig<strong>en</strong>lijke toets gezam<strong>en</strong>lijk door. In de lagere leerjar<strong>en</strong> wordt<br />

daar iets langer bij stilgestaan dan in de hogere. Daar moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> vaak nog e<strong>en</strong> aantal<br />

instructies individueel <strong>en</strong> schriftelijk verwerk<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>). Daarna gaan alle leerling<strong>en</strong> individueel aan de<br />

slag. De aanduiding van de groeperingsvorm bij het begin van de toets ‘klassikaal/individueel’ betek<strong>en</strong>t<br />

dat alle leerling<strong>en</strong> gelijktijdig, maar ieder <strong>voor</strong> zich, aan het werk<strong>en</strong> zijn.<br />

Tijd<strong>en</strong>s het uitvoer<strong>en</strong> van de toetstaak mag de leerkracht op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele manier help<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel<br />

kunn<strong>en</strong> de instructies, als ze niet goed begrep<strong>en</strong> zijn, nog e<strong>en</strong>s op dezelfde wijze word<strong>en</strong> herhaald, maar<br />

extra uitleg (woordverklaring<strong>en</strong>, manier van werk<strong>en</strong>, ...) is uitgeslot<strong>en</strong>. Wat niet is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

praktische handleiding, di<strong>en</strong>t ook niet verklaard te word<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> zij<br />

positief aangespoord word<strong>en</strong> om zelf naar de antwoord<strong>en</strong> op zoek te gaan. Daarbij moet de toetsafnemer<br />

er zich bewust van zijn dat de toets<strong>en</strong> makkelijkere <strong>en</strong> moeilijkere items bevatt<strong>en</strong>. De bedoeling<br />

van de toets<strong>en</strong> is leerling<strong>en</strong> wat betreft taalvaardigheidsniveau goed van elkaar te onderscheid<strong>en</strong>. Als alle<br />

items ev<strong>en</strong> makkelijk zijn <strong>en</strong> door alle leerling<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, kan dat uiteraard niet. Daarom zijn<br />

noodzakelijkerwijze bepaalde items te moeilijk <strong>voor</strong> sommige leerling<strong>en</strong>. De leerkracht moet die leerling<strong>en</strong><br />

dan ook, wanneer ze vastlop<strong>en</strong>, aanspor<strong>en</strong> verder te gaan <strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de items te prober<strong>en</strong>.<br />

Het geheel van introductie <strong>en</strong> instructies neemt meestal e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal minut<strong>en</strong> in beslag.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Soort<strong>en</strong> introducties <strong>en</strong> instructies <strong>en</strong> het belang ervan<br />

De aard van de introductie wordt bepaald door de aard van de toetstaak. We kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> invulling<br />

die zo logisch <strong>en</strong> natuurlijk mogelijk <strong>voor</strong>afgaat aan de eig<strong>en</strong>lijke toets.<br />

Is het niet evid<strong>en</strong>t dat de leerling<strong>en</strong>, wanneer ze als toets e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> (<strong>en</strong> daarbij blijk<br />

gev<strong>en</strong> van goed begrip van de instructies), e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> waarom ze die tek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>?<br />

Of wanneer de leerling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> toets e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om zijn kamer op te ruim<strong>en</strong> door alle<br />

spull<strong>en</strong> op de juiste plaats te zett<strong>en</strong>, ze op <strong>voor</strong>hand ev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over het opruim<strong>en</strong> van hun<br />

eig<strong>en</strong> kamer, zodat ze zich helemaal kunn<strong>en</strong> inlev<strong>en</strong>?<br />

Of wanneer ze e<strong>en</strong> moeilijke tekst moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> over vlagg<strong>en</strong> of schrijvers, de leerkracht op <strong>voor</strong>hand<br />

ev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met h<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje zet wat ze al wet<strong>en</strong> over deze ding<strong>en</strong>, zodat ze zich gewap<strong>en</strong>d voel<strong>en</strong><br />

om de moeilijke taak uit te voer<strong>en</strong>?<br />

Of wanneer we h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> taak lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> die over e<strong>en</strong> heel specifiek iets gaat waar ze misschi<strong>en</strong> niet<br />

alles van afwet<strong>en</strong> (bv. over op kamp gaan, reclame), op <strong>voor</strong>hand ev<strong>en</strong> de belangrijkste begripp<strong>en</strong> die<br />

bij dat veld hor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangehaald <strong>en</strong> verklaard?<br />

Of wanneer ze e<strong>en</strong> brief moet<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, ze e<strong>en</strong> schets krijg<strong>en</strong> van de situatie waarbinn<strong>en</strong> ze dat<br />

moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>?<br />

Of wanneer ze e<strong>en</strong> soort opdracht moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> die ze wellicht nog niet eerder hebb<strong>en</strong> gedaan<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing bepaalde ding<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere bijtek<strong>en</strong><strong>en</strong>) ze daar ev<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> op<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />

Met al deze vrag<strong>en</strong>, waarop het antwoord ons inszi<strong>en</strong>s volmondig ‘ja’ moet zijn, hebb<strong>en</strong> we mete<strong>en</strong> de<br />

belangrijkste soort<strong>en</strong> introducties nog e<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> rijtje gezet. In de praktijk zal je vaak e<strong>en</strong> combinatie<br />

van de verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> aantreff<strong>en</strong>. Zo zi<strong>en</strong> we hieronder, in de introductie bij e<strong>en</strong> luistertoets<br />

<strong>voor</strong> het vierde <strong>leerjaar</strong> over recept<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> situatieschets waarin mete<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> aantal vakbegripp<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> meegegev<strong>en</strong>, gevolgd door e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>item.<br />

Houd e<strong>en</strong> kort gesprek met de leerling<strong>en</strong> over kok<strong>en</strong>.<br />

Hebb<strong>en</strong> jullie zelf al e<strong>en</strong>s gekookt? Hebb<strong>en</strong> jullie dan e<strong>en</strong> kookboek gebruikt? Was het e<strong>en</strong> kinderkookboek<br />

of e<strong>en</strong> kookboek <strong>voor</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>? Stond<strong>en</strong> er pr<strong>en</strong>tjes of foto’s bij de recept<strong>en</strong> in het<br />

kookboek? Wat was er op die pr<strong>en</strong>tjes/foto’s te zi<strong>en</strong>? Kon je erop zi<strong>en</strong> hoe je elke stap in het recept moest<br />

uitvoer<strong>en</strong>: zoals bij<strong>voor</strong>beeld hoe je e<strong>en</strong> bepaalde gro<strong>en</strong>te moest snijd<strong>en</strong>? Of toond<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes alle<strong>en</strong> hoe<br />

de gerecht<strong>en</strong> er uitzi<strong>en</strong> als ze klaar zijn? In kinderkookboek<strong>en</strong> staan heel vaak pr<strong>en</strong>tjes die stap <strong>voor</strong> stap<br />

lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je het recept moet volg<strong>en</strong>. Dat is om het kok<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje gemakkelijker te mak<strong>en</strong>.<br />

Br<strong>en</strong>g het begrip ‘recept’ (e<strong>en</strong> tekst waarin heel precies staat uitgelegd hoe je e<strong>en</strong> bepaald gerecht moet<br />

klaarmak<strong>en</strong>) expliciet aan. Niet alle leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dit begrip <strong>en</strong> het is van belang dat alle leerling<strong>en</strong><br />

goed wet<strong>en</strong> wat er precies mee bedoeld wordt. Je kan de uitleg illustrer<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele kookboek<strong>en</strong>.<br />

Bij e<strong>en</strong> recept staat ook altijd wat je allemaal nodig hebt om het gerecht klaar te mak<strong>en</strong>. Soms zijn er<br />

ding<strong>en</strong> bij die je nog niet k<strong>en</strong>t. Dat is dan wel e<strong>en</strong> beetje lastig bij het kok<strong>en</strong>, want dan weet je niet<br />

precies wat er allemaal in je gerecht moet. Het is dus belangrijk dat je goed weet wat al die ding<strong>en</strong> zijn<br />

die in je gerecht moet<strong>en</strong>. Wet<strong>en</strong> jullie wat e<strong>en</strong> ‘paprika’ is? En e<strong>en</strong> ‘olijf’? En k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong><br />

‘komkommer’?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

31


32<br />

Deze ingrediënt<strong>en</strong> (Je hoeft dit woord niet te gebruik<strong>en</strong>.) kan je op de volg<strong>en</strong>de manier aan de leerling<strong>en</strong><br />

uitlegg<strong>en</strong>. Toon aan de leerling<strong>en</strong> ook het blad (bijlage A) waar deze ding<strong>en</strong> op afgebeeld staan. Vergroot<br />

ev<strong>en</strong>tueel de afbeelding<strong>en</strong>. Zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het goed kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat<br />

alle leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat deze ingrediënt<strong>en</strong> juist zijn.<br />

- paprika: e<strong>en</strong> harde gro<strong>en</strong>te die in verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong> bestaat: gro<strong>en</strong>, rood, geel <strong>en</strong> zelfs oranje;<br />

paprika’s word<strong>en</strong> in blokjes, ring<strong>en</strong> <strong>en</strong> reepjes gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> in zowel koude als warme gerecht<strong>en</strong>.<br />

- olijf: de vrucht van de olijfboom; er zijn zwarte <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e olijv<strong>en</strong>; van olijv<strong>en</strong> wordt ook olie gemaakt:<br />

olijfolie; olijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke smaak; veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lust<strong>en</strong> ze niet; ander<strong>en</strong> zijn er dol op<br />

- komkommer: e<strong>en</strong> langwerpige vrucht met e<strong>en</strong> donkergro<strong>en</strong>e schil <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lichtgro<strong>en</strong>e binn<strong>en</strong>kant; e<strong>en</strong><br />

komkommer wordt meestal in schijfjes gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> zit vaak in salades<br />

Dit gesprek heeft als doel de leerling<strong>en</strong> vertrouwd te mak<strong>en</strong> met hoe e<strong>en</strong> kookboek er uitziet, wat e<strong>en</strong><br />

recept precies is <strong>en</strong> dat er bij e<strong>en</strong> recept soms pr<strong>en</strong>tjes/foto’s staan die ton<strong>en</strong> hoe je de verschill<strong>en</strong>de<br />

stapp<strong>en</strong> in het recept juist moet uitvoer<strong>en</strong>. Er kom<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> aantal ingrediënt<strong>en</strong> aan bod waarmee de<br />

leerling<strong>en</strong> wellicht minder vertrouwd zijn.<br />

Ga na dit gesprekje over tot het kader van de toets.<br />

Ik ga jullie nu vertell<strong>en</strong> over Johan. Johan is iemand die veel kookt, want hij is kok. En vandaag moet hij<br />

e<strong>en</strong> heel m<strong>en</strong>u bereid<strong>en</strong>. Hij wil drie verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> klaarmak<strong>en</strong>. Maar het kookboek van Johan de<br />

kok ligt uit elkaar. Hij heeft de recept<strong>en</strong> nog <strong>en</strong> ook de pr<strong>en</strong>tjes die lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je het recept precies<br />

moet uitvoer<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> de pr<strong>en</strong>tjes door elkaar. En er ligg<strong>en</strong> ook pr<strong>en</strong>tjes van andere recept<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong>. Nu vraagt Johan of jullie hem will<strong>en</strong> help<strong>en</strong>. Hij zal de recept<strong>en</strong> stap <strong>voor</strong> stap <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> jullie<br />

moet<strong>en</strong> dan de juiste pr<strong>en</strong>tjes bij die stapp<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. Dan weet Johan straks precies hoe hij alles moet<br />

klaarmak<strong>en</strong>.<br />

Deel de blad<strong>en</strong> met pr<strong>en</strong>tjes (bijlage B) uit. Vertel de leerling<strong>en</strong> dan het volg<strong>en</strong>de:<br />

Johan de kok zal jullie drie verschill<strong>en</strong>de recept<strong>en</strong> <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong>: eerst e<strong>en</strong> recept om e<strong>en</strong> Franse Salade te<br />

mak<strong>en</strong>, daarna e<strong>en</strong> recept om Eier<strong>en</strong> met Worstjes te bereid<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot slot e<strong>en</strong> recept om Lamsvlees<br />

met Erwtjes te mak<strong>en</strong>. Maar allereerst gaat Johan vertell<strong>en</strong> hoe je Worstjes kan klaarmak<strong>en</strong>. Dat doet<br />

hij om te zi<strong>en</strong> of jullie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat je precies moet do<strong>en</strong> om hem te help<strong>en</strong>.<br />

Jullie zi<strong>en</strong> op de blad<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> jullie ligg<strong>en</strong>, per recept e<strong>en</strong> reeks pr<strong>en</strong>tjes. Jullie wet<strong>en</strong> ondertuss<strong>en</strong><br />

dat die pr<strong>en</strong>tjes lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe je de verschill<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> in het recept moet uitvoer<strong>en</strong>. Maar in elke reeks<br />

pr<strong>en</strong>tjes staan er pr<strong>en</strong>tjes te veel. Er zull<strong>en</strong> per recept dus pr<strong>en</strong>tjes zijn die je niet moet gebruik<strong>en</strong>. En<br />

de pr<strong>en</strong>tjes staan ook niet in de goede volgorde. Jullie zull<strong>en</strong> dus heel goed moet<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar elke<br />

stap in het recept <strong>en</strong> ook heel goed naar de pr<strong>en</strong>tjes moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, zodat jullie wet<strong>en</strong> welk pr<strong>en</strong>tje uit<br />

de reeks bij welke stap hoort.<br />

Per stap zoek je zo het bijpass<strong>en</strong>de pr<strong>en</strong>tje. Op je toetsblad staan lege vakjes met nummers onder de<br />

nam<strong>en</strong> van de recept<strong>en</strong>. Elke stap die wordt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> nummer <strong>en</strong> het vakje dat bij die stap<br />

hoort, heeft hetzelfde nummer. Als je telk<strong>en</strong>s de letter van het juiste pr<strong>en</strong>tje in dat vakje invult, staan de<br />

pr<strong>en</strong>tjes vanzelf in de juiste volgorde. Begrijp<strong>en</strong> jullie dit? Weet iedere<strong>en</strong> wat hij straks moet do<strong>en</strong>?<br />

Jullie krijg<strong>en</strong> nu ev<strong>en</strong> de tijd om naar de pr<strong>en</strong>tjes te kijk<strong>en</strong>. Dan weet je wat er allemaal precies op staat.<br />

Maar je mag er niet met de andere leerling<strong>en</strong> over prat<strong>en</strong>. Bekijk de pr<strong>en</strong>tjes dus in stilte.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Ga na <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> over tot het <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> van de eerste stap <strong>voor</strong> het bereid<strong>en</strong> van het eerste gerecht:<br />

Worstjes.<br />

Zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het juiste blad met pr<strong>en</strong>tjes <strong>voor</strong> zich hebb<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Het zoek<strong>en</strong> van de<br />

juiste pr<strong>en</strong>tjes bij de twee stapp<strong>en</strong> om worstjes te bereid<strong>en</strong>, geldt als oef<strong>en</strong>ing om de leerling<strong>en</strong><br />

vertrouwd te mak<strong>en</strong> met de procedure <strong>en</strong> het soort tekst dat ze <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Zij moet<strong>en</strong> goed<br />

luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> de letters van de pr<strong>en</strong>tjes die pass<strong>en</strong> bij de stapp<strong>en</strong> die jij <strong>voor</strong>leest in de lege vakjes onder<br />

het eerste recept van hun toetsblad schrijv<strong>en</strong>.<br />

1 Snijd e<strong>en</strong> lange worst in kleine stukjes.<br />

2 Zet e<strong>en</strong> pan op het vuur. Als de pan warm is, doe je er de stukjes worst in. Laat de worstjes vijf<br />

minut<strong>en</strong> bakk<strong>en</strong>. Dan zijn ze klaar <strong>en</strong> kan je ze opet<strong>en</strong>.<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> beide items correct opgelost hebb<strong>en</strong>.<br />

Zoniet, herhaal het dan nog e<strong>en</strong> keer <strong>en</strong> bespreek expliciet de link tuss<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> tekst <strong>en</strong> het<br />

pr<strong>en</strong>tje bij de twee items. Leg er de nadruk op dat de leerling<strong>en</strong> naar alle details op de pr<strong>en</strong>tjes kijk<strong>en</strong>,<br />

want daardoor kom<strong>en</strong> ze te wet<strong>en</strong> welk pr<strong>en</strong>tje precies bij de stap past. Sommige pr<strong>en</strong>tjes lijk<strong>en</strong> immers<br />

e<strong>en</strong> beetje op het goede pr<strong>en</strong>tje, maar er staan dan ding<strong>en</strong> op die je niet moet do<strong>en</strong> bij de stap die jij<br />

hebt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong>. Zo zi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> in dat ze telk<strong>en</strong>s heel goed moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>.<br />

Deze combinatie van verschill<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is ontstaan vóór <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de proefafnames<br />

van de VLOT-toets<strong>en</strong>, die aan de uitgave <strong>voor</strong>afgaan. De introducties, gebaseerd op het<br />

aanvoel<strong>en</strong> van de makers van de toets<strong>en</strong> èn de ervaring van de toetsafnemers, gev<strong>en</strong> aan wat de<br />

leerling<strong>en</strong> als bagage nodig hebb<strong>en</strong> om aan de toets te kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>.<br />

De ervaring leert dat sommige leerkracht<strong>en</strong> zich vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> bij de zin van e<strong>en</strong> dergelijke, vrij<br />

uitgebreide introductie. Immers, wie e<strong>en</strong> standaardlijstje met k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van goede toets<strong>en</strong> overloopt,<br />

zal daar mete<strong>en</strong> als één van de belangrijkste <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> staan dat e<strong>en</strong> toetsafname snel <strong>en</strong><br />

efficiënt moet kunn<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> veel leerkracht<strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat hun leerling<strong>en</strong> de meeste<br />

ding<strong>en</strong> die in de introductie word<strong>en</strong> uitgelegd, al wet<strong>en</strong>.<br />

Toch mag niet aan het belang van deze <strong>voor</strong>bereiding op de toets word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>bijgegaan. De leerling<strong>en</strong>,<br />

of ze nu in het tweede dan wel in het zesde <strong>leerjaar</strong> zitt<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> tijd nodig om zich in e<strong>en</strong> taak of e<strong>en</strong><br />

thema in te lev<strong>en</strong>. De eerste items van e<strong>en</strong> toets zijn vaak niet betrouwbaar omdat de leerling<strong>en</strong> ‘er nog<br />

in moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ze daar<strong>voor</strong> <strong>voor</strong>af de kans niet krijg<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan je als leerkracht wel veronderstell<strong>en</strong> dat je leerling<strong>en</strong> al die ding<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, maar<br />

ongetwijfeld zull<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> of meerdere kinder<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong> wie dat op dat mom<strong>en</strong>t niet het geval is. Strikt<br />

de instructies volg<strong>en</strong>, de vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> die er staan, de begripp<strong>en</strong> herhal<strong>en</strong> waarvan dat gevraagd wordt,<br />

is <strong>voor</strong> deze leerling<strong>en</strong> zeker ge<strong>en</strong> overbodige luxe. Probeer <strong>voor</strong>al de leerling<strong>en</strong> die hier behoefte aan<br />

hebb<strong>en</strong> - <strong>en</strong> dat zijn heus niet altijd dezelfd<strong>en</strong> - actief te betrekk<strong>en</strong>. Laat ze meeprat<strong>en</strong>, ga na of ze<br />

meeluister<strong>en</strong> <strong>en</strong> of ze het begrijp<strong>en</strong>. Laat niet alle<strong>en</strong> de taalvaardige leerling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> breed interesse<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nisveld hun zegje do<strong>en</strong>, maar ook <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> van wie je d<strong>en</strong>kt dat de inhoud <strong>en</strong> de aard<br />

van de toets op zich e<strong>en</strong> probleem zou kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

33


34<br />

De bedoeling van de introductie is er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> over dezelfde <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />

vaardighed<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>, nodig om de toets optimaal uit te voer<strong>en</strong>. Dat wil niet zegg<strong>en</strong> dat we h<strong>en</strong><br />

gaan <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong> op wat ze in de toets moet<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>, aanduid<strong>en</strong> of opschrijv<strong>en</strong>, maar we zorg<strong>en</strong><br />

er<strong>voor</strong> dat de antwoord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong> van de taalvaardigheid van de leerling<strong>en</strong>, niet van hun vermog<strong>en</strong><br />

zich in te lev<strong>en</strong> in het thema van de toets of te begrijp<strong>en</strong> welk soort taak uitgevoerd moet word<strong>en</strong>.<br />

Het soort taak dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, noem<strong>en</strong> we ook wel het toetsformaat of de procedure.<br />

Wie al meerdere VLOT-toets<strong>en</strong> heeft afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zal merk<strong>en</strong> dat nogal e<strong>en</strong>s hetzelfde soort toets<br />

terugkeert:<br />

• tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong><br />

briefjes <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> met elkaar verbind<strong>en</strong><br />

reclameslogans <strong>en</strong> affiches met elkaar verbind<strong>en</strong><br />

schrijvers met uitsprak<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong><br />

• e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> op de juiste plaats legg<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in het juiste hok zett<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> bij de juiste vlagg<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

• luister<strong>en</strong> naar instructies <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing mak<strong>en</strong><br />

luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> wegbeschrijving <strong>en</strong> die aanduid<strong>en</strong><br />

• e<strong>en</strong> verhaal of tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> er meerkeuze-vrag<strong>en</strong> over beantwoord<strong>en</strong><br />

• de juiste woord<strong>en</strong> op de juiste plaats invull<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verhaal<br />

het juiste van drie woord<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> in de zinn<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tekstje<br />

Het aantal mogelijke tak<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> de taalvaardigheid van leerling<strong>en</strong> kan met<strong>en</strong> is beperkt. De<br />

tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> precies datg<strong>en</strong>e met<strong>en</strong> wat we will<strong>en</strong> met<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> snel <strong>en</strong> objectief kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gescoord. De bov<strong>en</strong>staande tak<strong>en</strong> zijn daar <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van.<br />

Op het eerste gezicht zijn leerkracht<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd te veronderstell<strong>en</strong> dat dit heel bek<strong>en</strong>de schoolse tak<strong>en</strong><br />

zijn waar alle leerling<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> mee kunn<strong>en</strong> omgaan. Toch blijkt ook dat in de praktijk niet het geval te zijn<br />

<strong>en</strong> is meestal <strong>en</strong>ige oef<strong>en</strong>ing niet overbodig. Bij de meeste toets<strong>en</strong>, zo ook bij het bov<strong>en</strong>staande<br />

<strong>voor</strong>beeld, zijn dan ook e<strong>en</strong> of meerdere oef<strong>en</strong>items <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat deze precies<br />

word<strong>en</strong> behandeld zoals dat is aangegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat bij de bespreking ervan zolang wordt stilgestaan, tot<br />

alle leerling<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat er van h<strong>en</strong> wordt verlangd. Ook de aard <strong>en</strong> de hoeveelheid van deze<br />

oef<strong>en</strong>items zijn gebaseerd op ervaring<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de proef- <strong>en</strong> normeringsafnames van de toets<strong>en</strong>.<br />

De introductie op de toets in strikte zin (inhoudelijk) <strong>en</strong> deze oef<strong>en</strong>ing op het toetsformaat lop<strong>en</strong> vaak<br />

door elkaar <strong>en</strong> interferer<strong>en</strong> met nog andere instructies, zoals het klaarmak<strong>en</strong> van het materiaal, het<br />

invull<strong>en</strong> van de juiste gegev<strong>en</strong>s (zoals naam <strong>en</strong> (ev<strong>en</strong>tueel) klasnummer), het vernoem<strong>en</strong> van regels in<br />

verband met het schrijv<strong>en</strong> op de toetsblad<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Doe niet minder … maar ook niet meer!<br />

Tot slot zett<strong>en</strong> we nog <strong>en</strong>kele belangrijke aandachtspunt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje:<br />

• Neem op <strong>voor</strong>hand de toets in zijn geheel door, dus ook het deel dat de leerling<strong>en</strong> zelfstandig moet<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong>. Je zal het belang van introductie <strong>en</strong> <strong>voor</strong>bereiding duidelijker zi<strong>en</strong>.<br />

• Het kan nooit kwaad om bek<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> op te friss<strong>en</strong>.<br />

Je kan hierbij verwijz<strong>en</strong> naar ervaring<strong>en</strong> die jij <strong>en</strong> je leerling<strong>en</strong> met elkaar del<strong>en</strong>, maar ga daarin dan<br />

ook weer niet te ver. E<strong>en</strong> concreet <strong>voor</strong>beeld mag dit illustrer<strong>en</strong>: de leestoets <strong>voor</strong> het einde van het<br />

vijfde <strong>leerjaar</strong> gaat over e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> die met de klas op bosklass<strong>en</strong> gaat. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de<br />

informatie uit e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de tekst van wat er allemaal op het programma staat, beknopt maar<br />

duidelijk overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da.<br />

Bij één van de afnames van deze toets, in e<strong>en</strong> klas die net tevor<strong>en</strong> op bosklass<strong>en</strong> was geweest,<br />

verwees de meester <strong>en</strong>thousiast naar de vergelijkbare ag<strong>en</strong>da die zijn leerling<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> vroeg h<strong>en</strong><br />

die erbij te nem<strong>en</strong>. Vergelijkbaar was deze ag<strong>en</strong>da zeker, maar niet id<strong>en</strong>tiek. En doordat deze<br />

leerling<strong>en</strong> die eig<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da vlak <strong>voor</strong> de toets opnieuw onder og<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, beïnvloedde dat<br />

hun prestaties op de toets. E<strong>en</strong> verwijzing ernaar had ruimschoots volstaan.<br />

De introductie zorgt er precies <strong>voor</strong> dat leerling<strong>en</strong> die, in dit conrete geval, niet op bosklass<strong>en</strong> zijn<br />

geweest <strong>en</strong> zeker nog ge<strong>en</strong> dergelijke ag<strong>en</strong>da onder og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad, toch ook met succes de<br />

toets kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

• Volg zo strikt mogelijk de introductie<strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> zoals die bij de toets zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Stel alle vrag<strong>en</strong> die er staan.<br />

Ga in op alle begripp<strong>en</strong> die aangestipt word<strong>en</strong>.<br />

Schets het inhoudelijke kader, ook al gev<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet de indruk dat boei<strong>en</strong>d te vind<strong>en</strong>.<br />

Behandel alle oef<strong>en</strong>items.<br />

• Hoe divers <strong>en</strong> uitgebreid de introductie ook mag zijn, ze moet binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte tijd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

afgehandeld.<br />

Dat kan per toets sterk verschill<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>e keer zal de <strong>voor</strong>bereiding slechts <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> in beslag<br />

nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere keer kan het makkelijk tot 20 minut<strong>en</strong> uitlop<strong>en</strong>. Het <strong>voor</strong>beeld met de recept<strong>en</strong><br />

toont hoe uitgebreid het geheel dat aan de toets <strong>voor</strong>afgaat, kan zijn.<br />

Toch moet er geprobeerd word<strong>en</strong> zo goed mogelijk door te werk<strong>en</strong>, zodat de leerling<strong>en</strong> de toets<br />

kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar voldo<strong>en</strong>de tijd <strong>voor</strong> hebb<strong>en</strong>, want daar gaat het t<strong>en</strong>slotte om.<br />

In het <strong>voor</strong>beeld zou m<strong>en</strong> heel uitgebreid alle kookervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> aan bod kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong>. Dat is echter helemaal niet de bedoeling. Daar zijn andere geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> <strong>voor</strong>. Laat hier <strong>en</strong>kele<br />

leerling<strong>en</strong>, die wat verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, aan het woord <strong>en</strong> snoer de ander<strong>en</strong><br />

elegant de mond. Ev<strong>en</strong>tueel kan je later op de dag de draad van het gesprek oppikk<strong>en</strong>. Wellicht heb<br />

je e<strong>en</strong> afspraak met je leerling<strong>en</strong> op dat vlak <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> ze dat zij vast e<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de ker<strong>en</strong> iets<br />

mog<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>, als ze die <strong>en</strong>e keer niet aan de beurt kom<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

35


36<br />

• Bereid de eig<strong>en</strong>lijk toets nooit verder <strong>voor</strong> dan nodig of aangegev<strong>en</strong> is.<br />

Neem de toetsblad<strong>en</strong> niet door met leerling<strong>en</strong> als dat niet expliciet gevraagd wordt. Het zelfstandig<br />

kunn<strong>en</strong> omgaan daarmee maakt meestal deel uit van de taak.<br />

Geef ge<strong>en</strong> instructies die aansluit<strong>en</strong> bij gewoontes in de klas. Bij<strong>voor</strong>beeld: “Lees eerst de tekst e<strong>en</strong><br />

keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je op de vrag<strong>en</strong> antwoordt.” Laat de leerling<strong>en</strong> zelf bepal<strong>en</strong> hoe ze te werk<br />

moet<strong>en</strong> gaan. Ook dat maakt deel uit van de toets.<br />

Verklaar nooit woord<strong>en</strong>, begripp<strong>en</strong> of zinn<strong>en</strong>, herformuleer ze niet of vat ze niet sam<strong>en</strong>. De tekst<strong>en</strong> zijn<br />

qua (lees)niveau <strong>en</strong> woordgebruik aangepast aan de leeftijd van de leerling<strong>en</strong>.<br />

• Voor leerling<strong>en</strong> die niet kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> of echt niet verder kunn<strong>en</strong> met wat <strong>voor</strong>af is gegaan, kan je<br />

de <strong>voor</strong>naamste ding<strong>en</strong> kort herhal<strong>en</strong>, maar dan <strong>en</strong>kel op dezelfde manier als dat eerder gebeurd is.<br />

• Beperk het surveiller<strong>en</strong> tot ‘oplett<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> niet spiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed doorwerk<strong>en</strong>’. Kijk niet op hun<br />

blad<strong>en</strong> of ze het goed do<strong>en</strong>, want dan zull<strong>en</strong> ze wellicht je goed- of afkeuring verwacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> die mag<br />

je niet gev<strong>en</strong>.<br />

Met de toets<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong> eerlijke manier te achterhal<strong>en</strong> hoe het met de taalvaardigheid van<br />

de leerling<strong>en</strong> gesteld is. Bij e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>d beeld daarvan is niemand gebaat: de leerkracht niet, de ouders<br />

niet <strong>en</strong> zeker de leerling zelf niet!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


§5 DE BAND TUSSEN DE VLOT-TOETSEN EN DE VLAAMSE<br />

EINDTERMEN NEDERLANDS VOOR HET BASISONDERWIJS<br />

Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />

In deze bijdrage gaan we in op de band tuss<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> van VLOT <strong>en</strong> de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

Nederlands. We will<strong>en</strong> hier echter niet de theorie herhal<strong>en</strong> die uitgebreid aan bod komt, in de paragraf<strong>en</strong><br />

1.1, 1.2 <strong>en</strong> 1.3 van de inleiding.<br />

We situer<strong>en</strong> kort waarom de band tuss<strong>en</strong> de toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> niet rechtlijnig is <strong>en</strong> schepp<strong>en</strong><br />

klaarheid aan de hand van e<strong>en</strong> aantal <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Het is zinvol de eindterm<strong>en</strong> zelf bij de hand te<br />

hebb<strong>en</strong>. [noot]<br />

Algeme<strong>en</strong><br />

De eindterm<strong>en</strong> zijn minimumdoelstelling<strong>en</strong> die alle leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> op het einde van<br />

het zesde <strong>leerjaar</strong>. Wie de eindterm<strong>en</strong> leest <strong>en</strong> bestudeert, weet dat het e<strong>en</strong> beperkt aantal krachtige,<br />

maar erg algeme<strong>en</strong> geformuleerde vaardighed<strong>en</strong> zijn. Er is nood aan - <strong>en</strong> dat is ook de bedoeling -<br />

verdere concretisering van deze doel<strong>en</strong> in leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerlijn<strong>en</strong>.<br />

VLOT, e<strong>en</strong> volgsysteem dat methode-overstijg<strong>en</strong>d wil zijn <strong>en</strong> bruikbaar is in alle vorm<strong>en</strong> van onderwijs<br />

<strong>en</strong> in alle nett<strong>en</strong>, maakt ge<strong>en</strong> gebruik van slechts één van de beschikbaar zijnde concretisering<strong>en</strong>, noch<br />

van leerplann<strong>en</strong>, noch van leerlijn<strong>en</strong> achter e<strong>en</strong> taalmethode. Er wordt integ<strong>en</strong>deel geprobeerd uit te<br />

gaan van e<strong>en</strong> zo breed mogelijk spectrum van elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat aangeeft wat er op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t<br />

van leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde leeftijd wordt verwacht <strong>en</strong> van de zin van die verwachting<strong>en</strong> in het licht<br />

van de eindterm<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>, om na te gaan of de leerling<strong>en</strong> op weg zijn om de<br />

vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> die in de eindterm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bedoeld. Uiteraard moet<strong>en</strong> die tak<strong>en</strong> in de<br />

lagere leerjar<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de niveaus (vaardigheid, verwerkingsniveau, tekstsoort, publiek) gemakkelijker<br />

zijn dan wat in de eindterm<strong>en</strong> wordt gevraagd. Maar aangezi<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> niet per <strong>leerjaar</strong><br />

zijn gespecificeerd, kan nerg<strong>en</strong>s exact bepaald word<strong>en</strong> wat nu net wel <strong>en</strong> net niet moet kunn<strong>en</strong>. Dat is<br />

de hoofdred<strong>en</strong> waarom de toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> zijn van norm<strong>en</strong> die aangev<strong>en</strong> hoe de gemiddelde Vlaamse<br />

leerling op de toets scoort.<br />

De red<strong>en</strong>ering die aan e<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>afgaat verloopt dus als volgt:<br />

• We will<strong>en</strong> nagaan of de leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> op het recht pad zitt<strong>en</strong> om eindterm X <strong>voor</strong><br />

vaardigheid X te bereik<strong>en</strong>.<br />

• vraagstelling: Wat zoud<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> dan al moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>?<br />

We bepal<strong>en</strong> dit op basis van aanvoel<strong>en</strong>, ervaring, leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerlijn<strong>en</strong>.<br />

• We ontwikkel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toets volg<strong>en</strong>s de gestelde verwachting. Die toets is inhoudelijk volledig<br />

onafhankelijk van e<strong>en</strong>der welke methode. We kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> werkvorm waarmee zoveel mogelijk<br />

leerling<strong>en</strong> vertrouwd zijn <strong>en</strong> die toelaat de resultat<strong>en</strong> objectief te scor<strong>en</strong>.<br />

• We gaan met e<strong>en</strong> proefafname van de toets na of we de getoetste vaardigheid inderdaad van de<br />

leerling<strong>en</strong> van het Xde <strong>leerjaar</strong> kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong>. Dat leid<strong>en</strong> we af uit de algem<strong>en</strong>e gemiddelde<br />

score van die proefafname.<br />

[noot]<br />

De definitieve eindterm<strong>en</strong> Nederlands zijn terug te vind<strong>en</strong> in Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>.<br />

Informatiemap <strong>voor</strong> de onderwijspraktijk. Gewoon basisonderwijs. Brussel: Ministerie van de<br />

Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap - Departem<strong>en</strong>t Onderwijs - C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie <strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie - 1998,<br />

pag. 77-81.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

37


38<br />

We strev<strong>en</strong> daarbij naar e<strong>en</strong> gemiddelde dat toelaat zo goed mogelijk leerling<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>d<br />

taalvaardigheidsniveau te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>. Daarbij is het niet in de eerste plaats de bedoeling de<br />

betere van de beste leerling<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong> maar <strong>voor</strong>al in de zwakkere groep e<strong>en</strong><br />

onderscheid te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> risico- <strong>en</strong> echte probleemgevall<strong>en</strong>. We verwacht<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong><br />

(bijna) perfect resultaat van zoveel mogelijk leerling<strong>en</strong>, maar legg<strong>en</strong> het gemiddelde wel hoger dan<br />

50% (idealiter rond 75%). Kortom: we zorg<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> dat de taalvaardige leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bevredig<strong>en</strong>de prestatie lever<strong>en</strong> op de toets.<br />

• Als het gemiddelde goed is én de resultat<strong>en</strong> van de betrouwbaarheidsanalyse zijn goed, beschouw<strong>en</strong><br />

we de toets als e<strong>en</strong> bruikbaar instrum<strong>en</strong>t om de taalvaardigheid van de leerling<strong>en</strong> na te gaan.<br />

Eén toets is slechts één instrum<strong>en</strong>t dat één vaardigheid op één niveau toetst aan de hand van één tekst.<br />

Nooit mag op basis van één toetsresultaat beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling al of niet voldo<strong>en</strong>de<br />

taalvaardig is op dat punt in het onderwijs. Zelf alle toets<strong>en</strong> van VLOT sam<strong>en</strong> dekk<strong>en</strong> niet de hele<br />

taalvaardigheids- of eindterm<strong>en</strong>lading. We prober<strong>en</strong> wel zoveel mogelijk verscheid<strong>en</strong>heid te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>,<br />

opdat het beeld van het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong> zo precies mogelijk kan word<strong>en</strong><br />

getek<strong>en</strong>d. Maar het is niet onze bedoeling om in elk <strong>leerjaar</strong> <strong>voor</strong> elke eindterm e<strong>en</strong> toets te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bijgevolg te will<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat: deze leerling de eindterm<strong>en</strong> zal hal<strong>en</strong> of niet. De risico’s van het grote<br />

belang dat aan dat soort toets<strong>en</strong> wordt gehecht, hebb<strong>en</strong> we in paragraaf 1.2 besprok<strong>en</strong> (zie ‘teaching to<br />

the test’).<br />

De toets<strong>en</strong> van VLOT zijn eerder één van de indicaties die op e<strong>en</strong> zinvolle manier kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot<br />

de beeldvorming van het taalvaardigheidsniveau van e<strong>en</strong> leerling, sam<strong>en</strong> met andere toetsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

prestaties op tak<strong>en</strong> in de klas <strong>en</strong>, niet in het minst, de ervaring van de leerkracht.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong><br />

Hieronder bekijk<strong>en</strong> we, bij wijze van <strong>voor</strong>beeld, de leestoets<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het <strong>derde</strong> meetmom<strong>en</strong>t (het einde<br />

van het schooljaar) van elk <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> legg<strong>en</strong> de link naar de eindterm<strong>en</strong>. We hop<strong>en</strong> dat deze<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot het duidelijker interpreter<strong>en</strong> van de prestaties op de toets<strong>en</strong> (Wat<br />

kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nu wel of niet?) <strong>en</strong> tot het zelf kunn<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong> door leerkracht<strong>en</strong> van deze band.<br />

De grijze kaders die bij het begin van de praktische handleiding van elke toets zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (meer<br />

bepaald de informatie achter de kopjes ‘aard van de toets’ <strong>en</strong> ‘verwerkingsniveau’) kunn<strong>en</strong> daarbij<br />

help<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


TWEEDE LEERJAAR<br />

WIE DOET WAT IN DE KLEUTERKLAS? ZET DE KLEUTERS IN DE JUISTE HOEK.<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de uitsprak<strong>en</strong> van vijfti<strong>en</strong> kleuters over wat ze will<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> in de kleuterklas. Op basis daarvan plaats<strong>en</strong> zij de kleuters in de juiste<br />

hoek in de kleuterklas. Daarbij moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> blijk gev<strong>en</strong> van begrip<br />

van wat de kleuters zegg<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau: beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

Wat de leerling<strong>en</strong> hier in feite, in eindterm<strong>en</strong>-term<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, is informatie achterhal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

tekst (verwerkingsniveau = beschrijv<strong>en</strong>d - eindterm<strong>en</strong> 3.1 tot 3.3). Omdat ze die informatie ook<br />

moet<strong>en</strong> overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> plan van de kleuterklas, kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat er al sprake is van <strong>en</strong>ige<br />

vorm van ‘ord<strong>en</strong><strong>en</strong>’ van de informatie (verwerkingsniveau = structurer<strong>en</strong> - eindterm<strong>en</strong> 3.4 <strong>en</strong> 3.5).<br />

De tekstsoort waar we hier mee werk<strong>en</strong> is echter van e<strong>en</strong> veel lager niveau dan die waarmee de<br />

leerling<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong>. Daar is sprake van<br />

‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde instructies <strong>voor</strong> handeling<strong>en</strong> van gevarieerde aard’ (3.1), ‘schema’s <strong>en</strong> tabell<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van het publiek’ (3.2), ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde tekst<strong>en</strong> in tijdschrift<strong>en</strong>’ (3.3) of ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />

bestemde school- <strong>en</strong> studietekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> instructies bij schoolopdracht<strong>en</strong>’ (3.4) <strong>en</strong> ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> bestemde<br />

verhal<strong>en</strong>, kinderromans, dialog<strong>en</strong>, gedicht<strong>en</strong>, kindertijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugd<strong>en</strong>cyclopedieën’ (3.5).<br />

Hier gaat het om zeer herk<strong>en</strong>bare uitsprak<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op het niveau van de leerling<strong>en</strong> die de<br />

taak moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Het gaat om meerdere korte, duidelijk te vatt<strong>en</strong> tekstjes.<br />

DERDE LEERJAAR<br />

DE DIERENTUIN: IN WELK HOK ZET IK WELK DIER?<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> help<strong>en</strong> de opzichter van e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin, die alle dier<strong>en</strong> in<br />

nieuwe hokk<strong>en</strong> moet plaats<strong>en</strong>, door de <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het plaats<strong>en</strong> van<br />

de dier<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daarvan de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> in de<br />

hokk<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>. Wat hier getoetst wordt, is het begrip van de tekst over<br />

de dier<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de nodige informatie er kunn<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong>).<br />

verwerkingsniveau: beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

Hier hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> taak die qua werkvorm <strong>en</strong> principe vrij gelijkaardig is aan die <strong>voor</strong> het tweede<br />

<strong>leerjaar</strong> (zie bov<strong>en</strong>). We werk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tekst die in kleinere geheeltjes is onderverdeeld. Maar die<br />

geheeltjes zijn al e<strong>en</strong> stuk langer dan in de toets <strong>voor</strong> het tweede <strong>leerjaar</strong> <strong>en</strong> hang<strong>en</strong> meer met<br />

elkaar sam<strong>en</strong>. Er zijn dus meer verwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het totale pakket tekst dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong> is aanzi<strong>en</strong>lijk langer dan in de vorige toets.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de tekst geschrev<strong>en</strong> vanuit het perspectief van e<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong>e, die weliswaar op<br />

kinderniveau spreekt, maar ook dat aspect maakt de toets per definitie moeilijker <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s deze lijn kan m<strong>en</strong> aan dit soort taak steeds hogere eis<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> om zo uiteindelijk op het<br />

niveau van de eindterm<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong>. Niets sluit echter uit dat we ook verder gaan dan dat niveau,<br />

aangezi<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> minimumdoel<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> we bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet noodzakelijk perfectie<br />

verwacht<strong>en</strong> om van e<strong>en</strong> goed toetsresultaat te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

39


40<br />

VIERDE LEERJAAR<br />

EEN TEKST OVER FLAMENCO LEZEN EN DE JUISTE WOORDEN INVULLEN<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invuloef<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> tekst over flam<strong>en</strong>co. Zij<br />

krijg<strong>en</strong> de in te vull<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>, in alfabetische volgorde <strong>en</strong> zonder vervoeging<br />

of verbuiging. De bedoeling is dat ze de tekst lez<strong>en</strong> <strong>en</strong>, door gebruik<br />

te mak<strong>en</strong> van de context, de juiste woord<strong>en</strong> in de juiste vorm op de juiste<br />

plaats invull<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d<br />

De tekst waarmee in deze toets wordt gewerkt is vrijwel integraal overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> tijdschrift<br />

<strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong>. In de eindterm<strong>en</strong> 3.3 <strong>en</strong> 3.5 lez<strong>en</strong> we dat de leerling<strong>en</strong> in dat soort tekst informatie<br />

moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De band tuss<strong>en</strong> deze toets <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> is dus vrij duidelijk.<br />

Toch kunn<strong>en</strong> we op basis van deze toets ge<strong>en</strong>szins besluit<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> de eindterm hal<strong>en</strong>,<br />

want het gaat hier slechts om één <strong>voor</strong>beeld, één werkvorm (invuloef<strong>en</strong>ing) van de bedoelde<br />

tekstsoort, e<strong>en</strong> vrij kort <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig <strong>voor</strong>beeld. Er zijn dus nog eindeloos veel mogelijke invulling<strong>en</strong>,<br />

moeilijker <strong>en</strong> gemakkelijker, <strong>voor</strong> deze eindterm te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het resultaat op deze toets is e<strong>en</strong><br />

indicatie.<br />

VIJFDE LEERJAAR<br />

INFORMATIE UIT EEN PROGRAMMATEKST VAN EEN KAMP OVERBRENGEN IN EEN AGENDA<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de nodige gegev<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de tekst over<br />

in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da. Het gaat om de beschrijving van wat er allemaal zal<br />

gebeur<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vijfdaags kamp. De moeilijkheid is natuurlijk om de<br />

informatie juist over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overtollige ding<strong>en</strong> weg te lat<strong>en</strong>, want<br />

in e<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da is er niet zoveel plaats.<br />

verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d<br />

Door de leerling<strong>en</strong> deze taak te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, will<strong>en</strong> we nagaan of ze de informatie uit de<br />

beschrijv<strong>en</strong>de tekst juist kunn<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong> <strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>. De tekstsoort vind<strong>en</strong> we als dusdanig niet<br />

terug in de eindterm<strong>en</strong>. Het gaat hier om e<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het vijfde <strong>leerjaar</strong> geschikte versie van ‘<strong>voor</strong> h<strong>en</strong><br />

bestemde school- <strong>en</strong> studietekst<strong>en</strong>’.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


ZESDE LEERJAAR<br />

UITSPRAKEN VAN SCHRIJVERS EN INFORMATIEVE STUKJES OVER HEN<br />

MET ELKAAR VERBINDEN<br />

aard van de toets: De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> eerst veerti<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> van jeugdauteurs. In veerti<strong>en</strong><br />

korte, informatieve stukjes over deze jeugdschrijvers zoek<strong>en</strong> zij vervolg<strong>en</strong>s<br />

wie welke uitspraak heeft gedaan. Zij moet<strong>en</strong> dus deze tekstjes lez<strong>en</strong> met<br />

de uitsprak<strong>en</strong> in het achterhoofd <strong>en</strong> er de juiste informatie uithal<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau: structurer<strong>en</strong>d/evaluer<strong>en</strong>d<br />

Met deze toets wordt de stap gezet naar het hoogste verwerkingsniveau: de leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op<br />

basis van, hetzij de eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing, hetzij informatie uit andere bronn<strong>en</strong>, informatie beoordel<strong>en</strong><br />

(verwerkingsniveau = beoordel<strong>en</strong> of evaluer<strong>en</strong>). Wat de leerling<strong>en</strong> hier moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> is de uitsprak<strong>en</strong><br />

van de schrijvers beoordel<strong>en</strong> op basis van de informatie die ze over h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Het gaat hier om<br />

e<strong>en</strong> zeer uitgebreide, ingewikkelde taak, waarin de leerling<strong>en</strong> grote hoeveelhed<strong>en</strong> tekst moet<strong>en</strong><br />

verwerk<strong>en</strong>. Daarteg<strong>en</strong>over staat dat de tekstsoort (g<strong>en</strong>re studietekst, tekst uit e<strong>en</strong> jeugd<strong>en</strong>cyclopedie)<br />

er e<strong>en</strong> is waarmee de leerling<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong> nog niet op dit verwerkingsniveau<br />

moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>.<br />

Door de verschill<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de hand waarvan we e<strong>en</strong> taak definiër<strong>en</strong> zo te lat<strong>en</strong> variër<strong>en</strong>,<br />

krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> uitgebreid scala van tak<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus. Op basis van veel verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> we ons e<strong>en</strong> goed beeld vorm<strong>en</strong> van het taalvaardigheidsniveau van de leerling<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

41


42<br />

§6 SCHRIJFVAARDIGHEID BEVORDEREN EN BEOORDELEN<br />

Kris Van D<strong>en</strong> Brand<strong>en</strong><br />

Deze bijdrage gaat dieper in op de vaardigheid schrijv<strong>en</strong>. De auteur bespreekt onder meer hoe schrijfvaardigheid<br />

op e<strong>en</strong> goede manier getoetst kan word<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> manier waarbij de schrijftoets<strong>en</strong> van VLOT<br />

aansluit<strong>en</strong>), wat belangrijk is bij het beoordel<strong>en</strong> van schrijfproduct<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> op welke wijze<br />

het bevorder<strong>en</strong> of remediër<strong>en</strong> van schrijfvaardigheid kan verlop<strong>en</strong>.<br />

1 Inleiding<br />

Van schrijv<strong>en</strong> wordt wel e<strong>en</strong>s gezegd dat het de taaiste van de vier vaardighed<strong>en</strong> is. Daar zit wel wat<br />

waarheid in. Wie nagaat welke eis<strong>en</strong> er allemaal aan e<strong>en</strong> goed schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld, komt al<br />

snel tot e<strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>d lijstje:<br />

a. Om e<strong>en</strong> goed schrijfproduct af te lever<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong> schrijver allereerst in staat zijn om ideeën te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.<br />

Wie wordt gevraagd om aan e<strong>en</strong> onaf verhaal e<strong>en</strong> einde te brei<strong>en</strong>, zal dat einde wel eerst moet<strong>en</strong><br />

verzinn<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> leerling de opdracht krijgt om e<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>de brief te schrijv<strong>en</strong> waarin de<br />

directeur wordt gevraagd de speelplaats van de school e<strong>en</strong> nieuw aanzicht te gev<strong>en</strong>, zal de leerling<br />

in eerste instantie goede argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die herinrichting, <strong>en</strong> goede alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de huidige<br />

inrichting, moet<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

b. Die ideeën moet e<strong>en</strong> schrijver in begrijpelijke taal giet<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> leerling die e<strong>en</strong> eind<br />

aan e<strong>en</strong> verhaal moet brei<strong>en</strong>, het filmpje van dat einde niet alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zijn og<strong>en</strong> moet zi<strong>en</strong> afspel<strong>en</strong>,<br />

maar ook de nodige woord<strong>en</strong>, uitdrukking<strong>en</strong>, grammaticale regels etc. uit zijn geheug<strong>en</strong> moet<br />

opdiep<strong>en</strong> om dat filmpje in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>.<br />

c. Met geschrev<strong>en</strong> taal moet de schrijver bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in staat zijn om met iemand te communicer<strong>en</strong> die<br />

niet aanwezig is (de lezer). De schrijver moet e<strong>en</strong> ander ‘op afstand’ overtuig<strong>en</strong>, informer<strong>en</strong>,<br />

amuser<strong>en</strong>, etc. Om e<strong>en</strong> lezer op gepaste wijze te informer<strong>en</strong>, zal de schrijver rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong><br />

met wat die lezer al weet <strong>en</strong> wat hij nog niet weet; om e<strong>en</strong> lezer te overtuig<strong>en</strong> zal de schrijver rek<strong>en</strong>ing<br />

moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met wat de lezer belangrijk, gepast, etc. vindt. Als schrijver moet je dus als het ware<br />

uit je eig<strong>en</strong> huid kruip<strong>en</strong> <strong>en</strong> je verplaats<strong>en</strong> in de huid van die ander. Het grote verschil tuss<strong>en</strong> mondelinge<br />

<strong>en</strong> schriftelijke communicatie is precies hierin geleg<strong>en</strong>: bij mondelinge communicatie is de ontvanger<br />

(de luisteraar) aanwezig, <strong>en</strong> kan hij op het mom<strong>en</strong>t van het communicer<strong>en</strong> zelf signal<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />

van hoe hij de boodschap ontvangt. Als hij iets niet begrijpt kan hij zijn w<strong>en</strong>kbrauw<strong>en</strong> frons<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />

verduidelijking vrag<strong>en</strong>, als hem iets wordt verteld dat hij al lang weet, kan hij dat mete<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong>, als<br />

hij niet geamuseerd wordt (terwijl dat net de bedoeling is) kan e<strong>en</strong> geeuw heel veel op<strong>en</strong>bar<strong>en</strong>, als hij<br />

niet overtuigd wordt door de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de spreker, kan hij protester<strong>en</strong> of teg<strong>en</strong>argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

beginn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Door die signal<strong>en</strong> zal de spreker word<strong>en</strong> aangezet om zijn boodschap aan te pass<strong>en</strong>.<br />

Bij schriftelijke communicatie krijgt de schrijver op het mom<strong>en</strong>t van het schrijv<strong>en</strong> dat soort signal<strong>en</strong> niet.<br />

Hij zal die signal<strong>en</strong> zelf moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zijn schrijfproduct op die manier kned<strong>en</strong> <strong>en</strong> herkned<strong>en</strong>.<br />

d. T<strong>en</strong>slotte moet e<strong>en</strong> schrijver ook nog rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal conv<strong>en</strong>ties. Zo zijn er e<strong>en</strong> aantal<br />

spellingconv<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> grammaticaregels die hij moet respecter<strong>en</strong>, maar ev<strong>en</strong>zeer conv<strong>en</strong>ties op het<br />

vlak van lay-out (d<strong>en</strong>k maar aan briev<strong>en</strong>, of aan de titel bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> krant<strong>en</strong>artikel).<br />

E<strong>en</strong> goede schrijver is iemand die in zijn schrijfsels aan deze vier eis<strong>en</strong> op geïntegreerde wijze tegemoet<br />

komt. Hij is in staat om goede ideeën te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>, die in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>, dat op zo’n manier<br />

te do<strong>en</strong> dat zijn schrijfproduct e<strong>en</strong> bepaald doel bij e<strong>en</strong> bepaald publiek bereikt, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de<br />

conv<strong>en</strong>ties te respecter<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> het g<strong>en</strong>re in kwestie van belang word<strong>en</strong> geacht.<br />

Kinder<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> goede schrijvers. Of beter, nog ge<strong>en</strong> goede schrijvers. Kinder<strong>en</strong> zijn nog niet in staat<br />

om met deze vier eis<strong>en</strong> in gelijke mate rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>. Opstell<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijftoets<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> dan ook vaak ontnuchter<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>. Wat blijkt uit heel wat onderzoek naar schrijfproduct<strong>en</strong> van<br />

kinder<strong>en</strong> uit het basisonderwijs, is dat kinder<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong> manier omgaan met de vier<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


ov<strong>en</strong>vermelde eis<strong>en</strong>. Sommige van die eis<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> ze, met andere gaan ze op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong>zinnige<br />

manier om, <strong>en</strong> nog andere stell<strong>en</strong> ze heel c<strong>en</strong>traal. Het onderstaand <strong>voor</strong>beeld werkt in dit verband<br />

verhelder<strong>en</strong>d. In het <strong>voor</strong>beeld heeft K., e<strong>en</strong> leerling van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>, de opdracht gekreg<strong>en</strong> om<br />

e<strong>en</strong> opstel van 1 bladzijde te schrijv<strong>en</strong> over “mijn speelgoed” :<br />

Ik speel graag met mijn (m) nint<strong>en</strong>do<br />

daar staan veel speletjes op<br />

fater woriors vin ik het leukst<br />

ze vegte e<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echt kikboks<strong>en</strong><br />

zoals de power r<strong>en</strong>gers daar zie ik elke dag naar op de t V<br />

daar bestaan ook popetjes van die heb ik alemaal<br />

ze kunne hun arm<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

beweege <strong>en</strong> echt (w) vegt<strong>en</strong> met draak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo<br />

ik heb ook filme van Pokahoontas <strong>en</strong> van disnie<br />

ik zie ook altijd naar Samson<br />

met kerstmis wil ik daar e<strong>en</strong>s naar gaan zi<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ook ngo naar de dieretuin<br />

nu weet ik niks meer<br />

K. g<strong>en</strong>ereert op e<strong>en</strong> heel eig<strong>en</strong> manier ideeën (eis 1): namelijk, door middel van associatie. Het <strong>en</strong>e idee<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld, films op tv) roept het andere op (Samson). Zo springt K. van de hak op de tak, <strong>en</strong> gaat de<br />

onderlinge sam<strong>en</strong>hang van die gedacht<strong>en</strong>sprong<strong>en</strong>, <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al de band met het oorspronkelijke onderwerp,<br />

verlor<strong>en</strong>. Dat is vaak het geval met kinderopstell<strong>en</strong>: inhoudelijk hang<strong>en</strong> ze met hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong><br />

aan mekaar, precies omdat kinder<strong>en</strong> al te vaak, <strong>en</strong> al te gretig, associatief te werk gaan. Wat de tweede<br />

eis (het giet<strong>en</strong> van die ideeën in begrijpelijke taal) betreft, is het duidelijk dat K. het principe hanteert van<br />

“ik schrijf het op zoals het in me opkomt”. Opvall<strong>en</strong>d is dat hij de taal waarin hij zijn ideeën giet, niet echt<br />

kritisch bekijkt (hij heeft niks geschrapt of verbeterd, of anders geformuleerd), op e<strong>en</strong> bepaald aspect na:<br />

spelling. Met zijn lezer (eis 3) lijkt hij maar in heel beperkte mate rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>, het gaat hem <strong>voor</strong>al<br />

over wat hijzelf weet te verzinn<strong>en</strong>. Enkel het feit dat die lezer heeft gevraagd om e<strong>en</strong> bladzijde vol te<br />

schrijv<strong>en</strong>, leidt K. tot zijn verontschuldig<strong>en</strong>de laatste zin. Aan conv<strong>en</strong>ties heeft hij blijkbaar e<strong>en</strong> broertje<br />

dood: ge<strong>en</strong> titel, ge<strong>en</strong> punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoofdletters, <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> paar spellingproblem<strong>en</strong> pakt hij aan.<br />

Hier moet mete<strong>en</strong> aan toegevoegd word<strong>en</strong> dat deze comm<strong>en</strong>taar niet als e<strong>en</strong> verwijt naar het kind mag<br />

word<strong>en</strong> opgevat. Enerzijds weerspiegelt dit opstel de natuurlijke manier waarop beginn<strong>en</strong>de schrijvers<br />

het probleem van schrijfopdracht<strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong> (bv. het associatieve karakter), anderzijds zijn e<strong>en</strong> aantal<br />

gebrek<strong>en</strong> van dit schrijfopdrachtje rechtstreeks toe te schrijv<strong>en</strong> aan de aard van de opdracht die aan de<br />

leerling werd gegev<strong>en</strong>. De leerkracht oogst hier als het ware wat hij zelf heeft gezaaid. Zo is het niet<br />

verwonderlijk dat K. ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing hield met de lezer. Dat werd hem immers niet gevraagd. In de<br />

instructie was helemaal niet uitgestippeld dat hij dat opstel <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde lezer, <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifiek<br />

doel <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>, moest schrijv<strong>en</strong>.<br />

Als toets van schrijfvaardigheid zou deze taak dan ook niet deug<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede toets van schrijfvaardigheid<br />

beoogt namelijk te toets<strong>en</strong> of kinder<strong>en</strong> (op hun eig<strong>en</strong> niveau) schrijfvaardig zijn, dus of ze (op<br />

hun eig<strong>en</strong> niveau) kunn<strong>en</strong> omgaan met de eis<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld. Dat betek<strong>en</strong>t<br />

dat e<strong>en</strong> schrijftoets pas e<strong>en</strong> goede schrijftoets is, <strong>en</strong> dus echt schrijfvaardigheid meet, indi<strong>en</strong> het e<strong>en</strong><br />

complete schrijfopdracht is waarbij de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde vier eis<strong>en</strong> geïntegreerd aanwezig zijn. E<strong>en</strong> goede<br />

schrijftoets vraagt dus van de leerling om bepaalde ideeën in begrijpelijke taal te giet<strong>en</strong>, op zo ’n manier<br />

dat bij e<strong>en</strong> bepaalde lezer e<strong>en</strong> bepaald doel wordt bereikt, <strong>en</strong> waarbij bepaalde conv<strong>en</strong>ties (welke, dat<br />

hangt van de aard van de schrijftaak af) word<strong>en</strong> gerespecteerd.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

43


44<br />

2 Schrijfvaardigheid bevorder<strong>en</strong><br />

Niet alle<strong>en</strong> schrijftoets<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> complete schrijfopdracht<strong>en</strong> zijn, maar ook de schrijftak<strong>en</strong> die we aan<br />

leerling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> het schooljaar om hun schrijfvaardigheid te bevorder<strong>en</strong>. Het is nogal logisch<br />

dat als we leerling<strong>en</strong> will<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> om met bepaalde eis<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> (lezer, doel), we h<strong>en</strong><br />

veelvuldig met die eis<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> confronter<strong>en</strong>. Schrijv<strong>en</strong> leer je immers grot<strong>en</strong>deels al do<strong>en</strong>de.<br />

In het volg<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>beeld werd e<strong>en</strong> dergelijke complete schrijftaak gegev<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong><br />

<strong>leerjaar</strong> kreg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal zonder tekstballonnetjes <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>. De schrijfopdracht bestond erin dat<br />

ze de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de schoolkrant. In de schoolkrant was echter ge<strong>en</strong> plaats <strong>voor</strong> de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, dus moest<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat lezers die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kond<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> toch<br />

het verhaal kond<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. In vele gevall<strong>en</strong> (zoals het onderstaande) bleek dat niet te lukk<strong>en</strong>:<br />

De jong<strong>en</strong>s speel<strong>en</strong> voetbal<br />

En dan die andere schopt heel hard<br />

ze hebb<strong>en</strong> planetjes<br />

Ja ja we gaan dat schilder<strong>en</strong> met zwarte verf<br />

ha ha daar is hij kom we verstop<strong>en</strong> ons agter de muur<br />

Auw Auw dat doet zeer mijn voet gebrook<strong>en</strong><br />

Nu komt hij nooit meer trug<br />

Het <strong>voor</strong>naamste probleem van deze schrijfopdracht is niet het aantal spellingfout<strong>en</strong> dat erin staat, maar<br />

het feit dat de schrijfster moeilijk kan inschatt<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> lezer die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kan zi<strong>en</strong> aan<br />

informatie (verband<strong>en</strong>, verwijzing<strong>en</strong>) nodig heeft om de draad van het verhaal te kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. Voor<br />

het kind zelf is het verhaal zonneklaar, het ligt immers in stripvorm <strong>voor</strong> haar og<strong>en</strong>. Al wat niet op papier<br />

staat, kan het kind erbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> buig<strong>en</strong> deze red<strong>en</strong>ering echter vaak om: alles wat je erbij kunt<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, hoeft niet op papier.<br />

Dit <strong>voor</strong>beeld toont duidelijk aan dat het gev<strong>en</strong> van complete schrijftak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> lang niet<br />

volstaat om hun schrijfvaardigheid te bevorder<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> belangrijke eerste stap, maar met die stap<br />

b<strong>en</strong> je er nog lang niet. Het is niet omdat je leerling<strong>en</strong> vraagt om iets te schrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />

lezer, dat ze in hun schrijfsels automatisch rek<strong>en</strong>ing gaan houd<strong>en</strong> met die (afwezige) lezer. Integ<strong>en</strong>deel,<br />

de kans is groot dat de leerling<strong>en</strong> na twee minut<strong>en</strong> al weer op zichzelf zijn teruggeplooid. Het zal dan<br />

ook van belang zijn om kinder<strong>en</strong> in hun schrijfproces int<strong>en</strong>sief te begeleid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> te ondersteun<strong>en</strong> in<br />

het tegemoetkom<strong>en</strong> aan de eis<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> goed schrijfproduct word<strong>en</strong> gesteld.<br />

Dat gebeurde in het bov<strong>en</strong>staande strip-<strong>voor</strong>beeld niet. Nadat de leerling<strong>en</strong> de instructie tot de<br />

schrijfopdracht hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> zij gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> half uur met rust gelat<strong>en</strong>. Op het einde van<br />

het lesuur gav<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> hun verhaal af aan de leerkracht, waarop deze de opstell<strong>en</strong> verbeterde.<br />

Hieronder vindt u hetzelfde opstel terug met de aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de leerkracht.<br />

De jong<strong>en</strong>s speel<strong>en</strong> voetbal<br />

En dan die andere schopt heel hard<br />

nn<br />

ze hebb<strong>en</strong> planetjes<br />

Ja ja we gaan dat schilder<strong>en</strong> met zwarte verf<br />

pp ch<br />

ha ha daar is hij kom we verstop<strong>en</strong> ons agter de muur<br />

Auw Auw dat doet zeer mijn voet gebrook<strong>en</strong><br />

terug<br />

Nu komt hij nooit meer trug<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Ik vrees dat dit soort feedback onze leerling niet echt veel helpt om e<strong>en</strong> betere, meer lezergerichte,<br />

schrijver te word<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, de kans is groot dat dit soort van feedback bij de schrijver totaal<br />

verkeerde noties aanwakkert over waar het bij schrijv<strong>en</strong> op aan komt. T<strong>en</strong> eerste is de feedback haast<br />

uitsluit<strong>en</strong>d gericht op het micro-niveau van correcte spelling <strong>en</strong> grammatica. De leerling kan dus zonder<br />

meer de conclusie trekk<strong>en</strong> dat haar opstel op inhoudelijk vlak perfect was, dat alle informatie <strong>en</strong><br />

verband<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de niets wet<strong>en</strong>de lezer <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede kan de vraag gesteld word<strong>en</strong> of<br />

de leerling zelfs op het vlak van spelling <strong>en</strong> vormcorrectheid iets bijleert: de fout<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> haar<br />

verbeterd, de leerling hoeft dus zelf niet na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. En t<strong>en</strong> <strong>derde</strong> dreigt, zeker wanneer de leerling<br />

pas veel dag<strong>en</strong> nadi<strong>en</strong> haar blad weer in hand<strong>en</strong> krijgt, het vijg<strong>en</strong>-na-Pas<strong>en</strong>-syndroom (of beter: het<br />

schrijv<strong>en</strong>-na-Pas<strong>en</strong>-syndroom). De feedback komt <strong>voor</strong> de leerling op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t dat de interesse in de<br />

taak al sterk is weggeëbd.<br />

Alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dit soort van verbeterwerk moet<strong>en</strong> gezocht word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t van<br />

feedback, e<strong>en</strong> andere inhoudelijke invulling ervan, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere functie. Het ideale mom<strong>en</strong>t om<br />

feedback <strong>en</strong> ondersteuning te gev<strong>en</strong> valt <strong>voor</strong>aleer de leerling e<strong>en</strong> - psychologisch - punt achter haar<br />

schrijfproces heeft gezet, <strong>en</strong> niet erna. Kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> het meest op<strong>en</strong> staan <strong>voor</strong> feedback op het<br />

mom<strong>en</strong>t dat ze nog op<strong>en</strong> staan <strong>voor</strong> de taak waarop die feedback slaat, op het mom<strong>en</strong>t dat ze de hulp<br />

die h<strong>en</strong> wordt aangebod<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> als on-line informatie waarmee ze mete<strong>en</strong> iets kunn<strong>en</strong> aanvang<strong>en</strong>.<br />

