You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
I<br />
de Amerikaan Burn<strong>et</strong>t Warden tot h<strong>et</strong><br />
bn van w<strong>et</strong>enschappelijke onderzoekingen<br />
pars door donker Afrika trok, slechts ver-<br />
geze| door 'n viertal inheemsche dragers, ont-<br />
WT" OP een ochtend h <strong>et</strong> spoor van een<br />
tijgen lie reeds verschillende slachtoffers onder<br />
de beyfoners van de streek had gevonden. War-<br />
den hlsloot jacht op h<strong>et</strong> dier te maken, maar<br />
h<strong>et</strong> I ƒ te hem ni<strong>et</strong>, h<strong>et</strong> te ontdekken. Intusschen<br />
was M<strong>et</strong> al ongeveer vijf uur geworden, en de<br />
dmstfrnis zou w»ldra invallen. Zijn dragers stel-<br />
den/hem daarom voor, in een kraal te over-<br />
nachten, die dicht in de buurt was, maar War-<br />
den voelde daar ni<strong>et</strong>s voor. Hij wist uit ervaring<br />
hoe h<strong>et</strong> daar kon ruiken, en bovendien had de<br />
bewuste tijger reeds eenige malen een inval in<br />
zoon mheemschen-nederz<strong>et</strong>ting gewaagd, en<br />
"Ifs uit een hut een oude vrouw weggesleept.<br />
Daarom besloot hij maar liever op de gewone<br />
wijze in tenten te kampeeren.<br />
De plaats die hij voor zijn nachtleger uit-<br />
zocht, was een pas kaal gehakte plek in de<br />
jungle. De boomen en pruiken waren wegge-<br />
kapt, en eenige stammen had^ men reeds ver-<br />
brand om er houtskool van te winnen. Er leek<br />
geen b<strong>et</strong>ere gelegenheid to vnden, in de buurt-<br />
de grond was schoon en vlok<br />
In de buurt liep een klem nvJerlie, eigenlijk<br />
slechts een soort greppel, gevuld m<strong>et</strong> wat<br />
water maar er stond in ieder geval meer in<br />
dan Warden en zijn mannen noodig hadden.<br />
Binnen ongeloofelijk korten tijd had zijn „hoofd-<br />
man h<strong>et</strong> wonder van de jungle gewrocht om<br />
een uitstekenden maaltijd van drie gangen ge-<br />
reed te maken boven een paar steenen en een<br />
vuurtje van eenige droge takken.<br />
Warden at zijn diner bij h<strong>et</strong> schemerige licht<br />
van de opkomende maan, terwijl de jungle don-<br />
ker en dreigend om hem oprees. Na een<br />
PUP gerookt te hebben, besloot hij, omdat hij<br />
moe was vroeg te gaan slapen, en hij beval<br />
zijn hoofdman - die nu, evenals de drie andere<br />
dragers, tamelijk zenuwachtig was gewordenl -<br />
om hem bij h<strong>et</strong> eerste morgenkrieken te wek-<br />
ken. Hun tent stond op ongeveer vier m<strong>et</strong>er af-<br />
stand van die van Warden, en in allebei bevond<br />
zich een stormlantaarn.<br />
w^dt* ^f^r. eeni9en tijd had 9«'^".<br />
werd hij plots.lmg m<strong>et</strong> een schok wakker omdat<br />
er .<strong>et</strong>s tegen een der touwen van zijn tent<br />
aanliep. De dunne paaltjes kraakten en zwaai-<br />
den heen en weer, en er ging als h<strong>et</strong> ware een<br />
nll.ng over h<strong>et</strong> linnen van de tent, alsof er<br />
OP LEVEN EN DOOD SÄV^ÄV^fÄ<br />
iemand m<strong>et</strong> een hand langs<br />
streek. Bij h<strong>et</strong> licht van de<br />
Hauw brandende lantaarn keek<br />
Warden op zijn horloge. Drie<br />
""r. .. veel te vroeg ioor zijn<br />
wekken TA u hoo ' dma " om hem reeds te<br />
wekken. Tóch was er i<strong>et</strong>s of iemand bezig bij<br />
den ingang van de tent. .<br />
