30.09.2013 Views

M: -sJaa

M: -sJaa

M: -sJaa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

■ . ■ ■!'.'■J»..W}IW» .^/.^ipi^lffiW<br />

MARC HOLMAN'S TWEEDE STUK<br />

ER VIEL EEN STER<br />

BU HET RESIDENT1E-TOONEEL<br />

Mare Holman heeft (met zijn stuk ,,Gif") suc-<br />

ces gehad.<br />

Arme Mare Holman!<br />

Want als het tweede boek van een schrijver al-<br />

tijd zeker kan zijn van een slechte critiek en als<br />

een tweede voorstelling altijd de helft minder is<br />

dan de première, hoe gevaarlijk is het dan om<br />

beide slechte~ voorteekenen te combineeren en als<br />

schrijver kort na een debuut met een tweede<br />

tooneelstuk voor den dag te komen, vooral wan-<br />

neer dat van te voren nogal rijkelijk overgoten is<br />

met de saus der publiciteit en geforceerde ge-<br />

heimzinnigheid rondom de persoon van den<br />

maker!<br />

Mare Holman laat in zijn detective-stuk „Er<br />

viel een Ster" (de vèr-gezochte en misleidende<br />

titel heb ik pas in de tram begrepen) een<br />

„wereldberoemde" Italiaansche operazangeres<br />

vermoorden in een kleinburgerlijk pensionnetje<br />

in den Achterhoek. Zij had een bom duiten<br />

(maar hoe komt zoo'n buitenissige vrouw dan uit-<br />

gerekend in zoo'n stom vervelende gribus terecht ?)<br />

en zij had veel liefde te geef. Zij is niet meer in<br />

den bloei harer jeugd (en Mimi Boesnach moest<br />

zich met een zwarte pruik en veel tandengekners<br />

zoo onaantrekkelijk mogelijk maken, wat haar<br />

met moeite gelukte). Zij heeft een secretaris, die<br />

nog wel iets méér is ook, maar die intusschen<br />

een jongeren jaargang heeft uitgekozen in de ge-<br />

daante vän een allerliefst holderdebolder-meisje.<br />

En de manier, waarop dan deze secretaris sinds<br />

het opgaan van het doek tot aan haar dood in<br />

het „tusschenspel" voor de pauze zijn groote,<br />

maar vallende „ster" uitkaffert en in haar bijzijn<br />

met haar opvolgster vrijt, gaat alle perken te<br />

buiten — zelf naar het mij voorkomt die van den<br />

goeden smaak. Het is altijd een zwak teeken.<br />

wanneer een schrijver zijn personages zoo houte-<br />

rig opstelt, dat bij elke claus dubbel onderstreept<br />

moet worden : „Ik heb de pest aan jou en haar<br />

vind ik aardig". Meer „tusschentoonen" alstu-<br />

blieft I<br />

Zoo'n beetje onbehouwen is eigenlijk dit heele<br />

stuk. dat ook in zijn soort niet bepaald een hoog-<br />

vliegertje is, maar misschien nog net genietbare<br />

kost voor wie zijn aardappels maar op één manier<br />

weet te eten. En omdat wij — dunkt mij —<br />

terecht eischen zijn gaan stellen, niet alleen aan<br />

onze tooneelspeelkunst, maar ook aan onze<br />

tooneelschrijfkunst, heb' ik tegen dezen nieuwen<br />

Mare Holman nogal ernstige bezwaren.<br />

Het is gemaakt naar het aloude recept der<br />

„thrillers". De persoon, aan wie ons tenslotte het<br />

minste gelegen is, wordt kort voor de pauze koud<br />

gemaakt. En terwijl zwaardere stukken dan mees-<br />

tal na de pauze met een complete rechtzaal terug-<br />

komen, wordt in lichtere stukken, zooals dit, de<br />

tooneelkamer afgestaan aan een min of meer<br />

snuggeren inspecteur van politie, die na „niemand<br />