De bedoeling van de feedback moet er in de eerste plaats in bestaan de pot<strong>en</strong>tiële lezer van het<br />

schrijfproduct t<strong>en</strong> tonele te voer<strong>en</strong>, met andere woord<strong>en</strong> de schrijver lat<strong>en</strong> aanvoel<strong>en</strong> wat <strong>voor</strong> effect zijn<br />

<strong>voor</strong>lopig schrijfproduct zal hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lezer. In het <strong>voor</strong>beeld hierbov<strong>en</strong> zal de lezer die de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet k<strong>en</strong>t <strong>en</strong> toch het verhaal wil begrijp<strong>en</strong>, concrete vrag<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> in de trant van:<br />

“Wat gaan ze schilder<strong>en</strong>?” “Wie is die andere?” “Is dat ook e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>?” “Wie doet er zich pijn?” “Wat<br />

gebeurt er?” Het zijn dit soort vrag<strong>en</strong> die de schrijver confronter<strong>en</strong> met de gebrek<strong>en</strong> van zijn schrijfproduct,<br />

<strong>en</strong> die hem ook e<strong>en</strong> scherp beeld oplever<strong>en</strong> van waar het om draait.<br />

Het probleem van leerkracht<strong>en</strong> is echter dat zij zeld<strong>en</strong> de niets wet<strong>en</strong>de lezer kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. Bij het<br />

<strong>voor</strong>beeld van het stripverhaal kan ook de leerkracht de informatie die niet is gegev<strong>en</strong> erbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,<br />

precies omdat hij het stripverhaal door <strong>en</strong> door k<strong>en</strong>t. Dat is paradoxaal, aangezi<strong>en</strong> de opdracht erin<br />

bestond het verhaal te beschrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> iemand die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet kon zi<strong>en</strong>. De leerkracht moet zich<br />

dus in de huid van de lezer wring<strong>en</strong>: dat betek<strong>en</strong>t zijn huid van alwet<strong>en</strong>de aflegg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de verwarring<br />

van de niets wet<strong>en</strong>de lezer uit<strong>en</strong>. Op die manier krijgt de schrijver toch de signal<strong>en</strong> van de ontvanger,<br />

net zoals dat in mondelinge interactie gebeurt. Er wordt als het ware e<strong>en</strong> mondelinge brug ingelast<br />

tuss<strong>en</strong> de eis<strong>en</strong> van de schrijftaal <strong>en</strong> de schrijfvaardigheid van de schrijver.<br />

De inhoud van die mondelinge feedback moet rechtstreeks gelinkt zijn aan de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak.<br />

Het is nogal logisch dat als leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>de brief moet<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> zij in de eerste plaats<br />

feedback krijg<strong>en</strong> over de overtuigingskracht van hun <strong>voor</strong>lopig schrijfsel. Als kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal<br />

moet<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>, is het belangrijk dat zij informatie krijg<strong>en</strong> over hoe goed e<strong>en</strong> lezer die de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

niet ziet, het verhaal nog kan volg<strong>en</strong>. Dit houdt in dat leerkracht<strong>en</strong>, om goed feedback te gev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

schrijfopdracht, eerst <strong>voor</strong> zichzelf moet<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> wat de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak is.<br />

De ess<strong>en</strong>tie van e<strong>en</strong> schrijftaak vind je door e<strong>en</strong> antwoord te gev<strong>en</strong> op de simpele vraag: wanneer is<br />

deze schrijfopdracht voldo<strong>en</strong>de goed uitgevoerd? Welke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er zeker in het schrijfproduct<br />

zitt<strong>en</strong>? Die elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in de eerste plaats op het inhoudelijke vlak gezocht word<strong>en</strong>; of vorm <strong>en</strong><br />

correctheid ook e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel elem<strong>en</strong>t is, hangt van de schrijftaak af. E<strong>en</strong> opsomming van de ess<strong>en</strong>tiële<br />

<strong>en</strong> vormelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> beoordelingswijzer. Dit is de wijzer die de leerkracht in zijn<br />

hoofd heeft als hij kinder<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> feedback gaat gev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook wanneer hij de finale<br />

versies van het schrijfproduct gaat beoordel<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

45


46<br />

3 Praktisch realiseerbaar?<br />

Leerkracht<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> nascholing met deze ideeën word<strong>en</strong> geconfronteerd onderschrijv<strong>en</strong> de logica<br />

van de red<strong>en</strong>ering meestal zonder veel moeite, onderschrijv<strong>en</strong> ook het leerpot<strong>en</strong>tieel dat in deze aanpak<br />

vervat zit (zeker in vergelijking met de oude verbetermethode), maar wijz<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s op de belasting<br />

<strong>voor</strong> de leerkracht. Hoe kan je in e<strong>en</strong> klas van vijf<strong>en</strong>twintig dit soort van ondersteuning opzett<strong>en</strong>?<br />

T<strong>en</strong> eerste moet hier onderstreept word<strong>en</strong> dat de ondersteuning gediffer<strong>en</strong>tieerd di<strong>en</strong>t te gebeur<strong>en</strong>. Dat<br />

betek<strong>en</strong>t dat niet aan alle leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel aandacht moet geschonk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; ondersteuning di<strong>en</strong>t<br />

in de eerste plaats te gaan naar h<strong>en</strong> die dat het meest nodig hebb<strong>en</strong>. Om het initiatief van de leerling<br />

niet al te zeer te fnuik<strong>en</strong>, kan die ondersteuning tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong> best de vorm aannem<strong>en</strong> van<br />

blitzbezoek<strong>en</strong> aan individuele leerling<strong>en</strong>. Hierbij leest de leerkracht (in stilte) wat de leerling tot dan toe<br />

heeft geproduceerd; indi<strong>en</strong> blijkt dat <strong>voor</strong> de modale lezer bepaalde informatie ontbreekt om te kunn<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>, of de lezer (bv. door e<strong>en</strong> verkeerde verwijzing) op het verkeerde pad wordt gezet, kan de<br />

leerkracht daarop wijz<strong>en</strong>. Dit kan hij bij<strong>voor</strong>beeld do<strong>en</strong> door de verkeerde interpretatie aan de leerling<br />

aan te bied<strong>en</strong> (dus: de verwarring van de lezer weer te gev<strong>en</strong>), <strong>en</strong> de schrijver daarop te lat<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>.<br />

Zodra de leerkracht door heeft dat de leerling het probleem ziet, <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> antwoord op weet te<br />

formuler<strong>en</strong>, kan de leerkracht de leerling verder aan het werk lat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zich naar de volg<strong>en</strong>de leerling<br />

begev<strong>en</strong>. De leerkracht hoeft niet op de vingers van de leerling te blijv<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> tot de nieuwe versie (of<br />

nieuwe informatie) daadwerkelijk op papier staat. Het lijkt me beter om e<strong>en</strong> aantal minut<strong>en</strong> later nog<br />

e<strong>en</strong>s langs te gaan, <strong>en</strong> dan te kijk<strong>en</strong> hoe de leerling heeft gereageerd. Met andere woord<strong>en</strong>, bij het gev<strong>en</strong><br />

van feedback is het aangewez<strong>en</strong> dat de leerkracht niet alle initiatief naar zich toe trekt. Als leerling<strong>en</strong> zelf<br />

nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat nu precies de verwarring van de lezer veroorzaakte <strong>en</strong> hoe die kan word<strong>en</strong><br />

weggewerkt, gaan ze hun eig<strong>en</strong> schrijfproduct - <strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong> ervan - actief te lijf. De kans dat ze<br />

ler<strong>en</strong> (zelf less<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>) uit die actie zal groter zijn dan wanneer de leerkracht de leerling met zijn<br />

verbetering<strong>en</strong> <strong>voor</strong> voldong<strong>en</strong> feit<strong>en</strong> stelt <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar moet<strong>en</strong> knikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> absorber<strong>en</strong><br />

Leerkracht<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> ook niet op alle details in te gaan. Het is belangrijk hierbij de ess<strong>en</strong>tie van de<br />

schrijftaak strak <strong>voor</strong> og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Ook op dit vlak di<strong>en</strong>t de leerkracht te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>. Zo is het in<br />

e<strong>en</strong> verhaal met veel actie veel belangrijker de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> die acties goed te beschrijv<strong>en</strong>, dan de<br />

kleur van de trui van e<strong>en</strong> der hoofdrolspelers. Het focuss<strong>en</strong> van de leerkracht op ess<strong>en</strong>tiële elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

laat de leerling ook toe om zich e<strong>en</strong> beeld op te bouw<strong>en</strong> van waar het bij schrijv<strong>en</strong> om draait.<br />

Feedback moet niet alle<strong>en</strong> aangepast zijn aan de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak, maar ook aan de fase<br />

waarin het schrijfproces van de leerling zich bevindt. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> leerkracht pas opmerking<strong>en</strong><br />

over vormelijke afwerking (spelling, lay-out) begint te mak<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de inhoud op pot<strong>en</strong><br />

staat. T<strong>en</strong>slotte lat<strong>en</strong> wij, bij het aanmak<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> op onze pc, onze spellingcontrole ook maar pas<br />

lop<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de tekst inhoudelijk af is.<br />

Aan het einde van het schrijfuurtje, als de leerkracht e<strong>en</strong> heleboel blitzbezoekjes heeft afgelegd, zull<strong>en</strong><br />

misschi<strong>en</strong> niet alle leerling<strong>en</strong> de ondersteuning hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> waar ze nood aan hadd<strong>en</strong> (e<strong>en</strong><br />

leerkracht is ook maar e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s), <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> niet alle leerling<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong>zelfde product zijn gekom<strong>en</strong>. Dit<br />

hoeft echter niet te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het gev<strong>en</strong> van feedback als beëindigd di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> hun eerste versie afgev<strong>en</strong> kan de leerkracht ook nog door middel van schriftelijke<br />

aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op inhoudelijke <strong>en</strong> vormelijke onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />

Uiteraard moet deze schriftelijke feedback duidelijk <strong>en</strong> bruikbaar zijn <strong>voor</strong> de leerling (het gev<strong>en</strong> van<br />

schriftelijke feedback is <strong>voor</strong> de leerkracht net zo goed e<strong>en</strong> lezergerichte schrijfopdracht). Het kan in dit<br />

verband handig zijn om de kinder<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> om bij de eerste versie van de schrijfopdracht op e<strong>en</strong><br />

dubbel blad te werk<strong>en</strong>. De leerling noteert zijn eerste versie van de schrijfopdracht op de rechterkant; de<br />

linkerkant wordt <strong>voor</strong>behoud<strong>en</strong> <strong>voor</strong> inhoudelijke opmerking<strong>en</strong> vanwege de leerkracht. De leerkracht<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


noteert die inhoudelijke opmerking<strong>en</strong> ter hoogte van de passage die <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorgde. Voor<br />

opmerking<strong>en</strong> van meer vormelijke aard kan in de tekst zelf word<strong>en</strong> gemarkeerd. Fout<strong>en</strong> die de kinder<strong>en</strong><br />

zelf kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>, hoev<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel maar onderstreept of aangestipt te word<strong>en</strong>, terwijl fout<strong>en</strong> die ze<br />

nog niet zelf kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> (bv. spellingregels waar ze nog niet aan toe zijn) door de leerkracht<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecorrigeerd. Ook positieve feedback mag in dit geheel niet ontbrek<strong>en</strong>.<br />

De tijd die verstrijkt tuss<strong>en</strong> het schrijv<strong>en</strong> van de eerste versie <strong>en</strong> het terugbezorg<strong>en</strong> daarvan aan de<br />

leerling met schriftelijke feedback kan best zo kort mogelijk gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Belangrijk is dat, als de<br />

leerling zijn opstel terugkrijgt, hij ge<strong>en</strong> punt of e<strong>en</strong> goed/slecht beoordeling krijgt, maar e<strong>en</strong> opdracht.<br />

Die bestaat erin om op basis van zijn eerste versie <strong>en</strong> de inhoudelijke/vormelijke opmerking<strong>en</strong> die de<br />

leerkracht daarbij heeft vermeld, e<strong>en</strong> finale versie te schrijv<strong>en</strong>. De feedback is dus niet het verdict van<br />

e<strong>en</strong> autoriteit, maar eerder de hulp van e<strong>en</strong> goedm<strong>en</strong><strong>en</strong>d lezer. Tuss<strong>en</strong> haakjes wil ik hier nog aanstipp<strong>en</strong><br />

dat <strong>voor</strong> het herschrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede schrijfuurtje kan word<strong>en</strong> ingelast, of dat het schrijv<strong>en</strong> van de finale<br />

versie ook als (zeer nuttig) huiswerk kan word<strong>en</strong> opgegev<strong>en</strong>.<br />

Het gev<strong>en</strong> van feedback hoeft overig<strong>en</strong>s niet te word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> exclusief <strong>voor</strong>recht van de<br />

leerkracht, of iets waartoe deze laatste alle<strong>en</strong> in staat zou zijn. E<strong>en</strong> klas van vier<strong>en</strong>twintig leerling<strong>en</strong> bevat<br />

<strong>voor</strong> elke leerling, naast de leerkracht, nog drieëntwintig andere pot<strong>en</strong>tiële feedback-verstrekkers. Precies<br />

omdat kinder<strong>en</strong> in het basisonderwijs vaak de opdracht krijg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> tekst <strong>voor</strong> fictieve leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

te schrijv<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> de echte leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> die in de klas aanwezig zijn e<strong>en</strong> troef die niet mag word<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>egeerd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> gevoelig <strong>en</strong> ontvankelijk te zijn <strong>voor</strong> de signal<strong>en</strong> van hun<br />

medeleerling<strong>en</strong>.<br />

4 Remediër<strong>en</strong>?<br />

Zoals eerder aangestipt, moet<strong>en</strong> schrijfproduct<strong>en</strong> in hun finale versie beoordeeld word<strong>en</strong> op de ess<strong>en</strong>tie.<br />

Het heeft ge<strong>en</strong> zin, <strong>en</strong> het is teg<strong>en</strong>over leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet fair, om tijd<strong>en</strong>s feedbackmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heel<br />

sterk te hamer<strong>en</strong> op inhoudelijke aspect<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bij de eindbeoordeling spellingcorrectheid te do<strong>en</strong><br />

doorweg<strong>en</strong>. Finale schrijfproduct<strong>en</strong> - <strong>en</strong> dus ook schrijftoets<strong>en</strong> - moet<strong>en</strong> beoordeeld word<strong>en</strong> op de mate<br />

waarin de ess<strong>en</strong>tiële elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals ze vervat zijn in de beoordelingswijzer, aanwezig zijn. Daarbij<br />

kunn<strong>en</strong> dan ev<strong>en</strong>tueel nog extra punt<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (als m<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste met punt<strong>en</strong> wil werk<strong>en</strong>)<br />

als er bov<strong>en</strong>op de ess<strong>en</strong>tie nog bijkom<strong>en</strong>de bevorder<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> aanwezig zijn. Als e<strong>en</strong> leerling in<br />

e<strong>en</strong> stelopdracht niet alle<strong>en</strong> al de noodzakelijke informatie heeft vermeld die in de beoordelingswijzer zat,<br />

maar dat ook op e<strong>en</strong> originele manier heeft gedaan, <strong>en</strong> zonder spellingfout<strong>en</strong>, verdi<strong>en</strong>t hij extra punt<strong>en</strong><br />

(of extra lofbetuiging<strong>en</strong>).<br />

Bij leerling<strong>en</strong> die er e<strong>en</strong> aantal keer niet in slag<strong>en</strong> de ess<strong>en</strong>tie van de schrijftaak te hal<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong><br />

leerkracht<strong>en</strong> vaak de neiging om aan de noodrem te gaan trekk<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong> het gevoel dat hun zwakste<br />

schrijvers zodanig overdonderd word<strong>en</strong> door de eis<strong>en</strong> die aan schrijfproduct<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld, dat die<br />

eis<strong>en</strong> zeer drastisch moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgebouwd. Er wordt dan ‘geremedieerd’ door te focuss<strong>en</strong> op slechts<br />

e<strong>en</strong> van de eis<strong>en</strong>, of slechts e<strong>en</strong> deelaspect van die eis<strong>en</strong>. De eis<strong>en</strong> die meestal het eerst sneuvel<strong>en</strong> zijn eis<br />

2 (schrijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> lezer <strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald doel) <strong>en</strong> eis 1 (ideeën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>). Wat overblijft is meestal<br />

e<strong>en</strong> training op conv<strong>en</strong>ties (spelling) of het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op ‘in taal giet<strong>en</strong>’. Zo word<strong>en</strong> zwakke schrijvers in de<br />

remediëring vaak geconfronteerd op oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> rond ‘zinn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>’ of ‘werkwoord<strong>en</strong> vervoeg<strong>en</strong>’, of<br />

krijg<strong>en</strong> ze zeer vere<strong>en</strong>voudigde opdracht<strong>en</strong> in de trant van ‘schrijf e<strong>en</strong> goede zin over deze tek<strong>en</strong>ing’ of<br />

‘schrijf het teg<strong>en</strong>overgestelde van de opgegev<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong>’. Er kan lang gediscussieerd word<strong>en</strong> over de<br />

zinvolheid van dit soort oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, feit is dat kinder<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> goede schrijvers zijn als ze goede zinn<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>. Zinn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong>, dat mag hopelijk duidelijk ondertuss<strong>en</strong>, is slechts e<strong>en</strong> beperkt aspect van<br />

wat er aan m<strong>en</strong>tale handeling<strong>en</strong> nodig is bij het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schrijfopdracht.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

47


48<br />

E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d probleem is dat die deeloef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vaak ook minder motiver<strong>en</strong>d <strong>en</strong> zinvol zijn <strong>voor</strong> de<br />

kinder<strong>en</strong> in kwestie. Goede schrijfproduct<strong>en</strong> aflever<strong>en</strong> heeft zeer veel te mak<strong>en</strong> met ‘bloed, zweet <strong>en</strong><br />

tran<strong>en</strong>’, met <strong>en</strong>ergie die je erin wil invester<strong>en</strong>. De opdracht<strong>en</strong> die in schrijfonderwijs aan kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>geschoteld moet<strong>en</strong> h<strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong> om er teg<strong>en</strong>aan te gaan. Die kans is groter bij e<strong>en</strong><br />

leuke, uitdag<strong>en</strong>de, communicatieve schrijfopdracht dan bij e<strong>en</strong> droge zinsbouwoef<strong>en</strong>ing.<br />

Als er al remediëring op deelaspect<strong>en</strong> wordt gebod<strong>en</strong>, dan zal de leerkracht in kwestie zich t<strong>en</strong> eerste<br />

moet<strong>en</strong> bewust zijn van het geringe leereffect dat hij maar kan bereik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zal hij er<strong>voor</strong> moet<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong><br />

dat er ook voldo<strong>en</strong>de ‘complete schrijfopdracht<strong>en</strong>’ in het remediëringsprogramma aanwezig zijn. Daarbij<br />

moet uiteraard de ondersteuning van de leerling geïnt<strong>en</strong>sifieerd word<strong>en</strong>. Dat kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat in<br />

kleinere groepjes (of zelfs op individuele basis) wordt gewerkt, <strong>en</strong> dat er meer stutt<strong>en</strong> onder de<br />

‘mondelinge brug’ word<strong>en</strong> gezet. Zo is het zinvol om, in remediëring, leerling<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stripverhaal<br />

zoals dat in het <strong>voor</strong>beeld hierbov<strong>en</strong>, eerst mondeling te beschrijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de leerling daarin te<br />

ondersteun<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere vorm van remediëring bestaat erin dat de leerkracht ge<strong>en</strong> schriftelijke<br />

feedback op het schrijfproduct van de leerling biedt, maar e<strong>en</strong> individuele, uitgebreide mondelinge<br />

feedback. Het ‘blitzbezoek’ wordt dan e<strong>en</strong> uitgebreidere visite. Cruciaal is dat zeker de zwakkere<br />

schrijvers e<strong>en</strong> duidelijk beeld hebb<strong>en</strong> op de prioriteit<strong>en</strong> waar het bij schrijv<strong>en</strong> om draait <strong>en</strong> waarop<br />

schrijfproduct<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld. Dat kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat, althans in de periode van de remediëring,<br />

het inhoudelijke nog sterker op de <strong>voor</strong>grond treedt, <strong>en</strong> er op vormelijk vlak wat meer ding<strong>en</strong> door de<br />

vingers word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Enkel op die manier kunn<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> echt, <strong>en</strong> bruikbaar, bewustzijn<br />

opbouw<strong>en</strong> van waar ze op moet<strong>en</strong> lett<strong>en</strong> bij het schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> reviser<strong>en</strong> van hun tekst<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />

vaardiger word<strong>en</strong> in het schriftelijk verwoord<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>isvolle boodschapp<strong>en</strong>.<br />

Remediëring is echter altijd e<strong>en</strong> tijdelijke injectie. Het is ge<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de toestand, <strong>voor</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

leerling. Remediëring is erop gericht om e<strong>en</strong> leerling, of e<strong>en</strong> klein groepje leerling<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

impuls te gev<strong>en</strong> naar de ontwikkeling van e<strong>en</strong> bepaalde vaardigheid toe, zodanig dat deze leerling<strong>en</strong><br />

maximaal van het ‘gewoon’ onderwijs in die vaardigheid kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong>. Het lijkt me dan ook niet<br />

aangewez<strong>en</strong> om leerling<strong>en</strong> ‘remediëring schrijfvaardigheid’ te gev<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de andere<br />

kinder<strong>en</strong> hun lesje schrijv<strong>en</strong> afwerk<strong>en</strong>. Beter is het om de zwakke schrijvers dat schrijflesje mee te lat<strong>en</strong><br />

afwerk<strong>en</strong>, h<strong>en</strong> daarbij van goede ondersteuning te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> extra<br />

schrijfkans te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Remediër<strong>en</strong> is op de keper beschouwd e<strong>en</strong> kwestie van meer kans<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> de leerling om ervaring op te do<strong>en</strong> met de vaardigheid in kwestie. De principes van goed<br />

schrijfonderwijs moet<strong>en</strong> dus ook tijd<strong>en</strong>s die remediëringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gehandhaafd blijv<strong>en</strong>, of beter,<br />

moet<strong>en</strong> daar nog veel sterker, veel int<strong>en</strong>ser uit de verf kom<strong>en</strong>. Dat impliceert dat leerling<strong>en</strong> in<br />

schrijfremediëring motiver<strong>en</strong>de <strong>en</strong> complete schrijftak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat ze op e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde <strong>en</strong><br />

leerlinggerichte manier word<strong>en</strong> ondersteund om te ler<strong>en</strong> uit hun eig<strong>en</strong> probeersels.<br />

5 Conclusies<br />

Schrijv<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> taaie vaardigheid. Het hoeft dan ook ge<strong>en</strong> verwondering te wekk<strong>en</strong> - zeker niet <strong>voor</strong> wie<br />

de traditie van het schrijfonderwijs k<strong>en</strong>t - dat Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nederland op dit mom<strong>en</strong>t zo veel slechte<br />

schrijvers onder hun huidige g<strong>en</strong>eratie volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> tell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de grootste gebrek<strong>en</strong> die vele<br />

schrijvers kan word<strong>en</strong> aangewrev<strong>en</strong> is dat zij onvoldo<strong>en</strong>de in staat zijn e<strong>en</strong> publiekgericht <strong>en</strong> doelgericht<br />

product af te lever<strong>en</strong>. Het lijkt me dan ook ge<strong>en</strong> overbodige luxe om hier van in het basisonderwijs aan<br />

te timmer<strong>en</strong>, <strong>en</strong> op die manier te vermijd<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> nieuwe g<strong>en</strong>eratie van schrijvers opgroeit in de<br />

overtuiging dat de <strong>en</strong>ige moeilijkheid bij schrijv<strong>en</strong> ligt in het vermijd<strong>en</strong> van dt-fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> het correct<br />

plaats<strong>en</strong> van punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> komma’s.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


§7 LEESVAARDIGHEID BEVORDEREN EN BEOORDELEN<br />

Saskia Timmermans <strong>en</strong> Mieke Vand<strong>en</strong>broucke<br />

Deze bijdrage gaat dieper in op leesvaardigheid. In e<strong>en</strong> eerste deel wordt kort stilgestaan bij ‘Wat is<br />

lez<strong>en</strong>?’. Verder wordt er onder meer besprok<strong>en</strong> hoe leesvaardigheid bij <strong>voor</strong>keur wordt bevorderd <strong>en</strong><br />

beoordeeld.<br />

7.1 Inleiding: Wat is lez<strong>en</strong>?<br />

Lez<strong>en</strong> is de afvalkal<strong>en</strong>der juist kunn<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> is de krant snel doorblader<strong>en</strong>, op zoek naar het nieuws van de dag.<br />

Lez<strong>en</strong> is de treintabell<strong>en</strong> op het station raadpleg<strong>en</strong> om de trein op tijd te hal<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> is g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mooi verhaal.<br />

Lez<strong>en</strong> is het boodschapp<strong>en</strong>lijstje dat je meekreeg foutloos kunn<strong>en</strong> afwerk<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> is op e<strong>en</strong> efficiënte manier informatie uit e<strong>en</strong> stadsgids hal<strong>en</strong> om je reis te plann<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> is…<br />

Uit deze <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> blijkt dat lez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>de lezer e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele vaardigheid is.<br />

Functionaliteit staat <strong>voor</strong>op: je leest immers altijd met e<strong>en</strong> bepaalde bedoeling <strong>voor</strong> og<strong>en</strong>, je leest omwille<br />

van e<strong>en</strong> bepaalde inhoud. In de loop van de lagere school groei<strong>en</strong> de meeste leerling<strong>en</strong> uit tot geoef<strong>en</strong>de<br />

lezers.<br />

De functionaliteit van lez<strong>en</strong> staat ook c<strong>en</strong>traal in de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het basisonderwijs. Lez<strong>en</strong> wordt er<br />

beschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële compet<strong>en</strong>tie om zich op e<strong>en</strong> verantwoorde wijze te handhav<strong>en</strong> in de<br />

maatschappij.<br />

Het is belangrijk kinder<strong>en</strong> al heel vroeg te confronter<strong>en</strong> met de functionaliteit van lez<strong>en</strong>: leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong><br />

zich er op het einde van het eerste <strong>leerjaar</strong> al bewust moet<strong>en</strong> van zijn dat lez<strong>en</strong> veel verder reikt dan<br />

louter hardop verklank<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> of technisch lez<strong>en</strong>, ondanks het feit dat daarop de nadruk ligt<br />

binn<strong>en</strong> het aanvankelijk lez<strong>en</strong>.<br />

Als we ervan uitgaan dat lez<strong>en</strong> gebruikt wordt als middel om informatie uit tekst<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong>, heeft het<br />

immers weinig zin ons <strong>en</strong>kel in leestechnische zin op leestak<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons tot ‘verklankingsonderwijs’<br />

te beperk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede technische leesvaardigheid is met andere woord<strong>en</strong> niet toereik<strong>en</strong>d,<br />

zolang de tekst<strong>en</strong> niet daadwerkelijk begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Liefst komt hier ook nog leesplezier bij kijk<strong>en</strong>. Wanneer leerling<strong>en</strong> leesplezier wordt gebod<strong>en</strong>, ontdekk<strong>en</strong><br />

ze immers hoe leuk lez<strong>en</strong> wel kan zijn, <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ze het liever <strong>en</strong> meer gaan do<strong>en</strong>!<br />

7.2 Leesvaardigheid bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong><br />

Om alle leerling<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong> tot geoef<strong>en</strong>de lezers, zodat ze zinvol <strong>en</strong> functioneel kunn<strong>en</strong> omgaan<br />

met informatie uit tekst<strong>en</strong>, is het noodzakelijk dat ze:<br />

1 binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat…<br />

2 geconfronteerd word<strong>en</strong> met betek<strong>en</strong>isvolle, functionele leestak<strong>en</strong>,<br />

3 waarbij zwakke lezers op e<strong>en</strong> goede manier ondersteund word<strong>en</strong>.<br />

Dit zijn de drie belangrijkste criteria <strong>voor</strong> goed leesonderwijs, die zowel in de klas als tijd<strong>en</strong>s remediëringsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong> de klas zoveel mogelijk gehandhaafd blijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

49


50<br />

7.2.1 Leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat<br />

Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat krijg<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> maximale leeskans<strong>en</strong>. Er wordt niet<br />

alle<strong>en</strong> veel gelez<strong>en</strong> in de taalmethode, maar ook bij wereldoriëntatie of andere vakk<strong>en</strong>. Daarnaast is<br />

leesbevordering bij <strong>voor</strong>keur structureel ingebouwd in de klaspraktijk van elke dag, bij<strong>voor</strong>beeld door e<strong>en</strong><br />

vast <strong>voor</strong>leesmom<strong>en</strong>t, of e<strong>en</strong> wekelijks uurtje ‘vrij lez<strong>en</strong>’ of boekpromotie-activiteit<strong>en</strong>.<br />

Zo biedt e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat ook leesplezier aan de leerling<strong>en</strong>.<br />

Lez<strong>en</strong> wordt hierbij in al zijn facett<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>: doordat leerling<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

boek<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld, word<strong>en</strong> ze geconfronteerd met verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leesdoel<strong>en</strong>.<br />

Dergelijk leesrijk school- <strong>en</strong> klasklimaat is ook e<strong>en</strong> veilig klimaat, waar leerling<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Dit komt t<strong>en</strong> goede aan àlle leerling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zeker aan de zwakkere lezers.<br />

7.2.2 Betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong><br />

De leestak<strong>en</strong> in de klas zijn bij <strong>voor</strong>keur betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>: lez<strong>en</strong> is er altijd functioneel, er wordt<br />

steeds gelez<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>d <strong>en</strong> relevant doel, <strong>en</strong> er is e<strong>en</strong> kloof of e<strong>en</strong> moeilijkheid in de leestaak<br />

ingebouwd.<br />

E<strong>en</strong> eerste k<strong>en</strong>merk van betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> is dat lez<strong>en</strong> functioneel is: aangezi<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>al de<br />

vaardigheid is om doelgericht informatie uit tekst<strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t in leestak<strong>en</strong> dit gebruiksaspect<br />

van lez<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal te staan. In elke leesactiviteit wordt daarom met e<strong>en</strong> bepaald doel gelez<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld tweede <strong>leerjaar</strong>:<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de instructies bij e<strong>en</strong> gezelschapsspel zodat ze het spel kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld vierde <strong>leerjaar</strong>:<br />

De leerling<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> boek over dolfijn<strong>en</strong> de nodige informatie op zodat ze vrag<strong>en</strong> hierover kunn<strong>en</strong><br />

beantwoord<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> tweede belangrijk k<strong>en</strong>merk van betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> is het motiver<strong>en</strong>de doel dat wordt bereikt<br />

door de leestaak aan te vatt<strong>en</strong>. Door leerling<strong>en</strong> leesplezier te bied<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> ze immers gemotiveerd om<br />

te lez<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld zesde <strong>leerjaar</strong>:<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>de tekst over handlez<strong>en</strong> zodat ze hun eig<strong>en</strong> toekomst kunn<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>spell<strong>en</strong>.<br />

Daarbij aansluit<strong>en</strong>d is het ook zo dat de betek<strong>en</strong>isvolle leestaak niet alle<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>d, maar ook relevant<br />

moet zijn. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er écht beter ler<strong>en</strong> door lez<strong>en</strong>. Dit kan doordat ze veel én verschill<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>: fictieve verhal<strong>en</strong>, informatieve tekst<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Om vordering<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die ze nog niet kunn<strong>en</strong>, anders ler<strong>en</strong> ze<br />

weinig bij. Leestak<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> dus steeds e<strong>en</strong> kloof, e<strong>en</strong> moeilijkheid te bevatt<strong>en</strong>. Dit vierde k<strong>en</strong>merk van<br />

betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> kan zich zowel op het inhoudelijke vlak <strong>voor</strong>do<strong>en</strong> (de tekst bevat nieuwe<br />

informatie) als op het functionele vlak (de leerling moet iets met de tekst do<strong>en</strong> dat hij nog niet kan).<br />

Interactie tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> blijkt e<strong>en</strong> geschikt middel te zijn om klov<strong>en</strong> bij dit soort leesactiviteit<strong>en</strong> te<br />

overbrugg<strong>en</strong>. Deze interactie kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> georganiseerd word<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> mogelijk <strong>voor</strong>beeld hiervan is het principe van verdeelde informatie. Dit houdt in dat iedere leerling<br />

e<strong>en</strong> aantal tekst<strong>en</strong> leest waarin informatie staat die ander<strong>en</strong> niet hebb<strong>en</strong>. Elke leerling wordt als het ware<br />

tot expert gemaakt met betrekking tot die informatie. Alle informatie is echter van ev<strong>en</strong> groot belang om<br />

de gezam<strong>en</strong>lijke opdracht te kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> elke individuele inbr<strong>en</strong>g noodzakelijk is <strong>voor</strong><br />

de groep, kan vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de sterke leerling<strong>en</strong> de zwakkere dominer<strong>en</strong>. Pas als alle leerling<strong>en</strong><br />

van de groep de specifieke informatie uit hun tekst<strong>en</strong> uitgewisseld hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> de informatiekloof<br />

overbrugd is, kan de taak feitelijk uitgevoerd word<strong>en</strong>. Omdat het in ieders belang is dat de juiste,<br />

relevante informatie uit de tekst<strong>en</strong> gehaald wordt, motiver<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> elkaar om de relatief moeilijke<br />

tekst<strong>en</strong> toch te begrijp<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>:<br />

Leesles over straatkinder<strong>en</strong> uit andere werelddel<strong>en</strong><br />

Eerst lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e inleiding over straatkinder<strong>en</strong>. Daarna word<strong>en</strong> ze<br />

verdeeld in heterog<strong>en</strong>e groepjes van vier. De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nummer van 1 tot 4 <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komstige getuig<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> straatkind. Om de bijbehor<strong>en</strong>de vraagjes op te loss<strong>en</strong> is de<br />

informatie uit alle vier de tekstjes nodig.<br />

De leerling<strong>en</strong> met dezelfde getuig<strong>en</strong>is mog<strong>en</strong> eerst ev<strong>en</strong> bij elkaar zitt<strong>en</strong> om te besprek<strong>en</strong> wat er globaal<br />

in hun tekstje stond <strong>en</strong> wat ze ervan vond<strong>en</strong>. Zo help<strong>en</strong> ze elkaar bij het begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> van de<br />

tekst. Ook mog<strong>en</strong> ze nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussiër<strong>en</strong> over de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> straatkinder<strong>en</strong> ginder <strong>en</strong><br />

kinder<strong>en</strong> hier. Daarna mog<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> terug naar hun oorspronkelijke groepje om de verschill<strong>en</strong>de<br />

tekst<strong>en</strong> die ze gelez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (nu voldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>bereid) aan ander<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong>.<br />

7.2.3 Leesvaardigheid beoordel<strong>en</strong><br />

Als alle leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong> tot geoef<strong>en</strong>de lezers, dan moet het lez<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t getoetst<br />

word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> goede manier om er zinvolle uitsprak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> over do<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede toets van<br />

leesvaardigheid is dan ook e<strong>en</strong> complete leesopdracht (waar zowel begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong>, technisch lez<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> liefst ook leesplezier in <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>), die aan de bov<strong>en</strong>vermelde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle<br />

leestaak voldoet.<br />

Enerzijds wordt leesvaardigheid in VLOT direct getoetst door de verschill<strong>en</strong>de leestoets<strong>en</strong>. Anderzijds<br />

gebeurt dit ook indirect in de edittoets<strong>en</strong>. Hier krijgt de lezer e<strong>en</strong> tekst waarin op willekeurige plaats<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong> zijn toegevoegd. Die woord<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> niet thuis in de tekst <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er door de lezer uit word<strong>en</strong><br />

geschrapt. De score op e<strong>en</strong> edittoets is e<strong>en</strong> zeer betrouwbare indicatie van de algem<strong>en</strong>e taalvaardigheid<br />

van de lezer. Ze geeft dus ge<strong>en</strong> beeld van de leesvaardigheid alle<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het e<strong>en</strong> taak die de<br />

kinder<strong>en</strong> al op zeer jonge leeftijd kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

51


52<br />

Het volstaat dus niet om zich bij het toets<strong>en</strong> van leesvaardigheid te beperk<strong>en</strong> tot het technisch leesniveau<br />

van de leerling<strong>en</strong>, zoals bij de AVI-test<strong>en</strong>. Deze gev<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>tair beeld van de leesvaardigheid<br />

van de leerling, aangezi<strong>en</strong> er weinig of niet wordt gepeild of het gelez<strong>en</strong>e effectief wordt begrep<strong>en</strong>.<br />

Het louter test<strong>en</strong> van technisch lez<strong>en</strong> houdt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het gevaar in dat het leesonderwijs volledig wordt<br />

aangepast aan de manier waarop lez<strong>en</strong> getoetst wordt, <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> zich dus gaat beperk<strong>en</strong> tot ‘technisch<br />

leesonderwijs’ of verklankingsonderwijs. Dit werd in de <strong>leidraad</strong> bij VLOT reeds beschrev<strong>en</strong> als ‘teaching<br />

to the test’ (zie VLOT-<strong>leidraad</strong> blz. 9).<br />

7.2.4 Ondersteuning van zwakke lezers<br />

Helaas is het nog steeds zo dat niet alle leerling<strong>en</strong> optimaal kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van het leesonderwijs. In<br />

elke klas tref je zwakke lezers aan <strong>voor</strong> wie lez<strong>en</strong> niet zo <strong>vlot</strong> lukt <strong>en</strong> <strong>voor</strong> wie dit bijgevolg helemaal niet<br />

leuk is 1 .<br />

Het is belangrijk om ook <strong>voor</strong> de groep van de zwakke lezers de c<strong>en</strong>trale doelstelling van leesonderwijs<br />

<strong>voor</strong> og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>, namelijk e<strong>en</strong> goede leesvaardigheid ontwikkel<strong>en</strong>. Zoals beschrev<strong>en</strong> in de eerste<br />

paragraaf, staat begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> hierbij <strong>voor</strong>op. In de ondersteuning van zwakke lezers mag m<strong>en</strong> zich<br />

bijgevolg niet beperk<strong>en</strong> tot technisch lez<strong>en</strong>. De functionaliteit van lez<strong>en</strong> is dan ver te zoek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> gaan naderhand misschi<strong>en</strong> wel d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat lez<strong>en</strong> niet méér is dan louter technisch lez<strong>en</strong>!<br />

In klass<strong>en</strong> met sterke <strong>en</strong> zwakke lezers zijn de betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> dezelfde.<br />

Differ<strong>en</strong>tiatie bestaat erin dat de leerling<strong>en</strong>, die het nodig hebb<strong>en</strong>, meer ondersteuning krijg<strong>en</strong> van de<br />

leerkracht. Hier is het aangewez<strong>en</strong> dat de leerkracht niet alle initiatief naar zich toehaalt, maar dat de<br />

leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangezet om zelf na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. De kans dat de leerling<strong>en</strong> effectief ler<strong>en</strong> is dan immers<br />

groter.<br />

Het individueel remediër<strong>en</strong> van zwakke lezers heeft pas zin als de werking in de klas (zoals hierbov<strong>en</strong><br />

beschrev<strong>en</strong>) optimaal verloopt. Dit wil zegg<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat voldo<strong>en</strong>de<br />

geconfronteerd word<strong>en</strong> met betek<strong>en</strong>isvolle, goede leestak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hierbij op e<strong>en</strong> goede manier<br />

ondersteund word<strong>en</strong>. Wanneer de leerling<strong>en</strong> hier onvoldo<strong>en</strong>de aan hun trekk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, kan het zinvol<br />

zijn om h<strong>en</strong> (individueel of in e<strong>en</strong> klein groepje) uit de klas te hal<strong>en</strong> <strong>voor</strong> leesremediëring. Hierbij kom<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> terecht in e<strong>en</strong> nog leesrijker klasklimaat waar ze nog meer leeskans<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de<br />

confrontatie met betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>. Ook hier krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dus de boodschap dat lez<strong>en</strong> h<strong>en</strong><br />

kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tot zinvolle informatie, alle<strong>en</strong> kan de ondersteuning nog int<strong>en</strong>siever gebeur<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> de<br />

groep<strong>en</strong> kleiner zijn 2 . Deze leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beschouwd word<strong>en</strong> als jonge plantjes: eerst kom<strong>en</strong> ze in<br />

de beschutte serre van e<strong>en</strong> groepje <strong>voor</strong> remediër<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> terecht, waar ze ondergedompeld word<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> leesbad vol betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>. Na deze leeskuur word<strong>en</strong> ze in de volle grond van de<br />

reguliere klas geplant. Het (klas)klimaat moet ook dan voldo<strong>en</strong>de vruchtbaar <strong>en</strong> leesrijk zijn, zodat de<br />

plantjes na de leeskuur niet verdorr<strong>en</strong>.<br />

Remediër<strong>en</strong> op deelaspect<strong>en</strong> van lez<strong>en</strong> zoals technisch lez<strong>en</strong> kan, maar mag dus niet de hoofdmoot van<br />

het remediëringsparcours uitmak<strong>en</strong>: dit maakt van de leerling<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>de lezers.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


7.4 Conclusie<br />

Door goed leesonderwijs groei<strong>en</strong> de meeste leerling<strong>en</strong> uit tot geoef<strong>en</strong>de lezers. Hier<strong>voor</strong> word<strong>en</strong><br />

leerling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leesrijk klasklimaat voldo<strong>en</strong>de geconfronteerd met betek<strong>en</strong>isvolle leestak<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> ze op e<strong>en</strong> goede manier ondersteund. Binn<strong>en</strong> leesremediëring zijn dezelfde principes nog<br />

uitdrukkelijker aanwezig.<br />

1 We hebb<strong>en</strong> het hier niet over de leerling<strong>en</strong> met ernstige <strong>en</strong> hardnekkige lees- <strong>en</strong> spellingsproblem<strong>en</strong> zoals dyslexie.<br />

Dyslexie werd door de Nederlandse Gezondheidsraad gedefinieerd als e<strong>en</strong> stoornis die gek<strong>en</strong>merkt wordt door<br />

hardnekkige problem<strong>en</strong> in de automatisering van de woordid<strong>en</strong>tificatie (lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong>/of schriftbeeldvorming (spell<strong>en</strong>).<br />

Voor meer informatie hierover kan u steeds terecht in het CLB van uw school of bij Sprankel, e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging van<br />

ouders van normaalbegaafde kinder<strong>en</strong> met leermoeilijkhed<strong>en</strong>. (Nationaal Secretariaat Sprankel vzw, Kerkhofstraat<br />

60, 3500 Hasselt, tel.: 011/28.45.91, fax: 011/28.45.92).<br />

2 Op het Steunpunt <strong>voor</strong> Nederlands als Tweede <strong>Taal</strong> (KULeuv<strong>en</strong>) werd het lesmateriaal Taakgericht Remediër<strong>en</strong>d<br />

Lez<strong>en</strong> ontwikkeld. Dit is speciaal bestemd <strong>voor</strong> de remediëring van zwakke lezers van het tweede <strong>en</strong> <strong>derde</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>. Het materiaal is bedoeld om kleine groepjes leerling<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de vier wek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve, taakgericht<br />

‘leesimpuls’ te gev<strong>en</strong>. In the tweede <strong>leerjaar</strong> is het thema De Dolle Dier<strong>en</strong>krant, in het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> wordt<br />

gewerkt rond het thema E<strong>en</strong> heel bijzondere familie.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

53


54<br />

§ 8 TOETSEN VAN SPREEKVAARDIGHEID<br />

Marle<strong>en</strong> Colpin <strong>en</strong> Sara Gys<strong>en</strong><br />

8.1 Uitgangspunt<strong>en</strong><br />

Spreekvaardigheid wordt vaak nog – <strong>en</strong> zeker op het vlak van toetsing – stiefmoederlijk behandeld in het<br />

Vlaamse basisonderwijs. Van de vier vaardighed<strong>en</strong> (luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong>) is het de<br />

vaardigheid waar het minst regelmatig <strong>en</strong> systematisch aan wordt gewerkt, laat staan getoetst. Vaak<br />

gebeurt het dan nog uitsluit<strong>en</strong>d in de hogere leerjar<strong>en</strong> door middel van spreekbeurt<strong>en</strong>. En dat zijn<br />

eig<strong>en</strong>lijk moeilijke opdracht<strong>en</strong> die veel meer dan alle<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> (o.a. gestructureerd lees- <strong>en</strong><br />

schrijfwerk ter <strong>voor</strong>bereiding).<br />

We kunn<strong>en</strong> natuurlijk de vraag stell<strong>en</strong> of systematisch werk<strong>en</strong> aan spreekvaardigheid überhaupt nodig<br />

is, juist omdat er tijd<strong>en</strong>s de klasdag zoveel gesprok<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong> er dus op e<strong>en</strong> heel natuurlijke<br />

manier op elk mom<strong>en</strong>t aan spreekvaardigheid kan word<strong>en</strong> gewerkt (vgl. eerste taalverwerving bij het<br />

kind). Het leidt ons te ver om op die vraag verder in te gaan, maar het lijkt zeker nodig <strong>en</strong> zinvol om, net<br />

zoals bij de andere vaardighed<strong>en</strong>, op geregelde tijdstipp<strong>en</strong> systematischer vast te legg<strong>en</strong> hoe het met de<br />

spreekvaardigheid van leerling<strong>en</strong> is gesteld.<br />

Tot dat systematisch vastlegg<strong>en</strong> van het niveau van spreekvaardigheid van lagere-schoolleerling<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> deel van de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschaff<strong>en</strong> in VLOT. Er word<strong>en</strong> spreekvaardigheidtoets<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het tweede, <strong>derde</strong>, vierde, vijfde <strong>en</strong> zesde <strong>leerjaar</strong><br />

Hieronder vatt<strong>en</strong> we kort sam<strong>en</strong> wat de basisprincipes <strong>voor</strong> de toets<strong>en</strong> zijn (2) <strong>en</strong> hoe het beoordel<strong>en</strong><br />

van spreektoets<strong>en</strong> in zijn werk kan gaan (3). Daarna schets<strong>en</strong> we hoe we dit concreet hebb<strong>en</strong><br />

gerealiseerd in e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>tele spreektoets <strong>voor</strong> het vierde <strong>leerjaar</strong> (4).<br />

8.2 Wat <strong>en</strong> hoe toets<strong>en</strong>?<br />

8.2.1 Wat toets<strong>en</strong>?<br />

Om te wet<strong>en</strong> welke inhoud<strong>en</strong> (welke tak<strong>en</strong>) we in de spreektoets<strong>en</strong> aan bod moet<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>,<br />

bekijk<strong>en</strong> we de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het basisonderwijs <strong>voor</strong> sprek<strong>en</strong> (Departm<strong>en</strong>t Onderwijs,<br />

1998). Die eindterm<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> de communicatieve functie van taal <strong>voor</strong>op <strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>,<br />

gespecificeerd per verwerkingsniveau, tekstsoort <strong>en</strong> pulbiek, die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

De lijst van tak<strong>en</strong> is echter kort <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong>. De eindterm<strong>en</strong> zijn eerder vaag <strong>en</strong> beknopt, maar bevatt<strong>en</strong><br />

anderzijds wel de nodige criteria (verwerkingsniveau, publiek <strong>en</strong> tekstsoort, zie ook Paragraaf 1: 1.3 Wat<br />

toets<strong>en</strong>. De moeilijkheidsgraad van toets<strong>en</strong>) om spreektak<strong>en</strong> op te stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de hele lagere school.<br />

8.2.2 Hoe toets<strong>en</strong>?<br />

Om (spreek)vaardigheid te evaluer<strong>en</strong> zijn er twee middel<strong>en</strong>: observatie-instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. Wij<br />

kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> toets<strong>en</strong> naar analogie met de andere vaardighed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> VLOT, waar<strong>voor</strong> de meting<strong>en</strong><br />

op vaste tijdstipp<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> observatie-instrum<strong>en</strong>t is eerder geschikt om, over e<strong>en</strong> langere periode<br />

gespreid, leerling<strong>en</strong> (met problem<strong>en</strong>) te volg<strong>en</strong>. Het wordt ook als vrijblijv<strong>en</strong>der ervar<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Net zoals <strong>voor</strong> lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> we de spreektoets<strong>en</strong> bestaan uit geïntegreerde tak<strong>en</strong>,<br />

d.w.z. spreektak<strong>en</strong> waarin de leerling<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong> on<strong>derde</strong>el van, maar hun totale spreekvaardigheid<br />

moet<strong>en</strong> aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> om ze tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het gaat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> om tak<strong>en</strong> die<br />

communicatief relevant zijn <strong>voor</strong> leerling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald <strong>leerjaar</strong>. En we prober<strong>en</strong> die tak<strong>en</strong> zo<br />

natuurlijk mogelijk in te bedd<strong>en</strong>. Uiteraard gaat het altijd om e<strong>en</strong> simulatie, maar dat is in de<br />

onderwijscontext niet uit te sluit<strong>en</strong>. Toch kunn<strong>en</strong> we sprek<strong>en</strong> van directe toets<strong>en</strong>: we toets<strong>en</strong> precies die<br />

ding<strong>en</strong> waarvan we will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> ze kunn<strong>en</strong>. Deze soort tak<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we immers ook<br />

in de eindterm<strong>en</strong> terug.<br />

De praktische problem<strong>en</strong> bij het evaluer<strong>en</strong> van spreekvaardigheid zijn bek<strong>en</strong>d. Zo is er het probleem dat<br />

het individueel toets<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> veel tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie in beslag neemt. Je moet als<br />

toetsafnemer/scoorder ook zeer alert zijn <strong>en</strong> duidelijk op <strong>voor</strong>hand bepaald hebb<strong>en</strong> welke criteria je bij de<br />

beoordeling gaat hanter<strong>en</strong>. Daarnaast vormt ook het beoordel<strong>en</strong> van de spreekprestaties e<strong>en</strong> hele klus.<br />

8.3 Spreekvaardigheid beoordel<strong>en</strong><br />

8.3.1 Wat beoordel<strong>en</strong>?<br />

Het beoordel<strong>en</strong> van spreekvaardigheid kan in principe twee richting<strong>en</strong> uitgaan.<br />

• M<strong>en</strong> kan zich richt<strong>en</strong> op aparte compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van spreekvaardigheid zoals bij<strong>voor</strong>beeld de uitspraak<br />

of de grammaticale juistheid van uiting<strong>en</strong>.<br />

• Of m<strong>en</strong> kan <strong>voor</strong>al het gebruik van taal om e<strong>en</strong> communicatief doel te bereik<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.<br />

Spreekvaardigheid wordt dan als één globale vaardigheid beschouwd <strong>en</strong> beoordeeld.<br />

Omdat het gebruik van taal in communicatieve situaties zowel <strong>voor</strong> het onderwijs (cfr. de eindterm<strong>en</strong>)<br />

als <strong>voor</strong> de maatschappij het belangrijkste doel is, ligt het <strong>voor</strong> de hand om de tweede manier van<br />

beoordel<strong>en</strong> te verkiez<strong>en</strong>. Dit sluit ook aan bij de manier waarop we het toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van de<br />

andere vaardighed<strong>en</strong> (lez<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>) in VLOT hebb<strong>en</strong> opgevat.<br />

Wanneer we opter<strong>en</strong> <strong>voor</strong> deze communicatieve visie op spreekvaardigheid, zull<strong>en</strong> de criteria bij het<br />

beoordel<strong>en</strong> <strong>voor</strong>namelijk betrekking hebb<strong>en</strong> op de communicatieve kwaliteit van het sprek<strong>en</strong>. Meer<br />

bepaald: is het sprek<strong>en</strong> van die kwaliteit dat de spreker erin slaagt te functioner<strong>en</strong> in communicatieve<br />

situaties? Maar wat moet<strong>en</strong> we dan precies onder die communicatieve kwaliteit verstaan?<br />

In de eindterm<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we de vage formulering “het gepaste register kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>”. Slaat dit op<br />

inhoud of vorm, of op allebei? We wet<strong>en</strong>, in de lijn van de andere eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de manier waarop<br />

de eindterm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> sprek<strong>en</strong> zijn ingevuld, dat dit zeker ook op inhoud moet slaan. Toch is ook de vorm<br />

van belang, meer nog dan bij schrijfvaardigheid. Immers, bij schrijv<strong>en</strong> heb je hopelijk e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de<br />

lezer die alles zal do<strong>en</strong> om te begrijp<strong>en</strong> wat er staat: hij kan e<strong>en</strong> schrijfproduct meerdere mal<strong>en</strong> herlez<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> uiting daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is vluchtig <strong>en</strong> vergaan e<strong>en</strong>s ze uitgesprok<strong>en</strong> is. De luisteraar, hoe<br />

welwill<strong>en</strong>d ook, kan e<strong>en</strong> onverstaanbare uiting ge<strong>en</strong> tweede keer beluister<strong>en</strong> om er toch iets van te<br />

mak<strong>en</strong>. (Bij de spreektoets<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> we de uitsprak<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> wel op op band, maar dat is niet<br />

de normale communicatieve situatie, waar we toch zoveel mogelijk will<strong>en</strong> bij aansluit<strong>en</strong>.) Spraaktechnische<br />

vaardighed<strong>en</strong> (zoals formulering <strong>en</strong> uitspraak) die met vorm te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, zijn dus<br />

belangrijk om de luisteraar niet <strong>voor</strong> begripsmoeilijkhed<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

55


56<br />

8.3.2 Hoe beoordel<strong>en</strong>?<br />

Naast het bepal<strong>en</strong> van de criteria waarmee rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> bij het beoordel<strong>en</strong> van de<br />

communicatieve kwaliteit van spreekprestaties, moet het beoordel<strong>en</strong> nog aan e<strong>en</strong> aantal andere eis<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>:<br />

• betrouwbaar: d.w.z. dat het oordeel van verschill<strong>en</strong>de beoordelaars op basis van dezelfde beoordelingswijzer<br />

moet<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong>,<br />

• valide: d.w.z. dat de beoordeling voldo<strong>en</strong>de informatie over het niveau van de spreekvaardigheid moet<br />

oplever<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat deze informatie g<strong>en</strong>uanceerd moet zijn,<br />

• efficiënt: d.w.z. dat het beoordel<strong>en</strong> met zo min mogelijk tijd <strong>en</strong> inspanning gepaard mag gaan.<br />

8.3.3 Welk beoordelingsschema?<br />

De literatuur over het toets<strong>en</strong> biedt e<strong>en</strong> heel aantal <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> beoordelingsschema’s. De meeste<br />

schema’s voldo<strong>en</strong> echter niet in het licht van bov<strong>en</strong>staande overweging<strong>en</strong>. Veelal is de beoordeling<br />

volg<strong>en</strong>s deze schema’s (vaak punt<strong>en</strong>schal<strong>en</strong>) erg globaal <strong>en</strong> levert ze dus weinig specifieke informatie<br />

over de spreekvaardigheid van leerling<strong>en</strong> op. Dat komt de validiteit (voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde<br />

informatie) van de beoordeling niet t<strong>en</strong> goede. Andere schema’s zijn dan weer zo uitgebreid dat ze<br />

nauwelijks hanteerbaar zijn <strong>voor</strong> het beoordel<strong>en</strong> van de toch wel beperkte mondelinge uiting<strong>en</strong> van<br />

lagere-schoolleerling<strong>en</strong>.<br />

Het “Algeme<strong>en</strong> functioneel beoordelingsschema” van Van Gelder<strong>en</strong> (1992) vormt echter e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>weg<br />

tuss<strong>en</strong> té algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> té specifiek. We gebruik<strong>en</strong> het daarom als basis <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> beoordelingsschema<br />

<strong>voor</strong> de spreektoets<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> VLOT.<br />

Het schema van Van Gelder<strong>en</strong> bestaat uit vier dim<strong>en</strong>sies, waarvan we in Tabel 1 de belangrijkste criteria<br />

<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>:<br />

Tabel 1: Algeme<strong>en</strong> functioneel beoordelingsschema (Van Gelder<strong>en</strong>, 1992)<br />

‘Refer<strong>en</strong>tie’ (het gev<strong>en</strong> van belangrijke <strong>en</strong> juiste informatie)<br />

- symboolfunctie van taal -<br />

• Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />

• Relevantie<br />

• Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />

• Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />

• Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

‘Overdracht’ (rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met behoeft<strong>en</strong> van de luisteraar)<br />

- expressieve <strong>en</strong> appelatieve functie van taal -<br />

• Adequaatheid van register<br />

• Gebruik van middel<strong>en</strong> ter versterking van expressie <strong>en</strong> appèl (bij<strong>voor</strong>beeld: variatie van<br />

intonatie, tempo <strong>en</strong> volume; ondersteun<strong>en</strong>de gebar<strong>en</strong> <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t oogcontact; extra<br />

uitleg; humor, nuancering van bewering<strong>en</strong>...)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


‘Spreekgemak’ (beheersing van de taal)<br />

• Continuïteit van spraak<br />

• Goede afbak<strong>en</strong>ing van uiting<strong>en</strong><br />

• Vlotheid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo<br />

• Moeiteloosheid van woordkeuze<br />

• Vermijd<strong>en</strong> van lange pauzes, veelvuldige hapering<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfcorrecties<br />

• Directe interpreteerbaarheid van uiting<strong>en</strong><br />

• Vloei<strong>en</strong>de ope<strong>en</strong>volging van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

‘Verstaanbaarheid’ (realisatie van woord<strong>en</strong>)<br />

• Directe herk<strong>en</strong>baarheid van lexem<strong>en</strong><br />

• Voldo<strong>en</strong>de articulatie <strong>en</strong> volume<br />

• Tempo, intonatie <strong>en</strong> uitspraak aangepast aan de luisteromstandighed<strong>en</strong><br />

Kan met het schema de communicatieve kwaliteit van spreekprestaties nagegaan word<strong>en</strong>?<br />

Het schema van Van Gelder<strong>en</strong> richt zich in de eerste plaats op het functionele aspect van sprek<strong>en</strong>: de<br />

communicatieve kwaliteit van sprek<strong>en</strong> was <strong>voor</strong> Van Gelder<strong>en</strong> bij het ontwikkel<strong>en</strong> van het schema het<br />

overkoepel<strong>en</strong>de criterium waaruit alle andere criteria werd<strong>en</strong> afgeleid. Zowel inhoud als vorm (meer<br />

spraaktechnische aspect<strong>en</strong>) kom<strong>en</strong> erin aan bod.<br />

De vier dim<strong>en</strong>sies van het schema staan <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> communicatieve functies. De<br />

dim<strong>en</strong>sies kunn<strong>en</strong> per twee sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: refer<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> overdracht <strong>en</strong>erzijds die de<br />

communicatie substantieel bepal<strong>en</strong>, <strong>en</strong> spreekgemak <strong>en</strong> verstaanbaarheid anderzijds die nodig zijn<br />

<strong>voor</strong> de kwaliteit van communicatie. Binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie zijn e<strong>en</strong> aantal relevante beoordelingscriteria<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, relevant <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> zo groot mogelijke variatie van spreeksituaties.<br />

Het schema is algeme<strong>en</strong> bedoeld. Dat maakt het ook heel goed hanteerbaar. Het bevat richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

het mak<strong>en</strong> van specifieke beoordelingsschema’s <strong>voor</strong> specifieke tak<strong>en</strong> (<strong>voor</strong>al monologe tak<strong>en</strong>). Het<br />

uitwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> specifiek schema bestaat erin het meest relevante criterium per dim<strong>en</strong>sie te<br />

selecter<strong>en</strong>. De relevantie van e<strong>en</strong> criterium wordt bepaald door de aard van de specifieke taak. Zo zal<br />

het bij het vertell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verhaal bij<strong>voor</strong>beeld relevant zijn om <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ het<br />

criterium ‘logische ope<strong>en</strong>volging van passages’ te selecter<strong>en</strong>. Het selecter<strong>en</strong> van één criterium per<br />

dim<strong>en</strong>sie volstaat weg<strong>en</strong>s de bijzonder hoge correlaties tuss<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> op basis van verschill<strong>en</strong>de<br />

criteria binn<strong>en</strong> één bepaalde dim<strong>en</strong>sie.<br />

Van Gelder<strong>en</strong> geeft aan dat door het opstell<strong>en</strong> van specifieke schema’s op basis van het algem<strong>en</strong>e<br />

functionele schema, het mogelijk is om e<strong>en</strong> gemotiveerde <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige selectie van criteria op te<br />

stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de beoordeling spreekvaardigheid in verschill<strong>en</strong>de communicatieve situaties.<br />

Daarnaast biedt deze werkwijze ook de mogelijkheid om oordel<strong>en</strong> over spreekvaardigheid in diverse<br />

communicatieve situaties onderling te vergelijk<strong>en</strong>, door telk<strong>en</strong>s terug te grijp<strong>en</strong> naar de vier dim<strong>en</strong>sies.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

57


58<br />

Is het beoordelingsschema betrouwbaar, valide <strong>en</strong> efficiënt?<br />

Op basis van e<strong>en</strong> onderzoek waarin dit beoordelingsschema werd uitgeprobeerd, stelt Van Gelder<strong>en</strong> (1992)<br />

dat het schema tegemoet komt aan de eis<strong>en</strong> van betrouwbaarheid, validiteit <strong>en</strong> efficiëntie. Hij vond dat het<br />

oordeel van verschill<strong>en</strong>de beoordelaars aan de hand van zijn schema in voldo<strong>en</strong>de mate overe<strong>en</strong>stemd<strong>en</strong><br />

(betrouwbaar).<br />

De vier dim<strong>en</strong>sies verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> van spreekvaardigheid. Oordel<strong>en</strong> over criteria<br />

van deze vier dim<strong>en</strong>sies gev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd, maar vrij volledig beeld van iemands<br />

spreekvaardigheid (valide).<br />

Spreekprestaties kunn<strong>en</strong> op vier verschill<strong>en</strong>de criteria (één <strong>voor</strong> elke dim<strong>en</strong>sie) beoordeeld word<strong>en</strong>. Dit<br />

kan in vele gevall<strong>en</strong> (wanneer de spreekopdracht van niet al te korte duur is) tijd<strong>en</strong>s één luistersessie: de<br />

criteria word<strong>en</strong> tegelijkertijd beoordeeld. Dit maakt dat het schema e<strong>en</strong> vrij efficiënt instrum<strong>en</strong>t is om<br />

spreekprestaties te beoordel<strong>en</strong>.<br />

Tekortkoming<strong>en</strong> van het beoordelingsschema<br />

Bij e<strong>en</strong> grondige bestudering van de vier dim<strong>en</strong>sies <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de criteria binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie lijk<strong>en</strong><br />

de categorieën ‘verstaanbaarheid’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’ min of meer op hetzelfde te wijz<strong>en</strong>. Criteria als<br />

bij<strong>voor</strong>beeld ‘<strong>vlot</strong>heid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo’ uit de dim<strong>en</strong>sie ‘spreekgemak’ <strong>en</strong> ‘tempo aangepast aan<br />

luisteromstandighed<strong>en</strong>’ van de dim<strong>en</strong>sie ‘verstaanbaarheid’, of ‘directe interpreteerbaarheid van uiting<strong>en</strong>’<br />

(spreekgemak) <strong>en</strong> ‘directe herk<strong>en</strong>baarheid van lexem<strong>en</strong>’ (verstaanbaarheid) ligg<strong>en</strong> heel dicht bij elkaar.<br />

Ook overdracht <strong>en</strong> verstaanbaarheid lijk<strong>en</strong> niet altijd echt verschill<strong>en</strong>de informatie op te lever<strong>en</strong>:<br />

‘variatie van intonatie, tempo <strong>en</strong> volume’ (overdracht) teg<strong>en</strong>over ‘tempo, intonatie <strong>en</strong> uitspraak<br />

aangepast aan de luisteromstandighed<strong>en</strong>’ (verstaanbaarheid) bij<strong>voor</strong>beeld.<br />

Zelf vond Van Gelder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d onderzoek over de hanteerbaarheid van het schema dat oordel<strong>en</strong><br />

over de dim<strong>en</strong>sies ‘overdracht’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’ erg hoog correler<strong>en</strong>. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> de<br />

dim<strong>en</strong>sies is dus betrekkelijk <strong>en</strong> er is sprake van overlap.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> we de vaardigheid sprek<strong>en</strong> als één globale vaardigheid <strong>en</strong> will<strong>en</strong> we ze ook zo<br />

globaal mogelijk scor<strong>en</strong>. Dat moet echter afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over de validiteit van de beoordeling:<br />

de informatie die het oplevert, moet voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg g<strong>en</strong>uanceerd zijn. Maar met dit schema van<br />