. „Diljona. . . Ben jij daar?" riep Warden<br />
on« r j ,e r antwoord ' "" buiten was h<strong>et</strong><br />
opeens doodst.l geworden, en bewegen deed er<br />
van plan om h<strong>et</strong> overslag van de tent te openen<br />
ten emde te zien wie er was. Maar op h<strong>et</strong>zelf-<br />
dL ??? ^ '^ bl0ed ,e bevrie «". want<br />
door h<strong>et</strong> dunne linnen heen drong er een geur<br />
naar bmnen een scherpe, prikkelende geur, die<br />
ir., **"> van<br />
0J'A12 u.^ tOCh ni<strong>et</strong> Z00 0**»m was<br />
om dier In binnen te komen als in een van gras<br />
opg<strong>et</strong>rokken hut. In ieder geval hoorde Warden<br />
kTonT 9 !. OO0enb,ikken "'•* -"«er h<strong>et</strong> zachte<br />
klop-klop-klop van zijn pooten en even later<br />
bewees h<strong>et</strong> kra en van een paar takken, dat hij<br />
zich in de jungle terugtrok.<br />
Warden wachtte tien minuten, om er zeker<br />
van te zijn, dat de tijger verdwenen was. Toen<br />
opende h.J voorzichtig den overslag van de<br />
tent en keek naar buiten. Alles wat hij kon zien<br />
was de door h<strong>et</strong> maanlicht beschenen open plek<br />
en de dreigende jungle er omheen. Hij riep<br />
om zijn hoofdman en de drie andere inheem-<br />
schen maar h<strong>et</strong> eenige antwoord dat hij kreeg<br />
was de echo, die teruggekaatst werd door den<br />
duisteren muur van boomen. Hij riep luider en<br />
nog eens, maar h<strong>et</strong> donkere, dreigende woud<br />
ging voort m<strong>et</strong> zijn angst te spotten... Toen<br />
rees er een vreeselijke gedachte bij hem op<br />
Zou de tijger een bezoek aan de tent der in-<br />
heemschen hebben gebracht alvorens hij naar<br />
de zijne was gekomen?<br />
Snel trok hij zijn jas over zijn pyama aan en<br />
kroop naar buiten, zijn geweer en 'n electrische<br />
lantaarn meenemend. Angstig li<strong>et</strong> hij h<strong>et</strong> licht<br />
door de tent spelen... deze was geheel ver-<br />
laten, en er viel ook geen enkel teeken te be-<br />
kennen dat zij er geslapen hadden. Toen be-<br />
greep Warden, dat de vier mannen bang waren<br />
geweest, en naar de kraal waren gegaan om er<br />
te slapen, hem alleen in de jungle achterlatend..<br />
MIJ keerde terug naar zijn tent, en bond den<br />
overslag zoo stevig dicht als hij maar kon. Van<br />
slapen was natuurlijk geen sprake meer, daarom<br />
bleef hij opzitten, zijn geweer op zijn schoot,<br />
tot hu de fazanten hoorde roepen, terwijl zii<br />
van boom tot boom vlogen. . . Toen zag hij,<br />
L JI u" 1 J eeds 9rijS gekleurd was door h<strong>et</strong><br />
ochtendlicht Nooit nog had hij de opkomende '<br />
zon hartel.jker verwelkomd dan op dit oogenblik<br />
Êen uur later kwamen zijn hoofdman en twee<br />
der andere dragers opdagen. Ze zagen er nog-<br />
al schaapachtig uit, maar Warden had ni<strong>et</strong> den<br />
moed om hen over hun lafhartigheid te onder-<br />
houden. Hij voelde zich ziek, en wist dat hij<br />
een aanval van koorts onder zijn leden had.<br />
H.j kon ni<strong>et</strong> eens belangstelling toonen toen zij<br />
hem vertelden, dat de tijger een der dragers<br />
had opgeg<strong>et</strong>en, die op was blijven zitten uit<br />
angst dat h<strong>et</strong> dier -komen zou.. .<br />
Zoo gauw mogelijk li<strong>et</strong> Warden al zijn be-<br />
zittingen b.j elkaar pakken en haastte zich naar<br />
de eerste de beste groote nederz<strong>et</strong>ting, waar<br />