er in en niemand er uit!" geroepen en een komiek<br />

mannetje op post gezet te hebben, iedereen die<br />

we voor de pauze aan het woord hebben gezien,<br />

aan den tand voelt. Meestal is dan juist de per-<br />

soon, aan wie ons voor de pauze het mééste ge-<br />

legen was, de sigaar. Dijt is in dit geval niet zoo.<br />

Variatie II van dit soort stukken is namelijk,<br />

dat men in eens een hoogst onopvallend persoon-<br />

tje op den voorgrond schuift en langzamerhand<br />

zooveel kwaad van hem of haar gaat vertellen<br />

wat wij tevoren nog niet wisten of konden weten,<br />

dat we hem of haar tenslotte met een zucht van<br />

verlichting aan het snel vallende doek over-<br />

leveren.<br />

Nu kan men dit beproefde schema volgen .<br />

■<br />

mits men er of tóch nog weer een origineele draai<br />

aan weet te geven (zoo werd bv. de moord al eens<br />

door den vermoorde zelf begaan, ook wel eens<br />

door den schrijver, of door de zaal) — of zijn<br />

eigen procédé zelf parodieert. Noch met het een<br />

noch met het ander wist Mare Holman weg. Hij<br />

voert zichzelf in dit stuk ten tooneele, wat allicht<br />

kan omdat iedereen wel weet dat er toch geen<br />

Mare Holman bestaat. Maar hij doet het nogal<br />

ijdel en zonder zelf-ironie. De tooneel-Marc<br />

Holman (door Jan Retel licht gespeeld) is een<br />

onuitstaanbaar manneke, van het slag dat „rustig<br />

z'n gang gaat en het allemaal wel geweten heeft".<br />

Had hij nu zelf de „Italiaansche nachtegaal"<br />

maar vermoord! Maar nee, hij is alléén maar<br />

snugger en laat zich daarover bewierooken!<br />

Een moord is echter — zelfs in een detective-<br />

stuk — niet iedermanswerk en een vrouw ver-<br />

moord te weten, is nooit prettig voor de zenuwen<br />

van de toeschouwers, tenzij er alle aanleiding<br />

voor was. Die'was hier niet. Mijn sympathie bleef<br />

althans volledig aan de zijde van de vermoorde<br />

en ik was geneigd om uit te roepen „'t Is toch<br />

niet wäär?"<br />

Het kon eigenlijk ook moeilijk waar zijn, want<br />

in dit stuk is de psychologie maar bedenkelijk<br />

zwak, de onwaarschijnlijkheden zijn te groot en<br />

te doorzichtig en de figuren zijn voor de pauze<br />

maar even in niet erg sprankelende dialogen stuk<br />

voor stuk aangetipt, terwijl rij na de pauze alle-<br />

maal lange verhaleh doen of dankbare zwarte<br />

handel-mopjes maken en de heele handeling dus<br />

voorgoed is stopgezet, nadat er nog nauwelijks<br />

iets gebeurd was, behalve „de moord".<br />

Gegeven en uitwerking zijn eerlijk gezegd nog-<br />

al banaal. Wanneer een dilettant-tooneelschrijver<br />

„veel menschen" in één kamer noodig heeft, kiest<br />

hij altijd het veelbespotte „pension". Zoo ook<br />

Mare Holman. Als er iets buitenissigs moet ge-<br />

beuren, kiest een dilettant-tooneelschrijver altijd<br />

een stelletje „vreemdelingen", die eigenlijk nie-<br />

mand letterlijk en figuurlijk thuis kan brengen,<br />

daarvoor uit. Zoo ook Mare Holman. Wat zwak<br />

is bv. zoo'n aanhangsel van zoo'n Hongaarsche<br />

morphinist (ook al in zoo'n achterhoeksch pen-<br />

sionnetje!), die voor de pauze een paar seconden<br />

zijdelings en in zwaar „verinneweerden" toestand<br />