Van Gelder<strong>en</strong> wordt de vaardigheid sprek<strong>en</strong> net te veel in aparte aspect<strong>en</strong> opgesplitst.<br />

E<strong>en</strong> laatste punt is de moeilijkheid van het selecter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> relevant criterium binn<strong>en</strong> elke dim<strong>en</strong>sie bij<br />

e<strong>en</strong> specifieke spreekopdracht. Voor de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ lijkt dit minder e<strong>en</strong> probleem. Maar <strong>voor</strong> de<br />

overige dim<strong>en</strong>sies is dit niet zo vanzelfsprek<strong>en</strong>d. Waarom zou <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie ‘spreekgemak’ bij<strong>voor</strong>beeld<br />

‘continuïteit van spraak’ <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde taak relevanter zijn dan ‘<strong>vlot</strong>heid van zinsbouw <strong>en</strong> tempo’?<br />

Eig<strong>en</strong> versie<br />

Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met onze bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij het schema van Van Gelder<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> versie<br />

op van het functioneel beoordelingsschema (tabel 2).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Tabel 2: Functioneel beoordelingsschema <strong>voor</strong> spreekvaardigheid (eig<strong>en</strong> versie)<br />

‘Inhoud’<br />

• Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />

• Relevantie<br />

• Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />

• Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />

• Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

‘Vorm’<br />

• Communicatief adequaat: te begrijp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar<br />

‘Spreekgemak’<br />

• Vlotheid van sprek<strong>en</strong><br />

Het schema is in de eerste plaats gericht op de communicatieve kwaliteit van spreekprestaties. Voor deze<br />

communicatieve kwaliteit veronderstell<strong>en</strong> we dat de drie categorieën ‘inhoud’, ‘vorm’ <strong>en</strong> ‘spreekgemak’<br />

ess<strong>en</strong>tieel zijn. E<strong>en</strong> verdere uitbreiding lijkt niet nodig: oordel<strong>en</strong> op basis van dit schema lever<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>uanceerde informatie op over de spreekvaardigheid van e<strong>en</strong> leerling. En die uitbreiding is zeker niet<br />

w<strong>en</strong>selijk met het oog op efficiëntie: leerkracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> redelijk tijdsbestek de<br />

spreekprestaties van hun leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.<br />

Net zoals het functionele schema van Van Gelder<strong>en</strong> is dit e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> schema. Per spreektoets zull<strong>en</strong><br />

we op basis van dit schema e<strong>en</strong> specifieker beoordelingsschema opstell<strong>en</strong>, aangepast aan de<br />

opdracht(<strong>en</strong>) van e<strong>en</strong> bepaalde spreektoets.<br />

Drie categorieën: inhoud, vorm <strong>en</strong> spreekgemak<br />

De eerste categorie, inhoud, sluit aan bij de dim<strong>en</strong>sie ‘refer<strong>en</strong>tie’ in het schema van Van Gelder<strong>en</strong>. Het<br />

gaat hier om wat gezegd wordt. Net zoals bij Van Gelder<strong>en</strong> wordt per specifieke spreekopdracht <strong>voor</strong><br />

deze categorie e<strong>en</strong> (of meer) relevant aspect geselecteerd. Bij<strong>voor</strong>beeld: ‘volledigheid van informatie’,<br />

‘logische ope<strong>en</strong>volging van passages’, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

De categorie vorm richt zich op de manier waarop de inhoud geformuleerd wordt: is de inhoud op e<strong>en</strong><br />

communicatief adequate manier geformuleerd, zodat die te begrijp<strong>en</strong> is door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar?<br />

Deze categorie wordt ook per taak geconcretiseerd, afhankelijk van de leeftijd van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

onderwijs dat ze reeds achter de rug hebb<strong>en</strong>, én van de taak zelf. Zo is het evid<strong>en</strong>t dat uiting<strong>en</strong> van<br />

leerling<strong>en</strong> van het vijfde <strong>leerjaar</strong> ‘str<strong>en</strong>ger’ beoordeeld word<strong>en</strong>, dan uiting<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> van het<br />

tweede <strong>leerjaar</strong>, of dat in e<strong>en</strong> taak waarbij leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de volwass<strong>en</strong>e moet<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong> de<br />

eis<strong>en</strong> hoger ligg<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> taak waarbij ze e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje moet<strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong>.<br />

De categorie spreekgemak is globaler opgevat dan wat Van Gelder<strong>en</strong> bedoelt. In principe wordt hier<br />

steeds hetzelfde (namelijk de <strong>vlot</strong>heid waarmee iemand spreekt) beoordeeld. Het is niet haalbaar <strong>en</strong><br />

zeker niet zinvol om dit <strong>voor</strong> elk stukje inhoud te beoordel<strong>en</strong>. We do<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>maal per gehele taak. In<br />

het eerste geval zou het veel te sterk doorweg<strong>en</strong> in de totale beoordeling. Er kunn<strong>en</strong> ook weer al<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

59


60<br />

naargelang de leeftijd <strong>en</strong> het niveau van de getoetste leerling<strong>en</strong> str<strong>en</strong>gere of minder str<strong>en</strong>ge eis<strong>en</strong> aan<br />

‘spreekgemak’ gesteld word<strong>en</strong>.<br />

• haper<strong>en</strong>: 0 als e<strong>en</strong> leerling herhaaldelijk hapert.<br />

• tempo: 0 als e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> onnatuurlijk of onaangepast (te traag of te snel) tempo hanteert.<br />

• stemvolume: 0 als e<strong>en</strong> leerling té stil praat.<br />

• natuurlijkheid: 0 als e<strong>en</strong> leerling te onnatuurlijk spreekt: bij<strong>voor</strong>beeld te monotoon, te nonchalant.<br />

8.4 E<strong>en</strong> spreektoets <strong>voor</strong> het vierde <strong>leerjaar</strong><br />

Hieronder stell<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>tele spreektoets volg<strong>en</strong>s bov<strong>en</strong>staande principes <strong>voor</strong>. Deze toets werd<br />

in juni 1998 uitgeprobeerd bij e<strong>en</strong> 100-tal leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>de als basis <strong>voor</strong> de andere spreektoets<strong>en</strong> van<br />

VLOT.<br />

8.4.1 Toetsformaat<br />

De toets bestaat uit vier on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong>. De toetsafnemer ontvangt iedere leerling individueel <strong>en</strong> legt uit wat<br />

er van hem/haar wordt verwacht:<br />

In de eerste opdracht, ‘Verjaardagsfeestje’, moet de leerling e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje opbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

verjaardagsfeestje. De toetsafnemer zegt op <strong>voor</strong>hand duidelijk wat de getoetste leerling allemaal moet<br />

zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> (zie Tabel 3). Als de leerling deze inhoudelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het telefoongesprek<br />

zelf zegt of vraagt, plaatst de leerkracht tijd<strong>en</strong>s de toetsafname e<strong>en</strong> kruisje in de tweede kolom. Zegt of<br />

vraagt de leerling e<strong>en</strong> bepaald elem<strong>en</strong>t niet spontaan <strong>en</strong> moet de toetsafnemer erachter vrag<strong>en</strong> (<strong>en</strong> krijgt<br />

hij er e<strong>en</strong> correct antwoord op) dan zet hij e<strong>en</strong> kruisje in de vierde kolom.<br />

Zo wordt de toets al inhoudelijk beoordeeld tijd<strong>en</strong>s de afname. Tegelijkertijd wordt het gesprek ook<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op band, zodat het geheel achteraf op andere punt<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eerste<br />

inhoudelijke beoordeling kan word<strong>en</strong> geverifieerd (wat nodig bleek te zijn).<br />

Ook kunn<strong>en</strong> de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> die ter beoordeling werd<strong>en</strong> <strong>voor</strong>opgesteld, achteraf nog op hun deugdelijkheid<br />

word<strong>en</strong> geëvalueerd. Zo bleek o.a. dat heel weinig leerling<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje<br />

gaat (e<strong>en</strong> van de <strong>voor</strong>opgesteld elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> was juist de vermelding dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje gaat,<br />

zie Tabel 3 – on<strong>derde</strong>el 2). Dat hoeft ons niet te verbaz<strong>en</strong>, want dieg<strong>en</strong>e die ze moet<strong>en</strong> opbell<strong>en</strong> (gespeeld<br />

door de toetsafnemer) is feitelijk dieg<strong>en</strong>e die h<strong>en</strong> verteld heeft dat het om e<strong>en</strong> verjaardagsfeestje gaat.<br />

Waarom zoud<strong>en</strong> ze dat dan nog vermeld<strong>en</strong>? Door deze paradox die eig<strong>en</strong> is aan de toetssituatie, blijkt dit<br />

<strong>voor</strong>opgestelde inhoudelijk elem<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> de beoordeling niet meer geschikt.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Tabel 3: scoreformulier per leerling bij de opdracht ‘Verjaardagsfeestje’<br />

Leerling vermeldt zelf Antwoord op vraag van toetsafnemer<br />

1 WAAROM? Waarom bel je?<br />

2. WAT? Wat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> feestje is het?<br />

3 WAAR? Waar is het feestje?<br />

4 WANNEER? Wanneer is het feestje?<br />

5 OM HOE LAAT BEGIN? Om hoe laat begint het?<br />

6 OM HOE LAAT EINDE? Om hoe laat is het gedaan?<br />

7 WAT MEEBRENGEN? Moet ik iets meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>?<br />

In de tweede opdracht ‘Sportdag’ krijgt de leerling e<strong>en</strong> reeks tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (zie volg<strong>en</strong>de bladzijde) te zi<strong>en</strong>.<br />

Deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sportdag op school <strong>voor</strong>. De getoetste leerling wordt dan gevraagd zich <strong>voor</strong><br />

te stell<strong>en</strong> dat hij zijn ouders vertelt – aan de hand van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> – wat hij tijd<strong>en</strong>s de sportdag<br />

allemaal gedaan heeft. De toetsafnemer speelt één van de ouders van de leerling.<br />

Als de leerling bepaalde belangrijke informatie vergeet te vermeld<strong>en</strong>, moet de toetsafnemer daar op het<br />

einde van de opdracht naar vrag<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> <strong>derde</strong> moet de leerling spel<strong>en</strong> dat hij in e<strong>en</strong> speeltuin e<strong>en</strong> meisje van de glijbaan heeft zi<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>.<br />

Hij krijgt e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing van vóór <strong>en</strong> na het ongeluk te zi<strong>en</strong>. Hij moet bij e<strong>en</strong> huis gaan aanbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />

hulp vrag<strong>en</strong>. De persoon die de deur op<strong>en</strong>doet (gespeeld door de toetsafnemer) heeft het ongeluk niet<br />

zi<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Als de leerling belangrijke informatie niet geeft, moet de toetsafnemer daar naar vrag<strong>en</strong>.<br />

En t<strong>en</strong>slotte krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer vage affiche <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> sportkamp te zi<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> de<br />

organisator van het sportkamp (opnieuw gespeeld door de toetsafnemer) opbell<strong>en</strong> <strong>en</strong> om meer informatie<br />

vrag<strong>en</strong>. Op basis van de intuïties van de makers van de toets<strong>en</strong> én de proefafnames kan e<strong>en</strong> lijstje van<br />

noodzakelijk te stell<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt. Op die inhoudelijke parameters word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

beoordeeld (zie Tabel 4).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

61


3 4 5<br />

2<br />

1<br />

62<br />

9<br />

7 8<br />

6<br />

10<br />

13<br />

11 12<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


Tabel 4: scoreformulier per leerling bij de opdracht ‘Sportkamp’<br />

Vraag (leerling) Antwoord (door de toetsafnemer)<br />

1 WANNEER? Het kamp vindt plaats van 10 tot 15 juli.<br />

2 HOE LAAT BEGIN EN EINDE? Het kamp begint elke morg<strong>en</strong> om 9 u <strong>en</strong><br />

is om 5u in de namiddag gedaan.<br />

3 WAAR, Het kamp vindt plaats in ...<br />

4 WAT MEEBRENGEN? Elke dag sport- <strong>en</strong> zwemkledij <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

luchtpakket.<br />

5 WELKE SPORTEN? (geef <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>) Elke <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> namiddag<br />

kun je e<strong>en</strong> andere sport do<strong>en</strong>.<br />

We hebb<strong>en</strong> hier gewerkt met vier verschill<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> zo groot mogelijke verscheid<strong>en</strong>heid in<br />

te bouw<strong>en</strong>. De tak<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> over parameters als doel, context, relatie spreker/luisteraar, bek<strong>en</strong>dheid met<br />

de situatie, formaliteit, <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Deze parameters vind<strong>en</strong> we terug in het schema dat Van Gelder<strong>en</strong> (1992)<br />

opstelde met ‘parameters van taalgebruikssitiaties <strong>voor</strong> de selectie <strong>en</strong> constructie van spreektak<strong>en</strong>’.<br />

8.4.2. Beoordelingsschema<br />

Voor de experim<strong>en</strong>tele spreektoets van het vierde <strong>leerjaar</strong> ziet het specifieke beoordelingsschema er als<br />

volgt uit:<br />

Tabel 5: Specifiek beoordelingsschema <strong>voor</strong> de spreektoets <strong>voor</strong> het vierde <strong>leerjaar</strong><br />

Dim<strong>en</strong>sie 1 ‘Inhoud’<br />

Opdracht 1 • Volledigheid van informatie<br />

Opdracht 2 • Volledigheid van informatie/Logische sam<strong>en</strong>hang<br />

Opdracht 3 • Volledigheid van informatie<br />

Opdracht 4 • Volledigheid van informatie<br />

Dim<strong>en</strong>sie 2 ‘Vorm’<br />

• Formulering (zinsbouw)<br />

Dim<strong>en</strong>sie 3 ‘Spreekgemak’<br />

• Haper<strong>en</strong><br />

• Tempo<br />

• Verstaanbaarheid<br />

• Stemvolume<br />

• Natuurlijkheid<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

63


64<br />

Inhoud<br />

Voor de vier opdracht<strong>en</strong> van de spreektoets selecteerd<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> de beoordelingscategorie ‘inhoud’<br />

telk<strong>en</strong>s het criterium ‘volledigheid van informatie’. Dat leek ons het meest relevante. Per opdracht ging<strong>en</strong><br />

we na welke ding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leerling moet zegg<strong>en</strong>, opdat hij het opgelegde communicatieve doel (het doel<br />

van de opdracht) zou bereik<strong>en</strong>. Dit resulteerde <strong>voor</strong> elke opdracht in e<strong>en</strong> aantal onderscheid<strong>en</strong> items (zie<br />

bij<strong>voor</strong>beeld tabell<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 4). Wanneer e<strong>en</strong> item spontaan door de leerling werd vermeld, scoord<strong>en</strong> we<br />

e<strong>en</strong> 2. Werd het item pas vermeld, nadat de toetsafnemer ernaar vroeg, dan scoord<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> 1.<br />

Bij opdracht 2 selecteerd<strong>en</strong> we ook nog het criterium ‘logische sam<strong>en</strong>hang van passages’. De<br />

onderscheid<strong>en</strong> items (passages van de sportdag) moet<strong>en</strong> dus ook in e<strong>en</strong> logisch verband verteld word<strong>en</strong>.<br />

Vorm<br />

Per item ging<strong>en</strong> we na of het communicatief adequaat geformuleerd was.<br />

Vond<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> item goed geformuleerd (o.a. zinn<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonsvorm die<br />

congruer<strong>en</strong>, verwijswoord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> goed gebruikt, er zijn ge<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de zinsvolgorde) dan<br />

scoord<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> dat item e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> ‘vorm’. Werd e<strong>en</strong> item niet of fout vermeld, dan kond<strong>en</strong> we het<br />

<strong>voor</strong> ‘vorm’ niet scor<strong>en</strong>.<br />

Spreekgemak<br />

Per hele opdracht bekek<strong>en</strong> we hoe <strong>vlot</strong> leerling die volbracht had. Daarbij hield<strong>en</strong> we dus rek<strong>en</strong>ing met:<br />

het al dan niet haper<strong>en</strong>, het tempo, de verstaanbaarheid, het stemvolume <strong>en</strong> de natuurlijkheid van<br />

sprek<strong>en</strong>.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling bij e<strong>en</strong> opdracht op ge<strong>en</strong> van deze criteria negatief scoorde, dan kreeg hij <strong>voor</strong> die<br />

opdracht e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> ‘spreekgemak’.<br />

8.4.3 Resultat<strong>en</strong><br />

In ons onderzoek hebb<strong>en</strong> we de toetsprestaties van de leerling<strong>en</strong> op band opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Nadi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

we aan de hand van dit schema 30 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> spreektoets<strong>en</strong> gescoord binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tijdsbestek van 6<br />

ur<strong>en</strong> (5 leerling<strong>en</strong> per uur). Het beoordel<strong>en</strong> van de categorie ‘inhoud’ gebeurde echter reeds tijd<strong>en</strong>s de<br />

toetsafname zelf. Bij het beluister<strong>en</strong> van de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> spreekprestaties hebb<strong>en</strong> we dit nog e<strong>en</strong>s<br />

herbekek<strong>en</strong> om ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> eruit te hal<strong>en</strong>. Deze manier van scor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit tijdsbestek lijkt dus<br />

haalbaar <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> leerkracht. Zeker wanneer je bed<strong>en</strong>kt dat e<strong>en</strong> gemiddelde klas uit e<strong>en</strong> 20-tal leerling<strong>en</strong><br />

bestaat, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leerkracht dus gemiddeld 20 spreekprestaties te beoordel<strong>en</strong> heeft. Dit pleit <strong>voor</strong> de<br />

efficiëntie van het beoordelingsschema.<br />

Literatuur<br />

COLPIN, M., LINSEN B. & K. VAN GORP, Taakgericht <strong>Taal</strong>vaardigheidsonderwijs in de basisschool.<br />

In: Gids <strong>voor</strong> het basisonderwijs. Diegem, Kluwer, september 1997, pp. 149-175.<br />

VAN GELDEREN, A., De evaluatie van spreekvaardigheid in communicatieve situaties. Academisch<br />

Proefschrift. SCO-Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam, publicatie 303, 1992.<br />

Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>. Informatiemap <strong>voor</strong> de onderwijspraktijk. Gewoon basisonderwijs.<br />

Brussel, Ministerie van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap – Departem<strong>en</strong>t Onderwijs – C<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> Informatie<br />

<strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatie, 1998.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


BIJLAGE 1: OVERZICHT VAN DE TOETSEN<br />

ALLE LEERJAREN<br />

2de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong> - -<br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong> -<br />

edit<br />

3de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

4de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

5de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

6de <strong>leerjaar</strong> einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit -<br />

twee toets<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> -<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


66<br />

TOETSEN DERDE LEERJAAR<br />

vaardig- meet- titel<br />

heid mom<strong>en</strong>t<br />

luister<strong>en</strong> 1 Luister<strong>en</strong> naar de weg die e<strong>en</strong> vlieg aflegt <strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<br />

luister<strong>en</strong> 2 Liegt Tony of niet?<br />

Luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> verslag <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

luister<strong>en</strong> 3 Nordin <strong>en</strong> zijn buurvrouw<br />

Luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> verhaal <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong> 1 Opruim<strong>en</strong><br />

Waar moet<strong>en</strong> de spulletjes in Brams kamer staan?<br />

lez<strong>en</strong> 2 Uitsprak<strong>en</strong> van klusjesmann<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing aanduid<strong>en</strong> wie<br />

welk gereedschap nodig heeft<br />

lez<strong>en</strong> 2 (extra) De tiara <strong>en</strong> de wolf<br />

Twee sprookjes lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong> 3 De dier<strong>en</strong>tuin<br />

In welk hok zet ik welk dier?<br />

sprek<strong>en</strong> 2 Het was kermis<br />

E<strong>en</strong> rondleiding gev<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong> 1 Op e<strong>en</strong> onbewoond eiland<br />

schrijv<strong>en</strong> 3 De slimme oplossing van Nathalie<br />

E<strong>en</strong> verhaal schrijv<strong>en</strong> bij tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

edit 1 Ziek, pijn, iets gebrok<strong>en</strong>?<br />

edit 3 Pirat<strong>en</strong>!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong>


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

kopieerblad<br />

BIJLAGE 2: OVERZICHT PER LEERLING VAN HET<br />

3de LEERJAAR:<br />

NORMEN PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />

naam:<br />

klas: 3<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

naam:<br />

klas: 3<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

naam:<br />

klas: 3<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

naam:<br />

klas: 3<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester<br />

einde 1ste trimester einde 2de trimester einde 3de trimester


BIJLAGE 3: OVERZICHT PER LEERLING:<br />

NORMEN PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />

DOORHEEN DE HELE LAGERE SCHOOL<br />

Naam: ......................................................................................................................................................................................<br />

2de <strong>leerjaar</strong> 3de <strong>leerjaar</strong> 4de <strong>leerjaar</strong> 5de <strong>leerjaar</strong> 6de <strong>leerjaar</strong><br />

1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

kopieerblad


BIJLAGE 4: OVERZICHT PER KLAS - 3de LEERJAAR<br />

AANTAL LEERLINGEN PER NORM<br />

PER TOETS PER VAARDIGHEID<br />

einde 1ste trimester einde tweede trimester<br />

klas: 3<br />

A B C D E A B C D E A B C D E<br />

luister<strong>en</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>leidraad</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

edit<br />

A = goed<br />

B = goede middelmaat<br />

C = zwakke middelmaat<br />

D = zwak<br />

E = zeer zwak<br />

ge<strong>en</strong> toets <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

kopieerblad


LUISTEREN


LUISTEREN NAAR DE WEG DIE EEN VLIEG<br />

AFLEGT EN AANDUIDEN OP EEN TEKENING<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar de beschrijving van de route van e<strong>en</strong> vlieg<br />

door de keuk<strong>en</strong> <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> deze tegelijkertijd heel precies aan op e<strong>en</strong><br />

tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De beschrijving wordt stap <strong>voor</strong> stap letterlijk <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de nodige<br />

rustpunt<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing aangestipt. De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de<br />

tijd om de weg aan te duid<strong>en</strong>.<br />

scoring Deze toets bevat 18 scoorbare items. Het gaat hier telk<strong>en</strong>s om plaats<strong>en</strong><br />

waar de vlieg passeert op weg van het <strong>en</strong>e punt naar het andere.<br />

Bij de evaluatie mag <strong>en</strong>kel gelet word<strong>en</strong> op deze plaats<strong>en</strong>. Over de weg<br />

daartuss<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> informatie gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze kan dus ook niet fout zijn.<br />

De toetsafnemer duidt bij elke stap aan vanaf welk punt de vlieg vertrekt<br />

<strong>en</strong> waar ze uitkomt. Dat is ook met nummers aangeduid op de tek<strong>en</strong>ing.<br />

Zodo<strong>en</strong>de kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s goed vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn ze niet<br />

afhankelijk van ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> die ze in e<strong>en</strong> vorige stap gemaakt<br />

hebb<strong>en</strong>.<br />

Stap 1 <strong>en</strong> de drie on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> daarvan geld<strong>en</strong> als oef<strong>en</strong>items.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong> (zie bijlage A), e<strong>en</strong><br />

kleurpotlood <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gom.<br />

Vergroot bijlage A <strong>voor</strong> klassikaal gebruik.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Geef alle leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong> (zie bijlage A). Laat ze hun naam,<br />

<strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) op de achterkant van de tek<strong>en</strong>ing schrijv<strong>en</strong>. Geef de volg<strong>en</strong>de uitleg:<br />

Jullie zi<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> heel drukke keuk<strong>en</strong>. Het is twee uur.<br />

De vier kinder<strong>en</strong> van het gezin dat in dit huis woont, zijn deze middag<br />

thuisgekom<strong>en</strong> van school. Papa is aan het afwass<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schort <strong>voor</strong>.<br />

(Wijs de schort aan <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> hem zi<strong>en</strong>.)<br />

De ding<strong>en</strong> die papa afgewass<strong>en</strong> heeft, staan op het droogrek. (Wijs het droogrek<br />

aan <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> het zi<strong>en</strong>.) Mama is de was aan het ophang<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> normaal aan tafel moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> te et<strong>en</strong>. Maar dat<br />

is niet zo. Hoe komt dat nu?<br />

To<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> pas aan tafel zat<strong>en</strong>, kwam er e<strong>en</strong> vlieg op de boterham<br />

met confituur van het meisje zitt<strong>en</strong>. Wat vervel<strong>en</strong>d, zo'n zoem<strong>en</strong>de vlieg<br />

die van alle zoete <strong>en</strong> lekkere ding<strong>en</strong> wil mee-et<strong>en</strong>. De kinder<strong>en</strong> will<strong>en</strong><br />

de vlieg vang<strong>en</strong>. Maar papa heeft h<strong>en</strong> dat verbod<strong>en</strong>. Ze mog<strong>en</strong> niet<br />

naar de vlieg slaan, want dan zoud<strong>en</strong> er wel e<strong>en</strong>s allerlei ding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

vall<strong>en</strong> of brek<strong>en</strong>. Dat kan gebeur<strong>en</strong> in de keuk<strong>en</strong>. In deze keuk<strong>en</strong> zijn<br />

er al heel wat ding<strong>en</strong> helemaal bov<strong>en</strong>aan op de kast gezet opdat de<br />

kinder<strong>en</strong> er niet bij zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. Zi<strong>en</strong> jullie dat? Er staan fless<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

pott<strong>en</strong> <strong>en</strong> doz<strong>en</strong>. Er staat ook e<strong>en</strong> grote kookpot bov<strong>en</strong>aan op de kast.<br />

Daar zit soep in. Het is e<strong>en</strong> heel zware kookpot, maar hij heeft gelukkig<br />

twee stevige handvatt<strong>en</strong> om hem beet te pakk<strong>en</strong>. (Wijs de kookpot <strong>en</strong> de handvat-<br />

t<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat alle leerling<strong>en</strong> ze zi<strong>en</strong>.)<br />

Papa heeft de stofzuiger (rechts <strong>voor</strong>aan op de tek<strong>en</strong>ing) al in de keuk<strong>en</strong><br />

gezet om de vlieg op te zuig<strong>en</strong> als ze in de buurt van de stofzuiger<br />

komt. Daarom is het belangrijk dat de kinder<strong>en</strong> goed volg<strong>en</strong> waar de<br />

vlieg allemaal vliegt. Help<strong>en</strong> jullie h<strong>en</strong> door de weg van de vlieg aan te<br />

duid<strong>en</strong>, dwars door de keuk<strong>en</strong>?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

De leerling<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kleurpotlood <strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing. Neem zelf e<strong>en</strong> uitvergroot exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing<br />

bij de hand om de rustpunt<strong>en</strong> van de vlieg aan te duid<strong>en</strong>. Beschrijf de wegvan de vlieg <strong>en</strong> wijs de leerling<strong>en</strong><br />

telk<strong>en</strong>s op de juiste vertrek- <strong>en</strong> aankomstpunt<strong>en</strong> (met nummers aangeduid op de tek<strong>en</strong>ing).Ga ook<br />

telk<strong>en</strong>s na of de leerling<strong>en</strong> het juiste vertrek- of aankomstpunt zi<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> eerste keer vingers erop lat<strong>en</strong><br />

zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> controler<strong>en</strong>, als dat ge<strong>en</strong> probleem is gewoon lat<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong> bepaald nummer<br />

niet vind<strong>en</strong>). Indi<strong>en</strong> dat niet zo is, duid je heel expliciet aan waar de leerling(<strong>en</strong>) moet(<strong>en</strong>) vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

aankom<strong>en</strong>. Aan het <strong>voor</strong>gaande (waar er misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fout gemaakt is door de leerling(<strong>en</strong>)) moet ge<strong>en</strong><br />

aandacht meer besteed word<strong>en</strong>.<br />

Elk on<strong>derde</strong>el van de weg van de vlieg kan best één keer herhaald word<strong>en</strong>, ook al vrag<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

daar niet om. Lees de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van de stap <strong>voor</strong>, met pauzes waar de *-tjes staan, om de leerling<strong>en</strong><br />

de geleg<strong>en</strong>heid te gev<strong>en</strong> bij te tek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Herhaal elk on<strong>derde</strong>el mete<strong>en</strong>. Als de leerling<strong>en</strong> daar om vrag<strong>en</strong>,<br />

kun je de stap als geheel ook nog e<strong>en</strong> keer traag herhal<strong>en</strong>.<br />

Stap 1 <strong>en</strong> de drie on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> daarvan geld<strong>en</strong> als oef<strong>en</strong>items. Voor je overgaat tot het <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> van stap<br />

2, ga je dus bij alle leerling<strong>en</strong> controler<strong>en</strong> of ze de instructie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Herhaal indi<strong>en</strong> nodig. Als<br />

de leerling<strong>en</strong> zichzelf will<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze hun lijn<strong>en</strong> uitgomm<strong>en</strong>. Als dat moeilijk<br />

is omdat ze met kleurpotlood werk<strong>en</strong>, kun je ook <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> om de verkeerde lijn te doorstrep<strong>en</strong>.<br />

stap 1:<br />

De vlieg vliegt in de keuk<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e plaats naar de andere. Maar ze<br />

vliegt niet rechtdoor. Ze maakt allerlei bocht<strong>en</strong> <strong>en</strong> kronkels. Soms gaat<br />

ze ook erg<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> rust<strong>en</strong>, <strong>voor</strong> ze verder zoemt. Ik zal telk<strong>en</strong>s<br />

zegg<strong>en</strong> waar de vlieg blijft zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar ze naartoe vliegt. Daar staan<br />

nummers bij. Daar moet<strong>en</strong> jullie allemaal goed naar kijk<strong>en</strong>. Jullie duid<strong>en</strong><br />

dan de weg van het <strong>en</strong>e nummer naar het andere aan.<br />

We gaan allemaal sam<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>. De vlieg zat dus op de boterham<br />

met confituur, waar nummer 1 staat. Het meisje heeft de vlieg van haar<br />

boterham weg geslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vlieg is gevlucht naar de fless<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>aan<br />

op de kast. De vlieg zit nu op de fles die op de hoek van de kast staat.<br />

Daar staat nummer 2 bij. (Duid de boterham (= vertrekpunt) <strong>en</strong> de meest rechtse fles<br />

(= aankomstpunt) aan <strong>en</strong> controleer of de leerling<strong>en</strong> deze kunn<strong>en</strong> lokaliser<strong>en</strong>.)<br />

Hoe is de vlieg daar nu naartoe gevlog<strong>en</strong>? Trek maar e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> lijn om<br />

dat aan te duid<strong>en</strong>:<br />

De vlieg vliegt over het hoofd van de hond die bij de tafel staat. *<br />

Ze vliegt naar het strikje van de schort die papa aanheeft, *<br />

<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drie lepels die in e<strong>en</strong> pot op de kast staan, naar de fles. *<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

stap 2:<br />

De vlieg vliegt dan van de fles, waar nummer 2 bij staat, naar het strijkijzer<br />

in de kast, waar nummer 3 bij staat. (Duid de fles (2 = vertrekpunt) <strong>en</strong> het strijkijzer<br />

(3 = aankomstpunt) aan <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> van het juiste punt vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed wet<strong>en</strong> waar<br />

het strijkijzer staat.)<br />

Ook nu vliegt de vlieg weer niet recht van het <strong>en</strong>e punt naar het andere.<br />

Volg<strong>en</strong> jullie mee?<br />

Eerst vliegt de vlieg over de fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grote kookpot die bov<strong>en</strong> op de<br />

kast staan. *<br />

Dan duikt ze ev<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> door het handvat van die kookpot. *<br />

En dan gaat het weer recht omhoog <strong>en</strong> vliegt onze vlieg ev<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de<br />

lamp. *<br />

Dan vliegt ze naar de poes toe <strong>en</strong> draait e<strong>en</strong>s rond de staart van de poes. *<br />

De poes schrikt daarvan <strong>en</strong> stoot e<strong>en</strong> pot met pilletjes om die bov<strong>en</strong> op<br />

de kast stond. De vlieg vliegt door deze pilletjes naar het strijkijzer. *<br />

stap 3:<br />

Maar oh, wat is dat strijkijzer heet! Mama heeft namelijk net nog gestrek<strong>en</strong>.<br />

Daar wil de vlieg snel weg. Die confituur op tafel was veel beter<br />

om op te zitt<strong>en</strong>. Laat ik daar nog maar e<strong>en</strong>s naartoe gaan, d<strong>en</strong>kt de<br />

vlieg. Ze gaat dus van het strijkijzer, waar nummer 3 bij staat, naar de<br />

pot confituur, waar nummer 4 bij staat. (Duid het strijkijzer (3 = vertrekpunt) <strong>en</strong> de<br />

pot confituur op de tafel (4 = aankomstpunt) aan <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> van het juiste punt<br />

vertrekk<strong>en</strong>.)<br />

Duid<strong>en</strong> jullie aan langs welke weg de vlieg weer op de tafel terechtkomt?<br />

De vlieg vliegt langs de steel van de borstel die onder het strijkijzer<br />

staat, naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. *<br />

Ze gaat ev<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> wat er in het glas zat dat omgevall<strong>en</strong> op de rand van<br />

de tafel ligt. *<br />

Ze snuffelt ook ev<strong>en</strong> in de kom waar e<strong>en</strong> lepel in staat <strong>en</strong> landt t<strong>en</strong>slotte<br />

op de pot confituur. *<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


stap 4:<br />

Maar nu zijn ze daar in dat gezin met de vlieg in de keuk<strong>en</strong> natuurlijk<br />

nog ge<strong>en</strong> stap verder gekom<strong>en</strong>. De vlieg zit weer op de confituur, waar<br />

ze in het begin zat. Het meisje jaagt haar weer weg <strong>en</strong> de vlieg vliegt<br />

naar de bord<strong>en</strong> op het droogrek. Ze gaat van de pot confituur, waar<br />

nummer 4 bij staat, naar de bord<strong>en</strong> op het droogrek, waar nummer 5<br />

bij staat. (Duid de pot confituur op de tafel (4 = vertrekpunt) <strong>en</strong> de bord<strong>en</strong> op het droogrek<br />

(5 = aankomstpunt) aan <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> van het juiste punt vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed wet<strong>en</strong><br />

waar het droogrek is.)<br />

En jullie volg<strong>en</strong> weer waar de vlieg allemaal langs vliegt.<br />

De vlieg vliegt over de tafel over de sleutel die daar ligt. *<br />

En dan naar het bakje waar de mess<strong>en</strong> in ligg<strong>en</strong>. *<br />

En dan ziet onze vlieg iets leuks. Weer e<strong>en</strong> dier met e<strong>en</strong> lekker warme<br />

vacht! En de vlieg zet zich ev<strong>en</strong> op de snuit van de hond. *<br />

De hond schrikt <strong>en</strong> stoot e<strong>en</strong> paar bord<strong>en</strong> waar taartjes op staan om.<br />

E<strong>en</strong> bord valt in stukk<strong>en</strong> op de grond. Onze vlieg ziet het bord niet,<br />

maar wel het taartje dat ernaast op de grond ligt <strong>en</strong> daar gaat ze ev<strong>en</strong><br />

van snoep<strong>en</strong>. Mmm, wat lekker! *<br />

T<strong>en</strong>slotte vliegt ze door de b<strong>en</strong><strong>en</strong> van het kind dat e<strong>en</strong> omgekeerde<br />

pan op zijn hoofd heeft staan, recht omhoog <strong>en</strong> gaat op één van de<br />

bord<strong>en</strong> op het droogrek zitt<strong>en</strong>. *<br />

stap 5:<br />

En nu komt het laatste stuk van de reis van de vlieg door de keuk<strong>en</strong>.<br />

Want nu zal ze van het droogrek naar de vloer vlieg<strong>en</strong>. Ze zal vlak<br />

naast de stofzuiger terechtkom<strong>en</strong>, waar ze zal word<strong>en</strong> opgezog<strong>en</strong>.<br />

Zi<strong>en</strong> jullie waar nummer 6 staat? De vlieg gaat nu van het droogrek,<br />

waar nummer 5 bij staat naar de vloer, waar nummer 6 staat.<br />

(Duid het droogrek (5 = vertrekpunt) <strong>en</strong> de vloer rechts naast de stofzuiger (6 = aankomstpunt)<br />

aan <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> van het juiste punt vertrekk<strong>en</strong>.)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Duid<strong>en</strong> jullie het laatste stuk van de zoemweg van de vlieg aan?<br />

De vlieg vliegt op <strong>en</strong> gaat ev<strong>en</strong> door het raam kijk<strong>en</strong>. Ze hangt juist <strong>voor</strong><br />

de neus van mama, die natuurlijk aan de andere kant van het raam<br />

staat. *<br />

Dan vliegt ze verder over de plant<strong>en</strong> die op de v<strong>en</strong>sterbank <strong>en</strong> op de<br />

koelkast staan, maar ze blijft wel onder de klok vlieg<strong>en</strong>. *<br />

Dan duikt ze recht naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> in de vuilnisbak. Die heeft ze gerok<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ze gelooft dat daar <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> vliegje vast wel wat lekkers in zal<br />

zitt<strong>en</strong>.*<br />

Nu heeft ons vliegje haar buikje echt rondgeget<strong>en</strong>: confituur, e<strong>en</strong> taartje,<br />

<strong>en</strong> wat er in de vuilnisbak zat, ... Ze valt van moeheid op de grond.<br />

BOEM!<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>: tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong> (A)<br />

- tek<strong>en</strong>ing van de keuk<strong>en</strong>, waarop de juiste weg is aangeduid (B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Vlieg’<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Bekijk de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande 'juiste oplossing<strong>en</strong>'. Overloop het lijstje <strong>en</strong><br />

zet onder de corresponder<strong>en</strong>de nummers in de scoretabel 1-<strong>en</strong> of 0-<strong>en</strong>, al naargelang van of de leerling<strong>en</strong><br />

juist of fout getek<strong>en</strong>d hebb<strong>en</strong>. Houd ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met andere dan de hieronder vermelde punt<strong>en</strong>. Als<br />

de leerling<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld tuss<strong>en</strong> twee punt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gekke afwijking van de weg gemaakt hebb<strong>en</strong> die je<br />

niet mete<strong>en</strong> kunt verklar<strong>en</strong>, maar wat er moet staan, staat er, dan is alles 1.<br />

Ook als leerling<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> begin- <strong>en</strong> /of eindpunt<strong>en</strong>, mag daar<strong>voor</strong> ge<strong>en</strong> 0 gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

(bv. item 6: de vlieg vliegt door de pilletjes naar het strijkijzer --> als de kinder<strong>en</strong> op de strijkplank land<strong>en</strong>,<br />

krijg<strong>en</strong> ze toch nog e<strong>en</strong> 1).<br />

De onderlinge afhankelijkheid van items binn<strong>en</strong> één stap bemoeilijkt soms de scoring, bv. als de vlieg<br />

niet door het handvat van de kookpot gaat (2), kan ze ook niet recht omhoog gaan naar de lamp (3).<br />

Dan moet je soepel zijn in het interpreter<strong>en</strong> van de bedoeling<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. In dit geval: als de<br />

weg teg<strong>en</strong> de lamp komt, is het goed. Of: leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich ook binn<strong>en</strong> één stap herpakk<strong>en</strong>, dus<br />

als iets aangeduid is of er loopt e<strong>en</strong> stukje weg langs = 1. Let wel: op sommige plaats<strong>en</strong> is het stukje<br />

weg wel belangrijk.<br />

Sommige leerling<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> in perspectief, in drie dim<strong>en</strong>sies. Ander<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> alles plat. Bij deze<br />

laatst<strong>en</strong> is bij<strong>voor</strong>beeld 'over' bov<strong>en</strong> (bov<strong>en</strong> de kop van de hond), bij de eerste groep is 'over' op (lijn loopt<br />

op het hoofd, t<strong>en</strong>minste, zo zie je het op de tek<strong>en</strong>ing).<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de<br />

scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>.<br />

In de meest rechtse kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

overzicht van de juiste items - de nummers van de items staan tuss<strong>en</strong> ( ):<br />

stap 2 (van fles tot strijkijzer/van nummer 2 naar 3):<br />

(1) over de fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grote kookpot die bov<strong>en</strong> op de kast staan<br />

(2) ev<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> door het handvat van die kookpot<br />

(3) recht (min of meer) omhoog <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de lamp (teg<strong>en</strong> lamp<strong>en</strong>kap = 1)<br />

(4) naar de poes toe<br />

(5) rond de staart van de poes draai<strong>en</strong> (soepel zijn, want moeilijk aan te duid<strong>en</strong>)<br />

(6) door (ertuss<strong>en</strong>) de pilletjes<br />

(naar het strijkijzer)<br />

stap 3 (van strijkijzer tot pot confituur/van nummer 3 naar 4):<br />

(7) langs de steel van de borstel die onder het strijkijzer staat, naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

(str<strong>en</strong>g zijn: aftrekker = 0<br />

<strong>en</strong>kel langs het bov<strong>en</strong>ste stukje van borstelsteel = 0)<br />

(8) naar het glas dat omgevall<strong>en</strong> op de rand van de tafel ligt (aan de kant waar er iets uitloopt)<br />

(9) naar de kom waar e<strong>en</strong> lepel in staat<br />

(naar de pot confituur)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

stap 4 (van confituur tot droogrek/van nummer 4 naar 5):<br />

(10) over de tafel over de sleutel die daar ligt<br />

(11) naar het bakje waar de mess<strong>en</strong> in ligg<strong>en</strong> (niet per se recht over mess<strong>en</strong>; bakje = 1)<br />

(12) naar de snuit van de hond<br />

(13) naar het taartje dat op de grond ligt<br />

(14) door de b<strong>en</strong><strong>en</strong> van het kind dat e<strong>en</strong> omgekeerde pan op zijn hoofd staan heeft, recht omhoog<br />

(langs kind he<strong>en</strong> = 0; maar min of meer recht = 1)<br />

(naar één van de bord<strong>en</strong> op het droogrek)<br />

stap 5 (van droogrek tot grond/van nummer 5 naar 6):<br />

(15) <strong>voor</strong> het raam - JUIST <strong>voor</strong> de neus van mama<br />

(16) verder over de plant<strong>en</strong> die op de v<strong>en</strong>sterbank <strong>en</strong> op de koelkast staan<br />

(17) maar wel onder de klok (als de leerling<strong>en</strong> niet over de plant<strong>en</strong> gaan bij item 16, blijv<strong>en</strong> ze toch<br />

onder de klok <strong>en</strong> is dit item juist)<br />

(18) recht naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> in de vuilnisbak<br />

(naar de vloer)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de luistertoets ‘Vlieg’<br />

VLIEG • LUISTEREN • 3de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

/ 17 - 18 15 - 16 12 - 14 min 12<br />

Omdat de gemiddelde score op deze toets vrij hoog ligt, kunn<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> ook niet heel hoog bov<strong>en</strong> het<br />

gemiddelde scor<strong>en</strong>. Bijgevolg wordt er ge<strong>en</strong> A-norm onderscheid<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: ....................<br />

Datum: ... / ... / ...<br />

luister<strong>en</strong><br />

Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Totaal<br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: ........................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

2<br />

3<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

4<br />

1<br />

kopieerblad<br />

6<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

Bijlage A<br />

1


Juiste oplossing<br />

2<br />

3<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

4<br />

1<br />

6<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

Bijlage B


LIEGT TONY OF NIET?<br />

LUISTEREN NAAR EEN VERSLAG EN<br />

VERGELIJKEN MET TEKENINGEN<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar wat e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>, Tony, teg<strong>en</strong> de politie vertelt<br />

over wat hij op e<strong>en</strong> dag heeft gedaan. Zij vergelijk<strong>en</strong> wat zij hor<strong>en</strong> met<br />

wat zij op tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> (= wat Tony echt heeft gedaan) <strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> zo<br />

of Tony de waarheid spreekt of niet.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal-individueel<br />

Na de klassikale introductie <strong>en</strong> instructie wordt e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beelditem behandeld.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s leest de toetsafnemer stap <strong>voor</strong> stap <strong>voor</strong> wat Tony aan<br />

de politie vertelt. Na elke uitspraak krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de tijd om<br />

aan te duid<strong>en</strong> of Tony de waarheid spreekt of niet.<br />

scoring Deze toets bevat 12 scoorbare items. E<strong>en</strong> item is juist als de leerling correct<br />

aanduidt wanneer Tony de waarheid spreekt <strong>en</strong> wanneer niet. (waar<br />

of niet waar)<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de twee toetsblad<strong>en</strong> (tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>: bijlage A <strong>en</strong> antwoordblad:<br />

bijlage B); <strong>voor</strong> de toetsafnemer e<strong>en</strong> uitvergrote versie van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

(bijlage C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Tek<strong>en</strong> op het bord drie klokk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> balkje erteg<strong>en</strong> (zie bijlage C <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>beeld):<br />

klok + balk 1: de wijzers van de klok gev<strong>en</strong> aan dat het acht uur is; in het balkje staat ‘acht uur’;<br />

klok + balk 2: de wijzers zijn nog niet getek<strong>en</strong>d; in het balkje staat ‘halfelf’<br />

klok + balk 3: de wijzers van de klok gev<strong>en</strong> aan dat het kwart over zes is; in het balkje staat niets;<br />

Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong> opdracht gaan uitvoer<strong>en</strong> waarbij het heel belangrijk is dat ze goed<br />

wet<strong>en</strong> hoe laat het is. Daarom gaan ze ev<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op kloklez<strong>en</strong>. Afhankelijk van de <strong>voor</strong>k<strong>en</strong>nis die je<br />

leerling<strong>en</strong> reeds hebb<strong>en</strong>, zal je hier meer of minder tijd aan moet<strong>en</strong> bested<strong>en</strong>. Voor alle leerling<strong>en</strong> is<br />

deze korte introductie nodig om h<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> inzi<strong>en</strong> dat met de wijzers van de klok, én met de woord<strong>en</strong><br />

die in het balkje staan, dezelfde tijd wordt aangegev<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> die nog niet zo goed overweg<br />

kunn<strong>en</strong> met de wijzers, kunn<strong>en</strong> dan bij de opdracht die volgt, de woord<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> die de tijd aangev<strong>en</strong>.<br />

Bij het eerste <strong>voor</strong>beeld zijn beide ingevuld, <strong>en</strong> kan je de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> om het te verifiër<strong>en</strong>. De twee<br />

volg<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>, waarbij één keer de wijzers moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> één keer de woord<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> ingevuld, mak<strong>en</strong> jullie sam<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Deel vervolg<strong>en</strong>s het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tony’s dag (bijlage A) uit. Toon de jong<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing<br />

<strong>en</strong> zeg dat het TONY is, e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> van 14 jaar.<br />

Tony gaat elke dag met de bus naar school <strong>en</strong> terug. Ook gister<strong>en</strong> deed hij dat. Maar gister<strong>en</strong> is er geld<br />

gestol<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> winkeltje vlakbij de plaats waar Tony op de bus stapt. En de politie d<strong>en</strong>kt dat Tony de<br />

dief is. Daarom moet Tony aan de politie heel precies vertell<strong>en</strong> wat hij gister<strong>en</strong> gedaan heeft. Zo wil de<br />

politie te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> of Tony de dief is of niet.<br />

Will<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de politie help<strong>en</strong> om uit te zoek<strong>en</strong> of Tony de waarheid spreekt of niet?<br />

Vertel de leerling<strong>en</strong> dat jij gaat <strong>voor</strong>lez<strong>en</strong> WAT Tony gister<strong>en</strong> allemaal gedaan heeft, <strong>en</strong> ook WANNEER<br />

hij dat precies gedaan heeft. De leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dan moet<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> of het waar is wat hij zegt of<br />

niet. Zij gaan dus controler<strong>en</strong> of de uitleg van Tony juist is. Dat do<strong>en</strong> ze met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage A).<br />

Op deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> staat wat Tony gister<strong>en</strong> echt gedaan heeft. Tony zal misschi<strong>en</strong> aan de politie ding<strong>en</strong><br />

vertell<strong>en</strong> die niet waar zijn. Want als hij de echte dief is, wil hij natuurlijk niet dat de politie dat weet.<br />

En dus zal hij soms lieg<strong>en</strong> over wat hij gister<strong>en</strong> gedaan heeft. De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong><br />

wanneer Tony de waarheid spreekt <strong>en</strong> wanneer niet door goed te luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

te kijk<strong>en</strong>.<br />

Ga nader in op de tek<strong>en</strong>ing. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de inzicht krijg<strong>en</strong> in de structuur ervan. Maak<br />

de volg<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> wijs alles heel expliciet aan op e<strong>en</strong> uitvergrote tek<strong>en</strong>ing (bijlage C) die<br />

je zelf bij de hand houdt:<br />

- de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de vakjes ton<strong>en</strong> wat Tony allemaal gedaan heeft<br />

- er zijn 11 vakk<strong>en</strong> (met nummers rechts bov<strong>en</strong>aan); in sommige vakk<strong>en</strong> staan twee of drie ding<strong>en</strong> die<br />

Tony vlak na elkaar heeft gedaan<br />

- de volgorde van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is: van links naar rechts, drie rij<strong>en</strong>;<br />

- bij elk vak hoort e<strong>en</strong> klokje (links bov<strong>en</strong>aan); daarop staat aangegev<strong>en</strong> om hoe laat Tony begonn<strong>en</strong> is<br />

met de ding<strong>en</strong> die in het vak staan;<br />

- in het blokje/balkje naast elk klokje staat hetzelfde uur in woord<strong>en</strong>;<br />

- de dikkere rand rond vak 6 geeft aan dat het dan middag is (als de klok rond is)<br />

Praat niet over wat er eig<strong>en</strong>lijk allemaal op de tek<strong>en</strong>ing staat, maar geef de leerling<strong>en</strong> wel de geleg<strong>en</strong>heid<br />

om ev<strong>en</strong> rustig naar alle vakk<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>, zodat ze goed wet<strong>en</strong> wat er allemaal instaat. Het <strong>en</strong>ige<br />

wat je wel ev<strong>en</strong> klassikaal moet aanstipp<strong>en</strong> is dat Tony zich op het eerste tek<strong>en</strong>ingetje in vak 2 aan het<br />

scher<strong>en</strong> is.<br />

De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> of Tony de waarheid spreekt door tijd<strong>en</strong>s het luister<strong>en</strong> goed naar de klokjes<br />

(of de woord<strong>en</strong> die de tijd aangev<strong>en</strong>: dat mog<strong>en</strong> ze zelf kiez<strong>en</strong>) én de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>. Jij zal<br />

zegg<strong>en</strong> naar welke vakk<strong>en</strong> ze moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>: soms is het er één, soms zijn het er meer. Ze moet<strong>en</strong> dus<br />

nagaan of Tony juist zegt wat hij gedaan heeft <strong>en</strong> wanneer hij het gedaan heeft.<br />

Om aan te duid<strong>en</strong> of het waar is of niet wat Tony zegt, krijg<strong>en</strong> ze nog e<strong>en</strong> apart blad. Deel het antwoordblad<br />

uit (bijlage B), vraag aan de leerling<strong>en</strong> om bov<strong>en</strong>aan hun <strong>voor</strong>naam <strong>en</strong> famili<strong>en</strong>aam (<strong>en</strong> nummer)<br />

te schrijv<strong>en</strong>. Op het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (A) mog<strong>en</strong> ze niet schrijv<strong>en</strong>. Dat kan bij volg<strong>en</strong>de toetsafnames<br />

opnieuw word<strong>en</strong> gebruikt.<br />

Hun antwoord<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong> door telk<strong>en</strong>s achter de juiste letter het bolletje <strong>voor</strong><br />

het juiste antwoord te kleur<strong>en</strong>. Raad h<strong>en</strong> aan om eerst goed na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> alvor<strong>en</strong>s ze iets aanduid<strong>en</strong>,<br />

zodat ze zeker zijn dat het juist is. En om telk<strong>en</strong>s goed op te lett<strong>en</strong> dat ze het bij de juiste letter aan-<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

duid<strong>en</strong>. Als er toch iets moet word<strong>en</strong> verbeterd gaat dat zo: door het foutief gekleurde bolletje wordt<br />

e<strong>en</strong> kruis gezet <strong>en</strong> het andere wordt gekleurd.<br />

Illustreer dit op het bord <strong>en</strong> controleer tijd<strong>en</strong>s de toets of de leerling<strong>en</strong> er op e<strong>en</strong> duidelijke manier mee<br />

omgaan.<br />

De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ook wet<strong>en</strong> dat ze telk<strong>en</strong>s maar één antwoord mog<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong>. Soms is het<br />

moeilijk om te besliss<strong>en</strong> of het nu waar is of niet, wat Tony zegt. Maar dan moet er heel goed geluisterd<br />

word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan kan je het wet<strong>en</strong>. Er moet telk<strong>en</strong>s één beslissing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> heel stukje.<br />

Nu mak<strong>en</strong> jullie sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld. Vraag de leerling<strong>en</strong> naar de eerste tek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> klok te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

goed te luister<strong>en</strong> naar wat Tony daarover zegt.<br />

X Kijk naar vak 1.<br />

“Meestal word ik om halfzev<strong>en</strong> wakker. Dan steek ik mijn arm<strong>en</strong> in de lucht<br />

<strong>en</strong> spring ik uit bed. Maar gister<strong>en</strong> was ik heel moe omdat ik de vorige avond<br />

laat gaan slap<strong>en</strong> was. Daarom werd ik pas om kwart over zev<strong>en</strong> wakker.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

Laat de leerling<strong>en</strong> zelf het juiste antwoord aanduid<strong>en</strong>, stel dan klassikaal de vraag of Tony de waarheid<br />

spreekt of niet <strong>en</strong> behandel het item. De red<strong>en</strong> waarom het niet waar is, moet zeker aan bod kom<strong>en</strong>:<br />

je ziet op de tek<strong>en</strong>ing dat Tony om zev<strong>en</strong> uur wakker wordt, dus hij liegt. Het gaat dus niet alle<strong>en</strong> om<br />

het tek<strong>en</strong>ingetje, of alle<strong>en</strong> de klok, maar de twee sam<strong>en</strong>.<br />

Herhaal <strong>en</strong> leg uit indi<strong>en</strong> nodig <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> die het fout hadd<strong>en</strong>. Ga controler<strong>en</strong> of iedere<strong>en</strong> het<br />

juiste antwoord heeft aangeduid.<br />

Lees nu achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de onderstaande 16 uitsprak<strong>en</strong> van Tony <strong>voor</strong>, gevolgd door ‘Is het waar of<br />

niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.’, <strong>en</strong> geef de leerling<strong>en</strong> dan voldo<strong>en</strong>de tijd om te<br />

antwoord<strong>en</strong>. Het zal wellicht nodig zijn om elke uitspraak e<strong>en</strong> keer te herhal<strong>en</strong>. Doe dat mete<strong>en</strong>. Het is<br />

niet de bedoeling dat het geheel twee keer doorlop<strong>en</strong> wordt.<br />

Het is heel belangrijk om telk<strong>en</strong>s goed te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> om welk(e) vak(k<strong>en</strong>) <strong>en</strong> welk antwoord het<br />

gaat, zodat de leerling<strong>en</strong> daar ge<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Probeer ook in de mate van het mogelijke te<br />

controler<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> bij de juiste letter blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook of ze goed begrijp<strong>en</strong> hoe ze het antwoord<br />

moet<strong>en</strong> aanduid<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel kun je telk<strong>en</strong>s na e<strong>en</strong> vijftal items ev<strong>en</strong> gaan kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> die<br />

verkeerd zijn terug bij de juiste letter lat<strong>en</strong> meevolg<strong>en</strong>. Je mag de leerling<strong>en</strong> verder op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze<br />

help<strong>en</strong>. Betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> ze prober<strong>en</strong> af te<br />

leid<strong>en</strong> uit de context. Spoor de leerling<strong>en</strong> aan als ze ontmoedigd rak<strong>en</strong>. Als ze één uitspraak van Tony<br />

niet begrijp<strong>en</strong> of er ge<strong>en</strong> beslissing over kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, lukt het vast wel bij de volg<strong>en</strong>de.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


A Kijk naar vak 2.<br />

“Als ik opsta heb ik altijd veel honger. En meestal is mijn zus zich dan aan<br />

het wass<strong>en</strong>. Dan moet ik wacht<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ik in de badkamer mag. Daarom ga ik<br />

altijd eerst ontbijt<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna ga ik mij scher<strong>en</strong> <strong>en</strong> wass<strong>en</strong> in de badkamer.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

B Kijk naar vak 3 <strong>en</strong> vak 4.<br />

“Wist je al dat ik met de bus naar school ga? Soms ga ik ook met de fiets,<br />

maar meestal b<strong>en</strong> ik daar te lui <strong>voor</strong>. Want het is nogal ver. En als het reg<strong>en</strong>t<br />

wordt je nat. Gister<strong>en</strong> heb ik om halfneg<strong>en</strong> de bus g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

C Kijk naar de vakk<strong>en</strong> waarop staat wat Tony in de <strong>voor</strong>middag deed:<br />

dat zijn vak 4 <strong>en</strong> vak 5.<br />

“In de <strong>voor</strong>middag was ik van halfneg<strong>en</strong> tot twaalf uur op school. In de klas<br />

mog<strong>en</strong> we niet met elkaar prat<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> als de meester iets vraagt, mog<strong>en</strong><br />

we antwoord<strong>en</strong>. Op de speelplaats mog<strong>en</strong> we gelukkig wel met elkaar prat<strong>en</strong>.<br />

Maar ik voelde mij gister<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje ziek. Ik heb dan ook tijd<strong>en</strong>s de hele<br />

<strong>voor</strong>middag met niemand gepraat.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

D Kijk naar vak 6.<br />

“Als ik ’s middags naar huis ga om te et<strong>en</strong>, b<strong>en</strong> ik niet op tijd terug op<br />

school. Daarom blijf ik elke middag op school et<strong>en</strong>. Maar gister<strong>en</strong> was ik mijn<br />

boterhamm<strong>en</strong> verget<strong>en</strong>. Gelukkig kunn<strong>en</strong> we op school ook altijd wel iets<br />

kop<strong>en</strong> om te et<strong>en</strong>. Ik heb alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> appel geget<strong>en</strong>, want ik had ge<strong>en</strong> zin in<br />

e<strong>en</strong> broodje. E<strong>en</strong> flesje cola heb ik wel gekocht.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

E Kijk naar de vakk<strong>en</strong> waarop staat wat Tony in de namiddag deed:<br />

dat zijn vak 7 <strong>en</strong> vak 8.<br />

“Op wo<strong>en</strong>sdag <strong>en</strong> vrijdag moet<strong>en</strong> we in de namiddag niet naar school. Dan<br />

hebb<strong>en</strong> we vrij. Maar gister<strong>en</strong> was dat niet zo. Ik b<strong>en</strong> dus ook in de namiddag<br />

op school geweest.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(waar)<br />

F Kijk naar vak 8.<br />

“Omdat ik 's morg<strong>en</strong>s niet met de fiets gekom<strong>en</strong> was, kon ik ook niet met de<br />

fiets naar huis gaan to<strong>en</strong> de school uit was. Ik heb de bus naar huis g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

om kwart over vier. Ik moest wel r<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, want anders was de bus zonder mij<br />

weggered<strong>en</strong>.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

G Kijk naar vak 8 <strong>en</strong> vak 9.<br />

“De rit met de bus duurt normaal niet zo heel erg lang. Maar gister<strong>en</strong> was<br />

er erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ongeluk gebeurd. Daardoor moest de bus heel lang wacht<strong>en</strong> tot<br />

ze verder kon rijd<strong>en</strong>. Om halfvijf 's avonds zat ik dus nog steeds op de bus<br />

naar huis.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

H Kijk naar vak 9.<br />

“Als huiswerk moest<strong>en</strong> we gister<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal over twee paard<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.<br />

Daarna moest<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong> blad schrijv<strong>en</strong> of we het e<strong>en</strong> goed verhaal vond<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> waarom. Ik lees wel graag verhal<strong>en</strong>, maar ik vertel niet graag wat ik ervan<br />

vind. Ik heb dus alle<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>, niet geschrev<strong>en</strong>.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


I Kijk naar vak 10.<br />

“Aan tafel zit ik op e<strong>en</strong> stoel. Soms zit ik op mijn knieën. Maar als ik naar de<br />

televisie kijk, lig ik op mijn buik op de grond."<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

J Kijk naar vak 11.<br />

“Ik weet niet meer precies wanneer ik gaan slap<strong>en</strong> b<strong>en</strong>. Gewoonlijk stur<strong>en</strong><br />

mijn ouders mij om ti<strong>en</strong> uur naar bed. Dat is wel later dan de meeste andere<br />

leerling<strong>en</strong> van mijn klas. Alle<strong>en</strong> de jong<strong>en</strong> die naast mij in de klas zit, moet<br />

pas om halfelf naar bed. Mijn mama zegt dat ik gister<strong>en</strong> om halfelf al aan het<br />

slap<strong>en</strong> was.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(waar)<br />

K Kijk naar vak 3 <strong>en</strong> vak 8.<br />

“Er zitt<strong>en</strong> altijd veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op de bus die ik neem. Dat zijn <strong>voor</strong>al m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

die naar hun werk gaan, niet zoveel kinder<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> ik 's morg<strong>en</strong>s <strong>en</strong> 's<br />

avonds de bus nam, stapte er telk<strong>en</strong>s nog iemand na mij op."<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

L Kijk naar vak 4 <strong>en</strong> vak 7.<br />

“De jong<strong>en</strong> die naast mij zit in de klas, zit de hele dag met zijn vinger<br />

omhoog. Ik vind het wel e<strong>en</strong> beetje vervel<strong>en</strong>d dat hij altijd alle antwoord<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>t. Want ik weet veel ding<strong>en</strong> niet <strong>en</strong> hij wil mij nooit help<strong>en</strong>.”<br />

Is het waar of niet waar? Kleur het bolletje <strong>voor</strong> het juiste antwoord.<br />

(niet waar)<br />

Wat d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> jullie? Zou Tony gister<strong>en</strong> iets gestol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>? Wanneer zou<br />

hij dat gedaan hebb<strong>en</strong>? ... Heeft hij veel gelog<strong>en</strong>?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tony’s dag <strong>voor</strong> elke leerling (A)<br />

- antwoordblad <strong>voor</strong> elke leerling (B)<br />

- grotere versie van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tony’s dag <strong>voor</strong> de toetsafnemer (C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Liegt Tony?’<br />

Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk met de onderstaande lijst van juiste antwoord<strong>en</strong>.<br />

Elk juist antwoord scoort 1, e<strong>en</strong> fout of ge<strong>en</strong> antwoord of twee antwoord<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> allemaal 0. Als de<br />

leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander systeem gebruikt hebb<strong>en</strong> om aan te duid<strong>en</strong>, mag dat ook goedgerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>,<br />

zolang het maar duidelijk is.<br />

Om de totaalscore te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> de 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> de 1-<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores.<br />

Op de bov<strong>en</strong>ste rij staat telk<strong>en</strong>s het juiste antwoord (w = waar; n = niet waar), zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore. Deze is gelijk aan het aantal<br />

correct gescoorde items.<br />

lijst van de items met juiste antwoord<strong>en</strong>:<br />

A niet waar<br />

B niet waar<br />

C niet waar<br />

D niet waar<br />

E waar<br />

F niet waar<br />

G niet waar<br />

H niet waar<br />

I niet waar<br />

J waar<br />

K niet waar<br />

L niet waar<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de luistertoets ‘Liegt Tony?’<br />

LIEGT TONY? • LUISTEREN • 3de LEERJAAR • einde tweede trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

/ 11 - 12 9 - 10 7 - 8 min 7<br />

Omdat de gemiddelde score op deze toets hoog is, kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet hoog bov<strong>en</strong> het gemiddelde<br />

scor<strong>en</strong>. Bijgevolg wordt er ge<strong>en</strong> A-norm onderscheid<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3 2<br />

10<br />

luister<strong>en</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

luister<strong>en</strong><br />

leerling A B C D E F G H I J K L Totaal<br />

niet niet niet niet waar niet niet niet niet waar niet niet op 12<br />

waar waar waar waar waar waar waar waar waar waar<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tony’s dag<br />

zev<strong>en</strong> uur kwart over zev<strong>en</strong> kwart <strong>voor</strong> acht<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

twaalf uur halftwee vier uur<br />

halfneg<strong>en</strong> kwart<br />

over ti<strong>en</strong><br />

halfvijf halfzev<strong>en</strong> halfelf<br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


✂<br />

luister<strong>en</strong><br />

kopieerblad<br />

luister<strong>en</strong><br />

kopieerblad<br />

Naam: ........................................<br />

Naam: ........................................<br />

Klas: ...........................................<br />

Klas: ...........................................<br />

Nr: .....<br />

Nr: .....<br />

3 2<br />

ANTWOORDBLAD<br />

3 2<br />

ANTWOORDBLAD<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

<strong>leerjaar</strong><br />

X ❒ waar ❒ niet waar<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

X ❒ waar ❒ niet waar<br />

A ❒ waar ❒ niet waar<br />

A ❒ waar ❒ niet waar<br />

B ❒ waar ❒ niet waar<br />

B ❒ waar ❒ niet waar<br />

C ❒ waar ❒ niet waar<br />

C ❒ waar ❒ niet waar<br />

D ❒ waar ❒ niet waar<br />

D ❒ waar ❒ niet waar<br />

E ❒ waar ❒ niet waar<br />

E ❒ waar ❒ niet waar<br />

F ❒ waar ❒ niet waar<br />

F ❒ waar ❒ niet waar<br />

G ❒ waar ❒ niet waar<br />

G ❒ waar ❒ niet waar<br />

H ❒ waar ❒ niet waar<br />

H ❒ waar ❒ niet waar<br />

I ❒ waar ❒ niet waar<br />

I ❒ waar ❒ niet waar<br />

J ❒ waar ❒ niet waar<br />

J ❒ waar ❒ niet waar<br />

K ❒ waar ❒ niet waar<br />

K ❒ waar ❒ niet waar<br />

L ❒ waar ❒ niet waar<br />

L ❒ waar ❒ niet waar<br />

bijlage B


NORDIN EN ZIJN BUURVROUW:<br />

LUISTEREN NAAR EEN VERHAAL EN<br />

VRAGEN BEANTWOORDEN<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> verhaal. Het verhaal wordt regelmatig<br />

onderbrok<strong>en</strong> <strong>voor</strong> meerkeuzevrag<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>.<br />

