07.04.2014 Views

CURSUS WISKUNDE TSO - Ondernemersschool

CURSUS WISKUNDE TSO - Ondernemersschool

CURSUS WISKUNDE TSO - Ondernemersschool

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nu vermenigvuldig je dit getal met de nulwaarde en vul je dit één vakje naar boven<br />

rechts in, hier -6 maal -3 is 18.<br />

Je telt de bovenste en de middelste rij op en vult dit in de onderste rij in, hier -17 plus<br />

18 is 1.<br />

Dit herhaal je tot je helemaal rechts onderaan uitkomt.<br />

Als je nulwaarde juist is en je hebt goed gerekend dan moet je hier een nul<br />

uitkomen!<br />

De onderste rij tussen de twee streepjes zijn de coëfficiënten van het quotiënt. De<br />

eerste coëfficiënt hoort bij een graad die één graad lager is dan f(x). Hier is f(x) van<br />

de derde graad dus -6 staat hier bij x², de volgende coëfficiënten horen steeds bij één<br />

graad lager. Zo krijg je voor het quotiënt de vergelijking -6x² + x +1. De nulwaarden<br />

zijn -1/3 en1/2, welke we vonden met de discriminant.<br />

Om de tekentabel op te stellen, doe je dit dus eerst voor de eerste en tweedegraadsfunctie.<br />

Je maakt dan van de tekens het product om het resultaat voor f(x) te kennen.<br />

Merk op dat de nulwaarden van de eerste en tweedegraadsfunctie ook de nulwaarden van<br />

f(x) zijn.<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!