z-ch een dokter bevond. Daar kwam hij klapper-<br />
tandend van koorts aan, en werd direct in bed<br />
gestop , waarin hij een maand lang bleef lig-<br />
9en, gloeiend he<strong>et</strong> van de koorts en ijlend over<br />
een tijger, die om zijn tent sloop<br />
tafmf<br />
EEN COMPLEET VERHAAL<br />
Dek Hoevelaken bleef een oogenblik beslui-<br />
teloos voor de deur van zijn ooms kantoor<br />
staan. Toen vermande hij zich en draaide<br />
,den knop om.<br />
Mijnheer Jan Hoevelaken, een dikke, kale,<br />
blozende man, „makelaar in huizen", die ach-<br />
ter een groot bureau zat, keek verstoord op.<br />
Maar Dick wachtte ni<strong>et</strong> tot hij i<strong>et</strong>s zou zeggen.<br />
' „Ik mo<strong>et</strong> u i<strong>et</strong>s zeggen," begon hij. „Ik heb<br />
er genoeg vaftl Ik werk hier nu twee jaar<br />
tegen een salaris waarvoor een Jongste bedien-<br />
de bij een bèètje firma zich zou schamen. Dat<br />
mo<strong>et</strong> anders worden. Ik mo<strong>et</strong> verhooging heb-<br />
ben. Omdat ik uw neef ben, hoef ik toch ni<strong>et</strong><br />
zoa beroerd weinig te verdienenI Omdat ik uw<br />
neef ben, hoef ik toch ni<strong>et</strong>..."<br />
„Ga zitten!"<br />
Dick ging zitten.<br />
„Maar luister nu eens. . . ik. . ."<br />
„Houd je mondl"<br />
Dick hield zijn mond. — Zoo was hij.<br />
„Ziezoo," zei zijn oom. „En laat ik nu be-<br />
ginnen m<strong>et</strong> je te vertellen, dat ik hier de baas<br />
ben, en ni<strong>et</strong> j ij. Ziezoo. — En als je nu nog<br />
één keer h<strong>et</strong> hart hebt om hier zóó binnen te<br />
komen stuiven, dan ga je de laan uit. Begre-<br />
pen? — Ziezool En in de derde plaats krijg je<br />
géén opslag. — Ziezool"<br />
Dick staarde zijn oom somber aan. Deze<br />
staarde terug. Dick had zijn oom altijd als een<br />
autocraat gezien — als een man, wiens woord<br />
w<strong>et</strong> was. Sinds zijn jeugd was deze theorie<br />
hem ingefiltreerd. H<strong>et</strong> feit, dal zijn oom sinds<br />
zijn zestiende jaar, toen zijn vader en moeder<br />
door een auto-ongeluk tegelijk om h<strong>et</strong> leven<br />
waren gekomen, zijn voogd was geweest, was<br />
hieraan voor een groot deel schuld.<br />
H<strong>et</strong> was alleen doordat hij zichzelf dagen-<br />
lang moed had ingeprent, dat Dick eindelijk<br />
de stoute schoenen had durven aantrekken en<br />
om opslag vragen. Nu zijn moed door de ont-<br />
vangst, die zijn oom hem had bereid, was ver-<br />
dwenen, voelde hij zich als een ballon, waaruit<br />
h<strong>et</strong> gas is ontsnapt.<br />
„Ik b<strong>et</strong>aal je precies zooveel als ik denk, dat<br />
goed is," zei zijn oom. „En daar zul j ij tevre-<br />
den mee mo<strong>et</strong>en zijnl" Hij vouwde zijn handen<br />
over zijn fantasievest m<strong>et</strong> roode zijden spikkel-<br />
tjes. „Als ik dood ben, is de heele boel voor<br />
jou," vervolgde hij toen. „Verge<strong>et</strong> dat ni<strong>et</strong>l<br />
Tót dien tijd zul je je echter als bediende heb-<br />
ben te gedragen, en zul je hebben te doen wat<br />
ik wil. Verge<strong>et</strong> dat nooit meer. — Ik wil dat<br />
je vanavond bij me komt <strong>et</strong>en, ■ want ik heb i<strong>et</strong>s<br />
m<strong>et</strong> je te bespreken. — Ziezoo."<br />
„Maar. . ."<br />
„H<strong>et</strong> onderhoud is afgeloopenl"<br />
„Maar. . ."<br />
„Verdwijnl — Ziezool"<br />