Bij het vind<strong>en</strong> van het goede antwoord, moet<strong>en</strong> zij blijk gev<strong>en</strong> van<br />

allerlei aspect<strong>en</strong> van luistervaardigheid: meestal gaat het om begrip van<br />

e<strong>en</strong> paragraaf of groter tekstgeheel, maar ook kom<strong>en</strong> soms detailvrag<strong>en</strong><br />

aan bod. Het zijn echter allemaal vrag<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong><br />

als ze goed luister<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal<br />

De toetsafnemer laat de cassette met het verhaal afspel<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s wanneer<br />

er e<strong>en</strong> vraag wordt gesteld (ook op de cassette), wordt de cassette<br />

stopgezet <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de tijd om deze te beantwoord<strong>en</strong>.<br />

scoring Deze toets bevat 14 scoorbare items. Dat zijn de 14 vrag<strong>en</strong> waarop de<br />

leerling het goede antwoord moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>. Het gaat om meerkeuzevrag<strong>en</strong><br />

waarbij er telk<strong>en</strong>s maar één goed antwoord mogelijk is.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> toetsblad (zie bijlage A), de cassette met het verhaal<br />

<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> (zie bijlage B) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cassetterecorder<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Vertel de leerling<strong>en</strong> dat ze nu naar e<strong>en</strong> verhaal gaan luister<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> verhaal over e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>,<br />

Nordin, die problem<strong>en</strong> heeft met zijn boze buurvrouw. Nordin <strong>en</strong> zijn buurvrouw won<strong>en</strong> allebei in e<strong>en</strong><br />

appartem<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> groot flatgebouw in Brussel. Wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> appartem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

flatgebouw zijn? (Leg uit indi<strong>en</strong> nodig. Het volstaat dat de leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> groot gebouw<br />

is, ingedeeld in allemaal woning<strong>en</strong>. Er is één ingang <strong>voor</strong> het hele gebouw <strong>en</strong> alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er won<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> dan met de trap of de lift naar hun eig<strong>en</strong> appartem<strong>en</strong>t gaan. B<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> aan de grote ingang is<br />

ook de briev<strong>en</strong>bus waar de briev<strong>en</strong> van alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in het gebouw won<strong>en</strong>, ingestopt word<strong>en</strong> door<br />

de postbode. Dat laatste klopt wel niet helemaal, maar is in het verhaal wel het geval.)<br />

De buurvrouw van Nordin is niet zomaar boos. Er is iets meer aan de hand met haar. Will<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

help<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong> wat er eig<strong>en</strong>lijk scheelt met de buurvrouw? Dat kunn<strong>en</strong> ze do<strong>en</strong> door de vrag<strong>en</strong><br />

bij het verhaal te beantwoord<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Leg uit hoe de opdracht in zijn werk zal gaan: de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> niets anders do<strong>en</strong> dan goed luister<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> de hele tijd aandachtig te blijv<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> niet op bepaalde ding<strong>en</strong> lett<strong>en</strong>,<br />

gewoon goed luister<strong>en</strong>.<br />

Het verhaal (dat wordt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> stem op e<strong>en</strong> cassette) zal telk<strong>en</strong>s onderbrok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door<br />

vrag<strong>en</strong>. Als er e<strong>en</strong> vraag wordt gesteld, zal e<strong>en</strong> andere stem beginn<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook<br />

telk<strong>en</strong>s herhaald op de cassette.<br />

Deel nu het toetsblad uit (bijlage A). Daar staan de nummers van de vrag<strong>en</strong> op, met naast elk nummer<br />

drie/vier letters (van a tot c/d). Bij elke vraag die de stem op de cassette stelt, zal die stem ook drie/vier<br />

antwoord<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Daarvan is er maar één (<strong>en</strong> niet meer!) het juiste antwoord. De vier antwoord<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> letter van a tot d. Wanneer de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> welk antwoord het juiste<br />

is, moet<strong>en</strong> ze de letter van dat antwoord op hun blad omcirkel<strong>en</strong>. Dus als ze d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat bij<strong>voor</strong>beeld<br />

antwoord a bij vraag 1 het juiste antwoord is, moet<strong>en</strong> ze rond de letter a naast nummer 1 e<strong>en</strong> cirkel<br />

zett<strong>en</strong>.<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> deze procedure begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel kan je de procedure met de leerling<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>s oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Schrijf op bord het cijfer 1 <strong>en</strong> daarnaast de letters a, b, c <strong>en</strong> d. Stel dan de volg<strong>en</strong>de<br />

vraag: Wat is Samson? Geef onmiddellijk ook vier mogelijke antwoord<strong>en</strong>: (a) e<strong>en</strong> poes, (b) e<strong>en</strong><br />

hond, (c) e<strong>en</strong> vogel, <strong>en</strong> (d) e<strong>en</strong> vis, (Vermeld per antwoord telk<strong>en</strong>s heel duidelijk de letter van dat antwoord).<br />

Vraag de leerling<strong>en</strong> dan welk antwoord het goede is: a, b, c of d? Vraag h<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte wat ze<br />

dan moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>: de letter van het goede antwoord (namelijk de letter b) omcirkel<strong>en</strong>.<br />

Zeg de leerling<strong>en</strong> ook heel expliciet dat ze altijd alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de vraag waar ze nu mee<br />

bezig zijn, niet meer aan de vorige vrag<strong>en</strong>. Daar mog<strong>en</strong> ze niets meer aan verander<strong>en</strong>: ze mog<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> letters meer omcirkel<strong>en</strong> of doorkruis<strong>en</strong>. Die vrag<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> over <strong>voor</strong>gaande stukk<strong>en</strong> verhaal <strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet meer precies wet<strong>en</strong> wat er juist gevraagd werd <strong>en</strong> wat precies de antwoord<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> ook in ge<strong>en</strong> geval schrijv<strong>en</strong> terwijl er <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> wordt.<br />

Laat nu de cassette afspel<strong>en</strong>. Het verhaal wordt <strong>voor</strong>gelez<strong>en</strong> door één stem, de vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld<br />

<strong>en</strong> herhaald door e<strong>en</strong> andere. Nadat e<strong>en</strong> vraag gesteld <strong>en</strong> herhaald is, stop je de cassette <strong>en</strong> wacht<br />

je tot alle leerling<strong>en</strong> de geleg<strong>en</strong>heid hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> om te antwoord<strong>en</strong>. Wacht niet te lang, want<br />

het risico op afkijk<strong>en</strong> is bij dit soort antwoordblad<strong>en</strong> heel groot. Als leerling<strong>en</strong> signaler<strong>en</strong> dat ze de vraag<br />

nog niet goed verstaan hebb<strong>en</strong>, kan je ze nog e<strong>en</strong>s herhal<strong>en</strong>, op id<strong>en</strong>tiek dezelfde wijze als op de cassette.<br />

Probeer de leerling<strong>en</strong> te bemoedig<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong> antwoord niet wet<strong>en</strong>. Er is <strong>voor</strong> gezorgd dat het<br />

kunn<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vraag niet per sé e<strong>en</strong> correct antwoord op de vorige vraag verondersteld,<br />

dus de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gewoon weer flink meeluister<strong>en</strong> <strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de vraag prober<strong>en</strong>. Verklaar ge<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong> (ook al kom<strong>en</strong> er woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdrukking<strong>en</strong> in <strong>voor</strong> waarvan je d<strong>en</strong>kt dat de leerling<strong>en</strong> die niet<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>), vat het <strong>voor</strong>gaande deel van het verhaal niet sam<strong>en</strong>, <strong>en</strong> help de leerling<strong>en</strong> ook op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

andere wijze.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Nordin <strong>en</strong> zijn buurvrouw<br />

“Blijf van mijn briev<strong>en</strong> af,” brult de buurvrouw. “Maar, het zijn onze briev<strong>en</strong>,” zegt Nordin stilletjes. Oh,<br />

wat is hij weer geschrokk<strong>en</strong> van die luide schreeuw. Hij staat doodstil aan de briev<strong>en</strong>bus. Het gebeurt<br />

hem telk<strong>en</strong>s weer. Het is immers niet de eerste keer dat de buurvrouw schreeuwt. Ze schreeuwt vaak.<br />

Vooral naar hem. De buurvrouw d<strong>en</strong>kt dat Nordin haar briev<strong>en</strong> steelt. Voortdur<strong>en</strong>d houdt ze hem in de<br />

gat<strong>en</strong>. Als Nordin naar de briev<strong>en</strong>bus gaat, staat haar deur al op e<strong>en</strong> kier.<br />

1 Waarom schreeuwt de buurvrouw naar Nordin?<br />

a Omdat Nordin teveel lawaai maakt.<br />

b Omdat ze d<strong>en</strong>kt dat Nordin haar briev<strong>en</strong> steelt.<br />

c Omdat ze niet graag heeft dat Nordin briev<strong>en</strong> krijgt.<br />

Nordin krijgt graag briev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> gelukkig krijgt hij er veel. De meeste briev<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van zijn p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>din<br />

in Avelgem. Ze schrijft hem elke week. Avelgem is heel anders dan Brussel, de stad waar Nordin<br />

woont. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> er Nederlands, maar wel e<strong>en</strong> beetje anders dan in Brussel. Het schrijv<strong>en</strong> is<br />

wel hetzelfde. Ze is echt e<strong>en</strong> leuke p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>din. Oh ja, ze heet Tina. Nordin is e<strong>en</strong> beetje verliefd op<br />

haar. Zij is ook verliefd, schrijft ze, maar ze vindt zich met acht jaar nog e<strong>en</strong> beetje te jong <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> echt<br />

liefje ... <strong>en</strong> ‘t is dan ook nog zo ver! Nordin leest haar briev<strong>en</strong> heel graag. Hij leest ze wel zev<strong>en</strong> keer. En<br />

elke week is er weer e<strong>en</strong> nieuwe brief, soms op maandag, soms op dinsdag, soms nog later in de week.<br />

Nordin kijkt elke morg<strong>en</strong> in de bus.<br />

2 Is Tina verliefd op Nordin?<br />

a Ne<strong>en</strong>, want ze voelt zich nog te jong daar<strong>voor</strong><br />

b Ne<strong>en</strong>, want ze won<strong>en</strong> veel te ver van elkaar<br />

c Ja, maar ze wil nog ge<strong>en</strong> liefje<br />

3 D<strong>en</strong>k je dat Nordin <strong>en</strong> Tina elkaar veel zi<strong>en</strong>?<br />

a Ne<strong>en</strong>, want Avelgem ligt ver weg van Brussel.<br />

b Ja, want ze wet<strong>en</strong> elkaar veel te vertell<strong>en</strong> in hun briev<strong>en</strong>.<br />

c Ja, want ze zijn verliefd op elkaar.<br />

Het leuke aan de brief van Tina wordt wel e<strong>en</strong> beetje verpest door die boze buurvrouw. Het lijkt alsof ze<br />

hem gewoon staat op te wacht<strong>en</strong> achter die deur. Nordin hoort haar adem<strong>en</strong>. Ze kan niet stilletjes adem<strong>en</strong><br />

zoals de andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Ze heeft al vaak geschreeuwd. Eig<strong>en</strong>lijk weet Nordin dus steeds wat er<br />

zal gebeur<strong>en</strong>, maar soms komt die schreeuw toch nog heel onverwacht.<br />

4 Nordin krijgt heel graag briev<strong>en</strong>. Maar waardoor vindt Nordin briev<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> soms minder leuk?<br />

a Hij moet soms lang wacht<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> brief.<br />

b De buurvrouw schreeuwt telk<strong>en</strong>s boos wanneer Nordin briev<strong>en</strong> uit de briev<strong>en</strong>bus haalt.<br />

c De buurvrouw kan niet stilletjes adem<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


De boze buurvrouw, die gewoon mevrouw De Vuyster heet, woont alle<strong>en</strong>. Nordin weet niet zoveel over<br />

haar. Hij weet bij<strong>voor</strong>beeld niet hoe oud ze is. Hij vindt ze gewoon oud. Iedere<strong>en</strong> die ouder is dan z’n<br />

moeder is <strong>voor</strong> hem oud. Maar is ze nu vijftig, zestig of zev<strong>en</strong>tig? Nordin vindt haar <strong>voor</strong>al e<strong>en</strong> zielige <strong>en</strong><br />

bange vrouw. De grote jong<strong>en</strong>s uit de buurt plag<strong>en</strong> haar altijd. Ze roep<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>e ding<strong>en</strong> in haar or<strong>en</strong>.<br />

Dan schrikt ze. De grote jong<strong>en</strong>s zijn geme<strong>en</strong> <strong>voor</strong> haar. Ze doet h<strong>en</strong> nochtans niets verkeerd. Ze is wel<br />

niet vri<strong>en</strong>delijk of zo. Ze zal nooit teg<strong>en</strong> iemand iets zegg<strong>en</strong>, maar ze laat t<strong>en</strong>minste iedere<strong>en</strong> met rust.<br />

“Iedere<strong>en</strong> behalve mij,” d<strong>en</strong>kt Nordin. “Maar ik b<strong>en</strong> nog klein. Het zal dat wel zijn.”<br />

5 Waarom vindt Nordin de buurvrouw oud?<br />

a Omdat Nordin d<strong>en</strong>kt dat de buurvrouw al zev<strong>en</strong>tig jaar is.<br />

b Omdat de buurvrouw ouder is dan zijn moeder.<br />

c Omdat de buurvrouw e<strong>en</strong> zielige <strong>en</strong> bange vrouw is.<br />

De mama van Nordin zegt dat hij het zich allemaal niet moet aantrekk<strong>en</strong>. “Die mevrouw is e<strong>en</strong>zaam,”<br />

zegt z’n moeder. “Vroeger k<strong>en</strong>de ze iedere<strong>en</strong> in de wijk <strong>en</strong> nu is ze alle<strong>en</strong>, helemaal alle<strong>en</strong>.” “Heeft ze<br />

dan ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>?” vroeg Nordin e<strong>en</strong>s aan z’n mama. Zijn mama d<strong>en</strong>kt dat ze wel vier kinder<strong>en</strong> heeft,<br />

maar ze heeft die kinder<strong>en</strong> al lang niet meer gezi<strong>en</strong>. Mevrouw De Vuyster is alle<strong>en</strong> op de wereld. Zo lijkt<br />

het toch <strong>voor</strong> Nordin. “Gelukkig heeft ze mij nog,” d<strong>en</strong>kt Nordin, “dan heeft ze toch iemand om teg<strong>en</strong> te<br />

roep<strong>en</strong>. Och, als ik me alle<strong>en</strong> voel, heb ik ook zin om te roep<strong>en</strong> of te huil<strong>en</strong>.”<br />

6 Wat doet Nordin wanneer hij zich alle<strong>en</strong> voelt?<br />

a Nordin telefoneert dan naar e<strong>en</strong> paar vri<strong>en</strong>djes.<br />

b Nordin schrijft dan e<strong>en</strong> brief.<br />

c Nordin heeft dan zin om te roep<strong>en</strong> of te huil<strong>en</strong>.<br />

Laatst schreef Nordin e<strong>en</strong> brief naar z’n p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>din Tina <strong>en</strong> hij legde er z’n probleem met de buurvrouw<br />

in uit. Tina schreef in haar antwoord dat ze dat ook al e<strong>en</strong>s had meegemaakt. To<strong>en</strong> haar opa pas<br />

gestorv<strong>en</strong> was, was haar oma heel alle<strong>en</strong>. Niemand mocht nog prat<strong>en</strong> of lach<strong>en</strong> in huis. Ze was kwaad<br />

als Tina naar de televisie keek. Ze wou zelfs ge<strong>en</strong> verhaaltjes meer vertell<strong>en</strong>. Ze schreeuwde, maar eig<strong>en</strong>lijk<br />

was ze <strong>voor</strong>al droef <strong>en</strong> e<strong>en</strong>zaam.<br />

7 Begrijpt Tina het probleem van Nordins buurvrouw?<br />

a Ne<strong>en</strong>, want Tina schrijft alle<strong>en</strong> maar iets terug over haar eig<strong>en</strong> oma.<br />

b Ja, want Tina schrijft ook graag briev<strong>en</strong>.<br />

c Ja, want de oma van Tina deed ook zo to<strong>en</strong> opa pas gestorv<strong>en</strong> was.<br />

De volg<strong>en</strong>de dag schreeuwt de buurvrouw opnieuw dat Nordin haar briev<strong>en</strong> moet lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Nordin<br />

laat haar daarop de vier briev<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> die hij zopas uit de bus haalde. “Eén <strong>voor</strong> mama, twee <strong>voor</strong> mijn<br />

papa ... <strong>en</strong> nog ééntje, van Tina <strong>voor</strong> mij!” zegt Nordin. “Er is ge<strong>en</strong> brief <strong>voor</strong> jou.” De boze buurvrouw<br />

trekt de briev<strong>en</strong> uit Nordins hand <strong>en</strong> bekijkt ze één <strong>voor</strong> één. Ze neemt haar tijd. Het lijkt erop dat ze die<br />

briev<strong>en</strong> gewoon ev<strong>en</strong> wil vasthoud<strong>en</strong>. Ze voelt meer aan de briev<strong>en</strong> dan ernaar te kijk<strong>en</strong>. Dan geeft ze<br />

de briev<strong>en</strong> terug <strong>en</strong> zegt: “Deze keer zijn ze niet <strong>voor</strong> mij, maar let erop dat je nooit meer mijn briev<strong>en</strong><br />

steelt!”<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Nordin stapt naar bov<strong>en</strong>. Hij d<strong>en</strong>kt na. Nog <strong>voor</strong> hij de brief van Tina op<strong>en</strong>t, neemt hij e<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> schrijft<br />

er <strong>en</strong>kele woord<strong>en</strong> op. Hij wil zijn gedacht<strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hij probeert de buurvrouw te begrijp<strong>en</strong>. Hij schrijft:<br />

boos, e<strong>en</strong>zaam, brief, familie, Tina <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>t er e<strong>en</strong> hartje bij. Nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> lukt nu helemaal niet meer. Van<br />

het papier maakt hij e<strong>en</strong> prop <strong>en</strong> gooit die in de vuilnisbak. Daarna doet hij de brief van Tina op<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de volg<strong>en</strong>de minut<strong>en</strong> droomt hij van haar.<br />

Die avond kan Nordin moeilijk in slaap gerak<strong>en</strong>. Hij heeft weer gezi<strong>en</strong> hoe <strong>en</strong>kele jong<strong>en</strong>s heel vervel<strong>en</strong>d<br />

ded<strong>en</strong> naar die lieve ... euh, hij bedoelt natuurlijk boze buurvrouw. Hij d<strong>en</strong>kt na over dat gevoel. Die<br />

lieve, boze buurvrouw. Het is gek. Hij heeft e<strong>en</strong> speciaal gevoel <strong>voor</strong> haar. “Ze verdi<strong>en</strong>t het wel niet,”<br />

d<strong>en</strong>kt hij, maar toch is er dat warme gevoel. Nordin weet niet waarom.<br />

Hij staat op <strong>en</strong> doet het licht aan. Door het plotselinge licht kan hij ev<strong>en</strong>tjes niets meer zi<strong>en</strong>. Alles is stil.<br />

Hij hoort niemand. Hij hoort alle<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> adem <strong>en</strong> zijn hart dat klopt. Dat is heel normaal natuurlijk,<br />

maar meestal valt het je zo niet op. Nu wel! Het doet Nordin d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de buurvrouw. “Ze kan niet<br />

stilletjes adem<strong>en</strong>, maar haar hart klopt vast heel zachtjes, erg<strong>en</strong>s erg e<strong>en</strong>zaam in e<strong>en</strong> hoekje van haar<br />

oude lichaam.” Nordin neemt e<strong>en</strong> groot wit blad. Hij schrijft:<br />

Beste buurvrouw,<br />

Deze brief zal je misschi<strong>en</strong> verbaz<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> brief van Nordin. Misschi<strong>en</strong> k<strong>en</strong> je mijn naam<br />

niet? Ik b<strong>en</strong> de jong<strong>en</strong> van hierbov<strong>en</strong>. Je weet wel, de jong<strong>en</strong> die je briev<strong>en</strong> “nooit” steelt. Ik<br />

schrijf je omdat ik je wil verrass<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> brief. Ik weet dat je dat graag zou will<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong><br />

wil je wel liever e<strong>en</strong> brief van iemand anders, maar ja, e<strong>en</strong> brief van Nordin is beter dan helemaal<br />

ge<strong>en</strong> brief <strong>en</strong> ik schrijf graag briev<strong>en</strong>. Ik heb ook e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>din. Ze woont in<br />

Avelgem. Misschi<strong>en</strong> b<strong>en</strong> je daar al ooit geweest? Het is wel ver. Nu word ik moe <strong>en</strong> ga ik slap<strong>en</strong>.<br />

Als je zelf e<strong>en</strong>s wilt terugschrijv<strong>en</strong>, je k<strong>en</strong>t mijn adres.<br />

Groetjes,<br />

Nordin<br />

De volg<strong>en</strong>de dag plakt Nordin e<strong>en</strong> postzegel op de brief. Op weg naar school gooit hij de brief in de<br />

postbus. Net <strong>voor</strong> de brief in de postbus verdwijnt, roept hij nog: “Goeie reis, briefje.”<br />

8 Waarom schrijft Nordin e<strong>en</strong> briefje naar zijn buurvrouw?<br />

a Nordin wil de buurvrouw e<strong>en</strong> plezier do<strong>en</strong> met het briefje.<br />

b Nordin wil de buurvrouw plag<strong>en</strong>.<br />

c Nordin moest van zijn mama e<strong>en</strong> brief naar de buurvrouw schrijv<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> dag later huppelt Nordin weer naar de briev<strong>en</strong>bus, zoals elke morg<strong>en</strong>. Er zijn maar twee briev<strong>en</strong>.<br />

Er is er één <strong>voor</strong> zijn papa <strong>en</strong> de tweede brief is ... niet <strong>voor</strong> hem. Die tweede brief is <strong>voor</strong> mevrouw De<br />

Vuyster. Hij knipoogt e<strong>en</strong>s naar die brief, maar laat hem ligg<strong>en</strong>. Op weg naar bov<strong>en</strong> staat de boze buurvrouw<br />

in de weg. “Laat zi<strong>en</strong> die brief!” roept ze. “Oh, wat is ze weer lief vandaag,” d<strong>en</strong>kt Nordin, “echt<br />

e<strong>en</strong> schatje”. “Het is e<strong>en</strong> brief <strong>voor</strong> mijn papa,” zegt hij, <strong>en</strong> terwijl hij naar bov<strong>en</strong> gaat, zegt hij ook nog:<br />

“Jouw brief ligt nog in de bus.” De buurvrouw aarzelt ev<strong>en</strong>, maar stapt dan toch zelf naar de briev<strong>en</strong>bus.<br />

Ze ziet de brief ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> neemt hem opvall<strong>en</strong>d langzaam uit de bus <strong>en</strong> draagt hem naar haar<br />

appartem<strong>en</strong>t. Daar doet ze de brief op<strong>en</strong> <strong>en</strong> groot is haar ... verdriet.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


9 Hoe heet de buurvrouw van Nordin?<br />

a mevrouw De Voet<br />

b mevrouw De Vuil<br />

c mevrouw De Vuyster<br />

d mevrouw Tina<br />

10 Waarom is de buurvrouw niet blij met het briefje van Nordin?<br />

a Het is maar e<strong>en</strong> heel kort briefje.<br />

b Ze leest niet graag briev<strong>en</strong>.<br />

c Ze had liever e<strong>en</strong> brief van één van haar kinder<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>.<br />

De buurvrouw verfrommelt de brief. Ze is kwaad <strong>en</strong> ze huilt. Ev<strong>en</strong> later neemt ze opnieuw de brief in<br />

haar hand<strong>en</strong>. Ze wrijft hem plat, zo goed als dat nog kan. Ze leest de brief opnieuw <strong>en</strong> ... ze huilt<br />

opnieuw, maar nu niet meer van verdriet. Deze tran<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de brief nat <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> vlekk<strong>en</strong>.<br />

Voorzichtig veegt ze de tran<strong>en</strong> weg.<br />

De volg<strong>en</strong>de dag staat er ge<strong>en</strong> boze buurvrouw achter de deur. De deur is zelfs dicht <strong>en</strong> Nordin hoort<br />

niemand adem<strong>en</strong>. De dag daarop ligt er e<strong>en</strong> pakje in de briev<strong>en</strong>bus. Het pakje is <strong>voor</strong> Nordin. Het is<br />

mooi ingepakt. Nordin neemt het pakje mee naar bov<strong>en</strong> <strong>en</strong> legt het op zijn tafel. Hij bekijkt het eerst van<br />

alle kant<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna maakt hij het pakje op<strong>en</strong>. Er zit e<strong>en</strong> mooie vulp<strong>en</strong> in, de mooiste die Nordin ooit<br />

zag, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kaartje. “Voor mijn lieve p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>d, vanwege Nora De Vuyster” staat erop.<br />

11 Waarom, d<strong>en</strong>k je, krijgt Nordin e<strong>en</strong> cadeautje van zijn buurvrouw?<br />

a Omdat de buurvrouw toch heel blij is dat ze e<strong>en</strong> brief heeft gekreg<strong>en</strong>.<br />

b Omdat de buurvrouw hoopt dat Nordin daardoor haar briev<strong>en</strong> niet meer zal stel<strong>en</strong>.<br />

c Omdat de buurvrouw de vulp<strong>en</strong> niet meer nodig had.<br />

12 Is de vulp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed cadeautje <strong>voor</strong> Nordin?<br />

a Ne<strong>en</strong>, want Nordin is nog te klein om met e<strong>en</strong> vulp<strong>en</strong> te schrijv<strong>en</strong>.<br />

b Ja, want met die vulp<strong>en</strong> kan Nordin zijn briev<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>.<br />

c Ja, want Nordin had net e<strong>en</strong> nieuwe vulp<strong>en</strong> nodig.<br />

Sinds die dag heeft Nordin twee beste vri<strong>en</strong>dinn<strong>en</strong>. Tina in Avelgem <strong>en</strong> Nora ... in huis. Nora vertelt hem<br />

veel over vroeger. “Onze buurt is helemaal veranderd,” zegt ze. “Vroeger k<strong>en</strong>de ik hier iedere<strong>en</strong>, maar<br />

alle Belg<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> weg of zijn dood. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er nu won<strong>en</strong> zijn niet slechter, maar ik mis mijn<br />

vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> mijn familie.” Nora vertelt over haar vier kinder<strong>en</strong>. Ze hebb<strong>en</strong> de stad verlat<strong>en</strong>. Ze leid<strong>en</strong> elk<br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>. Haar zoon Pierre heeft e<strong>en</strong> restaurant aan de kust. Hij heeft nooit tijd. Claire woont in<br />

Frankrijk. Ze is getrouwd met e<strong>en</strong> rijke boer. Marie verkoopt ... Ze verkoopt iets, maar wat wil Nora niet<br />

vertell<strong>en</strong>. Nordin zou het toch niet begrijp<strong>en</strong>. En Jules: waar hij is, weet niemand. Nora barst in tran<strong>en</strong><br />

uit. Nordin troost haar. Ze neemt z’n hand <strong>en</strong> zegt: “Je b<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> lieve jong<strong>en</strong>. Had ik dat maar eerder<br />

gezi<strong>en</strong>.”<br />

“Zal ik e<strong>en</strong>s in de briev<strong>en</strong>bus gaan kijk<strong>en</strong> of de postbode al geweest is?,” vraagt Nordin. “Doe maar, jong<strong>en</strong>,”<br />

zegt Nora, “<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g mijn post ook maar mee.”<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

luister<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

13 Wat is er <strong>voor</strong> de buurvrouw veranderd in de buurt?<br />

a De buurt is vuil geword<strong>en</strong>.<br />

b Er won<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer die ze k<strong>en</strong>t.<br />

c Haar zoon Pierre heeft nu e<strong>en</strong> restaurant in de buurt.<br />

14 Wat weet je over de kinder<strong>en</strong> van de buurvrouw?<br />

a De kinder<strong>en</strong> het<strong>en</strong> Bruno, Josephine, Emma <strong>en</strong> Mathieu.<br />

b De kinder<strong>en</strong> zijn nog heel jong.<br />

c De kinder<strong>en</strong> won<strong>en</strong> ver weg <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> nooit briev<strong>en</strong> naar hun moeder.<br />

Bron: 10 (on)gewone verhal<strong>en</strong> uit Brussel<br />

Patrick Vanspauw<strong>en</strong><br />

Impuls Brussel vzw<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- toetsblad (bijlage A)<br />

- cassette met het verhaal <strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> (bijlage B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de luistertoets ‘Nordin’<br />

Deze toets wordt gescoord op 14 items. Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk ze met<br />

de onderstaande lijst. Als het antwoord van de leerling<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komt met wat hieronder staat, krijgt<br />

de leerling e<strong>en</strong> 1 <strong>voor</strong> het item, als dat niet het geval is, e<strong>en</strong> 0.<br />

Als er meer dan één mogelijk antwoord is aangeduid, wordt het item foutgerek<strong>en</strong>d.<br />

Om de totaalscore te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> de 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> de 1-<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores.<br />

Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de vrag<strong>en</strong> met het juiste antwoord, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore. Deze is gelijk aan het aantal<br />

correct gescoorde items.<br />

1 b<br />

2 c<br />

3 a<br />

4 b<br />

5 b<br />

6 c<br />

7 c<br />

8 a<br />

9 c<br />

10 c<br />

11 a<br />

12 b<br />

13 b<br />

14 c<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de luistertoets ‘Nordin’<br />

NORDIN • LUISTEREN • 3de LEERJAAR • einde <strong>derde</strong> trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

14 12 - 13 9 - 11 7 - 8 min 7<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

luister<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

luister<strong>en</strong><br />

totaal<br />

op 14<br />

14 =<br />

c<br />

13 =<br />

b<br />

12 =<br />

b<br />

11 =<br />

a<br />

10 =<br />

c<br />

9 =<br />

c<br />

8 =<br />

a<br />

7 =<br />

c<br />

6 =<br />

c<br />

5 =<br />

b<br />

4 =<br />

b<br />

3 =<br />

a<br />

2 =<br />

c<br />

1 =<br />

b<br />

nr + naam van de leerling<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

3 3<br />

7<br />

8<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Luister goed naar het verhaal <strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>. Zet e<strong>en</strong> cirkel rond de letter van het<br />

juiste antwoord.<br />

1 a b c<br />

2 a b c<br />

3 a b c<br />

4 a b c<br />

5 a b c<br />

6 a b c<br />

7 a b c<br />

8 a b c<br />

9 a b c d<br />

10 a b c<br />

11 a b c<br />

12 a b c<br />

13 a b c<br />

14 a b c<br />

luister<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


LEZEN


OPRUIMEN: WAAR MOETEN DE SPULLETJES IN BRAMS<br />

KAMER STAAN?<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst waarin Bram vertelt waar alle spulletjes in<br />

zijn kamer moet<strong>en</strong> staan. De leerling<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing van<br />

Brams kamer met nummers aan waar de spull<strong>en</strong> precies moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

Ze moet<strong>en</strong> de tekst dus heel goed lez<strong>en</strong> om te wet<strong>en</strong> op welke plaats in<br />

de kamer ze het nummer van e<strong>en</strong> ding moet<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de tekst individueel <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing van<br />

Brams kamer met nummers aan waar de spull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> staan. In de<br />

introductie word<strong>en</strong> er <strong>en</strong>kele oef<strong>en</strong>items klassikaal behandeld.<br />

scoring Deze toets bevat 14 scoorbare items. Het gaat hier om de nummers van<br />

de spull<strong>en</strong> die op de juiste plaats in de kamer gezet moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Drie<br />

nummers word<strong>en</strong> om diverse red<strong>en</strong><strong>en</strong> (zie scoringswijzer) niet meegerek<strong>en</strong>d.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de tek<strong>en</strong>ing van Brams kamer met de spulletjes errond<br />

(zie bijlage A), de tekst over de spulletjes (zie bijlage C) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> (kleur)potlood.<br />

Vergroot bijlage A <strong>voor</strong> klassikaal gebruik.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1


1<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Geef alle leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing van Brams kamer met de spulletjes errond (zie bijlage<br />

A). Laat ze hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) op de achterkant van de tek<strong>en</strong>ing schrijv<strong>en</strong>. Hou<br />

zelf e<strong>en</strong> uitvergroot exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing bij de hand. Als introductie op de toets kan je de leerling<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> over hun kamer. Dit gesprekje hoeft niet uitgebreid te zijn. Hun eig<strong>en</strong><br />

kamer behoort immers tot de dagelijkse leefwereld van de leerling<strong>en</strong>.<br />

Jullie zi<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing de kamer van Bram. (Laat de leerling<strong>en</strong> er ev<strong>en</strong> naar kijk<strong>en</strong>.)<br />

Hebb<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> kamer of moet je die del<strong>en</strong> met je broers of zuss<strong>en</strong>?<br />

Lijkt jullie kamer op die van Bram? Hebb<strong>en</strong> jullie ook e<strong>en</strong> bureau<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> boek<strong>en</strong>rek? Hangt er ook e<strong>en</strong> grote lamp in jullie kamer? (Wijs ev<strong>en</strong><br />

op de grote lamp, die is misschi<strong>en</strong> niet zo duidelijk <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>.) Wat staat er nog allemaal in<br />

jullie kamer? E<strong>en</strong> radio? (Wijs de radio aan.) Veel speelgoed? Staan er ook ding<strong>en</strong><br />

in waarmee jullie sport<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> bal bij<strong>voor</strong>beeld, of e<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong>nisracket?<br />

Wijs de t<strong>en</strong>nisracket aan <strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat de leerling<strong>en</strong> die t<strong>en</strong>nisracket op de tek<strong>en</strong>ing zi<strong>en</strong>. Je gaat<br />

best ev<strong>en</strong> op de term<strong>en</strong> 't<strong>en</strong>nisracket' <strong>en</strong> 't<strong>en</strong>niss<strong>en</strong>' in. T<strong>en</strong>nis kan je best definiër<strong>en</strong> als 'e<strong>en</strong> spel<br />

waarbij twee spelers met e<strong>en</strong> racket e<strong>en</strong> balletje naar elkaar slaan. Ze prober<strong>en</strong> het balletje zo (hard)<br />

te slaan dat de andere het balletje niet kan terugslaan.'<br />

Mak<strong>en</strong> jullie je huiswerk op je kamer? Mog<strong>en</strong> je broers <strong>en</strong> zuss<strong>en</strong> op je<br />

kamer kom<strong>en</strong>? Is jullie kamer soms rommelig? Wat zegt jullie mama of<br />

papa daarvan? Moet<strong>en</strong> jullie je kamer zelf opruim<strong>en</strong>?<br />

Leid vervolg<strong>en</strong>s de toets in met het volg<strong>en</strong>de verhaaltje.<br />

Bram is e<strong>en</strong> jongetje met e<strong>en</strong> heel rommelige kamer. Zijn mama vindt<br />

dat niet zo fijn. Ze heeft al wel honderd keer gezegd dat Bram zijn<br />

kamer moet opruim<strong>en</strong>. Maar Bram doet liever andere ding<strong>en</strong>. Nu is<br />

mama het beu. Ze heeft bijna alle spull<strong>en</strong> uit zijn kamer gehaald. Dat zie<br />

je op de tek<strong>en</strong>ing. De spull<strong>en</strong> staan niet meer in, maar rond de kamer.<br />

Brams kamer is dus bijna leeg: <strong>en</strong>kele plank<strong>en</strong> in het grote rek zijn leeg,<br />

aan de kapstokjes hangt niets... (Wijs de beide kapstokjes, naast het raam <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het bed, aan<br />

<strong>en</strong> zorg er<strong>voor</strong> dat de leerling<strong>en</strong> deze op de tek<strong>en</strong>ing zi<strong>en</strong>.)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Al de spulletjes moet<strong>en</strong> natuurlijk terug in de kamer gezet word<strong>en</strong>. Op<br />

de goede plaats!<br />

Je ziet dat elk spulletje e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> nummer of letter heeft. (Ga hier niet verder op in.<br />

De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gewoon wet<strong>en</strong> dat elk ding (of ding<strong>en</strong> die bij elkaar hor<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> nummer of letter heeft.)<br />

Zo kan je de letters/nummers van de spull<strong>en</strong> op de goede plaats in de<br />

kamer zett<strong>en</strong>. We gaan dat eerst e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong> prober<strong>en</strong>. Neem je<br />

(kleur)potlood <strong>en</strong> luister goed naar wat ik zeg.<br />

Bram heeft graag dat de kleurpotlod<strong>en</strong> op zijn bureau ligg<strong>en</strong>. Zet dus<br />

de letter van de kleurpotlod<strong>en</strong>, dat is letter a, op het bureau in Brams<br />

kamer. Let erop dat je de letter precies op het bureau zet. (Zet zelf de letter van de<br />

kleurpotlod<strong>en</strong> (letter a dus) op het bureau op de uitvergrote tek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> toon dat aan de leerling<strong>en</strong>. Laat h<strong>en</strong> hetzelfde<br />

do<strong>en</strong> op hun kleine tek<strong>en</strong>ing. Controleer of de leerling<strong>en</strong> het op de juiste manier do<strong>en</strong>.)<br />

Nu kan je ook aanduid<strong>en</strong> dat het boek dat op het bureau ligt, bij de<br />

andere boek<strong>en</strong> in het boek<strong>en</strong>rek moet staan. (Toon dat boek op de tek<strong>en</strong>ing. Het verschil<br />

met de andere items is dat het boek niet buit<strong>en</strong>, maar al in de kamer ligt. Het is belangrijk dat de leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat<br />

er ook nummers of letters in de kamer zelf staan. In de toets komt immers ook e<strong>en</strong> item <strong>voor</strong> dat al in de kamer ligt <strong>en</strong><br />

waarvan het nummer dus ook al in de kamer staat.)<br />

Loop door de klas <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> de letters a <strong>en</strong> b op de juiste manier op de juiste plaats<br />

zett<strong>en</strong>. Als dat niet het geval is, kan je de procedure nog e<strong>en</strong>s opnieuw uitlegg<strong>en</strong>. Zorg er<strong>voor</strong> dat de<br />

leerling<strong>en</strong> de letters precies zett<strong>en</strong> waar ze moet<strong>en</strong> staan, <strong>en</strong> niet erg<strong>en</strong>s in de buurt ervan, want dan<br />

is het achteraf niet duidelijk wat ze bedoeld<strong>en</strong>.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> letter of nummer fout gezet heeft <strong>en</strong> dat wil verbeter<strong>en</strong>, kan hij over het<br />

foute tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kruisje zett<strong>en</strong>. Maar b<strong>en</strong>adruk dat ze eerst goed moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ze e<strong>en</strong> nummer<br />

in de kamer zett<strong>en</strong>. Zeg h<strong>en</strong> dat ze eerst moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> welk nummer het spulletje heeft, dan hun<br />

vinger zett<strong>en</strong> op de plaats in de kamer waar het spulletje moet kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> pas dan het nummer van<br />

dat spulletje op die plaats schrijv<strong>en</strong>.<br />

Blijf ook tijd<strong>en</strong>s de toets door de klas rondlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> houd in het oog of de leerling<strong>en</strong> de procedure<br />

goed uitvoer<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

lez<strong>en</strong><br />

1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Toets<br />

Als de leerling<strong>en</strong> aan de hand van de oef<strong>en</strong>items begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hoe de toetsprocedure werkt <strong>en</strong> ze<br />

hun ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing verbeterd hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze aan de toets beginn<strong>en</strong>. Geef ze<br />

allemaal de blad<strong>en</strong> met de tekst over de spulletjes (zie bijlage B). Vraag h<strong>en</strong> om niet op de blad<strong>en</strong> met<br />

de leestekst te schrijv<strong>en</strong>, dan kunn<strong>en</strong> deze blad<strong>en</strong> hergebruikt word<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de afname van de<br />

toets.<br />

Jullie gaan nu zelf de andere spulletjes in Brams kamer zett<strong>en</strong>, net zoals<br />

jullie dat met de kleurpotlod<strong>en</strong> <strong>en</strong> het boek hebb<strong>en</strong> gedaan. Maar ik ga<br />

jullie niet meer vertell<strong>en</strong> waar de spulletjes moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Dat staat in<br />

de tekst. Lees de tekst dus heel goed <strong>en</strong> schrijf de nummers van de spull<strong>en</strong><br />

met kleurpotlood duidelijk op de goede plaats in de kamer. Het<br />

begint met nummer 1.<br />

Geef ge<strong>en</strong> verdere aanwijzing<strong>en</strong> over de te volg<strong>en</strong> strategie bij het uitvoer<strong>en</strong> van deze leestaak, zoals<br />

"Lees eerst de tekst e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je nummers op de tek<strong>en</strong>ing schrijft." of "Telk<strong>en</strong>s als je<br />

e<strong>en</strong> ding weet, mag je het nummertje op de tek<strong>en</strong>ing schrijv<strong>en</strong>." Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goede leesstrategie wordt ook mee geëvalueerd. Leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hier normaliter<br />

gewoontes toepass<strong>en</strong> die ze tijd<strong>en</strong>s de les hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>, maar het is niet de bedoeling<br />

dat je h<strong>en</strong> hier op die gewoontes wijst.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling signaleert dat hij iets niet vindt, kan je erop wijz<strong>en</strong> dat hij het volg<strong>en</strong>de item<br />

(spulletje) kan prober<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> die signaler<strong>en</strong> dat er iets niet klopt, kan je aanrad<strong>en</strong> om nog e<strong>en</strong>s<br />

terug te gaan lez<strong>en</strong>. Maar preciseer dat niet verder. Als er uitleg wordt gevraagd over woord<strong>en</strong>, spoor<br />

de leerling<strong>en</strong> dan aan om zelf naar de betek<strong>en</strong>is te zoek<strong>en</strong> op basis van wat er in de zinn<strong>en</strong> staat<br />

(context).<br />

"Nu is het g<strong>en</strong>oeg", zegt Brams mama boos. "Als je kamer binn<strong>en</strong> het uur niet opgeruimd is, mag<br />

je niet mee naar zee." Bram zucht. Hij wil heel graag mee met Esther <strong>en</strong> David e<strong>en</strong> week<strong>en</strong>d<br />

naar de zee. Maar zijn kamer opruim<strong>en</strong>, dat is nog e<strong>en</strong> heel karwei. Die ligt al maand<strong>en</strong> vol rommel.<br />

Pfff! Bram zucht nog e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> loopt de trap op. Dan staat hij binn<strong>en</strong> in zijn kamer. Maar wat<br />

ziet hij. Zijn kamer is bijna helemaal leeg. Iemand heeft al zijn spulletjes uit zijn kamer gehaald.<br />

En nu moet<strong>en</strong> die terug de kamer in. Bram weet niet waar hij moet beginn<strong>en</strong>. Hoe krijgt hij zijn<br />

kamer ooit weer op orde?<br />

Misschi<strong>en</strong> kan jij help<strong>en</strong> om alle spull<strong>en</strong> weer op hun plaats in de kamer te zett<strong>en</strong>. Bram zal je<br />

precies vertell<strong>en</strong> waar alles moet staan. Dan kan jij de nummers op de juiste plaats zett<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Bram vertelt:<br />

"'s Avonds, als ik in mijn bed lig, luister ik graag nog wat naar muziek. Daarom heb ik mijn radio het<br />

liefst vlak naast mijn bed, op het tafeltje.<br />

Weet je dat ik ook graag tek<strong>en</strong>? Zie je daar die tek<strong>en</strong>ing met dat huisje? Mooi hè. Die mag bov<strong>en</strong> mijn<br />

bed aan de muur geprikt word<strong>en</strong>. Ofwel leg je de tek<strong>en</strong>ing op mijn bureau. Dan kan ik er nog aan<br />

verder werk<strong>en</strong>.<br />

Maar veel tijd om te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> heb ik niet, want ik t<strong>en</strong>nis ook. Twee keer per week. Ik heb pas e<strong>en</strong><br />

nieuwe t<strong>en</strong>nisracket gekreg<strong>en</strong>. Daar b<strong>en</strong> ik heel <strong>voor</strong>zichtig mee. Mijn racket staat het best in e<strong>en</strong><br />

hoek waar nog niets staat.<br />

En wo<strong>en</strong>sdagnamiddag ga ik naar de muziekles. Maar dat vind ik niet zo leuk. Ik schuif mijn muziekinstrum<strong>en</strong>t<br />

altijd ver weg onder mijn bed. Dan zie ik het lekker niet.<br />

Soms komt mijn vri<strong>en</strong>dje Olivio spel<strong>en</strong>. Dan spel<strong>en</strong> we met de autootjes <strong>en</strong> vliegtuigjes of mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

puzzel. Voor die autootjes heb ik e<strong>en</strong> grote doos op mijn kamer. Maar vorige keer hebb<strong>en</strong> we iets heel<br />

anders gedaan. We hebb<strong>en</strong> popp<strong>en</strong>kast gespeeld. De popp<strong>en</strong>kast stond in het midd<strong>en</strong> van de kamer.<br />

Dat was heel fijn. Jammer g<strong>en</strong>oeg is de popp<strong>en</strong>kast niet van mij, maar van mijn zus. Die moet dus<br />

terug naar haar kamer, <strong>en</strong> niet naar de mijne. Maar de teddybeer is niet van haar! Al zegt mijn zus<br />

van wel. Daarover hebb<strong>en</strong> we gister<strong>en</strong> veel ruzie gemaakt. We hebb<strong>en</strong> allebei zo hard aan de beer<br />

getrokk<strong>en</strong> dat zijn armpjes eraf gescheurd zijn. Nu ga ik die arme teddybeer onder mijn bed verstopp<strong>en</strong>.<br />

Als er daar nog niets ligt. Anders moet hij maar onder mijn bureau.<br />

Ik heb ook e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dinnetje: Eli<strong>en</strong>. Ze heeft mij e<strong>en</strong> foto van zichzelf gegev<strong>en</strong>. Die krijgt e<strong>en</strong> mooi<br />

plekje in mijn kamer: op de middelste plank van het boek<strong>en</strong>rek. Daar staat nog niets. Eig<strong>en</strong>lijk b<strong>en</strong> ik<br />

e<strong>en</strong> beetje verliefd op haar. Sssjjt! Niet verder vertell<strong>en</strong> hoor.<br />

Ev<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, welke spulletjes moet<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> plaats in mijn kamer krijg<strong>en</strong>?<br />

De twee vliegtuigjes, die bij elkaar ligg<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> nog bij in de doos met de autootjes. De andere<br />

mog<strong>en</strong> op mijn bureau ligg<strong>en</strong>. Dat vindt mijn mama niet erg. Maar losse puzzelstukjes hor<strong>en</strong> daar<br />

niet, zegt ze. Want zo rak<strong>en</strong> ze kwijt. Ze heeft speciaal <strong>voor</strong> de losse stukjes e<strong>en</strong> klein doosje gekocht.<br />

Dat doosje mag naast de visbak staan. Het potje met viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong> niet. Want het was er e<strong>en</strong> keer afgevall<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> to<strong>en</strong> lag mijn bureau vol viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>. Als het potje op de onderste plank van het grote rek<br />

staat, kan dat niet meer gebeur<strong>en</strong>. Maar daar leg ik altijd mijn lievelingspet, die met streepjes. Die pet<br />

zet ik bijna elke dag op. Soms zet ik mijn pet zelfs omgedraaid op. Tof hè. Weet je wat? Ik zal mijn pet<br />

aan het kapstokje naast het raam hang<strong>en</strong>. Dan is er toch plaats <strong>voor</strong> het potje viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>.<br />

De wekker wil ik liever niet meer naast mijn bed. Die maakt 's morg<strong>en</strong>s zoveel lawaai! Ik wil dat die<br />

zover mogelijk van mijn bed staat. Helemaal aan de andere kant van de kamer."<br />

Bram ziet dat zijn kamer bijna opgeruimd is. Je hebt hem flink geholp<strong>en</strong>! Bram is zo blij dat hij iets<br />

geks doet met de laatste ding<strong>en</strong>. Zijn sjaal slingert hij rond de lamp <strong>en</strong> zijn knikkers laat hij bij de visjes<br />

vall<strong>en</strong>.<br />

Kan jij dat op de tek<strong>en</strong>ing ook nog aanduid<strong>en</strong> met nummers?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- toetsblad: tek<strong>en</strong>ing van Brams kamer met de spulletjes errond (A)<br />

- leestekst met uitleg over de spulletjes (B)<br />

- tek<strong>en</strong>ing van de kamer, waarop de nummers op de juiste plaats staan (C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de leestoets 'Opruim<strong>en</strong>'<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Bekijk de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Overloop het onderstaande lijstje <strong>en</strong> zet onder de corresponder<strong>en</strong>de<br />

nummers in de scoretabel 1-<strong>en</strong> of 0-<strong>en</strong>, al naargelang van of de leerling<strong>en</strong> de nummers al of<br />

niet op de juiste plaats hebb<strong>en</strong> gezet. De tek<strong>en</strong>ing van de leerling<strong>en</strong> kan ook vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met<br />

de tek<strong>en</strong>ing in bijlage C. Daarop staan de nummers op de juiste plaats.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling het nummer van e<strong>en</strong> bepaald item nerg<strong>en</strong>s gezet heeft, scoort de leerling <strong>voor</strong><br />

dat item 0. Wanneer echter e<strong>en</strong> leerling het nummer van e<strong>en</strong> item op meer dan één plaats in de<br />

kamer gezet heeft, waaronder de juiste plaats(<strong>en</strong>), scoort de leerling op dat item 1.<br />

Drie nummers die de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaats moest<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet in de scoring betrokk<strong>en</strong>. Het<br />

gaat om nummer 1, wat nog als e<strong>en</strong> opwarmertje wordt beschouwd; nummer 6, wat eig<strong>en</strong>lijk niet in,<br />

maar buit<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong> geplaatst; <strong>en</strong> nummer 9, dat <strong>en</strong>kel als <strong>voor</strong>bereiding op<br />

nummer 10 moet word<strong>en</strong> beschouwd, maar op zichzelf niet meetelt.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers die de leerling<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>, zodat er ge<strong>en</strong><br />

vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores ingevuld word<strong>en</strong>.<br />

overzicht van de juiste items = nummers van de spulletjes <strong>en</strong> de plaats waar ze moet<strong>en</strong> staan:<br />

2 tek<strong>en</strong>ing: erg<strong>en</strong>s op de muur bov<strong>en</strong> het bed of op het bureau<br />

3 t<strong>en</strong>nisracket: in de vrije hoek (rechtsbov<strong>en</strong>aan op de tek<strong>en</strong>ing of linksonderaan)<br />

4 muziekinstrum<strong>en</strong>t: onder het bed. Natuurlijk kan het nummer niet echt onder het bed gezet word<strong>en</strong>,<br />

maar wanneer het nummer op de dek<strong>en</strong> staat, is het fout.<br />

5 autootjes: in de GROTE doos in de kamer. Het nummer hoeft niet per se IN de doos te staan.<br />

7 teddybeer: onder het bureau, maar als het nummer onder het bed staat, al ligt er daar al iets<br />

onder (het muziekinstrum<strong>en</strong>t), moet het goedgerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Het kan immers zijn dat de leerling<br />

de teddybeer eerst onder het bed 'gestok<strong>en</strong>' heeft <strong>voor</strong> dat er iets anders lag: de leerling<strong>en</strong><br />

hoev<strong>en</strong> de volgorde van de items in de tekst niet te respecter<strong>en</strong>.<br />

8 foto: op de middelste plank van het rek.<br />

10 de overige vliegtuigjes: op het bureau. Rek<strong>en</strong> het zeker niet fout als de leerling<strong>en</strong> 3 keer nummer<br />

10 op het bureau hebb<strong>en</strong> gezet; de drie 'overige vliegtuigjes' staan immers verspreid op de tek<strong>en</strong>ing.<br />

11 puzzelstukjes: in het KLEINE doosje in de kamer. Het nummer hoeft niet per se IN de doos te<br />

staan.<br />

12 klein doosje: naast de visbak op de legplank bov<strong>en</strong> het bureau<br />

13 potje met viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>: op de onderste plank van het boek<strong>en</strong>rek<br />

14 lievelingspet (de gestreepte): teg<strong>en</strong> of op het kapstokje NAAST het raam<br />

! Als hier <strong>en</strong>kel nr. 18 staat (= de andere pet) is dat niet voldo<strong>en</strong>de. Nr. 18 mag er wel bij staan,<br />

maar dat hoeft niet.<br />

15 wekker: erg<strong>en</strong>s zover mogelijk van het bed weg. Rek<strong>en</strong> alle plaats<strong>en</strong> goed in de andere helft dan<br />

de helft van de kamer waarin het bed staat.<br />

16 sjaal: teg<strong>en</strong> of op de lamp<br />

17 knikkers: in de visbak<br />

NB: De andere pet (nr. 18) mag overal of nerg<strong>en</strong>s staan, wordt niet meegerek<strong>en</strong>d.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Normtabel bij de leestoets ‘Opruim<strong>en</strong>’<br />

OPRUIMEN • LEZEN • 3de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

13 - 14 10 - 12 7 - 9 5 - 6 min 5<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

lez<strong>en</strong><br />

Totaal<br />

op 14<br />

2 3 4 5 7 8 10 11 12 13 14 15 16 17<br />

Naam van de leerling<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

3 1<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


9.<br />

2. 3.<br />

Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

18.<br />

1.<br />

10.<br />

5.<br />

4.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

b<br />

a<br />

6.<br />

17.<br />

7.<br />

12.<br />

kopieerblad<br />

10.<br />

8.<br />

10.<br />

11.<br />

13. 14.<br />

15.<br />

16.<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


Leestekst<br />

kopieerblad<br />

"Nu is het g<strong>en</strong>oeg", zegt Brams mama boos. "Als je kamer binn<strong>en</strong> het<br />

uur niet opgeruimd is, mag je niet mee naar zee." Bram zucht. Hij wil<br />

heel graag mee met Esther <strong>en</strong> David e<strong>en</strong> week<strong>en</strong>d naar de zee. Maar<br />

zijn kamer opruim<strong>en</strong>, dat is nog e<strong>en</strong> heel karwei. Die ligt al maand<strong>en</strong><br />

vol rommel. Pfff! Bram zucht nog e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> loopt de trap op. Dan staat<br />

hij binn<strong>en</strong> in zijn kamer. Maar wat ziet hij. Zijn kamer is bijna<br />

helemaal leeg. Iemand heeft al zijn spulletjes uit zijn kamer gehaald.<br />

En nu moet<strong>en</strong> die terug de kamer in. Bram weet niet waar hij moet<br />

beginn<strong>en</strong>. Hoe krijgt hij zijn kamer ooit weer op orde?<br />

Misschi<strong>en</strong> kan jij help<strong>en</strong> om alle spull<strong>en</strong> weer op hun plaats in de<br />

kamer te zett<strong>en</strong>. Bram zal je precies vertell<strong>en</strong> waar alles moet staan.<br />

Dan kan jij de nummers op de juiste plaats zett<strong>en</strong>.<br />

Bram vertelt:<br />

"'s Avonds, als ik in mijn bed lig, luister ik graag nog wat naar muziek.<br />

Daarom heb ik mijn radio het liefst vlak naast mijn bed, op het tafeltje.<br />

Weet je dat ik ook graag tek<strong>en</strong>? Zie je daar die tek<strong>en</strong>ing met dat huisje?<br />

Mooi hè. Die mag bov<strong>en</strong> mijn bed aan de muur geprikt word<strong>en</strong>. Ofwel<br />

leg je de tek<strong>en</strong>ing op mijn bureau. Dan kan ik er nog aan verder werk<strong>en</strong>.<br />

Maar veel tijd om te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> heb ik niet, want ik t<strong>en</strong>nis ook. Twee keer<br />

per week. Ik heb pas e<strong>en</strong> nieuwe t<strong>en</strong>nisracket gekreg<strong>en</strong>. Daar b<strong>en</strong> ik heel<br />

<strong>voor</strong>zichtig mee. Mijn racket staat het best in e<strong>en</strong> hoek waar nog niets<br />

staat.<br />

En wo<strong>en</strong>sdagnamiddag ga ik naar de muziekles. Maar dat vind ik niet<br />

zo leuk. Ik schuif mijn muziekinstrum<strong>en</strong>t altijd ver weg onder mijn bed.<br />

Dan zie ik het lekker niet.<br />

Soms komt mijn vri<strong>en</strong>dje Olivio spel<strong>en</strong>. Dan spel<strong>en</strong> we met de autootjes<br />

<strong>en</strong> vliegtuigjes of mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> puzzel. Voor die autootjes heb ik e<strong>en</strong> grote<br />

doos op mijn kamer. Maar vorige keer hebb<strong>en</strong> we iets heel anders<br />

gedaan. We hebb<strong>en</strong> popp<strong>en</strong>kast gespeeld. De popp<strong>en</strong>kast stond in het<br />

midd<strong>en</strong> van de kamer.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B1


kopieerblad<br />

Dat was heel fijn. Jammer g<strong>en</strong>oeg is de popp<strong>en</strong>kast niet van mij, maar<br />

van mijn zus. Die moet dus terug naar haar kamer, <strong>en</strong> niet naar de<br />

mijne. Maar de teddybeer is niet van haar! Al zegt mijn zus van wel.<br />

Daarover hebb<strong>en</strong> we gister<strong>en</strong> veel ruzie gemaakt. We hebb<strong>en</strong> allebei zo<br />

hard aan de beer getrokk<strong>en</strong> dat zijn armpjes eraf gescheurd zijn. Nu ga<br />

ik die arme teddybeer onder mijn bed verstopp<strong>en</strong>. Als er daar nog niets<br />

ligt. Anders moet hij maar onder mijn bureau.<br />

Ik heb ook e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dinnetje: Eli<strong>en</strong>. Ze heeft mij e<strong>en</strong> foto van haarzelf<br />

gegev<strong>en</strong>. Die krijgt e<strong>en</strong> mooi plekje in mijn kamer: op de middelste<br />

plank van het boek<strong>en</strong>rek. Daar staat nog niets. Eig<strong>en</strong>lijk b<strong>en</strong> ik e<strong>en</strong> beetje<br />

verliefd op haar. Sssjjt! Niet verder vertell<strong>en</strong> hoor.<br />

Ev<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, welke spulletjes moet<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> plaats in mijn kamer<br />

krijg<strong>en</strong>?<br />

Twee vliegtuigjes kunn<strong>en</strong> nog bij in de doos met de autootjes. De andere<br />

mog<strong>en</strong> op mijn bureau ligg<strong>en</strong>. Dat vindt mijn mama niet erg. Maar losse<br />

puzzelstukjes hor<strong>en</strong> daar niet, zegt ze. Want zo rak<strong>en</strong> ze kwijt. Ze heeft<br />

speciaal <strong>voor</strong> de losse stukjes e<strong>en</strong> klein doosje gekocht.<br />

Dat doosje mag naast de visbak staan. Het potje met viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong> niet.<br />

Want het was er e<strong>en</strong> keer afgevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> to<strong>en</strong> lag mijn bureau vol<br />

viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>. Als het potje op de onderste plank van het grote rek staat,<br />

kan dat niet meer gebeur<strong>en</strong>. Maar daar leg ik altijd mijn lievelingspet,<br />

die met streepjes. Die pet zet ik bijna elke dag op. Soms zet ik mijn pet<br />

zelfs omgedraaid op. Tof hè. Weet je wat? Ik zal mijn pet aan het<br />

kapstokje naast het raam hang<strong>en</strong>. Dan is er toch plaats <strong>voor</strong> het potje<br />

viss<strong>en</strong>et<strong>en</strong>.<br />

De wekker wil ik liever niet meer naast mijn bed. Die maakt 's morg<strong>en</strong>s<br />

zoveel lawaai! Ik wil dat die zover mogelijk van mijn bed staat.<br />

Helemaal aan de andere kant van de kamer."<br />

Bram ziet dat zijn kamer bijna opgeruimd is. Je hebt hem flink geholp<strong>en</strong>!<br />

Bram is zo blij dat hij iets geks doet met de laatste ding<strong>en</strong>. Zijn sjaal<br />

slingert hij rond de lamp <strong>en</strong> zijn knikkers laat hij bij de visjes vall<strong>en</strong>.<br />

Kan jij dat op de tek<strong>en</strong>ing ook nog aanduid<strong>en</strong> met nummers?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B2


Juiste oplossing<br />

9.<br />

2. 3.<br />

18.<br />

1.<br />

10.<br />

5.<br />

16.<br />

4.<br />

b<br />

17.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

14.<br />

8.<br />

12.<br />

3.<br />

2.<br />

13.<br />

b 2. 10.<br />

a<br />

6.<br />

15.<br />

a<br />

7.<br />

11.<br />

(1.)<br />

17.<br />

7.<br />

5.<br />

(9.)<br />

12.<br />

4.<br />

3.<br />

10.<br />

8.<br />

10.<br />

11.<br />

13. 14.<br />

15.<br />

16.<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C


UITSPRAKEN VAN KLUSJESMANNEN LEZEN EN OP<br />

EEN TEKENING AANDUIDEN WIE WELK GEREEDSCHAP<br />

NODIG HEEFT<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de uitsprak<strong>en</strong> van drie klusjesmann<strong>en</strong>, die vertell<strong>en</strong><br />

wat ze die dag gaan do<strong>en</strong> <strong>en</strong> welk gereedschap ze daar<strong>voor</strong> nodig<br />

hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> blad met allemaal<br />

gereedschap aan, wie welke ding<strong>en</strong> wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> dus<br />

heel goed lez<strong>en</strong> wat de mann<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> op de b<strong>en</strong>aming<strong>en</strong><br />

van het gereedschap lett<strong>en</strong>, maar ook <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al op de context waarin<br />

deze <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> individueel de uitsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op het blad met<br />

de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan, wie welk gereedschap wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

scoring Deze toets bevat 23 scoorbare items. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> blad<br />

met 24 tek<strong>en</strong>ingetjes 14 tek<strong>en</strong>ingetjes aanduid<strong>en</strong>/kleur<strong>en</strong>. Eén van deze<br />

tek<strong>en</strong>ingetjes moet met twee kleur<strong>en</strong> aangeduid zijn. 8 <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> door één van de klusjesmann<strong>en</strong> vermeld, maar zij hebb<strong>en</strong> ze niet<br />

nodig of zull<strong>en</strong> ze niet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Ook deze word<strong>en</strong> gescoord. Er zijn dus<br />

13 <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> die met één kleur aangeduid moet<strong>en</strong> zijn, 1 <strong>voor</strong>werp dat<br />

met twee kleur<strong>en</strong> aangeduid moet zijn <strong>en</strong> 8 <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> die niet of niet<br />

met e<strong>en</strong> bepaalde kleur aangeduid mog<strong>en</strong> zijn.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling de tekst met uitsprak<strong>en</strong> van de klusjesmann<strong>en</strong> (zie bijlag<strong>en</strong><br />

A), het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het gereedschap (zie bijlage B) <strong>en</strong><br />

drie kleurpotlod<strong>en</strong> (rood, blauw <strong>en</strong> gro<strong>en</strong> - zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />

Aangezi<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> in deze toets on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> bepaalde kleur moet<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong>,<br />

is de kans op 'afkijk<strong>en</strong>' natuurlijk heel groot. Probeer al het mogelijke te do<strong>en</strong> om het te beperk<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd, als introductie op de toets, e<strong>en</strong> kort gesprekje met de leerling<strong>en</strong> over klusjes opknapp<strong>en</strong>.<br />

Knapp<strong>en</strong> jullie wel e<strong>en</strong>s klusjes op? Do<strong>en</strong> jullie wel e<strong>en</strong>s kleine werkjes?<br />

Wat zoal? Waar knapp<strong>en</strong> jullie klusjes op? Thuis of bij andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />

Geef zelf suggesties als de leerling<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de ideeën aandrag<strong>en</strong>. Het begrip 'klusjes opknapp<strong>en</strong>'<br />

mag hier zeer ruim g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; ding<strong>en</strong> als: je bed opmak<strong>en</strong>, help<strong>en</strong> in de tuin, de vaat gaan do<strong>en</strong><br />

bij oma <strong>en</strong> opa, boodschapp<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, ... kunn<strong>en</strong> er allemaal bijhor<strong>en</strong>.<br />

Wat gebruik<strong>en</strong> jullie allemaal bij het uitvoer<strong>en</strong> van die klusjes? Wet<strong>en</strong><br />

jullie met welk woord je al die ding<strong>en</strong> kunt aanduid<strong>en</strong>? (gereedschap)<br />

Wat verstaan we onder 'gereedschap'? Wat kan er allemaal mee bedoeld<br />

word<strong>en</strong>?<br />

Hier kan e<strong>en</strong> liefst zo uitgebreid mogelijke lijst van allerlei gereedschap aan bod kom<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> zelf <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ander<strong>en</strong> daarop lat<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>. Als ze zelf ge<strong>en</strong> ideeën hebb<strong>en</strong>,<br />

kun jij telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp noem<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of dat gereedschap kan zijn of niet. Bij<strong>voor</strong>beeld: hamer,<br />

lepel, bloem, vod, zaag, schop, broek, schaar, appel, ...<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Wist<strong>en</strong> jullie dat er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn die klusjes opknapp<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hun beroep?<br />

Dat zijn klusjesmann<strong>en</strong>. Er zijn immers m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die te oud zijn om hun<br />

klusjes zelf op te knapp<strong>en</strong>. Of die nogal onhandig zijn. Of die het juiste<br />

gereedschap niet hebb<strong>en</strong>. Enzo<strong>voor</strong>t. Zulke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> hun klusjes<br />

door iemand anders opknapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> betal<strong>en</strong> daar<strong>voor</strong>.<br />

