Financieel beleid voor KMO - Sbb
Financieel beleid voor KMO - Sbb
Financieel beleid voor KMO - Sbb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.5.2 Schuldgraad op lange termijn<br />
Een aantal schulden op korte termijn zijn vanuit financieel<br />
oogpunt zo goed als permanent. Om deze reden wordt ook de<br />
schuldgraad op lange termijn berekend:<br />
26<br />
Schuldgraad op lange termijn =<br />
vreemd vermogen op lange termijn<br />
eigen vermogen<br />
x 100<br />
Om na te gaan hoeveel schuldfinanciering aangewend werd per<br />
100 euro financiële middelen waarover op meer dan 1 jaar<br />
beschikt kan worden, kan volgende ratio berekend worden:<br />
Schuldfinanciering =<br />
vreemd vermogen op lange termijn<br />
permanent vermogen<br />
x 100<br />
BETEKENIS EN INTERPRETATIE<br />
Wanneer een onderneming groeit, zijn bijkomende<br />
investeringen in vlottende activa nodig. Deze bijkomende<br />
financiering kan doorgaans bekomen worden bij leveranciers.<br />
Het zijn <strong>voor</strong>al de schulden op lange termijn die het financieel<br />
risico van de onderneming bepalen. Hierop is er immers zowel<br />
een interest- als een aflossingsverplichting. Hoe hoger de<br />
interest en hoe korter de aflossingstermijn, hoe groter het<br />
financiële risico. De schulgraad houdt hier geen rekening mee<br />
en moet dus als een ruwe indicator beschouwd worden.<br />
2.5.3 De cashflow na belastingen<br />
De term ‘cashflow’ kan verschillende betekenissen hebben.<br />
Letterlijk vertaald betekent cashflow ‘geldstroom’ of het verschil<br />
tussen ontvangsten en uitgaven gedurende een bepaalde<br />
periode. In het kader van een financiële analyse heeft de<br />
cashflow een andere definitie gekregen. De cashflow is hier het<br />
resultaat na belastingen vermeerderd met de niet-kaskosten.<br />
Cashflow = resultaat na belastingen<br />
+ afschrijvingen<br />
+ waardeverminderingen<br />
+ <strong>voor</strong>zieningen<br />
BETEKENIS EN INTERPRETATIE<br />
De cashflow van een onderneming geeft niet het bedrag aan<br />
liquide middelen weer die de onderneming gedurende een<br />
bepaalde periode heeft gegenereerd. Wanneer een<br />
onderneming bij<strong>voor</strong>beeld goederen verkoopt op het einde van<br />
het boekjaar en een betalingsuitstel verleend van 90 dagen, is<br />
het bedrag van de verkoop wel opgenomen in de cashflow,<br />
maar zijn de geldmiddelen nog niet in de onderneming.<br />
Met de cashflow worden de geldmiddelen bedoeld die de<br />
onderneming via de exploitatiecyclus kan verkrijgen en die niet<br />
besteed moeten worden aan normale exploitatie-uitgaven. De<br />
cashflow vertegenwoordigt dus het bedrag dat de onderneming<br />
overhoudt van haar exploitatie tijdens het boekjaar. De cashflow<br />
is een maatstaf ter beoordeling van de mate waarin de<br />
onderneming erin slaagt interne financiële middelen tot stand<br />
te brengen die bestemd zijn om haar activiteit te financieren.<br />
Deze middelen kunnen gebruikt worden <strong>voor</strong> de financiering<br />
van investeringen, de aangroei van vlottende activa, aflossing<br />
van schulden en winstuitkeringen.<br />
Financiële instellingen hechten veel belang aan de cashflow