binnen komt stuiven om vooral óók maar even<br />

mee „verdacht" te worden. En wat zeldzaam on-<br />

sympathiek is zoo'n patjepeejer. van een secre-<br />

taris geteekend, nog wel zóó'n hoofdrol dat Paul<br />

Steenbergen hem moest spelen — om hem dan de<br />

nogal realistische minnaar te doen worden van<br />

de eenige persoon in deze bonte volière, waarnaar<br />

ons hart uitgaat: het jonge meisje, dat door Rini<br />

Otte met dankbare verve werd gespeeld!<br />

De eenige.... dat is niet heelemaal waar.<br />

Mare Holman heeft een klein figuurtje „naar<br />

het leven" geteekend, en dat is de vrouw van een<br />

suffen dokter-met-een-verleden, zoo'n heerlijk<br />

huis-tuin- en keukenvrouwtje, dat allerliefste<br />

stomme en onnoozele dingen zegt en toch dage-<br />

lijks naast ons kan staan, in een winkel, in .gen<br />

pensionkamer of. . . . in een schouwburg. Marie<br />

Meunier-Nagtegaal gaf aan dit figuurtje die<br />

juiste zorgzaamheid en dat levensechte, dat voor<br />

mij de grootste winst van de voorstelling was.<br />

Men merkt het dikwijls in niet zoo erg geslaagde<br />

stukken, dat zij juist aan figuren, die anders op<br />

liet tweede plan staan, de beste kansen geven.<br />

In deze. overigens door Bets Ranucci met zorg<br />

geregisseerde voorstelling waren het niet de groo-<br />

te talenten Jan Retel, Paul Steenbergen, Mimi<br />

Boesnach en Coba Keiling, die immers met hun<br />

rollen geen raad wisten. Maar zoo'n uitgelaten<br />

meisje als Rini Otte en vooral dat heel beschei-<br />

den en natuurlijke burgermansvrouwtje van<br />

Marie Meunier.<br />

Ik zou overigens Mare Holman zelf wel eens<br />

in een minder intelligente rol of nog liever heele-<br />

maal niet zelf op het tooneel willen zien. Mis-<br />

schien schrijft hij dan achter de schermen met<br />

iets minder gemak en iets meer diepte en over-<br />

gave een beter stuk! HENRIK SCHÖLTE.<br />

Mimi Boesnach ah de Italiaansche zange-<br />

res met Coba Keiling (links) in Mare Hol-<br />

man'« nieuwe Stuk. (Foto Sdiimmelfetiningli)<br />

C/NE MA &» THEATER — (nr. 17) 8<br />

::\:,:^<br />

Mmmmmmmwwwm<br />

De vroolijke vrouwtjes van Windsor<br />

BIJ HET DEUTSCHES THEATER<br />

Shakespeare's klucht over de vroolijke vrouw-<br />

tjes van Windsor heeft verschillende malen tot<br />

het operalibretto geïnspireerd. De vermaardste<br />

verwerking van het oude gegeven is wel Verdi's<br />

„Falstaff" en hoewel een vergelijking op zuiver<br />

kunstzinnige grondslagen steeds in het voordeel<br />

van den grooten Italiaan zal moeten uitvallen,<br />

kan Otto Nicolaï's opera „Die lustigen Weiber<br />

von Windsor" toch wel een avond het muziek-<br />

lievende gemoed bezig houden.<br />

Met opzet zeg ik, dat het als muziek meer be-<br />

vrediging schenkt dan als tooneelspel. Er ont-<br />

breekt datgene, wat men zeker in den tegenwoor-<br />

digen tijd in het gecombineerde spel van muziek<br />

en theater zoekt, nl. vaart en actie. De handeling<br />

ontwikkelt zich in dit libretto nogal traag en in<br />

Shakespeare's erigineelen tekst van drie. eeuwen<br />

terug is heel wat meer vlotheid te vinden. Maar<br />

de muziek is in dit geval de redding, zoowel door<br />