Deze opdracht gaat over drie klusjesmann<strong>en</strong>. Die won<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in één<br />

huis. Ze hebb<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> één kist met gereedschap. Daar zit elk stuk<br />

gereedschap één keer in: één hamer, één zaag <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Jullie gaan nu<br />

lez<strong>en</strong> wat de drie klusjesmann<strong>en</strong> 's morg<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong> elkaar zegg<strong>en</strong>. Elke<br />

morg<strong>en</strong> bij het ontbijt besprek<strong>en</strong> ze wie welk gereedschap nodig heeft<br />

die dag. Want als er twee zijn die hetzelfde gereedschap moet<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>,<br />

dan is er e<strong>en</strong> probleem. Jullie gaan de klusjesmann<strong>en</strong> help<strong>en</strong><br />

door aan te duid<strong>en</strong> wie welke ding<strong>en</strong> wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dat gaan jullie<br />

do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het gereedschap (ton<strong>en</strong>). En dan<br />

kunn<strong>en</strong> de klusjesmann<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> probleem is.<br />

Het aanduid<strong>en</strong> zal gebeur<strong>en</strong> met kleurpotlod<strong>en</strong> (of stift<strong>en</strong>, balp<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, ...). Zorg er<strong>voor</strong> dat elke leerling<br />

drie verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong> heeft: rood, gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw.<br />

Deel de tekstblad<strong>en</strong> met de uitsprak<strong>en</strong> van de drie klusjesmann<strong>en</strong> (zie bijlag<strong>en</strong> A) <strong>en</strong> het blad met de<br />

tek<strong>en</strong>ingetjes uit (zie bijlage B). Lees de opdracht zoals die op het eerste tekstblad staat (= vet) <strong>voor</strong>. De<br />

leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> mee. Daarna lez<strong>en</strong> ze individueel de uitsprak<strong>en</strong> van de drie klusjesmann<strong>en</strong> <strong>en</strong> duid<strong>en</strong><br />

aan op het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> wie welk gereedschap wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Op dat blad schrijv<strong>en</strong> ze ook<br />

hun naam (<strong>en</strong> nummer). Op de blad<strong>en</strong> met tekst mog<strong>en</strong> ze niet schrijv<strong>en</strong>. Die kunn<strong>en</strong> bij latere toetsafnames<br />

word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />

Je mag de leerling<strong>en</strong> vanaf hier op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze meer help<strong>en</strong>. Als er uitleg wordt gevraagd over<br />

bepaalde woord<strong>en</strong>, spoor de leerling<strong>en</strong> dan aan om zelf naar de betek<strong>en</strong>is te zoek<strong>en</strong> op basis van wat<br />

er in de zinn<strong>en</strong> staat (context).<br />

Loop rond terwijl de leerling<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ga na of ze het kleur-systeem op e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige wijze hanter<strong>en</strong>.<br />

Als ze signaler<strong>en</strong> dat ze iets will<strong>en</strong> uitgomm<strong>en</strong>, maar dat dat niet meer gaat, schrijf het er dan duidelijk<br />

bij op het toetsblad. Dan kun je er bij het scor<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee houd<strong>en</strong>.<br />

Opmerking<strong>en</strong>:<br />

De procedure die in deze toets wordt gehanteerd, het aanduid<strong>en</strong> van iets door het kleur<strong>en</strong>, zal <strong>voor</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> wellicht ge<strong>en</strong> probleem zijn. Mocht je echter d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat dat wel het<br />

geval is, dan kun je er <strong>voor</strong>af ev<strong>en</strong> op oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, bv. door iets op het bord te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dat te kleur<strong>en</strong> of<br />

door één van de tek<strong>en</strong>ingetjes van gereedschap te lat<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong>. Let er dan wel op dat dat niet één van<br />

de toetsitems is.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3 2<br />

3<br />

lez<strong>en</strong><br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Als je bij het surveiller<strong>en</strong> merkt dat individuele leerling<strong>en</strong> moeilijkhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de procedure,<br />

kun je h<strong>en</strong> erbij help<strong>en</strong>. (o.a. nog e<strong>en</strong>s wijz<strong>en</strong> op zin over 'kring')<br />

Als je merkt dat leerling<strong>en</strong> de drie kleur<strong>en</strong> verkeerd gebruik<strong>en</strong>, kun je dat nog e<strong>en</strong>s algeme<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

de hele klas herhal<strong>en</strong>: "Let erop dat je met de juiste kleur werkt." Maar verder mag je niet gaan.<br />

Ron, Willem <strong>en</strong> Ted zijn klusjesmann<strong>en</strong>. Vandaag moet<strong>en</strong> er weer heel wat ding<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Ze<br />

gaan alle drie apart e<strong>en</strong> aantal klusjes opknapp<strong>en</strong>. En daar<strong>voor</strong> hebb<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> heel wat gereedschap<br />

nodig. Ze vrag<strong>en</strong> zich af of ze wel g<strong>en</strong>oeg gereedschap hebb<strong>en</strong>. En of niemand hetzelfde<br />

moet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> als iemand anders. Ze besprek<strong>en</strong> het bij het ontbijt.<br />

Help<strong>en</strong> jullie h<strong>en</strong>?<br />

Lees heel goed wat de drie mann<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>.<br />

Kleur op het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>:<br />

- het gereedschap dat RON wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het GROEN<br />

- het gereedschap dat WILLEM wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het BLAUW<br />

- het gereedschap dat TED wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het ROOD.<br />

Als je d<strong>en</strong>kt dat iemand e<strong>en</strong> stuk gereedschap nodig heeft dat al gekleurd is, trek er dan e<strong>en</strong> cirkel<br />

rond in de kleur van die persoon.<br />

Dit zegg<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> als ze aan het ontbijt zitt<strong>en</strong>:<br />

Ron zegt:<br />

"Ik ga deze morg<strong>en</strong> eerst naar de familie Strop. Hun deur is stuk.<br />

Ik weet niet precies wat er scheelt. Daarom zal ik veel gereedschap me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dan b<strong>en</strong> ik op alles <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />

De ding<strong>en</strong> die ik zeker me<strong>en</strong>eem, zijn: de hamer, de zaag <strong>en</strong> spijkers. En ik d<strong>en</strong>k dat ik de vijl ook<br />

zal kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. De schroev<strong>en</strong>draaier <strong>en</strong> de sleutel heb ik misschi<strong>en</strong> ook nodig. Maar als ik die<br />

me<strong>en</strong>eem, blijft er niets meer over <strong>voor</strong> jullie. M<strong>en</strong>eer Strop zal zelf ook wel wat gereedschap hebb<strong>en</strong>.<br />

En het schuurpapier, dat mag ik ook niet verget<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong> moet het hout van de deur wat afgeschuurd<br />

word<strong>en</strong>.<br />

En e<strong>en</strong> zakmes heb ik natuurlijk ook altijd bij."<br />

Willem zegt:<br />

"Ik blijf deze <strong>voor</strong>middag thuis. Ik ga e<strong>en</strong> beetje aan mijn brommer werk<strong>en</strong>. Daarbij zou ik graag de<br />

schroev<strong>en</strong>draaier <strong>en</strong> de sleutel gebruik<strong>en</strong>.<br />

Na de middag ga ik in de tuin werk<strong>en</strong> bij de familie Maes. Mevrouw Maes heeft gezegd dat ik ge<strong>en</strong><br />

emmers, ladder of spade hoef mee te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Die hebb<strong>en</strong> ze zelf. Ev<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat ik wel moet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Er moet e<strong>en</strong> boom omgehakt word<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong> heb ik de bijl nodig, natuurlijk. En e<strong>en</strong> schopje<br />

<strong>en</strong> de hark om in het bloem<strong>en</strong>tuintje te werk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kruiwag<strong>en</strong> zal ik daarbij wel niet nodig hebb<strong>en</strong>. En<br />

ook e<strong>en</strong> tractor lijkt me wat overdrev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> gewone tuin."<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Ted zegt:<br />

"Ik moet vandaag heel veel verschill<strong>en</strong>de klusjes uitvoer<strong>en</strong>. Eerst ga ik de band<strong>en</strong> van de auto van<br />

onze buurman oppomp<strong>en</strong>. Je kunt vast wel rad<strong>en</strong> wat ik daar<strong>voor</strong> nodig heb.<br />

Daarna ga ik e<strong>en</strong> paar dingetjes opknapp<strong>en</strong> bij mijn tante Dori<strong>en</strong>. En omdat ik nog niet weet wat dat<br />

allemaal is, weet ik ook niet wat ik zal me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Mijn oom heeft wel e<strong>en</strong> gereedschapskist. Daarin<br />

vind ik wel wat ik nodig heb. Alle<strong>en</strong> de verf neem ik mee. Daar heeft mijn tante speciaal om gevraagd.<br />

Zonder de meter kan ik niet naar mijn volg<strong>en</strong>de klusje gaan.<br />

Daar moet ik immers de mat<strong>en</strong> gaan nem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nieuw raam.<br />

En t<strong>en</strong>slotte moet ik nog erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> raam gaan herstell<strong>en</strong>. Die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> mij gezegd dat ik e<strong>en</strong><br />

schroev<strong>en</strong>draaier moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

De schroev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ze zelf nog."<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- leestekst: uitsprak<strong>en</strong> van de klusjesmann<strong>en</strong> (A)<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong>: tek<strong>en</strong>ingetjes gereedschap (B)<br />

- blad met gereedschap, correct gekleurd (C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de leestoets ‘Gereedschap’<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig gescoord word<strong>en</strong>, op de volg<strong>en</strong>de wijze:<br />

Overloop de blad<strong>en</strong> met tek<strong>en</strong>ingetjes van de leerling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ga na of, wat de leerling<strong>en</strong> wel of niet gekleurd<br />

hebb<strong>en</strong>, overe<strong>en</strong>komt met de onderstaande lijst. Je kunt dat item per item (zie de cijfers tuss<strong>en</strong><br />

haakjes) nagaan. Als de leerling e<strong>en</strong> bepaald tek<strong>en</strong>ingetje op de juiste manier gekleurd heeft (of niet)<br />

—als wat je ziet dus overe<strong>en</strong>komt met wat hieronder staat—, dan scoort hij 1 <strong>voor</strong> het item in kwestie.<br />

Als dat niet het geval is, krijgt hij e<strong>en</strong> 0 <strong>voor</strong> dat item. E<strong>en</strong> leerling kan dus maximum 23 punt<strong>en</strong> scor<strong>en</strong>.<br />

Naar de ding<strong>en</strong> die niet in de onderstaande lijst vermeld word<strong>en</strong>, wordt niet gekek<strong>en</strong>.<br />

bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

Als e<strong>en</strong> leerling de luchtpomp rood heeft gekleurd, scoort hij 1 <strong>voor</strong> item 1. Of hij daarnaast nog e<strong>en</strong><br />

gro<strong>en</strong>e cirkel rond de luchtpomp heeft getek<strong>en</strong>d of iets anders heeft gedaan wat eig<strong>en</strong>lijk niet moest,<br />

dat doet er niet toe. Daar houd<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee.<br />

Ook als e<strong>en</strong> leerling bij<strong>voor</strong>beeld de schaar heeft gekleurd, houd<strong>en</strong> we daar ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee.<br />

Het zou onmogelijk zijn om alle mogelijkhed<strong>en</strong> te gaan meetell<strong>en</strong> <strong>en</strong> we gaan ervan uit dat e<strong>en</strong> leerling<br />

die dergelijke fout<strong>en</strong> maakt, ook bij de items die wel gescoord word<strong>en</strong> veel fout<strong>en</strong> zal mak<strong>en</strong>.<br />

Het zal dus wel duidelijk uit zijn resultaat naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, wat hij ervan gemaakt heeft.<br />

Andere <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong>, zoals bij<strong>voor</strong>beeld de schroev<strong>en</strong>draaier, word<strong>en</strong> op meerdere punt<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>.<br />

Als deze niet gro<strong>en</strong> is, scoort de leerling 1 op item 11. Als deze rood is, scoort de leerling 1 op item 13.<br />

Als hij niet blauw is, scoort de leerling 0 op item 12. Deze drie punt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij elke leerling apart bekek<strong>en</strong>.<br />

Er di<strong>en</strong>t wel opgemerkt dat de bedoeling<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> ruim mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geïnterpreteerd. Als<br />

de leerling bij<strong>voor</strong>beeld het <strong>voor</strong>werp niet volledig gekleurd heeft, of als hij e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp dat tweemaal<br />

gekleurd moet word<strong>en</strong>, in twee kleur<strong>en</strong> gekleurd heeft in plaats van er e<strong>en</strong> cirkel rond te trekk<strong>en</strong>, dan is<br />

dat ook goed. Ook andere manier<strong>en</strong> om de kleur aan te gev<strong>en</strong> (bv. woord gekleurd i.p.v. <strong>voor</strong>werp),<br />

mog<strong>en</strong> goedgerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Als leerling<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> overkleur<strong>en</strong>, wordt het moeilijk. Dan moet je heel<br />

vaak individuele beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, naargelang van wat je kan veronderstell<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld: als bij de<br />

sleutel <strong>en</strong> bij de schroev<strong>en</strong>draaier het gro<strong>en</strong> overkleurd is door het blauw, <strong>en</strong> er staat ook nog e<strong>en</strong> rode<br />

cirkel, dan kun je misschi<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> dat het gro<strong>en</strong> wegmoet, want de leerling heeft het cirkelsysteem<br />

toch begrep<strong>en</strong>. Door rond te lop<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de toets <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> naar hun bedoeling te vrag<strong>en</strong><br />

bij dergelijke onduidelijkhed<strong>en</strong> (zonder e<strong>en</strong> goed/fout-oordeel uit te sprek<strong>en</strong>), kun je dat ook al<br />

opvang<strong>en</strong>.<br />

Leerling<strong>en</strong> die kleur<strong>en</strong> omgedraaid hebb<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> toch 0-<strong>en</strong>.<br />

Bijlage C toont hoe e<strong>en</strong> correct gekleurd blad er uitziet.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong>. In de meest rechtse kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

luchtpomp: rood (1)<br />

ladder: niet blauw (2)<br />

meter: rood (3)<br />

vijz<strong>en</strong><br />

schaar<br />

schuurpapier: gro<strong>en</strong> (4)<br />

spade: niet blauw (5)<br />

kruiwag<strong>en</strong>: niet blauw (6)<br />

zaag: gro<strong>en</strong> (7)<br />

hark: blauw (8)<br />

verf: rood (9)<br />

tractor: niet blauw (10)<br />

schroev<strong>en</strong>draaier: niet gro<strong>en</strong> (11) - blauw (12) - rood (13)<br />

zakmes: gro<strong>en</strong> (14)<br />

potlod<strong>en</strong><br />

sleutel: niet gro<strong>en</strong> (15) - blauw (16)<br />

emmers: niet blauw (17)<br />

vijl: gro<strong>en</strong> (18)<br />

schroev<strong>en</strong>: niet rood (19)<br />

hamer: gro<strong>en</strong> (20)<br />

bijl: blauw (21)<br />

schopje: blauw (22)<br />

spijkers: gro<strong>en</strong> (23)<br />

borstel<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de leestoets ‘Gereedschap’<br />

GEREEDSCHAP • LEZEN • 3de LEERJAAR • einde tweede trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

22 - 23 20 - 21 17 - 19 14 - 16 min 14<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

lez<strong>en</strong><br />

Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Totaal<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Leestekst<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Ron, Willem <strong>en</strong> Ted zijn klusjesmann<strong>en</strong>. Vandaag moet<strong>en</strong> er weer heel wat<br />

ding<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Ze gaan alle drie apart e<strong>en</strong> aantal klusjes opknapp<strong>en</strong>.<br />

En daar<strong>voor</strong> hebb<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> heel wat gereedschap nodig. Ze vrag<strong>en</strong><br />

zich af of ze wel g<strong>en</strong>oeg gereedschap hebb<strong>en</strong>. En of niemand hetzelfde<br />

moet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> als iemand anders. Ze besprek<strong>en</strong> het bij het ontbijt.<br />

Help<strong>en</strong> jullie h<strong>en</strong>?<br />

Lees heel goed wat de drie mann<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>.<br />

Kleur op het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>:<br />

- het gereedschap dat RON wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het GROEN<br />

- het gereedschap dat WILLEM wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het BLAUW<br />

- het gereedschap dat TED wil me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in het ROOD.<br />

Als je d<strong>en</strong>kt dat iemand e<strong>en</strong> stuk gereedschap nodig heeft dat al gekleurd<br />

is, trek er dan e<strong>en</strong> cirkel rond in de kleur van die persoon.<br />

Dit zegg<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> als ze aan het ontbijt zitt<strong>en</strong>:<br />

Ron zegt:<br />

"Ik ga deze morg<strong>en</strong> eerst naar de familie Strop. Hun deur is stuk. Ik weet niet<br />

precies wat er scheelt. Daarom zal ik veel gereedschap me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dan b<strong>en</strong> ik<br />

op alles <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. De ding<strong>en</strong> die ik zeker me<strong>en</strong>eem, zijn: de hamer, de zaag <strong>en</strong><br />

spijkers. En ik d<strong>en</strong>k dat ik de vijl ook zal kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. De schroev<strong>en</strong>draaier<br />

<strong>en</strong> de sleutel heb ik misschi<strong>en</strong> ook nodig. Maar als ik die me<strong>en</strong>eem, blijft er niets<br />

meer over <strong>voor</strong> jullie. M<strong>en</strong>eer Strop zal zelf ook wel wat gereedschap hebb<strong>en</strong>.<br />

En het schuurpapier, dat mag ik ook niet verget<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong> moet het hout van<br />

de deur wat afgeschuurd word<strong>en</strong>.<br />

En e<strong>en</strong> zakmes heb ik natuurlijk ook altijd bij."<br />

Willem zegt:<br />

"Ik blijf deze <strong>voor</strong>middag thuis. Ik ga e<strong>en</strong> beetje aan mijn brommer werk<strong>en</strong>.<br />

Daarbij zou ik graag de schroev<strong>en</strong>draaier <strong>en</strong> de sleutel gebruik<strong>en</strong>.<br />

Na de middag ga ik in de tuin werk<strong>en</strong> bij de familie Maes. Mevrouw Maes heeft<br />

gezegd dat ik ge<strong>en</strong> emmers, ladder of spade hoef mee te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Die hebb<strong>en</strong><br />

ze zelf. Ev<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat ik wel moet me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Er moet e<strong>en</strong> boom omgehakt<br />

word<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong> heb ik de bijl nodig, natuurlijk. En e<strong>en</strong> schopje <strong>en</strong> de hark om in<br />

het bloem<strong>en</strong>tuintje te werk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kruiwag<strong>en</strong> zal ik daarbij wel niet nodig hebb<strong>en</strong>.<br />

En ook e<strong>en</strong> tractor lijkt me wat overdrev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> gewone tuin."<br />

Ted zegt:<br />

"Ik moet vandaag heel veel verschill<strong>en</strong>de klusjes uitvoer<strong>en</strong>. Eerst ga ik de band<strong>en</strong><br />

van de auto van onze buurman oppomp<strong>en</strong>. Je kunt vast wel rad<strong>en</strong> wat ik daar<strong>voor</strong><br />

nodig heb.<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A1


Daarna ga ik e<strong>en</strong> paar dingetjes opknapp<strong>en</strong> bij mijn tante Dori<strong>en</strong>. En omdat ik<br />

nog niet weet wat dat allemaal is, weet ik ook niet wat ik zal me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Mijn<br />

oom heeft wel e<strong>en</strong> gereedschapskist. Daarin vind ik wel wat ik nodig heb. Alle<strong>en</strong><br />

de verf neem ik mee. Daar heeft mijn tante speciaal om gevraagd.<br />

Zonder de meter kan ik niet naar mijn volg<strong>en</strong>de klusje gaan. Daar moet ik immers<br />

de mat<strong>en</strong> gaan nem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nieuw raam.<br />

En t<strong>en</strong>slotte moet ik nog erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> raam gaan herstell<strong>en</strong>. Die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

mij gezegd dat ik e<strong>en</strong> schroev<strong>en</strong>draaier moet meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De schroev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

ze zelf nog."<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A2


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

luchtpomp ladder meter vijz<strong>en</strong><br />

schaar schuurpapier spade kruiwag<strong>en</strong><br />

zaag hark verf tractor<br />

schroev<strong>en</strong>draaier zakmes potlod<strong>en</strong> sleutel<br />

emmers vijl schroev<strong>en</strong> hamer<br />

bijl schopje spijkers borstel<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


Correct ingekleurde tek<strong>en</strong>ing<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

gro<strong>en</strong><br />

blauw<br />

luchtpomp ladder meter vijz<strong>en</strong><br />

schaar schuurpapier spade kruiwag<strong>en</strong><br />

rood<br />

zaag hark verf tractor<br />

schroev<strong>en</strong>draaier zakmes potlod<strong>en</strong> sleutel<br />

emmers vijl schroev<strong>en</strong> hamer<br />

bijl schopje spijkers borstel<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C


DE TIARA EN DE WOLF:<br />

TWEE SPROOKJES LEZEN EN VRAGEN BEANTWOORDEN<br />

EXTRA LEESTOETS<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de sprookjes ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’ <strong>en</strong> ‘De wolf <strong>en</strong><br />

de drie meisjes’ <strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> er vrag<strong>en</strong> over. Het gaat om meerkeuze-,<br />

waar/niet waar- <strong>en</strong> andere beslissingsvrag<strong>en</strong>.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

Na e<strong>en</strong> klassikale introductie (5 à 10 min.), waarin <strong>en</strong>kele begripp<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

verduidelijkt, lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel het eerste sprookje <strong>en</strong><br />

beantwoord<strong>en</strong> er de vrag<strong>en</strong> over (20 min.). Vervolg<strong>en</strong>s wordt ook het<br />

tweede sprookje klassikaal geïntroduceerd <strong>en</strong> individueel gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

behandeld (20 min.).<br />

scoring Deze toets bevat 17 scoorbare items: 9 bij het eerste <strong>en</strong> 8 bij het tweede<br />

sprookje.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling het sprookje ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’ (bijlage A) met de<br />

bijbehor<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> (bijlage B) <strong>en</strong> het sprookje ‘De wolf<br />

<strong>en</strong> de drie meisjes’ (bijlage C) met vrag<strong>en</strong> (bijlage D)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2


2<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro - De prinses <strong>en</strong> de tiara<br />

De hele toets lijkt vrij lang. Toch is het perfect mogelijk om de toets op één lesuur (50 minut<strong>en</strong>) af te<br />

nem<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de introductie van het eerste sprookje 5 à 10 minut<strong>en</strong>. Voor het lez<strong>en</strong> van beide<br />

sprookjes <strong>en</strong> het beantwoord<strong>en</strong> van de vrag<strong>en</strong> erover krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s 20 minut<strong>en</strong>.<br />

Vertel de leerling<strong>en</strong> dat ze zo dadelijk twee sprookjes gaan lez<strong>en</strong>. Wet<strong>en</strong> ze goed wat e<strong>en</strong> sprookje is?<br />

Laat h<strong>en</strong> wat <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> van sprookjes die ze k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Als ze titels gev<strong>en</strong> van verhal<strong>en</strong>, die<br />

eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong> sprookjes zijn, zeg dat dan. Maar je hoeft niet in te gaan op de red<strong>en</strong> waarom het ge<strong>en</strong><br />

sprookjes zijn. Geef indi<strong>en</strong> nodig zelf <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van sprookjes.<br />

Zeg dat sprookjes verhal<strong>en</strong> zijn die zich meestal erg<strong>en</strong>s ver weg <strong>en</strong> lang geled<strong>en</strong> afspel<strong>en</strong>. Maar in<br />

sprookjes kom<strong>en</strong> soms figur<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die niet echt bestaan, zoals kabouters, elfjes <strong>en</strong> reuz<strong>en</strong>. En in<br />

sprookjes kunn<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> soms prat<strong>en</strong>. Sprookjes kunn<strong>en</strong> dus niet echt gebeurd zijn.<br />

Andere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van sprookjes, moet<strong>en</strong> niet op e<strong>en</strong> rijtje word<strong>en</strong> gezet. Maar als leerling<strong>en</strong> ze noem<strong>en</strong><br />

(bij<strong>voor</strong>beeld “Het begint met ‘Er was e<strong>en</strong>s...’.”), kan je daar wel op ingaan.<br />

Het eerste sprookje dat de leerling<strong>en</strong> gaan lez<strong>en</strong>, is ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’. Deel het sprookje (bijlage<br />

A) uit. Laat de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij het verhaal kijk<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> nog niet beginn<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong>. Ze hoev<strong>en</strong> ook niets op dit blad te schrijv<strong>en</strong>. Zo kan het bij latere toetsafnames word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />

Behandel aan de hand van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> de vetgedrukte begripp<strong>en</strong>:<br />

- keizer: Die heerst over e<strong>en</strong> land, net zoals e<strong>en</strong> koning. E<strong>en</strong><br />

land kan <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> keizer OF e<strong>en</strong> koning hebb<strong>en</strong>, nooit<br />

allebei sam<strong>en</strong>.<br />

De vrouw van e<strong>en</strong> keizer, noem<strong>en</strong> we keizerin. De kinder<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> keizer, zijn prins<strong>en</strong> <strong>en</strong> prinsess<strong>en</strong>, net<br />

zoals van e<strong>en</strong> koning.<br />

(Wijs de keizer <strong>en</strong> de prinses aan op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.)<br />

- tiara: Het verhaal speelt zich af in China. (Toon ev<strong>en</strong>tueel op e<strong>en</strong><br />

wereldkaart of -bol waar China ligt.)<br />

Daar drag<strong>en</strong> belangrijke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong> tiara. E<strong>en</strong><br />

tiara is iets wat je op je hoofd/in je haar zet, net zoals<br />

e<strong>en</strong> kroon of e<strong>en</strong> diadeem. (Wijs de tiara van de prinses aan.)<br />

E<strong>en</strong> tiara is eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> juweel. Welke juwel<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

we nog? (Laat de leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.)<br />

Juwel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt door juweliers.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


- dauwdruppels: Wat is dauw? (Laat de leerling<strong>en</strong> dit begrip uitlegg<strong>en</strong> of doe het indi<strong>en</strong><br />

nodig zelf: In de zomer, als het ’s nachts koud <strong>en</strong> vochtig<br />

kan zijn, zie je ’s morg<strong>en</strong>s dauwdruppels in het gras,<br />

op bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> bloem<strong>en</strong>, op v<strong>en</strong>sterbank<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

Dauwdruppels zijn druppels water: als je dan op je<br />

voet<strong>en</strong> door het gras loopt, word<strong>en</strong> ze nat. Toon de schitte-<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

r<strong>en</strong>de dauwdruppels op de tek<strong>en</strong>ing.)<br />

3<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Toets - De prinses <strong>en</strong> de tiara<br />

Deel dan de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> bij het sprookje uit (bijlage B). Vraag de leerling<strong>en</strong> om bov<strong>en</strong>aan op<br />

het eerste blad hun naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel klasnummer) in te vull<strong>en</strong>.<br />

Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat zij het sprookje moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, goed naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s moet<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> zo goed mogelijk te beantwoord<strong>en</strong>.<br />

Ze kunn<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> door goed te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>. B<strong>en</strong>adruk<br />

dat de leerling<strong>en</strong> het verhaal bij mog<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> als ze de vrag<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>.<br />

Overloop de vrag<strong>en</strong> niet! De leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> vertrouwd moet<strong>en</strong> zijn met dit soort opdracht<strong>en</strong>. Als<br />

ze er vrag<strong>en</strong> over hebb<strong>en</strong>, kan je de procedure kort uitlegg<strong>en</strong>. Maak gebruik van e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld. Doe<br />

dat <strong>en</strong>kel klassikaal, als je merkt dat veel leerling<strong>en</strong> in de klas er problem<strong>en</strong> mee hebb<strong>en</strong>.<br />

Reik ge<strong>en</strong> leesstrategieën aan! Zeg niet teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> HOE of WAAR ze de vrag<strong>en</strong> op de antwoord<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> of WAT ze eerst moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> (de vrag<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> of mete<strong>en</strong> aan het verhaal<br />

beginn<strong>en</strong>). Dit is e<strong>en</strong> leestoets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste strategie om deze zo goed mogelijk te<br />

mak<strong>en</strong>, maakt deel uit van de toets.<br />

Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> woord- <strong>en</strong> zinsbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Spoor leerling<strong>en</strong> die signaler<strong>en</strong> dat ze iets niet wet<strong>en</strong>,<br />

aan om zelf op zoek te gaan naar de betek<strong>en</strong>is of oplossing. Help h<strong>en</strong> echter op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze.<br />

DE PRINSES EN DE TIARA (e<strong>en</strong> Chinees sprookje)<br />

Er was e<strong>en</strong> machtige keizer, die e<strong>en</strong> mooie dochter had. Zij was de meest trotse prinses van de hele<br />

wereld. Op e<strong>en</strong> ocht<strong>en</strong>d wandelde zij in de tuin. Zij zag de dauwdruppels als juwel<strong>en</strong> schitter<strong>en</strong> op<br />

bloem<strong>en</strong> <strong>en</strong> blader<strong>en</strong>. Nog nooit had ze zulke mooie juwel<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als die in de tuin. Ze zei teg<strong>en</strong><br />

haar vader. “Ik wil e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels. Als ik die niet krijg, zal ik sterv<strong>en</strong> van verdriet.” Daarna<br />

sloot ze zich op in haar kamer <strong>en</strong> huilde.<br />

Hoewel de keizer wist dat dit onmogelijk was, liet<br />

hij alle juweliers bij zich kom<strong>en</strong>. Hij vertelde hun<br />

dat zij binn<strong>en</strong> drie dag<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de prinses e<strong>en</strong> tiara<br />

van dauwdruppels moest<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Anders werd<strong>en</strong><br />

ze gedood.<br />

De juweliers keerd<strong>en</strong> naar huis terug. Zij wist<strong>en</strong><br />

dat zij zoud<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>, want het was onmogelijk<br />

e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels te mak<strong>en</strong>. In de vroege<br />

ocht<strong>en</strong>d van de <strong>derde</strong> dag had niemand nog<br />

hoop. To<strong>en</strong> versche<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oude juwelier aan de<br />

paleispoort. Hij vertelde de wachters dat hij gekom<strong>en</strong><br />

was om e<strong>en</strong> tiara <strong>voor</strong> de prinses te mak<strong>en</strong>.<br />

Hij werd snel naar de keizer <strong>en</strong> de prinses<br />

gebracht. De oude man boog diep <strong>en</strong> zei. “Ik zal<br />

de tiara mak<strong>en</strong>, maar ik heb één vraag.”<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naar:<br />

Sprookjes uit vele land<strong>en</strong><br />

naverteld door Li<strong>en</strong> de Reuver<br />

Mulder & zoon n.v., Amsterdam<br />

VRAGEN EN OPDRACHTEN BIJ ‘DE PRINSES EN DE TIARA’<br />

Kies het beste antwoord.<br />

Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij dat antwoord.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

“Wat u ook vraagt, het is toegelat<strong>en</strong>,” beloofde de<br />

prinses.<br />

“Gaat u dan in de tuin de dauwdruppels uitzoek<strong>en</strong>,”<br />

zei de oude man. “Als u ze mij geeft, zal ik<br />

de tiara mak<strong>en</strong>.”<br />

De prinses ging de tuin in. Overal schitterd<strong>en</strong> de<br />

dauwdruppels. Maar als ze er e<strong>en</strong> aanraakte, verdwe<strong>en</strong><br />

hij. Zij ging van bloem tot bloem, de hele<br />

tuin door.<br />

To<strong>en</strong> keek de oude juwelier haar aan <strong>en</strong> glimlachte.<br />

Daarna zei ze hem dat hij mocht weggaan. Ze<br />

zou nooit meer om e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels<br />

vrag<strong>en</strong>.<br />

Waarom wil de prinses e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels?<br />

❏ Haar vader de keizer heeft beloofd dat ze e<strong>en</strong> cadeau van hem zou krijg<strong>en</strong>.<br />

❏ De prinses is heel trots. Zo trots, dat ze e<strong>en</strong> opdracht zoekt die de juweliers nooit kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

❏ Ze d<strong>en</strong>kt dat de dauwdruppels juwel<strong>en</strong> zijn. En van juwel<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> juwelier e<strong>en</strong> tiara mak<strong>en</strong>.<br />

Waarom laat de oude juwelier de prinses de dauwdruppels zelf uitzoek<strong>en</strong>?<br />

❏ Hij wil haar zelf de mooiste dauwdruppels lat<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>. Hij kan dat niet zo goed.<br />

❏ Hij wil haar do<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> dat het niet kan.<br />

❏ Het is al de <strong>derde</strong> dag. Hij heeft niet zoveel tijd meer.<br />

Waarom laat de prinses de juwelier gaan <strong>en</strong> wil ze ope<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> tiara meer?<br />

❏ Ze vindt het heel moeilijk om de mooiste dauwdruppels te kiez<strong>en</strong>. Ze zijn allemaal mooi.<br />

❏ Ze wil ge<strong>en</strong> tiara van e<strong>en</strong> juwelier die haar zelf dauwdruppels laat zoek<strong>en</strong>.<br />

❏ Ze weet nu dat je ge<strong>en</strong> dauwdruppels kan uitzoek<strong>en</strong>. Je kan er alle<strong>en</strong> maar naar kijk<strong>en</strong>.<br />

3 2<br />

5<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Is het waar of niet waar?<br />

Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij het juiste antwoord.<br />

De prinses wil de dauwdruppels zelf help<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>. Gelukkig maar! Anders had ze nooit begrep<strong>en</strong><br />

waarom je ge<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels kan krijg<strong>en</strong>.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

De oude juwelier verlaat het paleis. De drie dag<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>bij. En de prinses heeft nog steeds ge<strong>en</strong><br />

tiara van dauwdruppels. Daarom laat de keizer alle juweliers dod<strong>en</strong>.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Wie heeft wat gezegd?<br />

Kies uit:<br />

❏ de prinses<br />

❏ de keizer<br />

❏ de keizerin<br />

❏ de oude juwelier<br />

Schrijf de juiste persoon onder de uitspraak.<br />

Je mag e<strong>en</strong> persoon twee keer gebruik<strong>en</strong> als je dat wil.<br />

Wat e<strong>en</strong> verw<strong>en</strong>d kind is die prinses toch! Ze d<strong>en</strong>kt dat ze zomaar alles kan krijg<strong>en</strong> wat ze wil.<br />

Maar dit kan toch echt niet! En dat zal ik haar wel e<strong>en</strong>s duidelijk gaan zegg<strong>en</strong>. Hopelijk wil ze meewerk<strong>en</strong>.<br />

..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

Waarom heeft hij haar niet gezegd dat dat niet kan? Straks moet<strong>en</strong> al die juweliers sterv<strong>en</strong>! En dan<br />

heeft ze nog ge<strong>en</strong> tiara. Hoe kan ik haar troost<strong>en</strong>?<br />

..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

Hoe kan ik dit probleem oploss<strong>en</strong>? Ik wil dat zij gelukkig is. Maar ik wil ook al die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet lat<strong>en</strong><br />

dod<strong>en</strong>. Oh, kwam er toch maar iemand die e<strong>en</strong> oplossing weet!<br />

..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

Is er e<strong>en</strong> juwelier aan de paleispoort? Laat hem vlug binn<strong>en</strong>! Misschi<strong>en</strong> weet hij e<strong>en</strong> oplossing <strong>voor</strong><br />

het probleem. Misschi<strong>en</strong> kan hij er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat er niemand hoeft te sterv<strong>en</strong>. Ik niet <strong>en</strong> de juweliers<br />

ook niet.<br />

..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Intro - De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes<br />

Deel het sprookje ‘De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes’ (bijlage C) uit. Vraag de leerling<strong>en</strong> naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

te kijk<strong>en</strong>. Do<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> h<strong>en</strong> erg<strong>en</strong>s aan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>? Wellicht zull<strong>en</strong> ze het sprookje ‘Roodkapje’<br />

m<strong>en</strong><strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>n<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> dat sprookje? Als er leerling<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong> wie dat niet het<br />

geval is, leg er dan sterk de nadruk op dat dat ge<strong>en</strong> probleem is. Immers, dit sprookje lijkt er wel<br />

beetje op, maar het is toch anders. Het sprookje komt uit Italië <strong>en</strong> het gaat over drie meisjes.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Toets - De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes<br />

Deel dan de vrag<strong>en</strong> bij het sprookje uit (bijlage D). Vraag de leerling<strong>en</strong> om bov<strong>en</strong>aan hun naam <strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel klasnummer) in te vull<strong>en</strong>.<br />

Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat zij het sprookje moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, goed naar de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s moet<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> zo goed mogelijk te beantwoord<strong>en</strong>.<br />

Lees ev<strong>en</strong> de vetgedrukte tekst vóór de opdracht<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> ga na of alle leerling<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat de<br />

bedoeling is. Leg er de nadruk op dat de meisjes deze ding<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> NA het verhaal. Lees de uitsprak<strong>en</strong><br />

van de meisjes niet <strong>voor</strong>.<br />

Zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze ook hier de antwoord<strong>en</strong> op de vrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> door goed te<br />

lez<strong>en</strong>, te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. En herhaal dat het om dit sprookje gaat <strong>en</strong> niet om ‘Roodkapje’.<br />

Verder geld<strong>en</strong> dezelfde richtlijn<strong>en</strong> als bij het eerste deel van de toets.<br />

DE WOLF EN DE DE DRIE MEISJES (e<strong>en</strong> Italiaans sprookje)<br />

Er war<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s drie zusjes, die sam<strong>en</strong> in één huis woond<strong>en</strong>. Ze kreg<strong>en</strong> het bericht dat hun moeder<br />

ernstig ziek was. De moeder woonde erg<strong>en</strong>s anders. To<strong>en</strong> maakte de oudste zus twee mand<strong>en</strong> klaar.<br />

Ze stopte er vier fless<strong>en</strong> wijn <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong> in <strong>en</strong> vertrok naar haar moeder. Onderweg kwam zij de<br />

wolf teg<strong>en</strong>. Die vroeg aan haar: “Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />

“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />

“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />

“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />

“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />

Het meisje gaf alles aan de wolf <strong>en</strong> liep zo snel ze kon naar haar zuss<strong>en</strong> terug. To<strong>en</strong> vulde het tweede<br />

meisje de mand<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrok naar haar moeder. En zij vond de wolf ook.<br />

“Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />

“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />

“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />

“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />

“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />

Ook het tweede meisje maakte de mand<strong>en</strong> leeg <strong>en</strong> holde naar huis. To<strong>en</strong> zei de kleinste: “Nu ga ik<br />

ook e<strong>en</strong>s.” Zij maakte de mand<strong>en</strong> klaar <strong>en</strong> vertrok. En ook zij ontmoette de wolf.<br />

“Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />

“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />

“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />

“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />

“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />

To<strong>en</strong> nam het meisje e<strong>en</strong> koek <strong>en</strong> gooide die naar de wolf. Die deed zijn muil op<strong>en</strong> om de koek op te<br />

vang<strong>en</strong>. Maar het was ge<strong>en</strong> gewone koek. Het meisje had er spijkers in gestopt. De wolf hapte in de<br />

koek <strong>en</strong> verwondde zijn tong. Hij spuwde alles uit <strong>en</strong> r<strong>en</strong>de weg. Hij riep nog naar het meisje: “Dat zal<br />

ik je betaald zett<strong>en</strong>!”<br />

Langs e<strong>en</strong> kortere weg die hij alle<strong>en</strong> k<strong>en</strong>de, liep de wolf naar het huis van de moeder. Het meisje was<br />

er nog niet. De wolf ging het huis van de zieke moeder binn<strong>en</strong>, at haar in één hap op <strong>en</strong> ging op haar<br />

plaats in het bed ligg<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Het meisje kwam binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> zag haar moeder die met haar gezicht net bov<strong>en</strong> het dek<strong>en</strong> uitkwam. Ze<br />

zei teg<strong>en</strong> haar: “Wat b<strong>en</strong>t u donker geword<strong>en</strong>, mama!”<br />

“Dat komt door alle pijn<strong>en</strong> die ik had, mijn kind,” hoorde zij als antwoord.<br />

“Wat hebt u e<strong>en</strong> dik hoofd gekreg<strong>en</strong>, mama!”<br />

“Dat komt door alle zorg<strong>en</strong> die ik had, lief kind.”<br />

“Mag ik u e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, mama?” vroeg het meisje. Hap! Natuurlijk at de wolf haar in één hap op.<br />

To<strong>en</strong> ging de wolf er vandoor.<br />

Maar to<strong>en</strong> de boer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wolf uit het huis zag<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> zij hun schopp<strong>en</strong>. Zij ving<strong>en</strong> de wolf<br />

<strong>en</strong> doodd<strong>en</strong> hem. Dadelijk sned<strong>en</strong> zij zijn buik op<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar kwam<strong>en</strong> moeder <strong>en</strong> dochter nog lev<strong>en</strong>d<br />

uit te <strong>voor</strong>schijn. De moeder werd beter <strong>en</strong> het meisje ging terug naar huis. Ze vertelde alles wat er<br />

gebeurd was aan haar zuss<strong>en</strong>.<br />

Naar:<br />

Italiaanse Volks Sprookjes<br />

Italo Calvino<br />

Het Spectrum, Utrecht/Antwerp<strong>en</strong><br />

VRAGEN EN OPDRACHTEN BIJ ‘DE WOLF EN DE DRIE MEISJES’<br />

Die avond zitt<strong>en</strong> de drie zuss<strong>en</strong> bij elkaar. Ze besprek<strong>en</strong> wat er die dag is gebeurd. Maar ze zijn<br />

moe. Wie moe is, vertelt soms iets dat niet helemaal juist is. Is het wel allemaal waar wat de drie<br />

meisjes zegg<strong>en</strong>?<br />

Eerst vertelt de oudste zus, dan de tweede <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte de jongste.<br />

Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij het juiste antwoord.<br />

Het oudste meisje zegt:<br />

Ik ging als eerste op weg. En ik was ook de moedigste van ons drieën.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

De wolf vroeg aan ons alledrie wat er in onze mand<strong>en</strong> zat. Maar wij gav<strong>en</strong> niet alledrie hetzelfde antwoord.<br />

Want we hadd<strong>en</strong> niet alledrie hetzelfde bij ons.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Ik zag mete<strong>en</strong> dat mama’s hoofd dik geword<strong>en</strong> was.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Het tweede meisje zegt:<br />

Onze oudste zus was vlug terug. Daarom bedacht ik e<strong>en</strong> slim plan.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong>


2<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

Wat de wolf aan mij vroeg, had hij al aan één van jullie gevraagd. En hij zou na mij nog e<strong>en</strong>s precies<br />

hetzelfde vrag<strong>en</strong> aan de andere.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Het jongste meisje zegt:<br />

To<strong>en</strong> mijn zuss<strong>en</strong> de wolf zag<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> ze mete<strong>en</strong> heel bang. De wolf had nog niks gezegd of<br />

gevraagd, <strong>en</strong> ze r<strong>en</strong>d<strong>en</strong> al naar huis terug.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

De wolf had veel pijn nadat hij de spijkerkoek had opgeget<strong>en</strong>. Daardoor kon hij niet zo snel lop<strong>en</strong> als<br />

ik <strong>en</strong> was ik eerst bij mama.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Wat e<strong>en</strong> geluk dat de boer<strong>en</strong> de wolf zag<strong>en</strong> to<strong>en</strong> hij naar buit<strong>en</strong> kwam! Anders war<strong>en</strong> mama <strong>en</strong> ik misschi<strong>en</strong><br />

niet gered.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- sprookje ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’ met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elke leerling (A)<br />

- vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> bij ‘De prinses <strong>en</strong> de tiara’ <strong>voor</strong> elke leerling (B)<br />

- sprookje ‘De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes’ met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elke leerling (C)<br />

- vrag<strong>en</strong> bij ‘De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes’ <strong>voor</strong> elke leerling (D)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de extra leestoets<br />

'De tiara <strong>en</strong> de wolf'<br />

Deze toets kan zeer e<strong>en</strong>voudig word<strong>en</strong> gescoord. Overloop de antwoordblad<strong>en</strong> van elke leerling (bijlage<br />

B <strong>en</strong> D) met de onderstaande lijst van goede antwoord<strong>en</strong>. Voor elk juist antwoord, krijgt de leerling<br />

e<strong>en</strong> 1, <strong>voor</strong> elk fout antwoord e<strong>en</strong> 0.<br />

Wanneer meer dan één mogelijkheid is aangeduid, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> dat item.<br />

Als de leerling e<strong>en</strong> andere dan de gevraagde manier van aanduid<strong>en</strong> heeft gebruikt, die door de scoorder<br />

goed te interpreter<strong>en</strong> is, speelt dat ge<strong>en</strong> rol bij de beoordeling.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items word<strong>en</strong> gescoord, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong>. Deze kom<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de lijst hieronder. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

DE PRINSES EN DE TIARA<br />

Meerkeuze-vrag<strong>en</strong>: 1 het <strong>derde</strong> antwoord is correct<br />

2 het tweede antwoord is correct<br />

3 het <strong>derde</strong> antwoord is correct<br />

Waar/niet waar: 4 waar<br />

5 niet waar<br />

Wie heeft wat gezegd? 6 de oude juwelier<br />

7 de keizerin<br />

8 de keizer<br />

9 de prinses<br />

DE WOLF EN DE DRIE MEISJES<br />

Het oudste meisje: 10 niet waar<br />

11 niet waar<br />

12 niet waar<br />

Het tweede meisje: 13 niet waar<br />

14 waar<br />

Het jongste meisje: 15 niet waar<br />

16 niet waar<br />

17 waar<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3 2<br />

11<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

<strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de extra leestoets ‘De tiara <strong>en</strong> de wolf’<br />

DE TIARA EN DE WOLF • LEZEN • 3de LEERJAAR • einde tweede trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

15 - 17 12 - 14 8 - 11 5 - 7 min 5<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3 2<br />

12<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

DE PRINSES EN DE TIARA DE WOLF EN DE DRIE MEISJES<br />

Totaal<br />

op 17<br />

leerling<br />

waar<br />

niet waar<br />

niet waar<br />

waar<br />

niet waar<br />

niet waar<br />

niet waar<br />

niet waar<br />

prinses<br />

keizer<br />

keizerin<br />

oude<br />

juwelier<br />

niet waar<br />

waar<br />

3e antw<br />

2e antw<br />

3e antw<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Er was e<strong>en</strong> machtige keizer, die<br />

e<strong>en</strong> mooie dochter had. Zij was<br />

de meest trotse prinses van de<br />

hele wereld.<br />

Op e<strong>en</strong> ocht<strong>en</strong>d wandelde zij in<br />

de tuin. Zij zag de dauwdruppels<br />

als juwel<strong>en</strong> schitter<strong>en</strong> op bloem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> blader<strong>en</strong>. Nog nooit had ze<br />

zulke mooie juwel<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als die<br />

in de tuin. Ze zei teg<strong>en</strong> haar<br />

vader. “Ik wil e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels.<br />

Als ik die niet krijg, zal ik<br />

sterv<strong>en</strong> van verdriet.” Daarna<br />

sloot ze zich op in haar kamer <strong>en</strong><br />

huilde.<br />

Hoewel de keizer wist dat dit onmogelijk was, liet hij alle juweliers bij zich<br />

kom<strong>en</strong>. Hij vertelde hun dat zij binn<strong>en</strong> drie dag<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de prinses e<strong>en</strong> tiara van<br />

dauwdruppels moest<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Anders werd<strong>en</strong> ze gedood.<br />

De juweliers keerd<strong>en</strong> naar huis terug. Zij wist<strong>en</strong> dat zij zoud<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>, want het<br />

was onmogelijk e<strong>en</strong> tiara van<br />

dauwdruppels te mak<strong>en</strong>. In de<br />

vroege ocht<strong>en</strong>d van de <strong>derde</strong> dag<br />

had niemand nog hoop. To<strong>en</strong> versche<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> oude juwelier aan de<br />

paleispoort. Hij vertelde de wachters<br />

dat hij gekom<strong>en</strong> was om e<strong>en</strong><br />

tiara <strong>voor</strong> de prinses te mak<strong>en</strong>. Hij<br />

werd snel naar de keizer <strong>en</strong> de<br />

prinses gebracht. De oude man<br />

boog diep <strong>en</strong> zei. “Ik zal de tiara<br />

mak<strong>en</strong>, maar ik heb één vraag.”<br />

“Wat u ook vraagt, het is toegelat<strong>en</strong>,”<br />

beloofde de prinses.<br />

“Gaat u dan in de tuin de dauwdruppels<br />

uitzoek<strong>en</strong>,” zei de oude<br />

man. “Als u ze mij geeft, zal ik de<br />

tiara mak<strong>en</strong>.”<br />

De prinses ging de tuin in. Overal schitterd<strong>en</strong> de dauwdruppels. Maar als ze er<br />

e<strong>en</strong> aanraakte, verdwe<strong>en</strong> hij. Zij ging van bloem tot bloem, de hele tuin door.<br />

To<strong>en</strong> keek de oude juwelier haar aan <strong>en</strong> glimlachte. Daarna zei ze hem dat hij<br />

mocht weggaan. Ze zou nooit meer om e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels vrag<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

De prinses <strong>en</strong> de tiara<br />

(e<strong>en</strong> Chinees sprookje)<br />

kopieerblad<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

VRAGEN EN OPDRACHTEN BIJ ‘DE PRINSES EN DE TIARA’<br />

Kies het beste antwoord.<br />

Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij dat antwoord.<br />

kopieerblad<br />

Waarom wil de prinses e<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels?<br />

❏ Haar vader de keizer heeft beloofd dat ze e<strong>en</strong> cadeau van hem zou krijg<strong>en</strong>.<br />

❏ De prinses is heel trots. Zo trots, dat ze e<strong>en</strong> opdracht zoekt die de juweliers<br />

nooit kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

❏ Ze d<strong>en</strong>kt dat de dauwdruppels juwel<strong>en</strong> zijn. En van juwel<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> juwelier<br />

e<strong>en</strong> tiara mak<strong>en</strong>.<br />

Waarom laat de oude juwelier de prinses de dauwdruppels zelf uitzoek<strong>en</strong>?<br />

❏ Hij wil haar zelf de mooiste dauwdruppels lat<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>. Hij kan dat niet zo<br />

goed.<br />

❏ Hij wil haar do<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> dat het niet kan.<br />

❏ Het is al de <strong>derde</strong> dag. Hij heeft niet zoveel tijd meer.<br />

Waarom laat de prinses de juwelier gaan <strong>en</strong> wil ze ope<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> tiara meer?<br />

❏ Ze vindt het heel moeilijk om de mooiste dauwdruppels te kiez<strong>en</strong>. Ze zijn<br />

allemaal mooi.<br />

❏ Ze wil ge<strong>en</strong> tiara van e<strong>en</strong> juwelier die haar zelf dauwdruppels laat zoek<strong>en</strong>.<br />

❏ Ze weet nu dat je ge<strong>en</strong> dauwdruppels kan uitzoek<strong>en</strong>. Je kan er alle<strong>en</strong> maar<br />

naar kijk<strong>en</strong>.<br />

Is het waar of niet waar?<br />

Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij het juiste antwoord.<br />

De prinses wil de dauwdruppels zelf help<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>. Gelukkig maar! Anders<br />

had ze nooit begrep<strong>en</strong> waarom je ge<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels kan krijg<strong>en</strong>.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

De oude juwelier verlaat het paleis. De drie dag<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>bij. En de prinses<br />

heeft nog steeds ge<strong>en</strong> tiara van dauwdruppels. Daarom laat de keizer alle<br />

juweliers dod<strong>en</strong>.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B1


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Wie heeft wat gezegd?<br />

Kies uit:<br />

❏ de prinses<br />

❏ de keizer<br />

❏ de keizerin<br />

❏ de oude juwelier<br />

Schrijf de juiste persoon onder de uitspraak.<br />

Je mag e<strong>en</strong> persoon twee keer gebruik<strong>en</strong> als je dat wil.<br />

kopieerblad<br />

Wat e<strong>en</strong> verw<strong>en</strong>d kind is die prinses toch! Ze d<strong>en</strong>kt dat ze zomaar alles kan<br />

krijg<strong>en</strong> wat ze wil. Maar dit kan toch echt niet! En dat zal ik haar wel e<strong>en</strong>s<br />

duidelijk gaan zegg<strong>en</strong>. Hopelijk wil ze meewerk<strong>en</strong>.<br />

........................................................................................................................<br />

Waarom heeft hij haar niet gezegd dat dat niet kan? Straks moet<strong>en</strong> al die<br />

juweliers sterv<strong>en</strong>! En dan heeft ze nog ge<strong>en</strong> tiara. Hoe kan ik haar troost<strong>en</strong>?<br />

........................................................................................................................<br />

Hoe kan ik dit probleem oploss<strong>en</strong>? Ik wil dat zij gelukkig is. Maar ik wil ook al<br />

die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet lat<strong>en</strong> dod<strong>en</strong>. Oh, kwam er toch maar iemand die e<strong>en</strong><br />

oplossing weet!<br />

........................................................................................................................<br />

Is er e<strong>en</strong> juwelier aan de paleispoort? Laat hem vlug binn<strong>en</strong>! Misschi<strong>en</strong> weet hij<br />

e<strong>en</strong> oplossing <strong>voor</strong> het probleem. Misschi<strong>en</strong> kan hij er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong> dat er<br />

niemand hoeft te sterv<strong>en</strong>. Ik niet <strong>en</strong> de juweliers ook niet.<br />

........................................................................................................................<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B2


kopieerblad<br />

Er war<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s drie zusjes, die sam<strong>en</strong> in één huis woond<strong>en</strong>. Ze kreg<strong>en</strong> het<br />

bericht dat hun moeder ernstig ziek was. De moeder woonde erg<strong>en</strong>s anders.<br />

To<strong>en</strong> maakte de oudste zus twee mand<strong>en</strong> klaar. Ze stopte er vier fless<strong>en</strong> wijn<br />

<strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong> in <strong>en</strong> vertrok naar haar moeder.<br />

Onderweg kwam zij de wolf teg<strong>en</strong>.<br />

Die vroeg aan haar: “Waar ga jij zo<br />

haastig naartoe?”<br />

“Naar mijn mama, want zij is ernstig<br />

ziek.”<br />

“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />

“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />

“Geef ze aan mij, anders zal ik je<br />

opet<strong>en</strong>!”<br />

Het meisje gaf alles aan de wolf <strong>en</strong><br />

liep zo snel ze kon naar haar zuss<strong>en</strong><br />

terug.<br />

To<strong>en</strong> vulde het tweede meisje de mand<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrok naar haar moeder. En zij<br />

vond de wolf ook.<br />

“Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />

“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />

“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />

“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />

“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />

Ook het tweede meisje maakte de mand<strong>en</strong> leeg <strong>en</strong> holde naar huis. To<strong>en</strong> zei<br />

de kleinste: “Nu ga ik ook e<strong>en</strong>s.” Zij maakte de mand<strong>en</strong> klaar <strong>en</strong> vertrok. En<br />

ook zij ontmoette de wolf.<br />

“Waar ga jij zo haastig naartoe?”<br />

“Naar mijn mama, want zij is ernstig ziek.”<br />

“Wat heb jij daar in die mand<strong>en</strong>?”<br />

“Vier fless<strong>en</strong> <strong>en</strong> vier koek<strong>en</strong>.”<br />

“Geef ze aan mij, anders zal ik je opet<strong>en</strong>!”<br />

To<strong>en</strong> nam het meisje e<strong>en</strong> koek <strong>en</strong> gooide die naar de wolf. Die deed zijn muil<br />

op<strong>en</strong> om de koek op te vang<strong>en</strong>. Maar het was ge<strong>en</strong> gewone koek. Het meisje<br />

had er spijkers in gestopt. De wolf hapte in de koek <strong>en</strong> verwondde zijn tong. Hij<br />

spuwde alles uit <strong>en</strong> r<strong>en</strong>de weg. Hij riep nog naar het meisje: “Dat zal ik je<br />

betaald zett<strong>en</strong>!”<br />

Langs e<strong>en</strong> kortere weg die hij alle<strong>en</strong> k<strong>en</strong>de, liep de wolf naar het huis van de<br />

moeder. Het meisje was er nog niet. De wolf ging het huis van de zieke moeder<br />

binn<strong>en</strong>, at haar in één hap op <strong>en</strong> ging op haar plaats in het bed ligg<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes<br />

(e<strong>en</strong> Italiaans sprookje)<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C1


De wolf <strong>en</strong> de drie meisjes<br />

(vervolg)<br />

kopieerblad<br />

Het meisje kwam binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> zag haar moeder die met haar gezicht net bov<strong>en</strong><br />

het dek<strong>en</strong> uitkwam. Ze zei teg<strong>en</strong> haar: “Wat b<strong>en</strong>t u donker geword<strong>en</strong>, mama!”<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

“Dat komt door alle pijn<strong>en</strong> die ik had,<br />

mijn kind,” hoorde zij als antwoord.<br />

“Wat hebt u e<strong>en</strong> dik hoofd gekreg<strong>en</strong>,<br />

mama!”<br />

“Dat komt door alle zorg<strong>en</strong> die ik had,<br />

lief kind.”<br />

“Mag ik u e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, mama?”<br />

vroeg het meisje. Hap! Natuurlijk at de<br />

wolf haar in één hap op. To<strong>en</strong> ging hij<br />

er vandoor.<br />

Maar to<strong>en</strong> de boer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wolf uit het<br />

huis zag<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> zij hun<br />

schopp<strong>en</strong>. Zij ving<strong>en</strong> de wolf <strong>en</strong> doodd<strong>en</strong><br />

hem. Dadelijk sned<strong>en</strong> zij zijn buik<br />

op<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar kwam<strong>en</strong> moeder <strong>en</strong> dochter nog lev<strong>en</strong>d uit te <strong>voor</strong>schijn. De<br />

moeder werd beter <strong>en</strong> het meisje ging terug naar huis. Ze vertelde alles wat er<br />

gebeurd was aan haar zuss<strong>en</strong>.<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C2


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

VRAGEN EN OPDRACHTEN BIJ ‘DE WOLF EN DE DRIE MEISJES’<br />

Die avond zitt<strong>en</strong> de drie zuss<strong>en</strong> bij elkaar. Ze besprek<strong>en</strong> wat er die dag is<br />

gebeurd. Maar ze zijn moe. Wie moe is, vertelt soms iets dat niet helemaal<br />

juist is. Is het wel allemaal waar wat de drie meisjes zegg<strong>en</strong>?<br />

Eerst vertelt de oudste zus, dan de tweede <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte de jongste.<br />

Zet e<strong>en</strong> kruisje in het vakje bij het juiste antwoord.<br />

Het oudste meisje zegt:<br />

Ik ging als eerste op weg. En ik was ook de moedigste van ons drieën.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

De wolf vroeg aan ons alledrie wat er in onze mand<strong>en</strong> zat. Maar wij gav<strong>en</strong> niet<br />

alledrie hetzelfde antwoord. Want we hadd<strong>en</strong> niet alledrie hetzelfde bij ons.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Ik zag mete<strong>en</strong> dat mama’s hoofd dik geword<strong>en</strong> was.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Het tweede meisje zegt:<br />

Onze oudste zus was vlug terug. Daarom bedacht ik e<strong>en</strong> slim plan.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Wat de wolf aan mij vroeg, had hij al aan één van jullie gevraagd. En hij zou na<br />

mij nog e<strong>en</strong>s precies hetzelfde vrag<strong>en</strong> aan de andere.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage D1


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Het jongste meisje zegt:<br />

To<strong>en</strong> mijn zuss<strong>en</strong> de wolf zag<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> ze mete<strong>en</strong> heel bang. De wolf had<br />

nog niks gezegd of gevraagd, <strong>en</strong> ze r<strong>en</strong>d<strong>en</strong> al naar huis terug.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

De wolf had veel pijn nadat hij de spijkerkoek had opgeget<strong>en</strong>. Daardoor kon hij<br />

niet zo snel lop<strong>en</strong> als ik <strong>en</strong> was ik eerst bij mama.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

Wat e<strong>en</strong> geluk dat de boer<strong>en</strong> de wolf zag<strong>en</strong> to<strong>en</strong> hij naar buit<strong>en</strong> kwam! Anders<br />

war<strong>en</strong> mama <strong>en</strong> ik misschi<strong>en</strong> niet gered.<br />

❏ waar<br />

❏ niet waar<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

lez<strong>en</strong> +<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage D2


DE DIERENTUIN: IN WELK HOK ZET IK WELK DIER?<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> help<strong>en</strong> de opzichter van e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin die alle dier<strong>en</strong> in<br />

nieuwe hokk<strong>en</strong> moet plaats<strong>en</strong>, door de <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het plaats<strong>en</strong><br />

van de dier<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daarvan de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> in de<br />

hokk<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>. Wat hier getoetst wordt, is begrip van de tekst over<br />

de dier<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de nodige informatie er kunn<strong>en</strong> uithal<strong>en</strong>).<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> de tekst <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> op de<br />

juiste plaats op de tek<strong>en</strong>ing van de dier<strong>en</strong>tuin.<br />

Vooraf wordt wel klassikaal e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld gegev<strong>en</strong>, zodat alle leerling<strong>en</strong><br />

met de procedure vertrouwd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

scoring Deze toets bevat 15 scoorbare items. Elk dier dat de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

invull<strong>en</strong> (behalve de <strong>voor</strong>beelditems) wordt beoordeeld. Staat het op de<br />

juiste plaats of niet? Er wordt wel rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de onderlinge<br />

afhankelijkheid van de items (e<strong>en</strong> fout kan e<strong>en</strong> andere fout tot gevolg<br />

hebb<strong>en</strong>). Als laatste item wordt gekek<strong>en</strong> of de leerling<strong>en</strong> de nam<strong>en</strong> van de<br />

dier<strong>en</strong> voluit geschrev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of niet.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> plan van de dier<strong>en</strong>tuin (zie bijlage A) <strong>en</strong> de blad<strong>en</strong><br />

met de tekst over de dier<strong>en</strong> (zie bijlage B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd heel kort e<strong>en</strong> gesprek met de leerling<strong>en</strong> over de dier<strong>en</strong>tuin <strong>en</strong> dan <strong>voor</strong>al over hoe de dier<strong>en</strong><br />

daar in de hokk<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.<br />

Zijn jullie al wel e<strong>en</strong>s naar de dier<strong>en</strong>tuin geweest? Welke dier<strong>en</strong> zijn er<br />

allemaal in de dier<strong>en</strong>tuin? Zitt<strong>en</strong> al die dier<strong>en</strong> bij elkaar? Waarom (niet)?<br />

Hoe word<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> van elkaar weg gehoud<strong>en</strong>? (doordat ze in kooi<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> hokk<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>) Zitt<strong>en</strong> de ap<strong>en</strong> <strong>en</strong> de olifant<strong>en</strong> in dezelfde kooi? Zitt<strong>en</strong><br />

ze ver uit elkaar? Zitt<strong>en</strong> de slang<strong>en</strong> bij de leeuw<strong>en</strong>? Waarom (niet)?<br />

Zitt<strong>en</strong> de vogels <strong>en</strong> de viss<strong>en</strong> dicht bij elkaar? Waarom (niet)? ...<br />

De conclusie van dit gesprek moet zijn dat je al die vreemde <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> niet zomaar willekeurig<br />

door elkaar kunt plaats<strong>en</strong>. Sommige dier<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> elkaar dod<strong>en</strong> als ze bij elkaar zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong>. Sommige moet<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>, andere buit<strong>en</strong>. Sommige in het water, andere in de lucht, ...<br />

Leid vervolg<strong>en</strong>s de toets in met het onderstaande verhaaltje.<br />

Wist<strong>en</strong> jullie al dat de dier<strong>en</strong>tuin van Antwerp<strong>en</strong> gaat verhuiz<strong>en</strong>? Ja<br />

hoor, het is echt waar. En wet<strong>en</strong> jullie hoe dat komt? Omdat er vlak bij<br />

de dier<strong>en</strong>tuin e<strong>en</strong> nieuwe fabriek staat. Die blaast vieze rook uit. En dat<br />

adem<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> dan in. En dat is natuurlijk niet goed <strong>voor</strong> ze. Ze word<strong>en</strong><br />

er allemaal ziek van. En daarom gaat de dier<strong>en</strong>tuin verhuiz<strong>en</strong>.<br />

Gewoon e<strong>en</strong> beetje verder van de fabriek weg.<br />

Er is alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot probleem: de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin is niet zo groot als<br />

de vorige. Er zijn maar twaalf hokk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de dier<strong>en</strong>, terwijl er zeker 17<br />

verschill<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> zijn. Hoe moet dat nou? Er zull<strong>en</strong> dus toch e<strong>en</strong> paar<br />

dier<strong>en</strong> bij elkaar moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>, alhoewel we net gezegd hebb<strong>en</strong> dat dat<br />

normaal niet kan.<br />

Kijk, zo ziet de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin eruit.<br />

Geef alle leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plan van de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin (zie bijlage A) <strong>en</strong> laat ze er ev<strong>en</strong> naar kijk<strong>en</strong>.<br />

Geef dan de volg<strong>en</strong>de uitleg, terwijl je de ding<strong>en</strong> aanduidt op e<strong>en</strong> uitvergroot plan dat je zelf bij de<br />

hand houdt. (Kopieer hier<strong>voor</strong> bijlage A op A3-formaat.)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Zo ziet de dier<strong>en</strong>tuin eruit als je hem vanuit de lucht bekijkt. Er zijn<br />

twaalf hokk<strong>en</strong>. Zie je het? In elk hok staat e<strong>en</strong> nummer van 1 tot 12.<br />