Dick verdween. In zijn eigen kantoor geko-<br />
men, liep hij somber op zijn bureau toe, ging<br />
op de punt er van zitten en keek naar Liesb<strong>et</strong>h<br />
Swierstra, die juist binnen gekomen was en<br />
bezig was haar mantel uit te trekken. Ze was<br />
de typiste en deelde h<strong>et</strong> kantoor m<strong>et</strong> Dick.<br />
DOOR Fl D R<br />
Liesb<strong>et</strong>h was een aardig meisje om te zien,<br />
m<strong>et</strong> grappig krullende blonde haren, blauwe<br />
oogen en een frisschen rooden mond. Ze droeg<br />
er veel toe bij h<strong>et</strong> gezellig op h<strong>et</strong> kantoor te<br />
maken, en vaak wanneer Dick naar haar keek<br />
— h<strong>et</strong>geen hij nogal eens deed — moest hij bij<br />
zichzelf vaststellen, dat h<strong>et</strong> leven toch eigenlijk<br />
ni<strong>et</strong> zoo hèèl erg slecht was. Zijn genegenheid<br />
voor Liesb<strong>et</strong>h kwam echter ni<strong>et</strong> boven een soort<br />
broederlijk gevoel uit. H<strong>et</strong> was evenwel ni<strong>et</strong> al-<br />
tijd zoo geweest. Op een keer, die altijd als<br />
een historische gebeurtenis in zijn geheugen<br />
gegrift zou blijven, had hij haar eens, toen zij<br />
pas op kantoor was, een kus gegeven.<br />
Ze hadden zich samen over haar lessenaar<br />
gebogen om een brief te lezen, en h<strong>et</strong> feit, dat<br />
zij zoo dicht bij hem stond — heur haren raak-<br />
ten l<strong>et</strong>terlijk zijn wangen — was hem naar h<strong>et</strong><br />
hoofd gestegen als champagne. Dat was de<br />
eenige verklaring voor zijn gedrag. Toen had<br />
hij zijn arm om haar middel geslagen en haar<br />
een kus gegeven. . .<br />
Liesb<strong>et</strong>h had ni<strong>et</strong>s gezegd, maar was stille-<br />
tjes een eind opzij gegaan. Er was een blik in<br />
haar oogen gekomen, die maakte dat Dick zich<br />
verre van op zijn gemak voelde. Hij bezag haar<br />
nu eenvoudig als een collega, die begrip had<br />
voor zijn omstandigheden en m<strong>et</strong> hem te<br />
doen had.<br />
„Ik. . . ik heb h<strong>et</strong> gedaan," zei hij. „Ik heb<br />
om opslag gevraagd."<br />
„En wat zei hij?"<br />
„Hij zei; „Verdwijn. . ."."<br />
„En wat heb je gedaan?"<br />
„Wat kon ik anders doen dan verdwijnen?"<br />
Liesb<strong>et</strong>h slaakte een zucht. Even leek h<strong>et</strong>,<br />
naar de uitdrukking van haar gezicht te oordee-<br />
len, alsof zij zou zeggen dat hij een boek of<br />
een vloeirol naar h<strong>et</strong> hoofd van zijn oom had<br />
mo<strong>et</strong>en gooien, maar ze beheerschte zich. Ze<br />
zuchtte alleen maar. En toen ging zij weer aan<br />
haar werk.<br />
Toen Dick den volgenden ochtend op kan-<br />
toor verscheen, stond zijn gezicht nog steeds<br />
even somber. Hij hing zijn hoed op, ging aan<br />
zijn bureau zitten en begon m<strong>et</strong> zijn vingers te<br />
trommelen.<br />
Liesb<strong>et</strong>h, die reeds aan haar werk was, keek<br />
op en glimlachte opgewekt tegen hem. Maar dit<br />
had heelemaal geen invloed op Dick.<br />
„Wat vind je eigenlijk van me?" vroeg hij<br />
opeens.<br />
„Ik vind dat je best op tijd had kunnen ko-<br />
men; je bent tien minuten te laat," zei Liesb<strong>et</strong>h.<br />
Dick haalde zijn schouders op. „Probeer als-<br />
jeblieft ni<strong>et</strong> geestig te zijn," zei hij. „Daar ben<br />
