nr. 2 februari - Publicaties Nederlandse Politieke Partijen
nr. 2 februari - Publicaties Nederlandse Politieke Partijen
nr. 2 februari - Publicaties Nederlandse Politieke Partijen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
A. LEUVENS. HET NEDERLANDSE MUZIEKLEVEN.<br />
Deze concurrentiestrijd zelf slokt op zijn beurt grote bedragen op<br />
aan administratie, reclame-campagnes etc. - 5e. De grote bedragen,<br />
die door sommige groot-kapitalisten uit zuiver ideële oogmerken<br />
1 ) aan een bepaalde kunstenaar of kunst-instelling werden en<br />
worden geschonken, komen toch alleen d i e n kunstenaar of d i e<br />
kunstinstelling ten goede, niet aan "de" kunst of aan "het" <strong>Nederlandse</strong><br />
volk. Het werkelijke Maecenas-schap (en dit woordt is alleen<br />
geldig wanneer er sprake is van financiele steun op grote schaal<br />
aan kunstenaars, wier producten of werkzaamheid niet of nog niet<br />
op kapitalistische wijze verhandelbaar zijn) - het werkelijke Maecenas-schap<br />
dient dus weer uitsluitend een groepsbelang der bourgeoisie.<br />
- 6e. Hoewel het cultuur-element Kunst in de kapitalistische<br />
maatschappijvorm niet organisch opgenomen kan zijn, is kunst a I s<br />
element van cultuur natuurlijk wel een voorwerp van staatsbemoeiing.<br />
Edoch, het is een uitgemaakte zaak, dat geld in kunst uitgezet, nooit<br />
rente oplevert, maar hoogstens als geestelijke waarde "teruggegeven"<br />
wordt. Dit "teruggegeven" zet ik tussen aanhalingstekens, daar<br />
het werkwoord teruggeven hier nauwelijks reële betekenis heeft; ten<br />
eerste kan de uiteindelijke, geestelijke waarde van een kunstwerk<br />
nooit uitgedrukt worden in klinkende munt; ten tweede kunnen deze<br />
geestelijke waarden slechts door een zéér klein gedeelte van "het"<br />
volk als een realiteit worden ondergaan.<br />
Terwille van het culturele peil dezer kleine minderheid nu, en het<br />
daarvan uitgaande culturele prestige naar buiten, moet en wil "de<br />
staat" de kunst en het kunstleven natuurlijk finantieel steunen. Aangezien<br />
echter enerzijds de door de Kunst vertegenwoordigde waarden<br />
onder de huidige productieverhoudingen, in een op klasse- en<br />
andere tegenstellingen gebaseerde samenleving, op geen enkele<br />
wijze hun uitdrukking kunnen vinden in maatschappelijke vorm<br />
(het grootste deel der cultuur is "luxe" in het kapitalistische huishouden),<br />
aangezien anderzijds tot instandhouding van dit huishouden<br />
ontzaglijke hoeveelheden energie en geld verspild worden aan<br />
concurrentie-oorlogen, bewapeningswedloop, handelspolitiek (altijd<br />
ten nadele van de derde partij!) etc. etc. -, spreekt het vanzelf, dat<br />
er voor de luxe bij uitstek: Kunst, zéér weinig geld overschiet. De<br />
financiering van het kunstleven is voor een belangrijk deel een zaak<br />
van liefdadigheid, regeringsliefdadigheid of particuliere liefdadigheid.<br />
Het product van de scheppende kunstenaar werd vervormd<br />
tot wat het in wezen niet zijn kan: handelswaar. En wel handelswaar<br />
waarvan de (geld)waarde uitsluitend wordt bepaald door wat een<br />
bepaalde groep der bourgeoisie - al dan niet door bemiddeling van<br />
"tussenhandelaars" - er voor wenst te geven. Niet het voortreffelijk<br />
110<br />
1 ) Kunstinstituten als De Wagnervereniging, Het Concertgebouw-orkest, het<br />
Residentie-orkest zouden niet bestaan zonder de linantiële steun van enkele kunstminnende<br />
groot-kapitalisten, die werkelijk uit ideële oogmerken zeer grote sommen<br />
ter beschikking stelden. Jets geheel anders is het ,.beleggen van kapitaal" in<br />
oude schilderijen. Hierbij spelen zuiver commerciële bedoelingen natuurlijk een<br />
grote rol, zelfs al komen in sommige gevallen die schilderijen later ,.de gemeenschap"<br />
ten goede.