Langs de hokk<strong>en</strong> loopt e<strong>en</strong> pad, e<strong>en</strong> weggetje vanwaar de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de<br />

dier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>. Het weggetje loopt rond e<strong>en</strong> vijver. Zi<strong>en</strong> jullie<br />

de e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de vijver?<br />

Kolbe is de baas van de dier<strong>en</strong>tuin. Hij moet zegg<strong>en</strong> welk dier in welk<br />

hok in de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin moet kom<strong>en</strong>. Dat is heel moeilijk <strong>voor</strong> hem,<br />

<strong>voor</strong>al omdat er niet <strong>voor</strong> elk dier e<strong>en</strong> apart hok is. Op dit mom<strong>en</strong>t loopt<br />

hij midd<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de hokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt na. Kijk, daar loopt hij te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

Help<strong>en</strong> jullie hem e<strong>en</strong> beetje?<br />

Vraag nu aan de leerling<strong>en</strong> om hun naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) op de achterkant van het plan<br />

(of in de vijver) te schrijv<strong>en</strong>. Als ze dat gedaan hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze ev<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong> met<br />

Kolbe e<strong>en</strong> plaats <strong>voor</strong> elk dier te vind<strong>en</strong>. Geef ze allemaal de blad<strong>en</strong> met tekst over de dier<strong>en</strong> (zie bijlage<br />

B). Op deze blad<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niets schrijv<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> latere afname van de<br />

toets word<strong>en</strong> hergebruikt.<br />

Zet de leerling<strong>en</strong> ertoe aan om eerst e<strong>en</strong>s te lez<strong>en</strong> wat er bov<strong>en</strong> de horizontale lijn staat. Dat zijn oef<strong>en</strong>items.<br />

Als ze dat gelez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> ze de nam<strong>en</strong> van die dier<strong>en</strong> in potlood in het juiste hok zett<strong>en</strong>.<br />

De eerste waar Kolbe aan d<strong>en</strong>kt is Ol de Olifant. Dat is het grootste dier van de dier<strong>en</strong>tuin. Waar zal<br />

hij die zett<strong>en</strong>? Erg<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> hoek? Ja, dat lijkt hem e<strong>en</strong> goed plan. Dan kan hij dus kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hok 1,<br />

5, 8 of 12. Hij kiest <strong>voor</strong> het laatste. Schrijf je 'Ol de Olifant' in het juiste hok?<br />

En Bo de Bosaap, waar kan die naartoe? Weet je wat, e<strong>en</strong> aap heeft vier hand<strong>en</strong>, dus die mag naar<br />

hok nummer 4.<br />

Loop rond <strong>en</strong> controleer bij alle leerling<strong>en</strong> na of zij 'Ol de Olifant' <strong>en</strong> 'Bo de Bosaap' in het juiste hok<br />

(12 <strong>en</strong> 4) schrijv<strong>en</strong>. Als er leerling<strong>en</strong> zijn die er problem<strong>en</strong> mee hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> de items klassikaal<br />

behandeld word<strong>en</strong>, waarbij je zelf de nam<strong>en</strong> op je plan/op het bord schrijft <strong>en</strong> het aan de kinder<strong>en</strong><br />

toont. Daarbij di<strong>en</strong>t expliciet gezegd te word<strong>en</strong> dat de nam<strong>en</strong> voluit, in drie woord<strong>en</strong>, geschrev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Toets<br />

Als alle leerling<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hoe de oef<strong>en</strong>items in elkaar zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze hun ev<strong>en</strong>tuele fout<strong>en</strong> op<br />

hun plan verbeterd hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze aan de toets beginn<strong>en</strong>. Let erop dat ze verder met hun potlood<br />

schrijv<strong>en</strong>, zodat ze zichzelf kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>.<br />

Jullie gaan nu zelf de andere dier<strong>en</strong> in het juiste hok zett<strong>en</strong>, net zoals jullie<br />

dat bij Ol <strong>en</strong> Bo hebb<strong>en</strong> gedaan. Lees maar <strong>en</strong> vul de nam<strong>en</strong> met potlood<br />

in.<br />

Geef ge<strong>en</strong> verdere aanwijzing<strong>en</strong> over de te volg<strong>en</strong> strategie bij het uitvoer<strong>en</strong> van deze leestaak, zoals<br />

"Lees eerst de tekst e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je dier<strong>en</strong> in de dier<strong>en</strong>tuin plaatst." of "Telk<strong>en</strong>s als je<br />

e<strong>en</strong> dier weet, mag je het invull<strong>en</strong>." Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

goede leesstrategie wordt ook mee geëvalueerd. Leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hier normaliter gewoontes toepass<strong>en</strong><br />

die ze tijd<strong>en</strong>s de les hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>, maar het is niet de bedoeling dat je h<strong>en</strong> hier op die<br />

gewoontes wijst.<br />

Dit is ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> moeilijke toets. Het zal wellicht nodig zijn de leerling<strong>en</strong> aan te spor<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> ertoe<br />

aan te zett<strong>en</strong> om verder te werk<strong>en</strong>. Je kan bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> leerling die signaleert dat hij iets niet<br />

vindt, erop wijz<strong>en</strong> dat hij het volg<strong>en</strong>de dier kan prober<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> die signaler<strong>en</strong> dat er iets niet<br />

klopt, kan je aanrad<strong>en</strong> om nog e<strong>en</strong>s terug te lez<strong>en</strong>. Als de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> 'okapi' of e<strong>en</strong><br />

'emoe' zijn, kun je dat uitlegg<strong>en</strong>, maar sta er niet te lang bij stil <strong>en</strong> wijs er ook op dat dat eig<strong>en</strong>lijk niet<br />

belangrijk is. Als er uitleg wordt gevraagd over andere woord<strong>en</strong>, spoor de leerling<strong>en</strong> dan aan om zelf<br />

naar de betek<strong>en</strong>is te zoek<strong>en</strong> op basis van wat er in de zinn<strong>en</strong> staat (context).<br />

Nu blijv<strong>en</strong> er nog 15 dier<strong>en</strong> over. Lees goed wat erover gezegd wordt.<br />

En schrijf dan hun naam in het juiste hok. Let op: je moet altijd de hele<br />

naam van het dier schrijv<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> 'Ol', maar wel 'Ol de Olifant'.<br />

- Kolbe is iets verget<strong>en</strong>. Ol is niet het grootste dier. Dat is Gi de Giraf. Zijn lange nek steekt nog ver<br />

bov<strong>en</strong> de olifant uit. Gi moet dus ook in e<strong>en</strong> hoek. Hij komt in de hoek schuin teg<strong>en</strong>over Ol.<br />

- En als Kolbe aan Gi d<strong>en</strong>kt, d<strong>en</strong>kt hij mete<strong>en</strong> ook aan Pa het Paard. Pa is jaloers op de lange nek<br />

van Gi. Maar Pa kan harder lop<strong>en</strong>. Gi <strong>en</strong> Pa mak<strong>en</strong> dan ook altijd ruzie. Ze moet<strong>en</strong> dus ver uit<br />

elkaar in e<strong>en</strong> hok. Wat dacht je van het hok links van Ol op de rij waar ook hok 9 is? Zet Pa daar<br />

maar.<br />

- Pap de Papegaai <strong>en</strong> Kan de Kangoeroe die kunn<strong>en</strong> het ook niet zo goed met elkaar vind<strong>en</strong>. Ze<br />

kom<strong>en</strong> nochtans allebei uit hetzelfde land. Eig<strong>en</strong>lijk zoud<strong>en</strong> ze naast elkaar moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Maar<br />

dat kan niet. Kolbe wil ze ook maar zo ver mogelijk uit elkaar zett<strong>en</strong>. Er zijn immers nog twee hoek<strong>en</strong><br />

over. Pap komt in de hoek met het hoogste nummer <strong>en</strong> Kan in de andere.<br />

- Zo, dat zijn al zes dier<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> plaatsje hebb<strong>en</strong>. Wie is er nog meer? Zeb de Zebra. Met zijn<br />

mooie strep<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> zebra is eig<strong>en</strong>lijk ook e<strong>en</strong> beetje e<strong>en</strong> paard. Dus Zeb mag naast Pa.<br />

- Leo de Leeuw, dat is e<strong>en</strong> moeilijk dier om e<strong>en</strong> plaatsje te gev<strong>en</strong>. Hij is e<strong>en</strong> beetje de koning der<br />

dier<strong>en</strong>. Dus hij moet e<strong>en</strong> heel bijzondere plaats hebb<strong>en</strong>. Kolbe zal nog ev<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> om hem e<strong>en</strong><br />

plaatsje te gev<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


- Dan zijn er Ok de Okapi, Em de Emoe <strong>en</strong> Evi het Everzwijn. Die drie stond<strong>en</strong> in de oude dier<strong>en</strong>tuin<br />

vlak bij elkaar. En ze zijn ook dikke vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dus moet<strong>en</strong> ze hier ook bij elkaar kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

Maar... er zijn ge<strong>en</strong> drie hokk<strong>en</strong> naast elkaar meer over. Twee wel, hok 2 <strong>en</strong> 3. Och, d<strong>en</strong>kt Kolbe,<br />

één van die drie kan wel bij Bo de Bosaap in het hok. Dat is e<strong>en</strong> lief dier. Die vindt dat wel goed.<br />

Dus kom<strong>en</strong> Em, Evi <strong>en</strong> Ok in deze volgorde in hok 2, 3 <strong>en</strong> 4.<br />

- Ad de Adelaar moet ook in e<strong>en</strong> hok. Dat is wel wat vervel<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> vogel. Hij heeft er immers<br />

niet veel plaats om te vlieg<strong>en</strong>. Maar anders vliegt hij weg. In welk hok kan hij kom<strong>en</strong>? Hij is e<strong>en</strong><br />

vogel, net als Pap de Papegaai. Dus mag hij daar wel naast, tuss<strong>en</strong> Pap <strong>en</strong> Zeb in.<br />

- Het hok tuss<strong>en</strong> Kan de Kangoeroe <strong>en</strong> Ol de Olifant is ook nog vrij. Daar zou Tigra de Tijger in kunn<strong>en</strong>,<br />

of Rob de Zeeleeuw. Als Rob erin komt, moet er water in het hok. Zonder water gaat Rob<br />

dood. Maar water in zo'n hok? Dat kan niet. Misschi<strong>en</strong> moet Kolbe maar e<strong>en</strong>s vrag<strong>en</strong> of Rob niet<br />

in de vijver mag. Dus komt de tijger maar tuss<strong>en</strong> de twee andere in.<br />

- Voor Jim de kleine Chimpansee moet er e<strong>en</strong> boom in het hok gezet word<strong>en</strong>. Waar zou dat kunn<strong>en</strong>?<br />

Het kan op twee plaats<strong>en</strong>. De eerste is bij de giraf. Dan kan die blaadjes van de bom<strong>en</strong><br />

smull<strong>en</strong>. De tweede plaats is bij Bo. Misschi<strong>en</strong> wil Jim liever bij Bo. Hij is immers ook e<strong>en</strong> aap.<br />

Maar in dat hok zitt<strong>en</strong> ze al met twee. Kolbe kiest toch maar <strong>voor</strong> de eerste plaats.<br />

- Sis de Slang is er ook nog. Sis bijt niet, dus ze mag wel bij e<strong>en</strong> ander dier. Maar nu ook weer niet<br />

bij iedere<strong>en</strong>. Tigra, die zou zeker vecht<strong>en</strong> met Sis. En Ol, die zou erop kunn<strong>en</strong> trapp<strong>en</strong>. Dan maar<br />

bij Pa of bij Zeb? Zeb is nogal trots met zijn strep<strong>en</strong>, dus die kan beter alle<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Wie blijft er<br />

dan nog over? Zet Sis daar maar bij.<br />

- Bijna alle hokk<strong>en</strong> zijn nu vol. Kolbe d<strong>en</strong>kt na. Waar kunn<strong>en</strong> er nog twee dier<strong>en</strong> bij elkaar? Bij Ad de<br />

Adelaar misschi<strong>en</strong>? Die vliegt toch de hele dag rond. En bij Kan de Kangoeroe is er ook nog wel<br />

wat plaats. Die moet dan wel oplett<strong>en</strong> waar hij springt. Die twee plaatsjes zijn <strong>voor</strong> Stekkie het<br />

Stekelvark<strong>en</strong> <strong>en</strong> Be de Beer. Kolbe zet ze in hun hok <strong>en</strong> zorgt er<strong>voor</strong> dat Kan niet op de stekels<br />

van Stekkie kan spring<strong>en</strong>.<br />

- Oh ja, <strong>en</strong> dan blijft alle<strong>en</strong> de koning der dier<strong>en</strong> nog over. Die komt in het <strong>en</strong>ige hok dat nog over is.<br />

Als dat ge<strong>en</strong> bijzonder plaatsje is!<br />

Zitt<strong>en</strong> er nu 17 dier<strong>en</strong> in de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin? Kijk alles nog maar e<strong>en</strong>s<br />

goed na.<br />

Bedank de leerling<strong>en</strong> uit naam van Kolbe <strong>voor</strong> hun hulp bij het mak<strong>en</strong> van het plan. Als de dier<strong>en</strong> nu<br />

gaan verhuiz<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e dier<strong>en</strong>tuin naar de andere, kunn<strong>en</strong> ze mete<strong>en</strong> in hun juiste hok word<strong>en</strong><br />

gezet.<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- toetsblad/tek<strong>en</strong>ing van de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (A)<br />

- leestekst met uitleg over de dier<strong>en</strong> (B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Scoringswijzer bij de leestoets 'Dier<strong>en</strong>tuin'<br />

Overloop de plattegrond<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande lijst. In die lijst is aangegev<strong>en</strong> waar<br />

de dier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> staan. Er is daarbij rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de onderlinge afhankelijkheid van de<br />

items: als je erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bepaalde beslissing neemt, goed of fout, heeft dat logischerwijze bepaalde<br />

andere beslissing<strong>en</strong> tot gevolg. Ga na of de leerling<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> op de juiste plaats hebb<strong>en</strong> staan. Als<br />

je e<strong>en</strong> dier terugvindt op de juiste plaats op de plattegrond van e<strong>en</strong> leerling, scoort die leerling <strong>voor</strong><br />

dat item 1. Als je het dier niet terugvindt op die plaats, scoort die leerling 0 <strong>voor</strong> dat item.<br />

Let op! Als de plaats van e<strong>en</strong> dier afhankelijk is van de plaats van e<strong>en</strong> ander dier, <strong>en</strong> dat andere staat<br />

er niet, kan het eerste ook niet juist zijn.<br />

Eén dier, Stekkie het Stekelvark<strong>en</strong>, wordt niet mee gescoord. Om volledig juist te zijn, moet dat dier in<br />

hetzelfde hok geplaatst zijn als Ad de Adelaar, maar omdat dit wel erg moeilijk blijkt te zijn <strong>voor</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong>, wordt er ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee gehoud<strong>en</strong>. Door de manier waarop de tekst geformuleerd is<br />

(de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> Be de Beer <strong>en</strong> Stekkie elk één van twee plaats<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>) wordt het stukje tekst<br />

over Stekkie echter wel behoud<strong>en</strong>.<br />

Er zijn dus 14 dier<strong>en</strong> waarvan de plaatsing bekek<strong>en</strong> wordt. De toets wordt echter op 15 punt<strong>en</strong> gescoord.<br />

Met het laatste item gaan je na of de leerling de nam<strong>en</strong> van de dier<strong>en</strong> voluit geschrev<strong>en</strong> heeft<br />

(Ol de Olifant i.p.v. Ol)? Zo ja, 1, zo ne<strong>en</strong>, 0. Om niet al te str<strong>en</strong>g te zijn, hebb<strong>en</strong> we 'alle nam<strong>en</strong> voluit<br />

geschrev<strong>en</strong>' teruggebracht tot 'maximum twee nam<strong>en</strong> niet voluit geschrev<strong>en</strong>'. Bij de eerste 15 items<br />

speelt dit alles dus ge<strong>en</strong> rol. Daar word<strong>en</strong> ook de verkorte nam<strong>en</strong> goed gerek<strong>en</strong>d.<br />

Andere mogelijke ding<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> al dan niet opgeschrev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet in deze berek<strong>en</strong>ing<br />

betrokk<strong>en</strong>.<br />

bv. 'Em de Evi' in het hok nr. 2 = 1 <strong>voor</strong> item 3<br />

Als naam <strong>en</strong> diersoort in e<strong>en</strong> apart hok staan (bv. Em in één hok <strong>en</strong> 'de Emoe' in e<strong>en</strong> ander): de diersoort<br />

lat<strong>en</strong> primer<strong>en</strong> (i.c. 'emoe').<br />

De schrijfwijze van de nam<strong>en</strong> mag ge<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de beoordeling.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items scor<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast<br />

kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom kunn<strong>en</strong> de totaalscores word<strong>en</strong> ingevuld.<br />

Lijst van items met juiste oplossing<strong>en</strong>:<br />

(1) Gi de Giraf in hok nr. 1 (= schuin teg<strong>en</strong>over Ol)<br />

(2) Jim de Chimpansee in het hok bij Gi de Giraf (dus ook als die niet in 1 staat)<br />

(3) Em de Emoe in hok nr. 2<br />

(4) Evi het Everzwijn in hok nr. 3<br />

(5) Ok de Okapi in hok nr. 4<br />

(6) Kan de Kangoeroe in hok nr. 5 (als Pap in 8 of 1 staat) of 8 (als Pap in 5 of 1 staat) of 1 (als Pap<br />

in 5 of 8 staat).<br />

Maar: als Pap nog erg<strong>en</strong>s anders staat: 0.<br />

(7) Be de Beer in hetzelfde hok als Kan de Kangoeroe (dus ook als Kan niet in 5, 8 of 1 staat)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


(8) Leo de Leeuw/de koning der dier<strong>en</strong>/Ko de Koning in e<strong>en</strong> hok alle<strong>en</strong><br />

(9) Tigra de Tijger in het hok tuss<strong>en</strong> Ol de Olifant <strong>en</strong> Kan de Kangoeroe in (zal hok 7 of 11 moet<strong>en</strong><br />

zijn, afhankelijk van waar Kan staat)<br />

(10) Pa(p) de Papegaai in hok nr. 8 of hok nr. 5 (als Gi in 8 staat)<br />

(11) Ad de Adelaar naast Pap de Papegaai (links of rechts, vlak naast Pap) maar: in de kortste lijn tuss<strong>en</strong><br />

Pap <strong>en</strong> Zeb in. Als Zeb er niet staat: 0<br />

(12) Zeb de Zebra in het hok naast Pa het Paard (links of rechts, vlak naast Pa)<br />

(13) Pa het Paard in hok nr. 11<br />

(14) Sis de Slang in hetzelfde hok als Pa het Paard (dus ook als Pa niet in 11 staat)<br />

(15) nam<strong>en</strong> voluit geschrev<strong>en</strong>? (als er meer dan 2 niet voluit geschrev<strong>en</strong> zijn = 0)<br />

Noot: Rob de Zeeleeuw mag overal staan <strong>en</strong> wordt dus niet meegeteld.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


3<br />

lez<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Normtabel bij de leestoets ‘Dier<strong>en</strong>tuin’<br />

DIERENTUIN • LEZEN • 3de LEERJAAR • einde <strong>derde</strong> trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

13 - 15 8 - 12 4 - 7 min 4 -<br />

Omdat de gemiddelde score op deze toets vrij laag ligt <strong>en</strong> de standaarddeviatie groot is, kunn<strong>en</strong> we<br />

hier ge<strong>en</strong> E-norm onderscheid<strong>en</strong>. Zie <strong>leidraad</strong> <strong>voor</strong> meer uitleg over deze begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de berek<strong>en</strong>ing<br />

van de norm<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

lez<strong>en</strong><br />

Naam van de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Totaal<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


leestekst<br />

Kijk e<strong>en</strong>s naar de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin. Wat is hij klein! Waar moet<strong>en</strong><br />

alle dier<strong>en</strong> naartoe? Help Kolbe om ze e<strong>en</strong> plaats te gev<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

De eerste waar Kolbe aan d<strong>en</strong>kt is Ol de Olifant. Dat is het grootste dier<br />

van de dier<strong>en</strong>-tuin. Waar zal hij die zett<strong>en</strong>? Erg<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> hoek? Ja, dat<br />

lijkt hem e<strong>en</strong> goed plan. Dan kan hij dus kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hok 1, 5, 8 of 12.<br />

Hij kiest <strong>voor</strong> het laatste. Schrijf je 'Ol de Olifant' in het juiste hok?<br />

En Bo de Bosaap, waar kan die naartoe? Weet je wat, e<strong>en</strong> aap heeft vier<br />

hand<strong>en</strong>. Dus die mag naar hok nummer 4.<br />

Nu blijv<strong>en</strong> er nog 15 dier<strong>en</strong> over. Lees goed wat erover gezegd wordt.<br />

En schrijf dan hun naam in het juiste hok. Let op: je moet altijd de<br />

hele naam van het dier schrijv<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> 'Ol', maar wel 'Ol de<br />

Olifant'.<br />

- Kolbe is iets verget<strong>en</strong>. Ol is niet het grootste dier. Dat is Gi de Giraf.<br />

Zijn lange nek steekt nog ver bov<strong>en</strong> de olifant uit. Gi moet dus ook in<br />

e<strong>en</strong> hoek. Hij komt in de hoek schuin teg<strong>en</strong>over Ol.<br />

- En als Kolbe aan Gi d<strong>en</strong>kt, d<strong>en</strong>kt hij mete<strong>en</strong> ook aan Pa het Paard. Pa<br />

is jaloers op de lange nek van Gi. Maar Pa kan harder lop<strong>en</strong>. Gi <strong>en</strong> Pa<br />

mak<strong>en</strong> dan ook altijd ruzie. Ze moet<strong>en</strong> dus ver uit elkaar in e<strong>en</strong> hok.<br />

Wat dacht je van het hok links van Ol op de rij waar ook hok 9 is? Zet<br />

Pa daar maar.<br />

- Pap de Papegaai <strong>en</strong> Kan de Kangoeroe die kunn<strong>en</strong> het ook niet zo<br />

goed met elkaar vind<strong>en</strong>. Ze kom<strong>en</strong> nochtans allebei uit hetzelfde land.<br />

Eig<strong>en</strong>lijk zoud<strong>en</strong> ze naast elkaar moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Maar dat kan niet.<br />

Kolbe wil ze ook maar zo ver mogelijk uit elkaar zett<strong>en</strong>. Er zijn<br />

immers nog twee hoek<strong>en</strong> over. Pap komt in de hoek met het hoogste<br />

nummer <strong>en</strong> Kan in de andere.<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B1


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

- Zo, dat zijn al zes dier<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> plaatsje hebb<strong>en</strong>. Wie is er nog meer?<br />

Zeb de Zebra. Met zijn mooie strep<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> zebra is eig<strong>en</strong>lijk ook e<strong>en</strong><br />

beetje e<strong>en</strong> paard. Dus Zeb mag naast Pa.<br />

- Leo de Leeuw, dat is e<strong>en</strong> moeilijk dier om e<strong>en</strong> plaatsje te gev<strong>en</strong>. Hij is<br />

e<strong>en</strong> beetje de koning der dier<strong>en</strong>. Dus hij moet e<strong>en</strong> heel bijzondere<br />

plaats hebb<strong>en</strong>. Kolbe zal nog ev<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> om hem e<strong>en</strong> plaatsje te<br />

gev<strong>en</strong>.<br />

- Dan zijn er Ok de Okapi, Em de Emoe <strong>en</strong> Evi het Everzwijn. Die drie<br />

stond<strong>en</strong> in de oude dier<strong>en</strong>tuin vlak bij elkaar. En ze zijn ook dikke<br />

vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dus moet<strong>en</strong> ze hier ook bij elkaar kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Maar... er<br />

zijn ge<strong>en</strong> drie hokk<strong>en</strong> naast elkaar meer over. Twee wel, hok 2 <strong>en</strong> 3.<br />

Och, d<strong>en</strong>kt Kolbe, één van die drie kan wel bij Bo de Bosaap in het<br />

hok. Dat is e<strong>en</strong> lief dier. Die vindt dat wel goed. Dus kom<strong>en</strong> Em, Evi<br />

<strong>en</strong> Ok in deze volgorde in hok 2, 3 <strong>en</strong> 4.<br />

- Ad de Adelaar moet ook in e<strong>en</strong> hok. Dat is wel wat vervel<strong>en</strong>d <strong>voor</strong><br />

e<strong>en</strong> vogel. Hij heeft er immers niet veel plaats om te vlieg<strong>en</strong>. Maar<br />

anders vliegt hij weg. In welk hok kan hij kom<strong>en</strong>? Hij is e<strong>en</strong> vogel, net<br />

als Pap de Papegaai. Dus mag hij daar wel naast, tuss<strong>en</strong> Pap <strong>en</strong> Zeb<br />

in.<br />

- Het hok tuss<strong>en</strong> Kan de Kangoeroe <strong>en</strong> Ol de Olifant is ook nog vrij.<br />

Daar zou Tigra de Tijger in kunn<strong>en</strong>, of Rob de Zeeleeuw. Als Rob erin<br />

komt, moet er water in het hok. Zonder water gaat Rob dood. Maar<br />

water in zo'n hok? Dat kan niet. Misschi<strong>en</strong> moet Kolbe maar e<strong>en</strong>s<br />

vrag<strong>en</strong> of Rob niet in de vijver mag. Dus komt de tijger maar tuss<strong>en</strong><br />

de twee andere in.<br />

- Voor Jim de kleine Chimpansee moet er e<strong>en</strong> boom in het hok gezet<br />

word<strong>en</strong>. Waar zou dat kunn<strong>en</strong>? Het kan op twee plaats<strong>en</strong>. De eerste is<br />

lez<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B2


kopieerblad<br />

bij de giraf. Dan kan die blaadjes van de bom<strong>en</strong> smull<strong>en</strong>. De tweede<br />

plaats is bij Bo. Misschi<strong>en</strong> wil Jim liever bij Bo. Hij is immers ook e<strong>en</strong><br />

aap. Maar in dat hok zitt<strong>en</strong> ze al met twee. Kolbe kiest toch maar <strong>voor</strong><br />

de eerste plaats.<br />

- Sis de Slang is er ook nog. Sis bijt niet, dus ze mag wel bij e<strong>en</strong> ander<br />

dier. Maar nu ook weer niet bij iedere<strong>en</strong>. Tigra, die zou zeker vecht<strong>en</strong><br />

met Sis. En Ol, die zou erop kunn<strong>en</strong> trapp<strong>en</strong>. Dan maar bij Pa of bij<br />

Zeb? Zeb is nogal trots met zijn strep<strong>en</strong>, dus die kan beter alle<strong>en</strong><br />

blijv<strong>en</strong>. Wie blijft er dan nog over? Zet Sis daar maar bij.<br />

- Bijna alle hokk<strong>en</strong> zijn nu vol. Kolbe d<strong>en</strong>kt na. Waar kunn<strong>en</strong> er nog<br />

twee dier<strong>en</strong> bij elkaar? Bij Ad de Adelaar misschi<strong>en</strong>? Die vliegt toch<br />

de hele dag rond. En bij Kan de Kangoeroe is er ook nog wel wat<br />

plaats. Die moet dan wel oplett<strong>en</strong> waar hij springt. Die twee plaatsjes<br />

zijn <strong>voor</strong> Stekkie het Stekelvark<strong>en</strong> <strong>en</strong> Be de Beer. Kolbe zet ze in hun<br />

hok <strong>en</strong> zorgt er<strong>voor</strong> dat Kan niet op de stekels van Stekkie kan<br />

spring<strong>en</strong>.<br />

- Oh ja, <strong>en</strong> dan blijft alle<strong>en</strong> de koning der dier<strong>en</strong> nog over. Die komt in<br />

het <strong>en</strong>ige hok dat nog over is. Als dat ge<strong>en</strong> bijzonder plaatsje is!<br />

Zitt<strong>en</strong> er nu 17 dier<strong>en</strong> in de nieuwe dier<strong>en</strong>tuin? Kijk alles nog maar<br />

e<strong>en</strong>s goed na.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B3


SPREKEN


HET WAS KERMIS<br />

e<strong>en</strong> rondleiding gev<strong>en</strong><br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> vertelplaat e<strong>en</strong> rondleiding op<br />

de kermis.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> klassikaal de introductie <strong>en</strong> de instructie <strong>voor</strong> de taak.<br />

De eig<strong>en</strong>lijke afname gebeurt individueel <strong>en</strong> neemt per leerling ongeveer<br />

10 minut<strong>en</strong> in beslag. De prestatie van elke leerling op de toets wordt<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op cassette.<br />

scoring Deze toets bevat 28 scoorbare items. Elk on<strong>derde</strong>el van de tek<strong>en</strong>ing<br />

waarover de leerling<strong>en</strong> iets moet<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>, wordt beoordeeld op inhoud<br />

(b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> specifieke informatie) <strong>en</strong> vorm. Vlotheid van<br />

spreekgedrag wordt <strong>voor</strong> de rondleiding als geheel beoordeeld<br />

materiaal <strong>en</strong>kele exemplar<strong>en</strong> van de tek<strong>en</strong>ing van de kermis (bijlage A, ev<strong>en</strong>tueel<br />

vergroot <strong>en</strong> gekopieerd op A3-formaat), per leerling e<strong>en</strong> scoreblad<br />

(bijlage B), de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> klassikaal gebruik (bijlage C) die op het<br />

bord bevestigd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (geschikt zoals de tek<strong>en</strong>ing in bijlage A),<br />

e<strong>en</strong> cassetterecorder (met microfoon) <strong>en</strong> lege cassettes (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Zijn alle leerling<strong>en</strong> al wel e<strong>en</strong>s naar de kermis geweest? Vraag h<strong>en</strong> dat <strong>en</strong> laat h<strong>en</strong> volop vertell<strong>en</strong> over<br />

wat er daar allemaal te zi<strong>en</strong> is <strong>en</strong> gebeurt <strong>en</strong> wat zij fijn vind<strong>en</strong>.<br />

Wellicht k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> de kermis. Mocht dat niet zo zijn, besteed dan extra aandacht aan die<br />

leerling<strong>en</strong>, zodat ook zij zich e<strong>en</strong> goed beeld kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> wat wat ‘kermis’ allemaal betek<strong>en</strong>t: waar,<br />

wanneer, welke attracties, ...<br />

Vraag de leerling<strong>en</strong> nu zich <strong>voor</strong> te stell<strong>en</strong> dat er vanaf vandaag e<strong>en</strong> nieuwe leerling in hun klas zit. Het<br />

nieuwe klasg<strong>en</strong>ootje komt uit e<strong>en</strong> ander land. Hij komt sam<strong>en</strong> met zijn ouders in België won<strong>en</strong>. Zijn<br />

moeder komt hier werk<strong>en</strong>. Het klasg<strong>en</strong>ootje spreekt nog niet goed Nederlands; iedere<strong>en</strong> hoopt dat hij de<br />

taal snel zal ler<strong>en</strong> als hij in het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> komt zitt<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong> die net zo oud zijn als hij, <strong>en</strong> die net<br />

dezelfde ding<strong>en</strong> fijn vind<strong>en</strong>. Het klasg<strong>en</strong>ootje vindt de kermis vast ook fijn. Alle<strong>en</strong>... hij heeft nog nooit e<strong>en</strong><br />

kermis bezocht.<br />

Zoud<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s will<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> wat er op de kermis allemaal te belev<strong>en</strong> valt?<br />

Toon de op het bord, in de juiste volgorde, geplaatste vertelplat<strong>en</strong> van de kermis (bijlage C) <strong>en</strong> vraag de<br />

leerling<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong> te stell<strong>en</strong> dat dit de kermis is waar ze pas geled<strong>en</strong> naartoe geweest zijn. Alle ding<strong>en</strong><br />

die op de tek<strong>en</strong>ing staan, staan op de meeste kermiss<strong>en</strong>, dus de leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de attracties zeker<br />

herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Ga er niet verder op in. Leg wel uit hoe de tek<strong>en</strong>ing in elkaar zit: zicht op de hele kermis in<br />

het midd<strong>en</strong>, aparte tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van elke attractie (kram<strong>en</strong>, mol<strong>en</strong>s, ...) rond deze tek<strong>en</strong>ing.<br />

Straks mog<strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij jou kom<strong>en</strong> om over al die ding<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong>. Ze gaan net<br />

do<strong>en</strong> alsof ze het nieuwe klasg<strong>en</strong>ootje e<strong>en</strong> rondleiding gev<strong>en</strong> op deze kermis. En omdat het klasg<strong>en</strong>ootje<br />

nog maar e<strong>en</strong> beetje Nederlands kan, moet<strong>en</strong> ze het natuurlijk allemaal heel duidelijk vertell<strong>en</strong>. Jij zal het<br />

klasg<strong>en</strong>ootje spel<strong>en</strong>, dus ze moet<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> jou vertell<strong>en</strong>.<br />

Probeer na te gaan of de leerling<strong>en</strong> zich alles voldo<strong>en</strong>de goed kunn<strong>en</strong> <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong>. Straks is het immers<br />

belangrijk <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goede uitvoering van de opdracht dat:<br />

- ze niet over e<strong>en</strong> kermis die ze zelf k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, maar over de kermis op de tek<strong>en</strong>ing vertell<strong>en</strong><br />

- jij niet de juf/meester b<strong>en</strong>t, maar de nieuwe leerling in de klas.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

De leerling<strong>en</strong> gaan over elke attractie waar e<strong>en</strong> nummer bijstaat iets vertell<strong>en</strong>. Er staan 8 nummers op<br />

de grote tek<strong>en</strong>ing. En van elk van die nummers is er ook e<strong>en</strong> kleine tek<strong>en</strong>ing. Daar staat hetzelfde<br />

nummer bij. Wijs de nummers aan, maar zeg teg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat ze dat straks veel beter kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

als ze de tek<strong>en</strong>ing <strong>voor</strong> zich ligg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Ga in ge<strong>en</strong> geval op de nummers in; b<strong>en</strong>oem ge<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

op de tek<strong>en</strong>ing.<br />

Over al die ding<strong>en</strong> waar e<strong>en</strong> nummer bijstaat moet<strong>en</strong> jullie zeker iets<br />

vertell<strong>en</strong>, want dat zijn allemaal ding<strong>en</strong> die ik, het nieuwe klasg<strong>en</strong>ootje,<br />

niet k<strong>en</strong>. Ik heb dat nog nooit gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> weet niet wat het is. Kunn<strong>en</strong><br />

jullie je dat <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong>? Je moet dus eerst goed nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat je<br />

allemaal moet vertell<strong>en</strong> aan iemand die deze ding<strong>en</strong> nog nooit gezi<strong>en</strong><br />

heeft <strong>en</strong> dus niet weet wat het allemaal is.<br />

Probeer ook hier weer zicht te krijg<strong>en</strong> op het <strong>voor</strong>stellingsvermog<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>.<br />

Je vertelt over elk van die ding<strong>en</strong> wat het is <strong>en</strong> wat er gebeurt. We zull<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld nem<strong>en</strong>.<br />

Hier zie je bij nummer 1 (Wijs aan op het bord.) e<strong>en</strong> krachtmeter. Weet iemand<br />

wat dat is? (Laat de leerling<strong>en</strong> het uitlegg<strong>en</strong> of leg het zelf uit: met dit toestel kan je<br />

met<strong>en</strong> hoe sterk je b<strong>en</strong>t; als je heel hard met de hamer slaat, gaat de bel<br />

rinkel<strong>en</strong>; dat wil zegg<strong>en</strong> dat je heel sterk b<strong>en</strong>t.) Hier (op de c<strong>en</strong>trale tek<strong>en</strong>ing)<br />

slaat e<strong>en</strong> man met de hamer om de bel te do<strong>en</strong> rinkel<strong>en</strong>. Er staat e<strong>en</strong><br />

jong<strong>en</strong> naar te kijk<strong>en</strong>. En hier (op tek<strong>en</strong>ing 1) is de jong<strong>en</strong> het zelf aan het<br />

prober<strong>en</strong>. Zou dat lukk<strong>en</strong>? De hamer is toch veel te groot!<br />

Zulke ding<strong>en</strong> moet je vertell<strong>en</strong>. Wat zie je <strong>en</strong> wat gebeurt er op de<br />

tek<strong>en</strong>ing? Er gebeur<strong>en</strong> bijzondere ding<strong>en</strong> op die kermis, dat zal je wel<br />

merk<strong>en</strong>.<br />

Regel nu het praktische verloop van de afname:<br />

De leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één bij jou kom<strong>en</strong> om over de kermis te vertell<strong>en</strong>.<br />

Bepaal duidelijk waar dat zal gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke volgorde.<br />

Geef één exemplaar van de tek<strong>en</strong>ing aan de leerling die de opdracht als eerste zal aflegg<strong>en</strong>. Zeg dat hij<br />

er in de klas ev<strong>en</strong> mag naar kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> over nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, <strong>en</strong> over <strong>en</strong>kele minuutjes naar jou mag kom<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

3


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

(Intuss<strong>en</strong> kun jij alles klaarzett<strong>en</strong> in het afnamelokaal.) Dan moet hij de tek<strong>en</strong>ing doorgev<strong>en</strong> aan de<br />

volg<strong>en</strong>de leerling in de klas = de leerling die als tweede zal kom<strong>en</strong>.<br />

Zo wordt de tek<strong>en</strong>ing steeds doorgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouwd<br />

word<strong>en</strong> met wat er op de tek<strong>en</strong>ing staat. Dit verkort de afnametijd.<br />

In het afnamelokaal vind<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> uiteraard dezelfde tek<strong>en</strong>ing terug. Ev<strong>en</strong>tueel kan de<br />

uitvergroting (bijlage C) hier ook di<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Schakel de leerkracht die in de klas blijft in bij deze praktische regeling<strong>en</strong>. Probeer zoveel mogelijk aan te<br />

sluit<strong>en</strong> bij wat de leerling<strong>en</strong> op dit vlak gewoon zijn (bv. bij individuele leesproev<strong>en</strong>). Het is belangrijk dat<br />

deze praktische afsprak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kinder<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> extra moeilijkhed<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> nu één <strong>voor</strong> één tot bij jou. Stel de leerling bij wie je de toets gaat afnem<strong>en</strong> zoveel<br />

mogelijk op zijn gemak. Vul de naam van de leerling in op het scoreblad. Herhaal kort de instructie.<br />

Hier is de tek<strong>en</strong>ing van de kermis waar jij he<strong>en</strong>ging. (Wijs op de tek<strong>en</strong>ing<br />

(bijlage A) die <strong>voor</strong> de leerling ligt of de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (bijlage C), geschikt zoals in bijlage A.) Ik speel<br />

de nieuwe leerling in de klas. Ik heb nog nooit e<strong>en</strong> kermis gezi<strong>en</strong>. Jij gaat<br />

mij vertell<strong>en</strong> wat er allemaal op deze kermis te zi<strong>en</strong> is. Je vertelt aan de<br />

hand van de nummers die overal bijstaan. Nummer 1 hebb<strong>en</strong> we al<br />

sam<strong>en</strong> gedaan. Daar hoef je dus niet meer over te vertell<strong>en</strong>.<br />

Begin maar bij nummer 2, dan 3 <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Je zegt telk<strong>en</strong>s wat het is <strong>en</strong><br />

dan vertel je wat er gebeurt op de tek<strong>en</strong>ing.<br />

D<strong>en</strong>k eraan dat ik de nieuwe leerling in de klas b<strong>en</strong>. Ik weet dus niet wat<br />

er op de kermis allemaal staat <strong>en</strong> gebeurt. Je moet dus heel goed <strong>en</strong><br />

duidelijk vertell<strong>en</strong>.<br />

Zet nu de cassetterecorder aan, spreek de naam van de leerling in <strong>en</strong> laat de leerling prat<strong>en</strong>. Onderbreek<br />

de leerling <strong>en</strong>kel wanneer je hem niet verstaat. Laat hem zoveel mogelijk uitsprek<strong>en</strong>, zodat hij zich niet<br />

geremd voelt. Wanneer e<strong>en</strong> leerling echter te ver begint uit te weid<strong>en</strong>, laat hem dan afrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zet hem<br />

aan om e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing te besprek<strong>en</strong>, of, wanneer hij alle on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd heeft, de opdracht<br />

te beëindig<strong>en</strong>.<br />

Veel leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> ook om bevestiging. Geef h<strong>en</strong> die, maar probeer dit zo minimaal mogelijk te<br />

houd<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dan immers vaak t<strong>en</strong> onrechte dat ze voldo<strong>en</strong>de verteld hebb<strong>en</strong>.<br />

Ook aansporing om verder te vertell<strong>en</strong> (Ga maar verder.) of de vraag of het gedaan is (B<strong>en</strong> je klaar?<br />

Is de rondleiding afgelop<strong>en</strong>?) – beide in het geval dat de leerling stilvalt – moet zo beperkt mogelijk<br />

word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.<br />

Naast toetsafnemer b<strong>en</strong> jij <strong>voor</strong>al de nieuwe leerling in de klas <strong>en</strong> je mag dus reager<strong>en</strong> op wat de<br />

leerling zegt, maar het is <strong>voor</strong>al de bedoeling dat de leerling zelf praat. Hij is dieg<strong>en</strong>e die jou de kermis<br />

toont.<br />

Afhankelijk van hoe de leerling de opdracht opvat, zal je meer of minder moet<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>. Je zal<br />

bij<strong>voor</strong>beeld moet<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> als de leerling jou vraagt of iets in jouw land anders is <strong>en</strong> hoe dan wel.<br />

Maar dat moet allemaal zo beperkt mogelijk blijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Vul ondertuss<strong>en</strong> zo nauwkeurig mogelijk het scoreblad (bijlage B) in. In de tabel op dat blad vind je de<br />

verschill<strong>en</strong>de attracties van de tek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de uitleg (opgesplitst in ALGEMEEN <strong>en</strong> BIJ DE TEKENING; het<br />

laatste ook nog in ESSENTIEEL <strong>en</strong> EXTRA) die de leerling erbij zou moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Voor attracties 2, 3 <strong>en</strong><br />

4 word<strong>en</strong> al deze aspect<strong>en</strong> gescoord, <strong>voor</strong> attracties 5, 6, 7 <strong>en</strong> 8 <strong>en</strong>kel de algem<strong>en</strong>e uitleg (zie ook<br />

scoringswijzer).<br />

Als de leerling de informatie uit zichzelf zegt, zet je e<strong>en</strong> kruisje in de (smalle) kolom ernaast. Let wel:<br />

wat de leerling zegt, moet juist zijn. Zoniet scoor je 0. (Zie scoreblad <strong>en</strong> scoringswijzer <strong>voor</strong> wat als<br />

juist of voldo<strong>en</strong>de wordt beschouwd <strong>en</strong> wat niet.)<br />

Als de leerling bepaalde on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> niet vermeld, wordt daar niet naar gevraagd <strong>en</strong> is de score uiteraard<br />

ook 0.<br />

Het invull<strong>en</strong> van dit scoreblad is nog ge<strong>en</strong> definitieve beoordeling, maar biedt de nodige houvast tijd<strong>en</strong>s<br />

de afname (Wat heeft de leerling gezegd <strong>en</strong> wat nog niet?). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vere<strong>en</strong>voudigt dit het scor<strong>en</strong><br />

achteraf.<br />

Alles wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op cassette, zodat het niet nodig is de leerling te lat<strong>en</strong> herhal<strong>en</strong> of te lat<strong>en</strong><br />

wacht<strong>en</strong> tot jij het scoreblad nauwkeurig hebt ingevuld. Met de vorm moet je nog ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>.<br />

Als de inhoud begrijpelijk is, krijgt de leerling e<strong>en</strong> kruisje.<br />

En verder:<br />

1 De leerling hoeft het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> on<strong>derde</strong>el <strong>en</strong> de uitleg daarbij niet zo duidelijk van elkaar te<br />

scheid<strong>en</strong>. Veelal zal dit in één zin gebeur<strong>en</strong>.<br />

2 Ev<strong>en</strong>zo zull<strong>en</strong> de meer algem<strong>en</strong>e uitleg over e<strong>en</strong> bepaalde attractie <strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg<br />

soms door elkaar lop<strong>en</strong>. Probeer het zo goed mogelijk te beoordel<strong>en</strong> zoals het bedoeld is. Meestal kan<br />

je dat het best inschatt<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de afname zelf. Noteer het dus op het scoreblad. (zie ook<br />

scoringswijzer)<br />

3 Bij ‘b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>’ gaat het wel degelijk om het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> naam of term die de attractie definieert.<br />

Van zodra het op e<strong>en</strong> omschrijving begint te lijk<strong>en</strong>, wordt dit beoordeeld bij ‘algem<strong>en</strong>e informatie’. (zie<br />

ook <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> in de scoringswijzer)<br />

4 In de instructie heb je aangegev<strong>en</strong> dat de leerling best de volgorde van de nummers van 1 tot 8 volgt.<br />

Laat hem echter begaan als hij <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> andere volgorde kiest. Als er daardoor nummers word<strong>en</strong><br />

overgeslag<strong>en</strong>, wordt daar op het einde niet op gewez<strong>en</strong> of naar gevraagd.<br />

5 Vaak moet e<strong>en</strong> leerling aangespoord word<strong>en</strong> om na de beschrijving van attractie 2 zelf over te gaan<br />

naar atractie 3. E<strong>en</strong>s die overgang gemaakt, is de leerling meestal ‘vertrokk<strong>en</strong>’ <strong>voor</strong> de hele<br />

rondleiding. Dit heeft ge<strong>en</strong> invloed op de beoordeling.<br />

6 Wanneer de leerling na het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van de 8 on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele extra on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong>) de<br />

rondleiding niet spontaan afrondt, vraag je of hij al dan niet klaar is (B<strong>en</strong> je klaar? Is de rondleiding<br />

afgelop<strong>en</strong>?). Of de leerling de rondleiding spontaan afrondt of niet, wordt niet gescoord. Als de leerling<br />

na jouw vraag toch nog relevant<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> vertelt, word<strong>en</strong> die achteraf wel mee gescoord.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

5


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

7 Fout is het te ‘<strong>en</strong>g’ b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld wanneer de leerling bij nummer 8 zegt Dit is e<strong>en</strong> kassa.<br />

i.p.v. het over de draaimol<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Dankzij de introductie op de toets <strong>en</strong> de context van de opdracht<br />

moet het <strong>voor</strong> de leerling immers duidelijk zijn dat de cijfers op de tek<strong>en</strong>ing op de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van de<br />

kermis betrekking hebb<strong>en</strong>.<br />

Enkele algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> optimaal verloop van de spreektoets:<br />

❑ De afname moet plaatsvind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere ruimte dan de klas. Dan heerst er rust <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> elkaar niet hor<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>.<br />

❑ Zorg er<strong>voor</strong> dat je de opname-apparatuur hebt geïnstalleerd (zo discreet mogelijk) <strong>en</strong> de werking<br />

ervan hebt uitgetest <strong>voor</strong>aleer je met de toets begint.<br />

❑ Laat de leerling <strong>voor</strong> jou gaan zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> leg de tek<strong>en</strong>ing (bijlage A) <strong>voor</strong> hem. Zorg er<strong>voor</strong> dat je zelf<br />

ook ev<strong>en</strong>tueel iets kan aanduid<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing. Ga echter niet te dicht bij de leerling zitt<strong>en</strong>. Je moet<br />

immers scor<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat kan de leerling afleid<strong>en</strong>.<br />

❑ Neem per leerling e<strong>en</strong> nieuw scoreblad (zie bijlage B) <strong>en</strong> schrijf bov<strong>en</strong>aan naam, <strong>voor</strong>naam <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel nummer van de leerling.<br />

❑ Spreek de naam van de leerling in op de cassette bij het begin van de toets, maar neem de<br />

instructies die je nog geeft bij <strong>voor</strong>keur niet op.<br />

❑ Het is van groot belang dat je bij alle getoetste leerling<strong>en</strong> steeds hetzelfde zegt, niet meer of niet<br />

minder. Zo krijgt elke leerling dezelfde hoeveelheid informatie <strong>en</strong> begint niemand met <strong>voor</strong>- of nadeel<br />

aan de opdracht.<br />

❑ Vraag de leerling tijd<strong>en</strong>s de toets duidelijk, maar tegelijkertijd zo gewoon mogelijk te sprek<strong>en</strong>. Er moet<br />

bij<strong>voor</strong>beeld niet luider gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan normaal.<br />

❑ Wanneer je de leerling niet goed hebt verstaan, vraag je of hij het nog e<strong>en</strong>s wil herhal<strong>en</strong>. Wanneer<br />

hij echter zo onduidelijk spreekt dat je hem na e<strong>en</strong> <strong>derde</strong> herhaling nog niet verstaat, laat je dat zo.<br />

Noteer het wel op het scoreblad van de leerling. Daar wordt bij het scor<strong>en</strong> dan rek<strong>en</strong>ing mee<br />

gehoud<strong>en</strong>.<br />

❑ Wanneer de leerling na de (klassikale) introductie <strong>en</strong> instructie nog niet begrijpt wat hij precies moet<br />

do<strong>en</strong>, kan je alles snel opnieuw uitlegg<strong>en</strong>. Zorg er echter <strong>voor</strong> dat je niet teveel tijd verliest. De<br />

opdracht is e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> mag eig<strong>en</strong>lijk niet <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>.<br />

❑ Als dat al in de klas is gebeurd, hoef je in principe ge<strong>en</strong> tijd meer te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> om de tek<strong>en</strong>ing te<br />

bekijk<strong>en</strong>.<br />

❑ Probeer het gesprek tuss<strong>en</strong> de leerling <strong>en</strong> jou zo natuurlijk mogelijk te lat<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>. Reageer<br />

onmiddellijk wanneer de leerling tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> opdracht iets vraagt. Beperk echter je interv<strong>en</strong>ties als<br />

toetsafnemer/gesprekspartner tot e<strong>en</strong> strikt minimum. Het scor<strong>en</strong> van de inhoudelijke aspect<strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s de opdracht, vergemakkelijkt het aannem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> neutrale houding.<br />

❑ Het zal wellicht <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> leerling on<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>e ding<strong>en</strong> zegt of vraagt. Reageer daarop naar<br />

eig<strong>en</strong> goeddunk<strong>en</strong> <strong>en</strong> noteer dit <strong>voor</strong>val op het toetsblad van de leerling. Zo kan je er achteraf naar<br />

teruggrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vergelijkbare manier reager<strong>en</strong> bij andere leerling<strong>en</strong>. Maar onthou: hoe meer<br />

je tuss<strong>en</strong>komt of reageert, hoe meer verschill<strong>en</strong> je creëert tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong>. En dat moet zoveel<br />

mogelijk word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.<br />

❑ Voorzie na elke toetsafname ev<strong>en</strong>tjes de tijd om ev<strong>en</strong>tuele bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bij de prestaties van de<br />

leerling op het scoreblad neer te schrijv<strong>en</strong>.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- vertelplaat van de kermis (A)<br />

- scoreblad per leerling (B)<br />

- grotere vertelplat<strong>en</strong> (C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

7


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

Scoringswijzer bij de spreektoets ‘Het was kermis’<br />

De eerste beoordeling van de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> gebeurde tijd<strong>en</strong>s de afname. Nu moet deze<br />

beoordeling word<strong>en</strong> geverifiëerd <strong>en</strong> verder aangevuld op basis van onderstaande instructies.<br />

De spreektak<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld aan de hand van drie belangrijke criteria die de<br />

basis vorm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e beoordeling van spreekvaardigheid: inhoud, vorm <strong>en</strong> spreekgemak.<br />

Inhoud<br />

- Goed onderscheid tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong><br />

- Relevantie<br />

- Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid van informatie<br />

- Logische ope<strong>en</strong>volging van passages<br />

- Duidelijkheid van woordbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijzing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong><br />

Vorm<br />

- Communicatief adequaat: te begrijp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>de luisteraar<br />

- Afhankelijk van de inhoud: is de inhoud niet vermeld of is de inhoud fout, dan kan de vorm ervan<br />

ook niet beoordeeld word<strong>en</strong>.<br />

Spreekgemak<br />

- Vlotheid van sprek<strong>en</strong><br />

Uit dit schema selecter<strong>en</strong> we <strong>voor</strong> de dim<strong>en</strong>sie inhoud de parameter ‘Waarheidsgetrouwheid <strong>en</strong> volledigheid<br />

van informatie’. Deze parameter wordt in verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> opgesplitst <strong>en</strong> toegepast op de zev<strong>en</strong><br />

attracties van de kermis waar de leerling<strong>en</strong> iets over moet<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>. Dit zijn de aspect<strong>en</strong>:<br />

(1) b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> (door middel van e<strong>en</strong> term of naam) van de attractie (WAT IS HET?)<br />

(2) het algeme<strong>en</strong> omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg over, de attractie (al dan niet ingegev<strong>en</strong> door wat<br />

er op de tek<strong>en</strong>ing te zi<strong>en</strong> is) (WAT KAN JE ER DOEN?)<br />

(3) het gev<strong>en</strong> van ess<strong>en</strong>tiële informatie met betrekking tot wat er op de tek<strong>en</strong>ing gebeurt<br />

(4) het gev<strong>en</strong> van extra informatie met betrekking tot wat er op de tek<strong>en</strong>ing gebeurt<br />

Voor attracties 2, 3 <strong>en</strong> 4 word<strong>en</strong> de vier aspect<strong>en</strong> beoordeeld. Voor attracties 5, 6, 7 <strong>en</strong> 8 <strong>en</strong>kel de eerste<br />

twee aspect<strong>en</strong>.<br />

Dit levert in totaal 20 inhoudelijke items op. De score is 1 (goed) of 0 (fout of onvoldo<strong>en</strong>de).<br />

Enkele opmerking<strong>en</strong> bij de verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> <strong>en</strong> het onderscheid ertuss<strong>en</strong>:<br />

• (1) moet echt expliciet, bij het begin van de uite<strong>en</strong>zetting word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>, niet erg<strong>en</strong>s in de<br />

uite<strong>en</strong>zetting terloops word<strong>en</strong> vermeld; dus ofwel: Nummer 2 dat is ... of: In het schietkraam ... (in de<br />

eerste zin, maar niet noodzakelijk bij het begin van die zin vermeld)<br />

• (2) geldt vaak als alternatief <strong>voor</strong> (1) – zie <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


• de algem<strong>en</strong>e uitleg die de leerling<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> bepaalde attractie gev<strong>en</strong> (2) moet niet noodzakelijk als e<strong>en</strong><br />

sluit<strong>en</strong>de definitie of e<strong>en</strong> afgerond geheel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevat; het mog<strong>en</strong> ook fragm<strong>en</strong>taire<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn, gewoon ding<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> bij deze attractie door het hoofd schiet<strong>en</strong>, bv. Bov<strong>en</strong><br />

in zo’n groot rad kan je veel zi<strong>en</strong>.; in deze categorie is er heel veel variatie tuss<strong>en</strong> de prestaties van de<br />

leerling<strong>en</strong>, maar er wordt verder ge<strong>en</strong> onderscheid gemaakt; wat er gezegd wordt, moet gewoon<br />

relevante, eerder typische info over de attractie zijn (zie <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>)<br />

• bij (2) vertell<strong>en</strong> sommige leerling<strong>en</strong> persoonlijke ervaring<strong>en</strong>; dat mag, maar als de luisteraar daar<br />

verder niets aan heeft, als hij met andere woord<strong>en</strong> niet uit de ervaring<strong>en</strong> kan opmak<strong>en</strong> wat er bij die<br />

bepaalde attractie gebeurt, leidt het niet tot e<strong>en</strong> 1-score; als de ervaring<strong>en</strong> verwev<strong>en</strong> zijn met<br />

algem<strong>en</strong>e informatie, leidt dat wel tot 1-score<br />

• (2) <strong>en</strong> (3) komt eerder weinig in combinatie <strong>voor</strong>; de meeste leerling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e, of e<strong>en</strong><br />

tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg; bij proefafnames bleek ook dat veel leerling<strong>en</strong> na attractie 4 overschakel<strong>en</strong><br />

van tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> naar meer algem<strong>en</strong>e uitleg bij attracties 5, 6, 7 <strong>en</strong> 8; dat is de red<strong>en</strong> waarom<br />

de tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg bij die laatste vier attracties ook niet meer wordt beoordeeld<br />

• (2) <strong>en</strong> (3) zijn soms moeilijk te onderscheid<strong>en</strong> wanneer leerling<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing in hun<br />

algem<strong>en</strong>e uitleg betrekk<strong>en</strong>; dat is bij<strong>voor</strong>beeld het geval bij attractie 3 (groot rad) bv. Je mag niet op de<br />

rand van het bakje gaan zitt<strong>en</strong>. (Dat is gevaarlijk.), bij attractie 4 (paard<strong>en</strong>) bv. Er staat iemand bij om<br />

er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat de paard<strong>en</strong> niet weglop<strong>en</strong>. <strong>en</strong> bij attractie 8 (draaimol<strong>en</strong>) Je moet de flosj prober<strong>en</strong><br />

te pakk<strong>en</strong>. (Dan mag je nog e<strong>en</strong> keer.); het gaat hier om ding<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> wellicht niet zoud<strong>en</strong><br />

vermeld<strong>en</strong> als ze niet op de tek<strong>en</strong>ing zoud<strong>en</strong> staan; toch zijn de leerling<strong>en</strong> in dat geval nog steeds e<strong>en</strong><br />

algem<strong>en</strong>e uitleg aan het gev<strong>en</strong> (dat hoor je); in dat geval wordt dus e<strong>en</strong> 1 gescoord <strong>voor</strong> (2) – zie bij<br />

de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat als ‘tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e uitleg’ wordt beschouwd;<br />

• let op: het komt sporadisch wel <strong>voor</strong> dat leerling<strong>en</strong> duidelijk overschakel<strong>en</strong> van (2) naar (3), bv. Je mag<br />

niet op de rand van het bakje gaan zitt<strong>en</strong> (2-score 1), zoals deze jong<strong>en</strong> hier ... (3-score 1) (zie ook<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>)<br />

• omgekeerd gebeurt het ook dat leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>op hun tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg (met name bij<br />

attracties 3 <strong>en</strong> 4) iets algeme<strong>en</strong>s zegg<strong>en</strong> als: Daar zit e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> op de rand van het bakje. Dat is<br />

gevaarlijk. of Daar stapt e<strong>en</strong> paard uit de ring. Dat is gevaarlijk. In dat geval wordt nog steeds<br />

gewoon 1 gescoord <strong>voor</strong> (3) – zie ook bij de <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>;<br />

let op: hier gaat het om e<strong>en</strong> soort korte algem<strong>en</strong>e toevoeging<strong>en</strong> aan de duidelijk tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong><br />

uitleg; dat is nog iets anders dan wanneer leerling<strong>en</strong> bij bij attractie 5, 6 <strong>en</strong> 8 (schiett<strong>en</strong>t <strong>en</strong> ball<strong>en</strong>t<strong>en</strong>t)<br />

overschakel<strong>en</strong> van (3) naar (2), bv. Er zijn twee jong<strong>en</strong>s aan het schiet<strong>en</strong>. Als ze alle staafjes om<br />

hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> prijs winn<strong>en</strong>. of Die jong<strong>en</strong> in de bus probeert de flosj te pakk<strong>en</strong>. Dan mag je<br />

nog e<strong>en</strong> keer. Dat laatste is toch weer duidelijk algem<strong>en</strong>e info over de attractie <strong>en</strong> die wordt in deze<br />

gevall<strong>en</strong> dan ook bij (2) met e<strong>en</strong> 1-score gewaardeerd.<br />

• bij (3) <strong>en</strong> (4) gaat het in de meeste gevall<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> informatie-gegev<strong>en</strong> (of e<strong>en</strong> combinatie van <strong>en</strong>kele<br />

gegev<strong>en</strong>s; of één van <strong>en</strong>kele mogelijke gegev<strong>en</strong>s) dat de leerling ‘zeker’ moet vermeld<strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />

1-score te hal<strong>en</strong>; daarnaast kunn<strong>en</strong> nog <strong>en</strong>kele andere gegev<strong>en</strong>s vermeld word<strong>en</strong> (‘ev<strong>en</strong>tueel’), maar<br />

die lever<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hogere score op;<br />

• <strong>voor</strong> (4) geldt <strong>en</strong>kel wat op het scoreblad in de vierde kolom staat als ‘extra informatie’; niet wat als<br />

‘ev<strong>en</strong>tueel’ is aangeduid in de kolom met ess<strong>en</strong>tiële informatie (3); bij ‘ev<strong>en</strong>tueel’ gaat het om verdere<br />

uitleg bij het c<strong>en</strong>trale gegev<strong>en</strong>; bij ‘extra’ om andere elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op dezelfde tek<strong>en</strong>ing<br />

• <strong>voor</strong> (3) <strong>en</strong> (4) <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van wat als ‘ess<strong>en</strong>tieel’ <strong>en</strong> ‘extra’ wordt beschouwd, is vertrokk<strong>en</strong> van de<br />

aparte tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de attracties<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

Met het feit of de leerling<strong>en</strong> al dan niet e<strong>en</strong> vergelijking mak<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> relatie uitdrukk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> wat er op<br />

de grote <strong>en</strong> wat er op de kleine tek<strong>en</strong>ing te zi<strong>en</strong> is, wordt bij de beoordeling ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong>. De<br />

leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> daar ook ge<strong>en</strong> expliciete instructies over. In het <strong>voor</strong>beeld (attractie 1) komt het wel <strong>voor</strong>.<br />

Maar het is zeker niet bij alle attracties relevant.<br />

Als leerling<strong>en</strong> deze vergelijking<strong>en</strong> toch mak<strong>en</strong> (<strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> over grote/kleine tek<strong>en</strong>ing of hier... <strong>en</strong> hier...)<br />

wordt gewoon beoordeeld of ze de feitelijke gegev<strong>en</strong>s, zoals die in de scoretabel zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />

vermeld<strong>en</strong>.<br />

Sommige leerling<strong>en</strong> zijn in de war door de twee groep<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> behandel<strong>en</strong> eerst de fragm<strong>en</strong>ttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

in de rand <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de grote tek<strong>en</strong>ing in het midd<strong>en</strong> of omgekeerd; in dat geval scor<strong>en</strong><br />

ze 0 <strong>voor</strong> spreekgemak, want dat schept wel degelijk verwarring, maar de feitelijke gegev<strong>en</strong>s die zij in<br />

hun ‘tweede ronde’ nog juist vermeld<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> wel goed gescoord.<br />

En verder:<br />

• Als e<strong>en</strong> leerling de informatie op e<strong>en</strong> verwarr<strong>en</strong>de manier naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt, waardoor die mogelijk<br />

verkeerd kan word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, scoort hij 0 <strong>voor</strong> het betreff<strong>en</strong>de inhoudelijke aspect.<br />

• Als de leerling de attractie niet b<strong>en</strong>oemt, noch er e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e omschrijving/uitleg over geeft, kan hij<br />

toch nog 1 scor<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> uitleg.<br />

• Alle gegev<strong>en</strong>s die op de tek<strong>en</strong>ing staan, maar die niet op het scoreblad zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet<br />

in de scoring betrokk<strong>en</strong>. (Bv. over de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die staan te wacht<strong>en</strong> bij het groot rad, of <strong>en</strong>kele losse<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die rondlop<strong>en</strong> op de kermis.)<br />

Vorm<br />

Vorm wordt <strong>voor</strong> deze opdracht beoordeeld door te luister<strong>en</strong> naar de zinsbouw (op basisniveau) van de<br />

zinn<strong>en</strong> in de stukjes tekst die de leerling<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over de attracties. Per attractie op de kermis wordt de<br />

vorm dus globaal beoordeeld (items 5, 10, 15, 18, 21, 24 <strong>en</strong> 27). Als de zinsbouw algeme<strong>en</strong> goed is, scoort<br />

de leerling 1 <strong>voor</strong> deze items. Als de zinsbouw niet goed zit, scoort de leerling 0.<br />

algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong>:<br />

• 0 <strong>voor</strong> inhoud (alle vier aspect<strong>en</strong>) betek<strong>en</strong>t automatisch ook 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

• Hoewel de inhoudelijke uitleg rond één attractie meestal over meerdere zinn<strong>en</strong> gespreid is, <strong>en</strong> vorm<br />

slechts één score toek<strong>en</strong>t, wordt toch e<strong>en</strong> 0 gescoord als de inhoudelijke uitleg slechts één vormelijk<br />

niet-aanvaardbare zin bevat.<br />

• ‘Zinsbouw’ moet ruim word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, want de uiting<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> zijn soms ge<strong>en</strong><br />

‘echte’ zinn<strong>en</strong> in de strikte betek<strong>en</strong>is van het woord. Je kan dus niet steeds het al dan niet aanwezig<br />

zijn van onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm <strong>en</strong> het feit of die al dan niet congruer<strong>en</strong> als maatstaf nem<strong>en</strong>.<br />

Ook heel minimale, maar niettemin juist gevormde uiting<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> we als ‘goede zinn<strong>en</strong>’.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld: Nummer drie: groot rad.<br />

• ‘Begrijpelijkheid’ is e<strong>en</strong> goede maatstaf. Als de vorm van de uiting de begrijpelijkheid in de weg staat,<br />

m.a.w. als er mogelijk aanleiding is tot verkeerd begrip, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

• Zuiver grammaticale fout<strong>en</strong> op woordniveau (verkeerd lidwoord, verkeerd gevormd voltooid<br />

deelwoord, verkeerd hulpwerkwoord, bij<strong>voor</strong>beeld: ‘hebb<strong>en</strong>’ i.p.v. ‘zijn’ of omgekeerd) verstor<strong>en</strong><br />

meestal de betek<strong>en</strong>is niet <strong>en</strong> geld<strong>en</strong> in dit geval dus ook niet als fout. Let op: de leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> deze<br />

fout<strong>en</strong> wel zeer frequ<strong>en</strong>t!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


• E<strong>en</strong> verkeerd gebruik van verwijswoord<strong>en</strong> of fout<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> congru<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm<br />

