Bhakti; wie lief heeft zinge het uit - Yoga Intervision
Bhakti; wie lief heeft zinge het uit - Yoga Intervision
Bhakti; wie lief heeft zinge het uit - Yoga Intervision
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De term bhajan komt van <strong>het</strong> sanskriet "bhaj", dat toewijden, devotie betuigen, aanbidden, eren e.d.<br />
betekent. Met de activiteit van bhajana (sankirtan) prijzen we dus God door over hem te <strong>zinge</strong>n, hem<br />
toe te <strong>zinge</strong>n. In de bhajan van vanavond wordt dat <strong>uit</strong>gedrukt door de woorden "Kohe Ram Bole".<br />
Kohe betekent: tot. Tot Rama, de volmaakte koningszoon, nederdaling van Vishnu, <strong>zinge</strong>n wij (Bole).<br />
Met de daaropvolgende woorden "Kohe Shyam Bole" <strong>zinge</strong>n we ook tot Shyam. Shyam betekent<br />
letterlijk: blauwe kleur. Deze kleur staat voor Krishna. Krishna had namelijk een blauw-donkere<br />
gelaatskleur. Die gelaatskleur staat symbool voor zijn alaantrekkelijkheid, immers alle kleuren die we<br />
aan blauw toevoegen absorberen in blauw. Daarnaast <strong>zinge</strong>n we tot Sita, de vrouw van Rama. En ook<br />
tot Radha, <strong>het</strong> herdersmeisje dat <strong>het</strong> meest intens aan Krishna was toegewijd. Tot slot <strong>zinge</strong>n we tot<br />
Shivananda. Anand betekent: geluk, verrukking. Niet tijdelijk, maar eeuwig. Zoals door Shiva belichaamd.<br />
"Kohe Ram Bole" is een opmerkelijke bhajan. Er worden drie verschillende goden in bezongen. Met<br />
daarbij van twee van hen hun "consort", hun vrouwelijke pendant, echtgenote of evenknie. De<br />
symboliek die hieronder schuil gaat <strong>heeft</strong> te maken met iets heel wezenlijks. En wel met relatievorming<br />
en de ontwikkeling die wij mensen daarin kunnen doormaken. Sita en Rama staan daarbij model<br />
voor <strong>het</strong> ideale huwelijk. Met name ideaal van<strong>uit</strong> samenlevingsperspectief: trouw en toewijding,<br />
bescherming en zorg. En overige elkaar aanvullende rolverdelingen. Vandaar<strong>uit</strong> ook spiritueel: een<br />
zelfde trouw als Sita aan de dag legde ten opzichte van Rama zouden ook wij moeten betrachten ten<br />
opzichte van <strong>het</strong> transcendente.<br />
De <strong>lief</strong>de tussen Radha en Shyam (Krishna), die wij in deze chant ook be<strong>zinge</strong>n, <strong>heeft</strong> een andere<br />
dimensie. Zo totaal als de <strong>lief</strong>destrouw tussen Sita en Rama is, zo gepassioneerd is de relatie tussen<br />
Radha en Krishna. Radha was een gehuwde vrouw. Bezien van<strong>uit</strong> ons menselijke perspectief betrof<br />
<strong>het</strong> dus een overspelige relatie. Met alle bijbehorende zintuiglijke hartstochten van dien. De "biografische"<br />
gegevens rond Radha en Krishna en de erotisch getinte verhalen om hen heen hebben echter niet<br />
de bedoeling huwelijkse ontrouw en zintuiglijke passie te promoten. De verhalen illustreren hoe intens<br />
en zichzelf vergetend <strong>het</strong> zielevuur was dat in Radha brandde. Niet voor Krishna fysiek, maar voor<br />
Krishna als belichaming van <strong>het</strong> transcendente. Die intense <strong>lief</strong>de is <strong>het</strong>, in de buurt waarvan de<br />
Krishnadevotee met zijn of haar devotie wil komen.<br />
RELATIEVORMING, PASSIE EN LEVENSLOOP<br />
Als wij dat ook zouden willen is <strong>het</strong> van belang te onderzoeken wat passie voor ons betekent. Mogelijk<br />
zien we dan, dat wat we als jongvolwassenen voor passie aanzagen, eerder egocentrisme was. In onze<br />
ver<strong>lief</strong>dheden waren we vooral bezig met onszelf. We gebruikten elkaar voor <strong>het</strong> verkennen van<br />
onszelf en de wereld. Daartoe creëerden we duurzame relaties. We verpakten die in vormen die de<br />
samenleving ons daarvoor aanreikte. Daardoor hoorden we erbij. Of we kozen juist totaal andere<br />
vormen en profileerden ons op die manier.<br />
In feite dreven onze eerste relaties op kracht van ons zich ontvouwende ego. Bij velen onder ons ging<br />
<strong>het</strong> zo. We leerden onszelf aan elkaar kennen, gebruikten elkaar daar als <strong>het</strong> ware voor. Daar was en is<br />
niets mis mee. Gaan we er echter langer mee door dan nodig is, dan wordt <strong>het</strong> moeilijk om onze deur<br />
te openen voor werkelijke trouw en voor waarachtig aanvullende rolverdelingen. En komen we niet toe<br />
aan <strong>het</strong> verinnerlijken van <strong>het</strong> door Rama en Sita voorgeleefde ideaal.<br />
28