Ontwerp-Structuurvisie - GISnet

van het gebied. De bron en bovenloop bevinden zich veelal op de stuwwalcomplexen.
De middenlopen van de beekdalen lopen van de stuwwalflanken tot aan de lager
gelegen overstromingsvlakten. Deze patronen zijn in de huidige situatie grotendeels
omringd door landbouwgronden op de essen en voormalige heidevelden. Voorheen
kenmerkte deze middelloop zich door fijnmazige houtwal- en houtsingelstructuren
met gras- en hooilanden. De benedenlopen van het beekdalsysteem bevinden zich
in de lager gelegen delen van het landschap en vormen de uitlopers van de beken.
Elk onderdeel van het beekdal heeft eigen ontwikkelingsmogelijkheden voor
natuurtypen door de diversiteit in geologische ondergrond, waterhuishouding en
bodemsoort. De verdeling in bron, boven-, midden-, en benedenloop dient als basis
voor een duidelijk herkenbaar landschappelijk patroon. Door het scheppen van
goede voorwaarden voor natuurontwikkeling en het per onderdeel laten variëren
van vormen van beslotenheid kunnen de gebieden zich zowel van elkaar, als van de
omgeving onderscheiden.
Voorgesteld wordt de bovenlopen open te houden en te voorzien van lage vegetatie
en de middenlopen aan te zetten met besloten beplanting. Op die manier wordt
gerefereerd aan de historie en wordt de herkenbaarheid teruggebracht. De overgang
van de open bovenloop naar de besloten middenloop versterkt de herkenbaarheid
van de overgang van de stuwwallen naar het omringende gebied. Voor de benedenlopen
wordt voorgesteld deze, gelijk aan de lage delen, te beplanten met een half
open-besloten vegetatie. Deze zullen in hun verschijningsvorm herkenbaar moeten
zijn als onderdeel van het beeksysteem en daarmee gerelateerd zijn aan de boven- en
middenlopen.
63