(zinsbouw op basisniveau), leid<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wel vaak tot verwarring.<br />

• E<strong>en</strong> verkeerde volgorde van de verschill<strong>en</strong>de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van de zin, heeft vaak verwarring tot gevolg.<br />

In dat geval scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> vorm.<br />

• De leerling mag zichzelf verbeter<strong>en</strong> of ‘herpakk<strong>en</strong>’ in het midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zin. Als je deze als geheel<br />

bekijkt, klopt hij niet, maar het laatste stuk wellicht wel. Je hoort dat ook meestal wel wanneer de<br />

leerling van constructie verandert.<br />

• We houd<strong>en</strong> steeds <strong>voor</strong> og<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> in het soort spreeksituatie waarin<br />

ze hier moet<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> (informeel/kermis, e<strong>en</strong> rondleiding <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> leeftijdg<strong>en</strong>oot) echt ‘spreektaal’<br />

hanter<strong>en</strong>. Vandaar dat ‘eerder-ongepast-<strong>voor</strong>-school’ of regionaal woordgebruik of uiting<strong>en</strong> in principe<br />

niet word<strong>en</strong> aangerek<strong>en</strong>d als e<strong>en</strong> vormelijke fout.<br />

• Onnatuurlijk taalgebruik is eig<strong>en</strong> aan de toetssituatie. Bijgevolg zijn we niet te str<strong>en</strong>g op dat vlak. Als<br />

de inhoud daardoor echter niet duidelijk is, scoort de leerling wel 0 <strong>voor</strong> inhoud <strong>en</strong> dus ook <strong>voor</strong> vorm.<br />

Spreekgemak<br />

Spreekgemak wordt <strong>voor</strong> de rondleiding als geheel beoordeeld in item 28.<br />

We beoordel<strong>en</strong> hier of de leerling<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> prat<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat dit absoluut wordt beoordeeld<br />

(wat verwacht ik in deze situatie?) <strong>en</strong> niet relatief (wat is goed <strong>voor</strong> deze leerling<strong>en</strong>?). Daartoe moet je e<strong>en</strong><br />

beetje afstand do<strong>en</strong> van het algem<strong>en</strong>e beeld dat je hebt van de spreekvaardigheid van de leerling die <strong>voor</strong><br />

je zit (t<strong>en</strong> opzicht van de rest van de klas).<br />

• Voor deze parameter wordt <strong>voor</strong>al 0 gescoord als de leerling herhaaldelijk (meer dan één keer)<br />

aarzelt, lange pauzes laat, hapert of gegev<strong>en</strong>s meerdere ker<strong>en</strong> laat terugkom<strong>en</strong>.<br />

Als de leerling zijn rondleiding niet afsluit <strong>en</strong> gewoon wacht tot de toetsafnemer zegt dat hij mag<br />

teruggaan naar de klas, wordt dat niet als e<strong>en</strong> te lange pauze beschouwd. E<strong>en</strong> niet-spontane overgang<br />

van attractie 2 naar 3 wordt wel als e<strong>en</strong> te lang pauze beschouwd.<br />

Als verwarring het gevolg is van het feit dat de leerling probeert om de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong>, wordt<br />

dat niet als e<strong>en</strong> fout teg<strong>en</strong> spreekgemak beschouwd. Dat is wel het geval als de leerling eerst alle<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de rand afhandelt <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de grote tek<strong>en</strong>ing in het midd<strong>en</strong> of omgekeerd, of<br />

indi<strong>en</strong> de leerling nu e<strong>en</strong>s het <strong>en</strong>e, dan weer het andere perspectief hanteert. De feitelijke gegev<strong>en</strong>s die<br />

daarbij juist word<strong>en</strong> vermeld, word<strong>en</strong> wel 1 gescoord.<br />

• Ook e<strong>en</strong> onnatuurlijk tempo leidt tot e<strong>en</strong> 0-score. Onnatuurlijk = monotoon, heel ‘afgekapt’ prat<strong>en</strong>, …<br />

• Is het goed verstaanbaar? (<strong>voor</strong> de toetsafnemer, die weet wat hij zou moet<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>) Hier hanter<strong>en</strong><br />

we parameters als:<br />

- articulatie: onduidelijk = 0<br />

- stemvolume: te stil = 0<br />

- snelheid: te snel/ te traag = 0<br />

- intonatie: ge<strong>en</strong> duidelijk onderscheid tuss<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> = 0<br />

te monotoon = 0<br />

Let op! Als de leerling slechts één informatie-deeltje op e<strong>en</strong> onverstaanbare manier naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt,<br />

beoordel<strong>en</strong> we dat eerder bij het item in kwestie <strong>en</strong> heeft het ge<strong>en</strong> invloed op ‘spreekgemak’.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

11


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

12<br />

De 1-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 0-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items word<strong>en</strong> gescoord, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

Lijst van items met <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Deze lijst geldt als aanvulling op wat op het scoreblad is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als te vermeld<strong>en</strong> informatie. Hier<br />

gaat het <strong>voor</strong>al om minder <strong>voor</strong> de hand ligg<strong>en</strong>de variaties die als goed/fout word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

- Hieronder staan veel <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s is aangegev<strong>en</strong> of deze goed of fout werd<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Dat<br />

gebeurt d.m.v. 1 of 0. Tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong> staat e<strong>en</strong> schuine streep (/).<br />

item 1: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 2<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er zijn kinder<strong>en</strong> op/bij/in/... de botsauto’s. (als eerste zin) = 1<br />

- boksauto’s = 1<br />

- e<strong>en</strong> botsauto = 1<br />

- autobotsers = 1<br />

- Dat is e<strong>en</strong> botskraam met autokes. = 0 (maar 1 <strong>voor</strong> item 2)<br />

item 2: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 2<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ‘bots<strong>en</strong>’ moet er niet per se bij<br />

- Daar kan je mee bots<strong>en</strong>/rijd<strong>en</strong>. = 1<br />

- Daar kun je spel<strong>en</strong> met de botsauto’s. = 1<br />

- Je hebt ook e<strong>en</strong> nummer op de <strong>voor</strong>kant. = 1<br />

- Als je botst, kan je je pijn do<strong>en</strong>. = 1<br />

- Als er twee jong<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong> elkaar bots<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze omkantel<strong>en</strong>. = 1 (duidelijk tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>,<br />

maar wordt toch nog als algeme<strong>en</strong> beschouwd)<br />

- Als je hard botst, kun je omvervall<strong>en</strong>. = 1 (idem)<br />

item 3: ess<strong>en</strong>tiële info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 2 te zi<strong>en</strong> is<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ‘bots<strong>en</strong>’ of ‘teg<strong>en</strong> elkaar gered<strong>en</strong>’ is ess<strong>en</strong>tieel; niet <strong>en</strong>kel ‘kantel<strong>en</strong>’ of ‘gevall<strong>en</strong>’<br />

- Daar zijn ze gebotst. = 1 (niet noodzakelijk: 2 jong<strong>en</strong>s)<br />

- Ze hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> botsing gemaakt. = 1<br />

- De botsauto is gevall<strong>en</strong>. = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 4: bijkom<strong>en</strong>de info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 2 te zi<strong>en</strong> is<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Eén wil er <strong>voor</strong>bijrijd<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die twee staan in de weg <strong>voor</strong> dat meisje. = 1<br />

item 5: vorm van de uitleg bij attractie 2<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Iemand botst teg<strong>en</strong> elkaar. = 0 (inhoud nog wel duidelijk)<br />

- De twee jong<strong>en</strong>s bots<strong>en</strong> (aan) elkaar. = 0<br />

item 6: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 3<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- rad = 1<br />

- draairad = 1 (maar niet ook <strong>voor</strong> item 7)<br />

- (draai)mol<strong>en</strong> = 0<br />

item 7: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 3<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Draaimol<strong>en</strong>. of Dat draait rond. of Daar kun je mee draai<strong>en</strong>. = 1 (dit volstaat, want het blijkt<br />

e<strong>en</strong> attractie te zijn waar de leerling<strong>en</strong> niet zo vertrouwd mee zijn)<br />

- Je kan er blijv<strong>en</strong> inzitt<strong>en</strong>, want het gaat niet overkop. = 1<br />

- Het is e<strong>en</strong> draaimol<strong>en</strong> die de lucht ingaat. = 1<br />

- Daar moet je inzitt<strong>en</strong>. Dat gaat zo rond. = 1<br />

- Je mag niet op de rand van het bakje gaan zitt<strong>en</strong>. (Dat is gevaarlijk.) = 1 (wordt als<br />

algeme<strong>en</strong> beschouwd, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />

- Er zijn er soms die teveel op de rand gaan zitt<strong>en</strong>. = 1<br />

- Ge moet daar tegoei gaan inzitt<strong>en</strong>. = 1<br />

- Daar zijn paraplukes aan. (zonder meer) = 0<br />

- Dat is e<strong>en</strong> mol<strong>en</strong> waar je kan inzitt<strong>en</strong>. (zonder meer) = 0 (maar: aangevuld met nog wat<br />

andere info, bv. Bov<strong>en</strong> is het koud. kan het wel e<strong>en</strong> 1 word<strong>en</strong>; op zich zegt dit niet g<strong>en</strong>oeg)<br />

- Dat is gevaarlijk. Je kan eruit vall<strong>en</strong>. = 0 (zonder verwijzing naar ‘jong<strong>en</strong>’ of ‘op de rand<br />

zitt<strong>en</strong>’ slaat het nerg<strong>en</strong>s op)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

13


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

14<br />

item 8: ess<strong>en</strong>tiële info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 3 te zi<strong>en</strong> is<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ‘bakje’ of ‘mandje’ moet niet noodzakelijk (juist) word<strong>en</strong> vermeld; veel leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> er<br />

moeite mee<br />

- De jong<strong>en</strong> zegt teg<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> onder zich dat hij op de kant gaat zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij dat niet<br />

durv<strong>en</strong>. = 1 (ook <strong>voor</strong> item 9)<br />

- Die jong<strong>en</strong> gaat daaraf vall<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die jong<strong>en</strong> wil eraf spring<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die jong<strong>en</strong> zit uit de draaimol<strong>en</strong>. = 1<br />

- Die jong<strong>en</strong> zit met zijn b<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de buit<strong>en</strong>kant. = 1<br />

- Hij zit niet op dat dinges, maar erop/eruit. = 1<br />

- Die zit op de rand. Dat mag niet. = 1 (zegt wat er op de tek<strong>en</strong>ing gebeurt + algem<strong>en</strong>e<br />

toevoeging)<br />

- Die man mag niet op de rand gaan zitt<strong>en</strong>. = 1 (duidelijk tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> + algem<strong>en</strong>e<br />

toevoeging)<br />

- Er is daar e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> gevaarlijk aan het do<strong>en</strong> op de rand van het bakje. = 1<br />

- Hij zit op de rand. Als hij valt, kan hij dood zijn. = 1<br />

- Die jong<strong>en</strong> doet iets heel gevaarlijks, want zo kan hij eruit vall<strong>en</strong>. = 1<br />

maar: Dat is gevaarlijk zoals deze m<strong>en</strong>eer doet. = 0 (<strong>voor</strong> item 7 <strong>en</strong> 8, want de ll. zegt helemaal<br />

niet waar het om gaat)<br />

- Die jong<strong>en</strong> zit niet tegoei/verkeerd. = 0 (te vaag)<br />

let op: het blijkt soms moeilijk te zijn om te bepal<strong>en</strong> of de leerling nu eerder algeme<strong>en</strong>, dan wel<br />

tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong> aan het vertell<strong>en</strong> is; dat moet meestal uit de context word<strong>en</strong> afgeleid<br />

item 9: bijkom<strong>en</strong>de info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 3 te zi<strong>en</strong> is<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ... <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> kijkt. = 1<br />

- Die zitt<strong>en</strong> wel goed. = 0 (het gaat wel degelijk om het ‘kijk<strong>en</strong>’)<br />

item 10: vorm van de uitleg bij attractie 3<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dat jongetje gaat bov<strong>en</strong>, gedraaid zo telk<strong>en</strong>s. = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 11: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 4<br />

let op: omdat er niet echt e<strong>en</strong> term (lees: één woord) bestaat om deze attractie te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>,<br />

mag dit iets milder word<strong>en</strong> beoordeeld dan bv. 5 (ball<strong>en</strong>kraam) of 6 (schiett<strong>en</strong>t)<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dat zijn de paard<strong>en</strong>. = 1<br />

- Bij nummer 4 (daar) zijn de paard<strong>en</strong>. = 1<br />

- Nummer 4, dat is paardrijd<strong>en</strong>. = 1 (definitie)<br />

- paard<strong>en</strong>kraam = 1<br />

- paard<strong>en</strong>stal = 1<br />

- paard<strong>en</strong>mol<strong>en</strong> = 1<br />

- mol<strong>en</strong> = 0<br />

- e<strong>en</strong> paard = 0<br />

- Nummer 4, daar kunt ge op e<strong>en</strong> paard rijd<strong>en</strong>. = 0 (want het zegt eerder wat je er kan do<strong>en</strong>,<br />

dan wat het is; maar wel 1 <strong>voor</strong> item 12)<br />

- Nummer 4, daar zijn de kinder<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> paard aan het rijd<strong>en</strong>. = 0 (ook <strong>voor</strong> item 12, want<br />

het betreft hier beschrijving van de tek<strong>en</strong>ing)<br />

item 12: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 4<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er staat meestal iemand bij met e<strong>en</strong> zweep. = 1<br />

- Je draait rondjes op het paard. = 1<br />

- Dat zijn de paard<strong>en</strong>. Daar kun je op rijd<strong>en</strong>. = 1 (<strong>voor</strong> item 11 én 12)<br />

- Er staat iemand bij met e<strong>en</strong> touw om er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat de paard<strong>en</strong> niet weglop<strong>en</strong>. = 2<br />

(wordt als algeme<strong>en</strong> beschouwd, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />

- Er staat iemand bij die zegt: “Alle paard<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> rondlop<strong>en</strong>.” = 1<br />

- Je moet mak<strong>en</strong> dat je paard niet uit de t<strong>en</strong>t komt. = 1<br />

- Daar draait ge altijd. = 0<br />

- als het duidelijk niet over echte paard<strong>en</strong> gaat = 0<br />

item 13: ess<strong>en</strong>tiële info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 4 te zi<strong>en</strong> is<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Er staat e<strong>en</strong> paard met twee b<strong>en</strong><strong>en</strong> over de rand. = 1<br />

- over het hek/rek, uit de ring/stal, ... = 1<br />

- Dat paard stapt erover. = 1 (‘waarover’ is wat moeilijk uit te legg<strong>en</strong>)<br />

- Het paard wil weg. = 1<br />

- E<strong>en</strong> kind gaat eruit. = 1 (maar het moet wel heel duidelijk uit de context blijk<strong>en</strong> dat het kind<br />

op e<strong>en</strong> paard zit)<br />

- Dat paard mag niet uit de band lop<strong>en</strong>. = 1 (want het zegt ook wat er gebeurt)<br />

- Op dat kleine plaatje is dat kind nog binn<strong>en</strong>. = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

15


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

16<br />

- Daar zijn kinder<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> paard aan het rijd<strong>en</strong>. = 0 (dat is wel waar, maar we beoordel<strong>en</strong><br />

hier niet deze algem<strong>en</strong>e beschrijving, maar wel het aangev<strong>en</strong> van wat echt ess<strong>en</strong>tieel <strong>en</strong><br />

goed zichtbaar is, namelijk dat één paard uit de ring stapt)<br />

- De kinder<strong>en</strong> draai<strong>en</strong> rond op de paard<strong>en</strong>. Daarna gaan de paard<strong>en</strong> weg. = 0 (ge<strong>en</strong> goede<br />

omschrijving van de situatie)<br />

- Op de kleine tek<strong>en</strong>ing (midd<strong>en</strong>) zijn er maar twee paard<strong>en</strong>. = 0<br />

item 14: bijkom<strong>en</strong>de info over wat er op de tek<strong>en</strong>ing van attractie 4 te zi<strong>en</strong> is<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Iemand roept STOP <strong>en</strong> alle paard<strong>en</strong> staan stil. = 1<br />

- De man kijkt. = 1 (in dit geval moet er wel e<strong>en</strong> duidelijk verband zijn met het feit dat het<br />

paard uit de ring stapt, anders is de score 0)<br />

- De man zwaait. = 1 (idem)<br />

- De man wil niet dat het paard weggaat. = 1<br />

- Dat mag niet van die m<strong>en</strong>eer. = 1<br />

- De cowboy vindt het erg. = 1<br />

- Hij vloekt. = 1<br />

item 15: vorm van de uitleg bij attractie 4<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- E<strong>en</strong> paard die wil over het hekje gaan. = 1 (ge<strong>en</strong> begripsverwarring)<br />

- Dat is de paard<strong>en</strong>. = 1 (‘de paard<strong>en</strong>’ wordt gebruikt als naam <strong>voor</strong> de attractie)<br />

- Dat meisje is eruit <strong>en</strong> die lacht <strong>en</strong> die kijkt. = 0 (onduidelijk)<br />

item 16: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 5<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Ball<strong>en</strong> werp<strong>en</strong>/gooi<strong>en</strong>. = 0 (maar wel 1 <strong>voor</strong> item 17, want het zegt wat je er kan do<strong>en</strong>) (deze<br />

attractie moet dus wel degelijk met één term als ‘ball<strong>en</strong>kraam’ of ‘ball<strong>en</strong>t<strong>en</strong>t’ word<strong>en</strong><br />

gedefinieerd)<br />

- Op de kermis kan je ook met ball<strong>en</strong> gooi<strong>en</strong>. = 0 (idem)<br />

item 17: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 5<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Ze gooi<strong>en</strong> met ball<strong>en</strong>. (tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>) Als ze ze allemaal om hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze iets winn<strong>en</strong>.<br />

= 1 (want dat laatste is algem<strong>en</strong>e info, algeme<strong>en</strong> geformuleerd)<br />

- ‘ball<strong>en</strong>’ alle<strong>en</strong> is niet g<strong>en</strong>oeg<br />

- met de bal spel<strong>en</strong> = 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 18: vorm van de uitleg bij attractie 5<br />

item 19: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 6<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- schietbarak = 1<br />

- schietmol<strong>en</strong> = 0<br />

- schiet<strong>en</strong> = 0 (vergelijk ‘ball<strong>en</strong> gooi<strong>en</strong>’ bij attractie 5)<br />

item 20: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 6<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- ‘geweer’ vermeld, maar ‘schiet<strong>en</strong>’ niet = 1<br />

- Daar staat zoiets recht <strong>en</strong> daar moet je dan teg<strong>en</strong> schiet<strong>en</strong>. = 1 (e<strong>en</strong> beetje onhandig geformuleerd,<br />

maar het kan nog wel)<br />

- Bij 6 moet<strong>en</strong> ze op ber<strong>en</strong> schiet<strong>en</strong>. = 1 (wordt als algeme<strong>en</strong> beschouwd, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />

- Je moet oplett<strong>en</strong> dat je niet op het speelgoed/op de ber<strong>en</strong> schiet. = 1 (wordt als algeme<strong>en</strong><br />

beschouwd, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />

item 21: vorm van de uitleg bij attractie 6<br />

item 22: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 7<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- e<strong>en</strong> verplaatsbaar barretje = 1<br />

- (snoep)winkeltje = 1<br />

- e<strong>en</strong> gewone kraam = 0<br />

- Er zijn ook kram<strong>en</strong> met frietjes of ijsjes. Daar kan je frietjes of ijsjes kop<strong>en</strong>. = 0 (wel 1 <strong>voor</strong><br />

item 23; dit kan niet als definitie én algem<strong>en</strong>e uitleg geld<strong>en</strong>)<br />

- e<strong>en</strong> kraam dat BARBAPAPA heet = 0<br />

- Dat is e<strong>en</strong> Barbapapa. = 0<br />

item 23: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 7<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- e<strong>en</strong> mevrouw die ijsjes, lekstokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> suikerspinn<strong>en</strong> verkoopt = 1 (wordt als algeme<strong>en</strong><br />

beschouwd, ook al zijn die precies de drie ding<strong>en</strong> die op de tek<strong>en</strong>ing te zi<strong>en</strong> zijn)<br />

- de ijsvrouw = 1<br />

- e<strong>en</strong> kraam waar je snoepjes kan kop<strong>en</strong> = 1 (eerder item 23 dan 22, want het zegt wat er<br />

gebeurt)<br />

- Daar kan je iets kop<strong>en</strong>/nem<strong>en</strong>: ... = 1 (in dit geval moet<strong>en</strong> er <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> bij, want anders<br />

zegt het niet g<strong>en</strong>oeg)<br />

- Dit is e<strong>en</strong> snoepkraam. Daar kan je snoep kop<strong>en</strong>. = 1 (<strong>voor</strong> item 22 én 23)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

17


2<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

18<br />

item 24: vorm van de uitleg bij attractie 7<br />

item 25: b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> attractie 8<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- paard<strong>en</strong>mol<strong>en</strong> = 1<br />

- ‘mol<strong>en</strong>’ is onvoldo<strong>en</strong>de (meestal volgt er nog iets, zodat het op e<strong>en</strong> omschrijving (item 32)<br />

neerkomt)<br />

- kermis(mol<strong>en</strong>) = 0<br />

item 26: omschrijv<strong>en</strong> van, of algem<strong>en</strong>e uitleg bij, attractie 8<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- e<strong>en</strong> mol<strong>en</strong> met ... = 1<br />

- e<strong>en</strong> mol<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kleine kindjes = 1<br />

- Je moet de flosj prober<strong>en</strong> te pakk<strong>en</strong>. = 1 (algeme<strong>en</strong>, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />

- Als je de flosj pakt, mag je nog e<strong>en</strong> keer. = 1 (algeme<strong>en</strong>, hoewel tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />

- i.p.v. ‘flosj’: vodje, sliertjes, draadjes, staart, ... = 1<br />

- Die jong<strong>en</strong> probeert de flosj te pakk<strong>en</strong>. (tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>) Dan mag je nog e<strong>en</strong> keer. = 1<br />

(want dat laatste is algem<strong>en</strong>e info, algeme<strong>en</strong> geformuleerd)<br />

- ... zoiets waar ge kunt inzitt<strong>en</strong> met autokes <strong>en</strong> dan moet ge prober<strong>en</strong> zoiets te pakk<strong>en</strong>... = 0<br />

- daar kunt ge iets vang<strong>en</strong> = 0<br />

- auto’s rij<strong>en</strong> = 0 (daar stel je je iets anders bij <strong>voor</strong>)<br />

- info over de prijz<strong>en</strong> kan soms eerder ‘algeme<strong>en</strong>’ lijk<strong>en</strong> (vgl. flosj), maar is toch tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>,<br />

dus wordt hier niet beoordeeld<br />

item 27: vorm van de uitleg bij attractie 8<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Daar kan je iets zitt<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> auto of zo. = 0<br />

- Daar kunt ge teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bal. = 0<br />

- Dat is om op de draaimol<strong>en</strong> te gaan. = 0 (want het lijkt alsof het over iets anders gaat) (wel<br />

1 <strong>voor</strong> item 25)<br />

item 28: spreekgemak (rondleiding als geheel)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de spreektoets ‘Het was kermis’<br />

HET WAS KERMIS • sprek<strong>en</strong> <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde tweede trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

21 – 2816 – 20 11 – 15 7 – 10 min 7<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

19


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

sprek<strong>en</strong><br />

totaal<br />

op 28<br />

attractie<br />

attractie<br />

attractie<br />

attractie attractie attractie attractie<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28<br />

leerling<br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


sprek<strong>en</strong><br />

1 2<br />

3 2<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

8<br />

3<br />

3<br />

5<br />

6<br />

8<br />

7<br />

1<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

bijlage A


Scoretabel Naam <strong>en</strong> <strong>voor</strong>naam: ................................................ .nr............ Datum: ... / ... / ...<br />

sprek<strong>en</strong><br />

Leerling b<strong>en</strong>oemt Leerling omschrijft of geeft Leerling geeft ess<strong>en</strong>tiële informatie Leerling geeft extra informatie<br />

de attractie algem<strong>en</strong>e uitleg over over wat er op de tek<strong>en</strong>ing bij over wat er op de tek<strong>en</strong>ing bij<br />

de attractie de attractie te zi<strong>en</strong> is de attractie te zi<strong>en</strong> is<br />

(WAT IS HET?) (WAT KAN JE ER DOEN?)<br />

2 3<br />

Attractie 2 mogelijke gegev<strong>en</strong>s: zeker (voldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong> score 1): E<strong>en</strong> meisje/kind rijdt <strong>voor</strong>bij/ kijkt/<br />

auto-scooter - daar rijd<strong>en</strong> allemaal autootjes rond Twee kinder<strong>en</strong>/jong<strong>en</strong>s zijn gebotst. lacht.<br />

botsauto’s - die hang<strong>en</strong> vast aan het dak<br />

(of andere b<strong>en</strong>aming) - je moet dan rondrijd<strong>en</strong>/bots<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel (levert ge<strong>en</strong> hogere score op):<br />

Hun wag<strong>en</strong>tjes zijn omgekanteld.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

<strong>leerjaar</strong><br />

tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>: Eén jong<strong>en</strong> is eruit gevall<strong>en</strong>.<br />

Als je heel hard botst, kan je omvervall<strong>en</strong>.<br />

Attractie 3 - dat is e<strong>en</strong> groot ding dat ronddraait zeker: Onder de jong<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> nog twee<br />

(groot) rad - je zit in e<strong>en</strong> bakje dat eraan hangt E<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> zit op de rand van bakje kinder<strong>en</strong>/m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. (En die kijk<strong>en</strong><br />

reuz<strong>en</strong>rad - als het draait kan je niet opstapp<strong>en</strong> in het groot rad. naar bov<strong>en</strong>).<br />

- bov<strong>en</strong> kan je heel veel zi<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel (levert ge<strong>en</strong> hogere score op):<br />

tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>: Dat is gevaarlijk/mag niet!<br />

Je mag niet op de rand van het bakje<br />

gaan zitt<strong>en</strong>. (Dat is gevaarlijk./<br />

Dat mag niet.)<br />

Attractie 4 - je kan er op e<strong>en</strong> paard zitt<strong>en</strong> zeker: De man/cowboy) zwaait met zijn<br />

paard<strong>en</strong> - er zijn meestal grotere <strong>en</strong> kleinere E<strong>en</strong> paard stapt uit de ronde. arm<strong>en</strong>/maakt zich boos/ roept het<br />

paard<strong>en</strong> of: E<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> gaat (met paard) uit de paard terug/...<br />

- er staat iemand bij met e<strong>en</strong> zweep ronde.<br />

ev<strong>en</strong>tueel met e<strong>en</strong> evaluatie erbij:<br />

tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>: Dat mag niet / Wat gaat er nu gebeur<strong>en</strong>?<br />

... (verder over persoon die erbij staat:)<br />

om er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat de paard<strong>en</strong><br />

niet ontsnapp<strong>en</strong><br />

of: Je mag niet met je paard uit de ring<br />

gaan.<br />

bijlage B


sprek<strong>en</strong><br />

Attractie 5 - daar moet je met ball<strong>en</strong><br />

ball<strong>en</strong>kraam pott<strong>en</strong>/blikk<strong>en</strong> omgooi<strong>en</strong><br />

- als het lukt win je e<strong>en</strong> prijs<br />

Attractie 6 - je moet prober<strong>en</strong> op staafjes/<br />

schietkraam ballonnetjes te schiet<strong>en</strong><br />

schiett<strong>en</strong> - als het lukt win je e<strong>en</strong> prijst<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3 2<br />

tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>:<br />

Je moet oplett<strong>en</strong> dat je niet teg<strong>en</strong><br />

de ber<strong>en</strong>/het speelgoed schiet.<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

Attractie 7 - daar kan je allemaal lekkere<br />

snoepkraam ding<strong>en</strong>(...) kop<strong>en</strong>(lekstokk<strong>en</strong>,<br />

ijsjeskraam ijsjes, suikerspinn<strong>en</strong>)<br />

(of andere)<br />

Attractie 8 - je kan daarop zitt<strong>en</strong> op ...<br />

(draai)mol<strong>en</strong> - het draait rond<br />

tek<strong>en</strong>inggebond<strong>en</strong>)<br />

Je moet prober<strong>en</strong> de flosj te pakk<strong>en</strong>.<br />

(Als het lukt mag je nog e<strong>en</strong> keer.)<br />

Bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong><br />

..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................<br />

bijlage B


4<br />

2<br />

8<br />

3<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

6<br />

7<br />

kopieerblad<br />

1<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C1


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

kopieerblad<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C2


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

kopieerblad<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C3


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

3<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C4


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

4<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C5


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

5<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C6


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

kopieerblad<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C7


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

7<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C8


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

8<br />

sprek<strong>en</strong><br />

3 2<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C9


SCHRIJVEN


OP EEN ONBEWOOND EILAND<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong> dat ze op e<strong>en</strong> onbewoond eiland zitt<strong>en</strong>. Ze<br />

schrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> briefje naar hun vri<strong>en</strong>dje waarin ze vrag<strong>en</strong> of hij ook naar het<br />

eiland wil kom<strong>en</strong>, of hij e<strong>en</strong> aantal spull<strong>en</strong> wil meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> of hij aan hun<br />

ouders e<strong>en</strong> boodschap wil doorgev<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing is deze opdracht nog<br />

e<strong>en</strong>s gevisualiseerd.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal-individueel<br />

Na e<strong>en</strong> korte klassikale introductie waarin de situatie <strong>voor</strong>gesteld wordt <strong>en</strong><br />

de opdracht uitgelegd wordt, schrijv<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel het briefje.<br />

scoring De toets kan gescoord word<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> lijst van 14 items.<br />

Deze lijst omvat inhoudelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die het briefje moet bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vormelijke eis<strong>en</strong> waaraan het briefje moet voldo<strong>en</strong>.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> blad met drie kleine tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het onbewoond<br />

eiland (bijlage A), e<strong>en</strong> blad met de grote tek<strong>en</strong>ing van het onbewoond<br />

eiland <strong>en</strong> de toetsinstructie (bijlage B), <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijntjesblad (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Deel de blad<strong>en</strong> met de drie tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onbewoond eiland (zie bijlage A) uit. Houd met de<br />

leerling<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de introductie. De bedoeling ervan is dat het concept ‘onbewoond eiland’ duidelijk<br />

wordt <strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> zich in de situatie inlev<strong>en</strong>.<br />

Wet<strong>en</strong> jullie dat er op aarde piepkleine eilandjes bestaan waar ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

m<strong>en</strong>s woont? Sommige van die eilandjes zijn zo klein dat er maar e<strong>en</strong><br />

paar bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> plant<strong>en</strong> op groei<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong> zijn wat groter. Daar heb je<br />

soms e<strong>en</strong> heel bos <strong>en</strong> lev<strong>en</strong> er ook dier<strong>en</strong>.<br />

(Toon op e<strong>en</strong> wereldbol of wereldkaart <strong>en</strong>kele hele kleine eilandjes.)<br />

Zo’n eiland waar niemand woont, noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> onbewoond eiland. Kijk<br />

maar naar de eerste tek<strong>en</strong>ing. Daarop zie je e<strong>en</strong> onbewoond eiland.<br />

Wie is er al e<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> onbewoond eiland geweest? Waar was dat<br />

eiland? Was het e<strong>en</strong> groot eiland? Kan je e<strong>en</strong>s vertell<strong>en</strong> hoe het eruitzag?<br />

Stel je nu <strong>voor</strong>: je b<strong>en</strong>t helemaal alle<strong>en</strong> op zo’n onbewoond eiland beland.<br />

Hoe zou je daar terechtgekom<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn?<br />

(Laat de leerling<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> antwoord verzinn<strong>en</strong>. Wanneer ze niets kunn<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, suggereer dan ‘e<strong>en</strong><br />

afgedrev<strong>en</strong> luchtmatras’ of ‘gestrand met e<strong>en</strong> roeibootje’, ...)<br />

Het is lekker warm op dat eiland. Er is e<strong>en</strong> prachtig wit strand, <strong>en</strong> je kan<br />

er de hele dag spel<strong>en</strong>. Met takk<strong>en</strong> <strong>en</strong> blader<strong>en</strong> heb je e<strong>en</strong> hutje gebouwd<br />

waar je ’s nachts in slaapt. (Wijs de leerling<strong>en</strong> op de tweede tek<strong>en</strong>ing.) Over et<strong>en</strong> hoef<br />

je je ge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, want er hangt heerlijk fruit aan de bom<strong>en</strong>. En<br />

in het midd<strong>en</strong> van het eiland is er e<strong>en</strong> bronnetje waar je fris water kan<br />

drink<strong>en</strong>. Er won<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aardige dier<strong>en</strong> op het eiland zoals e<strong>en</strong> aapje <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> grote papegaai.<br />

(Wijs de leerling<strong>en</strong> op de <strong>derde</strong> tek<strong>en</strong>ing.)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> het blad met de tek<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> onbewoond eiland <strong>en</strong> de toetsinstructie (zie bijlage<br />

B) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijntjesblad. Laat de leerling<strong>en</strong> op het lijntjesblad hun naam (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel klasnummer) schrijv<strong>en</strong>.<br />

Op de grote tek<strong>en</strong>ing zie je jezelf op het onbewoond eiland.<br />

Je vindt het heel fijn op het eiland. Zo fijn dat je er wel zou will<strong>en</strong> won<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> tijdje. Maar toch mis je <strong>en</strong>kele ding<strong>en</strong>. Aan die ding<strong>en</strong> zit je te<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Dat zie je in de d<strong>en</strong>kballonnetjes staan.<br />

(Wijs de leerling<strong>en</strong> op de d<strong>en</strong>kballonnetjes. Leg uit dat die d<strong>en</strong>kballonnetjes lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> waaraan de jong<strong>en</strong><br />

op de tek<strong>en</strong>ing d<strong>en</strong>kt. Vergelijk de d<strong>en</strong>kballonnetjes met tekstballonnetjes uit e<strong>en</strong> stripverhaal.)<br />

Je mist je beste vri<strong>en</strong>dje om mee te spel<strong>en</strong>. (Wijs de leerling<strong>en</strong> op de eerste d<strong>en</strong>kballon.)<br />

Je wil graag televisie kijk<strong>en</strong>, je wil je liefste knuffelbeer bij je hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

lekkere snoep zou je smak<strong>en</strong>. (Wijs op de tweede d<strong>en</strong>kballon.)<br />

En je d<strong>en</strong>kt ook aan je ouders die het nu zonder jou moet<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>. (Wijs<br />

op de <strong>derde</strong> d<strong>en</strong>kballon.)<br />

Je wordt er zelfs e<strong>en</strong> beetje droevig van.<br />

Plots krijg je e<strong>en</strong> idee. Je besluit om e<strong>en</strong> briefje te schrijv<strong>en</strong> naar je<br />

vri<strong>en</strong>dje. Je hebt in je broekzak nog e<strong>en</strong> stuk papier <strong>en</strong> e<strong>en</strong> potloodje<br />

zitt<strong>en</strong>. En op het strand ligt e<strong>en</strong> aangespoelde glaz<strong>en</strong> fles.<br />

Het briefje stop je in de fles. Dan blijft het briefje droog. De fles gooi je in<br />

de zee. Je hoopt dat de fles met het briefje op e<strong>en</strong> dag aan de Belgische<br />

kust aanspoelt <strong>en</strong> dat je vri<strong>en</strong>dje het briefje vindt.<br />

Wat ga je precies in dat briefje schrijv<strong>en</strong>?<br />

(Geef onmiddellijk zelf e<strong>en</strong> antwoord op deze vraag.)<br />

E<strong>en</strong>, je vraagt of je vri<strong>en</strong>dje ook naar het eiland wil kom<strong>en</strong>. Je vertelt hem<br />

natuurlijk waarom het zo fijn is op het onbewoond eiland. Je mag zelf<br />

verzinn<strong>en</strong> wat je zo fijn aan het eiland vindt.<br />

(Wijs de leerling<strong>en</strong> opnieuw op de eerste d<strong>en</strong>kballon.)<br />

Twee, je vraagt of je vri<strong>en</strong>dje de spull<strong>en</strong> die je mist, wil meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

(Wijs opnieuw op de tweede d<strong>en</strong>kballon.)<br />

Drie, je vraagt of je vri<strong>en</strong>dje aan je ouders wil vertell<strong>en</strong> dat alles goed met<br />

je gaat, én dat je nog e<strong>en</strong> poosje op het eiland blijft.<br />

(Wijs opnieuw op de <strong>derde</strong> d<strong>en</strong>kballon.)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

3


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat ze in het briefje moet<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> dit niet het geval<br />

is, herhaal je de opdracht. Doe dit met zoveel mogelijk dezelfde woord<strong>en</strong>. Zo br<strong>en</strong>g je ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> of<br />

formulering<strong>en</strong> aan die de leerling<strong>en</strong> extra zoud<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om het briefje te schrijv<strong>en</strong>.<br />

Deze opdracht wordt onder de tek<strong>en</strong>ing nog e<strong>en</strong>s herhaald. De opdracht moet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nog<br />

e<strong>en</strong>s lez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ze aan het briefje beginn<strong>en</strong>.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> over woord<strong>en</strong>schat of schrijfwijze, spoor h<strong>en</strong> dan aan om het alle<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

zo goed mogelijk op te loss<strong>en</strong>.<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- blad met drie kleine tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het onbewoond eiland (bijlage A)<br />

- blad met grote tek<strong>en</strong>ing van het onbewoond eiland <strong>en</strong> toetsinstructies (bijlage B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de schrijftoets ‘EILAND’<br />

<strong>voor</strong> het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

Deze toets is e<strong>en</strong> creatieve opdracht <strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die wellicht op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier<br />

ingevuld. Door de precieze formulering van de opdracht <strong>en</strong> het feit dat we met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>,<br />

hebb<strong>en</strong> we <strong>voor</strong>af geprobeerd om de leerling<strong>en</strong> op de juiste weg te zett<strong>en</strong>, zodat we vrij precies kunn<strong>en</strong><br />

bepal<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> goed verhaal kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Van wez<strong>en</strong>lijk belang is hier dat de leerling<strong>en</strong> de boodschap op e<strong>en</strong> <strong>vlot</strong> leesbare manier overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

naar hun publiek (= leeftijdg<strong>en</strong>oot). Dat algem<strong>en</strong>e criterium vertal<strong>en</strong> we in e<strong>en</strong> lijst van 14 items,<br />

on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> waaraan de brief moet voldo<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goede brief te zijn. Het gaat zowel om inhoudelijke<br />

gegev<strong>en</strong>s als vormelijke eis<strong>en</strong>. Hieronder vind je de items, met telk<strong>en</strong>s de nodige uitleg <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />

van effectieve uiting<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> die als goed of fout werd<strong>en</strong> beschouwd.<br />

In de schrijfproduct<strong>en</strong> van jouw leerling<strong>en</strong> zal je weer andere uiting<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Het is belangrijk deze<br />

zoveel mogelijk in de lijn van het onderstaande, objectief <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t te beoordel<strong>en</strong>.<br />

Voor e<strong>en</strong> goed item scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> 1, <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> fout 0. De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de<br />

items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel. In de meest linkse kolom komt het<br />

nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de<br />

nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats<br />

<strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

Beoordelingscriteria, beschrijving <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />

De items 3, 5, 7, 9 <strong>en</strong> 11 zijn vormelijke items, d.w.z. met die items wordt de vorm van de inhoudelijke<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beoordeeld.<br />

Per inhoudelijk elem<strong>en</strong>t wordt beoordeeld of de zin(n<strong>en</strong>) <strong>vlot</strong> <strong>en</strong> goedgebouwd is (zijn). Zinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> onderwerp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonsvorm (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>werp <strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong>) die congruer<strong>en</strong>.<br />

Uitzondering hierop vorm<strong>en</strong> heel minimale, maar niettemin juist gevormde zinn<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld: Heel<br />

fijn! = 1 <strong>voor</strong> item 4 (dit is correct als conclusie, ook al bevat deze zin ge<strong>en</strong> werkwoord.)<br />

Wanneer e<strong>en</strong> zin slecht gevormd is (bij<strong>voor</strong>beeld onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm niet gecongrueerd of<br />

onvolledige/kromme zinn<strong>en</strong>), scoort de leerling <strong>voor</strong> het vormelijk item in kwestie 0. Dit staat immers de<br />

duidelijkheid in de weg.<br />

Ontbrek<strong>en</strong>de lidwoord<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> veel <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de fout bij NT2-leerling<strong>en</strong>) vorm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aanleiding <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

0-score bij dit item.<br />

Foute <strong>voor</strong>zetels zolang ze de begrijpelijkheid niet in de weg staan, word<strong>en</strong> niet als fout aangerek<strong>en</strong>d.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld: Ik woon in e<strong>en</strong> onbewoond eiland is goed.<br />

Als de leerling e<strong>en</strong> inhoudelijke item niet vermeldt, scoort hij <strong>voor</strong> het bijbehor<strong>en</strong>de vormelijk item<br />

automatisch ook 0.<br />

Hieronder staat e<strong>en</strong> / (schuine streep) tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>.<br />

Wat tuss<strong>en</strong> haakjes staat ( ) is niet noodzakelijk, maar mag erbij.<br />

Eén item is e<strong>en</strong> geheel: 1 of 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

5


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

item 1 aanspreking / begroeting<br />

E<strong>en</strong> naam is g<strong>en</strong>oeg.<br />

E<strong>en</strong> aanspreking die als titel bov<strong>en</strong> het briefje is gezet, wordt ook goedgerek<strong>en</strong>d. Dit geldt<br />

echter niet als de leerling er e<strong>en</strong> echt verhaaltje van heeft gemaakt ipv e<strong>en</strong> briefje.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Bert, je moet kom<strong>en</strong> = 1<br />

- Hallo = 1<br />

- Vri<strong>en</strong>d, … = 1<br />

- Mama <strong>en</strong> papa, … = 1 (ook al moet de leerling e<strong>en</strong> briefje naar zijn vri<strong>en</strong>dje schrijv<strong>en</strong>)<br />

item 2 vrag<strong>en</strong> of het vri<strong>en</strong>dje wil kom<strong>en</strong><br />

Dit mag ook in de gebied<strong>en</strong>de vorm gebeur<strong>en</strong> (ipv e<strong>en</strong> vraag). Als het woord ‘eiland’ niet in de<br />

vraag is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, moet het uit het <strong>voor</strong>gaande duidelijk zijn dat het om e<strong>en</strong> eiland gaat.<br />

De vraag moet aan het vri<strong>en</strong>dje gericht zijn <strong>en</strong> niet aan de ouders.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Wil je mij e<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong>? = 1<br />

- Wil je naar het eiland kom<strong>en</strong>? =1<br />

- Ik woon nu op e<strong>en</strong> onbewoon eiland. Zal je kom<strong>en</strong>? = 1 (in de vraag is ‘eiland’ niet<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar uit de <strong>voor</strong>gaande zin is het duidelijk dat de leerling zijn vri<strong>en</strong>dje vraagt<br />

om naar het eiland te kom<strong>en</strong>.)<br />

- Wil je naar het onbewoont kom<strong>en</strong>? = 0<br />

item 3 vorm item 2<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Wil je naar het eiland wil kom<strong>en</strong> = 1<br />

- Gaan jij kom<strong>en</strong>? = 0 (ge<strong>en</strong> congru<strong>en</strong>tie)<br />

item 4 waarom het fijn is op het eiland<br />

De leerling moet e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> (of meerdere) gev<strong>en</strong> waarom het fijn is op het eiland. Dit kan<br />

impliciet aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het kan ook helemaal op het einde van de brief vermeld zijn.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Je kunt zwemm<strong>en</strong>. Ik heb e<strong>en</strong> kamp gebouwd = 1 (impliciet)<br />

- Het is hier zo tof, het is precies e<strong>en</strong> oerwoud = 1<br />

- We gaan alletwee e<strong>en</strong> kamp bouw<strong>en</strong> = 1<br />

- Dan kunn<strong>en</strong> we kokosnot<strong>en</strong> <strong>en</strong> banan<strong>en</strong> et<strong>en</strong> = 1<br />

- Het is hier fijn hoor = 0 (geeft ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> aan)<br />

- Als je veel speelgoed me<strong>en</strong>eemt, gaan we ons amuser<strong>en</strong> = 0 (geeft niet aan dat het eiland zelf<br />

fijn is)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 5 vorm item 4<br />

item 6 vrag<strong>en</strong> of het vri<strong>en</strong>dje drie ding<strong>en</strong> wil meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

Om op dit item te scor<strong>en</strong> is het niet noodzakelijk dat de leerling in zijn brief zijn vri<strong>en</strong>dje<br />

gevraagd heeft om te kom<strong>en</strong>.<br />

Dit mag ook in de gebied<strong>en</strong>de vorm staan. E<strong>en</strong> ‘ik wil/mis’-constructie zonder vraag of het kan<br />

meegebracht word<strong>en</strong>, is niet g<strong>en</strong>oeg!<br />

De ding<strong>en</strong> (TV, snoepjes, beer) moet<strong>en</strong> alledrie vermeld word<strong>en</strong>, bijkom<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong><br />

leidt niet tot e<strong>en</strong> 0-score.<br />

‘Knuffel’ <strong>voor</strong> ‘beer’ is goed.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Br<strong>en</strong>g mijn deddy beer, e<strong>en</strong> beetje snoep <strong>en</strong> de TV = 1<br />

- Kan je mijn knuffelbeer, zaklamp <strong>en</strong> televicie meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> = 0 (snoepjes zijn niet vermeld)<br />

- Ik wil mijn beer, TV <strong>en</strong> snoep = 0 (als niet expliciet gevraagd wordt om dit mee te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>)<br />

item 7 vorm item 6<br />

item 8 vrag<strong>en</strong> of het vri<strong>en</strong>dje aan de ouders wil vertell<strong>en</strong> dat alles goed is<br />

De drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, ‘zegg<strong>en</strong>’, ‘ouders’, ‘alles goed’, moet<strong>en</strong> vermeld word<strong>en</strong>. Dit kan wel<br />

impliciet gebeur<strong>en</strong>.<br />

Dit item wordt vaak sam<strong>en</strong> met item 10 in één zin vermeld.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Zeg naar mijn mama <strong>en</strong> papa dat ik hier goed b<strong>en</strong> = 1<br />

- Zeg ook aan mijn ouders dat ik hier veel speel = 1 (impliciet wordt aangegev<strong>en</strong> dat het goed<br />

gaat)<br />

- Laat mijn ouders wet<strong>en</strong> dat het in orde is met mij = 1<br />

- Zeg aan mijn ouders dat ze niet ongerust moet<strong>en</strong> zijn = 1<br />

- Mama <strong>en</strong> papa, hoe gaat het? = 0<br />

- Zeg dat het mij gaat = 0<br />

item 9 vorm item 8<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Ga je naar mijn ouders zegg<strong>en</strong> dat ik goed b<strong>en</strong> = 1<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

7


1<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

item 10 vrag<strong>en</strong> of het vri<strong>en</strong>dje aan de ouders wil vertell<strong>en</strong> dat hij (de schrijver van de brief) nog<br />

ev<strong>en</strong> op het eiland blijft<br />

Ook hier moet<strong>en</strong> de drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, ‘zegg<strong>en</strong>’, ‘ouders’, ‘blijv<strong>en</strong>’, vermeld word<strong>en</strong>. Wanneer dit<br />

sam<strong>en</strong> in één zin met item 8 is, hoev<strong>en</strong> de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ‘zegg<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘ouders’ uiteraard niet dubbel<br />

vermeld te word<strong>en</strong>.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Zeg teg<strong>en</strong> mama <strong>en</strong> papa dat ik niet zal kom<strong>en</strong> = 1<br />

- Ik blijf m’n hele lev<strong>en</strong> hier. Zeg dat aan mijn ouders = 1<br />

item 11 vorm item 10<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Zeg teg<strong>en</strong> mijn ouders dat ik daar nog wat blijv<strong>en</strong> = 0<br />

item 12 afsluiting<br />

item 13 geheel<br />

De eig<strong>en</strong> naam (van de briefschrijver) hoeft niet vermeld te word<strong>en</strong>.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Groetjes = 1<br />

- Ik mis je heel veel = 1<br />

- Danku = 1<br />

Met dit item wordt beoordeeld of de brief e<strong>en</strong> logische structuur bevat, of het <strong>vlot</strong> leest én of het<br />

e<strong>en</strong> afgerond geheel is. Wanneer dit allemaal het geval is, scoort de leerling 1 <strong>voor</strong> dit item. Let<br />

wel: om 1 te scor<strong>en</strong> hoeft het briefje niet noodzakelijk e<strong>en</strong> aanhef of e<strong>en</strong> afsluiting te bevatt<strong>en</strong>.<br />

item 14 afgebak<strong>en</strong>de zinn<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> zin beschouw<strong>en</strong> we als afgebak<strong>en</strong>d wanneer hij begint met e<strong>en</strong> hoofdletter of eindigt met<br />

e<strong>en</strong> punt (of ander leestek<strong>en</strong>). Wanneer e<strong>en</strong> leerling meer dan twee zinn<strong>en</strong> niet afbak<strong>en</strong>t, scoort<br />

hij 0 <strong>voor</strong> dit item.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de schrijftoets ‘EILAND’<br />

<strong>voor</strong> het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> – einde eerste trimester<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

EILAND • schrijv<strong>en</strong> <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde eerste trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

12 – 14 8 – 11 4 – 7 min 4 –<br />

Omdat de gemiddelde score op deze toets eerder laag is, kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet ver onder het<br />

gemiddelde scor<strong>en</strong>. Bijgevolg wordt er ge<strong>en</strong> E-norm onderscheid<strong>en</strong>.<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

totaal<br />

op 14<br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


Schrijf e<strong>en</strong> briefje naar je vri<strong>en</strong>dje.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

– Vraag of je vri<strong>en</strong>dje ook naar het eiland wil kom<strong>en</strong>.<br />

– Vertel waarom het zo fijn is op het onbewoond eiland. Dat mag je zelf verzinn<strong>en</strong>.<br />

– Vraag of je vri<strong>en</strong>dje de ding<strong>en</strong> die je mist, wil meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

– Vraag of je vri<strong>en</strong>dje aan je ouders wil vertell<strong>en</strong> dat alles goed met je gaat. Hij moet je ouders ook vertell<strong>en</strong><br />

dat je nog ev<strong>en</strong> op het eiland blijft won<strong>en</strong>.<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


DE SLIMME OPLOSSING VAN NATHALIE<br />

e<strong>en</strong> verhaal schrijv<strong>en</strong> bij tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal bij zes ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Wellicht zull<strong>en</strong> veel leerling<strong>en</strong> zich daarbij beperk<strong>en</strong> tot het beschrijv<strong>en</strong> van<br />

iedere tek<strong>en</strong>ing afzonderlijk. Andere leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in meer of mindere<br />

mate ook verband<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> van het<br />

verhaal, e<strong>en</strong> gevarieerder woord<strong>en</strong>schat gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

verwerkingsniveau beschrijv<strong>en</strong>d/structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal-individueel<br />

De leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de opdracht, bekijk<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> het<br />

verhaal.<br />

scoring De toets kan gescoord word<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> lijst van 13 items.<br />

Items 1 tot <strong>en</strong> met 9 van deze lijst hebb<strong>en</strong> betrekking op gegev<strong>en</strong>s (<strong>en</strong><br />

verband<strong>en</strong> daartuss<strong>en</strong>) die op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> terug te vind<strong>en</strong> zijn. Items 10<br />

tot <strong>en</strong> met 13 hebb<strong>en</strong> betrekking op vormelijke eis<strong>en</strong> waaraan het verhaal<br />

moet voldo<strong>en</strong>.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> blad met illustratieve tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij introductie<br />

(bijlage A), e<strong>en</strong> blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de toets (bijlage B) <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

lijntjesblad (zelf te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Vertel de leerling<strong>en</strong> in het kort over Nathalie. Deel daarbij het blad uit met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die illustrer<strong>en</strong><br />

wat er verteld wordt (zie bijlage A).<br />

Dit is Nathalie. Deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> boek dat over haar<br />

geschrev<strong>en</strong> is. Het is e<strong>en</strong> boek <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> zo oud als jullie. Nathalie is<br />

ook ev<strong>en</strong> oud. Ze heeft twee ouders <strong>en</strong> e<strong>en</strong> baby-broertje. Het hele gezin<br />

woont in e<strong>en</strong> gewoon huis. Maar Nathalie is ge<strong>en</strong> gewoon kind: ze is e<strong>en</strong><br />

beetje speciaal.<br />

T<strong>en</strong> eerste wil ze niet won<strong>en</strong> waar ze nu woont. En ook niet met haar<br />

ouders <strong>en</strong> haar broertje. Ze wil helemaal alle<strong>en</strong> met haar rugzak (duid die<br />

aan op de tek<strong>en</strong>ing) de wereld intrekk<strong>en</strong>. Ze wil op reis gaan naar allerlei<br />

vreemde land<strong>en</strong>, op zee var<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> vliegtuig vlieg<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t.<br />

Daarom oef<strong>en</strong>t ze thuis: ze probeert op e<strong>en</strong> tapijt te vlieg<strong>en</strong>, ze slaat e<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong>t op in haar slaapkamer <strong>en</strong> slaapt erin.<br />

Maar dat is niet alles. Nathalie gaat ook op e<strong>en</strong> nogal gekke manier met<br />

haar broertje om. Ze gebruikt hem wanneer ze hem nodig heeft om te<br />

spel<strong>en</strong>. Ze haalt allemaal ding<strong>en</strong> met hem uit die je met baby’tjes niet<br />

kunt do<strong>en</strong>. Ze plaagt hem, ze maakt hem aan het schrikk<strong>en</strong>, ze stopt<br />

hem in haar rugzak <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Haar ouders durv<strong>en</strong> haar dan ook niet<br />

goed alle<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> met haar broertje.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Maak dan de overgang naar de eig<strong>en</strong>lijke toets:<br />

Jullie wet<strong>en</strong> nu al e<strong>en</strong> paar belangrijke ding<strong>en</strong> over Nathalie. En jullie<br />

wet<strong>en</strong> ook hoe ze er uitziet. Dat is natuurlijk nog niet veel. Maar jullie<br />

kunn<strong>en</strong> je wel <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> dat Nathalie veel gekke <strong>en</strong> vreemde ding<strong>en</strong><br />

meemaakt. Elke dag beleeft ze wel iets omdat ze e<strong>en</strong> beetje bijzonder is.<br />

Meestal zijn dat ding<strong>en</strong> waar andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> heel erg mee kunn<strong>en</strong><br />

lach<strong>en</strong>, maar <strong>voor</strong> Nathalies ouders <strong>en</strong> haar broertje is het niet altijd<br />

ev<strong>en</strong> leuk.<br />

Kijk maar wat ze hier heeft uitgespookt.<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> nu het blad met de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toets (zie bijlage B). Het is niet de bedoeling<br />

dat er daarover <strong>en</strong>ige vorm van gesprek tuss<strong>en</strong> jou <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> of tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> onderling<br />

ontstaat. Ze mog<strong>en</strong> er <strong>en</strong>kel in stilte naar kijk<strong>en</strong>.<br />

Vertel dan dat dit e<strong>en</strong> bladzijde is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nieuw boek over Nathalie. Nu is er e<strong>en</strong> probleem. De<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn er al, maar er is nog ge<strong>en</strong> verhaal bij. En het boek moest eig<strong>en</strong>lijk al klaar zijn! Will<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s prober<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> verhaal te schrijv<strong>en</strong>?<br />

B<strong>en</strong>adruk dat het e<strong>en</strong> gewoon doorlop<strong>en</strong>d tekstje moet zijn, e<strong>en</strong> lees-verhaal. Het mog<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong><br />

tekstballonnetjes bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />

Wat <strong>voor</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn dit? (e<strong>en</strong> stripverhaal) Wat kan er nog bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> stripverhaal staan? (tekstballonnetjes) Weet iedere<strong>en</strong> wat<br />

tekstballonnetjes zijn? Wat staat daarin? (Wat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

elkaar zegg<strong>en</strong>.) Dit verhaal heeft ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes. Jullie gaan nu ge<strong>en</strong><br />

tekstballonnetjes schrijv<strong>en</strong>, maar wel het verhaal bij de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

vertell<strong>en</strong>. Je mag in je verhaal wel schrijv<strong>en</strong> wat de person<strong>en</strong> op de<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, maar niet alle<strong>en</strong> dat. Je moet <strong>voor</strong>al beschrijv<strong>en</strong> wat<br />

er gebeurt. Vertel in je verhaal wat er op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> is. Het<br />

stripverhaal wordt e<strong>en</strong> lees-verhaal. (Je kan ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> blad lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

doorlop<strong>en</strong>de tekst erop zonder tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.) Het leesverhaal kan je ook lez<strong>en</strong> zonder<br />

dat je de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet.<br />

Zeg de leerling<strong>en</strong> ook dat het e<strong>en</strong> verhaaltje moet zijn <strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> leeftijd.<br />

Deel lijntjesblad<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> spoor de leerling<strong>en</strong> aan om aan het werk te gaan. Je mag h<strong>en</strong> vanaf hier in<br />

principe niet meer help<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij om e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> op expliciete<br />

vraag van de leerling<strong>en</strong>, al zoud<strong>en</strong> er eig<strong>en</strong>lijk op dat vlak ge<strong>en</strong> onduidelijkhed<strong>en</strong> meer mog<strong>en</strong> zijn.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

3


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

Als er vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld naar de werkwijze, herhaal dan nog e<strong>en</strong>s wat hierbov<strong>en</strong> staat. Reik ge<strong>en</strong><br />

strategie, woord<strong>en</strong>schat of spelling aan. Spoor de leerling<strong>en</strong> aan om op hun eig<strong>en</strong> manier duidelijk te<br />

mak<strong>en</strong> wat ze will<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>.<br />

Opmerking:<br />

Misschi<strong>en</strong> zal je veronderstell<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> de ‘clou’ van deze strip niet begrijp<strong>en</strong>. Er mag echter<br />

niet verder word<strong>en</strong> op ingegaan. De titel kan de leerling<strong>en</strong> op weg help<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder kunn<strong>en</strong> zij deze<br />

schrijfopdracht ook tot e<strong>en</strong> goed einde br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> door gewoon op te schrijv<strong>en</strong> wat zij op elk pr<strong>en</strong>tje zi<strong>en</strong>.<br />

Hieronder zie je de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het boek over Nathalie. Er zijn zes tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Die vertell<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal. Bekijk alle tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> eerst heel goed. Schrijf dan het verhaal over wat je op<br />

de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet. Het stripverhaal moet e<strong>en</strong> gewoon leesverhaal zonder tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Je mag dus ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes mak<strong>en</strong>.<br />

(tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>)<br />

De tek<strong>en</strong>ing uit de introductie <strong>en</strong> het stripverhaal uit de toets kom<strong>en</strong> uit:<br />

‘Nathalie. Mijn eerste wereldreis.’<br />

door Sergio Salma<br />

Casterman, Doornik.<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- blad met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de introductie (A)<br />

- blad met opdracht <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de toets zelf (B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoringswijzer bij de schrijftoets<br />

‘De slimme oplossing van Nathalie’<br />

Deze toets is e<strong>en</strong> creatieve opdracht <strong>en</strong> alle leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die wellicht op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier<br />

ingevuld. Door de formulering van de opdracht <strong>en</strong> het feit dat we met ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

werk<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we <strong>voor</strong>af wel geprobeerd om de leerling<strong>en</strong> op de juiste weg te zett<strong>en</strong>, zodat we vrij<br />

precies kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> wat als e<strong>en</strong> goed verhaal kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Van wez<strong>en</strong>lijk belang is hier dat de leerling<strong>en</strong> de boodschap (= de informatie op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>) op e<strong>en</strong><br />

<strong>vlot</strong> leesbare manier overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> naar hun publiek (= leeftijdsg<strong>en</strong>oot). Dat algem<strong>en</strong>e criterium vertal<strong>en</strong><br />

we in e<strong>en</strong> lijst van 13 items, on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong> waaraan het verhaal moet voldo<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goed verhaal te<br />

zijn. Het gaat zowel om inhoudelijke gegev<strong>en</strong>s, verband<strong>en</strong> als vormelijke eis<strong>en</strong>. Hieronder vindt u de<br />

items, met telk<strong>en</strong>s de nodige uitleg <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van effectieve uiting<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> die als goed of<br />

fout werd<strong>en</strong> beschouwd.<br />

In de schrijfproduct<strong>en</strong> van uw leerling<strong>en</strong> zal u weer andere uiting<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>. Het is belangrijk deze<br />

zoveel mogelijk in de lijn van het onderstaande, objectief <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t te beoordel<strong>en</strong>.<br />

Voor e<strong>en</strong> goed item scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> 1, <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> fout 0. De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de<br />

items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel. In de meest linkse kolom komt het<br />

nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de<br />

nummers van de items. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

Beoordelingscriteria, beschrijving <strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />

De items beoordel<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het verhaal afzonderlijk. Toch is het vaak zo dat deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

meestal niet op die manier van elkaar gescheid<strong>en</strong> zijn in de verhaaltjes van de leerling<strong>en</strong>. Vaak staan<br />

aspect<strong>en</strong> (die in de scoringswijzer afzonderlijk word<strong>en</strong> beoordeeld) sam<strong>en</strong> in één zin. In die gevall<strong>en</strong> zal<br />

één <strong>en</strong> dezelfde zin dan <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> aantal items beoordeeld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld: Nathalie valt met haar blik cola op de mat: 1 <strong>voor</strong> item 1, 2 <strong>en</strong> 3.<br />

Voor de items 1 tot <strong>en</strong> met 9 geldt dat de informatie volledig moet zijn, maar ook niet mis te verstaan.<br />

Als de informatie wordt gebracht in e<strong>en</strong> vorm die aanleiding geeft tot verkeerd begrip, scoort de leerling 0.<br />

Verkeerde vorm, <strong>voor</strong> zover deze de betek<strong>en</strong>is niet verstoort, geeft ge<strong>en</strong> aanleiding tot fout-rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zo<br />

houd<strong>en</strong> we er ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee of de leerling de informatie in e<strong>en</strong> goedgevormde zin heeft verpakt of<br />

niet. Met item 11 wordt de vorm van de zinn<strong>en</strong> in het geheel beoordeeld.<br />

Alle andere informatie die e<strong>en</strong> leerling ev<strong>en</strong>tueel in zijn verhaal heeft betrokk<strong>en</strong>, wordt niet beoordeeld,<br />

<strong>voor</strong> zover deze de duidelijkheid niet in het gedrang br<strong>en</strong>gt. Waar deze extra informatie onduidelijkheid<br />

schept over één van de onderstaande items, scoort de leerling <strong>voor</strong> dat item 0.<br />

Hieronder staat e<strong>en</strong> / (schuine streep) tuss<strong>en</strong> gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>.<br />

Wat tuss<strong>en</strong> ( ) is niet noodzakelijk, maar mag erbij. Eén item is e<strong>en</strong> geheel: 1 of 0.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

5


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

item 1: Nathalie valt<br />

item 2: de mat<br />

De leerling hoeft Nathalie niet te introducer<strong>en</strong>. Over Nathalie is al veel in de introductie verteld,<br />

<strong>en</strong> de leerling kan ervan uitgaan dat de lezer al wel weet dat het verhaaltje over haar gaat <strong>en</strong><br />

wat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> meisje zij is. De leerling mag dus onmiddellijk met het eerste gebeur<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling te algeme<strong>en</strong> blijft <strong>en</strong> Nathalie niet bij naam noemt, scoort hij niet <strong>voor</strong> dit<br />

item. In de introductie is immers voldo<strong>en</strong>de duidelijk gemaakt dat het om Nathalie gaat (<strong>en</strong> niet<br />

zomaar e<strong>en</strong> meisje).<br />

Wanneer echter het verhaaltje vanuit de ik-persoon geschrev<strong>en</strong> wordt, moet de naam Nathalie<br />

niet vermeld word<strong>en</strong>.<br />

informatie die er zeker moet staan:<br />

Nathalie valt / struikelt (op / over de mat / het tapijt).<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Oei, nu struikel ik over de mat, zegt Nathalie.<br />

- Nathalie valt met e<strong>en</strong> blikje op de tapijt.<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- Ze valt op de mat. (wanneer de naam Nathalie niet vermeld wordt)<br />

- De voet van Nathalie is onder de tapijt. (het is niet duidelijk dat Nathalie valt)<br />

Bij welk stukje informatie de mat/het tapijt nu precies vermeld wordt, heeft ge<strong>en</strong> belang zolang<br />

het maar in de context is van Nathalie die erop/erover valt, <strong>en</strong>/of het blikje dat erop valt.<br />

Het gegev<strong>en</strong> ‘mat’ moet ook in het begin van het verhaal geïntroduceerd word<strong>en</strong>.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- De cola valt op de mat.<br />

- Nathalie struikelt over het karpetje.<br />

- De mat is nu helemaal vuil.<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- In haar kamer lag e<strong>en</strong> mooie mat. (Wanneer de mat wel vermeld wordt, maar niet dat<br />

Nathalie erover / erop valt, <strong>en</strong> / of dat het blikje erop valt.)<br />

item 3: blikje drank valt<br />

informatie die er zeker moet staan:<br />

Haar / Het blikje / busje drank / cola valt (op de mat/het tapijt)<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Nathalie valt met haar blikje op het tapijt.<br />

- Mmm, e<strong>en</strong> lekker blikje cola. Pats! Oei, wat nu gedaan? (onomatopee die in deze context<br />

duidelijk maakt dat het blikje valt. Of onomatopeeën volstaan om ‘het vall<strong>en</strong>’ duidelijk te<br />

mak<strong>en</strong>, hangt af van de duidelijkheid van de context.)<br />

Let op: de leerling schrijft hier tekstballonnetjes. Voor item 10 scoort hij dus 0. Maar <strong>voor</strong> de<br />

inhoudelijke items (1 t.e.m. 9) kan er wel gescoord word<strong>en</strong>, als de gegev<strong>en</strong>s uit de tekstballonnetjes<br />

duidelijk zijn, zoals in dit <strong>voor</strong>beeld.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