haar zangerige en pakkende melodie als door<br />

verdere kwaliteiten. De componist Nicolai, een<br />

beroemdheid op operagebied in zijn tijd (1810-<br />

1849), heeft hier wel het beste gegeven, wat in<br />

hem was en hét is om deze reden, dat van zijn<br />

Onder: De „vroolijke vrouwtjes". Me-<br />

vrouw Fluth (Jeanette Wenzel) en Mevrouw<br />

Reich (Dorothee Grelle) beramen de poets,<br />

die zy den ouden gek Falstaff zullen bak-<br />

ken. — Rechts: De jaloersche Fluth door-<br />

zoekt het huis naar den „minnaar" Falstaff.<br />

Boven: Falstaff (Sanders Schier) snijdt op<br />

over zijn verovering; links Fluth (Theo<br />

Lienhard. (Foto's Peter Tijssen/Slaff)<br />

werken juist deze opera, die thans bijna honderd<br />

jaar oud is, tot heden, repertoire heeft gehouden.<br />

Het „Deutsches Theater" heeft het werk hier ten<br />

tooneele gevoerd kort na de Amsterdamsche opera.<br />

Weliswaar kwam men ook ditmaal tot het tref-<br />

fen van vergelijkingen met Verdi, omdat dit<br />

seizoen de Italiaansche opera ons de „Fall-<br />

staff" nog kort geleden heeft gebracht. Niettemin<br />

is de waardeering groot genoeg en ook al heeft<br />

men hier niet te doen met een onsterfelijke schep-<br />

ping, er is niet veel in Nicolaï's partituur, dat<br />

uitgesproken zwak of zelfs maar verouderd kan<br />

worden genoemd. Het romantische accent ver-<br />

staan wij nog altijd.<br />

Voorts is er een lichtheid van toets, die ook het<br />

moderne oor aangenaam aandoet, en tenslotte is er<br />

weer een vertrouwdheid met het melodische ele-<br />

ment, die vele wendingen als goede en oude be-<br />

kenden doet begroeten. Reeds de ouverture brengt<br />

dat contact tussehen spelers en auditorium, dat<br />

het succes, al is het dan geen louter kunstzin-<br />

nig, bij voorbaat vastlegt.<br />

Regisseur f/ans Strohbach heeft van deze voor-<br />

stelling wel iets weten te maken, maar tooh<br />

behoort dit werk tot de enkele sporadische in-<br />

zinkingen, die het speelseizoen van het „Deut-<br />

sches Theater" tot nu toe hebben gekenmerkt.<br />

Na het grootsche werk „Sly" komt deze opera<br />

wel als een anti-climax en iets dergelijks hebben<br />

wij in den loop van den winter reeds kunnen con-<br />

stateeren na de zeer goede „Don Giovanni", toen<br />

..Der Barbier von Sevilla" ook al een terugtocht<br />

van een eens gestelden standaard beteekende<br />

Knfin, laten wij zeggen, dat wij verwend zijn.<br />

En tenslotte dient men te bedenken, dat van<br />

een dankbare speelopera hier eigenlijk niet kan<br />

wo.den gesproken. De dansen van elfen en woud-<br />

beesten in het derde bedrijf verlevendigen een<br />

traag tooneelbeeld en brengen een prettige ver-<br />

ademing.<br />

Het is tenslotte de muziekliefhebber, die —<br />

ook al was het orkest niet zoo op dreef en bleven<br />

eenige zangers en zangeressen nu en dan beneden<br />

hun kunnen — bevredigd het gebouw verlaat.<br />

Want hij heeft aan het einde volledig genoten en<br />

bekende motieven blijven nog lang in zijn oor<br />

nazingen. Zoodat ook deze minder geslaagde op-<br />

voering haar wezenlijke waarden heeft.<br />

W. H. A, VAN STEENSEE VAN DER AA,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!