ik ni<strong>et</strong> voor in de stemming. — Ik wil w<strong>et</strong>en,<br />
wat je van mij denkt, van mijn karakter en zoo.<br />
- Nou?" *<br />
„Och, je bent een goeie lobbes, zes en<br />
twintig jaar, en een neef van den baas.<br />
Maar dal schijnt je ni<strong>et</strong> veel voordeel op te<br />
leveren. Als je h<strong>et</strong> mij eerlijk vraagt, zit je on-<br />
der de plak van je ooml"<br />
„Je hebt gelijk. Ik dacht wel, dat je h<strong>et</strong> ge-<br />
foto Ufa<br />
merkt had. Ik ben een verachtelijk insect."<br />
„Een wat?"<br />
„Een verachtelijk insect. Gisteren is dit pas<br />
goed tot mij doorgedrongen."<br />
„Nou, jk mo<strong>et</strong> eerlijk zeggen, dat je open-<br />
hartig tegenover jezelf- bent," mompelde Lies-<br />
b<strong>et</strong>h glimlachend. „En dat is in ieder geval een<br />
goed ieeken. Maar verge<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>, dat zelfs in-<br />
secten zich op een gegeven oogenblik te weer<br />
kunnen stellen!"<br />
„Dat heb ik geprobeerd. Gisteren. Maar h<strong>et</strong><br />
is mislukt. Je zi<strong>et</strong>, dat ik zelfs nog erger ben<br />
dan zoo'n dier!"<br />
Liesb<strong>et</strong>h keek hem m<strong>et</strong> groote oogen aan.<br />
„Bedoel je, omdat je geen opslag hebt los-<br />
gekregen?"<br />
„Neen. — Omdat ik ga trouwen."<br />
Liesb<strong>et</strong>hs oogen werden nóg grooter.<br />
„Mijn oom zegt, dat ik mo<strong>et</strong>! Gisterenavond<br />
heb ik m<strong>et</strong> hem geg<strong>et</strong>en en toen zei hij h<strong>et</strong>.<br />
Ik mo<strong>et</strong> trouwen m<strong>et</strong> Bep van der Steen. Als<br />
ik h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> doe, onterft hij mij."<br />
Liesb<strong>et</strong>h zweeg om deze mededeeling te<br />
kunnen verwerken. H<strong>et</strong> leek diepen indruk op<br />
haar te maken, want er kwam een peinzende,<br />
bijna droeve blik in haar oogen.<br />
„Maar. . . maar dat is toch onzin," mompelde<br />
zij toen.<br />
„H<strong>et</strong> is geen onzin van mijn ooms standpunt<br />
bezien," zei Dick. „Haar vader is namelijk ook<br />
makelaar in huizen, en mijn oom wil nu, dat ik<br />
m<strong>et</strong> haar trouw, om de beide zaken samen te<br />
voegen."<br />
„Ken je h<strong>et</strong> meisje?"<br />
„Ni<strong>et</strong> erg goed. Ik heb haar een of twee<br />
keer gezien."<br />
„Is ze aardig?"<br />
„Och, dat gaat wel," zei Dick ni<strong>et</strong> erg en-<br />
thousiast. „Voor een meisje gaat h<strong>et</strong> wel."<br />
„Ga je werkelijk m<strong>et</strong> haar trouwen?"<br />
„Ik heb toegestemd. Mijn oom stond er op."<br />
„Zoo. . ."<br />
„Maar zelf heb ik er ni<strong>et</strong> veel zin in," bromde<br />
Dick. j.Dat heb ik ook gezegd, maar je we<strong>et</strong><br />
hoe mijn oom is. Ik wil heelemaal nog ni<strong>et</strong><br />
trouwen I"<br />
Liesb<strong>et</strong>h boog zich over haar schrijfmachine.<br />
„Houd je ni<strong>et</strong>. . ." Ze vond h<strong>et</strong> erg moeilijk<br />
om de juiste woorden te vinden, en haar stem<br />
klonk bijna fluisterend,— „houd je ni<strong>et</strong> van een<br />
ander meisje?"<br />
„Neen," zei Dick kort.<br />
„Och," zei Liesb<strong>et</strong>h, „in dat geval kun je nel<br />
zoo goed m<strong>et</strong> haar trouwen als m<strong>et</strong> een ander."<br />
„Daar gaat h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> om."<br />
„Waarom dèn?"