- Het blikje rolt op de mat.<br />

- Ik heb mijn cola gemorst. (impliceert dat de drank gevall<strong>en</strong> is)<br />

- Platsh, de cola loopt uit het blikje.<br />

- Mijn limonade ligt op moeders tapijt, zegt Nathalie.<br />

- Nathalie had e<strong>en</strong> blikje cola. Ze struikelde. To<strong>en</strong> lag de mat ook vol met cola. (dat de drank<br />

valt wordt hier impliciet gelat<strong>en</strong>, toch kan het gemakkelijk word<strong>en</strong> opgemaakt uit de context)<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- ‘Glas’ of ‘fles’ i.p.v. van blik of busje, want dat is het duidelijk niet.<br />

item 4: oorzaak: Nathalie valt/blikje drank valt – gevolg: vlek op de mat<br />

Het is ess<strong>en</strong>tieel <strong>voor</strong> het verhaal dat op de e<strong>en</strong> of ander manier wordt duidelijk gemaakt dat<br />

de mat vuil / nat is / dat er e<strong>en</strong> vlek op is. Dat kan ook op het einde van het verhaal vermeld<br />

word<strong>en</strong>. De oorzaak-gevolg relatie wordt dan heel impliciet gelat<strong>en</strong> in het verhaal. Dat is op<br />

zich niet fout.<br />

Wanneer de leerling echter het gegev<strong>en</strong> ‘dat de mat vuil is’ introduceert zonder dat er sprake<br />

is van Nathalie die (of haar blikje drank dat) valt, of wanneer het gegev<strong>en</strong> helemaal niet<br />

vermeld wordt in het verhaal (noch in het begin, noch op het einde) dan scoort de leerling <strong>voor</strong><br />

dit item 0.<br />

informatie die er zeker moet staan:<br />

De mat / het tapijt is vuil / nat.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Het tapijt is helemaal nat.<br />

- De cola valt op de mat. Nathalie kuist het niet op. (‘kuis<strong>en</strong>’ impliceert dat, in dit geval de mat<br />

vuil is)<br />

- Nu plakt de mat.<br />

- De cola valt op de mat ( - e<strong>en</strong> paar zinn<strong>en</strong> verder – Nathalie wandelt naar de colavlek.<br />

- De tapijt zit vol cola.<br />

- Haar blikje cola valt. Het is gemorst op de tapijt. (‘mors<strong>en</strong>’ impliceert dat er iets vuil<br />

geword<strong>en</strong> is)<br />

- Heel de mat hangt vol cola.<br />

- Ze br<strong>en</strong>gt haar broertje naar de vuile tapijt.<br />

- Het hele busje cola loopt leeg op de mat.<br />

- Alle cola valt op het tapijt.<br />

- De cola loopt uit op de mat.<br />

- Dan zet ze haar broer op de tapijt waar ze gemorst heeft.<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- Het blikje valt op de tapijt <strong>en</strong> het water is deruit. (niet expliciet g<strong>en</strong>oeg dat er e<strong>en</strong> vlek op de<br />

mat is.)<br />

- Ze morst cola. (als er nerg<strong>en</strong>s sprake is dat het op de mat is, wanneer bij<strong>voor</strong>beeld niet<br />

vermeld wordt dat Nathalie op/over de mat struikelt, <strong>en</strong>/of het blikje drank op de mat valt)<br />

- Er is cola op de mat gevall<strong>en</strong>. (niet expliciet g<strong>en</strong>oeg dat er e<strong>en</strong> vlek op de mat is/dat de mat<br />

vuil is)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

7


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

8<br />

item 5: broertje speelt<br />

Dit gegev<strong>en</strong> is niet ess<strong>en</strong>tieel <strong>voor</strong> het verhaal. Toch wordt het mee beoordeeld, omdat het de<br />

clou van het verhaal nog sterker maakt: het broertje speelt <strong>en</strong> is dus onschuldig (heeft niets<br />

te mak<strong>en</strong> met de vlek op de mat), maar Nathalie zorgt er<strong>voor</strong> dat het lijkt alsof het broertje de<br />

vlek heeft gemaakt (alsof hij heeft geplast op de mat).<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling in zijn verhaal over het ‘zusje’ van Nathalie schrijft, wordt dit niet foutgerek<strong>en</strong>d.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling de gegev<strong>en</strong>s/informatie over het broertje in de verkeerde volgorde<br />

schrijft, wordt dit wel foutgerek<strong>en</strong>d. In het verhaal is de volgorde immers belangrijk: het<br />

broertje speelt (onschuldig), dan gaat Nathalie hem paai<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zet hem t<strong>en</strong>slotte op de mat<br />

met de vlek (ze wil de schuld in zijn scho<strong>en</strong><strong>en</strong> schuiv<strong>en</strong>)<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld: Nathalie geeft haar broertje e<strong>en</strong> kusje, dan gaat hij spel<strong>en</strong>: de leerling scoort 0 op<br />

item 5 ‘broertje speelt’, omdat dit niet eerst vermeld wordt; <strong>voor</strong> item 7 ‘Nathalie is lief <strong>voor</strong><br />

haar broertje’ scoort de leerling dan wel 1.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> leerling mete<strong>en</strong> e<strong>en</strong> naam vermeldt (bij<strong>voor</strong>beeld: Tim speelt.) zonder eerst e<strong>en</strong><br />

aanduiding dat het om Nathalies broertje gaat, scoort de leerling 0 <strong>voor</strong> dit item. Voor de<br />

volg<strong>en</strong>de items (6, 7, 8 <strong>en</strong> 9) die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met het broertje wordt dit dan niet meer<br />

foutgerek<strong>en</strong>d.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> zin (of <strong>en</strong>kele zinn<strong>en</strong>) later pas vermeld wordt dat het om het broertje van<br />

Nathalie gaat, is dit ook goed <strong>en</strong> kan de leerling <strong>voor</strong> de items 5, 6, 7, 8 <strong>en</strong> 9 juist scor<strong>en</strong>.<br />

informatie die er zeker moet staan:<br />

Het (baby-)broertje (van Nathalie) speelt.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Nathalie gaat naar haar broertje dat aan het spel<strong>en</strong> is.<br />

- De baby is aan het spel<strong>en</strong>. (‘baby’ i.p.v. ‘broertje’ volstaat)<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- Nathalie speelt met haar broertje. (het moet duidelijk zijn dat het broertje alle<strong>en</strong> aan het<br />

spel<strong>en</strong> is <strong>en</strong> dus met de vlek cola niets te mak<strong>en</strong> heeft)<br />

item 6: Nathalie – broertje<br />

Nathalie gaat naar haar broertje/is nu bij haar broertje.<br />

De leerling moet op e<strong>en</strong> of andere manier duidelijk mak<strong>en</strong> dat Nathalie haar broertje ‘opzoekt’.<br />

Dat kan vrij impliciet gelat<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dag broertje, zegt Nathalie poeslief.<br />

- Nathalie gaat naar haar broertje <strong>en</strong> geeft hem e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong>tje.<br />

- Nathalie pakt haar broertje op dat aan het spel<strong>en</strong> is.<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- Haar kleine broer speelt. Nathalie geeft haar broer e<strong>en</strong> kus. (ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanduiding dat<br />

Nathalie naar haar broertje toegaat)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


item 7: Nathalie is lief <strong>voor</strong> haar broertje<br />

Ook dit gegev<strong>en</strong> is niet echt ess<strong>en</strong>tieel, maar maakt de clou van het verhaal sterker: Nathalie<br />

doet lief teg<strong>en</strong> haar broertje (paait hem), omdat ze de schuld <strong>voor</strong> de vlek op hem wil stek<strong>en</strong>.<br />

dit gegev<strong>en</strong> kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> verwoord word<strong>en</strong>:<br />

Nathalie geeft haar broertje e<strong>en</strong> kusje / Nathalie pakt haar broertje op / Nathalie is lief teg<strong>en</strong><br />

haar broertje<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Nathalie geeft hem e<strong>en</strong> kusje.<br />

- Dag lief broertje van mij, je krijgt e<strong>en</strong> kusje, zegt Nathalie.<br />

- Waarom krijg ik nu ine<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zo<strong>en</strong>, d<strong>en</strong>kt het broertje.<br />

- Nathalie doet poeslief teg<strong>en</strong> Tommeke.<br />

item 8: Nathalie zet haar broertje op de mat<br />

De leerling moet verwoord<strong>en</strong> dat Nathalie haar broertje op de mat zet. Dit moet heel expliciet<br />

zijn, omdat het om e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel elem<strong>en</strong>t in het verhaal gaat.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Nathalie zet haar broertje op de mat.<br />

- Ze br<strong>en</strong>gt hem naar de tapijt <strong>en</strong> zet hem op de cola. (als reeds vermeld is dat er cola op het<br />

tapijt gevall<strong>en</strong> is)<br />

- Ze zet hem op de vlek cola. (als reeds vermeld is dat er op de mat e<strong>en</strong> vlek cola is)<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- Haar broertje zit op de mat. (zonder aanwijzing dat Nathalie hem daarop gezet heeft/heeft<br />

do<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.)<br />

item 9: relatie: broertje op de mat – broertje heeft zogezegd vlek gemaakt<br />

In het verhaaltje van de leerling moet het duidelijk word<strong>en</strong> gemaakt dat Nathalie de schuld<br />

<strong>voor</strong> de vlek op haar broertje wil schuiv<strong>en</strong>. Dit kan heel expliciet gebeur<strong>en</strong> (Nathalie zet haar<br />

broertje op de mat, zodat haar ouders gaan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hij de vlek heeft gemaakt.) of eerder<br />

impliciet gelat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Heb je nu weer geplast, vraagt mama aan het broertje.), maar niet zo<br />

impliciet dat het nog moeilijk af te leid<strong>en</strong> valt (Ziezo, probleem opgelost! zonder meer).<br />

Op dit item kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescoord als ook op item 4 ‘oorzaak: Nathalie valt/blikje<br />

drank valt – gevolg: vlek op de mat’ werd gescoord. Immers, als niet duidelijk is in het verhaal<br />

dat Nathalie e<strong>en</strong> vlek op de mat heeft gemaakt, doet dit elem<strong>en</strong>t niet meer ter zake in het<br />

verhaal. De clou kan niet meer duidelijk word<strong>en</strong> gemaakt.<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Dan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ze dat broertje het heeft gedaan.<br />

- Nathalie zet Tim op de mat. Nu zull<strong>en</strong> haar ouders d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hij pipi heeft gedaan.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

item 10: is het verhaal één tekstgeheel?<br />

item 11: zinn<strong>en</strong><br />

Is het schrijfproduct van de leerling echt e<strong>en</strong> verhaal = e<strong>en</strong> geheel van zinn<strong>en</strong> die op elkaar<br />

volg<strong>en</strong>?<br />

Of is het slechts e<strong>en</strong> opsomming met streepjes, losse stukjes tekst per pr<strong>en</strong>tje?<br />

Deze laatste k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> niet automatisch e<strong>en</strong> 0-score. Ook in geval van streepjes<br />

of tuss<strong>en</strong>gelat<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nog duidelijke talige verband<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gelegd.<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- Tekstballonnetjes-tekst (= geschrev<strong>en</strong> spreektaal), bij<strong>voor</strong>beeld: Waah, ik val. Wat nu? Ev<strong>en</strong><br />

broertje hal<strong>en</strong>. Ziezo probleem opgelost.<br />

In het geval van e<strong>en</strong> tekst in de vorm van tekstballonn<strong>en</strong> kan de leerling wel scor<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />

inhoudelijke gegev<strong>en</strong>s (item 1 t.e.m. 9) als die in het verhaal duidelijk zijn, maar dit zal<br />

omwille van de tekstballonnetjes-vorm meestal niet het geval zijn (zie het bov<strong>en</strong>staande<br />

<strong>voor</strong>beeld).<br />

E<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><strong>voor</strong>beeld is het volg<strong>en</strong>de: Oh nee, ik b<strong>en</strong> op de mat gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> de cola uit mijn<br />

blikje heeft e<strong>en</strong> vlek op de mat gemaakt. Wacht, ik heb e<strong>en</strong> idee. Kom broertje Tim, ik zet je<br />

op mat. Nu gaan mama <strong>en</strong> papa d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hij op de mat geplast heeft. De leerling scoort<br />

hier 1 op item 1, 2, 3, 4, 8 <strong>en</strong> 9, maar 0 op 10, want het is ge<strong>en</strong> lees-verhaaltje, maar de<br />

tekst bij e<strong>en</strong> stripverhaal (tekstballonnetjes).<br />

- Dialog<strong>en</strong> zonder beschrijving<strong>en</strong> ertuss<strong>en</strong>.<br />

- Wanneer de leerling nog e<strong>en</strong> vervolg aan het verhaal heeft geschrev<strong>en</strong> dat niet klopt of dat<br />

e<strong>en</strong> herhaling is van het eig<strong>en</strong>lijke verhaal.<br />

Schrijft de leerling in <strong>vlot</strong>te, goedgebouwde <strong>en</strong> gevarieerde zinn<strong>en</strong>?<br />

Wanneer de leerling bezittelijke <strong>voor</strong>naamwoord<strong>en</strong> fout gebruikt, wordt dit niet foutgerek<strong>en</strong>d,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld: Ze zette zijn broertje op de mat.<br />

Wanneer echter verwarring mogelijk is, <strong>en</strong> de inhoud daardoor niet meer duidelijk is, scoort de<br />

leerling <strong>voor</strong> het item in kwestie 0 (item 1 t.e.m. 9 – de inhoudelijke items), bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

Nathalie ging naar haar broertje. Dan ging hij hem op de mat zett<strong>en</strong>. = 0 <strong>voor</strong> item 8 (het is<br />

niet duidelijk dat Nathalie haar broertje op de mat zet.)<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- Het geheel bevat meer dan één verkeerd gevormde zin. Dit betek<strong>en</strong>t hier concreet:<br />

‘onderwerp <strong>en</strong> persoonsvorm niet gecongrueerd.’ Bij<strong>voor</strong>beeld: Zij val op de tapijt.<br />

- Meerdere zinn<strong>en</strong> (niet noodzakelijk de hele tekst) lop<strong>en</strong> in elkaar over, niet van elkaar<br />

gescheid<strong>en</strong> door leestek<strong>en</strong>s.<br />

- De leerling vergeet in meer dan één zin ess<strong>en</strong>tiële on<strong>derde</strong>l<strong>en</strong>. Meerdere zinn<strong>en</strong> zijn<br />

onvolledig.<br />

item 12: woord<strong>en</strong>schat<br />

De leerling gebruikt e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de rijke/gevarieerde woord<strong>en</strong>schat. Dit blijkt <strong>voor</strong>al uit<br />

bepaling<strong>en</strong>, beschrijving<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdrukking<strong>en</strong> die extra informatie gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verhaal<br />

aang<strong>en</strong>aam om lez<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Als we hiervan minst<strong>en</strong>s twee <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>, scoort de leerling 1.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Let op: Alle soort<strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong>, van heel e<strong>en</strong>voudige als de mooie <strong>en</strong> dure tapijt tot bijna<br />

literaire als Nathalie, het meisje vol grapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> deug<strong>en</strong>ieterij<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier op één lijn<br />

gesteld. Er wordt ge<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> deze verschill<strong>en</strong>de niveaus.<br />

Bij dit item wordt niet beoordeeld of de leerling bepaalde elem<strong>en</strong>taire woord<strong>en</strong> niet of<br />

fout gebruikt!<br />

<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong>:<br />

- Schattig broertje<br />

- Nathalie loopt weer te drom<strong>en</strong> van wereldreiz<strong>en</strong>.<br />

- ‘Nathalie bedacht to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pi<strong>en</strong>tere oplossing.<br />

- Stomverbaasd zat het broertje op de mat.<br />

item 13: perspectief<br />

Schrijft de leerling consequ<strong>en</strong>t vanuit hetzelfde, juiste perspectief? Belangrijk is dus in de eerste<br />

plaats dat de leerling <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaald perspectief kiest <strong>en</strong> dat doorhe<strong>en</strong> het hele verhaal<br />

aanhoudt.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet het e<strong>en</strong> juist perspectief zijn. Wat is juist?<br />

- <strong>derde</strong> persoon <strong>en</strong>kelvoud<br />

- eerste persoon <strong>en</strong>kelvoud: als de leerling zich met Nathalie id<strong>en</strong>tificeert; in dat geval kan hij<br />

dialog<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of beschouw<strong>en</strong>d schrijv<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld: ‘Oei, ik val’, riep Nathalie. ‘Wat nu<br />

gedaan? Ik heb e<strong>en</strong> idee.’ Ze ging naar haar broertje dat aan het spel<strong>en</strong> was. ‘Kom e<strong>en</strong>s hier<br />

broertje.’ Ze pakte het broertje op <strong>en</strong> gaf hem e<strong>en</strong> kusje. Beschrijving <strong>en</strong> dialoog zijn hier op<br />

de juiste manier afgewisseld.<br />

Als op alle items 0 werd gescoord, dan wordt dit item ook automatisch 0 gescoord. Dit item is<br />

dan immers niet meer relevant.<br />

niet goed = 0 scor<strong>en</strong>:<br />

- Nu mag je met mij meekom<strong>en</strong>. Waarom zet zus mij hier? Hier wordt gewisseld van persoon,<br />

zonder dat dit wordt ‘aangekondigd’.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

11


3<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

12<br />

Normtabel bij de schrijftoets<br />

‘De slimme oplossing van Nathalie’<br />

NATHALIE • schrijv<strong>en</strong> <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde <strong>derde</strong> trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

11 - 13 8 - 10 4 - 7 1 - 3 0<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

13<br />

12<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

de<br />

mat<br />

1<br />

totaal<br />

op 13<br />

11<br />

zinn<strong>en</strong><br />

perspectief<br />

woord<strong>en</strong>schat<br />

10<br />

tekstgeheel<br />

broertje<br />

vlek<br />

broertje<br />

op de mat<br />

Nathalie<br />

lief<br />

Nathalie<br />

broertje<br />

broertje<br />

speelt<br />

vlek op<br />

mat<br />

drank<br />

valt<br />

Nathalie<br />

valt<br />

leerling<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

3 3<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Hieronder zie je de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het boek over Nathalie. Er zijn zes tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Die<br />

vertell<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal. Bekijk alle tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> eerst heel goed.<br />

Schrijf dan het verhaal over wat je op de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ziet.<br />

Het stripverhaal moet e<strong>en</strong> gewoon leesverhaal zonder tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Je mag dus ge<strong>en</strong> tekstballonnetjes mak<strong>en</strong>.<br />

schrijv<strong>en</strong><br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


EDIT


ZIEK, PIJN, IETS GEBROKEN?<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst over kinder<strong>en</strong> in het ziek<strong>en</strong>huis <strong>en</strong> schrapp<strong>en</strong><br />

de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong> in de tekst.<br />

verwerkingsniveau structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal - individueel<br />

De taak wordt klassikaal geïntroduceerd <strong>en</strong> uitgelegd. Enkele oef<strong>en</strong>items<br />

word<strong>en</strong> behandeld. Daarna lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel de tekst <strong>en</strong><br />

schrapp<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>.<br />

scoring Deze toets bevat 35 scoorbare items (= woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

schrapp<strong>en</strong>). Er wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong><br />

onterecht geschrapt hebb<strong>en</strong>.<br />

materiaal <strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> toetsblad (bijlage A)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

edit<br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

edit<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd met de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kort gesprek als introductie op de toets.<br />

Sari is verpleegster in e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis. Wet<strong>en</strong> jullie wat e<strong>en</strong> verpleegster<br />

in het ziek<strong>en</strong>huis doet? (Laat de leerling<strong>en</strong> aan het woord.)<br />

Maar Sari doet ook nog iets anders. Ze gaat in schol<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over<br />

haar werk in het ziek<strong>en</strong>huis. Is er bij ons op school al wel e<strong>en</strong>s iemand<br />

iets kom<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over zijn werk? Bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> schrijver? Of e<strong>en</strong><br />

tandarts? Of zijn we wel e<strong>en</strong>s met de klas al naar de tandarts/bakker/...<br />

geweest? (Verwijs naar de ervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Br<strong>en</strong>g deze terug in herinnering.)<br />

Zoiets doet Sari dus ook. Ze doet haar werk <strong>en</strong> ze leert kinder<strong>en</strong> erover.<br />

Waarover zou e<strong>en</strong> verpleegster allemaal kunn<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>?<br />

Laat de leerling<strong>en</strong> verder brainstorm<strong>en</strong>. Zorg dat de volg<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> aangestipt <strong>en</strong> verduidelijkt<br />

word<strong>en</strong>: g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>/g<strong>en</strong>eesmiddel - operer<strong>en</strong>/prikje (ongetwijfeld zijn er leerling<strong>en</strong> in de klas die daar<br />

ervaring mee hebb<strong>en</strong>) - huisarts (de dokter waar je normaal eerst naartoe gaat als je gewoon ziek b<strong>en</strong>t)<br />

- kinderarts (de dokter waar de huisarts je naartoe stuurt of waar je zelf naartoe gaat als je iets vreemds<br />

of ergs aan de hand hebt).<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Nu heeft Sari e<strong>en</strong> probleem. Vandaag zou ze naar jullie klas kom<strong>en</strong>. Maar ze is zelf ziek geword<strong>en</strong>, zo<br />

ziek dat ze onmogelijk kan kom<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> over haar werk. Daarom krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst van<br />

Sari waarin ze vanalles over haar werk geschrev<strong>en</strong> heeft.<br />

Deel de tekst (bijlage A) uit <strong>en</strong> vraag aan de leerling<strong>en</strong> hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) bov<strong>en</strong>aan in<br />

te vull<strong>en</strong>. Vraag h<strong>en</strong> dan te lez<strong>en</strong> tot aan het zwarte bolletje. Zeg dat ze heel aandachtig moet<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong><br />

er rek<strong>en</strong>ing mee moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> dat Sari ziek was to<strong>en</strong> ze de tekst schreef.<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

Als je ziek b<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>ees je meestal kind thuis in je eig<strong>en</strong> bed. Maar er zijn ook kinder<strong>en</strong> die tand<strong>en</strong> thuis<br />

niet kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>. Die dat moet<strong>en</strong> naar het ziek<strong>en</strong>huis. •<br />

Bespreek de ervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Wellicht zull<strong>en</strong> ze zelf signaler<strong>en</strong> dat er iets mis is met de zinn<strong>en</strong>.<br />

Wat?<br />

Als de leerling<strong>en</strong> het niet zelf zi<strong>en</strong>, wijs h<strong>en</strong> er dan op dat er woord<strong>en</strong> in dit stukje tekst staan die er niet<br />

in pass<strong>en</strong>. Vertel h<strong>en</strong> echter nog niet welke woord<strong>en</strong> dat precies zijn. Zeg dat het komt doordat Sari ziek<br />

was to<strong>en</strong> ze de tekst schreef.<br />

Vraag h<strong>en</strong> het stukje tekst opnieuw te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> kruis te zett<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>adruk dat de zinn<strong>en</strong> niet juist zijn als die woord<strong>en</strong> er blijv<strong>en</strong> instaan. Zo vermijd je dat de leerling<strong>en</strong><br />

alle woord<strong>en</strong> gaan aanduid<strong>en</strong> die in principe zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>.<br />

Zeg dat ze ge<strong>en</strong> twee woord<strong>en</strong> die vlak achter elkaar staan, mog<strong>en</strong> doorkruis<strong>en</strong>.<br />

Zeg dat ze, als ze klaar zijn, de zinn<strong>en</strong> dan nog e<strong>en</strong>s stilletjes moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zonder de woord<strong>en</strong> met het<br />

kruis. Klopp<strong>en</strong> de zinn<strong>en</strong> nu?<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de tijd om de opdracht uit te voer<strong>en</strong>.<br />

Kom met de leerling<strong>en</strong> tot de conclusie dat de woord<strong>en</strong> ‘kind’ in zin 1, ‘tand<strong>en</strong>’ in zin 2 <strong>en</strong> ‘dat’ in zin 3<br />

niet pass<strong>en</strong> in het stukje <strong>en</strong> dat deze woord<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goede, begrijpelijke<br />

zinn<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Lees het resultaat hardop <strong>voor</strong>. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> immers deze eerste zinnetjes<br />

goed begrijp<strong>en</strong>, want ze vorm<strong>en</strong> de inleiding op de tekst die ze nu zelf gaan lez<strong>en</strong>.<br />

De rest van de tekst gaan jullie nu helemaal zelf lez<strong>en</strong>. Over de woord<strong>en</strong><br />

die niet pass<strong>en</strong> in de tekst, zet je dus e<strong>en</strong> kruis. Net zoals we nu hebb<strong>en</strong><br />

gedaan. En nooit twee woord<strong>en</strong> vlak achter elkaar. Als je de tekst dan<br />

leest zonder de woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kruis, heb je e<strong>en</strong> goede tekst over het<br />

ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Begrijpt iedere<strong>en</strong> wat hij moet do<strong>en</strong>?<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> de toetsinstructie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> nodig leg je de procedure nog e<strong>en</strong>s<br />

uit. Geef ge<strong>en</strong> verdere instructies zoals “Lees eerst de tekst/zin e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je woord<strong>en</strong><br />

doorstreept.” Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste strategie <strong>voor</strong> het uitvoer<strong>en</strong> van deze opdracht<br />

maakt daar deel van uit.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

edit<br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

3


1<br />

edit<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

De leerling<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Spoor leerling<strong>en</strong> die ontmoedigd rak<strong>en</strong> aan, maar help h<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele wijze. Zeg dat ze rustig moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij wat er staat.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> daar naar vrag<strong>en</strong>, mag je zegg<strong>en</strong> dat er meer dan één overbodig woord per zin kan<br />

zijn, maar nooit twee vlak achter elkaar. Het kan ook zijn dat er in e<strong>en</strong> zin ge<strong>en</strong> woord moet word<strong>en</strong><br />

weggelat<strong>en</strong>.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> e<strong>en</strong> regelmatigheid te hebb<strong>en</strong> ontdekt in de hoeveelheid of plaats van de overbodige<br />

woord<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>g h<strong>en</strong> dan vlug op andere gedacht<strong>en</strong>, want die regelmaat is er niet!<br />

Verklap in ge<strong>en</strong> geval aan de leerling<strong>en</strong> het totale aantal woord<strong>en</strong> dat moet geschrapt word<strong>en</strong> in<br />

de tekst.<br />

Kijk maar naar Jan. Hij andere (1) is met de fiets teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> auto gered<strong>en</strong>. Hij heeft je (2) zijn be<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong>.<br />

Of Nele, die b<strong>en</strong>t (3) heeft e<strong>en</strong> vreemde ziekte. Haar lichaam staat vol daarna (4) vlekjes. De huisarts<br />

weet niet wat het de (5) is. Daarom stuurt hij zit (6) Nele naar de dokter in het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Of Sofie, we (7) die heeft al al (8) dag<strong>en</strong> erge pijn in haar buik. Wil ze g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>, dan zal de dokter haar<br />

moet<strong>en</strong> je (9) operer<strong>en</strong>.<br />

Jan, Nele <strong>en</strong> Sofie word<strong>en</strong> maar beter de (10) als ze naar het ziek<strong>en</strong>huis gaan. Dat bij (11) is e<strong>en</strong> groot<br />

gebouw met lange gang<strong>en</strong>, trapp<strong>en</strong> het (12) <strong>en</strong> lift<strong>en</strong>. Wie er nieuwe (13) langer dan e<strong>en</strong> dag moet blijv<strong>en</strong>,<br />

krijgt e<strong>en</strong> kamer. Er zijn kamers met één bed, maar er zijn er ook je (14) met twee of meer bedd<strong>en</strong>.<br />

De hele grote kamers noem<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> zaal.<br />

In e<strong>en</strong> grote keuk<strong>en</strong> wordt gebit (15) het et<strong>en</strong> gemaakt <strong>voor</strong> lev<strong>en</strong> (16) alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in het ziek<strong>en</strong>huis<br />

zijn.<br />

Heel veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> er sam<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat poets<strong>en</strong> (17) de kinder<strong>en</strong> snel weer beter word<strong>en</strong>.<br />

De dokter g<strong>en</strong>eest ze.<br />

De verpleegster verzorgt ze.<br />

De kok naar (18) maakt het et<strong>en</strong>.<br />

Iemand maakt de kamers schoon.<br />

En iemand anders wijst de bezoekers et<strong>en</strong> (19) de weg.<br />

Jan komt met de dan (20) ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> aan. Hij was aan het fiets<strong>en</strong>. Moet (21) ev<strong>en</strong> later lag hij met<br />

e<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong> be<strong>en</strong> je (22) op straat. Hij moest mete<strong>en</strong> naar het gaan (23) ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Hij heeft veel pijn <strong>en</strong> tand<strong>en</strong>borstel (24) we<strong>en</strong>t.<br />

Jan krijgt e<strong>en</strong> verband rond elke (25) zijn be<strong>en</strong>. Hij moet veel rust<strong>en</strong>. Hij is blij niet (26) dat zijn mama<br />

bij hem blijft.<br />

Nele gaat naar de kinderarts. Die zal kijk<strong>en</strong> vanwaar die iemand (27) vreemde vlekjes kom<strong>en</strong>. Eerst meet<br />

<strong>en</strong> weegt de verpleegster haar. Dan tand<strong>en</strong> (28) kijkt de dokter naar de vlekk<strong>en</strong>. Wanneer hij daarmee<br />

klaar is tandarts (29) geeft hij Nele e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel.<br />

Sofie wordt geopereerd. Ze ligt op zij (30) e<strong>en</strong> smal, hoog bed. Bov<strong>en</strong> het bed hangt naam (31) e<strong>en</strong><br />

grote lamp. De dokters drag<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e jass<strong>en</strong> <strong>en</strong> stoel (32) kapjes.<br />

Sofie krijgt e<strong>en</strong> prikje zodat ze kan slap<strong>en</strong>. Zo zal ze niets voel<strong>en</strong>. Als ze straks wakker wordt,<br />

omlaag (33) is alles <strong>voor</strong>bij allerlei (34). Ze moet wel nog <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> luchtspuit (35) tot ze<br />

helemaal beter is.<br />

Naar:<br />

An Deba<strong>en</strong>e <strong>en</strong> Ingrid Godon<br />

Naar het ziek<strong>en</strong>huis<br />

Infodok, Leuv<strong>en</strong><br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong> (A)<br />

- gecorrigeerde versie van het toetsblad <strong>voor</strong> de toetsafnemer (B)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

edit<br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


1<br />

edit<br />

3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Scoringswijzer bij de schrijftoets ‘Ziek, pijn,<br />

iets gebrok<strong>en</strong>?’<br />

Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande lijst. Als de leerling<strong>en</strong> de onderstaande<br />

woord<strong>en</strong> effectief hebb<strong>en</strong> doorstreept, scor<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 1. Als dat niet zo is, e<strong>en</strong> 0.<br />

We kijk<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> naar deze woord<strong>en</strong>. Alle andere woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> al dan niet doorstreept hebb<strong>en</strong>,<br />

word<strong>en</strong> niet in rek<strong>en</strong>ing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het is handig om de te scor<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in bijlage C uit te snijd<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dat blad met gaatjes op het blad van de leerlijng<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong><br />

Andere aanduiding<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> kruis door het woord, word<strong>en</strong> ook goedgerek<strong>en</strong>d. T<strong>en</strong>minste, als het duidelijk<br />

blijft.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de scoretabel.<br />

In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong> de<br />

scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>.<br />

In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

1. andere<br />

2. je<br />

3. b<strong>en</strong>t<br />

4. daarna<br />

5. de<br />

6. zit<br />

7. we<br />

8. al<br />

9. je<br />

10. de<br />

11. bij<br />

12. het<br />

13. nieuwe<br />

14. je<br />

15. gebit<br />

16. lev<strong>en</strong><br />

17. poets<strong>en</strong><br />

18. naar<br />

19. et<strong>en</strong><br />

20. dan<br />

21. moet<br />

22. je<br />

23. gaan<br />

24. tand<strong>en</strong>borstel<br />

25. elke<br />

26. niet<br />

27. iemand<br />

28. tand<strong>en</strong><br />

29. tandarts<br />

30. zij<br />

31. naam<br />

32. stoel<br />

33. omlaag<br />

34. allerlei<br />

35. luchtspuit<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de edittoets ‘Ziek, pijn, iets gebrok<strong>en</strong>?’<br />

ZIEK, PIJN, IETS GEBROKEN • EDIT • 3de LEERJAAR • einde eerste trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

35 28 - 34 20 - 27 12 - 19 min 12<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

7<br />

edit<br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

edit<br />

leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 Totaal<br />

op 35<br />

3 1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

kopieerblad<br />

Als je ziek b<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>ees je meestal kind thuis in je eig<strong>en</strong> bed. Maar er zijn ook<br />

kinder<strong>en</strong> die tand<strong>en</strong> thuis niet kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>. Die dat moet<strong>en</strong> naar het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

•<br />

Kijk maar naar Jan. Hij andere is met de fiets teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> auto gered<strong>en</strong>. Hij heeft<br />

je zijn be<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong>.<br />

Of Nele, die b<strong>en</strong>t heeft e<strong>en</strong> vreemde ziekte. Haar lichaam staat vol daarna vlekjes.<br />

De huisarts weet niet wat het de is. Daarom stuurt hij zit Nele naar de dokter<br />

in het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Of Sofie, we die heeft al al dag<strong>en</strong> erge pijn in haar buik. Wil ze g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>, dan<br />

zal de dokter haar moet<strong>en</strong> je operer<strong>en</strong>.<br />

Jan, Nele <strong>en</strong> Sofie word<strong>en</strong> maar beter de als ze naar het ziek<strong>en</strong>huis gaan. Dat<br />

bij is e<strong>en</strong> groot gebouw met lange gang<strong>en</strong>, trapp<strong>en</strong> het <strong>en</strong> lift<strong>en</strong>. Wie er nieuwe<br />

langer dan e<strong>en</strong> dag moet blijv<strong>en</strong>, krijgt e<strong>en</strong> kamer. Er zijn kamers met één bed,<br />

maar er zijn er ook je met twee of meer bedd<strong>en</strong>. De hele grote kamers noem<strong>en</strong><br />

ze e<strong>en</strong> zaal.<br />

In e<strong>en</strong> grote keuk<strong>en</strong> wordt gebit het et<strong>en</strong> gemaakt <strong>voor</strong> lev<strong>en</strong> alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />

in het ziek<strong>en</strong>huis zijn.<br />

Heel veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> er sam<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat poets<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> snel weer<br />

beter word<strong>en</strong>.<br />

De dokter g<strong>en</strong>eest ze.<br />

De verpleegster verzorgt ze.<br />

De kok naar maakt het et<strong>en</strong>.<br />

Iemand maakt de kamers schoon.<br />

En iemand anders wijst de bezoekers et<strong>en</strong> de weg.<br />

Jan komt met de dan ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> aan. Hij was aan het fiets<strong>en</strong>. Moet ev<strong>en</strong><br />

later lag hij met e<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong> be<strong>en</strong> je op straat. Hij moest mete<strong>en</strong> naar het<br />

gaan ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Hij heeft veel pijn <strong>en</strong> tand<strong>en</strong>borstel we<strong>en</strong>t.<br />

Jan krijgt e<strong>en</strong> verband rond elke zijn be<strong>en</strong>. Hij moet veel rust<strong>en</strong>. Hij is blij niet<br />

dat zijn mama bij hem blijft.<br />

Nele gaat naar de kinderarts. Die zal kijk<strong>en</strong> vanwaar die iemand vreemde vlekjes<br />

kom<strong>en</strong>. Eerst meet <strong>en</strong> weegt de verpleegster haar. Dan tand<strong>en</strong> kijkt de<br />

dokter naar de vlekk<strong>en</strong>. Wanneer hij daarmee klaar is tandarts geeft hij Nele<br />

e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel.<br />

Sofie wordt geopereerd. Ze ligt op zij e<strong>en</strong> smal, hoog bed. Bov<strong>en</strong> het bed<br />

hangt naam e<strong>en</strong> grote lamp. De dokters drag<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e jass<strong>en</strong> <strong>en</strong> stoel kapjes.<br />

Sofie krijgt e<strong>en</strong> prikje zodat ze kan slap<strong>en</strong>. Zo zal ze niets voel<strong>en</strong>. Als ze straks<br />

wakker wordt, omlaag is alles <strong>voor</strong>bij allerlei. Ze moet wel nog <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong><br />

blijv<strong>en</strong> luchtspuit tot ze helemaal beter is.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

edit<br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


Bijlage B - gecorrigeerde versie van het toetsblad<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

Als je ziek b<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>ees je meestal kind thuis in je eig<strong>en</strong> bed. Maar er zijn ook<br />

kinder<strong>en</strong> die tand<strong>en</strong> thuis niet kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>. Die dat moet<strong>en</strong> naar het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

•<br />

Kijk maar naar Jan. Hij andere is met de fiets teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> auto gered<strong>en</strong>. Hij heeft<br />

je zijn be<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong>.<br />

Of Nele, die b<strong>en</strong>t heeft e<strong>en</strong> vreemde ziekte. Haar lichaam staat vol daarna vlekjes.<br />

De huisarts weet niet wat het de is. Daarom stuurt hij zit Nele naar de dokter<br />

in het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Of Sofie, we die heeft al al dag<strong>en</strong> erge pijn in haar buik. Wil ze g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>, dan<br />

zal de dokter haar moet<strong>en</strong> je operer<strong>en</strong>.<br />

Jan, Nele <strong>en</strong> Sofie word<strong>en</strong> maar beter de als ze naar het ziek<strong>en</strong>huis gaan. Dat<br />

bij is e<strong>en</strong> groot gebouw met lange gang<strong>en</strong>, trapp<strong>en</strong> het <strong>en</strong> lift<strong>en</strong>. Wie er nieuwe<br />

langer dan e<strong>en</strong> dag moet blijv<strong>en</strong>, krijgt e<strong>en</strong> kamer. Er zijn kamers met één bed,<br />

maar er zijn er ook je met twee of meer bedd<strong>en</strong>. De hele grote kamers noem<strong>en</strong><br />

ze e<strong>en</strong> zaal.<br />

In e<strong>en</strong> grote keuk<strong>en</strong> wordt gebit het et<strong>en</strong> gemaakt <strong>voor</strong> lev<strong>en</strong> alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />

in het ziek<strong>en</strong>huis zijn.<br />

Heel veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> er sam<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat poets<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> snel weer<br />

beter word<strong>en</strong>.<br />

De dokter g<strong>en</strong>eest ze.<br />

De verpleegster verzorgt ze.<br />

De kok naar maakt het et<strong>en</strong>.<br />

Iemand maakt de kamers schoon.<br />

En iemand anders wijst de bezoekers et<strong>en</strong> de weg.<br />

Jan komt met de dan ziek<strong>en</strong>wag<strong>en</strong> aan. Hij was aan het fiets<strong>en</strong>. Moet ev<strong>en</strong><br />

later lag hij met e<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong> be<strong>en</strong> je op straat. Hij moest mete<strong>en</strong> naar het<br />

gaan ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Hij heeft veel pijn <strong>en</strong> tand<strong>en</strong>borstel we<strong>en</strong>t.<br />

Jan krijgt e<strong>en</strong> verband rond elke zijn be<strong>en</strong>. Hij moet veel rust<strong>en</strong>. Hij is blij niet<br />

dat zijn mama bij hem blijft.<br />

Nele gaat naar de kinderarts. Die zal kijk<strong>en</strong> vanwaar die iemand vreemde vlekjes<br />

kom<strong>en</strong>. Eerst meet <strong>en</strong> weegt de verpleegster haar. Dan tand<strong>en</strong> kijkt de<br />

dokter naar de vlekk<strong>en</strong>. Wanneer hij daarmee klaar is tandarts geeft hij Nele<br />

e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel.<br />

Sofie wordt geopereerd. Ze ligt op zij e<strong>en</strong> smal, hoog bed. Bov<strong>en</strong> het bed<br />

hangt naam e<strong>en</strong> grote lamp. De dokters drag<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e jass<strong>en</strong> <strong>en</strong> stoel kapjes.<br />

Sofie krijgt e<strong>en</strong> prikje zodat ze kan slap<strong>en</strong>. Zo zal ze niets voel<strong>en</strong>. Als ze straks<br />

wakker wordt, omlaag is alles <strong>voor</strong>bij allerlei. Ze moet wel nog <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong><br />

blijv<strong>en</strong> luchtspuit tot ze helemaal beter is.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

edit<br />

3 1<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


PIRATEN!<br />

aard van de toets De leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst over pirat<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrapp<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> die<br />

niet pass<strong>en</strong> in de tekst.<br />

verwerkingsniveau structurer<strong>en</strong>d<br />

doelgroep leerling<strong>en</strong> van het <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

afname klassikaal-individueel<br />

De taak wordt klassikaal geïntroduceerd <strong>en</strong> uitgelegd. Enkele oef<strong>en</strong>items<br />

word<strong>en</strong> behandeld. Daarna lez<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> individueel de tekst <strong>en</strong><br />

schrapp<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>.<br />

scoring Deze toets bevat 38 scoorbare items (= woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

schrapp<strong>en</strong>). Er wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong><br />

onterecht geschrapt hebb<strong>en</strong>.<br />

materiaal de afbeelding<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> piraat (bijlage A) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doodskopvlag (bijlage B),<br />

<strong>voor</strong> elke leerling e<strong>en</strong> toetsblad (bijlage C)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

2<br />

Intro<br />

Houd met de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kort gesprek over pirat<strong>en</strong>.<br />

Hebb<strong>en</strong> jullie ooit gehoord over pirat<strong>en</strong> of zeerovers? Wat weet je over<br />

h<strong>en</strong>?<br />

Hoe ziet e<strong>en</strong> piraat er eig<strong>en</strong>lijk uit?<br />

Laat de leerling<strong>en</strong> kort vertell<strong>en</strong> wat ze zelf over pirat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hierbij aan carnaval<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> of aan e<strong>en</strong> (tek<strong>en</strong>)film die ze ooit zag<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld ‘Peter Pan’ (de bek<strong>en</strong>dste zeerover die<br />

hierin <strong>voor</strong>komt is Kapitein Haak).<br />

Laat de afbeelding<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> piraat (bijlage A) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doodskopvlag (bijlage B) zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> bespreek aan de<br />

hand daarvan <strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> piraat: ooglapje, papegaai op de schouder, vloek<strong>en</strong>, drink<strong>en</strong>,<br />

tatoeages, zwaard of pistool, hoofddoek, goud<strong>en</strong> oorring<strong>en</strong>, hout<strong>en</strong> be<strong>en</strong>, pirat<strong>en</strong>vlag met doodskop…<br />

Vertel de leerling<strong>en</strong> over je nieuwe bur<strong>en</strong> die iets met pirat<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> tijdje geled<strong>en</strong> kwam er e<strong>en</strong> nieuwe familie in onze straat won<strong>en</strong>.<br />

‘Niets ongewoons!’ zull<strong>en</strong> jullie misschi<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>. Voor ze er introkk<strong>en</strong>,<br />

ging<strong>en</strong> deze nieuwe bur<strong>en</strong> hun huis wat opknapp<strong>en</strong>, want dat was wel<br />

nodig. Bij het opruim<strong>en</strong> van de rommelige, stoffige zolder vond<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong><br />

tekst in e<strong>en</strong> oud sigar<strong>en</strong>kistje. In het sigar<strong>en</strong>kistje zat ook nog e<strong>en</strong> mooi<br />

juweel. Het zag er wel wat stoffig uit. To<strong>en</strong> ze de tekst laz<strong>en</strong>, merkt<strong>en</strong><br />

onze bur<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> heel oude tekst ging. Hij werd heel lang<br />

geled<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> verre over-over-overgrootvader van de<br />

vorige bewoners van het oude huis. Deze man was ooit e<strong>en</strong> piraat! Hij<br />

maakte hele lange reiz<strong>en</strong> met zijn schip <strong>en</strong> was soms lang onderweg.<br />

To<strong>en</strong> deze man het einde van zijn lev<strong>en</strong> voelde nader<strong>en</strong>, schreef hij e<strong>en</strong><br />

tekst over hoe pirat<strong>en</strong> echt leefd<strong>en</strong>. Er werd namelijk heel veel verteld<br />

over pirat<strong>en</strong>. En deze man vond het belangrijk dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de waarheid<br />

over pirat<strong>en</strong> k<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Het was deze tekst die onze bur<strong>en</strong> vond<strong>en</strong>. Will<strong>en</strong><br />

jullie hem ook e<strong>en</strong>s lez<strong>en</strong>?<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Toets<br />

Deel de tekst (bijlage C) uit <strong>en</strong> vraag de leerling<strong>en</strong> hun naam, <strong>voor</strong>naam (<strong>en</strong> nummer) bov<strong>en</strong>aan in te<br />

vull<strong>en</strong>. Vraag h<strong>en</strong> dan te lez<strong>en</strong> tot aan het zwarte bolletje. Zeg dat ze heel aandachtig moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

Wie heel was lang geled<strong>en</strong> met zijn schip over zee voer, <strong>en</strong> moest goed oplett<strong>en</strong>. Want de zee zat op vol<br />

met pirat<strong>en</strong>! Ze hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle schep<strong>en</strong>. Aan de mast van elk pirat<strong>en</strong>schip wapperde e<strong>en</strong> vlag met<br />

e<strong>en</strong> doodskop. ●<br />

Bespreek de ervaring<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Wellicht zull<strong>en</strong> ze zelf signaler<strong>en</strong> dat er iets mis is met de<br />

zinn<strong>en</strong>. Wat?<br />

Als de leerling<strong>en</strong> het niet zelf zi<strong>en</strong>, wijs h<strong>en</strong> er dan op dat er woord<strong>en</strong> in dit stukje tekst staan die er niet<br />

in pass<strong>en</strong>. Vertel h<strong>en</strong> echter nog niet welke woord<strong>en</strong> dat precies zijn. Zeg dat het komt omdat het om<br />

e<strong>en</strong> heel oude tekst gaat.<br />

Vraag h<strong>en</strong> het stukje tekst opnieuw te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de woord<strong>en</strong> die niet pass<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> kruis te zett<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>adruk dat de zinn<strong>en</strong> niet juist zijn als die woord<strong>en</strong> er blijv<strong>en</strong> instaan. Zo vermijd je dat de<br />

leerling<strong>en</strong> alle woord<strong>en</strong> gaan aanduid<strong>en</strong> die in principe zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>.<br />

Zeg dat ze ge<strong>en</strong> twee woord<strong>en</strong> die vlak achter elkaar staan, mog<strong>en</strong> doorkruis<strong>en</strong>.<br />

Zeg dat ze, als ze klaar zijn, de zinn<strong>en</strong> dan nog e<strong>en</strong>s stilletjes moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> zonder de woord<strong>en</strong> met het<br />

kruis. Klopp<strong>en</strong> de zinn<strong>en</strong> nu?<br />

Geef de leerling<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> de tijd om de opdracht uit te voer<strong>en</strong>.<br />

Kom met de leerling<strong>en</strong> tot de conclusie dat de woord<strong>en</strong> ‘was’, ‘<strong>en</strong>’, ‘op’ <strong>en</strong> ‘e<strong>en</strong>’ niet pass<strong>en</strong> in het stukje<br />

<strong>en</strong> dat deze woord<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om goede, begrijpelijke zinn<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Lees het<br />

resultaat hardop <strong>voor</strong>. De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> immers deze eerste zinn<strong>en</strong> goed begrijp<strong>en</strong>, want ze vorm<strong>en</strong><br />

de inleiding op de tekst die ze nu zelf gaan lez<strong>en</strong>.<br />

De rest van de tekst gaan jullie nu helemaal zelf lez<strong>en</strong>. Over de woord<strong>en</strong><br />

die niet pass<strong>en</strong> in de tekst, zet je dus e<strong>en</strong> kruis. Net zoals we nu hebb<strong>en</strong><br />

gedaan. Je zet nooit e<strong>en</strong> kruis over twee woord<strong>en</strong> vlak achter elkaar. Als<br />

je de tekst dan leest zonder de woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kruis, heb je e<strong>en</strong> goede<br />

tekst over pirat<strong>en</strong>.<br />

Begrijpt iedere<strong>en</strong> wat hij moet do<strong>en</strong>?<br />

Ga na of alle leerling<strong>en</strong> de toetsinstructie begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> nodig leg je de procedure nog e<strong>en</strong>s<br />

uit. Geef ge<strong>en</strong> verdere instructies zoals “Lees eerst de tekst/zin e<strong>en</strong> keer helemaal alvor<strong>en</strong>s je woord<strong>en</strong><br />

doorstreept.” Dit is e<strong>en</strong> toets <strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van de juiste strategie <strong>voor</strong> het uitvoer<strong>en</strong> van deze opdracht<br />

maakt daar deel van uit.<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

3<br />

edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

4<br />

De leerling<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Spoor leerling<strong>en</strong> die ontmoedigd rak<strong>en</strong> aan, maar help h<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele wijze. Zeg dat ze rustig moet<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij wat er staat.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> daar naar vrag<strong>en</strong>, mag je zegg<strong>en</strong> dat er meer dan één overbodig woord per zin kan<br />

zijn, maar nooit twee vlak achter elkaar. Het kan ook zijn dat er in e<strong>en</strong> zin ge<strong>en</strong> woord moet word<strong>en</strong><br />

weggelat<strong>en</strong>.<br />

Als de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> e<strong>en</strong> regelmatigheid te hebb<strong>en</strong> ontdekt in de hoeveelheid of plaats van de<br />

overbodige woord<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>g h<strong>en</strong> dan vlug op andere gedacht<strong>en</strong>, want die regelmaat is er niet!<br />

Verklap in ge<strong>en</strong> geval aan de leerling<strong>en</strong> het totale aantal woord<strong>en</strong> dat moet geschrapt word<strong>en</strong> in de<br />

tekst.<br />

Pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> altijd op werd (1) zoek naar schep<strong>en</strong> die ze kond<strong>en</strong> berov<strong>en</strong>. Ze het (2) war<strong>en</strong> daar heel<br />

goed in. Midd<strong>en</strong> in vanavond (3) de nacht, of bij mist, opet<strong>en</strong> (4) ging<strong>en</strong> ze achter e<strong>en</strong> ander schip aan.<br />

Als ze de (5) naast het andere schip war<strong>en</strong> viel<strong>en</strong> ze trekk<strong>en</strong> (6) aan. Zo e<strong>en</strong> aanval ging heel snel. De<br />

vastzitt<strong>en</strong> (7) pirat<strong>en</strong> sprong<strong>en</strong> op het schip <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> alles mee wat ze kond<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>: voedsel <strong>en</strong><br />

grond (8) wap<strong>en</strong>s. De pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>voor</strong> niets of niemand bang. Ze haar (9) kond<strong>en</strong> erg goed vecht<strong>en</strong>.<br />

Soms doodd<strong>en</strong> ze de mann<strong>en</strong> van ze (10) het andere schip.<br />

Wanneer ze terug op hun eig<strong>en</strong> schip war<strong>en</strong>, voer<strong>en</strong> kind (11) de pirat<strong>en</strong> snel weg. Daarna verdeeld<strong>en</strong><br />

ze de buit eerlijk. Iedere<strong>en</strong> knol (12) kreeg ev<strong>en</strong>veel. Bijna iedere<strong>en</strong>, want de het (13) kapitein kreeg<br />

natuurlijk het <strong>en</strong> (14) meest!<br />

Als ze net e<strong>en</strong> schip het (15) hadd<strong>en</strong> beroofd, was het feest. Maar op andere dag<strong>en</strong> was aan (16) het<br />

lev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip niet gemakkelijk. Het et<strong>en</strong> was heel bleef (17) slecht. De pirat<strong>en</strong> at<strong>en</strong> meestal<br />

scheepsbeschuit. Dat was e<strong>en</strong> soort harde koek, gemaakt help (18) van water <strong>en</strong> bloem. De beschuit<br />

kon heel lang bewaard word<strong>en</strong>. De trok (19) pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers lang onderweg. Maar na e<strong>en</strong> tijdje<br />

zat <strong>en</strong> (20) de beschuit vol met worm<strong>en</strong>. Daarom at<strong>en</strong> die (21) de pirat<strong>en</strong> het liefst in het moeder (22)<br />

donker!<br />

Ze dronk<strong>en</strong> er bier of wijn de (23) bij. Het liefst heel veel.<br />

Pirat<strong>en</strong> de (24) war<strong>en</strong> echte diev<strong>en</strong>. Ze stal<strong>en</strong> veel van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de (25). Maar e<strong>en</strong> piraat die iets<br />

stal van e<strong>en</strong> andere piraat, werd str<strong>en</strong>g gestraft. Hij werd achtergelat<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> onbewoond zijn (26)<br />

eiland. Dat was de ergste straf <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> piraat.<br />

Pirat<strong>en</strong> trok (27) war<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>. Vrouw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip. Vrouw<strong>en</strong> die grond (28)<br />

piraat wild<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> zich dan ook in e<strong>en</strong> aanfladder<strong>en</strong> (29) man verkled<strong>en</strong>. Ze moest<strong>en</strong> ook<br />

vloek<strong>en</strong> hond (30), vecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> drink<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kip (31) man.<br />

Na aan (32) e<strong>en</strong> lange reis op zee kwam<strong>en</strong> trok (33) de pirat<strong>en</strong> weer kind (34) aan land het (35). Dan<br />

moest<strong>en</strong> ze soms e<strong>en</strong> moeder (36) deel van hun buit aan de achterover (37) koning gev<strong>en</strong>. Pirat<strong>en</strong><br />

blev<strong>en</strong> nooit lang aan daar (38) land, want... er moest<strong>en</strong> weer nieuwe schep<strong>en</strong> overvall<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Bijlag<strong>en</strong><br />

- richtlijn<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het scor<strong>en</strong> van de toets<br />

- normtabel <strong>voor</strong> het interpreter<strong>en</strong> van de scores<br />

- scoretabel<br />

- afbeelding van e<strong>en</strong> zeerover (A)<br />

- afbeelding van e<strong>en</strong> doodskopvlag (B)<br />

- toetsblad <strong>voor</strong> de leerling<strong>en</strong> (C)<br />

- gecorrigeerde versie van het toetsblad <strong>voor</strong> de toetsafnemer (D)<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

5<br />

edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

6<br />

Scoringswijzer bij de edittoets ‘Pirat<strong>en</strong>!’<br />

Overloop de toetsblad<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> met de onderstaande lijst. Als de leerling<strong>en</strong> de onderstaande<br />

woord<strong>en</strong> effectief hebb<strong>en</strong> doorstreept, scor<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 1. Als dat niet zo is, e<strong>en</strong> 0.<br />

Kijk alle<strong>en</strong> naar deze woord<strong>en</strong>. Alle andere woord<strong>en</strong> die de leerling<strong>en</strong> doorstreept hebb<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> niet<br />

in rek<strong>en</strong>ing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Andere aanduiding<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> kruis door het woord, word<strong>en</strong> ook goedgerek<strong>en</strong>d. T<strong>en</strong>minste, als het<br />

duidelijk blijft.<br />

De 0-<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1-<strong>en</strong> die op de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de items gescoord word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld in de<br />

scoretabel. In de meest linkse kolom komt het nummer (<strong>en</strong> de naam) van de leerling. Daarnaast kom<strong>en</strong><br />

de scores. Op de bov<strong>en</strong>ste rij staan de nummers van de items, zodat er ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong>. In de laatste kolom is er plaats <strong>voor</strong> de totaalscore.<br />

Tip<br />

Het is handig om te scor<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in bijlage D uit te snijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit sjabloon op het blad van de<br />

leerling<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>. Op die manier kan het scor<strong>en</strong> sneller verlop<strong>en</strong>.<br />

1 werd<br />

2 het<br />

3 vanavond<br />

4 opet<strong>en</strong><br />

5 de<br />

6 trekk<strong>en</strong><br />

7 vastzitt<strong>en</strong><br />

8 grond<br />

9 haar<br />

10 ze<br />

11 kind<br />

12 knol<br />

13 het<br />

14 <strong>en</strong><br />

15 het<br />

16 aan<br />

17 bleef<br />

18 help<br />

19 trok<br />

20 <strong>en</strong><br />

21 die<br />

22 moeder<br />

23 de<br />

24 de<br />

25 de<br />

26 zijn<br />

27 trok<br />

28 grond<br />

29 aanfladder<strong>en</strong><br />

30 hond<br />

31 kip<br />

32 aan<br />

33 trok<br />

34 kind<br />

35 het<br />

36 moeder<br />

37 achterover<br />

38 daar<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


Normtabel bij de edittoets ‘Pirat<strong>en</strong>!’<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

PIRATEN! • edit <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong> • einde <strong>derde</strong> trimester<br />

A = goed B = goede C = zwakke D = zwak E = zeer<br />

middelmaat middelmaat zwak<br />

37 - 38 29 - 36 22 - 28 14 - 21 min 14<br />

7<br />

edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong>


Scoretabel Klas: .................... Datum: ... / ... / ...<br />

edit<br />

leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 totaal<br />

op 38<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong>


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage A


© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage B


Naam: .................................................................................<br />

Klas: .................................. Nr: .....<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

Pirat<strong>en</strong>!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

kopieerblad<br />

Wie heel was lang geled<strong>en</strong> met zijn schip over zee voer, <strong>en</strong> moest goed<br />

oplett<strong>en</strong>. Want de zee zat op vol met pirat<strong>en</strong>! Ze hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle schep<strong>en</strong>.<br />

Aan de mast van elk pirat<strong>en</strong>schip wapperde e<strong>en</strong> vlag met e<strong>en</strong> doodskop. ●<br />

Pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> altijd op werd zoek naar schep<strong>en</strong> die ze kond<strong>en</strong> berov<strong>en</strong>. Ze het<br />

war<strong>en</strong> daar heel goed in. Midd<strong>en</strong> in vanavond de nacht, of bij mist, opet<strong>en</strong><br />

ging<strong>en</strong> ze achter e<strong>en</strong> ander schip aan. Als ze de naast het andere schip war<strong>en</strong><br />

viel<strong>en</strong> ze trekk<strong>en</strong> aan. Zo e<strong>en</strong> aanval ging heel snel. De vastzitt<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong><br />

sprong<strong>en</strong> op het schip <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> alles mee wat ze kond<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>: voedsel<br />

<strong>en</strong> grond wap<strong>en</strong>s. De pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>voor</strong> niets of niemand bang. Ze haar<br />

kond<strong>en</strong> erg goed vecht<strong>en</strong>. Soms doodd<strong>en</strong> ze de mann<strong>en</strong> van ze het andere<br />

schip.<br />

Wanneer ze terug op hun eig<strong>en</strong> schip war<strong>en</strong>, voer<strong>en</strong> kind de pirat<strong>en</strong> snel weg.<br />

Daarna verdeeld<strong>en</strong> ze de buit eerlijk. Iedere<strong>en</strong> knol kreeg ev<strong>en</strong>veel. Bijna<br />

iedere<strong>en</strong>, want de het kapitein kreeg natuurlijk het <strong>en</strong> meest!<br />

Als ze net e<strong>en</strong> schip het hadd<strong>en</strong> beroofd, was het feest. Maar op andere<br />

dag<strong>en</strong> was aan het lev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip niet gemakkelijk. Het et<strong>en</strong> was<br />

heel bleef slecht. De pirat<strong>en</strong> at<strong>en</strong> meestal scheepsbeschuit. Dat was e<strong>en</strong> soort<br />

harde koek, gemaakt help van water <strong>en</strong> bloem. De beschuit kon heel lang<br />

bewaard word<strong>en</strong>. De trok pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers lang onderweg. Maar na e<strong>en</strong><br />

tijdje zat <strong>en</strong> de beschuit vol met worm<strong>en</strong>. Daarom at<strong>en</strong> die de pirat<strong>en</strong> het liefst<br />

in het moeder donker!<br />

Ze dronk<strong>en</strong> er bier of wijn de bij. Het liefst heel veel.<br />

Pirat<strong>en</strong> de war<strong>en</strong> echte diev<strong>en</strong>. Ze stal<strong>en</strong> veel van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de. Maar<br />

e<strong>en</strong> piraat die iets stal van e<strong>en</strong> andere piraat, werd str<strong>en</strong>g gestraft. Hij werd<br />

achtergelat<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> onbewoond zijn eiland. Dat was de ergste straf <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

piraat.<br />

Pirat<strong>en</strong> trok war<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>. Vrouw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip.<br />

Vrouw<strong>en</strong> die grond piraat wild<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> zich dan ook in e<strong>en</strong><br />

aanfladder<strong>en</strong> man verkled<strong>en</strong>. Ze moest<strong>en</strong> ook vloek<strong>en</strong> hond, vecht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

drink<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kip man.<br />

Na aan e<strong>en</strong> lange reis op zee kwam<strong>en</strong> trok de pirat<strong>en</strong> weer kind aan land het.<br />

Dan moest<strong>en</strong> ze soms e<strong>en</strong> moeder deel van hun buit aan de achterover<br />

koning gev<strong>en</strong>. Pirat<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> nooit lang aan daar land, want... er moest<strong>en</strong><br />

weer nieuwe schep<strong>en</strong> overvall<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />

edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage C


Gecorrigeerde versie van het toetsblad<br />

Lees tot aan het zwarte bolletje. Let goed op.<br />

Pirat<strong>en</strong>!<br />

Wie heel was lang geled<strong>en</strong> met zijn schip over zee voer, <strong>en</strong> moest goed<br />

oplett<strong>en</strong>. Want de zee zat op vol met pirat<strong>en</strong>! Ze hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle schep<strong>en</strong>.<br />

Aan de mast van elk pirat<strong>en</strong>schip wapperde e<strong>en</strong> vlag met e<strong>en</strong> doodskop. ●<br />

Pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> altijd op werd zoek naar schep<strong>en</strong> die ze kond<strong>en</strong> berov<strong>en</strong>. Ze het<br />

war<strong>en</strong> daar heel goed in. Midd<strong>en</strong> in vanavond de nacht, of bij mist, opet<strong>en</strong><br />

ging<strong>en</strong> ze achter e<strong>en</strong> ander schip aan. Als ze de naast het andere schip war<strong>en</strong><br />

viel<strong>en</strong> ze trekk<strong>en</strong> aan. Zo e<strong>en</strong> aanval ging heel snel. De vastzitt<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong><br />

sprong<strong>en</strong> op het schip <strong>en</strong> nam<strong>en</strong> alles mee wat ze kond<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>: voedsel<br />

<strong>en</strong> grond wap<strong>en</strong>s. De pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>voor</strong> niets of niemand bang. Ze haar<br />

kond<strong>en</strong> erg goed vecht<strong>en</strong>. Soms doodd<strong>en</strong> ze de mann<strong>en</strong> van ze het andere<br />

schip.<br />

Wanneer ze terug op hun eig<strong>en</strong> schip war<strong>en</strong>, voer<strong>en</strong> kind de pirat<strong>en</strong> snel weg.<br />

Daarna verdeeld<strong>en</strong> ze de buit eerlijk. Iedere<strong>en</strong> knol kreeg ev<strong>en</strong>veel. Bijna<br />

iedere<strong>en</strong>, want de het kapitein kreeg natuurlijk het <strong>en</strong> meest!<br />

Als ze net e<strong>en</strong> schip het hadd<strong>en</strong> beroofd, was het feest. Maar op andere<br />

dag<strong>en</strong> was aan het lev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip niet gemakkelijk. Het et<strong>en</strong> was<br />

heel bleef slecht. De pirat<strong>en</strong> at<strong>en</strong> meestal scheepsbeschuit. Dat was e<strong>en</strong> soort<br />

harde koek, gemaakt help van water <strong>en</strong> bloem. De beschuit kon heel lang<br />

bewaard word<strong>en</strong>. De trok pirat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> immers lang onderweg. Maar na e<strong>en</strong><br />

tijdje zat <strong>en</strong> de beschuit vol met worm<strong>en</strong>. Daarom at<strong>en</strong> die de pirat<strong>en</strong> het liefst<br />

in het moeder donker!<br />

Ze dronk<strong>en</strong> er bier of wijn de bij. Het liefst heel veel.<br />

Pirat<strong>en</strong> de war<strong>en</strong> echte diev<strong>en</strong>. Ze stal<strong>en</strong> veel van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de. Maar<br />

e<strong>en</strong> piraat die iets stal van e<strong>en</strong> andere piraat, werd str<strong>en</strong>g gestraft. Hij werd<br />

achtergelat<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> onbewoond zijn eiland. Dat was de ergste straf <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

piraat.<br />

Pirat<strong>en</strong> trok war<strong>en</strong> mann<strong>en</strong>. Vrouw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> pirat<strong>en</strong>schip.<br />

Vrouw<strong>en</strong> die grond piraat wild<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> zich dan ook in e<strong>en</strong><br />

aanfladder<strong>en</strong> man verkled<strong>en</strong>. Ze moest<strong>en</strong> ook vloek<strong>en</strong> hond, vecht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

drink<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kip man.<br />

Na aan e<strong>en</strong> lange reis op zee kwam<strong>en</strong> trok de pirat<strong>en</strong> weer kind aan land het.<br />

Dan moest<strong>en</strong> ze soms e<strong>en</strong> moeder deel van hun buit aan de achterover<br />

koning gev<strong>en</strong>. Pirat<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> nooit lang aan daar land, want... er moest<strong>en</strong><br />

weer nieuwe schep<strong>en</strong> overvall<strong>en</strong> word<strong>en</strong>!<br />

© Wolters Plantyn • VLOT • <strong>derde</strong> <strong>leerjaar</strong><br />

edit<br />

3 3<br />

<strong>leerjaar</strong><br />

bijlage D

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!